Zaterdag 29 April 1899. No. 9921. 53"" Jaargang. De familie Hilbers. Kennisgeving. BUITENLAND. BINNENLAND. SCH EDAMSCI IE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25 Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Botersfraat «8. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90; iedere regel meer 121/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine ailcertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Iu(erc. Telefoon Ao. 133. Burgemeester en wethouders van Schiedam brengen ter algemeene kennis dat alle vergunningen, door of namens Burge meester en Wethouders uitdrukkelijk of stil zwijgend verleend, tot het gebiuik van openbaren gemeentegrond of openbare gemeentewateren en voor het hebben van particuliere werken op, in of over openbaar gemeentewater, bij dezen tegen den len Mei worden opgezegd; en dat ieder, die een dier vergunningen op nieuw mocht verlangen, daartoe een schriftelijk verzoek zal hebben in te dienen. Schiedam, 27 Apiil 1899. Burgemeester cv Wethouders voornoemd, VEltSTEEG. De Secretaris, VERNÉDE. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 28 April '99. Du Paty de Clam is de man die den sleu tel der Dreyfus-zaak in handen, heeft. Zie daar het door den gestadigen en met succes bekroonden arbeid der revisionisten gestaaf de vermoeden, dat reeds van den aanvang af bij velen had post gevat. Het onderzoek der strafkamer heeft liet pleit beslecht. Wij zeiden het reeds, vrienden en vijanden der herziening zijn tegen hem losgetrokken. Zoodoende is Du Paty's naam op het oogenblik wel do meestgenoemde in Frank rijk. Want hij geeft den strijd niet ophij zal zich verweren; hij wil dat de minister van oorlog hem vergunne zich voor het Hof van Cassatie te verweren. Een aantal Parijsche bladen verzekeren dat minister De Freycinet dit niet zal toe staan. Immers, de minister acht dat Du Paty als getuige gewraakt kan worden, om dat hij spoedig als aangeklaagd voor een krijgsraad zal moeten komen. Ja, de „Fi garo" gaat nog verder en zegt dat de mili taire autoriteiten er zelfs aan denken Du Paty de Clarn gevangen te nemen en een vervolging tegen hem in te leiden. Het Hof van Cassatie evenwel aldus de geruchten zou met die redeneering lang niet instemmen. Het zou zeer verrast zijn door de hinkende redeneering van De Freycinet en er op staan Du Paty de Clam nogmaals als g'rtuige te liooren. En inder daad, de argumenten waarop de minister zijn weigering steunt, schijnen niet bijzon der krachtig. Anders zou het zijn, wanneer reeds een vervolging tegen Du Paty begon nen en tot diens verschijnen voor een krijgs raad besloten was. Maar heeft De Freycinet wel geweigerd, Du Paty's verhoor toe te staan Het wordt ontkend door de mededeeling dat de minis ter Woensdag meteen Du Paty's verzoek om gehoord te worden, zou hebben doorge zonden. aan zijn collega van justitie die gis- DOOK E. V E L Y. 3) Fransje Hilbers laat een oogenblik haar hoofd op de hand rusten. Het doet haar pijn. Zij heeft waarschijnlijk Anna's gunst verbeurd maar zij kan toch nog niet la ger zinken. 