538te Jaargang. Donderdag 4 Mei 1899. No. 9925. De familie Hilbers. Bericht. Kennisgeving. TOL BUITENLAND. SSHIEDAMSGHE iCOHMRIT. Dezi» courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.23. Franco per post fl. 1.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverlentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Botcr&traat 68. Pi-ijs der Advertcn tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12it cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uteine ndvertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Inhere. Telefoon Aio. 1S3. Bij dit nummer wordt aan onze abonné's te 8cliledam een gratis dienstregeling van spoor, tram en posterijen gezonden. Oproeping In activiteit van miliciens, verlofgangers der lichtingen van 1.805, 1896 en 1807. De Burgemeester vak Schiedam, Gelet op de circulaire van den lieer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland van 18 April j.lA no. 1047 (2deAfil Provinciaal blad no 19; Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden lo. dat na te melden miliciens-verlofgangers van de lichtingen 1895, 1896 en 1897, behooiende tot de navolgende korpsen dit jaar onder de wape nen worden geroepen gedurende den tijd Inei- onder aangegeven. Lichting 1895. Reg. Gren. en Jagers, 1e, 2e, 4e en 5e bal.; Ie Reg. Inf, 1e, 2e, He en 4e bat 2e Reg. Inf., Ie, 2e, 3e en 4e bat.3e Reg. Inf., Ie, 2e, 3e en 4e bat.; 4e Reg. Inf., 1e, 2e, 3een 4e bat.; 5e Reg. Inf., 1e, 2e, 3a en 4e bat.; (ie Reg. Inf, le, 2e, 3e en 4e bat.; 7e Reg. Inf., Ie, 2e, 3e en 4e bat 8e Reg Inf., le, 2e, 3e en 4e bat., van 3 Juli tot en met 4 Augustus Lichting 1896 Reg Gren. en Jagers, der 4e cotnp., 3e bat., van 10 Mei tot en met 13 Juni 1/j der 4e cotnp, 3e bat., van 29 Mei tot en met 1 Juli, 1e, 2e en 3e cornp, 3e bat, van 3 Juh tot en met 4 Augustus, ie, 2e, 4e en 5e bat., van 9 Augustus tot en met 12 September, le reg. Inf, 5e bat., van 3 Juli tot en met 4 Augustus, ie, 2e, 3e en 4e bat., van 23 Augustus int en met 26 September. 2e Reg. Inf„ 1e, 2e, 3e en 4c bat., van 16 Augustus tot en inet 19 September. 5e bat, van 30 Augustus tot en mot 3 October. 3e Reg. Inf., le, 2e, 3e en 4e bat, van 10 Augustus tot cn met 19 September, 5e bat., van 30 Augustus tot en met 3 October. 4e Reg. inf., le, 2e, 3e en 4e bat., vafi 9 Augustus tot en met 12 September, 5e bat,, van 30 Augustus tot en met 3 October 5e Reg. Inf., le, 2e, 3e en 4e bat, van 9 Augus tus tot en met 12 September, 5e batvan 30 Augustus tot en met 3 October. Ce Reg. Inf., Ie, 2e. 3e en 4e bat, van 16 Augustus tot en met 19 September, 5e bat., van 30 Augustus tot en met 3 October. 7e Reg. Inf., 1e, 2e, 3e en 4e bat., van 9 Augustus tot en met 12 September, 5e bat., van 30 Augustus tot en met 3 October. 8e Reg. Inf., 4e coinp., 5e batvan 24 Mei tot en met 27 Juni, 1e, 2e en 3e comp., 5e bat, van 3 Juli tot en inet 4 Augustus, le, 2e, 3e en 4c bat, van 23 Augus tus tot en met 26 --eptember. Lichting I«96. 1e, 2e en 3e Comp. Hosp.soid. van 22 Augustus tot en met 25 September. Lichting 1896. le Reg. Huz. van '19 Augustus tot en met 22 September, 2e Reg. Huz. van 16 Augustus tot en met 19 September, 3e Reg. Huz. van 9 Augustus tot en niet 12 September. Lichting 1896. le Reg. Yeid-Art. le, 3e en 5e bat, van 6 Juli tot en met 9 Augustus, 2e, 4e en 6e bat. van 10 Augustus tot en met 13 Sej tember 2e Reg. Veld-Art. le, 3e en 5e bat. van 2 Juni tot en met 5 Juli, 2e, 4e en 6e bat van 16 Augustus tot en met 16 September. 