Rsorpiisaiie van let aetata. 53'"' Jaargang. Woensdag 3 Mei 1899. No. 9924. Tweede Blad. SCHIEDAMSCHE COURANT. Du-e courant verscliijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S c li i e d a in en V 1 a a r d i n g e 11. 1 .25. Franco per post 11. 1.05. Prijs per week Voor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBeterstraat ©8. Prij- der Advertentiën: \an 17 regels 00 cents; iedere regel meer 12'; cent-.. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde hleine tulcer lenliën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon 5fo. 123. f Bereids hebben wij in ons blad van Zater dagavond het voorstel van B. en W, mede gedeeld strekkende tot reorganisatie van ons Ziekenhuis. Van belang achten wij het ook de adviezen, die ten opzichte van deze materie, gevraagd of ongevraagd zijn gegeven, onzen lezers mede te deelen, opdat zij over den gang van zaken des te beter kunnen oordeelen. Dat het advies van het Burgerlijk Armbe stuur ontbreekt, daarop hebben wij reeds ge wezen vermoedelijk heeft men dit iu porte feuille geiiouden aanwezig is liet natuurlijk in het dossier wel. Wij geven de adviezen hier in omgekeerde volgorde van die in het «Gemeenteblad", dat gewoonlijk als een Ilebreeuwsclie Bijbel van achteren Daar voren moet worden gelezen en waarin men de eindconclusie op de eerste bladzijde aantreft. Het eerste advies dan is van de afdeeling Schiedam en Omstreken van de Nederland- sclie Maatschappij tot Bevordering der Genees kunst, en luidt De Afdeeling Schiedam en Omstreken van de Nederiandsche Maatschappij tot bevorde ring der Geneeskunst, waarvan alle te Schie dam gevestigde medici leden zijn, ueemt de vrijheid het volgende onder uwe aandacht te brengen. Overwegende, dat door het bedanken van den lieer J. A. Rutschy als stadsheelmeester, er eene vacature bestaat, die de gelegenheid opent, de regeling der geneeskundige armen verzorging te herzien overwegende, dat het op den weg ligt der Nederiandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, om haren invloed uit te oefenen, waar eene doelmatige geneeskundige armenverzorging kan worden bevorderd heeft de Afdeeling Schiedam en Omstreken besloten, Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schiedam in kennis te stellen met de wijze, waarop zij meent, dat de zaak liet best zal kunnen geregeld worden. De Afdeeling is van oordeel, dat het niet wenschelijk is, den bestaanden toestand, waarbij de armen gedwongen worden zelf uit te maken, of zij geneeskundige of z.g. uit wendige hulp moeten inroepen, te bestendigen. Ware het mogelijk, dat een specialiteit in chirurgie met de betrekking van stadsheel meester kon worden belast, dan zou over dat bezwaar kunnen worden heengestapt, ter- wille van de voordeelen. De Afdeeling beschouwt dit echter als eene onmogelijkheid en wel om de volgende over wegingen Schiedam biedt, door zijne relatief geringe bevolking een chirurg niet, wat hij noodig heeft, om speciale chirurgische kennis en vaardigheid te ontwikkelen nl. een groot aan tal te opereeren gevallen. Ook de omgeving zal in dat gebrek niet kunnen voorzien, omdat Schiedam geen cen trum is en de patiënten uit de omgeving voor speciale hulp zich naar Rotterdam of Leiden begeven. Verder dient hierbij in acht genomen te worden, dat de tegenwoordige artsen reeds vrij ingrijpende operaties op zeer behoorlijke wjjze kunnen verrichten en ook gaarne ver richten, zoodat alleen zeer buitengewone ge vallen naar den specialen chirurg worden gezonden. Deze gevallen komen uit den aard der zaak, ai zeer zelden voor. Een specialiteit in chirurgie zou hier dus' slechts in naam kunnen bestaan en niet in der daad. Van eene meer speciale chirur gische ontwikkeling van den aan te stellen stadsheelmeester mogen dus in 't geheel geen verwachtingen gekoesterd worden. De bezwaren, dat de armen dus zelf moeten uitmaken of zjj een geneesheer of een chirurg moeten consulteeren en waarvan tijdverlies al