53"e Jaargang.
No. 9922.
Eersle Blad.
Barpaife van tel Manluis.
Zondag 30 April en IVaandag 1 Mei 1899.
De familie Hilbers
SM
BUITENLAND.
"Oft
UllIF,
Sj
iCHIEDAMSCHE CCUHI 111 T.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en F-eddawn
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.23. Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiëa voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd rijn.
Bureau: Botcrstraat «8.
Prijs der A d v e r t e n t i n \an 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'2 cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiëa bij abonnement op voonleelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde t/eiuc aulverlcnliën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per adveilentic, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon No. 123.
Hedenochtend is het voorstel verschenen
van Burgemeester en Wethouders betreffende
eene reorganisatie van het Ziekenhuis hier
ter stede. Onder het Stadsnieuws zal men
dit voorstel in extenso vinden afgedi ukt. Wij
wgden op deze plaats daaraan eene beschou
wing en hopen eene eventueels beschuldiging
van al te groote oppervlakkigheid wanneer
v?n nu reeds een oordeel uitspreken, te kun
nen terugwijzen, door in het licht te stellen,
dat reeds sedert ettelijke maanden deze reor
ganisatie bij ons een onderweip van studie
uitmaakte, en ons oordeel in deze vrijwel
reeds vaststond.
Het is ons buitengewoon aangenaam,
aan B. en W. een eeresaluut te kunnen
brengen naar aanleiding van hun voorstel.
Men begrijpe ons niet verkeerd, wanneer
wij zeggen, dat dit voorstel onze stoutste
verwachtingen heeft overtroffen, en dat het
in het algemeen volkomen onze symplmtie
heeft. Waar het niet onbekend is, dat men
met name in Schiedam, wil men iets nieuws
invoeren, steeds te worstelen heeft tegen
sedert jaren omhelsde opinies en dat de aan
hangers dier verouderde meeningen met hand
en tand daaraan vasthouden, daar verheugt
het ons bovenmate, dat B. en W. zich ge
heel losmaken van een verouderd stelsel en
met ingenomenheid de adviezen der jongeren
opgevolgd en in een voorste! aan den gemeen
teraad hebben belichaamd.
En, zonder nu in het minst iels te willen
afdoen van de probiteit en bekwaamheid, de
goede trouw en den ijver, waai mede door
de met de zorg daarvoor belasten het beheer
werd gevoerd, moet ons de betuiging van
het hait, dat eene reorganisatie van het
Ziekenhuis hier ter stede een rechtvaardige
wensch was. Luce clarius is het, dat het
uitspreken dier meening het tot nu toe ge
voerde beheer volkomen onaangetast laat
waarvoor trouwens de namen van bestuur
en geneeskundigen voldoende borg zijn
maar het standpunt waarop men stond,
was veiouderd.
Eu wel in twee cardinale punten, lo. omdat
een Ziekenhuis als dit, louter inrichting van
weldadigheid, Armenziekenlmis, ressortee-
rende onder het Burgerlijk Armbestuur, in
eene stad van 26000 zielen een anachronisme
is; 2o. omdat de knellende band voor de
patiënten, van uitsluitend door de stndsge-
neeskundigen behandeld te worden, in deze
inrichting onnoodig hard drukte. Gemeenten
van de grootte van Schiedam verheugen zich
zonder uitzondering in ziekeni«richtingen,
waar moderner opvattingen gehuldigd worden
DOOR
E. V E L Y.
4)
„Zoo," zegt zij boven aan de deur geko
men.
Willy onderdrukt een vrij ruwen uitroep
en wendt zich hoogst onbevangen en vrien
delijk om. „Ik vroeg maar even om een
speld, mama."
Mevrouw let niet eens op hem en be
merkt ook niet dat hij, een gezicht trek
kend, haar voorbij sluipt.
Kaarsrecht is haar houding terwijl zij
naar de naaister toe gaat.
„Juffrouw, ik heb er nog eens over ge
dacht. Het komt mij morgen, niet gelegen
dat u hier naait."
Fransje kijkt verbaasd op. De tegenwoor
digheid van den jongen Lohmann heeft
haar volstrekt niet verlegen gemaakt; zij
is in 't geheel niet gegeneerd.
