Zaterdag 29 April 1899.
No. 9921.
53"" Jaargang.
De familie Hilbers.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCH EDAMSCI IE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25 Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Botersfraat «8.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90; iedere regel
meer 121/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Kleine ailcertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Iu(erc. Telefoon Ao. 133.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen ter algemeene kennis
dat alle vergunningen, door of namens Burge
meester en Wethouders uitdrukkelijk of stil
zwijgend verleend, tot het gebiuik van openbaren
gemeentegrond of openbare gemeentewateren en
voor het hebben van particuliere werken op, in
of over openbaar gemeentewater, bij dezen tegen
den len Mei worden opgezegd;
en dat ieder, die een dier vergunningen op
nieuw mocht verlangen, daartoe een schriftelijk
verzoek zal hebben in te dienen.
Schiedam, 27 Apiil 1899.
Burgemeester cv Wethouders voornoemd,
VEltSTEEG.
De Secretaris,
VERNÉDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 28 April '99.
Du Paty de Clam is de man die den sleu
tel der Dreyfus-zaak in handen, heeft. Zie
daar het door den gestadigen en met succes
bekroonden arbeid der revisionisten gestaaf
de vermoeden, dat reeds van den aanvang
af bij velen had post gevat. Het onderzoek
der strafkamer heeft liet pleit beslecht. Wij
zeiden het reeds, vrienden en vijanden der
herziening zijn tegen hem losgetrokken.
Zoodoende is Du Paty's naam op het
oogenblik wel do meestgenoemde in Frank
rijk. Want hij geeft den strijd niet ophij
zal zich verweren; hij wil dat de minister
van oorlog hem vergunne zich voor het Hof
van Cassatie te verweren.
Een aantal Parijsche bladen verzekeren
dat minister De Freycinet dit niet zal toe
staan. Immers, de minister acht dat Du
Paty als getuige gewraakt kan worden, om
dat hij spoedig als aangeklaagd voor een
krijgsraad zal moeten komen. Ja, de „Fi
garo" gaat nog verder en zegt dat de mili
taire autoriteiten er zelfs aan denken Du
Paty de Clarn gevangen te nemen en een
vervolging tegen hem in te leiden.
Het Hof van Cassatie evenwel aldus
de geruchten zou met die redeneering
lang niet instemmen. Het zou zeer verrast
zijn door de hinkende redeneering van De
Freycinet en er op staan Du Paty de Clam
nogmaals als g'rtuige te liooren. En inder
daad, de argumenten waarop de minister
zijn weigering steunt, schijnen niet bijzon
der krachtig. Anders zou het zijn, wanneer
reeds een vervolging tegen Du Paty begon
nen en tot diens verschijnen voor een krijgs
raad besloten was.
Maar heeft De Freycinet wel geweigerd,
Du Paty's verhoor toe te staan Het wordt
ontkend door de mededeeling dat de minis
ter Woensdag meteen Du Paty's verzoek
om gehoord te worden, zou hebben doorge
zonden. aan zijn collega van justitie die gis-
DOOK
E. V E L Y.
3)
Fransje Hilbers laat een oogenblik haar
hoofd op de hand rusten. Het doet haar
pijn. Zij heeft waarschijnlijk Anna's gunst
verbeurd maar zij kan toch nog niet la
ger zinken. 't is immers al erg genoeg dat
het zoo moest gaan
Naaien, dag aan dag, uur aan uur, ste
ken en trappen op de ratelende machine,
totdat het hamert in haar slapen en haar
horst benauwd wordt en haar oogen moe
zijn. Dag aan dag in vreemde huizen, aan
vreemde tafels en dat is toch nog beter
dan thuis. Zij is nu al volkomen gewend
aan dit levenalleen de eerste leerjaren wa
ren moeilijk; toen droomde zij zich nog
dikwijls op de geliefde schoolbanken en me
nigmaal als zij uit het benauwde atelier van
het knippen en passen en helpen in het
doodelijk vermoeiende, eentonige werk
thuis kwam, heeft zij met een snik ge
vraagd: „Kon ik dan niet iets anders
ik wil zoo graag verder leeren de boe
ken Maar dan had Laar vader met zijn
vuist op de tafel geslagen: „Ja wel, prin
sesje spelen, aan je zelf alleen denken.
