a,
53"" Jaargang.
Zondag 14 en Maandag 15
Tweede Blad.
No. 9933.
Mei 1899.
HAAGSCHEJBRIEVEN.
"fefc Jj
BINNENLAND.
7 ri
ND.
in».
=83
m
'en
ie
et
i
:r
Deze courant \erschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n 11. 1.-25. Franco
per post fl. LG5.
Prijs per weekVoor Schiedam en V laar dingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boter»traat «8,
Dsx Haag, 11/12 Mei.
Voor eenige dagen was 't, zoo te zeggen,
een illustratie van de bekende spreuk dor
Ouden „Tempora mutantur et nos mutai-
nur in illis", toen het mij gegeven was zeke
re eenheid van gevoelens op te merken bij
eenige deftige, ultra-conservatieve stadge-
nooten en den oud-minister Van Houten.
Inderdaad, de tijden veranderen! Voorden
deftigen conservatief was de heer Van
Houten weleer een hoogst bedenkelijke ver
schijning, ik zou haast zeggen een gruwel
Nu schijnt hij bijna oen bondgenoot. Het
is echter waar dat dit bondgenootschap
meer berust op gemeenschappelijke nega
ties dan op waarachtige positieve overeen
stemming Zoo was 't ook ditmaal.
Het feit uamelijk dat een motie-Troelstra
in onze Tweede Kamer 30 stemmen verwer
ven kon, baarde ontroering in veler gemoed.
Men keek verbaasd, menigeen was bepaald
geërgerd, bij enkelen steeg die aandoening
wellicht tot ontzetting. Het was voor dezen
alsof alle maatschappelijke sluizen open
stonden, alsof de politieke zondvloed de dij
ken zoodanig beukte dat deze weldra zou
den bezwijken. Hoofdschuddend verlieten
deze gemoedsbezwaarden de Witte, waar in
den namiddag van 4 dezer zij, die van de
tribune der Kamer kwamen, de Jobslijdin
betreffende die 30 voorstemmers hadden
aangebracht. Vermoedelijk was in de Be
sognekamer, op de Place Royale enz. het
zelfde waarneembaar.
Dat bij den heer Van Houten dezelfde
ontroering heerschle, wil ik in 't minst niet
beweren. Wel echter dat hij het vóór stem
men van vele liberalen, die tocli geenszins
de geestverwanten van mr. Troelstra zijn,
scherp afkeurde. Hij maakte er tegenover
een der Kamerleden, die zeide dat hij vóór
gestemd had, hoogenaamd geen geheim van,
dat dit z. i. een groote fout was. Maar als
men nu werkelijk voor algemeen kiesrecht
is dan stemt men toch niet tegen, verklaar
de bedoeld Ijd. Dat doet men in zulk een
geval wel, repliceerde de oud-minister met
.luider stem, want men laat zijn stem niet
afhangen van den inhoud eener motie, men
bepaalt liaar door de omstandigheden die
de indiening der'motie beiicersciicn en dus
ook door den persoon van den voorsteller.
Een motie is een politieke daad, wie dit
vergeet, miskent het abc der politiek.
De waarde dezer beschouwing blijve hier
in het midden, maar dit is zeker, dat, in
dien het deitiglal zich aan het abc van
den heer Van Houten hield, men liet aan
tal voorstemmers wel op minder dan de tien
vingers had kur.nen aftellen. De gemoeds-
bezivaarden kunnen voorloopig nog genist
zijn. Voor en alleer de vereischte Kamer
meerderheid voor een Grondwetsherziening,
die dan toch noodig is om tot algemeen
kiesrecht te komen, aanwezig is, zal er nog
wel onmetelijk veel water door de Maas
stroomen. De lieer Troelstra zelf zal zieli
deswege wel geen illusies maken.