dikwijls het geringste gevolg is, blijven dus ten volle van kracht. Waar dus bestendiging van den toestand met wenschelijk is, meent de afdeeling U eene andere wjjze van handelen te moeten aanbevelen. Zij acht het wenschelijk te eeniger tijd de medische hulp aan de armen in de stad te doen verstrekken door drie artsen, elk belast met een derde gedeelte der volledige medische hulp en dat ook in het ziekenhuis, na ver- Joop van tijd, één arts worde aangesteld, die volledige geneeskundige hulp biedt, omdat dan aan het hoofd van het ziekenhuis één verantwoordelijk persoon staat, zonder dat men de moeiljjke verhouding tusschen een geneeskundige en een heelkundige nader be hoeft te regelen. Als overgangsmaatregel zou men dan nu reeds kunnen vaststellen de verdeeling der stad in drie districten, waar by dan in reke ning kan gebracht worden de hulp aan de politie te verstrekken enz. De beide thans rnet de geneeskundige praktijk in de stad aangewezen medici kun nen dan elk met een district worden belast, terwijl voor het derde district oen nieuwe titularis wordt benoemd. Er blijft dan over eene vacature alsjheel- moester in het ziekenhuis en eene alsheel- meester in een district. Voor deze beide vaca tures behoeft dan slechts eene tijdelijke benoeming plaats te vinden. In nauw verband met de geneeskundige armverzorging staat de organisatie van liet ziekenhuis alhier. In beginsel werd door de afdeeling besloten aan te dringen op reor ganisatie van bet ziekenhuis, waarbij aan ieder arts de gelegenheid zou worden gegeven in het ziekenhuis te opereeren, misschien ook chirurgische patiënten te behandelen. Door de heeren dis. E. J. M. Nolet, C. J. Vaiilant en P. J. Jansen, leden der afd. Schiedam der Ned. Mij. tot Bev, v. Genees kunst, werd, als minderheid dier afdeeling, in afwijking van het vorenstaande adres toen het volgende aan het Dagelijltsch Bestuur der gemeente geadresseerd: De ondergeteekenden, leden van de Afdee ling Schiedam en O. van de Nederiandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, nemen de vrijheid zich tot UED. Achtb. te wenden om te verklaren, dat zij niet instem men met het advies van de Afdeeling in zake de geneeskundige armenverzorging en zij stellen er piijs op van hun afwijkend ge voelen rekenschap te geven. De Afdeeling stelt voor: lo. De gemeente te verdeele» in diie af- deelingen en de genees- en heelkundige be handeling der armen in iedere afdeeling aan één arts op te dragen. 2o. De betrekking van stadsheelmeester op te heden. 3o. De genees- en heelkundige behande ling van de verpleegden in het ziekenhuis aan één arts, tevens directeur, op te dragen met dien verstande, dat te eeniger tijd aan de verschillende praktiseerende geneeskun digen de gelegenheid worden gegeven, hunne chirurgische patiënten in het ziekenhuis te opereeren, misschien ook geheel te behandelen. De ondergeteekenden zijn van oordeel, dat deze voorstellen geene aanbeveling verdienen en geven er de voorkeur aan, den bestaanden toestand te bestendigen en dei halve de ge neeskundige behandeling der armen op te dragen aan drie geneeskundigen, twee voor de armen in de stad en één voor de ver pleegden in het ziekenhuis en voor de directie van dit gestichtvoorts de heelkundige be handeling der armen op te dragen aan den stadsheelmeester, die dan tevens belast wordt met de behandeling van de chirurgische patiënten iu bet ziekenhuis en het verstrek- van heelkundige hulp op aanvraag van de politie. De bestaande regeling moet alleen hierin worden gewijzigd en daaromtrent kan geen verschil van meening bestaan dat de stads heelmeester niet langer belast worde met het verstrekken van genees- en verbandmiddelen. Ilem moet de bevoegdheid gegeven worden, deze voor rekening van hel Burg. Atrobe- stuur voor te schrijven en in verband daar mede behoeft dan ook zijne bezoldiging niet hooger te zijn dan die der stadsgeneesheeren. In strijd met de meening der afdeeling zijn wij van oordeel