5 |f$l- lfr- I?" I/- 1/ tp l?W lap I Scheep v aa rt. ,fp W |i»V fv;, C»o. dat in elk geval van meeniugs verschil de inceuiug van den dirigeerenden chirur gijn zal ivordcn uitgevoerd. 'lo. dat de onkosten van verband ten las te komen van den consulteerendeu Genees heer. Zij wenschen met deze regeling een proef te nemen, om dan later, bij welslagen en eventueele vacature, voor te stellen deze regeling voor goed in te voeren. Bevalt het bovengenoemde schema niet, zijn de bezwaren te groot, dan trekt de di- ngcercndc chirurgijn eenvoudig zijn toe stemming in en er is niets verloren dan een illusie. Het bezoek van het ziekenhuis zal groo- ter worden, doch dit is dan ook in het be lang der gemeentenaren en de kosten kun nen door een behoorlijk geregeld verpleeg- geld worden gedekt. Het ziekenhuis zal slechts in waarheid zijn voor alle gemeen tenaren, wanneer de restrictie „mits zich onder behandeling stellende van de aan het hoofd van het ziekenhuis geplaatsto me dici" vervalt. De minderheid is de afdeeling reeds voor uit geloopen en heeft haar bezwaren al bij uw College ingediend. Gaan wij ten slotte deze bezwaren na. Zij zegt, dat de positie van den directeur van het ziekenhuis op chirurgisch gebied zoo eigenaardig zal zijn. Wij antwoorden hierop, dat in onze vergadering is gezegd, dat de stadsarmen, die in het ziekenhuis worden opgenomen, oiider zijn behandeling zullen komen. Doch stel al het gevalen velen onzer voelen er veel voor, de armen niet uit te sluiten van het voorrecht, dat aan anderen zal worden gegeven, om hun eigen geneesheer te kiezen, wat vindt de minderheid dan voor eigenaardigs in het feit, dat een geneesheer-directeur van het kleine ziekenhuis alhier eens meer direc teur-geneesheer werd? Zou het een ont- eerende betrekking zijn do leiding van liet ziekenhuis op zich ts nemen, dirigeerend geneesheer te zijn tegenover de met hem consulteerende artsen en verder de geheele behandeling van zijn eigen patiënten op zich te nemen Eigenaardig zou de toestand zijn Ja, in dien zin, dat hij elders misschien nog niet bestaat. Maar kan dat een reden zijn van afkeuring? Is dan altijd alleen maar goed, wat een ander reeds beeft gedaan? De minderheid zegt, dat de aanwezigheid en werkzaamheid van meerdere geneeskun digen tot allerlei verwarring enz. aanlei ding zal geven. Iloe kan dat mogelijk zijn, wanneer één het toezicht, heeft en de uren van behande ling vaststelt? De minderheid vormen juist de medici in Schiedam, die zich «Sliet of weinig bezig houden met chirurgische praxis en daar door is het ook zeker te verklaren, dat zij vergeten dat de beste specialiteit niet zon der deskundige assistentie zal kunnen ope- reeren. Er zouden dus hij den toestand, dien zij willen en dien de afdeeling als onmogelijk en ongewenscht beschouwt, toch herhaalde malen andere artsen ter assistentie moeten verschijnen. Het eenige van het adres van de minder heid, waarmede de afdeeling zich kan ver eenigen is de wenschelijkheid om de gele genlieid te openen op bescheiden voet eeni ge niet onvermogende patiënten op te kun nen nemen. Het adres van de minderheid meent de afdeeling hiermede voldoende wederlegd te hebben, tevens daarbij de noodige verdui del ijking van haar voorstellen en wensclien toegevoegd te hebben en haar rest dus niets dan uw College mede te deelen, dat, moch ten nog nadere inlichtingen door TT wensclit worden, haar lid dr. Endtz door haar gemachtigd en bereid is IJ die monde ling of schriftelijk te verstrekken. Met verschuldigde hoogachting, namens de afdeeling Schiedam en O. van de Neder- landsche Maatschappij tot bevordering van geneeskunst. De geneesheer-directeur van het Zieken huis, dr. E. J. M. Nolet, door B. en W. om advies gevraagd omtrent de beide hierboven eerst afgedrukte adressen, antwoordde als- volgt Bij uw apostille van lö Nov. jl. ontving ik ten fine van advieslo. een schrijven van de afd. Schiedam en Omstreken van de Nederl. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, 2o. een schrijven van de hee- ren dr. Nolet, Vaillant en Jansen, dd. 13 Oct. jl. en 3o. een nader schrijven van de Afdeeling voornoemd, dd. 9 Nov., allen be treffende de geneeskundige armenverzor ging en de reorganisatie van het ziekenhuis. Ik veronderstel, dat het Uw bedoeling is, dat ik alleen advies zal geven omtrent de voorstellen tot reorganisatie van het zieken huis en ga daarom de andere kwesties, na melijk het aanstellen van drie geneeskundi gen en de combinatie van genees- en heel kundige praktijk bij de armen in de stad met stilzwijgen voorbij. Ter looj>s wil ik alleen opmerken, dat de kwestie van de combinatie der genees- en heelkundige prak tijk voor mij veel van haar beteekenis heeft verloren, omdat bij de gedachtenwisseling, die daarover heeft plaats gehad, de tegen woordige stadsheelmeester heeft verklaard, dat de heelkundige praktijk bij de armen in de stad hoogst onbeduidend is. Dit zoo zijn de zal ik mij niet langer tegen de combina tie verzetten, ofschoon ik het voordeel daar van voor onze gemeente niet inzie. Ten opzichte van het ziekenhuis kan ik mij geheel refereeren aan hetgeen door mij in het schrijven sub 2o. is betoogd. In ieder goed geordend ziekenhuis is noodig een vas te internist en een vaste chirurg, die de pa- tienten behandelen met uitsluiting van. alle andere geneeskundigen en die elk voor zijn afdeeling de volle verantwoordelijkheid dra gen. Dit is noodig voor den goeden gang der zaken, voor de uniformiteit in de voor schriften van voeding en verpleging, voor de verhouding tegenover het bestuur van het Gesticht, voor de verantwoordelijkheid ten opzichte der patiënten, in één woord, deze regeling is in het algemeen belang. De afdeeling gevoelt zelve, dat het toe laten van meerdere geneeskundigen in het ziekenhuis tot allexTei bezwaren aanleiding moet geven en zij stelt daarom voor, dat deze altijd zullen handelen in consul toerend overleg met den geneesheer-directeur en met eerbiediging van diens meemng, alles op uren, door den directeur vast te stellen. Dat deze consultaties over iederen patiënt tot tijdroovende discussies aanleiding zul len geven en zich telkens zullen herhalen, wanneer in deu toestand van den zieke be langrijke wijzigingen optreden, behoef ik niet nader uiteen te zetten. Ik voor mij acht deze bepalingen volkomen onuitvoer baar. Wanneer de afdeeling vraagtIs dan al o o tijd alken maar goed wat een ander reeds lieeft gedaan Is nieuwheid een reden van afkeuring? dan antwoord ikliet stelsel, dat de afdeeling voorstelt, is niet goed, maar niet omdat het nieuw is. Het is niet nieuw, het is oud, het is verouderd en door de ondervinding veroordeeld. Ook hier ter stede gold vroeger de bepaling, dat leden van ziekenfondsen in het ziekenhuis kon den worden opgenomen en aldaar door hun eigen geneesheer worden behandeld. Uit hoofde van de verwarring in het Gesticht, die daaruit ontstond, heeft het Burg. Arm bestuur in 1879 wijzigingen in het Regle ment voorgesteld, waardoor de behandeling der zieken in het ziekenhuis aan den ge neesheer en den heelmeester van het ge sticht werd opgedragen met uitsluiting van