3e Reg. Veld-Art. ie, 5e en 0e bat. van 19 Juli tot en met 22 Augustus, 2e, 3e en 4e bat, van 23 Augustus tot en met 20 September. Korps Ryd. Art, ie lat van 23 Mei tot en met 24 Juni, 2e bat. van 20 Juni toten met 29 Juli. Korps Pontoun. ie comp. van 26 Juni tot DOOR E.VELY. 7) „Een ferme meid!" zegt Hilbers weer met bewondering, en de schoolmeester merkt met zijn schuchtere stem op: „Ja en toen herinnerde ik me onzen neef, van. wien ik eens gehoord heb dat hij naar Ber lijn was verhuisd. En toen heb ik eens ge- informeerd en werkelijk het adres gekre gen en nu kom ik hier raad en hulp vra- gen." „Natuurlijk, natuurlijk!" Anton Hilbers legt zijn breede hand op den rand der tafel en bekijkt welgevallig zijn zegelring. „Die zal je ook hebbenfamilieleden moeten el kaar helpen wij zullen alles wel schik ken. Die kleine deugniet blijft eerst eens een tijdje bij ons. Dat komt wel in orde." Mina Hilbers schuift eenigszins onrustig op haar stoel heen en weer en ziet eerst Eransje en dan Hansje met een trek van hulpeloosheid op haar gelaat aan. „O, wat een mooie japon zeker erg modem?" roept Laurette uit, terwijl zij Fransje van het hoofd tot de voeten be- kiikfc. „Ik geloof dat die mij ook wel zal staan." „Ei wil zeker een betrekking zoeken of zoo iets," is de wedervraag. „Dat weet ik nog niet. De hoofdzaak is dat ik te Berlijn ben." „Wat? U? Niet zoo vormelijk!" schreeuwt Hilbers. „Onder familiefeden zegt men jij en jou. En waar die kleine spring- in-'t-veld aanleg voor heeft, zal wel "blij-" iken; dat heeft ook geen haast; zij is onder en met 26 Juli, 2e comp. van 2 September toten met 4 October. Korps Torped. 1e pelet. van de 2e comp. (p aats van opkomst fort aan den Hoek van Holland) en 2e pelet. van de 2e comp (plaats van opkomst den Heidei) van 4 Juli tot en met 5 Augustu», le pel. van de le coinp. (plaats van opkomst foit de Iluijter) en 2e pel van de ie comp. (plaats van opkomst HellevoetMuis) v:m 22 Augustus tot en met 23 Septembei 2e Reg. Vest-Ait. le, 2e, 3e, 4e, Ce, 7e. 9c en 10e comp van 15 Septem ber tot en met 4 October. Lichting 1897 1e Reg Vest-Art 9e comp. van 23 Juni tot en met 22 Juli, 5e, 6e, 7e, 8e, en 10e comp. van 8 Aug. tot en met 6 Sept, le 2e, 3e en 4e comp. van 29 Aug. tot en met 27 S pt 2e Reg. Vest.-Art, 5e en 8e comp van 22 Juni tot en met 21 Juli, le, 2e 3e, 4, 6e, 7e, 9e en 10e coinp. van 4 Sept tot en met 4 Oct 3e Reg Vest-Ait, 8e coinp. van 30 Mei tot en met 28 Juin,, le, 2e, 3e, 4e en 5e comp. van 18 Aug tot en met 16 Sept., 6e, 7e, 9e en lOeeomp. van 9 Sept. tot rn met 18 Oct.,; 4e Reg. Vest-Ait. le, ."ie, 8e, 9e en 10e comp. van 20 Juni tot en met 19 Juli, 2e, 3e, 4e, Ce, en 7e comp. van 24 Juli tot en met 22 Aug-; Korps Pantserfort-Art,, 3e coinp van 24 Mei tot en met 22 Juni, 2e comp. van 13 Juni tot en met 12 Juli, le comp. van 27 Juni tot en met 26 Juli, 4e comp. van 3 Juh tot en met 1 Aug Lichting 1896. Korps Genietroepen, le, 2e, 3e, 4e, 5e, Ce, 7e en 8e comp. van 14 Juni tol en met 18 Juli. Van de 9e comp.: a de miliciens, geen vesting-telegrafi-t of adspirant-vestnigtele grafist zijnde, van 19 Juni tot en met 26 Aug.; b. de milicien0, vesting-telegrafisten die niet heb ben voldaan aan liet bepaalde in den eersten volzin van ait. 6 van bet