dat het opdragen van de genees- en heelkundige behandeling aan één persoon geene aanbeveling verdiend. De wet kent wel alleen artsen met volledige bevoegd- beid, maar in de steden worden altgd artsen gevonden, die meer aanleg of neiging hebben voor de behandeling van inwendige ziekten en gebreken en anderen, die zich meer toe leggen op de behandeling van chirurgische patiënten. Waarom zouden de zieke armen daarvan niet profiteeren Het bezwaar, dat de arme zelve moeten uitmaken, wien zij moeten consulteeren, weegt bij ons niet zwaar. De meeste patiënten weten dat wel en in ieder geval komen zij tegenover een arts, die het zeker weet en die in een urgent geval hen van raad kan dienen en c.q. naar zijn col lega kan verwijzen. De verdeeling van de gemeente in drie afdeelingen is o. i. overbodignimmer hoor den wij de klacht, dat de werkzaamheden der twee stadsgeneesheeren te zwaar zyn en bij het gering aantal recepten, dat in de huizen der nrmen wordt geschreven (hoog stens gemiddeld vjjf per dag) is de aanstel ling van drie artsen zeker onnoodig. Het voorstel van de Afdeeling om de be trekking van stadsheelmeester op te heffen houdt verband met de voorstellen tot reor ganisatie van het ziekenhuis. Tegen deze voor stellen hebben de ondergeteekenden ernstige bezwaren. Daardoor wordt gebroken met het goede beginsel, dat in alle ziekenhuizen wordt gehuldigd: de aanstelling van twee artsen, een voor de behandeling der inwendige en een voor die der chirurgische patiënten en ieder verantwoordelijk voor zijne afdeeling met uitsluit,ng van alle in de stad prakti seerende geneeskundigen. De positie van den Directeur van liet zie kenhuis zal op chü'ugïseh gebied zeer eigen aardig zijn. llij zal alleen mogen behandelen de patiënten, die hij zelf in het ziekenhuis aanbrengt, maar omdat hij de armenpraktijk in de stad mist, zal dit aantal zeer gering zijn. llij zal dus hebben te zorgen, dat de operatiekamer en alles, wat voor de heelkun dige praktijk gevorderd wordt, in liet zie kenhuis voortdurend in goede orde zij ten dienste van geneeskundigen, die niet aan bet ziekenhuis verbonden zijn. Bovendien zal de aanwezigheid en werkzaamheid van meerdere geneeskundigen in hel ziekenhuis tot allei lei verwarring in de voorschriften van voeding, verpleging enz. aanleiding geven. Wat de afdeeling aanvoert omtrent de ontwikkeling van eene dut urgiseha speciali teit in onze gemeente is niet ter zake die nende en staat in geen verband met tie rege ling der gemeentelijke armenzorg. Maar dit ééne staat vast, dat de geringe kans, die wij nog op die ontwikkeling hebben, bij aanne ming van het voorstel der afdeeling ten eenenmale en voor altijd wordt weggenomen. Wanneer de tegenwoordige regeling be houdens de bovengenoemde wijziging wordt bestendigd en liet ziekenhuis gaandeweg verbeterd, zoodat het meer en meer aan de eischen der tegenwoordige wetenschap kan voldoen en vooral wanneer daar de gelegen heid wordt opengesteld om op beseheiden voet ook enkele niet onvermogende patiënten op te nemen, dan gelooven wij, dat de ge meente alles heeft gedaan, wat van haar op het gebied van geneeskundige armenzorg eu ziekenhuiswezen redelijkerwijze kan worden gevorderd. Mocht Uw College omtrent bovenstaande punten nadere inlichtingen wenschen te ont vangen dan is de eerstondergeleekende be reid, die mondeling te geven. Op liet adres dor drie doctoren, hier boven afgedrukt, antwoordde de afdeeling der Mij. van Geneeskunst officieel het volgende Ingevolge de toezending Uwer missive afd. A, no. 1281met bijliggend afschrift van het adres van de heeren dr. E. J. M. Nolet, dr. C. J. Vaiilant en dr. P. JJan- sou, heeft de afdeeling de eer U het volgen de adres toe te zonden. In de eerste plaats vvenscht zij uw Col lege er opmerkzaam op te maken, dat de Afdeeling twee zaken wenschelijk aclit, nl. lo. combinatie van do te verstrekken ge nees - en heelkundige hulp aan de armen. 