No. 9930.
De familie Hilbers,
53"e Jaargang.
Woensdag 10 Mei 1899.
12l
Bericht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Oct
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant \erschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post 11. 1*65»
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Koterstraat 68.
Prijs der Advert en tién: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12 is cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Itleine advertenti&n opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 133.
Donderdagavond verschijnt de
„icliledamsche Courant" wegens den
Hemelvaartsdag niet.
Advertentiën voor liet nummer van
Woensdagavond gelieve men xoo
tydig mogelijk In te zenden.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 9 Mei '99.
Engeland is zich bewust dat geen der
mogendheden de Zuid-Afiikaansche Republiek
zal bijsiaan. Duidelijk is in den laatsten tijd
gebleken boe vijandig men in Duitscbland,
hoe onverschillig men m Fi ank rijk is gestemd
jegens de Boeren republiek. En velen, zorak
Yves Guyot in de «Siècle", prijzen een En-
gelsch bewind aan boven een Boeien-regeei mg.
Een uitnemend tijdstip dus om de Trans-
vaalsche quaeslie eens (erm aan te pakken
te meer daar Engeland zelf op het oogen-
blik, zooals wij onlangs aantoonden, niet veel
belangrijks aan bet hootd heeft. Zondag j 1
nog zijn, naar uit Peking wordt gemeld, de
sinds geruimen lijd hangende onder handelin
gen met Duitscbland over den spoorweg
aanleg van Tien-tsin naar Ciiin-Kiang tot
een goed einde gebracht.
Wat er nu eigenlijk van de zijde der
Engelsche regeering is geschied, weet men
nog niet met zekerheid. Ee:st heette het dat
er een ultimatum was gezonden, maar dit
werd van dc zijde der regeeririg tegenge
sproken. De offlcieuse «Daily Graphic" gaf
evenwel toe dat de geruchten over een
mogelijke breuk met Transvaal wel niet
geheel ongegiond zulleo zijn geweest, daar
de regeering in de bestaande omstandigheden
haar plicht zou verzuimen, wanneer zij zich
niet voorbereidde op bepaalde mogelijkheden.
De geruststellende mededeeling der regee
ring beeft het publiek niet volkomen kunnen
overtuigen, omdat Chamberlain zich aan de
vragen van verschillende leden van het
Lagerhuis over Transvaal heeft onttrokken
itii op leis te gaan.
De «Daily Graphic" nu meent dat de toe
stand op den duur onhoudbaar is, al is bij op
het oogenblik ook niet zoo eig als wel ge
dacht woidt.
En dan komt liet
«De oppei heerschappij in Zuid-Afrika, de
suzeieimtcit in Transvaal, omvat plichten
zoowel ak rechten, en den uitlanders die,
verbouwende op die suzereiniteit, hun kapi
talen in het land hebben belegd, komt liet
toe te vragen waarom Engeland een loc-land
duldt die angstwekkend is en leiden kan tol
financieel vet lies."
Het blad beroept zich dan op de spijtige
uitlatingen in Franscbe bladen, waai tri aan de
Ttansvaal-che tegeeiing wordt geweten wat
de schuld is van de domheid van Franscbe
kapitalisten om bun geld te beleggen m twij
felachtige mijn waaiden.
Evenwel, hetzij dan steunende op recht
of op kracht, Engeland sehjjnt m ieder geval
weder een ernstige poging te willen wagen
om Transvaal te overvleugelen en, al bevatten
Chamberlain's telegram aan de Transvaal-
DOOK
E.VELY.
ïransje zwijgt; alleen speelt een bittere
glimlach om haar mond ter wille barer
zuster moet zij bukken en zich zoo beschei
den mogelijk kleeden en alles verdragen
een ieder denkt alleen aan zich zelf. Waar
om ook zij niet? Zij heeft tocli hetzelfde
recht op geluk, op tevredenheid als een an
der, hetzelfde recht om vrijelijk te doen
wat zij wil
Een zonnestraal glijdt over liet dak van
den tegenoverliggenden vleugel van hot
huis. Hoe lang is liet niet geleden dat zij in
de vrije natuur heeft gewandeld zonder aan
den tijd te moeten denken een verlan
gen grijpt haar aan naar buiten. En plotse
ling wordt de begeerte in haar wakker om
aan dat verlangen toe te geven. Zij grijpt
hoed en mantel.