„Maar dan komt het werk niet klaar
en na een kort zwijgen„Wanneer mag ik
dan terugkomen?"
„Voorloopig heb ik u niet noodig," zegt
mevrouw koel. „Wat vanavond niet af is,
moet maar blijven liggen."
Fransje Hilbers zinkt achterover in haar
stoel en staart haar bleek en ademloos aan.
Maar mevrouw let er niet opzij gaat naar
de deur, pakt de kruk en zegt nog op den
drempel: „Van open deuren waar ieder die
voorbij gaat, binnen kan kijken, houd ik
niet, en ik raad u ook bij andere families
heel voorzichtig te zijn met dergelijke ma
nieren." En hij zich zelf voegt zij er in stilte
hij, dat het haar plicht is, de presidents-
'i, vrouw te laten weten dat die rood-blonde
dan in de hier ter stede bestaande, waar
naast het karakter van instelling van open
bare weldadigheid, het idee van verzorging
voor ieder, die daartoe liet vei langen te
keiinm geeft en daartoe in de termen valt,
gehuldigd wordt, waar voorts de viijheid
tot het kiezen van deu geneeskundige, dien
men zelf vvenscht, bestaat.
Geheel in overeenstemming met onze
ideeën, zich daarbij bouwende op adviezen
van autoriteiten en geneeskundigen, hebben
B. en W. thans hun voorstel ingediend, niet
zonder daarbij in conflict, zij het ook hoofscli
conflict te komen, juist met diegenen, welke
meer in het bijzonder tot nu toe belast
waren met de zorg voor de patiënten in het
Ziekenhuis.
Indien wij reeds nu onze verbazing uit
spreken over liet gemis aan één advies, fiei-
welk wij billijkei wijze luidden mogen ver
wachten, dan is het over de afwezigheid,
althans in de gedrukte stukken, van liet
oordeel van het Burgerlijk Armbestuur, waai-
ondet' tot nu toe het Ziekenhuis ressorteerde
dat men dit advies niet op prijs zou hebben
gesteld en het daarom niet heeft ingewon
nen, mogen wij toch niet aanuemen.
Wanneer wij onze lezers zullen geadviseerd
hebben om, vóór zij met de lectuur van dit
artikel doorgaan, eerst kennis te nemen van
het voorstel van B. en W. gelijk dat hier
onder volgt, dan mogen wij dit bekend ver
onderstellen en voortgaan met onze meening
nader uiteen te zetten,
Herhaald zij dan dat het voorstel van B.
en W. meer geeft dan wij hadden verwacht,
dat het breken met het stelsel van allééu-
verzorging-van-arme-zieken in liet Stadszie
kenhuis onze volle instemming heelt, dat de
verdeeling van de taak der ziekenverzorging
over de stads-geneeskundigen geheel in onzen
geest is, dat de wijze waarop liet beheer
van het Ziekenhuis geregeld wordt, orize alge-
heele sympathie heeft en dat de gemaakte
overgangsbepalingen met het oog op de genees
kundigen, die of onbevoegd zijn lot de uit
oefening der practijk in zeker onderdeel of
tot die uitoefening den lust missen, ons geheel
in overeenstemming schijnt met de billijke
aanspraken dier geneeskundigen.
Verder den lof te spreken over de voor
gestelde reorganisatie achten wij thans ou-
gewenschl èn met het oog op onzen zeer
beperkten tijd voor het schrijven van dit
artikel èn omdat wij misschien aanleiding
zullen hebben voor de lezers, die niet over
alle gegevens beschikken, nog eens populair
uiteen te zetten, hoe dan nu alles in de
toekomst worden zal, wanneer de gemeente
raad, waaraan geen twijfel bestaat, het
voorstel van het Dagelijksch Bestuur aan
neemt.
Maar enkele opmei kingen van onderge
schikten maar toch niet onbelangiyken aard
naaister de zoons des 'huizes tracht te be
hagen.