Koninklijk besluit van 29 Fe bruari 1884, no. 13 en de miliciens-adspirant-ves- tingtelegrafisten, van 24 Juli en met 20 Aug Lichting 1897. Korps Genietr. le, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e en 8e comp. van 10 Augustus tot en met 13 September. Van de 9e comp a de miliciens, geen vesting-tslegiafbten of adspirant-vesting-teie- grafist zijnde, van 19 Juni tot en met 22 lub, b de tmiiciens, vesting-telegiafisten, die niet hebben voldaan aan het bepaalde in den eersieu volzin van art. 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884, no 13, en de miliciens adspirarit-vesung- telegiafisten, van 24 Juli tot en met 20 Augustus, c. de miliciens vesting-telegrafisten, die hebben voldaan aan liet bepaalde in den eeisten volzin van artikel G van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 no. 13, van 14 Augustus tot cn met 23 Augustus. 2o. d.it aangezien blijkens bovenstaande opgave, de verlofganger», behoorende tot de 4e Compagnie van liet 3e bataljon ven liet regiment Grenadiers en Jageis, en tot de Telegr iaf-Coinpagiiie van het korps Gemetioepen, bij gedeelten op ver schillende datums onder de wapenen moeten komen, bij nadere bekendmaking, ter kennis van die miliciens zal worden gebracht op welke dagen ieder hunner gehouden zal zijn onder Je wapenen te komen 3o. dat de verlofgangers, voor wie de opkomst op eenen Maandag of op 23 Mei is gesteld, indien zij gevestigd zijn in gemeenten, vanwaar zij niet in éen dag hun garnizoen kunnen berei ken, niettemin zich eeist op den dag voor de opkomst bepaald op marsch behoeven te begeven en den volgenden dag, zoo vroegtijdig mogelijk, bij liet korps zullen moeten aankomen 4o. dat de miliciens zuilen gehouden zyn zicli op den dag hunner opkomst, vóór des namiddags vier uien bij hun korps aan te melden, met uit zondering van de miliciens-vesting-telegralisten, die z cli op den dag van opkomst vóór 1 uur des namiddags bij hun korps hebben te ver voegen De be'rokken verlofgangers voor zoover zij niet begiepen zijn, onder die, verme'd sub 2hieiboven woiden mitsdien veiwittigd, dat zij zich, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uiti uiting door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van veilofpas en zakboekje, op iiet bepaalde onze bescherming goed bewaard, niet waar oudje Zijn vrouw ziet hem weifelend aan, maar als hij haar met eer. genadig gebaar over de tafel zijn hand toesteekt, glimlacht zij en knikt. „Doen de nichtjes dan ook iets voor den kost?" vraagt Laurette. „Natuurlijk!" Anton Hilbers kuclit. „Dat is immers het streven van onzen tijd vrouwen en meisjes moeten niet meer luie ren en zich door de mannen laten onder houden; zij zijn ook op de wereld gekomen om te werken. Men moet met den tijd en zijn denkbeelden meegaan." Fransje's lippen trillen. „Else maakt wit goed, ik ga uit naaien en Hansje helpt flink mee." „Ja, mijn dochters zijn moderne meis jes," zegt Hilbers. „En wat wij verdienen, is hard noodig," voegt Fransjo er bij. „Tralala, tralala!" zingt haar vader, en hij knikt Laurette toe. „Hoe mooi het hier in Berlijn is, kleintje, daar hebben jullie provincialen geen begrip van." „Dat is u zelf immers ook geweest, oom," spot het meisje. „Nu ja, maar met tusschenpoozen. Ik ging dikwijls hierheenik kon niet voort durend zoo buiten blijven zitten. Wat heeft iemand op het land tusschen