„Je gaat dus uit?"
„Ja."
Else knikt. „Beveel je dan eens aan bij
enkele menschen die je in langen tijd niet
hebben laten komen. Zoo iets kan nooit
kwaad in 't voorbijgaan. Het staat heel
beleefd." Zij heeft altijd praktische raadge-
vmgen, de oudere zuster.
5» Ia de huiskamer, die door Hansje's flin
ke handen is opgeruimd, staat Laurette
naast de schrijftafel met een rose couvert
ja de hand zij tracht het ongemerkt weg
tejitoppen.
fjy| »^eet je wat hier ontbreekt?" vraagt zij,
sche regeering geen bedreiging of ultimatum,
de toestand schijnt inderdaad /eer ernstig
te zijn. Een telegram van gisteren uit Pre
toria zegt: »!)e Uitvoerende Raad heeft zich
hedenmorgen bezig gehouden met buiten-
lamlsche aangelegenheden, 's Middags vei ga
derden op verzoek van president Kr uger de
beide Volksraden met gesloten deuren. De
leden van den Uitvoerenden Raad waien ter
vergadering tegenwoordig."
Chamber lain verklaarde gisteren in ant
woord op eeij vraag in het Lagerhuis dat
tie dynanriet-concessie in strijd is met artikel
14 der Londensche Conventie. Bij de onrust
wekkende geruchten omtrent Tiansvaa! wen-
sebte de minister niet stil te staan.
m
.De nationalisten hebben zich in de Fian-
sche Kamer weer eens duchtig geroerd.
Georges Berry wilde liet naatje van de
kous weten van Ue Fieycinet's aftreden,
waai van hij de eigenlijke reden meende tc
zien in liet feit dat de minister verhiudetd
werd het leger voldoende te doen eer biedigen.
Bovendien vtoeg hg of het een volte-face
beteekende dat de nieuw-benoemde minister
(Mone-tier) een dei genen was die legen
Dupuy's gelegenheidsvvet hadden gesteend.
De minister-president Dupuy antwoordde
dat De Fteycinet alleen was afgetreden om
de door hem opgegeven reden, n.l. het
onhebbelijk gedrag der Kamer. Er was geen
zweem van rneenirigsver.-chil geweest in liet
ministerie. Hij, de 'premier, was ook niet
van meeniug veranderd ten op/.iclite der wet
die tie bei echting eener revisie-zaak ontti ekt
aan de strafkamer, maar die wel kan toch
niet een criterium zijn voor republikeinscbe
politiek.
Intuvscben had Lazies al staan schreeuwen
om den minister van buitenlandsche zaken.
Want ongenoegen tusschen Delcassé en De
Fteycinet, naar aanleiding van kapitein Cuig-
uet's verklaring voor het Hof, was volgens
hein de reden van De Freycinet's aftreden.
En Lazies hield zijn bewering staande on
danks de tegenspraak van Dupuy. Delcassé
steunde de dt'eyfusards, en daarom vet baasde
Lazies zich dal De Freycmet en niet Delcassé
bad moeten wijken. Dupuy volgde hem op
dat tei rein zeer wijselijk niet.
Delcassé was met aanwezig, wat Lazies
hem bijzonder kwalijk nam. Hij ging te keer
als een gek tegen den minister van buiten
landsche zaken om, terwijl de Kamer steeds
rumoeriger werd, teu slotte uit te toepen dat
De!ca«sé's wangen niet meer kunnen blozen
als bij een kaakslag krijgt.
Dat was te bar. Alleen met de stemmen
der nationalisten en een deel der rechtci zijde
tegen, weid op Lazies de censuur toege
past. Onder lievig tumult riep Lazies toen
nog uit«Ik lach om de censuur die uitge
sproken wordt door de bewerltets van Pa
nama".
Daarop weid met 414 tegen 67 stemmen
een gewone motie van orde aangenomen en
begon de Kamer aan de behandeling der
mier pellaties over Algenë.
Wat later verscheen Dricassé in de Kamer.
De briket zijde bracht hem eeu ovatie. Del
cassé zeide»Als ik zooeven hier was ge
weest, zou ik myn stem van de tribune heb
ban lateu hooien."