't is immers al erg genoeg dat het zoo moest gaan Naaien, dag aan dag, uur aan uur, ste ken en trappen op de ratelende machine, totdat het hamert in haar slapen en haar horst benauwd wordt en haar oogen moe zijn. Dag aan dag in vreemde huizen, aan vreemde tafels en dat is toch nog beter dan thuis. Zij is nu al volkomen gewend aan dit levenalleen de eerste leerjaren wa ren moeilijk; toen droomde zij zich nog dikwijls op de geliefde schoolbanken en me nigmaal als zij uit het benauwde atelier van het knippen en passen en helpen in het doodelijk vermoeiende, eentonige werk thuis kwam, heeft zij met een snik ge vraagd: „Kon ik dan niet iets anders ik wil zoo graag verder leeren de boe ken Maar dan had Laar vader met zijn vuist op de tafel geslagen: „Ja wel, prin sesje spelen, aan je zelf alleen denken. Heeft het al niet geld genoeg gekost? Wordt het niet tijd dat jullie ook eens wat thuisbrengt en aan je ouders denkt Waar om hebben we haar niet gewoon in een dienst gestuurd dat doen andere men schen ook, wanneer het hun slecht gaat." En 2ij is langzamerhand stil geworden, «venals haar zuster Else, die nog heel ande rs dingen heeft meegemaakt, die naar bals tevmorgen den voorzitter van het Hof van Cassatie heeft verwittigd. En een officieuse nota spreekt de bewering der „Figaro" te gen. Zooals wij reeds meldden, zou Du Paty cian morgen door het Hof worden gehoord. Op Paléologue's latere verklaring voor het llof, die de „Figaro" gisteren publiceer de, zullen wij niet ingaan. Door een reeks bewijzen staafde liij zijn bestrijding van de beschuldigingen door het ministerie van oorlog, laatstelijk door kapitein Cuignet, tot bet ministerie van buitenlandsclie zaken gericht, als zou diens lezing van het be kende telegram van Panizzardi niet over eenkomstig de waarheid zijn. Die telegrarn- quaestie is feitelijk ontaard in een strijd tusschcn beide ministeries. „Delcassé's leu* gens schrijft de „Soir" dan ook boven haar heftigen aanval op het ministerie van bui tenlandsclie zaken en Paléologue. Overigens blijft het ook op andere pun ten bij krantenbeweringen. Zoo verzekert de „Liberté" op stelligcn toon dat mr. Mornard, de advocaat van mevrouw Drey fus, de overlegging van geheime stukken aan den krijgsraad van 1894 in raadkamer zal ontwikkelen als het nieuwe feit dat, niet de vernietiging, maar de herziening van het vonnis van 1S94 motiveert. De „Temps" brengt opnieuw ter sprake het zeer belangrijke stuk dat een ambte naar te Guyana in het dossier-Dreyfus zou gevonden hebben. Uit een interview met Gachet, den koopman te Guyana, die dit verhaal in de wereld heeft gebracht, blijkt dat dc bedoelde ambtenaar een hoogst ach tenswaardig man is, en dat het stuk in quaestïe uit een ander dossier in het dos sier-Dreyfus scheen verdwaald te zijn. Uit dat stuk scheen den ambtenaar Dreyfus' on schuld duidelijk te blijkendaarom haast te hij zich de regeering te waarschuwen. Ga chet wil niet zeggen wat het stuk inhoudt; alleen het Hof van Cassatie kan liem ver gunnen te spreken. Evenwel, het Hof schijnt het stuk reeds van het ministerie van koloniën te hebben opgevraagd. De diplomatie heeft het onaangename in cident, door kapitein Coghlan's snorkerij in het leven geroepen, spoedig uit den weg geruimd. I11 Duitschland heeft men de zaak vrij kalm opgevat, en nu president Mc Kin- ley officieel zijn leedwezen hoeft betuigd over Coghlan's voor de Duitschers grieven de taal en keizer Wilhelm zijn gevoelens van vriendschap laat vertolken, is de offi cie,ele goede verstandhouding tusschen hei de Staten opnieuw verzekerd. Maar de doorn, die den Amerikanen in het vleescli zit, is niet weggenomen. Uit honderden kleine feiten blijkt telkens weer hoe groot de naijver is, vooral op oecono- miseli gebied, tusschen de twee groote sta ten in de Oude en de Nieuwe Wereld, en de mogelijkheid blijft steeds bestaan dat vroeg of laat die naijver tot een botsing aanleiding zal geven. Die naijver inspireerde aen senator Frey ook toen hij een der laatste dagen