Nu heeft Fransje haar begrepenvan
coquetterie en tegemoetkoming beschuldigt
de rijke vrouw haar en daarom stuurt zij
haar weg. Zij glimlacht bittereerst dreigt
haar trots in opstand te komeneen oogen-
bhk houdt zij het met kant omzoomde rok
je besluiteloos in de handen. Haar werk
neerleggen en weggaan, dat zou het beste
antwoord zijn op de onrechtvaardige be
schuldiging. Maar wat is het gevolg? Dat
zij de met moeite verdiende paar mark
waaiop haar moeder reeds heeft gerekend,
in den steek laat of wel zij worden haar na
gestuurd en dan moet zij haar vader ver
antwoording doen en dan stelt zij zich
bloot aan hevig ongenoegen, want liij is al
tijd op de zijde der werkgevers. Elke tegen
slag die zich voordoet, schrijft hij op haar
rekening.
En terwijl beneden het rijtuig voorkomt
mevrouw Lohmann heeft haar zoon voor
gesteld haar naar de stad te vergezellen,
naait Fransje Hilbers verder voor haar drie-
en-halve mark per dag. De musscken tsil-
pen, de machine ratelt; zelden dringt een
licht geruiseh van de straat tot haar door.
En de zon schuilt weg en voorjaarsdamp
stijgt op. Het eten wordt op behoorlijken
afstand op een klein zijtafeltje neergezet.
Fransje heeft weinig eetlust. Anna spreekt
alleen het noodzakelijkste. Als het donker
is geworden en het licht is aangestoken,
laat zich piano-spel liooren en zet een bij
zonder klankrijke mannenstem week en
smeltend het „Vorreï morire" in.
Fransje Hilbers luistert onder haar werk
naar het zingenhet klinkt zoo betoove-
rend, zoo weemoedig-klagend dat bad
zij waarlijk van den overmoedigen jongen
man niet gedacht. Door zijn zingen zou hij
wel menig hart veroveren, die jongste zoon
willen wij reeds nu maken, opdat daaimede
eventueel rekening kan gehouden worden,
wanneer het voorstel straks in openbare
behandeling koint.
Dan zij het ons vergund te wijzen op den
misstand, die o. i. vooikoint in het voorge
stelde artikel op da administratie van het
Ziekenhuis, hetwelk de behandeling der ge
neeskundigen betreft, ni. ast. 24, en waar
wordt gezegd, dat aan betalende patiën
ten (dat zijn zij die tegen vergoeding voor
verpleging enz. zijn opgenomen) het vtïj slaat
voor hunne behandeling in het gesticht een
anderen binnen de gemeente gevestigden
geneeskundige te nemen, dan die welke aan
het gesticht verbonden is.
Deze draconische bepaling i=, dunkt ons
volstrekt in strijd met liet liberale principe
waarmede de gansclie reorganisatie overigens
is bewerkstelligd. Waaiom moeten de b e-
lalenden hier nu juist een prae hebben;
is het voor arme patiënten al niet erg genoeg
dat ze krank zijn, moeten ze daarbij nu
nog eens even voelen ook dat zij onver
mogend zijn? Welk is voorts het vooi deel
dezer bepaling? Wij ontwaren dat niet, wól
het nadeel, niet aileen voor den arme die
gedwongen wordt plotseling zich onder be
handeling van een ander geneesheer te
stellen, in wien hij uit den aard der zaak
niet dat vei trcawen heeft, als in den dooi
hem zelf gekozene, maar ook voor den ge
neesheer zeiven, die neven« de onaangenaam
heid van het minde!e vertrouwen, hetwelk
de patiënt in hem heelt, nog bovendien in
mindere conditie komt dan de huisdokter,
omdat hij ipsa re niet bekend is met de
eigenaardige omstandigheden van den zieke,
die van invloed kunnen zijn op den aaul
der krankheid en de behandeling daarvan.
Tiouwens waarom, wanneer de huisdokter
zijn hulp niet weigeit, door bepalingen der
verordening die hulp a priori af ts wijzen
Deze zaak is het caidinale bezwaar, het
welk bij ons tegen de voorgestelde legeling
bestaat, daar hier eene den on- of minver
mogende kwetsende en 0. i. geheel onnoo-
dige bepaling zoude gemaakt worden, waai-
van de pijnlijke rigouieusheid niet meer van
dezen tijd is.
Wij vei trouwen dat door een lapsus ca
lami hier sb e t a I e n d e" geschreven is in
plaats van izoowel betalende als kosteloos
opg -lomeneu". Hierop zij dus bij deopeubaie
behandeling de;1 voorstellen in de eersle plaats
de aandacht gevestigd.