ieder ander. De Gemeenteraad heeft zich met dit voorstel vereenigd. (Verslag Han delingen 1879, pag. 76.) Met een stelsel, dat 20 jaar geleden door de praktijk werd afgekeurd, behoeft geen proef genomen tc worden. Maar, zoo zegt de Afdeeling, het zieken huis is toch een Gemeente-instelling en moet voor alle ingezetenen openstaan. Ik merk op, dat dit tegenwoordig niet zoo is (art. 23 Regl. Burg. Armb.) maar geef toe, dat men dezen toestand iri het leven kan roepen. Dan verlaten wij het gebied der ar menzorg en komen op dat der sociale her vormingen. Maar laat ons dan consequent zijn; dan moet het ziekenhuis veranderd worden in een sanatorium, dat onder zeke re voorwaarden open staat voor iedereen, voor armen en rijken, voor lijders aan in- en uitwendige ziekten, waar ieder zijn eigen geneesheer kiezen kan en waar dus alle ge neeskundigen kunnen praktiseeren. Dat alleen chirurgische patiënten liun eigen ge neesheer mogen kiezen, zooals de afdeeling wil, heeft geen ziner zijn tal van inwen dige ziekten, die veel beter in een zieken huis behandeld kunnen worden. In een der gelijk Sanatorium is geen plaats voor een geneesheer-directeur of directeur-genees heer; aan het hoofd daarvan behoort te staan een directrice, deskundige op het ge bied van verpleging, gesteund door een vol ledige staf van geschoolde verpleegsters en bijgestaan door administratie- of zooge naamde bureau-zusters. Ik voor mij ben met dergelijke inrichting niet ingenomen en vrees ook daar voor al lerlei verwarring en conflicten. In beperk ten kring werken deze inrichtingen goed; bijv. te Rotterdam heeft een klein aantal bevriende geneesheeren voor gezamenlijke rekening een sanatorium opgericht, ook om dat zij in bet ziekenhuis als behandelende geneesheeren niet worden toegelaten. Maai de armen; anderdeels hebben zij betrek king op deu dienst in het gemeentelijke zie keuhuis. Wat de eer-de groep betreft blijken de meeningsverschillen niet van dien aard te z-jn dat daarop een goede regeling zou moe ten afstuiten. Hoewel dr. Nolet in de com binatie van genees- en heelkundige prak tijk slechts ziet een uit den loop der om standigheden geboren droevige noodzake lijkheid; en dr. Endtz, met wiens gevoelen in deze ik mij geheel kan vereenigen, haar als een zeer gewensclite regeling beschouwt, was toch ons éénstemmig oordeel dat die combinatie voortaan regel zal moeten zijn. Slechts zoolang nog dr. Vaillant en dr. No let, die tot uitoefening der heelkunst onbe voegd zijn, resp. ongeneigd zijn, als gemeen- te-gcueesheereu fungeeren, zal voor het liun toegewezen deel der armenpraktijk de heel kundige behandeling aan een ander moeten worden opgedragen. Hoewel dr. Nolet twee stadsgeneesheeren voor de armenbeliandeling a, domicile vol doende achtte, en ik gelijk U bekend is, die nog liever aan één geneesheer zou zien op gedragen, konden wij ons toch hij het voor stel van dr. Endtz, om de gemeente hier voor in drie wijken, elk met een geneesheer, te verdeden, wel nederleggen. Ten aanzien echter van de regeling van den dienst in het ziekenhuis ioopen de mee- ningen te sterk uiteen dat dat wij op dit punt tot overeenstemming zouden hebben kunnen komen. Naar de meening van dr. Endtz beliooren alle ingezetenen te kunnen profiteeren van de voordeden aan ziekenliuisbehandeling verbonden, en moet ook ieder geneeskun dige van de hulpmiddelen, die het zieken huis aanbiedt, kunnen gebruik maken, zoo wel in zijn eigen belang als in dat zijner patiënten. Naar de meening van dr. Nolet moet het ziekenhuis eerst een instelling van welda