aai; een gastmaal het woord voerde. Duitschland, ziedaar de vijand, was de strekking van zijn betoog. Voor liuitschland moeten de ging en met adellijke heeren danste en op het punt stond zich met een dier heeren te cngagecren, toen heel het luchtige en lus tige gebouw vau haar ouderlijk huis jam merlijk ineen stortte, het ouderlijk huis waar zij in de laatste jaren alleen de va- canties der kostschool had doorgebracht. Aan wien zou zij dat kunnen en willen ver tellen want het komt baar dikwijls zelf voor of dat alles het lot van een ander is dat zij in een of ander boek heeft gelezen. En zij naait, meet en trapt weer, voortdu rend hetzelfde. In de kale takken der hoo rnen onder het venster tsjilpeu en piepen de mussclien schril door elkaar. In het deftige, stille huis is het volkomen rustig; geen voetstap hoort men op de mot dikke loopers belegde trappenzij zou kunnen meenen dat men haar geheel vergeten had, zonder do babbelzieke Anna, die blijkbaar uit goedhartigheid bij naar was gekomen. Zij strijkt even over haar voorhoofd om de haren naar achteren te vegen en buigt zich dan weer over haar werk heen. „Wel, wel, zoo vlijtig, juffrouw." De vroolijke toon die van de deur tot haar komt, doet haar opkijken. „E11 wat doet dat mooi scherp profiel en het licht op uw haar Zij ziet den spreker aan die tegen den deurpost leunt met een sigaret in de hand. „Een zeldzame kleur, uw haai-, juffrouw. Enfin, dat zal u van mij wel niet vpor het eerst hooren Zij weet terstond dat hij de haai- door Anna niet bijzonder gunstig afgescbilderde zoon des huizes moet zijn. „Ik maak ook volstrekt geen aanspraak op die première, maar wat waar is en aan genaam tevens, mag men nog wel eens zeg gen niet waar?" Vereenigde Staten meer op hun hoede zijn dan voor welke natie ook. Want Duitsch land is de gevaarlijkste mededinger, zooals het ook op commercieel gebied de krachtig ste, volhardendste, meest agressieve, lastig ste en brutaalste vijand is. Maar dat mag do Vereenigde Staten niet ontmoedigen. Integendeel, ondanks DuitsehUnd's inspan ning zullen de Vereenigde Staten het groot ste succes behalen in den strijd om aanzien en eommcrcieele grootheid. De Duitsche journalisten in den staat Missouri zijn liet mot Frey in het geheel niet eens. In een vergadering, door hen ge houden, hebben zij zich bezig gehouden m#b het imperialisme en militarisme in de Ver eenigde Staten. Zij hebben een motie aan genomen tegen de anti-Duitsclie houding der Amerikanen en Duitschland den oud sten vriend der Vereenigde Staten noemen, die het eerst de Amerikaansche souvereini- teit over de Pliilippijnen heeft erkend. Do Duitschors in Amerika, aldus eindigt de motie, zijn en blijven trouw aan hun nieuw vaderland; maar zij protesteeren in het belang der Republiek tegen het milita risme en het imperialisme. Dat het voor den Duitschen keizer sma lend liedje, dat kapitein Coghlan ook heeft voorgedragen, een plaatsje heeft gevonden op het programma van vele café-cliantants en steeds mot gejuich wordt begroet, mag zeker wel gelden als een bewijs voor de wei nig vriendschappelijke gezindheid in de Vereenigde Staten jegens Duitschland. Gelukkig zijn er ook betere symptomen. Een correspondent der „Eevening World" bijv. meldt dato 25 dezer uit Manilla dat admiraal Dewey hem een brief heeft laten zien van den Duitsclien admiraal Von Die- derichs, waarin deze hem gelukwenscht met zijn welverdiende promotie, en ook Dewey's antwoord. Dewey noemde de zgu. wrijving tusschcn Amerikanen en Duitschers een krantenverzinsel. Op