53"e Jaargang. No. 9922. Eersle Blad. Barpaife van tel Manluis. Zondag 30 April en IVaandag 1 Mei 1899. De familie Hilbers SM BUITENLAND. "Oft UllIF, Sj iCHIEDAMSCHE CCUHI 111 T. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en F-eddawn Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.23. Franco per post 11. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiëa voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd rijn. Bureau: Botcrstraat «8. Prijs der A d v e r t e n t i n \an 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12'2 cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiëa bij abonnement op voonleelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde t/eiuc aulverlcnliën opgenomen tot den prijs van 40 cents per adveilentic, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intcrc. Telefoon No. 123. Hedenochtend is het voorstel verschenen van Burgemeester en Wethouders betreffende eene reorganisatie van het Ziekenhuis hier ter stede. Onder het Stadsnieuws zal men dit voorstel in extenso vinden afgedi ukt. Wij wgden op deze plaats daaraan eene beschou wing en hopen eene eventueels beschuldiging van al te groote oppervlakkigheid wanneer v?n nu reeds een oordeel uitspreken, te kun nen terugwijzen, door in het licht te stellen, dat reeds sedert ettelijke maanden deze reor ganisatie bij ons een onderweip van studie uitmaakte, en ons oordeel in deze vrijwel reeds vaststond. Het is ons buitengewoon aangenaam, aan B. en W. een eeresaluut te kunnen brengen naar aanleiding van hun voorstel. Men begrijpe ons niet verkeerd, wanneer wij zeggen, dat dit voorstel onze stoutste verwachtingen heeft overtroffen, en dat het in het algemeen volkomen onze symplmtie heeft. Waar het niet onbekend is, dat men met name in Schiedam, wil men iets nieuws invoeren, steeds te worstelen heeft tegen sedert jaren omhelsde opinies en dat de aan hangers dier verouderde meeningen met hand en tand daaraan vasthouden, daar verheugt het ons bovenmate, dat B. en W. zich ge heel losmaken van een verouderd stelsel en met ingenomenheid de adviezen der jongeren opgevolgd en in een voorste! aan den gemeen teraad hebben belichaamd. En, zonder nu in het minst iels te willen afdoen van de probiteit en bekwaamheid, de goede trouw en den ijver, waai mede door de met de zorg daarvoor belasten het beheer werd gevoerd, moet ons de betuiging van het hait, dat eene reorganisatie van het Ziekenhuis hier ter stede een rechtvaardige wensch was. Luce clarius is het, dat het uitspreken dier meening het tot nu toe ge voerde beheer volkomen onaangetast laat waarvoor trouwens de namen van bestuur en geneeskundigen voldoende borg zijn maar het standpunt waarop men stond, was veiouderd. Eu wel in twee cardinale punten, lo. omdat een Ziekenhuis als dit, louter inrichting van weldadigheid, Armenziekenlmis, ressortee- rende onder het Burgerlijk Armbestuur, in eene stad van 26000 zielen een anachronisme is; 2o. omdat de knellende band voor de patiënten, van uitsluitend door de stndsge- neeskundigen behandeld te worden, in deze inrichting onnoodig hard drukte. Gemeenten van de grootte van Schiedam verheugen zich zonder uitzondering in ziekeni«richtingen, waar moderner opvattingen gehuldigd worden DOOR E. V E L Y. 4) „Zoo," zegt zij boven aan de deur geko men. Willy onderdrukt een vrij ruwen uitroep en wendt zich hoogst onbevangen en vrien delijk om. „Ik vroeg maar even om een speld, mama." Mevrouw let niet eens op hem en be merkt ook niet dat hij, een gezicht trek kend, haar voorbij sluipt. Kaarsrecht is haar houding terwijl zij naar de naaister toe