digheid blijven, en moeten zij, die, hoewel niet tot do stadsverpleegden behoorende, wenschen aldaar te worden opgenomen, zicli ook onderwerpen aan de behandeling door den geneesheer, van wege de gemeente met den dienst in het ziekenhuis belast. Door laatstgenoemde bepaling zou, vol gens dr. Endtz, de vrijheid, aan niet-armen te verleenen om zich te laten verplegen in liet ziekenhuis, vrijwel illusoir worden, al thans voor lien, die van behandeling dooi den ziekenhuisgeneesheer niet gediend zijn. Bovendien zou, vooral wat de chirurgische praktijk betreft, die zoo dikwijls opname in een ziekenhuis noodzakelijk maakt, de geneesheer, die zijn operatiën in het zie kenhuis zou kunnen verrichten, onbillijker wijze een voorsprong verkrijgen op zijn col lega's, die de gelegenheid daartoe zouden missen. Deze zouden öf zich in de uitoefe ning der chirurgie zeer moeten beperken öf deze ten nadeele van zichzelven en van hun patiënten minder goed uitoefenen dan wel mogelijk en derhalve gewensclit zou zijn. Dr. Nolet acht het min of meer zelfstan dig optreden van verschillende geneesheeren in een ziekenhuis van den omvang en den aard van het Scliiedamsclie, onvereenigbaar met de aldaar onmisbare orde en eenheid van leiding, welk bezwaar, naar de mee ning der andere partij voldoende zou zijn te ondervangen door de ziekenhuisgenees- heeren te verplichten tot consultatieve deel- daaraan bij meeningsverschil omtrent za- 1 Waar tusschen mannen van het vak kon, de verpleging of voeding betreffende, personen tot oordcolen bevoegd, zoo zeer de de eindbeslissing te laten. Deze toch kan in meeniugen uitecnloopen, achtte ons ColK dit geval niet aan een der practiseerende geneesheeren worden opgedragen, wijl hij althans de verdenking van partijdigheid, met de aankleve van die, niet zou kunnen ontgaan dan bij volkomen harmonie tus schen de verschillende geneeskundigen. Als ge zich bezwaard in deze zonder nadere deskundige voorlichting een beslissend oordeel uit te spreken. Wij riepen daarom de hulp in van den heer Inspecteur van het geneeskunde staatstoezicht in deze Provincie en noodi»- doze echter bestond zou het eerstgenoemde den dezen uit te trachten, door overle» met beginsel even goede resultaten op veel een- de geneeskundigen alhier, tot een oplossin» voudiger wijze verschaffen. te komen der tusschen hen gerezen nioe° Het is mij niet mogen gelukken een weg lijkheden met betrekking tot de t-eoeüno- te vinden, die, tusschen beide beginselen van den geneeskundigen dienst. het midden houdende, de voordeelen van Met de meeste welwillendheid werd door beide zonder beider nadeelen vereenigende, J dien ambtenaar aan onze noodïging o-evol» door beide partijen zou worden goedge- gegeven. keurd. I Onder dagteekening van 8 Februari jl Wordt door U de eerste weg gekozen, dan I deelde hij ons, in een uitvoerig gemotiveerd zal een vierde stadsgeneesheer moeten wor- I rapport, getuigende van groote zaakkennis den aangesteld, en aan dr. Vaillant en dr. J den uitslag zijner bemoeiingen mede. Zet Nolet een arts ter waarneming van het de heer Inspecteur in dat rapport zijn eigen heelkundige deel hunner praktijk moeten j denkbeelden over de hangende kwestie dui- worden toegevoegd. j delijk uiteen, ook hem zoo verklaart hij Kiest U daarentegen den tweeden weg, I daarin is het tot zijn leedwezen niet mo- dan zullen de drie nog in functie zijnde I gen gelukken een weg te vinden, die, het stadsgeneesheeren elk een derde gedeelte midden houdende tusschen de beginselen der armenpraktijk hebben waar te nemen, I der