Samoa is de toestand nog lang niet zuiver. Een officieel telegram van Duitsche zijde uit Apia van 28 April, dat Wolff's bu reau te Berlijn publiceert, meldt Na de aankomst van de jongste post ver liet het Amerikaansche oorlogsschip P li i- 1 a d e 1 p li i a de haven van Apia, en be gaf het zich naar de Amerikaansche ver dragshaven Pagopago. De Engelsche oor logsschepen zetten alleen de beschieting van de dorpen aan het strand voort. Aan land hadden aan de noordkust van Upolo kleine gevechten plaats. Den 17en April kwam het op drie mijlen afstand van Apia tot een botsing, die ein digde met den terugtocht der volgelingen van Tanu. Een 70-tal inboorlingen werden gedood of gewond. Van Europceselie zijde werd niemand gekwetst. Een Engelsche af- deeling troepen, die in reserve gehouden was, nam aan den strijd geen deel. Admiraal Kautz seinde 13 dezer naar Washington dat te Apia geen kolen moei te krijgen zijnzij moeten uit Auckland worden aangevoerd. Te Apia was het toen rustig. Ivautz nam geen aanvallende hou ding aan jegens de aanhangers van Mataa- fa, maar bepaalde zich tot de bescherming Zij moet glimlachen; bij al zijn brutale ongedwongenheid is zijn manier van spre ken toch wel aardig. „Mijnheer „Kijk nu eens aan; daar heeft u waar lijk een stem ook en nog wel een die heel mooi klinkt. Zit u hier zoo den heelen dag alleen „Ik werk." „En hoe lang al „Ik ben hier vandaag voor de derde maal." „Dat had ik moeten weten namelijk dat u ik ben zoo'n stuk schilder en elk kleureneffect neen, ik zou u waarachtig nu en dan gezelschap hebben gehouden." „Mevrouw Lolimanu heeft mij hier gezet om te naaien, niet om te praten." „Wat zegt u dat met allerliefsten ernst. Maar dat is toch in zekeren zin wreed van mijn lieve moeder hier zoo afgesloten van de wereld Hij leunt nu reeds tegen de kast die midden in de kamer staat. „En altijd maar naaien en steken zeg, beste juffrouw, is dat niet allerakeligst verve lend Het is mijn vak, mijn kostwinning." Hij steekt zijn sigaret opnieuw aan en schudt zijn hoofd „Hoe is u in 's hemels naam daaraan gekomen. Had u dan niet iets anders kunnen beginnen?" „Ik zou wel graag onderwijzeres zijn ge worden, maar het ging niet mijn ouders en dan klemt zij haar lippen op een. Zij heeft reeds te veel gezegd. „Och, dat is immei-s even vervelend. Wie zoo mooi is als u, zoo in 't oogloopend mooi Kon u het dan niet, om maar iets te noe men, met de kunst beproeven? Ik zou er wat onder durven verwedden dat u heel aardig zingt!" vau het Amerikaansdie consulaat, Amcri- kaansch eigendom en de door de beslissing van den. oppcrccliter ingestelde regeering. Gemengde NedcdecI togen. De kanselier der schatkist,sir Michael Hicks-Beach, verklaarde gisteren in het Lagerhuis dat de regeering geen voorstel len overweegt om oen nieuwe spoonveglijn door Afrika te garandeeren; de voorstellen die de regeenng in overweging genomen heeft, betreffen uitsluitend de bestaande spooiweglijn in Beehuanaland van Mafe- king tot Buluwayo. Do onderminister Brodrick deelde op een vraag mede, er niets van te weten dat een Belgisch syndicaat in China dc voorkeur had gekregen voor den aanleg van een spoorlijn Kauton-IIankau. De Britsche ge zant heeft de voorkeur gevraagd voor een Engelscli syndicaat, voor geval de overeen komst met een Amerikaanseh syndicaat te niet mocht worden gedaan. Het Tsung-li- Yamcn lieeft beloofd, wanneer dit ge schiedt, de quaestie te zullen overwegen. De wijziging der bankwet is door den Duitschen Rijksdag aangenomen. Het kapi taal der Rijksbank is