Inmiddels zijn de vroede mannen van het
Binnenhof maar weer hun haardsteden gaan
opzoeken. Aan werk, dat rijp voor afdoe
ning was, bestond groot gebrek. Het was
dus niet alleen aardig, maar ook juist van
den heer Mees gezegd, dat die interpellatie-
Troelstra een soort van politieke werkvet
schaffing in dezen slappen tijd was. En nu
zal die slapte wel met het eind van Mei op
houden, als dan ten minste de Ongevallen
wet ter hand wordt genomen, maar van dc
réussite dier, volgens velen zeer gebrek
kige, wet is men lang niet zeker. Mislukt
zij, dan is 't niet slechts een slap, maar een
zeer onvruchtbaar jaar.
„Onvruchtbaar," dit kan ook de verzuch
ting wezen van een aantal onzer gemeente
onderwijzers ten aanzien van de jongste
Raadszitting. Een voorstel van den heer v.
Malsen om de minima der bezoldigingen te
verhoogen, werd ondanks warme ondersteu
ning van den wethouder van onderwijs, die
zich in deze van liet college van B. en W.
afscheidde, verworpen. Dit geschiedde wel
met slechts 2 stemmen meerderheid, maar
wat" baat dit den jeugdigen onderwijzers?
Het heeft zelfs iets van ironie van het toe-
yal dat die zoo gewenschte verhooging Lau
in weerwil van de tegen elkaar opwegende
raeeningeii toch ontgaat. Zeker was 't jam
nier dat de stemming in een zeer onvoltalli
ge vergadering plaats vondtien leden ont
braken, derhalve had de uitslag bij trouwe
opkomst zeer gemakkelijk anders kunnen
zijn.
Men kon overigens niet zeggen dat de
Baad in een zuinige bui was. Deze meening
steunt niet op de machtiging tot aankoop
van een paar perceeltjes naast een der H.
Burgerscholen, noch zelfs op de onverwijlde
verleening van een crediet van f 4000 om
den leden der vredesconferentie op 27 de-
r zer een feestavond aan te bieden, waarbij
fufc heeren het terecht hooggeroemde .Am-
SCHIIEDAMSCHE
Prijs der Advertentiën: tan 1 7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12',e cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine adverlentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon .Vo. 123.
sterdamsehe orkest onder Mengelberg zul
len leeren kennen. Nader zullen wij wel
vernemen hoe B. en W. dat feest willen in
richten, liet feit dat namens de gemeente
een hoffelijke ontvangst wordt voorbereid
vindt vrij algemeen goedkeuring. Zulke uit
gaven belmoren nu eenmaal tot de verplich
tingen, die op dc residentie, den zetel der
hoogc regeering, rusten. Dit schijnen B. en
W., zij 't ook laat, te hebben ingezien, na
dat over de vroegere verklaring des burge
meesters, dat men zicli dacht te onthouden
daar t hier een rijkszaak gold, menig af
keurend woord gevallen was.
Neen, de bewering omtrent een nict-zui-
nige bui van den Raad wordt gerechtvaar
digd door de aanneming, zelfs zonder eeni
ge discussie, van het voorstel om f 27000 te
besteden voor aankoop van grond, die de
doortrekking der Korlenacrkadc tot de
Zeestraat zal mogelijk maken. Uit een oog
punt van welstand verdient de zaak niets
dan toejuiching. Reeds te lang werd dit
overigens mooie stadskwartier ontsierd door
t liavolooze erf, waarop allerlei bouwmate
riaal lag opgestapeld. Maar alles bepaalt
zich dan ook tot den welstand, want aan
den nieuwen doorgang bestaat geen be
hoefte, omdat aan dc overzijde van het wa
ter een brcedo en flinke weg is voor het
drukke verkeer. En dan is een uitgaaf van
f 27000 toch vrij aanzienlijk, vooral daar
men 't recht mist de overschietende hoekjes
grond te bebouweu wegens liet servituut
van uitzicht, daarop rustende, ten behoeve
van een paar naburige eigenaars.