Fransje toelachend. „Een piano. Die mis ik
erg. Mijn stem verroest heelemaal. Thuis
hadden wij althans nog een dragelijke ram
melkast."
„Daar kunnen we je helaas! niet mee van
dienst zijn. Eise en ik hebben liet piano
spelen moeten opgeven en Hansje heeft
nooit les gehad." En met een trilling om
haar lippen voegt zij er bij„Die arme
Hansje heeft het 't slechtst gehad. Nooit
zal ik den dag vergeten toen zij naar de ar
menschool moest. Zij klemde zich aan ons
vast Tot dat oogenblik had zij er nog geen
begrip van gehad hoe liet met ons gestold
was, boe ver het met ons reeds gekomen
was."
„Oom Anton is een flinke man; die zal
het wel weer tot iets brengen," zegt Lau
rette.
Juist komt Hansje binnen, trekt Fransje
aan den arm en houd haar stil lachend een
blad papier voor. Het is een kleine cariea-
tuurLaurette, het meisje van buiten, voor
den grooten spiegel, waar zij het liefst voor
staat, ,,'t Lijkt goed, hè 1" fluistert het
meisje.
„Zeker, kleine grappenmaakster 1" En zij
krijgt een steek door 't hart. Zij heeft
Hansje's teekeningen eens meegenomen
naar de vrouw van den president en die
vond er veel blijken van talent in en had
beloofd bij kunstenaars die te haren huize
verkeerden, een goed woord te zullen doen
voor de kleine autodidacte. Hoe heerlijk
had Fransje zich al het oogenblik voorge
steld waarop zij thuis zou komen en tot het
meisje zou kunnen zeggen: „Je zult goed
onderwijs krijgen; men wil iets voor je
doen. Je zult er niet ook toe gedoemd zijn
met naald en schaar machinaal te werken,
Aan liet eind der zitting kreeg de minister
nog het woord en vei klaarde toen dat de
mini-ter president volkomen de waar beid had
ge/egd. Hij, Urlea-M1 had al zijn zelfver-
looclnng en ai zijn vader laird-hetde te baal
moeten nemen om de leiding der buiten
landsche aangelegenheden op zich te nernen
in de omstandigheden waarin hij dat had
gedaan. IItj meende zijn vaderland goed te
te hebben gediend en dankte de Kamer voor
haai votum.
Het gerucht gaat opnieuw dat Von
Schwartzkoppen in een schrijven aan pre:
sident Loubet zijn rol m de zaak-Dreyfus
uitvoerig beeft uiteengezet. Uit dit schrij
ven zou Dreyfus' en Picquarts onschuld
volgen en, ofschoon diens naam met wordt
genoemd, Esterhazy's schuld.
Zou er verband bestaan tusschen dit feit
en het volgende telegrafische bericht uit
Parijs, dat de „Koln Ztg." op m 't oog loo-
pende wijze afdrukt:
„In onderrichte kringeii wordt verzekerd,
dat de revisie van het proees-Dreyfus onver
mijdelijk is geworden, en wel voorwaarde
lijk om redenen die buiten de juridische
zijde van het revisie-proces gelegen zijn."
Door de „Matin" geïnterviewd heeft Es-
lerhazy bevestigd dat de bonapartist La-
guerrc hem te Londen heeft bezocht om
uit naam van Dupuy en De Freycinet de
papieren te koopen, die de majoor bezit.
Mr. Cabanes was er bij.
De „Liberie" lieeft er Cabanes naar ge
vraagd. Deze zegt dat liet verhaal juist is;
maar Laguerre kwam uit naam van Dupny
en Lebret. Minister De Freycinet wist er
niet van.
Laguerre beeft op zijn beurt aan hetzelf
de blad gemeld dat liij voor persoonlijke
aangelegenheden naar Nederland en naar
Londen is geweest, waar hij toevalligerwij
ze Estcrhazy ontmoette.
Cabanes beklaagt er zich in een brief aan
minister Lebret over dat een telegram van
Esterbazy, op deze zaak betrekking hebben
de, hem niet beeft bereikt, en dat hij op
zijn reclame bij het bestuur der telegraaf
geen antwoord heeft ontvangen.
Gemengde Mcdcdcellngcn.
Do Czaar en de Czarina moeten besloten
hebben tegen het eind van Augustus of het
begin van September een bezoek te bren
gen aan koningin Victoria.