vastgesteld op 180 millioen mark. Keizer Wilhelm hoeft den kardinaal-bis schop van Keulen die ernstig ziek is, te legrafisch zijn beste wenschcn betuigd. Onlangs is een gedenkteeken onthuld op het graf van Von Stephan, den grooten Duitsehen minister van het postwezen. Op 1 Mei zal zijn opvolger Von Podbielski een standbeeld voor hem onthullen in het Rijkspostmuseum. Beide gedenkteekens zijn bekostigd door de post- en telegraafbeamb- ten. Zelfs is er nog cenig geld over dat aan een fonds onder beheer van de posterijen wordt geschonken. De groote staking in België duurt voort. Een poging tot verzoening is mislukt. Het „Journal' verneemt uit Nizza dat de toestand der ex-keizerin Eugenie bij voort during groote bezorgdheid inboezemt, Ecnigon tijd geleden werden slechte be richten over de gezondheid der ex-keizerin heslist tegengesproken. De minister van justitie van Italië heeft bij de Kamer een ontwerp ingediend dat de sluiting van het burgerlijk huwelijk ver plicht stelt vóór het sluiten van een ker kelijk huwelijk. Volgens de „Polit. Corr." verluidt op het Vaticaan dat de Paus iu hot eerstvol gende consistorie tien kardinalen zal be noemen, waaronder vijf Italianen, een Fran- schen kardinaal der curie, een Spanjaard en een Belg. Bovendien zuien verschillende va cante Fransclie bisschopszetels bezet wor den. De Nationale Vergadering van Kreta heeft besloten een leening van 9 millioen te sluiten mits, met den hijstand der mo gendheden, de interest niet liooger dan 3 is. Daarmede zal o. a. het voorschot der mo- „Keen, in 't geheel niet." Willy Lohmann haalt zijn schouders op. „Ja maar wat heeft u nu eigenlijk aan uw leven, juffrou», juffrouw Maar zij helpt liem niet door haar naam te noemen; zij kijkt zeer ernstig. „Plichtsvervulling!" Dan zet zij haar ma chine in beweging. Hij maakt een halven draai en is weel een beetje dichter bij haar. „Goeie hemel, hoe komt u toch aan dat stijve, schoolmeesterachtige woord Daar houd ik nu heelemaal niet van. Ik bedoel zoo af en toe een pleiziertjc Hij neemt een stuk goed op, bekijkt het onderzoekend en ziet haar laehend aan. „Als men het le ven niet vrooiijk weet op to nemen, dan is er waarachtig niet voel aan. En als u dat nog niet heeft geleard, dan ben ik heel graag bereid uw leermeester te zijn, wil u In dat opzicht kan u het volste vertrouwen in mij stellen, heusch, lieve juffrouw." En nu is hij dicht bij baar gekomen en kijkt Fransje met zijn groote, levenslustige oogen schalks knipoogend aan. „Mijnheer Lohmann „Kijk, daar weet u opeens mijn naam. U is dus toch niet zoo dom, hè, kleine schelm Maar zeg me nu ook eens In de garderobe van de vrouw des huizes wordt op dit oogenblik juist over de naai ster boven gesproken. Anna knielt op den grond en knoopt me- vrouw's laarsjes toe; een hazewindje heeft zijn lange pootjes op haar rug gezet en kijkt met een ernstig gezicht naar Hetgeen zij doet. „U moet weten, ik ben bij juffrouw Hilbers geweest, juist toen mevrouw schel de, om te vragen of ze soms strijkijzers noo- dig had. Want als zij zelf beneden moet ko men, dan houdt dat zooveel op." gendkeden, groot 4 millioen, worden terug betaald. Later zal de regeering dan bij de Verga dering een leeningsvoorstel indienen voor publieke werken. Generaal Otis seint uit Manilla: De di visie van generaal Mc Arthur heeft zich gisteren van liet aan den zuidelijken oever der rivier gelegen gedeelte van Calumpib meester gemaakt. Zij had slechts 3 dooden en 11 gewonden. De operatic werd zeer bemoeilijkt door de hitte en de sterkte der