2o. reorganisatie van het ziekenhuis in dien zin, dat het in plaats van oen gesticht voor de armen, worde een inrichting van de gemeente voor alle gemeentenaren. In haar eerste advies heeft de Afdeeling dun nadruk gelegd op de ccrato vraag. De tweede zou volgens besluit van de vergade ring van de Afdeeling later worden behan deld, docli door toevallige omstandigheden is iu het advies opgenomen: „dat de Af deeling in beginsel had aangenomen de ro oi ganisatie van liet ziekenhuis in dien zin voor te stellen, dat ieder medicus zijn pa tiënten in het ziekenhuis zou kunnen ope- rceren, misschien nabeliandelcn". Beide zaken dienen echter zooveel moge lijk gescheiden te blijven. I. In dc eerste plaats dus te behandelen Is het wenschelijk dat de armen in de stad niet meer behoeven uit tc maken, of zij naar den geneesheer of naar den chirurg moeten gaan? liet komt ons voor, dat hiertegen moei lijk iets zal zijn in te brengen. Dc minderheid zegt: „liet bezwaar, dat de armen zelve moeten uitmaken, wien zij moeten eousulleeren, weegt bij ons niet zwaar." De meerderheid heeft echter die bezwa ren iu fonds- en armenpraktijk dikwijls ge zien, ja zelfs ook in de zgn. particuliere praktijk, en liet publiek ondervond zc. Dat het ongerief voor de minderheid niet zwaar weegt, laten wij dan ook geheel ter liarer verantwoording. Dat zij zeggen, dat in een urgent geval de geneesheer dan maar een chirurgisch ad vies moet geven en omgekeerd, toont al, dat zij zeiven toch wel zien, dat er bezwaren zijn; bij ons voorstel is dit nooit noodig. En wat moet er geschieden, wanneer oeu arme eens een in- en een uitwendig gebrek heeft De minderheid zegt verder, dat het mo gelijk is, de slads-armenpraktijk op to dra gen, deels aan medici, die meer aanleg en neiging hebben voor de behandeling van in wendige ziekten en gebreken en andersdeels aan medici, die zich meer toeleggen op de behandeling van chirurgische patiënten. In de steden zouden altijd zulke personen ge vonden worden; de minderheid heeft hier dus zgn. specialiteiten op het oog. In liet eerste advies van de afdeeling is uitvoerig betoogd, dat in Schiedam een spe cialiteit in chirurgie nooit in werkelijkheid beslaan kam omdat het materiaal om spe cialiteit te blijven of te worden ontbreekt. Om een -specialiteit m naam te creëeren, daar zal uw College zeker zeer weinig lust loc gevoelen. Gaan wij de bewering van de minderheid, dat in de steden altijd derge lijke specialiteiten gevonden worden, na voor onze ot.-ul, dan vinden wij „lechls één arts. den lieer Nolet. die zich meer voor inwendige ziekten beschikbaar stelt en ver der niemand, die een voorkeur heeft doen blijken voor eenig speciaal onderdeel. De heeren Vaiilant en P. J. Jansen zijn slechts bevoegd voor de petite chirurgie. Bovendien zal de lieer Nolet moeten toegeven, dat hij zijn voorkeur niet geheel zuiver kun open halen en dat liij dikwijls gedwongen is daarvan af te wijken. Bovendien iveilsclien wij nog dc vraag te stellen of de chirurgische gebreken van de flimen zooditnig zijn, dat alleen een specia liteit die goed kan behandelen en er op wij zen dat de chirurgen, aan de groote zieken huizen verbonden, die de minderheid ons ten voorbeeld aanhaalt, nooit en nergens belast ziju met de behandeling van arnien- patiènten in de stad. Voor de combinatie van de genees- en heelkundige liulp iu de stad is, dunkt ons, dus alles, en er tegen niets te zeggen. Wij wenschen de betrekking van stads heelmeester opgeheven te zien, doch ont kennen, dat dit alleen in verband staat met voorstellen, of laten wij liever zeggen met onze wenschen, in zake de reorganisatie van het ziekenhuis. II. Gaan wij thans over tot een beschou wing over den toestand, dien wij voor het ziekenhuis wenschelijk achten. Wij advi seerden te eeniger tijd het ziekenhuis te plaatsen onder een éénhoofdig bestuur en tijdelijk te benoemen een heelmeester. Voorloopig blijft dus in het ziekenhuis de toestand dezelfde, d. w. z. er zal zijn een geneeskundige