Heeft het al niet geld genoeg gekost?
Wordt het niet tijd dat jullie ook eens wat
thuisbrengt en aan je ouders denkt Waar
om hebben we haar niet gewoon in een
dienst gestuurd dat doen andere men
schen ook, wanneer het hun slecht gaat."
En 2ij is langzamerhand stil geworden,
«venals haar zuster Else, die nog heel ande
rs dingen heeft meegemaakt, die naar bals
tevmorgen den voorzitter van het Hof van
Cassatie heeft verwittigd. En een officieuse
nota spreekt de bewering der „Figaro" te
gen.
Zooals wij reeds meldden, zou Du Paty
cian morgen door het Hof worden gehoord.
Op Paléologue's latere verklaring voor
het llof, die de „Figaro" gisteren publiceer
de, zullen wij niet ingaan. Door een reeks
bewijzen staafde liij zijn bestrijding van de
beschuldigingen door het ministerie van
oorlog, laatstelijk door kapitein Cuignet,
tot bet ministerie van buitenlandsclie zaken
gericht, als zou diens lezing van het be
kende telegram van Panizzardi niet over
eenkomstig de waarheid zijn. Die telegrarn-
quaestie is feitelijk ontaard in een strijd
tusschcn beide ministeries. „Delcassé's leu*
gens schrijft de „Soir" dan ook boven haar
heftigen aanval op het ministerie van bui
tenlandsclie zaken en Paléologue.
Overigens blijft het ook op andere pun
ten bij krantenbeweringen. Zoo verzekert
de „Liberté" op stelligcn toon dat mr.
Mornard, de advocaat van mevrouw Drey
fus, de overlegging van geheime stukken
aan den krijgsraad van 1894 in raadkamer
zal ontwikkelen als het nieuwe feit dat,
niet de vernietiging, maar de herziening
van het vonnis van 1S94 motiveert.
De „Temps" brengt opnieuw ter sprake
het zeer belangrijke stuk dat een ambte
naar te Guyana in het dossier-Dreyfus zou
gevonden hebben. Uit een interview met
Gachet, den koopman te Guyana, die dit
verhaal in de wereld heeft gebracht, blijkt
dat dc bedoelde ambtenaar een hoogst ach
tenswaardig man is, en dat het stuk in
quaestïe uit een ander dossier in het dos
sier-Dreyfus scheen verdwaald te zijn. Uit
dat stuk scheen den ambtenaar Dreyfus' on
schuld duidelijk te blijkendaarom haast
te hij zich de regeering te waarschuwen. Ga
chet wil niet zeggen wat het stuk inhoudt;
alleen het Hof van Cassatie kan liem ver
gunnen te spreken. Evenwel, het Hof
schijnt het stuk reeds van het ministerie
van koloniën te hebben opgevraagd.
De diplomatie heeft het onaangename in
cident, door kapitein Coghlan's snorkerij in
het leven geroepen, spoedig uit den weg
geruimd. I11 Duitschland heeft men de zaak
vrij kalm opgevat, en nu president Mc Kin-
ley officieel zijn leedwezen hoeft betuigd
over Coghlan's voor de Duitschers grieven
de taal en keizer Wilhelm zijn gevoelens
van vriendschap laat vertolken, is de offi
cie,ele goede verstandhouding tusschen hei
de Staten opnieuw verzekerd.
Maar de doorn, die den Amerikanen in
het vleescli zit, is niet weggenomen. Uit
honderden kleine feiten blijkt telkens weer
hoe groot de naijver is, vooral op oecono-
miseli gebied, tusschen de twee groote sta
ten in de Oude en de Nieuwe Wereld, en
de mogelijkheid blijft steeds bestaan dat
vroeg of laat die naijver tot een botsing
aanleiding zal geven.
Die naijver inspireerde aen senator Frey
ook toen hij een der laatste dagen aai; een
gastmaal het woord voerde. Duitschland,
ziedaar de vijand, was de strekking van
zijn betoog. Voor liuitschland moeten de
ging en met adellijke heeren danste en op
het punt stond zich met een dier heeren te
cngagecren, toen heel het luchtige en lus
tige gebouw vau haar ouderlijk huis jam
merlijk ineen stortte, het ouderlijk huis
waar zij in de laatste jaren alleen de va-
canties der kostschool had doorgebracht.