Nog zijn er een paar hoeken, waaraan wij
ons stieten. Art. 1 en alt. 2 der »algemeene
bepaling" spreken van genees- en heel
kundige behandeling, nevens de verloskundige.
En nu is juist datgene wat in de voorge
stelde verordening zoozeer is toe te juichen,
dat die averechtsche scheiding ingenees-
en heelkundigen is opgeheven. Men zal
des huizes, met z jn mooie, groote oogon.
Hoe groot nadeel hij liaar berokkend
heeft, dat weet hij wellicht niet eens en
indien toch mijn hemel, zij is een naai
ster als zoovel j andere, heeft hij wellicht
bij zich zelf gjzegd.
Nu schatert zijn stem in jubelende liefde
door het huis. Geen wonder wanneer de
moeder eer zwak heeft voor haar zanger.
Als het acht uur heeft geslagen, komt
Anna weer binnen en telt met een hor.l ge
wichtig gezicht heb loon voor drie dagen
voor haar uit. „Er mag hier niet overge
werkt worden daar wordt de hand aan
gehouden en u behoefde niet terug te ko
men, heeft mevrouw gezegd." En dan staat
zij er naar te kijken, hoe de vreemde haar
hoed opzet, haar mode-journaal oprolt, haar
manteltje aantrekt ja, ja, dat is haar
plicht. Wie weet iets meer van haar en
bovendien, haar is immers de deur gewezen.
„TJ kan het wel vinden," zegt Anna bits
en zij draait een der gasvlammen achter
haar uit.
En zoo gaat zij de trap af, en zij hoort
niemand. Het is liaar toch vreemd-benauwd
te moede zij heeft in menig huis teleur
stelling en deemoediging ondervonden
menige vreemde disch waaraan zij genood
wordt, is spaarzaam voor haar bezet ge
weest, maar zij gelooft niet dat zij zich ooit
zoo diep vernederd heeft gevoeld als thans.
De huisdeur der villa Clementine valt
zacht achter Fransje Hilbers in het slot;
er heerscht nu een vochtige koude die haar
even een huivering door de leden jaagt;
nog een paar schreden, en het ijzeren hek
wordt opengetrokken en ook dat valt weer
toe. Zij is bepaald boos op zich zelf dat dit
alles «alk een hijzonderen indruk op haar
maakt. Als zij verstandig is, moet zij toch
inzien dat zij op dit eigen oogenblik voor
de bewoners van dit huis heeft opgehouden
wel doen deze scheiding ook in de artikelen
deor te meren en zonder rin-er te spieken
van sde genee-kundigo behandeling en ••oor
zoover de vroedvrouwen aangaat, de veiios-
kundige," enz.
In art. 9 woidt gezegd, dat de verbnnd-
stoffen door de geneeskundigen (builen bel
ziekenhuis) voor eigen rekening wot den ver-
stiekt. Dit. beginsel achten wij verkeerd en
beter zouden wij hier eene bepaling vinden
»de geneeskundigen doen elke due maanden
eerie opgave van de door hen veisliekie
verbandmiddelen, benevens van de begroete
kosten daarvan". Men moet van niemand
zonder vergoeding iets verlangen, ook al is
de waarde van het geëKehte gciing; de
vvnaidigheid des geneeskundige!; geeft hiel
voldoende zekerheid, dat de opgave dei- kosten
niet de weikelijkheid oveilieft.
Zoo zouden wij nog enkele opmeikingen
kunnen maken b.v. over a't. 2 van de vei-
ordening op de Administratie, waar gezegd
woidt dat de Commissie voor de Administratie
o.a. is samengesteld uil twee leden uit de
burgerij, en zouden wij dit wat nader om
schreven wensch en, omdat sburgerij" geen
publiekrechtelijk begrip is, waarbij men
dan tevens zoude kunnen doen uitkomen,
dat vrouwen hier niet zijn uitgesloten. (Be
staat volgens de opi-.ie van B. en W. b.v.
de sburgeiij" ook uit vi ouwen, ot was hun
bedoeling deze uit te sluiten maar zoowel
tijd ais plaats ontbreken ons voor een nadere
uiteenzetting.