koeien- en schapenstallen ook eigenlijk voor een le ven? Geen enkel nieuw idee, niets geen le vensgenot en Hij aarzelt en blijft steken, want uit do zijdeur komt zooeven een slanke gestalte binnen, Else, zijn oud ste dochter, wier ernstige oogen hem altijd zekere vrees inboezemen. „Ja, en dat duurde net zoo lang. datj naar-Berlijn-reizen," zegt zij, „tot ons Hil- I tijdstip bij hunne korpsen moeten bevindendat zij zich vooraf ter gemeente-secretarie moeten ver voegen, zoowel tot liet afteekenen van hun veilof pas als tot liet ontvangen van hun daggelden en zoo zij daarop aanspraak hebben van de vereisciite pa»s>agebiijetteiidat de verlofgaiigeis, die nalatig blijven op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij hunne later,- opkomst zooveel langer in dienst worden gehouden en zij, die aan de oproe ping niet voldoen, als deserteur zullen worden be handelddat zij, die wegens ziekte of gebreken am de opioepmg niet kunnen voldoen, daaivan moeten doen blijken dooi eene tei geineente-secretaiie over te leggen geneeskundige vetklaiing, en dat die verlofgangers voorts verplicht zijn, zich na hun herstel onmiddellijk bij hunne koipsen te vei voegen. En dat, na deze openbare kennisgeving, ieder milicien hierin betrokken, geacht wordt van zijne verplichting kennis te diagen, waardoor hij gehou den is, zonder verdere oproeping, aan de vooisclne- ven opkomst te voldoen en derhalve later geene onwetendheid ten deze zal kunnen voorwenden. SCHIEDAM, den 3den Mei 1899. De burgemeester voornoemd VERSTEEG. Rijweg van Schiedam naar ©versclile. Gegadigden naar de pacht van boven- genoemden tol worden uitgenoodigd liunne gezegelde inschrjjvingsbiljelten in te leveren vóór 24 Mei as. bij den burgemeester van Schiedam. De voorwaarden van verpachting liggen op de gemeente-secretarie ter lezing. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 3 Mei '99. De zitt.ng der Fransche Kamer die giste- ïcn is aangevangen, belooft niet veel. Er zal wel weer druk gepraat en weinig ge daan worden, want toen de voorzitter De- schauel ten aanscliouvve van den zeer tal rijk publiek gistermiddag om half drie de zitting had geopend, lag er een berg inter pellaties te wachten. De minister-president Dupuy nam na de voorlezing der interpellaties het woord en aanvaardde de discussie over de interpella tie aangaande Algerië voor den 8sten Mei. Hij vroeg de Kamer die over de zaak-Drey- fus te verdagen tot na het arrest van het llof van Cassatie. Voor do behandeling der verschillende interpellaties over andere on derwerpen bleef de Vrijdag van. elke week beschikbaar. De socialist Viviani nam uit naam zijner politieke geloofsgenooten genoegen met de verdaging der interpellaties over de Zaak. Maar hij vroeg Dupuy of deze een onder zoek had bevolen naar de verduistering van enkele stukken. Hij verheugde zich over de publicatie van het dossier van het onder zoek van het Hof, dat allen in staat heeft gesteld zich een oordcel over de Zaak te vormen. Nog vroeg Viviani of Dupuy be reid was, na de uitspraak van het Hof di noodige maatregelen te nemen tegen de ge compromitteerde personen van welken rang of welken graad ook. D? radicale Parijsclie afgevaardigde Bos vroeg de invrijheidstelling van Picquart; bershausen heelemaal hierheen is gekomen, heeiemaal." Dat klinkt of zij het zoo maar zegt, zonder bedoeling. Dan wijst zij op