Heden is 't voor sommigen dc heusclie in
trede van de lente of den zomer, hoe zal ik
zeggen?, doordien men weder liet le buiten
concert in „de Tent" in 't Bosch zal tehoo-
ren krijgen. Zondag jl. maakte de kolonel
der Grenadiers rechtmatig bezwaar om zijn
muzikanten aan den schralen noordenwind
bloot te stellen. Heden is het zachter, maar
liet ware is 't toch nog niet. Hoe zou dit
ook kunnen? Wij hebben immers heden den
eersten der drie gevreesde IJsheiligen
Pancratius, Servatius en Mamertus be
rucht als aanbrengers dier booze nachtvor
sten. die van zoo inenigen tuinder cn wai-
moezier do blijde hoop vernielen. De oude
mcening, dat het de smeltende ijsbergen,
die in den Oceaan allengs zuidwaarts drij
ven, zouden zijn, die deze temperatuursda-
ling verwekken, schijnt verlaten. Waarom
zou die daling dan ook vrij regelmatig op
11, 12 en 13 Mei voorkomen? Tegenwoor
dig meent men dat hier een astronomische
oorzaak in 't spel is, de aarde zou namelijk
op liaar baan om de zou als 't ware ecu
ring van kleine hemellichamen passeeren,
die een vrij 'belangrijk deel der zonnewarm
te aan liaar onttrekken. Of deze hypothese
inderdaad door dc sterrekundigen wordt be
vestigd, durf ik intussclien niet verzekeren.
De komst der IJsheiligen blijft onderwijl
menigeen met schrik vervullen.
Mocht de Meimaand, die inderdaad nog
maar één bepaald praclitigen dag (jl. Dins
dag) gaf, schraal blijven, dan is 't plan van
F u 1 c h r i, om tijdens de conferentie een
„keuze-tentoonstellmg" van Nederlandscbe
meesters te openen, dubbel prijzenswaardig.
Men klaagt soms over de ontelbare Neder-
landsche meesterwerken, die naar den
vreemde verhuizen, dit belet niet dat er nog
heel wat moois ten onzent overblijft. Nog
onlangs bleek dit op de schitterende aqua
rellen-tentoonstelling, eveneens in F u 1-
c h i" i gehouden, waar men een en ander
uit de verzameling van slechts enkele stad-
genooten had bijeen gegaard. Geeft men
zich nogmaals voldoende moeite, dan zal
man wel weder oen behoorlijken voorraad
vinden. Er is hier zoo menig gelukkig be
zitter van uitnemende kunstwerken, die wel
voor enkele weken zijn schat zal willen af
staan. Willen eenige anderen, Amsterdam
mers bijv., een handje helpen, des te beter.
Het hangt maar van den goeden wil af.
Geen eigenlijk kunstwerk, maar wel een
waardevol werk van vaderlandsclie weten
schap begroette ik gisteren toen ik de 5de
uitgave op mijn schrijftafel vond van Ro
bert Fruin's „Tien jaren uit den tachtig-
jarigen oorlog". Wij leven in een wuften en
lichtzinnigen tijd, hoort men vaak zeggen
cn inderdaad is 't niet moeilijk bewijzen
voor die stelling aan te voeren. Maar 't is
aan de andere zijde toch ook waar, dat het
geen werkelijk goed en edel is zich te mid
den van zooveel lichtzinnigheid weet te
handhaven. Bij het doorbladeren van dit
uitnemend werk gedenkt men met eerbied
den geleerde en vorscher, die een groot ver
leden voor onzen geest terugroept, den
warmen vaderlander, die zonder de fouten
der vaderen te verbloemen reeh- laat we
dervaren aan de groote daden welke zij heb
ben volbracht. De voorrede van dezen 5en
druk bestaat eigenlijk slechts nit drie re
gels, luidende„Ook bij dezen herdruk, den
laatste, dien ik beleven, althans dien ik be
zorgen zal, heb ik weinig aan den tekst ver
anderd, niets meer dan bij voortgaande stu
die gebleken was noodzakelijk te zijn". Deze
woorden werden op een los papiertje bij de
voorrede van den 4en druk in. het exem-
plaar der drukproeven van den 5en gevon
den door den hooglccraar Blok, die met
pieteit dc nieuwe uitgave van 't werk zijns
leermeesters bezorgde. Zij, die Frnin in ecre
hielden, en lioevelen waren dit niet', zullen
m den weemoed van dr. Blok dceleu bij de
lezing van die weinige woorden, die weder
getuigenis afleggen van de broosheid des
menseben. liet heldere oog van den histori
cus, die m den naelit van het verleden zijn
weg zoo wèl te vinden wist, was verduis
terd, zijn hand, die de groote feiten van
weleer zoo uitnemend voor ons te boek stel
de, was verstijfd, nog voordat die nieuwe
uitgave do pers verlaten kon om ais een
welkome gave door velen tc worden be
groet
Maar onvergankelijk blijft het werk zelf,
dat Frum aan zijn volk vermaakte, zoolang
men in Nederland do hooge waarde van het
erfdeel der vaderen zal weten te schatten
cn hun groote daden tc eereri Naar deze
„voix d'oulrc-lombe" zal menigeen met eer
bied en ingenomenheid blijven luisteren.