Te Weenen heersclit groote ontsteltenis
omdat het systeem van een nieuw model
snelvuurkauon gestolen is.
Cavaignac heeft ter gelegenheid der Jean-
nc-d'Arc-feesten te Remilly het woord ge
voerd, waarbij hij heel sterk afgaf op de
aanhangers der revisie. Een deel van het
publiek ontving hem met gefluit en gejouw.
Zondag drong een man het binnenplein
van bet Elysée op en begon te schreeu
wen: „Weg met Loubet! Weg met de Re
publiek! Weg met de vrijmetselaars!" De
man werd gepakt. Hij is waarschijnlijk niet
wel bij 't hoofd.
Volgens de „Tribuna" heeft het den
terwijl er een talent in je sluimert dat niet
benut kan worden." Maar nu is ook dat
voorbij. Zij kust Hansje bijzonder tocder.
„Ga je nu ergens anders heen? Zal ik
misschien voor je telefoneeren
„Neen, kind, ik ik zal wel zien waar
mijn weg heen leidt." En voordat Hansje
meer kan vragen, is zij de deur uit. Dooi
de lialf openstaande deur van de slaapka
mer harer ouders ziet zij hoe haar moeder
zorgvuldig haars mans das strikt. Zij gaat
de zacht-krakende treden der trap af, liet
binnenplein over, de groote poort door en
haalt diep adem nu zij in den ochtendzonue-
schijn op straat staat. Wat is dat een
vreemd gevoel, zoo vrij zijn. schreden te
kunnen wenden waarheen men wil. En tocli
weer onbevredigend zoo zonder doel
rondloopen. Zij wilde dat zij een idee kreeg.
En dan denkt zij zich in de positie van
iemand van buiten die te Berlijn een kijkje
komt nemen, Berlijn, dat door zijn hard
werkende bewoners zeiven zoo slecht gekend
wordt. MuseaDat zou heel natuurlijk zijn
maar dat beteekentzich weer tusschen
muren opsluiten. En zij laat haar longen
liever genieten in de vrije lucht. Zoo loopt
zij in de richting der stad de straten door
met ongewoon langzamen stapwaar zij an
ders nooit op let, dat trekt nu haar aan
dacht, dat wordt door haar opgemerkt. De
dienstmeisjes, de leveranciers, do schoolkin
deren zijn op weg, de knapen alleen, van
hun waardigheid bewust, de meisjes veelal
begeleid door de „juf". Dokterskoetsjes rij
den voorbijde heeren er in zitten te le
zen; voor de deftige dames van het weste
lijk deel der stad is het nog te vroeg om uit
te rijden. Als zij rijtuig hield, dan zou zij
geen grooter genoegen kennen dan vroeg
J, VI
schijn of noch Visconti-Venosta noch Son-
mno geneigd zijn zitting te nemen in een
nieuw ministene-Pelloux. Deze heeft giste
ren met Visconti-Venosta geconfereerd.
Volgens de „Polit. Corr. zit de moeilijk
heid hierin, dat Visconti-Venosta buiten
landsche zaken neemt, dat aanvankelijk
aan Sonmno was toegedacht.
De verkiezingen voor de Bulgaarsclie So-
branjc zijn voor de regeering gunstig afge-
loopen. Gekozen zijn 104 ministerieclen en
53 oppositioneelen. Er moeten 12 herstem
mingen plaats hebben.
Na afloop der Kamerzitting heeft de
Franscbe nationalistische afgevaardigde
Millevoye zijn collega Chenavaz zijn getui
gen gezonden, omdat deze hem toegeroepen
had: „Het woord is aan dc falsarissen van
den generalen staf."
Wljiiaccijns.
V r u c li t e n w ij n w e t.
Blijkens het Voorl. Verslag omtrent het
wetsontwerp houdende nadere bepalingen
omtrent den accijns op den wijn, gaven en
kele leden hun bevreemding te kennen over
de indiening door deze Regeering van een
wetsontwerp als dit, waaraan een min of
meer protectionistisch karakter bezwaarlijk
kan worden ontzegd. Vrij algemeen echter
vond do wenscli der Regeering om door
wegneming van de in onze fiscale wetgeving
bestaande belemmeringen onze vruchten
teelt tot ontwikkeling te brengen op zich
zelf instemming.
