53"" Jaargang.
Zondag 14 en Maandag 15 Mei 1899.
No. 9933.
Eerste Blad.
De familie Hilbers.
Kenn isge ving.
BUITENLAND.
SCH1EDA ISCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering \an Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e 11 II. 1.25. Franco
per post fl. '1.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardlagen '10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adverlentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Moterstraat 68.
MM»
Pi-ijs der Adverlentiën: Vim 17 regels 11. 0.90; iedere regel
meer 12is cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Adverlentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleine mleeetentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcre. Telefoon A'o. 123.
Inspectie der Verlofgangers.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
VAN S C ii I E D A 31
Geilen het besluit van den heer Commissaris
der Koningin in do provincie Zmd-Uolland van 2U
April jl., A, no. 10G5 ('2de afd.) prov Had no. 20,
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de inspectie over de veilofgangeis der mi
litie te land, binnen deze gemeente za! plaats hebben
op DINSDAG, 6 JUNI 1899,
des voormiddags ten 10Vs ure,
op het terrein achter het gebomv de St. Joris Doele,
aan het Ooeleplein
dat op die inspectie zullen moeten verschijnen de
miliciens der lichtingen van
1893, 1894, 1895, 1896, 1897 en 1898,
voor zoover zij vóór den Ssten Apiil jl. in het ge
not van onbepaald vei lof zijn gesteld, met uitzonde
ring van "hendie in de maand Juni e. k. in toerle
lijken dienst moeten "komen of aan wien vrijstelling of
uitstel tot een nader tijdstip van de inspectie is verleend
En worden mitsdien opgeroepen al de blei boven
vermelde, zich met onbepaald verlof binnen deze
gemeente bevindende verlofgangeis, om op boven
gemeiden tijd en plaats te verschijnen.
Strekkende voorts tot informatie
a. dat de verlofgangers, volgens art 140 der Mi-
htievvet, ter inspectie belmoren te verschijnen
IN UNIFORM GEKLEED en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het
vertrek met verlof medegegeven, van hunne
zakboekjes en van hunne verlofpassen; en
b. dat zij, volgens art. '130 dei genoemde wet,
worden geacht onder de wapenen te zijn niet
alleen gedurende de» tijd, dien het bovenbedoeld
onderzoek duurt, maai in het algemeen wanneer
zij in uniform zijn gekleed, zoodat zij, die onge
regeldheden plegen of zich aan mipdiijven schul
dig maken bij liet gaan naar de plaats voor
het onderzoek bestemd, gedurende het onder
zoek en bij het naar huis koeren, te dier zake
zullen worden gestraft volgens bet ciimineel wet
boek en het reglement van krijgstucht voor liet
krijgsvolk te lande, bij gemold art. 130 toepas
selijk verklaard.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 13den Mei 1899.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overilclit.
SCHIEDAM, 13 Mei '99.
De op-non-activiteit-stelling van kapitein
Cuignet is een verrassing. Waarom is deze
vertegenwoordiger van liet ministerie van
oorlog voor het Hof van Cassatie, deze rech
terhand van Cavaignac en Roget aldus uit
den actieven dienst verwijderd Do Kamer
zitting van gisteren geeft het antwoord.
Men herinnert zich hoe er verschil van
meening bestond lusschen de ministeries
van buitenlandsche zaken en van oorlog
DOOK
E.YELY.
15)
Anton Hilbers lacht. ,,Ja, onze Berlij-
ners kunnen zich wol meten met de hecren
in jullie nest, liè? Maar u bevalt me ook
wel, mijnheer Lohmann. Wat men zoo een
„patente kerel" noemt. Werkelijk! Kijk
eens, die kleine daar staat onder mijn be
scherming. Zij heeft u zeker wel zoo'n brok
je levensgeschiedenis verteld zie je wel.
Ze wil te Berlijn een betrekking zoeken
tegenwoordig hebben immers alle jonge
meisjes zulke geëmancipeerde ideeën. Dat
ligt in de lucht; daar kan je niets togen
doen. Moderne ideeën. Maar ik heb gezegd
voorzichtig, en honderdman! voorzichtig.