Terwijl de vredesconferentie nog maar op
komst, is, hebben spotvogels reeds meerma
len gelegenheid gehad zich over de onecnig-
lieid vroolijk te maken, die bij de keuze der
deelnemers aan 't vredeswerk zich open
baarde. Een oorlogszuchtige vrede zou 't
dreigen te worden. En nu is zoowaar een
Nederlandsch gezant bij een der machtig
ste staten der wereld zijn scherp woord nog
komen voegen bij de reeds zoo talrijke ste-
keligo opmerkingen! Ik zal mij waarlijk
niet aanmatigen met mannen als dr. Kuy-
per en den heer Wttewael van Stoetwegen
over dingen van diplomatiek beleid in 't
krijt te treden. Maar ik betreur do onge
breidelde heftigheid, waarmede onze gezant
bij den Czaar tegenover een lid onzer volks
vertegenwoordiging in 't openbaar is opge
treden. Al heeft misschien de gezant volko
men gelijk in het wezen der zaak, zoo
schijnt hij toch die koelbloedigheid te mis
sen, welke een staatsman ook bij een onbil-
lijken aanval moet weten te bewaren. En of
hij 't reclit heeft zich over de besprekingen
cn overleggingen, die met Engeland en Rus
land gehouden zijn, eigenmachtig in een
open brief in de bladen uit te laten, schijnt
dunkt mij twijfelachtig. Mot een tegen
stander als dr. Kuyper zou 't mij niet ver
wonderen, dat de heer v. Stoetwegen eer
lang zijn heftigen brief betreuren zal.
Terwijl ik mijn brief voor de lezers van
dat blad voltooide, is het weder geheel an
ders geworden, dan ik bij het memoreeren
van de IJsheiligen aanstipte. Een liefelijke
Lentelucht is als met een tooverslag geko
men, een stralend zonlicht verheugt ons,
do door zooveel dichters bezongen Mei
maand schenkt haar vriendelijkste!! glim
lach aan het aardrijk. Zouden wij, na het
fiasco der smeltende ijsbergen, nu ook de
fraaie astronomische theorie, die ik in den
aanvang van mijn schrijven waagde te rele-
vccren, moeten overboord werpen? Wat
hiervan ook zij, welkom „o bolder Lenz",
door den beminnehjksten aller toondich
ters, door vader Ilaydn zoo heerlijk bezon
gen in zijn altijd jonge cn ah frissche
a li r e s z e i t e n, die men onwillekeurig
gedenkt als men allerwege het nieuwe le
ven ontspruiten ziet.
De Koninginnen.
Uit Hausbaden wordt gemeld, dat de
Koninginnen in de laatste dagen doorgaans
goed weder genieten. Hare Majesteiten maak
ten eenige toeren in den omtrek, o. a. werden
Mühlhausen in den Elzas en Fieiburg be
zocht. Door de Koningin wordt veel gewandeld
in de omstreken van Ilausbaden.
Kuj-gcr—ran Stoetwegen.
Dr. Kuyper antwoordt als volgt op den
brief van den heer Stoetwegen.