beide partijen (de voordeelen van beide en zich ook zelf met de ziekenhuisbehande- zonder beider nadeel vereenigende), weder- ling hunner patiënten hebben te belasten, j zijdsche goedkeuring mocht verwerven. Het doet mij leed dat de omstandiglie- j Verschil van meening tusschen de alhier den mij niet veroorloven U iets anders dan gevestigde geneeskundigen is dus blijven be- dit tweeledig advies aan te bieden. Al deze adviezen deden B. en W. tot het volgende voorstel komen, hetwelk zij, zooals wij reeds meldden bij den gemeenteraad aanhangig hebben gemaakt: Overeenkomstig ons voorstel, bij brief dd. staan. In dezen stancl van zaken en nu de tijd ons dwingt U met onze voorstellen bekend te maken, hebben wij gemeend niet langer ons oordeel te mogen opschorten, overtuigd dat verder uitstel tot niets zou leiden. Met de meerderheid van de leden der al hier gevestigde afdeeling van de Nederl. Mij. t. b. d. Geneeskunst en met den In- 20 December jl. A. no. 1515 (Zie bijlage i spccteur van net geneesk. staatstoezicht zijn LXVIIa, gedrukt verslag 1898), werd door wij van nieening, dat combinatie van ge- wat in beperkten kring goede resultaten I neming aan de behandelingen der gevallen, geeft, kan niet op groote schaal worden uit- jie door andere geneesheeren in het zieken- gevoerd en ik betwijfel of dergelijke inrich ting voor een geheele gemeente bruikbaar gemaakt zou kunnen worden. Deze beschouwing leidt mij van zelve tot de uitspraak, dat de oplossing van kwesties als deze daarom zoo moeilijk is, omdat zij gedeeltelijk liggen op het gebied der genees kundige ethica. Verschillende belangen ko men met elkander in strijd. Het beste stel sel kan door tegenwerking der geneeskundi gen onbruikbaar gemaakt worden en een slecht stelsel kan door samenwerking nog voor de praktijk bruikbaar gemaakt wor den. Uitdrukkingen, zooals in het laatste schrijven van de Afdeeling voorkomen, dat hel aantal zieken in het ziekenhuis zal toe nemen. wanneer haar stelsel gevolgd wordt en het wijzen op de noodzakelijkheid van assistentie bij belangrijke operaties, zijn een vingerwijzing in die richting. Resumeerende kom ik derhalve tot de conclusie, dat, hoe ook de armenpraktijk in de stad worde geregeld, aan liet ziekenhuis moet verbonden worden een vaste heelmees ter, die belast wordt met de behandeling der heelkundige patiënten in het gesticht. Zijn verhouding tot het bestuur van het ziekenhuis en tot den geneesheer-directeur moeten bij instructie behoorlijk omschre ven worden. Wat het ziekenhuis zelf aangaat, zou iedereen het wenschelijk achten, daar gele genheid te geven tot het opnemen van niet onvermogende patiënten en ik zou daarme- liuis zouden worden, behandeld. Dit zou reeds gebleken zijn bij een gedurende de laatste maanden opgedane ervaring. Aanvankelijk was ook ik niet ongeneigd aan te nemen dat het mogelijk zou zijn, zon der groote stoornis in den geregelden gang van zaken, den bevoegdheid te geven aan andere geneeshee ren te vergunnen patiënten in het zieken huis te doen verplegen, en aldaar zelf te behandelen. Niet als een recht van genees heer of patient zou ik dit willen aangemerkt zien; maar als een vrijwillige samenwer king, die aan de wederzijdsche waardeering en verdraagzaamheid betrekkelijk hooge eischen zou stellen, en dan ook bezwaarlijk in de artikelen eener verordening aan vaste regelen zou kunnen worden gebonden. Doet men echter dit laatste, legt men den zie- kenhuisgeueesheeren do verplichting op tot liet verleenen van medewerking bij de be handeling, zooals tot behoud van de