Denkt u dat ik dat lieve, kleine ding ach
ter de eerste de beste, toonbank zal sturen t"
Willy Lohmann schenkt do champagne
glazen vol, bestelt ijs voor Laurette, biedt
Anton Hilbers een uitmuntende sigaar aan
en zegt: „Natuurlijk niet. En voor een on
dergeschikte betrekking is de jonge dame
ook veel te goed."
Hilbers stoot met zijn glas aan. „Op de
kennismaking."
„Wat heeft ze prachtige brillanten
zegt Laurette bewonderend.
„Nu, ik zou niet graag willen wedden dat
ze allemaal echt zijn maar het publiek
denkt het en daarmee is het doel bereikt."
Hij ziet met bewondering naar het leven-
dige gelaat zijner buurdame. Lauretto's
oogen hebben meer glans gekregen; haar
wangen zijn rooder gekleurdzij voelt de
Muziek en beweegt zonder het te weterü
haar buigzaam bovenlichaam op de maat.
over het bekende telegram-Panizzardi. Ter
wijl Buitenlandsche Zaken een vertaling
van dit telegram bezat die Dreyfus ont
lastte, wees die van Oorlog hem juist als
den verrader aan. Vandaar do herhaalde
verliooren van generaal Chamoin en kapi
tein Cuignet en den ambtenaar Paléologuc
voor het Ilofvandaar een ernstige brief
wisseling tusseheu beide ministeries; van
daar ook de reeds tegengesproken bewe
ring dat dit geschil de eigenlijke reden wa«
van Do Freyciuet's aftreden.
Nu is evenwel de briefwisseling tusschen
beide ministeries over dit geschilpunt Don
derdag afgedrukt in het „Petit Journal",
welke publicatie gistermorgen werd voort
gezet, en hierover wenscliten zoowel de na
tionalist Lazies als de socialist Viviani de
regeering te interpelleeren. Met toejuichin
gen werd de verklaring van den minister
van buitenlandsche zaken Delcassé begroet
dat de regeering de onmiddellijke behande
ling vroeg, die de Kamer dan ook toestond.
Viviani richtte zich daarop tot den mi
nister van oorlog met deze vragen„Is de
correspondentie door de pers naar waar
heid gepubliceerd Is de mededeeling dier
briefwisseling afkomstig van den minister
van oorlog? Welke maatregelen denkt deze
te nemen l
Minister Krantz antwoordde daarop dat
kapitein Cuignet uit eigen beweging bij
hom was gekomen en verklaard had dat hij
Zondag een deel van het dossier had gege
ven aan een zijner vrienden, die het aan
Judet, den hoofdredacteur van het „Petit
Journal" had medegedeeld. (Ontroering en
beweging.) De eigenlijke mededeeling is ge
schied door den heer Grosjean, rechter te
Versailles. (Uitroepen en levendige protes
ten op verschillende banken.) De minister
had in overleg met de regeering Cuignet
ontslagen uit zijn betrekking on op non-ac
tiviteit gesteld. (Herhaalde toejuichingen
links en van een clocl vaii liet centrum.)
Daarop nam de minister van buitenland
sche zaken het woord en verklaarde dab hij
de brieven, waarvan slechts verminkte stuk
ken waren gepubliceerd, in hun geheel zou
voorlezen. (Applaus.) Hij ontkende dat uit
die brieven een verschil van meening bleek
die tot De Freyciuet's ontslag had geleid.
Deze had zelf de motieven voor zijn aftre
den hekend gemaakt.
De rechterzijde maakte het den minister
herhaaldelijk lastig en wilde blijkbaar het
spelletje van jongstleden Vrijdag herhalen,
toon Do Freycinet van het woord moest af
zien. Maar Delcassé verklaarde onder le
vendige toejuichingen ,,Er zijn beleedigin-
gen die mij tot eer strekken. Ik zal de tri
bune niet verlaten."
De minister zette toen uiteen onder wel
ke omstandigheden hij den heer Paléologuc
vaardigde om het Hof van Cassatie voor
te lichten met dc pdracht al wat hij wist
in volle vrijheid te zeggen. Later, toen het
Ilof de stukken vri de kennen, had de mi
nister die laten overleggen.
„Behalve een telegram dat ge achter
hieldfc," riep Morinaud uit.
„Dat zult ge dadelijk zien," merkte een
ander, Pesillier, op.
De lachende mond is half geopend en laat
de blinkende witte, eenigszins spitse tan
den zien.