Aan wien zou zij dat kunnen en willen ver
tellen want het komt baar dikwijls zelf
voor of dat alles het lot van een ander is
dat zij in een of ander boek heeft gelezen.
En zij naait, meet en trapt weer, voortdu
rend hetzelfde. In de kale takken der hoo
rnen onder het venster tsjilpeu en piepen de
mussclien schril door elkaar. In het deftige,
stille huis is het volkomen rustig; geen
voetstap hoort men op de mot dikke loopers
belegde trappenzij zou kunnen meenen
dat men haar geheel vergeten had, zonder
do babbelzieke Anna, die blijkbaar uit
goedhartigheid bij naar was gekomen.
Zij strijkt even over haar voorhoofd om
de haren naar achteren te vegen en buigt
zich dan weer over haar werk heen.
„Wel, wel, zoo vlijtig, juffrouw."
De vroolijke toon die van de deur tot
haar komt, doet haar opkijken.
„E11 wat doet dat mooi scherp profiel
en het licht op uw haar
Zij ziet den spreker aan die tegen den
deurpost leunt met een sigaret in de hand.
„Een zeldzame kleur, uw haai-, juffrouw.
Enfin, dat zal u van mij wel niet vpor het
eerst hooren
Zij weet terstond dat hij de haai- door
Anna niet bijzonder gunstig afgescbilderde
zoon des huizes moet zijn.
„Ik maak ook volstrekt geen aanspraak
op die première, maar wat waar is en aan
genaam tevens, mag men nog wel eens zeg
gen niet waar?"
Vereenigde Staten meer op hun hoede zijn
dan voor welke natie ook. Want Duitsch
land is de gevaarlijkste mededinger, zooals
het ook op commercieel gebied de krachtig
ste, volhardendste, meest agressieve, lastig
ste en brutaalste vijand is. Maar dat mag
do Vereenigde Staten niet ontmoedigen.
Integendeel, ondanks DuitsehUnd's inspan
ning zullen de Vereenigde Staten het groot
ste succes behalen in den strijd om aanzien
en eommcrcieele grootheid.
De Duitsche journalisten in den staat
Missouri zijn liet mot Frey in het geheel
niet eens. In een vergadering, door hen ge
houden, hebben zij zich bezig gehouden m#b
het imperialisme en militarisme in de Ver
eenigde Staten. Zij hebben een motie aan
genomen tegen de anti-Duitsclie houding
der Amerikanen en Duitschland den oud
sten vriend der Vereenigde Staten noemen,
die het eerst de Amerikaansche souvereini-
teit over de Pliilippijnen heeft erkend.
Do Duitschors in Amerika, aldus eindigt
de motie, zijn en blijven trouw aan hun
nieuw vaderland; maar zij protesteeren in
het belang der Republiek tegen het milita
risme en het imperialisme.
Dat het voor den Duitschen keizer sma
lend liedje, dat kapitein Coghlan ook heeft
voorgedragen, een plaatsje heeft gevonden
op het programma van vele café-cliantants
en steeds mot gejuich wordt begroet, mag
zeker wel gelden als een bewijs voor de wei
nig vriendschappelijke gezindheid in de
Vereenigde Staten jegens Duitschland.
Gelukkig zijn er ook betere symptomen.
Een correspondent der „Eevening World"
bijv. meldt dato 25 dezer uit Manilla dat
admiraal Dewey hem een brief heeft laten
zien van den Duitsclien admiraal Von Die-
derichs, waarin deze hem gelukwenscht met
zijn welverdiende promotie, en ook Dewey's
antwoord. Dewey noemde de zgu. wrijving
tusschcn Amerikanen en Duitschers een
krantenverzinsel.
Op Samoa is de toestand nog lang niet
zuiver. Een officieel telegram van Duitsche
zijde uit Apia van 28 April, dat Wolff's bu
reau te Berlijn publiceert, meldt
Na de aankomst van de jongste post ver
liet het Amerikaansche oorlogsschip P li i-
1 a d e 1 p li i a de haven van Apia, en be
gaf het zich naar de Amerikaansche ver
dragshaven Pagopago. De Engelsche oor
logsschepen zetten alleen de beschieting
van de dorpen aan het strand voort.