gaat. „Juffrouw, ik heb er nog eens over ge dacht. Het komt mij morgen, niet gelegen dat u hier naait." Fransje kijkt verbaasd op. De tegenwoor digheid van den jongen Lohmann heeft haar volstrekt niet verlegen gemaakt; zij is in 't geheel niet gegeneerd. „Maar dan komt het werk niet klaar en na een kort zwijgen„Wanneer mag ik dan terugkomen?" „Voorloopig heb ik u niet noodig," zegt mevrouw koel. „Wat vanavond niet af is, moet maar blijven liggen." Fransje Hilbers zinkt achterover in haar stoel en staart haar bleek en ademloos aan. Maar mevrouw let er niet opzij gaat naar de deur, pakt de kruk en zegt nog op den drempel: „Van open deuren waar ieder die voorbij gaat, binnen kan kijken, houd ik niet, en ik raad u ook bij andere families heel voorzichtig te zijn met dergelijke ma nieren." En hij zich zelf voegt zij er in stilte hij, dat het haar plicht is, de presidents- 'i, vrouw te laten weten dat die rood-blonde dan in de hier ter stede bestaande, waar naast het karakter van instelling van open bare weldadigheid, het idee van verzorging voor ieder, die daartoe liet vei langen te keiinm geeft en daartoe in de termen valt, gehuldigd wordt, waar voorts de viijheid tot het kiezen van deu geneeskundige, dien men zelf vvenscht, bestaat. Geheel in overeenstemming met onze ideeën, zich daarbij bouwende op adviezen van autoriteiten en geneeskundigen, hebben B. en W. thans hun voorstel ingediend, niet zonder daarbij in conflict, zij het ook hoofscli conflict te komen, juist met diegenen, welke meer in het bijzonder tot nu toe belast waren met de zorg voor de patiënten in het Ziekenhuis. Indien wij reeds nu onze verbazing uit spreken over liet gemis aan één advies, fiei- welk wij billijkei wijze luidden mogen ver wachten, dan is het over de afwezigheid, althans in de gedrukte stukken, van liet oordeel van het Burgerlijk Armbestuur, waai- ondet' tot nu toe het Ziekenhuis ressorteerde dat men dit advies niet op prijs zou hebben gesteld en het daarom niet heeft ingewon nen, mogen wij toch niet aanuemen. Wanneer wij onze lezers zullen geadviseerd hebben om, vóór zij met de lectuur van dit artikel doorgaan, eerst kennis te nemen van het voorstel van B. en W. gelijk dat hier onder volgt, dan mogen wij dit bekend ver onderstellen en voortgaan met onze meening nader uiteen te zetten, Herhaald zij dan dat het voorstel van B. en W. meer geeft dan wij hadden verwacht, dat het breken met het stelsel van allééu- verzorging-van-arme-zieken in liet Stadszie kenhuis onze volle instemming heelt, dat de verdeeling van de taak der ziekenverzorging over de stads-geneeskundigen geheel in onzen geest is, dat de wijze waarop liet beheer van het Ziekenhuis geregeld wordt, orize alge- heele sympathie heeft en dat de gemaakte overgangsbepalingen met het oog op de genees kundigen, die of onbevoegd zijn lot de uit oefening der practijk in zeker onderdeel of tot die uitoefening den lust missen, ons geheel in overeenstemming schijnt met de billijke aanspraken dier geneeskundigen. Verder den lof te spreken over de voor gestelde reorganisatie achten wij thans ou- gewenschl èn met het oog op onzen zeer beperkten tijd voor het schrijven van dit artikel èn omdat wij misschien aanleiding zullen hebben voor de lezers, die niet over alle gegevens beschikken, nog eens populair uiteen te zetten, hoe dan nu alles in de toekomst worden zal, wanneer de gemeente raad, waaraan geen twijfel bestaat, het voorstel van het Dagelijksch Bestuur aan neemt. Maar enkele opmei kingen van onderge schikten maar toch niet onbelangiyken aard naaister de zoons des 'huizes tracht te be hagen. Nu