Willy legt zijn vingers zacht op de kleine
hand die in goedkoope, slechte glacés is
gestoken. En achter zijn welgevormde snor
fluistert hij troostend: „Nu benijdt u die
daar op het tooneel en misschien zal u
zelf nog eens zoo bewonderd, gehuldigd en
benijd worden,"
Haar adem stokt. En hij wendt zich tot
Hilbers„De juffrouw heeft een mooie
stem, zooals ik bij onze eerste toevallige ont
moeting ontdekt heb waarom laat u
haar geen zangeres worden, mijnheer Hil
bers?"
Diens oogen staan scherp onder zijn bor
stelige wenkbrauwen.
„Ja, ja," zegt hij met hot hoofd knik
kend, „er zouden meer dingen tegen dan er
voor te zeggen zijn. Bedenk onze familie
...de vooroordeelen."
„Bah zou u die niet kunnen overwin
nen V' vraagt Willy Lohmann met een stil
len glimlach.
„Bezwaarlijk," antwoordt de voormalige
heereboer erg gewichtig. ,.U kan. n niet
voorstellen hoe men bij ons aan standsvoor-
oordeelen hangt. Prins Iïatting zei altijd:
jullie bent nog arisbocratischer dan wij aris
tocraten van het blauwste bloed. En dan
bij de tegenwoordige slechte tijden het
geld is rond, beste mijnheer Lohmann."
„O, daar is wel raad voor. Er zijn. onder
wijzers genoeg die zich over een jong, veel
belovend talent ontfermen. Ik zelf zou be
reid zijn juffrouw Laurette bij mijn onder
wijzer te introduceeren. Als u mijn vader
goed kent, mijnheer Hilbers, dan zal u ook
wel weten dat ik zelf een harden strijd heb
te voeren om de kunstenaarsloopbaan te
kunnen volgen."
„Dat weet ik, natuurlijk, ja, dat weet
Delcassé ging voort: „Een officier (kapi
tein Cuignet) had de goede trouw van den
minister van buiteulandsclie zaken in twij
fel getrokken, en wel in het publiek. Dus
moest het eerherstel ook publiek geschie
den.
Toen was de briefwisseling gevolgd met
den minister van oorlog, die Delcassé nu
voorlas.
Wij zullen die stukken niet hier opne
men onze ruimte gedoogt dat niet, en het
is ook voldoende met in het kort de strek
king weer ce geven.
Deleassé daii schreef eerst aan Do Frey
cinet om hem het gebeurde uiteen te zetten
en te verlangen dat kapitein Cuignet zich
zou verklaren. De Freycinet antwoordde
dat Cuignet schriftelijke ophelderingen had
gegeven en ontkende den minister van bui-
loniandsche zaken te bobben willen beschul
digen. De lastige vragen van een magistraat
hadden hem er toe gebracht te spreken en
hij had ook niot gedacht dat zijn verkla
ring openbaar zou worden. Cuignet had al
leen de verantwoordelijkheid willen doen
uitkomen der vertalers van het telegram.
Delcassé verklaarde zich niet voldaan en
eischle overlegging der stukken aan het
Hof.
De minister bracht onder interrupties
van rechts hulde aan Paléologue en las
daarvoor ook een brief voor van generaal
Chamoin. De beschuldiging dat hij Paléo
logue diens verklaring in den mond zou ge
geven hebben, wierp hij van zielimen had
dat gezegd uit spijt omdat hij niet in teger
gcstclden zin pressie had willen uitoefenen.
Ten slotte toonde de minister aan dat
Cuignet zelf indirect had moeten toegeven
dat de vertaling van Panizzardi's telegram
van Buitenlandsche Zaken juist was.
Een heftig twistgesprek had zich nu al
lengs ontsta uiien tusschen Delcassé en La
zies die herhaaldelijk interrompeerde. Ook
Dupuy werd in dit debat betrokkenLa
zies wierp hem naar 't hoofd dat hij ont
kend had dat er meeningsvorschil in 't mi
nisterie bestond.
Neen antwoordde Dupuy dat heb
ik niet gezegd; wèl, dat er geen mceniugs-
vcrseliil bestond dat De Freyciuet's aftre
den motiveerde.