In de „N. Rott. Cour." van 11 Mei jl.
vond ik een aan mij gericht schrijven van
„den Gezant der Nederlanden", te St. Pe
tersburg. De titel stond niet onder, maar
hoven den naam. Het was alzoo een schrij
ven „in qualiteit". Een stuk waarvan af
schrift in het archief van het Gezantschap
moet berusten. Een „officieel" document.
Voor dit officieele document zij het mij
vergend Uwe Excellentie uit tweeërlei
hoofde mijn beleefden dank te bieden.
En wel in de eerste plaats, omdat het een
niet onbelangrijke officieele ampliatie be
helst op de inlichtingen, mij in de zitting
der Tweede Kamer van 2 Mei jl. door den
heer Minister van Buitenlandsche Zaken
verstrekt.
Uwer Excellence's chef oordeelde het
destijds blijkbaar raadzaam over de gevoer-
de onderhandelingen nog „een niet al te
doorziclitigen sluier te laten hangen". Op
te liooger prijs stel ik het daarom dat Ha-
rer Majesteits Gezant aan heb Hof van St.
Petersburg. thans, ongevraagd, een tip van
dien sluier oplicht, en, zoo publiek als of
ficieel, ter mijner kennisse brengtlo. dat
de Mogendheid op wier verzet men stuitte,
Groot-Bri tannic was. Uwe Excellentie
schrijft toch dc „Mogendheid die Transvaal
„als haar vazal" blijft beschouwen". 2o. Dat
de strijd om die tegenwerking te breken
niet te St. Petersburg is gevoerd. En 3o.
dat Rusland „volgaarne zou gezien hebben,
dat men Transvaal ter conferentie had kun
nen noodigen".
Dank zij deze medcdceling sta ik alzoo
bij latere parlementaire behandeling van
dit geding „betor gewapend", dan de inlich
ting van den heer Manster van Buitenland
sche Zaken mij het. Juist het „officieel"
karakter toch van Uwer Excellenties schrij
ven geeft mij een onbetwistbaar recht, mij
ook in de Tweede Kamer op deze uw meclc-
dcelingen te beroepen. En dat te meer, daar
ik mij kwalijk kan voorstellen, dat Uwe Ex
cellentie tot zoodanige mededeelingen om
trent geheim-gevoerd onderhandelingen zou
zijn overgegaan, zonder daartoe door het
Dcpai temcnt van Buitonlandscho Zaken ge
autoriseerd tc zijn.
Deze onverwachte verrijking van mijn
dossier moedigt mij zelfs aan (en na uw ge
bleken openhartigheid kan Uwe Excellen
tie dit met onbescheiden keuren) om de
vraag te stellen, of Uwe Excellentie ter
ontsteking van nóg helderder licht, mis
schien evenzoo in de „N. Rott. Cour." zoudt
kunnen mededeelen, of do door Uwe Exc.
te St. Petcisburg gevoerde onderhandelin
gen óók strekten om de hulp van Rusland
ter breking van het verzet, waarop men
stuitte in te roepen. Al voider of die stcnu
verleend dan wel geweigerd is. En
eindelijk of het verzet volgde als weige-
ring op een door ons bij Engeland gedane
aanvrage of wel dat Engeland zelf het ini
tiatief tot dit verzet nam, toen het van de
zaak hoorde.
Ik durf Uwe Excellentie verzekeren, dat
wie hier te lande in het publieke leven mee
leeft, Uwe Excellentie dankbaar zou zijn,
zoo ook deze drie tippen van „den sluier"
van uit Petersburg werden opgelicht.
De tweede reden, die mij tot dank voor
Uwer Excellenties schrijven beweegt, is
van eenigszins anderen aard.
Ook aan Uwe Excellentie kan niet onbe
kend zijn, hoe, hier te lande, en óók in de
Staten-Generaal hand over hand liet gevoe
len veld wint, dat inkrimping van ons Corps
Diplomaten en uitbreiding van het beroeps-
Consulaatschap de leuze der toekomst moet
zijn.