een stuk wit goed dat zij onder haar arm heeft. „Ik hoor daar juist dat je er bent, zoo vroeg al. Dan help je me zeker nog wel even met het meten, Fransje?" Anton Hilbers' gelaat is rooder gewor den. Hij doet of hij de binnentredende in het geheel niet ziet, maar wendt zich tot Fransje. „Ja, wat heeft dat eigenlijk te beteeke- nen, dat je er al bent?" roept hij liaar nij dig toe, „Ik wil toch niet hopen je bent bi] een fijne familie geweest, bij directeur Lohmaun," en weer tot den schoolmeester gewend, die zijn oogen van de eene slanke meisjesgestalte naar de andere laat dwa len: „Natuurlijk is het mij niet onverschil lig waar de meisjes heengaan; ik neem na tuurlijk eerst informaties. Dat ben ik ver plicht jegens mijn gezin. En ik let er streng op ook. Drie meisjes te Berlijn, dan is op passen de boodschap." Hij leunt achter over in zijn hoekje, rolt zijn sigaar onder zoekend tusschen zijn vingers en zegt: „Nu, Fransje Zij staat, zich hoog oprichtend, naast haar zuster en werpt haar hoofd trotsch in den nek. „Mevrouw was niet tevreden; ik ga er niet weer heen." „Niet weer heen! Onzin! Het zijn def tige klanten. Haal je maar niets in je hoofddat zou niet verstandig zijn." „Uw raad is onnoodigmevrouw wil het 7t ZOO. „O zoo, weggestuurd, om zoo te zeggen? Mi] n dochter? Ik ben de voormalige land eigenaar Hilbers m ij n dochter 1 Ik ga er heenmorgen ga ik er meteen heen. maar door de rechterzijde en het centrum werd zijn verlangen zeer slecht opgenomen De republikein Massabuau was met te vreden met de verdaging zijner interpella tie over de slinksche handelingen der straf kamer. maar de Kamer wensehte thans geen debat. Nadat de nationalist (Ja-helm nog den wensch had uitgesproken dat hot volle heht zou worden verspreid over de stukken die niet aan liet llof waren mede gedeeld, besloot de Kamer te voldoen aan Dupuy's verlangen en alle interpellaties over de zaak-Dreyfus uit te stellen tot na bet arrest van het Hof. Op Viviani s vraag omtrent de verdonke remaande stukken antivooidde De Freyei- nct met de vraag welke die stukken waren Na afloop der zitting heeft hij daarom een schrijven gericht tot den minister van oorlog, waarin hij vraagt waar de volgende stukkon zijn gebleven lo. het uit Guyana aan minister Lebon gezonden document, waarvan Gachet heeft gesproken; 2o. de bekende commentaar van Du Paty de Clam op het borderel3o. liet door Gonse en NVattine opgemaakte rapport; 4o. de ver klaring van Decrion 5o. de twee tegenstrij dige vertalingen van het bekende telegram van Panizeardi. Decrion's naam brengt ons vanzelf op do- verklaring die Du Paty de Clam Zaterdag voor do vereemgde kamers van het Hof beeft afgelegd, en die de „Figaro" gisteren publiceerde, hier en daar met een korte op merking, aanduidende dat Du Paty's uit eenzettingen zeer grooten indruk op het Hof hebben gemaakt. Wij zullen trachten het belangrijkste van Du Paty's verdediging in 't kort weer te geven. Hij zegt als soldaat te hebben gehoor zaamd, zelfs zonder voor schriftelijke be velen te zorgen, zoodat hij nu ook de zonde bok is. Generaal De Boisdeffre liad hem in 1894 aangewezen als officier van politie m de zaak-DreyfusDu Paty had er geen zin in en had zelf Picquart genoemd; maar De Boisdeffre had, op instigatie van Hen ry, hem die taak opgedragen. Hij was toen bij zijn schijnproeven met Dreyfus afgegaan op de raadgevingen