heeft Fransje haar begrepenvan coquetterie en tegemoetkoming beschuldigt de rijke vrouw haar en daarom stuurt zij haar weg. Zij glimlacht bittereerst dreigt haar trots in opstand te komeneen oogen- bhk houdt zij het met kant omzoomde rok je besluiteloos in de handen. Haar werk neerleggen en weggaan, dat zou het beste antwoord zijn op de onrechtvaardige be schuldiging. Maar wat is het gevolg? Dat zij de met moeite verdiende paar mark waaiop haar moeder reeds heeft gerekend, in den steek laat of wel zij worden haar na gestuurd en dan moet zij haar vader ver antwoording doen en dan stelt zij zich bloot aan hevig ongenoegen, want liij is al tijd op de zijde der werkgevers. Elke tegen slag die zich voordoet, schrijft hij op haar rekening. En terwijl beneden het rijtuig voorkomt mevrouw Lohmann heeft haar zoon voor gesteld haar naar de stad te vergezellen, naait Fransje Hilbers verder voor haar drie- en-halve mark per dag. De musscken tsil- pen, de machine ratelt; zelden dringt een licht geruiseh van de straat tot haar door. En de zon schuilt weg en voorjaarsdamp stijgt op. Het eten wordt op behoorlijken afstand op een klein zijtafeltje neergezet. Fransje heeft weinig eetlust. Anna spreekt alleen het noodzakelijkste. Als het donker is geworden en het licht is aangestoken, laat zich piano-spel liooren en zet een bij zonder klankrijke mannenstem week en smeltend het „Vorreï morire" in. Fransje Hilbers luistert onder haar werk naar het zingenhet klinkt zoo betoove- rend, zoo weemoedig-klagend dat bad zij waarlijk van den overmoedigen jongen man niet gedacht. Door zijn zingen zou hij wel menig hart veroveren, die jongste zoon willen wij reeds nu maken, opdat daaimede eventueel rekening kan gehouden worden, wanneer het voorstel straks in openbare behandeling koint. Dan zij het ons vergund te wijzen op den misstand, die o. i. vooikoint in het voorge stelde artikel op da administratie van het Ziekenhuis, hetwelk de behandeling der ge neeskundigen betreft, ni. ast. 24, en waar wordt gezegd, dat aan betalende patiën ten (dat zijn zij die tegen vergoeding voor verpleging enz. zijn opgenomen) het vtïj slaat voor hunne behandeling in het gesticht een anderen binnen de gemeente gevestigden geneeskundige te nemen, dan die welke aan het gesticht verbonden is. Deze draconische bepaling i=, dunkt ons volstrekt in strijd met liet liberale principe waarmede de gansclie reorganisatie overigens is bewerkstelligd. Waaiom moeten de b e- lalenden hier nu juist een prae hebben; is het voor arme patiënten al niet erg genoeg dat ze krank zijn, moeten ze daarbij nu nog eens even voelen ook dat zij onver mogend zijn? Welk is voorts het vooi deel dezer bepaling? Wij ontwaren dat niet, wól het nadeel, niet aileen voor den arme die gedwongen wordt plotseling zich onder be handeling van een ander geneesheer te stellen, in wien hij uit den aard der zaak niet dat vei trcawen heeft, als in den dooi hem zelf gekozene, maar ook voor den ge neesheer zeiven, die neven« de onaangenaam heid van het minde!e vertrouwen, hetwelk de patiënt in hem heelt, nog bovendien in mindere conditie komt dan de huisdokter, omdat hij ipsa re niet bekend is met de eigenaardige omstandigheden van den zieke, die van invloed kunnen zijn op den aaul der krankheid en de behandeling daarvan. Tiouwens waarom, wanneer de huisdokter zijn hulp niet weigeit, door bepalingen der verordening die hulp a priori af ts wijzen Deze zaak is het caidinale bezwaar, het welk bij ons tegen de voorgestelde legeling bestaat, daar hier eene den on- of minver mogende kwetsende en 0. i. geheel onnoo- dige bepaling