Wat velen dusver nog aarzelen deed, om
ten deze een keuze te doen, is alleen onze
„onbekendheid met onze gezanten". Wij
nooren zoo bijna nooit iets van wat zc doen.
Juist daarom is elke bijdrage die ons tot
nadere kennismaking met ons corps Diplo
maten iu staat stelt, ons goud waard.
Zulk een bijdrage nu levert Uwer Excel
lence's schrijven ontegenzeggelijk, zoo door
inlioud als vorm, en ik haast mij erbij te
voegen, dat deze nadere kennismaking mij
op beschamende wijze overtuigde van de
verkeerdheid der voorstelling, die ik mij
dusver van een Nederlandsch gezant ge
vormd had.
Laat mij met de verwijzing naar vier pun
ten mogen volstaau.
Ten eerste. Dusver had ik mij zulk een
Diplomaat steeds voorgesteld, als het toon
beeld van voorzichtigheid, en als gewapend
met volkomen zelfbelieerschiug om kleine
gevoeligheden nimmer te laten merken.
Verraadt Uwer Excellence's schrijven
van deze onderstelde Diploniaten-quahteit
niet op zeer sprekende wijze „het tegen
deel"?
Ten tweede. Evenzoo had ik mij vooral
den bejaarden Nederlandoehen Diplomaat
voorgesteld, als iemaud die misschien ui den
loop der jaren zijn studiën van het Romein-
sche Recht had la,ten varen, maar te beter
doorkneed was iu den geest van „onze Con-
stitutioneele Staatsinstellingen". In Uwer
Excellence's schrijven daarentegen bespeur
ik een bijna capricieuse liefde voor de L i-
b e r t a s, C a v i t a s en F am i li a van
het Romeinsche recht, maar gepaard aan
een blik op ons Constitutioneel Staatsrecht,
die, ging hij door, onze volksvrijheden zou
te niet doen en de Staten-Genera&l zou
muilbanden.
Ten derde. Al verder beeldde ik mij in,
dat bij een Nederlandsch Diplomaat, als
Harer Majesteits Gezant, vastelijk de regel
zon, gelden, dat eerbied voor de Kroon ons
verbieden moet, ooit Hare Majesteit de Ito
ningin te mengen in een debat over minis-
terieelo verantwoordelijkheid. Uwer Excel
lence's schrijven daarentegen toont mij,
dat dit primumverum van het Consti-
tuioneele Staatsrecht voor Uwe Excellentie,
om het zacht te zeggen, uitzonderingen toe
laat.
En ten vierde. Ten slotte had ik mij den
Nederlandschen gezant, vooral op hooger
leeftijd, eer dor-deftig dan geestig voorge
steld, en zie, hoe puilt niet de geestigheid
uit dat laatste woord van Uwer Excellen
ce's schrijven, dat kostelijke „u i t g e-
z a a g d".
Een geestigheid, waarvan men misschien
dertien jaren na dato, zou kunnen zeggen
„Wel wat afgezaagd!" maar die mij
in oen officieel diplomatiek stuk toch als
een guitig bloempje op de dorre heide ver
ras) e
Nu weet ik wel, dat ik onlogisch zou han
delen, door uit Uwer Excellence's schrijven
de al te haastige conclusie te teekken, dat
zóó nu al onze Nederlandscbe Gezanten
zijn. Maar om de zeldzaamheid is mij de
door Uwe Excellentie geleverde bijdrage
tot de kennis van het Corps Dijilomatcn
toch hoogelijk interessant.
Onder aanbieding van mijn bijzondere
hoogachting heb ik dc eer te zijn
Van Uwe Excellentie
do nederige dienaar
KUYPER
Lid der Staten-Generaal.
Aijeh.
Volgens een lelegrnm aan de »N. R. Ct„"
weid kapitein Swarlgewond bij patrouillcering
in de nabijheid van Kambing, Atjeli.
Leerplicht.