Verschillende leden betwijfelden of het
nut van den voorgestclden maatregel wel
zal opwegen tegen de nadoelen, die er tegen
over staan. Zij vreesden voor vervalsehing
op grooten schaal. Het is h. i. te verwach
ten dat bij vrijstelling van binnenlandsclien
vruchtenwijn de knoeierijen zullen toene
men, ten nadeele van den consument en
van don fiscus.
De misbruiken bij uitvoer van buiten-
landschen wijn zullen volgens sommige le
den slechts door verscherping der controle,
gepaard met groote krachtsinspanning der
belastingambtenaren te weren zijn.
Er waren leden die vreesden dat afdoen
de controle onmogelijk zal zijn en eenigeii
hunner zouden hieromtrent gaarne liet op
wetenschappelijke gronden steunende gevoe
len ingewonnen willen zien van een onpar
tijdig deskundige.
Afgezien van de schade die door bedoel
de misbruiken aan dc schatkist zal worden
toegebracht, vreesde men ook dat de op
brengst van den wijnaccijns zal verminde
ren tengevolge van de concurrentie van den
onbelasten vruchtenwijn. Men wees erop
dat de smaken dikwerf geleid worden door
een soort van modegeest, waaraan men o. a.
ook toeschreef het ten onzent plotseling toe
nemen van het gebruik van citroenwater
waardoor de consumptie van andere dran
ken vermindert.
Nog werd de vrees uitgesproken dat ver
meerdering van dc productie van vruchten
wijn afbreuk zal doen aan het bierverbruik,
en ook uit eeu hygiënisch oogpunt was liet,
beweerde men, niet wenschelijk, dat de
ooftwijn volksdrank worde.
in den morgen naar buiten te rijden, het
bosch in, of in den ontluikenden Tkiergar-
ten. En al is het er op het oogenblik nog
kaal, het moet er toch mooi zijn, als de zon
nestralen over stammen en takken glijden
en bruine en lila tinten tooveren.
De tram naar Moabit houdt daar juist
stil zij wil rijden en stapt op en gaat
naast den koetsier staan en iaat de frissclie
wind om haar gelaat spelen ja, dat doet
goed en zoo gaat het de Jagerallee door,
het groote rondpoint snijdend, de nieuwe
wijk door dicht tegen den Tkiergarteu aan,
die zij niet kent. Zij ziet immers de stad
niet zooals anderen; zij weet immers niet
hoe zij zich uitzet. En dan gaat het weer de
Spree voorbij en langs fabnekssehoorsteenen
en een geheel ander beeld bieden buizen en
voorbijgangers, kazernes en het paleis van
justitie. Do tram heeft het eindpunt der
lijn bereikt; zij wandelt terug naar het
hooge gebouw en denkt bij zich zelf boe
daar achter die hooge muren beslist wordt
over veel leed, over vele menschenlevens,
en dan blijft zij staan en beschouwt den
kraclitigen leeuw die, de gerechtigheid ver
persoonlijkend, den draak Zonde het vleesck
openrijt.
Ja, van allegorische voorstellingen heb
ben de mensclien wel verstand; dat staat
heel mooi. Maar dat een enkel menscb zijn
tong hoedt, zoodat die niet tot een scherp
zwaard wordt, dat goeden naam en eer ver
moordt, komt zelden voor. Men heeft een
onderwerp noodig om over te praten en
dan kan ook een eenvoudig naaistertje wel
eens gebruikt worden, al is 't maar voor af
wisseling.
En zij staart zoo lang naar den grimmi-
gen leeuwenkop en zij denkt aan zoo velerlei
Verscheidene andere leden betuigden hun
ingenomenheid met het wetsontwerp. Vol
gens eenigen had de Regeering zelfs verder
moeten gaan en ook vrijstelling van accijns
moeten voorstellen voor de suiker, benoo-
digd vooi de bereiding der hier bedoelde
dianken. Dezerzijds werd er nadruk op ge
legd dat de belangen van land- en tuin
bouw in hooge mate betrokken zijn bij den
voorgestclden maatregel.
In de tweede plaats werd de voorgestelde
maatregel toegejuicht, omdat men in be
vordering van de fabricage van ooftwijn een
middel zag ter bestrijding van misbruik
van sterken drank.