van Bertillon en Co- cliefert. Zijn rapport aan den minister van oorlog in November '94 concludeerde niet tot Dreyfus' schuld. Du Paty zegt dat de vaisclie brief Weyler was geschreven niet door hem, maar door Decrion, die er niet den geheimen agent Guenée een ware fa briek van vaisclie documenten op nahield [Hier zij, ook ter toelichting van "Viviani's vraag in de Kamer, opgemerkt dat De crion's verklaring in liet dossier van liet onderzoek vergeten of opzettelijk weggela ten is. It e d.] Ook ontkent Du Paty mede- deelingen te hebben gedaan aan „Éclair" en „Libre Parole"; Henry en Pauffin de St. Morel, De Boisdcffre's adjudant, waren daarvoor aansprakelijk. In October 1897 had generaal Gonse, die gemachtigd was door en gedekt werd dooi de verantwoordelijkheid van De Boisdeffre, hem gezegd dat Esterliazy a tuut prior gered diende te wordenanders dreigden er bui- tenlandsche verwikkelingen die tot een rampzaligen oorlog zouden leiden, en Voor den drommel, die lui zal ik eens op hun nummer zetten." Zijn krachtige stem dreunt door het gehecle vertrek. „Als u dat maar laat. Ik wil liet niet!" zegt Fransje driftig. „O zoo, dan heb je zeker zelf schuld Dat zou nog mooier zijn! Als mijn dochters zicli buitenshuis zóó gedragen dat ze mij schan de aandoen Mina, dat zeg ik je „Maar Anton!" zegt zi]n bleeke vrouw kalmeerend. Laurette heeft opgehouden met schommelen en kijkt met vroolijke nieuwsgierigheid om zich heenhaar broe der wrijft aandachtig aan een vlekje op zijn jas. „Wat! Ik beu heer in mijn eigen huis ik ik!" brult Hilbers. „Zeker Anton, natuurlijk, wie anders." „Ik heb altijd de tucht gehandhaafd. Mijn dochter weggestuurd! Ze hebben je zekei je geld ook ingehouden?" „Neen!" „Ik geloof je niet laat zien En als Fransje geen beweging maakt, voegt hij er aan toe: „Mina, kijk eens na of het uit- komt." Met een smeekend gebaar gaat de moe der naar haar dochter toe die een hoofd grooter is dan zij. Eerst staat er strijd te lezen op Fransje's gelaat; dan haalt zij haar portemonnaie uit den zak, drukt haar moeder iets in de hand en verlaat met haar oudste zuster de kamer. In de kamer cl aarneven, waar zij binnen gaan, staan de bedden der beide meisjes, de naaimachine en een groote tafel voor het knippen. Fransje is erg driftig. „Else in 't bijzijn van die vreemde mcnschen. „Ik houd-het niet meer uit! En waai werk ik eigenlijk voor 1 Ikt kan geen Flankrijk had geen kanonnen. Du Paty, Henry, Pauffin de St. Morel en Gribelin waicn toen aan den arbeid getogen om Es terliazy te redden. Du Paty had hem het ai tikef „Dmi" in de peil gegeven en Ester liazy 's brieven aan president Faure gedic teerd. Hij had Hem evenwel niet liet be vrijdende document %-erseliaft, en evenmin de telegrammen „Speranza" en „Blanche" aan Picquart gezonden. Dit behoort op de rekening van Jlenry en Guenée. Toen Du Paty, een.gc dagen vóór de interpellatie- Castclin, zijn noef, minister Cavaignac, ging waarschuwen dat het stuk-Henry valsch was, snauwde deze hein toe „Be moei je met je eigen zaken". Cavaignac scheen dus te weten dat het stuk valsch was, nog voordat hij er in do Kamer als bewijs mee kwam aandragen. Nog verklaarde Du Paty dat Henry, toen hij, voordat hij zelfmoord pleegde, aan zijn vrouw schreef: „Je weet in wiens be lang ik heb gehandeld," doelde op generaal Mercier, en met den uitroep„O die ellen delingen, zij hebben