Door het hoofdbestuur van het Nut is nu
een motie ten gunste van Leerplicht voorge
steld, te behandelen op de a.s. algemeene
vergadering. Eenige Utrechtsche R.-K. heeren
stuurden een adres aan de Tweede Kamer
met protest tegen het herhalingsonderwjjs,
maai overigens sympathiebetuigend.
Van zeer vertrouwbare zijde verneemt het
ïCentrum" dat de poging, van Utrecht uit
aangewend, om in het aartsbisdom een alge
meene adresbeweging tegen leerplicht op
touw le zetten, een strikt particulier karak
ter draagt.
Armwezen,
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot nut
van 't algemeen heeft aan de binnenkort te
houden algemeene vergadering voorgesteld
eene motie m zake eene gewenschte herzie
ning der bestaande wet op het armwezen.
„BOftZ.»
De Nederlandscbe Patroonsvereeniging
„Boaz" hield gisteren iu ,Zomerzorg" te
Leiden haar jaarvergadering. Zij werd ge
opend met gebed en psalmgezang. Daarna
hield de voorzitter, do heer A. E. van Kem
pen, lid van de Tweede Kamer, een rede,
waarin door hem naar aanleiding van de hij
de Staten-Generaal .aanhangige wet tot her
ziening der tarieven van in, nit- en door
voer uitvoerig betoogd werd de wenschelijk-
lieid cn noodzakelijkheid voor handel en in
dustrie hier te lande van matige beseher
mende rechten, terwijl die mede voor de
schatkist een plichtmatige eioch werden ge
acht.
Deze rede werd mot bijval begroet.
Prof. dr. A. Kuyper had bericht ingezon
den door ambtsbezigheden verhinderd te
zijn" de vergadering bij te wonen.
Vervolgens werd door den penningmees
ter, den lieer J. G. van Schaardenburg, de
rekening en verantwoording over 1898 over
gelegd. Zij werd goedgekeurd in ontvangst
op f 4092.48, in uitgaaf op f 2615.56, batig
saldo derhalve f 1476.92.
Daarna had de verkiezing plaats van be
stuursleden. Aftredende waren de heeren
A. Dingemanse, II. J. Hoogcboom, R. K.
Okma en D. Schut, wier plaatsvervangers
zitting zullen hebben tot 1901 en de hoeren
II. II. van Dijk, A, van Namen Hzn., J.
G. van Schaardenburg en J. A. Wormser.
Deze plaatsvervangers beliooren af te tre
den in 1902.
Al deze heeren werden herkozen met uit
zondering van den heer Van Namen, die
verzocht had voor een herbenoeming niet
in aanmerking te komen. In diens plaats
werd gekozen de heer A. van Leeuwen, van
Leiderdorp.
Verder was aan de orde de ontwerpsta
tuten van de Coöperatieve Spaar- en Voor
schotbank „Boaz" strekkende gelegenheid
in het leven te roepen tot het rentegevend
beleggen van gespaarde gelden en tot het
ontvangen van tijdelijke voorschotten, hei
de op zulk een wijze dat de daardoor te ver
krijgen winsten, onder de te stellen voor
waarden, terugvloeien tot hen die sparen en
tot hen die voorschot nemen.
De zeer langdurige beraadslagingen wor
den in dc middagzitting ondervangen door
een motie van den heer L. II. Timmer,
waarmede het bestuur verklaarde zich te
vereenigen en welke daarop werd aangeno
men zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming, waarbij de wenschelijkheid werd
uitgesproken dat de zaak thans haar be
slag verkrijge en het bestuur werd uitgenoo-
digd om aan alle leden een rondschrijven
te richten met ingesloten inschrijvingsbil
jet voor minstens één aandeel van f 12.50,
tot deelneming in de later op te richten
bank, waarvoor als datum van inlevering
bepaald wordt I Augustus a.s., opdat daar
na door liet. bestuur uiterlijk in October
d. a. v. een vergadering worde belegd, van
alle deelnemers ten einde tot de definitieve
oprichting der bank over te gaan.
Besloten werd een schrijven van. hulde-
.ï'vri -3 '-<■ 3 .V V' A-r A, -
-4X>
-i,
V
V v ik. As" itl