vijandelijke verschansingen. Hetzelfde telegram zegt dat generaal Lawton te Norzegry en te Augat den vij and in noordelijke en oostelijke richting heeft verdreven. Het bezoek tuii t'j Koningin aan Rotterdam. I11 de zitting van den Rotterdamscben ge meen! eraad van gisteren lieeft de voorzit ter omtrent het a.s, bezoek der Koningin nen het volgende gezegd, volgens het ver slag der „N. R. Ct." Het was mij een aangename taak toen ik den raad mededeeling kon doen dat van H. M. de Koningin het bericht was ontvan gen dat het H. M.'s voornemen was dit jaar tweemaal aan Rotterdam een bezoek te brengen en wel de eerste maal in de eer ste helft van Juni. De gemeente en de ge meentenaren een bezoek brengende, wonseht II. M. zoo veel mogelijk personen te zien, gezonden, zieken en ongelukkigen. Daartoe zal zij verschillende declen der ge meente bezichtigen, en tevens een zestal in richtingen van weldadigheid bezoeken. Des voormiddags de dag zelf is nog niet bepaald zal II. M. om half elf aan het Maasstation aankomen en daar door liet dagelijkseli bestuur en de militaire autoriteiten worden ontvangen en officieel door den gemeenteraad ten stadliuize wor den begroet. Aan enkele autoriteiten zal daar de gelegenheid worden gegeven aan H. M. te worden voorgesteld. Daarop volgt een rijtoer door het ooste lijk en noordelijk deel der gemeente en het bezoek aan enkele inrichtingen van welda digheid. Tc één uur zal H. M. gevolg geven aan do uitnoodiging van het gemeentebestuur 0111 deel te nemen aan een déjeuner in de Doelczaal. Daarna heeft een tweede rijtoer plaats door het westelijk deel der stad. en bezoek aan enkele inrichtingen van weldadigheid. Tusschen vier en vijf uur zal H. M. zich verpoozen in liet Museum Boymans. Daar zal gelegenheid zijn voor hen die zich ge drongen voelen hulde aan H. M. te bren gen, aan dat verlangen te voldoen. Een kin derkoor zal buiten gezang laten liooren, ter wijl deputation van verschillende vereeni- gingen met liaar vaandels voor H. M. zul len defilceren. De heele bevolking kan zich daarbij aansluiten. Hierna heeft, een derde rijtoer plaats naar een ander deel van het noordelijk deel der gemeente en bezoek aan enkele inrichtingen van weldadigheid. dat mensch niet wel wat langzaam, Anna Deze haalt de schouders op. „Als zulke menschen zonder toezicht werken, mevrouw, dan gunnen ze zieli gewoonlijk al den tijd. Aan kindergoed kan toch niet zoo veel werk zijn." „Morgen moet zij ook nog komen." Me vrouw Clementine Lohmann kijkt hou haar japon zit, die hij een der eerste tail'eurs is gemaakt en er zoo eenvoudig uitziet en toch een van de duurste is; zij is tevreden. De eenvoudige en toch buitengewoon, chique japon is bij uitstek geschikt voor een vergadering der Vereeniging voor Kin dervoeding. „En men weet niet eeus wie men in huis lieeft." Auna voelt de afwijzing van zooeven nog heel goed. „Nu, die zet al een erg hooge horst op; ze kent zelfs Fransch," zegt zij. „Wat heeft een naaister daar nou mee noodig; een naaimachine kan ze wel op z'11 Duitsch stel len. En kindergoed dat is toch ook maar van dat bijwerk, en ze heeft een air als die naaister die eens uit Weenen kwam om mevrouw de maat te nemen." „Het is doorgaans geen goed teeken, als zulke menschen niet bescheiden optreden," zegt mevrouw Lohmnan en zij kiest de bro che met den grooten, in paarlen gezetten amethist die zoo bescheiden uitkomt. Dan beveelt zij mantel en hoed voor haar gereed te leggen beide zeer eenvoudig en gaat de trap op. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1