Aan land hadden aan de noordkust van
Upolo kleine gevechten plaats.
Den 17en April kwam het op drie mijlen
afstand van Apia tot een botsing, die ein
digde met den terugtocht der volgelingen
van Tanu. Een 70-tal inboorlingen werden
gedood of gewond. Van Europceselie zijde
werd niemand gekwetst. Een Engelsche af-
deeling troepen, die in reserve gehouden
was, nam aan den strijd geen deel.
Admiraal Kautz seinde 13 dezer naar
Washington dat te Apia geen kolen moei
te krijgen zijnzij moeten uit Auckland
worden aangevoerd. Te Apia was het toen
rustig. Ivautz nam geen aanvallende hou
ding aan jegens de aanhangers van Mataa-
fa, maar bepaalde zich tot de bescherming
Zij moet glimlachen; bij al zijn brutale
ongedwongenheid is zijn manier van spre
ken toch wel aardig.
„Mijnheer
„Kijk nu eens aan; daar heeft u waar
lijk een stem ook en nog wel een die heel
mooi klinkt. Zit u hier zoo den heelen dag
alleen
„Ik werk."
„En hoe lang al
„Ik ben hier vandaag voor de derde
maal."
„Dat had ik moeten weten namelijk
dat u ik ben zoo'n stuk schilder en elk
kleureneffect neen, ik zou u waarachtig
nu en dan gezelschap hebben gehouden."
„Mevrouw Lolimanu heeft mij hier gezet
om te naaien, niet om te praten."
„Wat zegt u dat met allerliefsten ernst.
Maar dat is toch in zekeren zin wreed van
mijn lieve moeder hier zoo afgesloten
van de wereld Hij leunt nu reeds tegen
de kast die midden in de kamer staat. „En
altijd maar naaien en steken zeg, beste
juffrouw, is dat niet allerakeligst verve
lend
Het is mijn vak, mijn kostwinning."
Hij steekt zijn sigaret opnieuw aan en
schudt zijn hoofd „Hoe is u in 's hemels
naam daaraan gekomen. Had u dan niet
iets anders kunnen beginnen?"
„Ik zou wel graag onderwijzeres zijn ge
worden, maar het ging niet mijn
ouders en dan klemt zij haar lippen op
een. Zij heeft reeds te veel gezegd.
„Och, dat is immei-s even vervelend. Wie
zoo mooi is als u, zoo in 't oogloopend mooi
Kon u het dan niet, om maar iets te noe
men, met de kunst beproeven? Ik zou er
wat onder durven verwedden dat u heel
aardig zingt!"
vau het Amerikaansdie consulaat, Amcri-
kaansch eigendom en de door de beslissing
van den. oppcrccliter ingestelde regeering.
Gemengde NedcdecI togen.
De kanselier der schatkist,sir Michael
Hicks-Beach, verklaarde gisteren in het
Lagerhuis dat de regeering geen voorstel
len overweegt om oen nieuwe spoonveglijn
door Afrika te garandeeren; de voorstellen
die de regeenng in overweging genomen
heeft, betreffen uitsluitend de bestaande
spooiweglijn in Beehuanaland van Mafe-
king tot Buluwayo.
Do onderminister Brodrick deelde op een
vraag mede, er niets van te weten dat een
Belgisch syndicaat in China dc voorkeur
had gekregen voor den aanleg van een
spoorlijn Kauton-IIankau. De Britsche ge
zant heeft de voorkeur gevraagd voor een
Engelscli syndicaat, voor geval de overeen
komst met een Amerikaanseh syndicaat te
niet mocht worden gedaan. Het Tsung-li-
Yamcn lieeft beloofd, wanneer dit ge
schiedt, de quaestie te zullen overwegen.
De wijziging der bankwet is door den
Duitschen Rijksdag aangenomen. Het kapi
taal der Rijksbank is vastgesteld op 180
millioen mark.
Keizer Wilhelm hoeft den kardinaal-bis
schop van Keulen die ernstig ziek is, te
legrafisch zijn beste wenschcn betuigd.