belast met de behandeling der inwendige ziekten niet den titel van Geneesheer-Directeur en een heelmeester belast met de behandeling der chirurgische patiënten. De afdeeling acht deze toestand hier tij delijk niet geheel onmogelijk, hoewel bij niet gescheiden zijn der afdeelingen een re geling der verhouding der artsen zoo goed als niet te maken is. In principe acht de afdeeling een éénhoofdig bestuur liet beste, ook tegenover de autoriteit. De minderheid heeft hiertegen het bezwaar, dat daardoor wordt gebroken met het beginsel, dat in alle ziekenhuizen wordt gehuldigd, nl. de aanstelling van twee artsen, waarvan één voor do inwendige en één voor de uitwen dige behandeling, elk verantwoordelijk voor zijn afdeeling en met uitsluiting van alle in de stad practiseercud© geneeskundigen. Daar deze laatste tirade waarschijnlijk slaat op den wensck, die het bestuur der af deeling ter kennis van uw College bracht, als tc ziju in beginsel aangenomen door de afdeeling, zullen wij deze tot later ter zijde stellen en sub. III. behandelen. Wat nu die gememoreerde goede gewoon te aangaat, zoo moeten wij beginnen met toe te stemmen dat die gewoonte bestaat, maar dat de oorzaken zeer verschillend zijn, naarmate men met groote of kleine zieken huizen te maken heeft en de gevolgen zijn lang niet overal benijdenswaardig. Het ziekenhuis te Schiedam met de groo te ziekenhuizen te vergelijken, waar men één afdeeling heeft voor inwendige ziekten en één voor uitwendige, is het vergelijken van totaal ongelijksoortige grootheden. Men vindt daar aan liet hoofd der afdeelin gen staan personen, die hun betrekking als hoofdbetrekking waarnemen, welke hier al tijd bijzaak zal zijn. Men kan daar specia liteiten aan het hoofd plaatsen en hier niet. Elk hoofd heeft daar verschillende zalen, die tot één afdeeling bchooren. docli in het ziekenhuis hier zou dat veel te kostbaar worden. Tevens kan hierbij door ons gecon stateerd worden, dat botsingen tusschen de afdeelingshoofden dikwijls voorkomen. In kleinere ziekenhuizen, die met het Schiedamsche tc vergelijken zouden zijn, vindt men meestal ecu verhouding, als tot dasverre hier bestond. Deels is daarvan de oorzaak, dat in vroegere tijden de interne geneeskunde scherp gescheiden was van de heelkundige, en dit was iu Schiedam ook het geval, anderdeels dat de plaats, waar het ziekenhuis gevonden wordt een cen trum is, waardoor zicli daar een specialiteit in chirurgie heeft kunnen vestigen. Waar in Schiedam volgens de Afdeeling en, zoo als zij in haar advies duidelijk heeft uiteen gezet, geen specialiteit met de behandeling dor chirurgische patiënten kan worden be last, waar een arts, aangesteld tot chirurg aan het ziekenhuis, ook al beliaudelt hij daar dc stadsarmen, wier opname wensche lijk was, nooit zich tot specialiteit kan ont wikkelen. daar aclit de afdeeling de voor deelen van een éénhoofdig bestuur zeer overwegend. De verhouding tnssclien chi rurg en internist zal uiterst moeilijk te re gelen ziju en hoe scherper omschrijving van beider bevoegdheden, des te eerder bestaat er aanleiding tot botsingen. Twee hanen op één dak. geeft zelden groot gemak. De chi rurg kan niet ondergeschikt ziju. Nog enkele opmerkingen van do minder heid dienen wij te weerleggen, voordat wij ingaan op de opmerkingen, die gemaakt zijn omtrent het al of niet toelaten van do in de stad praetiseerende medici in het zie kenhuis. Zij zogt nl. dat do vordceling der stad in drieën overbodig is. Do afdeeling zal nu volstrekt niet beweren, dat een verdeeling ui tweeën niet voldoende zou zijn, ja zij zou liet niet eens onmogelijk achten, dat één arts alle armen zou kunnen helpen. De af deeling heeft echte»- overwogen, dat tot he den twee geneeskundigen en een chirurgijn met dc behandeling der armen in cle stad waren belast en meende dit getal van drie niet ie moeten veranderen, omdat verande ring, die niet bepaald geïndiceerd is, niet moet worden gedaan en omdat