Lazies ging nu andere brieven voorlezen
die tusschen beide ministeries waren ge
wisseld, waarop ook Kranlz met een brief
kwam aandragen.
Nu trok Lazies tegen de bestraffing van
Cuignet los cn verweet de regeering dat zij
liet leger niet eerbiedigde. Onder hevig ru
moer en herhaalde interrupties constateer
de hij dat daarin ook de reden van De Fréy-
einot's aftreden lag. De uitdrukking: „De
Republiek doet zijn leger niet eerbiedigen",
dwong de voorzitter hem in te trekken.
Het slot was dat de Kamer met 417 te
gen 115 een eenvoudige orde van den dag
verwierp en met 389 tegen 64 stemmen de
door Dupuy verlangde motie van vertrou
wen aannam.
Na afloop van deze zitting ontving Del
cassé, wiens ferme houding lof verdient, de
getuigen van Lazies, die zich door een uit
drukking des ministers beleedigd achtte.
ik," haast de ander zicli te zeggen. „Ja, ja
u moet hot maar doorzetten't is een
mooie loopbaan, die van een kunstenaar. Ja,
Lauretje, als we meer geld hadden of,
als ik maar weer eens wat kon winnen op
de renbaan. Ilc zeg u, mijnheer Lohmann,
daar heb ik al wat gewonnen, voor mezelf
en voor mijn vrienden. Ik moet lil. altijd
oor lien allen inzetten. Ik ben gelukkig,"
oegt hij er bij.
„Ik moet om u lachen, heusch," z.egt de
jonge man die nog meer champagne heeft
besteld.
„Proost Ja, er is met mij wel om te
gaan
Willy buigt j.ijn hoofd wat dichter naar
den man tegenover hem.
„Wat zou u er van denken als u het ge
luk voor mij ook eeus uitdaagde, mijnheer
Hilbers?"
Deze trekt een vergenoegd gezicht.
„Waarom niet. Wat, er te doen is, zullen
we doen."
„Overmorgen is er immers weer wat?"
„Overmorgen, ja. Hoppegarten prach
tige kansen."
„Welnu. Mag ik u dan een bankje toe
vertrouwen voor gemeenschappelijke reke
ning?"
„Waarom zou ik u niet van dienst zijn,
jonge vriend," en met grooté koelbloedig
heid steekt Anton Hilbers het bankbiljet
bij zich alsof het een koperstukje is, en ver
volgens wipt hij met één teug een glas
champagne naar binnen.
Willy slaat hem vergenoegd gade. Lau
rette heeft haar hand teruggetrokken om
te applaudisseeren. Ais de storm van toe
juichingen bedaard is, vraagt Willy Loh
mann „Maar juffrouw Laurette moet toch
een wedren te zien krijgen. Wil u haar aan
mijn hoede toevertrouwen? Dat wil zeggen,
we gaan natuurlijk samen zij brengt ons'
Delcassé heeft de uitdaging geweigerd.
Vermelden wij ten slotte dat de rechter
Grosjean wegens zijn mededeclingen aan
het „Petit Journal" voor een raad van dis
cipline zal komen.
Gemengde Mededeclingen.
De commissie uit het Engelsche Lagerhuis
heeft in tweede lezing het amendement op de
wet op de middelen aangenomen, om een
surtaxe van 1 sh, per gallon te hellen van
sterken .drank, reukwerken en wijn, die op
flessehen worden ingevoerd.
De leden der linkerzijde van beide Belgische
Kamers hebben vergadeid en de volgende
conclusie genomen: Het kiesiecht-ontweip
der regeering is ongrondwettig, omdat
het tegen art. G der grondwet, over de poli
tieke gelijkheid van alle Belgen voor de wet,
een ongelijke wijze van vei kiezing invoeit.
De parlementaire linkerzijde zal alle middelen
aanwenden om deze partij-staatsgreep af te
weren en besluit eenparig de verdaging der
behandeling te eisclien en, wanneer die ge
weigerd wordt, zich van deelneming aan de
beraadslagingen te onthouden.
In het kolenbekken van Luik zijn op ver
schillende plaatsen de raden van nijverheid
en arbeid bijeengekomen.