Enkele leden verklaarden zich tegen het
toekennen van vrijdom van accijns aan wijn
bestemd voor de vervaardiging van cognac,
uit vrees voor toenemend verbruik van de
zen drank. Andere leden vreesden dit met.
Sommigen merkten op dat. de voorgestel
de maatregel geen doel zal treffen.
's Ministers berekening kwam bun niet
juist voor, omdat de kosten van vervoer
daarbij over het hoofd zijn gezien. Werd de
vrijdom van accijns verleend zonder meer,
dan zou h. i. concurrentie met het buiten
land nog niet mogelijk zijn.
Er waren vele leden, die in meerdere of
mindere mate beaamden hetgeen door de
bestrijders van het w. o. was opgemerkt,
omtrent to verwachten fraude en teruggaug
der opbrengst van den wijnaccijus, docli
volgens die leden zijn do voordeelen van
overwegend belang en zij vertrouwden dat
fraude door doeltreffende maatregelen zal
worden beperkt.
Vrij algemeen werd er aangedrongen op
algeheele herziening van de verschillende
bepalingen den wijnaccijns betreffende en
op het in één wet bijeenbrengen van die
bepalingen, die thans ra drie wetten voor
komen en na totstandkoming dezer wet in
vier wetten verspreid zijn.
Commiezen der Posterijen.
Zondag h«d te Utrecht de jaarlijksclic
vergadering plaats van de Broederschap van
commiezen der posterijen, welke mede werd
bijgewoond door eenige hoofdambtenaren
van post- en telegraafkantoren.
De aftredende bestuursleden, do heeren
H. C. de Marree en B. Meylink werden her
kozen.
De volgende jaarvergadering zal plaats
hebben te Amsterdam.
Na de opening van de vergadering door
den voorzitter den heer J. J. C. v. Leeuwen
van Duivenbode en de afdoening van huis
houdelijke werkzaamheden, werd het woord
gegeven aan den heer Beelenkamp van Nij
megen, tot het houden eener voordracht
over „Verbetering door bezuinigingen". De
spreker wenschte op de post- en telegraaf be
grooting, welke thans tien millioen gulden
verre heeft overschreden, te bezuinigen
lo. door het dure corps van commiezen
der posterijen sterk in te krimpen en voor
liet grootste deel te vervangen door kler
ken
2o. de tegenwoordige telegrambestellers
te vervangen door jeugdige personen, zoo
als in Groot-Britannié, België, Frankrijk
enz en zooals in het Duitsche Rijkstele-
graafgebied op het punt staat te worden, in
gevoerd. Een algeheele invoering van dezen
maatregel zou leiden tot een besparing voor
dingen dat zij totaal vergeet dat zij mis
schien zelf nu en dan door de voorbijgan
gers wordt aangestaard. Plotseling ontstaat
door opstopping van rijtuigen en het op
dringen der voetgangers een stremming in
liet verkeer en een oogenblik later is een
gestalte aan haar zijde en ziet een heer haar
onderzoekend in liet gelaat. Zij ziet een
hoed afnemen.
„Juffrouw Hilbers."
Zij herkent plotseling den advocaat Loli-
manneen lichte schrik vaart haar door de
leden. Dan groet zij ernstig.
Hij heeft een aktentasch onder zijn arm
hij haalt even diep adem.
„Hier buiten is het ook beter dan bin
nen. Ik kom van een armen drommel dien
ik verdedigen moet."
Zij weet daarop niets te antwoorden en
knikt even met het hoofd. Zijn gelaat staat
zeer opgeruimd.
„U heeft het pakje toch ontvangen, juf
frouw Hilbers?"
„Ja dank u wel."
Wat kent hij haar naam goed. Maar dan
schiet haar opeens te binnen waarom hij
is de procureur van liaars vaders schuld-
eischer, misschien wel niet voor de eerste
maal. Én warm dringt het bloed haar in 't
gelaat.
„Hoe komt u juist hier naar toe vraagt
hij.
Zij prevelt iets onverstaanbaars en voegt
er bij„Ik moet nu ook weer terug." En
zij onderstreept die woorden, door in de
richting van de tram voort te loopen. Hij
blijft aan haar zijde.
(Wordt vervolgd.)