orde in het ziekenhuis noodzakelijk wordt ge acht, terwijl hun collega's daartoe door geen anderen band zouden zijn gebonden dan door de vrees dat bun wellicht later de vereisen te toestemming, om van het zieken huis gebruik te maken, zou kunnen worden geweigerd, dan begaat men hiermede naar mijn meening een onbillijkheid tegenover de eerstgenoemden. - Zoodanige samenwer king, zonder wederzijdsche geneigdheid daartoe, doch met een verordening in de hand afgedwongen, zal in zeer korten tijd, de op bescheiden voet willen beginnen, om I na auer]ei onaangenaamheden en stoornis- daaraan zoo noodig later uitbreiding tc kun nen geven. Maar dit is een afzonderlijke zaak, die in overleg met het bestuur van het ziekenhuis later kan worden behandeld. Met verschuldigde hoogachting heb ik de eer te zijn Ten slotte adviseerde de geneeskuuilige inspecteur voor Zuid-Holland B. en VV. op de volgende wijze. Naar aanleiding der bespreking, op 25 Januari 11. tusschen ons gehouden, en van de daarbij door U tot mij gerichte uitnoo- diging om te trachten door overleg met de geneeskundigen in uwe gemeente te komen tot een oplossing der met betrekking tot de regeling van den geneeskundigen dienst ge rezen moeilijkheden, heb ik op 3 Februari 11. hieromtrent een onderhoud gehad met de heeren dr. Nolet en dr. Endtz. Ik heb de eer omtrent het resultaat daar van hierbij het volgende te berichten. 't Is doelmatig, naar het mij voorkomt, de tusschen de bedoelde geneeskundigen be staande verschilpunten te scheiden in twee groepen. Eensdeels toch betreffen zij de re geling van den geneeskundigen dienst bij directie grooten invloed toe te kennen, sen te hebben veroorzaakt, door niemand meer'worden begeerd. De verordening moet in. i. heslist partij kiezen voor één beginsel. Zij moet öf zich stellen op het standpunt dat liet ziekenhuis is een instelling van weldadigheid, waarin bij noodzakelijkheid en gelegenheid ook met-bedeelden kunnen worden opgenomen, en waarin de behandeling, zoowel als de hoofdleiding der verpleging is toevertrouwd aan een vasten geneesheer; öf het ziekenhuis beschouwen als een in stelling van algemeen nut, door de gemeen te bestemd ten dienste van alle ingezete nen, waarin elk geneesheer, behoudens on derwerping aan een huishoudelijk regle ment, zelfstandig zijn zieken behandelt, en waarin de hoofdleiding der verpleging aan niet-medische (liefst vrouwelijke) directie is opgedragen, zoodat de directeur-geneesheer geheel overbodig is. Bij huldiging van dit laatste beginsel zal van het ziekenhuis een meer veelzijdig ge bruik kunnen worden gemaakt, en daarvan in ruimeren kring nut?kunnen worden, on dervonden Als een schaduwzijde echter van zoodanige regeling beschouw ik de noodza kelijkheid om aan het leekenelement in de steld. U, in de zitting van 27 December jl. beslo ten, ter vervulling der vacature ontstaan door het verleende eervol ontslag aan den heer J. A. Rutschy, een t ij d e 1 ij k heel meester der armen en voor het Stads-Zie- kcnliuis te benoemen, en werd in diezelfde zitting als zoodanig aangesteld, voor het tijdvak van 1 Jai.ua i1 Juli d. a. v., de heer N. F. Elzevier Dom. Die tijdelijke benoeming geschiedde om, hij de zeer uitce'.loopende denkbeelden on der de alhier gevestigde geneeskundigen omtrent de wijze waarop rekening hou dende met de eischen van den tegenwoordi- gen tijd in die vacature zou moeten wor den voorzien, gelegenheid te hebben deze zaak aan een nauwgezet onderzoek te oil derwerpen. Met al den ernst dien dit onderwerp ver dient, namen wij kennis van den inhoud