In de vergadering te Jemappes namen de
gouverneur der provincie Luik als vertegen
woordiger der regeering, de afgevaardigden
- patroons en die der werklieden liet
rd. De werklieden eindigden inct te er-
L- non, dat dc loonsverhooging van 5
do_ i de patroons aangeboden, de hoogst
rnogc.ijke concessie is. Dc stakers besloten
daarop den arbeid to hervatten. Waar
schijnlijk zal dc werkstaking, ten gevolge
van dit besluit Maandag eindigen.
Een groot aantal arbeiders is tot een
maand gevangenisstraf veroordeeld wegens
vergrijpen tegen de vrijheid van den arbeid.
Met vorstelijke praal is gisteren het lijk
van den kardinaal-aartsbisckop van Keulen
naar den Dom overgebracht en in den graf
kelder der bisschoppon bijgezet. Voor de
plechtigheid was kardinaal Kopp, aarts
bisschop van Breslau, en mgr. Lorcnzelli,
de pauselijke nuntius te München, overge
komen. Do Keizer werd vertegenwoordigd
door generaal Von Loë. Tal van hoogc bur
gerlijke en kerkelijke autoriteiten volgden
do baar.
De „Gaulois" beweert dat het revisie-pro
ces een paar dagen zal worden uitgesteld
om betoogingen en botsingen tusschen voor-
en tegenstanders der revisie to vermijden,
omdat toevalligerwijze het proees-Déroulè-
de eveneens den 29en begint.
De Parijschc „Petit Bleu" zegt dat een
detachement gendarmen en rcpublikeinsche
garden in 't geheim naar Cayenne is gezon
den om Dreyfus naar Frankrijk over te
brengen, zoodra het vonnis van 1894 in een
vrijspraak is veranderd. Einde Juni zou
Dreyfus te Parijs kunnen zijn.
De „Tcmps" en andere bladen spreken
dit sensatioueele bericht tegen.
zeker geluk aan voegt hij er niet een
lichte buiging bij.
„Mijn jonge vriend, ik weet wat ik aan
uw familie heb en u kent mij nu. Ik weet
dat u een man van eer is ...afgesproken
Zij schudden elkaar de hand.
„En de kunstenaarsloopbaan zullen we
niet uit 't oog verliezen
„Neen, natuurlijk niet, en Hilbers slaat
een verliefden blik op de cliampagnefleseh.
En om Laurette been is het dansen en
zingen en springen en haar kopje is geheel
van streek en haar hartje bonst. Willy Loh
mann's stem klinkt boven dat alles uit; hij
zegt haar zulke lieve dingenhij vindt haar
zoo bekoorlijk en hij spreekt zoo overtui
gend, dat zij het wel gelooven moet.
Het is Zondag on het loopt tegen den
middag. De meubels in de huiskamer dei-
familie Hilbers blinken en glanzen. Hansje
heeft er zich de handjes moe op gewreven.
Maar nu is zij ook nog bijtijds klaar om
zich in haar Zondagsche kleeren te steken
een grijze japon met blauw fluweel gegar
neerd. Zij ziet er frisck en vroolijk uit. Zij
trekt het tafelkleed nog even recht, gaat
dan midden in de kamer staan, overziet al
les als een kleine veldheer en zegt„Zoo
nu kan hij komen."
In den schommelstoel, met de voeten zoo
ver mogelijk van het lichaam, ligt Laurette.
Zij is een weinig bleeker dan toen zij pas
uit. Steinhausen kwam haar teint heeft
iets doorschijnends, iets als de tint van am
ber gekregen; de groote zwarte oogen, de
zwellende roode mond, het donker gelokte
jongenshaar maken haar tot een bekoorlij
ke verschijning, en in haar houding is ook
wat meer vastheid gekomen. Zij geeuwt nu
Do minister van oorlog heeft nu bepaald
dat Georges Duruy zijn lessen aan de Po
lytechnische School Maandag zal hervatten.
In het proces van den senator Fabre te
gen Papillaud van de „Libre Parole" we
gens beleediging, is deze vrijgesproken.
liet nieuwe inimsterie-Pelloux geniet, al
neemt Sonnino er zelt geen zitting in, diens
steun, daar verschillende ministers tot zijn
paitijgenooten behooren. Het zwaartepunt van
het ministerie is nu belangrijk naar rechts
verplaatst. Het omvat alle groepen behalve
die van Giolilti, Zanardelli en de uiterste
linkerzijde.