zoude gemaakt worden, waai- van de pijnlijke rigouieusheid niet meer van dezen tijd is. Wij vei trouwen dat door een lapsus ca lami hier sb e t a I e n d e" geschreven is in plaats van izoowel betalende als kosteloos opg -lomeneu". Hierop zij dus bij deopeubaie behandeling de;1 voorstellen in de eersle plaats de aandacht gevestigd. Nog zijn er een paar hoeken, waaraan wij ons stieten. Art. 1 en alt. 2 der »algemeene bepaling" spreken van genees- en heel kundige behandeling, nevens de verloskundige. En nu is juist datgene wat in de voorge stelde verordening zoozeer is toe te juichen, dat die averechtsche scheiding ingenees- en heelkundigen is opgeheven. Men zal des huizes, met z jn mooie, groote oogon. Hoe groot nadeel hij liaar berokkend heeft, dat weet hij wellicht niet eens en indien toch mijn hemel, zij is een naai ster als zoovel j andere, heeft hij wellicht bij zich zelf gjzegd. Nu schatert zijn stem in jubelende liefde door het huis. Geen wonder wanneer de moeder eer zwak heeft voor haar zanger. Als het acht uur heeft geslagen, komt Anna weer binnen en telt met een hor.l ge wichtig gezicht heb loon voor drie dagen voor haar uit. „Er mag hier niet overge werkt worden daar wordt de hand aan gehouden en u behoefde niet terug te ko men, heeft mevrouw gezegd." En dan staat zij er naar te kijken, hoe de vreemde haar hoed opzet, haar mode-journaal oprolt, haar manteltje aantrekt ja, ja, dat is haar plicht. Wie weet iets meer van haar en bovendien, haar is immers de deur gewezen. „TJ kan het wel vinden," zegt Anna bits en zij draait een der gasvlammen achter haar uit. En zoo gaat zij de trap af, en zij hoort niemand. Het is liaar toch vreemd-benauwd te moede zij heeft in menig huis teleur stelling en deemoediging ondervonden menige vreemde disch waaraan zij genood wordt, is spaarzaam voor haar bezet ge weest, maar zij gelooft niet dat zij zich ooit zoo diep vernederd heeft gevoeld als thans. De huisdeur der villa Clementine valt zacht achter Fransje Hilbers in het slot; er heerscht nu een vochtige koude die haar even een huivering door de leden jaagt; nog een paar schreden, en het ijzeren hek wordt opengetrokken en ook dat valt weer toe. Zij is bepaald boos op zich zelf dat dit alles «alk een hijzonderen indruk op haar maakt. Als zij verstandig is, moet zij toch inzien dat zij op dit eigen oogenblik voor de bewoners van dit huis heeft opgehouden wel doen deze scheiding ook in de artikelen deor te meren en zonder rin-er te spieken van sde genee-kundigo behandeling en ••oor zoover de vroedvrouwen aangaat, de veiios- kundige," enz. In art. 9 woidt gezegd, dat de verbnnd- stoffen door de geneeskundigen (builen bel ziekenhuis) voor eigen rekening wot den ver- stiekt. Dit. beginsel achten wij verkeerd en beter zouden wij hier eene bepaling vinden »de geneeskundigen doen elke due maanden eerie opgave van de door hen veisliekie verbandmiddelen, benevens van de begroete kosten daarvan". Men moet van niemand zonder vergoeding iets verlangen, ook al is de waarde van het geëKehte gciing; de vvnaidigheid des geneeskundige!; geeft hiel voldoende zekerheid, dat de opgave dei- kosten niet de weikelijkheid oveilieft. Zoo zouden wij nog enkele opmeikingen kunnen maken b.v. over a't. 2 van de vei- ordening op de Administratie, waar gezegd woidt dat de Commissie voor de Administratie o.a. is samengesteld uil twee leden uit de burgerij, en zouden wij dit wat nader om schreven wensch en, omdat sburgerij" geen publiekrechtelijk begrip is, waarbij men dan tevens zoude kunnen doen uitkomen, dat vrouwen hier niet zijn uitgesloten. (Be staat volgens de opi-.ie van B. en W. b.v. de sburgeiij" ook uit vi ouwen, ot was hun bedoeling deze uit te sluiten maar zoowel tijd ais plaats ontbreken ons voor een nadere uiteenzetting. Wellicht komen wij dus op een en ander nog terug. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 29 April '99. Tueu do ..Figaro" pas met liaar publicatie van de verhooren door de strafkamer bezig was, werd het blad vervolgd en tot een lich te straf veroordeeld. Dat die straf zoo licht was, natuurlijk tegen den zin der anti-re visionisten, wordt door De Blovvitz, den be kenden correspondent der „Times", aldus verklaard. Het dossier van het onderzoek der straf kamer zou aan de „Figaro" gegeven zijn door de dochter van een der ministers, een der intelligentste Frausclie vrouwen, die een eind hoeft willen maken aan hot ge vaarlijk mysterie en aan de pogingen om dc openbare meening op een dwaalsjioor te brengen. Deze jonge dame zou bereid zijn zich bekend te maken ingeval de verden king op een ander mocht vallen en do volle verantwoordelijkheid voor liaar daad op zich te nemen. 't Kan zijn dat De Blovvitz, die wel meer iets weet dat anderen nog onbekend is, ge lijk heeft. De rogecring heeft dan ook geen nieuwe vervolging ingesteld tegen de „Fi garo", wat voor elk nieuw nummer liaar recht zou zijn geweest. te bestaan, en dat zij over een dag of wat onder nieuwen arbeid en te midden van andere mensehen zelfs niet meer aan liet gebeurde zal denken. Haar mantel is dun; de astrakan rand moet voor den oppervlakkigen beschouwer verbergen dab hij zoo weinig op den winter birekend is; zij heeft er een nacht werk sum gehad de mouwen te moderniseeren. B aar groote hoed heeft zuster Hansje ge garneerd; hij staat zeer gekleed met zijn diep-zwart en zijn veeren bij haar rossig haar, dat weet zij zij moet er immers al tijd op uit zijn anderen voordeelig te doen uitkomen die minder goedgunstig door de natuur bedeeld zijn dan zij zelf is. De gasvlammen branden vandaag erg somber; van het Nollendorfplein, in welke richting zij gaat, dringt het rollen van rij tuigen, het bellen van trams, het steunen eener locomotief tot haar door. Een equipa ge jaagt over het asphalt voorbijlichte ja ponnetjes komen scherp uit tegen de zijden kussens. Een jongen die zeker van zijn werk komt, laat een metalen voorwerp over de stangen van de hekken langs de voortuin tjes ratelen en begeleidt die muziek met fluiten. Het schelle geluid doet Fransje on aangenaam aanhaar zenuwen zijn van daag prikkelbaarder dan anders zij komt zich zelf onverstandig voor. Zij neemt ook alles even tragisch op haar onderwijzer zeide het reeds op school. Nog ziet zij de kleine, verstandige oogen van haar leeraar schitteren achter den gouden bril. O, wat was dat een gelukkige tijd zij zucht. „Juffrouw, ik moet heusch Maar waar om schrikt u zoo?" Op het punt waar het trottoir, kort vóór het Nollendorfplein een bocht maakt, treedt een heer op haar toe." Hij is elgant, een tikje fatterig, gekleed; lachende oogen, een coquet snorretje is wat Maar nu ook de verklaring gepubliceerd wordt, die de vertegenwoordiger van Bui- tenlaiidsehe Zaken, de heer Paléologue, eeist den 2 lsten April j.l. voor de vereenig- de Kamers van liet Hof lieeft afgelegd, woidt liet de regeering toch te bar, en de minister van justitie heeft in den minister raad vcikla.ud een onderzoek naar den schuldige aan deze nieuwe indiscretie to zullen instellen. Een officicuse nota van Havas neemt het mtusschen voor Paléologue op tegen de be schuldiging 111 sommige bladen als zou hij het origineel van het bekende telegram-Pa- nizzaidi hebben willen