van een rapport ons op 13 October jl. ge zonden door de afdeeling Schiedam en om- waarin alle hier gevestigde geneeskundigen, streken van de Nederlandsclie Maatschap- I behoudens onderwerping aan de reglemen- nees- en heelkundige praktijk bij den ge neeskundigen dienst der armen voortaan re gel zal moeten zijn. De minderheid van de leden dier afdeeling heeft, bij monde van Dr. Nolet, verklaard, zich bij zulk een rege ling waarin zij ziet een uil den loop der omstandigheden geboren droevige noodza kelijkheid evenals bij liet denkbeeld om de gemeente voor dien dienst in drie wij ken, elk met een geneesheer, te verdeelen, wel te kunnen nederlegen. Ook met dat laatste denkbeeld kunnen wij ons vereeni- in. Met betrekking tot de regeling van den dienst in het Ziekenhuis, gaan wij uit van de nieening, dat die instelling, meer dan tot dusver het geval is, aan het algemeen ten goede moet komen, m. a. w.dat het Zie kenhuis voortaan zal moeten zijn een instel ling van algemeen nut, door de gemeente bestemd ten dienste van alle ingezetenen, ten voor dat gesticht, zelfstandig hun zie ken kunnen behandelen; blijvende de hoofdleiding der verpleging en der directie niettemin in handen van één geneesheer, onder den titel van geneesheer-directeur. Combinatie van interne- en chirurgische praktijk achten we ook voor dien titularis gewenscht. Het stelsel van geschoolde verpleging, waarmede sedert eenigen tijd een proef wordt genomen, die als wel geslaagd mag beschouwd worden, verdient naar ons oor deel alle aanbeveling. Een hoofcl-verpleeg- sler, met deii titel van adjunct-directrice, bijgestaan door het vereischte getal ver pleegsters, zal daartoe aan het Ziekenhuis zijn te verbinden. Met bestaande toestanden, strijdig met de beginselen in bovengenoemde denkbeel den weggelegd, zal voorts rekening zijn te houden. Door het maken van „overgangs bepalingen" is hierin op gemakkelijke, en voor do toekomst voldoende wijze te voor zien. Op grond van al het hoven aangevoerde hebben wij de eer U voor te stellen te be sluiten lo. de genees- en heelkundige praktijk bij de armen te combineeren en op te dragen aan drie geneeskundigen, ieder belast met de praktijk in een derde gedeelte der stad, op een jaarwedde van f 500 voor ieder 2o. aan het Ziekenhuis zijn karkter, van uitsluitend te zijn een instelling van welda digheid, te ontnemen en het voortaan ook open te stellen voor betalende patiënten; 3o. aan het Ziekenhuis te verbinden één geneesheer, met den titel van geneesheer directeur, door wien zoowel de interne als de chirurgische praktijk zal worden uitge oefend, op een jaarwedde van f 750; do zoolang de tegenwoordige geneesheer directeur, door wien uitsluitend de interne praktijk wordt uitgeoefend en daarvoor onderwerp aan ons uitgebrachte advies tot j f 500 blijft genieten, aan liet Ziekenhuis de minderheid behoorende van de leden der j verbonden zal zijn, voor die instelling t ij- hierbovengenoemde afdeeling, verklaarde in d e 1 ij k een tweeden geneesheer te benoe- zijn antwoord van 24 November jl., zich men, uitsluitend belast met de chirurgische ten opzichte van het Ziekenhuis geheel te behandeling der lijders, op een jaarwedde refereeren aan hetgeen door hem in het j van f 250. pij tot bevordering der geneeskunst, waarin wordt aangedrongen tc breken met de be staande geneeskundige armenverzorging en de wenschelijkheid wordt uitgesproken de medische hulpa an de armen in de stad door drie artsen te doen verstrekken, elk belast met een derde deel der volledige medische liulp aan de armen in de