mij in het verderf ge stort op zijn chefs die hem gekweld en lat#'- opgeofferd hadden. Merkwaardig is nog de verzuchting waar mede Du Paty zijn verklaring besloot. Toen er voor het eerst aanvallen tegen hem wer den gericht, ging hij zich beklagen bij zijn „grooten chef", wiens bevelen hij altijd stipt had opgevolgd. „Ge hebt als een braaf man, als een loyaal soldaat gehandeld," zei de generaal hem, „en zoolang ik leef, zal ik niet toelaten dat men u te na komt." „Maar," zei Du Paty tot liet Hof van Cas satie op droevigen toon, „hij leeft nog en ik word opgeofferd." Du Paty's verklaring trekt natuurlijk al gemeen de aandacht. Is de publicatie der „Figaro" juist of niet? De „Temps" ver neemt van een vriend van Du Paty dat er talrijke onjuistheden in voorkomen. Daar entegen zegt de „Agence Nationale" dat de publicatie in de „Figaro" volkomen juist is, en wijst er op dat er duidelijk uit blijkt dat er inderdaad een fabriek van vaisclie documenten onder leiding van Decrion en Guenée heeft bestaan. y\, r Gemengde Bededeellngen. Martin Eduard von Simson, een van de oude garde der Duitsclie staatslieden, is op bijna 89-jarigen leeftijd overleden. Von Simson is lid, secretaris en voorzitter dei- Nationale Vergadering van Frankfort ge weest, lid cn voorzitter van het Pruisische Huis van Afgevaardigden, voorzitter van den constitueerendcn en den eersten gewo nen rijksdag van den in oordduitschen Bond en voorzitter van het tol-parlement. In. 1849 was hij het die den koning van Prui sen den keizerstitel aanbood; in 1871 over handigde liij den Koning het adres waarin hem de keizerlijke waardigheid werd aan geboden. Ook den Duilschen Rijksdag pre sideerde hij tot 1874. In 1877 trok hij zich uit het politieke leven terug. Von Simson, die verschillende rechterlijke ambten, laat stelijk dat van voorzitter van het „Reichs- gericlit" bekleedde, vierde een der laatste dagen zijn 70-jarig doctoraat in de rechten. cent overhouden, en altijd die ruzie en al tijd dat gevoel van schaamte en moeders zwakheid. Ik ga in betrekking of ik ga op me zelf wonen." Zij valt op een stoel neer en staart voor zich uit in de lucht. „Ja," zegt de andere, „jc kunt het doen, en niemand kan het je kwalijk nemen. Zelfs ik niet!" Een lange zucht. „Al treft het mij ook liet zwaarst. Want als ik Sie- gerfc precies moejt uitleggen hoe het er hier wel gesteld is cn misschien is het hem niet naar den zin, als mijn zuster op zich zelf woont solide ziet het er ook niet uit. En hij is erg gesteld op solide." Zij legt liet goed breed uit. Ook zij heeft een fijn gezicht, maar de frischheid der jeugd is weg en om den mond ligt een trek van kommer. Fransje springt.op en gaat naar Else toe. „O ja, Siegert," mompelt zij. „Denk je dan dat hij het eerlijk meent?" Else knikt en glimlacht weemoedig. „Eerlijker dan die huiten die meenden dat hij, te oordeelen naar zijn levenswijze, zijn dochter een flinken bruidschat kon mee geven eerlijker dan zij die van liefde en bewondering spraken en later zoo'n slecht geheugen hadden, dat ze zelfs vergaten te groeten „Anne Else „Ja, kind, men doet ervaring op, hoe dan ook." Zij duwt de schaar open; liaar vin gers vertonnen harde plekken van het han- teeren der schaar. „En Siegert," fluistert Fransje, „is maar een ondergeschikt ambtenaar, maar een goeie man." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1