Wellicht komen wij dus op een en ander
nog terug.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 29 April '99.
Tueu do ..Figaro" pas met liaar publicatie
van de verhooren door de strafkamer bezig
was, werd het blad vervolgd en tot een lich
te straf veroordeeld. Dat die straf zoo licht
was, natuurlijk tegen den zin der anti-re
visionisten, wordt door De Blovvitz, den be
kenden correspondent der „Times", aldus
verklaard.
Het dossier van het onderzoek der straf
kamer zou aan de „Figaro" gegeven zijn
door de dochter van een der ministers, een
der intelligentste Frausclie vrouwen, die
een eind hoeft willen maken aan hot ge
vaarlijk mysterie en aan de pogingen om dc
openbare meening op een dwaalsjioor te
brengen. Deze jonge dame zou bereid zijn
zich bekend te maken ingeval de verden
king op een ander mocht vallen en do volle
verantwoordelijkheid voor liaar daad op
zich te nemen.
't Kan zijn dat De Blovvitz, die wel meer
iets weet dat anderen nog onbekend is, ge
lijk heeft. De rogecring heeft dan ook geen
nieuwe vervolging ingesteld tegen de „Fi
garo", wat voor elk nieuw nummer liaar
recht zou zijn geweest.
te bestaan, en dat zij over een dag of wat
onder nieuwen arbeid en te midden van
andere mensehen zelfs niet meer aan liet
gebeurde zal denken.
Haar mantel is dun; de astrakan rand
moet voor den oppervlakkigen beschouwer
verbergen dab hij zoo weinig op den winter
birekend is; zij heeft er een nacht werk
sum gehad de mouwen te moderniseeren.
B aar groote hoed heeft zuster Hansje ge
garneerd; hij staat zeer gekleed met zijn
diep-zwart en zijn veeren bij haar rossig
haar, dat weet zij zij moet er immers al
tijd op uit zijn anderen voordeelig te doen
uitkomen die minder goedgunstig door de
natuur bedeeld zijn dan zij zelf is.
De gasvlammen branden vandaag erg
somber; van het Nollendorfplein, in welke
richting zij gaat, dringt het rollen van rij
tuigen, het bellen van trams, het steunen
eener locomotief tot haar door. Een equipa
ge jaagt over het asphalt voorbijlichte ja
ponnetjes komen scherp uit tegen de zijden
kussens. Een jongen die zeker van zijn werk
komt, laat een metalen voorwerp over de
stangen van de hekken langs de voortuin
tjes ratelen en begeleidt die muziek met
fluiten. Het schelle geluid doet Fransje on
aangenaam aanhaar zenuwen zijn van
daag prikkelbaarder dan anders zij komt
zich zelf onverstandig voor. Zij neemt ook
alles even tragisch op haar onderwijzer
zeide het reeds op school. Nog ziet zij de
kleine, verstandige oogen van haar leeraar
schitteren achter den gouden bril. O, wat
was dat een gelukkige tijd zij zucht.
„Juffrouw, ik moet heusch Maar waar
om schrikt u zoo?"
Op het punt waar het trottoir, kort vóór
het Nollendorfplein een bocht maakt,
treedt een heer op haar toe."
Hij is elgant, een tikje fatterig, gekleed;
lachende oogen, een coquet snorretje is wat
Maar nu ook de verklaring gepubliceerd
wordt, die de vertegenwoordiger van Bui-
tenlaiidsehe Zaken, de heer Paléologue,
eeist den 2 lsten April j.l. voor de vereenig-
de Kamers van liet Hof lieeft afgelegd,
woidt liet de regeering toch te bar, en de
minister van justitie heeft in den minister
raad vcikla.ud een onderzoek naar den
schuldige aan deze nieuwe indiscretie to
zullen instellen.
Een officicuse nota van Havas neemt het
mtusschen voor Paléologue op tegen de be
schuldiging 111 sommige bladen als zou hij
het origineel van het bekende telegram-Pa-
nizzaidi hebben willen wegmoffelen; gene
raal Clnunom zou het evenwel in zijn dos
sier hebben ontdekt. De nota zegt dat dit
stuk behooule tot het gerangschikte dos
sier dat leeds aan het Hof was overgelegd.