Nog zijn benoemd voor justitie Palberti,
voor landbouw Prineiti en voor posterijen
Giuüano.
Gioütti heeft in een interview uitgelegd
vanwaar het verzet tegen de Chineesche
politiek van Canevaro komt. Eerst dacht men
dat de Samuun-baai een handelshaven was;
het blijkt echter dat zij alleen voor militaire
basis van gewicht is en voor handel of
emigratie ten eenenmale nutteloos.
Op Hemelvaartsdag is de pauselijke bul
betreffende het algemeene jubeljaar 1900
in het voorportaal van de St. Pieterskerk
afgelezen.
De overwinning der Bulgaarsche regee
ring bij do verkiezingen wordt vooral liier-
om belangrijk geacht, omdat het ministe-
rie-Grekof ditmaal do verkiezingen geheel
vrij heeft gelaten. Dit blijkt hieruit dat alle
leiders der oppositie gekozen zijn, wat de
regeering anders wel weet te beletten.
Indertijd liceft Zankof het ook eens met
eerlijke verkiezingen beproefd, maar ten
koste van zijn eigen ministerieel leven.
Te Nicolajef, aan de Zwarte Zee, zijn op
de Russische Paaschdagen (begin Mei) ern
stige ongeregeldheden tegen joden voorge
komen. Er zijn kozakken heen gezonden.
De bladen mogen geen mededeelingen doen
over het gebeurde. Te Odessa verwacht men
herhaling der onlusten.
De Parijsche correspomlent der sKöln.
Ztg." verneemt van welonderrichte zijde dat
een overeenkomst tusschen Engeland en
Transvaal is ingeleid op deze basis
De Tiansvaalsche regeering is bereid het
dynnmiet-monopoliezoo dit wettelijk
mogelijk blijkt, af te schaffen of anders de
maatschappij te onteigenenvoorts vér
strekkende concessies betreflende de toelating
van uitlanders tot de burgerlijke rechten.
Daartegenover zou Engeland bereid zijn toe
te geven in zake de bepaling van woon
plaatsen voor Indische koelies, voor wie
Engeland gelijke rechten had geëischt als
voor andere Britsche onderdanen.
Aan president Mc Kinley wordt het
voornemen toegeschreven het Congres in
buitengewone zitting bijeen te roepen, om
de quaestie der Philippijnen en liet munt-
vraagstuk te behandelen. Mc. Kinley zou
van oordeel zijn dat binnen een maand de
vrede op do Philippijnen tot stand zal zijn
en dan even, terwijl zij droomerig in de
lucht staart.
Zij draagt een blouse van Chineesche zij
de, welks matte kleur haar goed staat, bij
een donkeren rok. Het lijkt wel of haar ge-
heele figuur iets slaukers heeft gekregen,
nu do kleedingstulcken haar beter zitten.
Naast haar op dc tafel staat een met flu
weel bekleed étui met allerlei instrumen
tjes voor dc verzorging van handen en vin
gers; zij heeft het zooeven met een zacht
drulcje laten dicktknappen en cr een cou
rant over heen geworpen. Mevrouw Hilbers
zit, met een net mutsje op het haai-, in den
leunstoeler ligt altijd zekere innemende
waardigheid over haar uitgespreid. Else
staat bij het venster, ook in Zondagsche
kleeding. Zij knikt Hansje toe. „Hij zal pas
over drie minuten bellen."
„Jij, hij is zoo precies als de klokhij is
beter op tijd dan onze oude pendule," lacht
het meisje.
„Daarvoor is hij een stedelijk ambte
naar."
„Zouden ze allemaal zulke stijve har
ken zijn?"
„Hansje, de heele Pruisische ambtenaars
stand is de eerbiedwaardigste ter we
reld," zegt haar zuster eeuigszins streng.
„Moeder, leg ten minste een boek naast u
wacht Zij trekt een schuiflade open
en neemt er een boek uit.
„Ik zou ook wel graag wat meer lezen,
maar mijn oogen zucht de moeder ver
ontschuldigend.
Dan duwt Else de deur naar de slaapka
mer liarer zuster open. „Fransje, je komt
toch ook hier, dat hij niet merkt dat je
Zondags werkt."
(Wordt vervolgd.)