het werk. dat gedaan zal worden hetzelfde blijft, doch de arbeid alleen anders verdeeld wordt. De tirade van de minderheid, dat zij nim mer hoorden van te zware taak. die aan de twee stadsgeneesheeren zou ziju opgelegd, is dus geheel ongemotiveerd. Zij schijnen daar bij den chirurg, wiens taak verdeeld moet worden, over het hoofd te hebben gezien. Dat, wat de afdeeling aanvoert omtrent de ontwikkeling van een chirurgischen spe cialiteit in Schiedam, niet ter zake dienen de is, maar toch wel moet dienen om do minderheid te helpen aan de uitspraak „dat ten eenenmale en voor altijd de kans voor Schiedam verloren §aal om een specialiteit in chirurgie in haar midden te zien", is be ter gezegd dan wel logisch gedacht, vooral in verband met de opmerkingen van de minderheid over de toelating van in de stad praetiseerende medici in het zieken huis. De specialiteit, die zich hier zou wil len vestigen, zou toch, wanneer de wenscli van de afdeeling vervuld wordt, liet zieken huis tot zijn dispositie vinden onder dezelf de voorwaarden als de andere artsen. Bange maeheu, gilt nicht. Dat de chirurgen belast worden met liet verstrekken van genees middelen is tegen de wet en dus van zelf veroordeeld. Over salarisregeling heeft de afdeeling zich niet uitgelaten, doch zij zou er tegen moeten protesteeren, wanneer de zinsnede, door de minderheid geuit, in dien zin door uw College word opgevat, dat de stadsheelmeester tot heden het vex-schil tus schen zijn salaris en dat van de geneeshee- ren, als indemniteit voor te leveren genees middelen en verhand heeft ontvangen. Kesumeeren wij dus dat de afdeeling ad viseert tot lo. verbinding van de genees- en heel kundige hulp, aan de armen te ver-strekken. 2o. liet brengen van het ziekenhuis te eeniger tijd ouder een éénhoofdig bestuur. III. Ten slotte wenscht do afdeeling uw College in kennis te stellen met hetgeen zij wenschelijk acht in zake het ziekenhuis. Zij zag gaarne, dat liet ziekefïliuis ophoude te zijn een inrichting speciaal voor do armen. Zij wensclit liet gereorganiseerd te zien tot een inlichting, door dc gemeente daarge- steld, voor alle gemeentenaren. In alle ste den van ecnige bcteekenis zien wij naast de stedelijke ziekenhuizen, diaconessenhuizen, roomsch-katliolieke inrichtingen voor zie ken en particuliere iiu-ichtiugen met het zelfde doel verrijzen. De reden hiervan is het feit, dat in de stedelijke inrichtingen bepaald aangewezen medici, met uitsluiting van alle anderen, niet de behandeling zijn belast. Zij voldoen dus aan een behoefte. Ook hier ter stede bestaat die behoefte, en te scherper is hier die behoefte, omdat aan het hoofd van het ziekenhuis hier geen spe cialiteiten staan of kunnen komen, docli slechts gewone, ook in de stad praetiseeren de medici. De stad Schiedam echter is te klein, om naast het ziekenhuis een andei-e inrichting met hetzelfde doel te zien ver rijzen. Daarom ligt het op den weg der ge meente aan die behoefte te voldoen, door het ziekenhuis er voor beschikbaar te stel len. Daar het ziekenhuis bestaat, doodt het noodwendig elk particulier initiatief. Noodig is het dusniet de bepaling te maken, dat in het ziekenhuis patiënten al leen mogen behandeld worden door do aan het hoofd gestelde medici. Wij weten zeer goed, dat er bezwaren zijn verbonden aan hetgeen de afdeeling wenscht, doch daarom vragen wij ook niet een regeling, doch slechts, dat het niet ver boden worde. Alle te Schiedam gevestigde artsen, die de chirurgie uitoefenen willen den tijdelijk te benoemen chirurg verzoeken aan hen op te dragen de operatie en de nabehandeling van door hen gezonden patiënten en wel onder de volgende voonvaax-den lo. dat de behandeling slechts consultec- x'end zal ziju met den aan liet ziekenhuis vex-houden chirurgijn. 2o. dat de consulteerende geneesheer zijn behandeling bewerkstellig© op uren, in over- leg met den dirigeereuden chirurg te be palen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5