De „Figaro" is inmiddels begonnen met
Eblcrhazy's verhoor, dat reeds sinds lang
bekend is.
Interessant is een verhaal in de „Pap-
pel", dat wij op verantwoording van dat
blad overnemen, betreffende mevrouw Es-
terhazy. Toen deze ia 1897 een eiseh tot
echtscheiding tegen haar man had ingesteld
was eeist een officier van den generalen
staf bij haar gekomen om haar te bewegen
op haar besluit terug te komen. Zij wei
gerde Toen werd zij bedreigd met publica
tie van een dossier, dat voor haar zeer com-
promittecrend heette te zijn. Ofschoon zij
zich niets te verwijten had, achtte zij ech
ter Esterhazy tot alles in staat. Zij gaf toe,
trok hatir eisch in en schreef zelfs onder
dwang den bekenden brief aan de „Figaro",
waarin zij Esterhazy verdedigt.
't Verhaal klinkt zoo schandelijk, dat
men wel moet weigeren het te gelooven.
Over Du Paty dc Glam liep volgens de
„Aurore" het gerucht dat liij sedert twee
dagen verdwenen is. Niemand heeft hem
gezienzijn buren zeggen dat liij op reis
is. De Brusselsche „Petit Bleu" noemt dit
gerucht ongegrondDu Paty zal lieden
voor het Hof verschijnen.
Van de Pliilippijnen komt heugelijk be
richt. Dc Philippines schijnen geneigd vre-
do te sluiten met de Amerikanen en heb
ben daartoe reeds onderhandelingen inge
leid.
liet schijnt dus waar te zijn dat dc over
winning bij Calumpit zeer belangrijk is ge
weest; immers, generaal Otis seinde giste
ren naar liet departement van oorlog te
Washington, dat de chef van den staf van
den commandeerenden generaal der Pliilip-
pijners binnen de Amerikaansche linie
kwam om zijn bewondering uit te spreken
over het overtrokken der rivier bij Calum
pit door het Amerikaansche leger, wat dooi
de Philippmo's voor onmogelijk was gehou
den.
„De chef van den staf," voegt Otis er
aan toe, „begeeft zich nu naar Manilla om
te onderhandelen over de beëindiging van
den oorlog."
In eei. tweede telegram meldde Otis dat
de bevelvoerende generaal der Philippmo's
van zijn regeering bevel heeft gekregen de
zij bij liet matte schijnsel van het gaslicht
der dichtstbijzijnde lantaarn onderscheidt;
zij hoort de weeke, innemende stem 'tis
Willy Lohmann.
Haar voet blijft onwillekeurig rusten;
hij staat ook vlak voor haar. „U herkent
mij toch, juffrouw
„Ja." Zij maakt oen weifelende beweging
alsof zij niet weet of zij voor- of achteruit
zal gaan.
„U moet weten dat ik gewacht heb tot
u uit ons liuis kwam, om u te zeggen hoe
erg het mij spijt dat mijn goede moeder
aanleiding vond nu, u zal wel weten hoe
moeders zijn, lieve juffrouw. Sommige uit-
1 egg in gen zijn even weinig aan ze besteed
als ze voor sommige omstandigheden in 't
geheel geen begrip hebben. Ik "heb er daar
om de voorkeur aan gegeven u zelf te zeg
gen dat het gebeurde mij spijt en dat ik
bereid hen u elke mogelijke genoegdoening
te geven of u schadeloos te stellen voor het
nadeel dat een ongelukkig toeval u heeft
berokkend. Ziezoo!"
Hij steekt haar met zijn hartelijksten
glimlach de hand toe. Fransje gaat een
stap achteruit.
„J1, zou niet weten, mijnheer Loh
mann
„Kom, wees toch een beetje vriendelijk,"
vraagt hij op bijna kindcr^^en toon. „Ik
weet wel dat u kortaf heeft moeten hooren
dat u niet behoeft terug te komen. Maar
dat is eigenlijk een compliment voor u
neen zekerDat bewijst immers dat men u
gevaarlijk acht voor het zoontje. En met
de hand op 't hart, dat is u ook al voor me
geworden."
Wordt vervolgd.)