Onlangs is een gedenkteeken onthuld op
het graf van Von Stephan, den grooten
Duitsehen minister van het postwezen. Op
1 Mei zal zijn opvolger Von Podbielski een
standbeeld voor hem onthullen in het
Rijkspostmuseum. Beide gedenkteekens zijn
bekostigd door de post- en telegraafbeamb-
ten. Zelfs is er nog cenig geld over dat aan
een fonds onder beheer van de posterijen
wordt geschonken.
De groote staking in België duurt voort.
Een poging tot verzoening is mislukt.
Het „Journal' verneemt uit Nizza dat de
toestand der ex-keizerin Eugenie bij voort
during groote bezorgdheid inboezemt,
Ecnigon tijd geleden werden slechte be
richten over de gezondheid der ex-keizerin
heslist tegengesproken.
De minister van justitie van Italië heeft
bij de Kamer een ontwerp ingediend dat
de sluiting van het burgerlijk huwelijk ver
plicht stelt vóór het sluiten van een ker
kelijk huwelijk.
Volgens de „Polit. Corr." verluidt op
het Vaticaan dat de Paus iu hot eerstvol
gende consistorie tien kardinalen zal be
noemen, waaronder vijf Italianen, een Fran-
schen kardinaal der curie, een Spanjaard en
een Belg. Bovendien zuien verschillende va
cante Fransclie bisschopszetels bezet wor
den.
De Nationale Vergadering van Kreta
heeft besloten een leening van 9 millioen
te sluiten mits, met den hijstand der mo
gendheden, de interest niet liooger dan 3
is. Daarmede zal o. a. het voorschot der mo-
„Keen, in 't geheel niet."
Willy Lohmann haalt zijn schouders op.
„Ja maar wat heeft u nu eigenlijk aan
uw leven, juffrou», juffrouw
Maar zij helpt liem niet door haar naam
te noemen; zij kijkt zeer ernstig.
„Plichtsvervulling!" Dan zet zij haar ma
chine in beweging.
Hij maakt een halven draai en is weel
een beetje dichter bij haar.
„Goeie hemel, hoe komt u toch aan dat
stijve, schoolmeesterachtige woord Daar
houd ik nu heelemaal niet van. Ik bedoel
zoo af en toe een pleiziertjc Hij neemt
een stuk goed op, bekijkt het onderzoekend
en ziet haar laehend aan. „Als men het le
ven niet vrooiijk weet op to nemen, dan is
er waarachtig niet voel aan. En als u dat
nog niet heeft geleard, dan ben ik heel
graag bereid uw leermeester te zijn, wil u
In dat opzicht kan u het volste vertrouwen
in mij stellen, heusch, lieve juffrouw."
En nu is hij dicht bij baar gekomen en
kijkt Fransje met zijn groote, levenslustige
oogen schalks knipoogend aan.
„Mijnheer Lohmann
„Kijk, daar weet u opeens mijn naam. U
is dus toch niet zoo dom, hè, kleine schelm
Maar zeg me nu ook eens
In de garderobe van de vrouw des huizes
wordt op dit oogenblik juist over de naai
ster boven gesproken.
Anna knielt op den grond en knoopt me-
vrouw's laarsjes toe; een hazewindje heeft
zijn lange pootjes op haar rug gezet en kijkt
met een ernstig gezicht naar Hetgeen zij
doet. „U moet weten, ik ben bij juffrouw
Hilbers geweest, juist toen mevrouw schel
de, om te vragen of ze soms strijkijzers noo-
dig had. Want als zij zelf beneden moet ko
men, dan houdt dat zooveel op."
gendkeden, groot 4 millioen, worden terug
betaald.
Later zal de regeering dan bij de Verga
dering een leeningsvoorstel indienen voor
publieke werken.
Generaal Otis seint uit Manilla: De di
visie van generaal Mc Arthur heeft zich
gisteren van liet aan den zuidelijken oever
der rivier gelegen gedeelte van Calumpib
meester gemaakt. Zij had slechts 3 dooden
en 11 gewonden. De operatic werd zeer
bemoeilijkt door de hitte en de sterkte der
vijandelijke verschansingen.