stad aan het Ziekenhuis één arts te verbinden, die volledige geneeskundige hulji biedt. Ook een reorganisatie van het Stads-Ziekenhuis, als in nauw verband staande met de genees kundige armenverzorging, wordt door die af deeling dringend aanbevolen. Zij zou aan ieder arts de gelegenheid wenschen te zien gegeven in liet Ziekenhuis te opereeren en chiiurgisclio patiënten te behandelen. De minderheid van de leden dier afdee ling, niet instemmende met bovengenoemd advies, zond ons, onder dagteekening van gelijken datum, een schrijven, waarin zij van haar afwijkend gevoelen rekenschap geeft. Er prijs op stellende dat de meerderheid dier afdeeling het gevoelen van de minder heid barer leden zou kennen, zonden wij een afschrift van het rapport der minderheid aan de afdeeling, met verzoek ons mede te deelen of de kennisneming van den inhoud ervan, haar oordeel ook in cenig opzicht had gewijzigd. Jn een uitvoerig schrijven, gedateerd 9 November d. a. v., ontwikkelde de afdee ling andermaal haar denkbeelden over de geneeskundige armenverzorging te dezer stede en over een door haar gewensclite re organisatie van het Stads-Ziekenhuis. Het oorspronkelijke verschil van gevoelen tus schen de meerderheid en de minderheid ba rer leden, werd door dit nader schrijven niet opgelost. Toen wendden we ons om advies tot den Geneesheer-Directeur van het Stads-Zieken huis. Deze, met betrekking tot het over dit schrijven der minderheid van do afdeeling, dd. 13 October is betoogd. Met betrekking tot de kwestie van het aanstellen van drie geneeskundigen en de combinatie van ge nees- en heelkundige'praktijk hij de armen in dc stad, gaf hij te kennen zich tegen die combinatie nu hem van bevoegde zijde verzekerd was dat de heelkundige praktijk bij de armen in de stad hoogst onbeduidend - niet langer te zullen verzetten, of- Om bij aanneming dier voorstellen dade lijk in behandeling te kunnen worden ge nomen, leggen wij hierbij over: a. Een ontwcrp-inslractie voor do ge meente-geneeskundigen en vroedvrouwen. b. Een ontwerp-verordening voor het Stads-Ziekenhuis. Opdat uw vergadering zich volledig op de hoogte zou kunnen stellen van den in houd der hiervóór genoemde rapporten. schoon het daaraan voor onze gemeente heb wij de eer die allen in originali hierbij verhonden voordeel door hem niet wordt te voegen. ingezien. Aan het slot van zijn antwoord merkt genoemde geneesheer nog op, dat wat het Ziekenhuis aangaat, iedereen het wenschelijk zou achten, daar gelegenheid te geven tot het opnemen van niet-onver- mogende patiënten. Hij zou daarmede op bescheiden voet willen beginnen, om daar na zoo noodig latere uitbreiding te geven. Hadden we ons gevleid dat onderlinge besprekingen er toe zouden hebben geleid dat, met ter zijde stelling van wellicht per soonlijke belangen, de alhier gevestigde ge neeskundigen over bovengenoemde onder werpen tot meer eenstemmigheid zouden zijn gekomen, hun rapporten, waarvan we J de hoofdtrekken in het licht stelden, heb- j ben ons in die verwachting geheel teleurge-1 Hoogwater le Schiedam. Mei 3: 9.46 10.25 4: 41.03 10.44 Hoogte van het water op de Rivieren. Berichten van 1 Mei. MAINZ, 12 utir 'smidd. 2.19 Ge». 0.11 M. COBLENZ, 6 uur 's morg. 3.52 Ge». 0.17 M. TRIER, 12 uur'smid. 1.62 Gev. 0.06 M. RUU RORT, 8 uur 's morg. 3.54 Gew. 1.14 M. LOBITH, 2 uur 'snam.12.79 Gow. 0.45 M. Zon en Maan. Zonsopg. Mei 34.26 7.28 t 44.24 7.30 Nieuwe Maan 9 Mei. Eerste kwartier 17 Mei. Gedrukt ter Drukkerij v. d. Sohiedamsohe Courant. 54»'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 6