wegmoffelen; gene raal Clnunom zou het evenwel in zijn dos sier hebben ontdekt. De nota zegt dat dit stuk behooule tot het gerangschikte dos sier dat leeds aan het Hof was overgelegd. De „Figaro" is inmiddels begonnen met Eblcrhazy's verhoor, dat reeds sinds lang bekend is. Interessant is een verhaal in de „Pap- pel", dat wij op verantwoording van dat blad overnemen, betreffende mevrouw Es- terhazy. Toen deze ia 1897 een eiseh tot echtscheiding tegen haar man had ingesteld was eeist een officier van den generalen staf bij haar gekomen om haar te bewegen op haar besluit terug te komen. Zij wei gerde Toen werd zij bedreigd met publica tie van een dossier, dat voor haar zeer com- promittecrend heette te zijn. Ofschoon zij zich niets te verwijten had, achtte zij ech ter Esterhazy tot alles in staat. Zij gaf toe, trok hatir eisch in en schreef zelfs onder dwang den bekenden brief aan de „Figaro", waarin zij Esterhazy verdedigt. 't Verhaal klinkt zoo schandelijk, dat men wel moet weigeren het te gelooven. Over Du Paty dc Glam liep volgens de „Aurore" het gerucht dat liij sedert twee dagen verdwenen is. Niemand heeft hem gezienzijn buren zeggen dat liij op reis is. De Brusselsche „Petit Bleu" noemt dit gerucht ongegrondDu Paty zal lieden voor het Hof verschijnen. Van de Pliilippijnen komt heugelijk be richt. Dc Philippines schijnen geneigd vre- do te sluiten met de Amerikanen en heb ben daartoe reeds onderhandelingen inge leid. liet schijnt dus waar te zijn dat dc over winning bij Calumpit zeer belangrijk is ge weest; immers, generaal Otis seinde giste ren naar liet departement van oorlog te Washington, dat de chef van den staf van den commandeerenden generaal der Pliilip- pijners binnen de Amerikaansche linie kwam om zijn bewondering uit te spreken over het overtrokken der rivier bij Calum pit door het Amerikaansche leger, wat dooi de Philippmo's voor onmogelijk was gehou den. „De chef van den staf," voegt Otis er aan toe, „begeeft zich nu naar Manilla om te onderhandelen over de beëindiging van den oorlog." In eei. tweede telegram meldde Otis dat de bevelvoerende generaal der Philippmo's van zijn regeering bevel heeft gekregen de zij bij liet matte schijnsel van het gaslicht der dichtstbijzijnde lantaarn onderscheidt; zij hoort de weeke, innemende stem 'tis Willy Lohmann. Haar voet blijft onwillekeurig rusten; hij staat ook vlak voor haar. „U herkent mij toch, juffrouw „Ja." Zij maakt oen weifelende beweging alsof zij niet weet of zij voor- of achteruit zal gaan. „U moet weten dat ik gewacht heb tot u uit ons liuis kwam, om u te zeggen hoe erg het mij spijt dat mijn goede moeder aanleiding vond nu, u zal wel weten hoe moeders zijn, lieve juffrouw. Sommige uit- 1 egg in gen zijn even weinig aan ze besteed als ze voor sommige omstandigheden in 't geheel geen begrip hebben. Ik "heb er daar om de voorkeur aan gegeven u zelf te zeg gen dat het gebeurde mij spijt en dat ik bereid hen u elke mogelijke genoegdoening te geven of u schadeloos te stellen voor het nadeel dat een ongelukkig toeval u heeft berokkend. Ziezoo!" Hij steekt haar met zijn hartelijksten glimlach de hand toe. Fransje gaat een stap achteruit. „J1, zou niet weten, mijnheer Loh mann „Kom, wees toch een beetje vriendelijk," vraagt hij op bijna kindcr^^en toon. „Ik weet wel dat u kortaf heeft moeten hooren dat u niet behoeft terug te komen. Maar dat is eigenlijk een compliment voor u neen zekerDat bewijst immers dat men u gevaarlijk acht voor het zoontje. En met de hand op 't hart, dat is u ook al voor me geworden." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1