Hetzelfde telegram zegt dat generaal
Lawton te Norzegry en te Augat den vij
and in noordelijke en oostelijke richting
heeft verdreven.
Het bezoek tuii t'j Koningin aan Rotterdam.
I11 de zitting van den Rotterdamscben ge
meen! eraad van gisteren lieeft de voorzit
ter omtrent het a.s, bezoek der Koningin
nen het volgende gezegd, volgens het ver
slag der „N. R. Ct."
Het was mij een aangename taak toen
ik den raad mededeeling kon doen dat van
H. M. de Koningin het bericht was ontvan
gen dat het H. M.'s voornemen was dit
jaar tweemaal aan Rotterdam een bezoek
te brengen en wel de eerste maal in de eer
ste helft van Juni. De gemeente en de ge
meentenaren een bezoek brengende,
wonseht II. M. zoo veel mogelijk personen
te zien, gezonden, zieken en ongelukkigen.
Daartoe zal zij verschillende declen der ge
meente bezichtigen, en tevens een zestal in
richtingen van weldadigheid bezoeken.
Des voormiddags de dag zelf is nog
niet bepaald zal II. M. om half elf aan
het Maasstation aankomen en daar door
liet dagelijkseli bestuur en de militaire
autoriteiten worden ontvangen en officieel
door den gemeenteraad ten stadliuize wor
den begroet. Aan enkele autoriteiten zal
daar de gelegenheid worden gegeven aan H.
M. te worden voorgesteld.
Daarop volgt een rijtoer door het ooste
lijk en noordelijk deel der gemeente en het
bezoek aan enkele inrichtingen van welda
digheid.
Tc één uur zal H. M. gevolg geven aan
do uitnoodiging van het gemeentebestuur
0111 deel te nemen aan een déjeuner in de
Doelczaal.
Daarna heeft een tweede rijtoer plaats
door het westelijk deel der stad. en bezoek
aan enkele inrichtingen van weldadigheid.
Tusschen vier en vijf uur zal H. M. zich
verpoozen in liet Museum Boymans. Daar
zal gelegenheid zijn voor hen die zich ge
drongen voelen hulde aan H. M. te bren
gen, aan dat verlangen te voldoen. Een kin
derkoor zal buiten gezang laten liooren, ter
wijl deputation van verschillende vereeni-
gingen met liaar vaandels voor H. M. zul
len defilceren. De heele bevolking kan zich
daarbij aansluiten.
Hierna heeft, een derde rijtoer plaats naar
een ander deel van het noordelijk deel der
gemeente en bezoek aan enkele inrichtingen
van weldadigheid.
dat mensch niet wel wat langzaam,
Anna
Deze haalt de schouders op. „Als zulke
menschen zonder toezicht werken, mevrouw,
dan gunnen ze zieli gewoonlijk al den tijd.
Aan kindergoed kan toch niet zoo veel
werk zijn."
„Morgen moet zij ook nog komen." Me
vrouw Clementine Lohmann kijkt hou haar
japon zit, die hij een der eerste tail'eurs is
gemaakt en er zoo eenvoudig uitziet en
toch een van de duurste is; zij is tevreden.
De eenvoudige en toch buitengewoon,
chique japon is bij uitstek geschikt voor
een vergadering der Vereeniging voor Kin
dervoeding.
„En men weet niet eeus wie men in
huis lieeft."
Auna voelt de afwijzing van zooeven nog
heel goed.
„Nu, die zet al een erg hooge horst op;
ze kent zelfs Fransch," zegt zij. „Wat heeft
een naaister daar nou mee noodig; een
naaimachine kan ze wel op z'11 Duitsch stel
len. En kindergoed dat is toch ook maar
van dat bijwerk, en ze heeft een air als die
naaister die eens uit Weenen kwam om
mevrouw de maat te nemen."
„Het is doorgaans geen goed teeken, als
zulke menschen niet bescheiden optreden,"
zegt mevrouw Lohmnan en zij kiest de bro
che met den grooten, in paarlen gezetten
amethist die zoo bescheiden uitkomt. Dan
beveelt zij mantel en hoed voor haar gereed
te leggen beide zeer eenvoudig en
gaat de trap op.
Wordt vervolgd