53,<e Jaargang.
Vrijdag 16 Juni 1899.
No. 9960.
Eerste Blad.
a teraar ia ie Staatsweteetappa,
DE GOUDEN TOR.
Middelbaar Onderwijs.
KENNISGEVING.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COUMNT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco*
per post 11. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat ©8.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel
meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon STo. 133.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam
Gezien art. 98 der Kieswet;
Brengen tor kennis van de ingezetenen, dat
bet proces-vei baal, bedoeld bij art. 93 dier wet,
van de op den 13den dezer in kiesdistrict II
dezer gemeente plaats gehad hebbende stemming
voor de verkiezing van een Lid van den Ge
meenteraadop do secretarie der gemeente ter
inzage is nedajgelegd, en dat afschrift daarvan
aan het raadhuis is aangeplakt.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 14den Juni 1899.
"Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Ve secretaris
VKRNÈDE.'
Aan de Hoogere Burgerschool (met
5-jarigen cursus) te Schiedam, wordt ge
vraagd
jaarwedde, (4 lesuren per week) /400.
De wedde wordt verhoogd met 5 pCt.
voor Doctorstitel en kan worden verhoogd
met 5 pCt. na 3-jarigen en daarenboven
met 10 pCt. na 1 O-jarigen diensttijd bij het
Hooger of Middelbaar Onderwijs in de ge
meente ol elders.
Sollicitatiestukken voor 1 «Tuil a. s. te
zenden aan den Burgemeester.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 15 Juni '99.
De tegenstanders der herziening van liet
tegen Dreyfus gewezen vonnis klampen zich
nu vast aan den krijgsraad van Ram es.
Want volgens hen beslist die krijgsraad in
hoogste instantie, niet alleen over de eigen
lijke zaak-Dreyfus, maar ook over alle daar
mede in verband staande quaasti.es.
Een vreemde opvatting, waar in werke
lijkheid1 de taak vau den krijgsraad, door het
Hof van Cassatie beperkt is tot de beant
woording der vraag of Dreyfus do in liet bor
derel opgesomde stukken heeft verkocht.
Mem gaat evenwel nog verder. De „Gau-
ltis" beweert zelfs dat liet onderzoek van het
Hof als het ware niet bestaat voor den
krijgsraad, die een nieuw, zelfstandig onder-
mek zal instellen. In de voor Piequart en
Leblois gunstige beslissing der kamer van in
beschuldigingstelling zal de krijgsraad vol
gens de „Gaulois" mede het laatste woord
hebben té spreken.
De leden van den krijgsraad' zijn inmiddels
door
EDGAR ALLAN POE.
3)
Aan d'e kad'e gekomen, word ik op den bo
dem van het schuitje dat ons over zou bren
gsteen zeis en drie spaden gewaar, die splin
ternieuw laken.
„Wat betoekent dat allemaal, Jup
vroeg ik.
„Dat? Zeis, xnas'r, en spaden."
„Dat zie ik. Maar wat moeten dio hier
doen?"
„Die heb ik voor mask Will met alle ge
weld in da stad moeten koopen kosten
«g veel geld."
„Maar ia naam van ai wat heilig is, wat
■aoet je meester dan wel met die zeis en spa
den beginnen?"
„Ja, als ik dat maar wist! Ik geloof dat
hij' 't zelf niet weet. 't Komt allemaal dloor
die tor."
Ik zag wel dat van Jupiter, wiens gedach
ten geheel in beslag werden genomen door
"d® top', geen bevredigende opheldering te
krijgen was. Ik stapte dus ixu de boot en we
Bedden weg. De ferme bries bracht ons al
®Poedig in de kleine baai, die ten Noorden
van foot Moultrie ligt, en van hier tot aan
de hut hadden wij nog ongeveer twee mijlen
®f te leggen.
s Middags tegen drie uur kwamen wij aan.
legrand had ons met groot ongeduld ver
wacht. Hij greep zoo driftig mijn hand vast,
dat do vrees die ik reeds lang koesterde,
jP??uw voedbel kreeg. Zijn galaat was bleek;
1 zag er uit als een spookzijn. ingevallen
Wjgèn schitterden met een boveninaituurlij-
aangewezenkolonel Jouaust, directeur dor
genie, voorzitter overste Brongniart, direc
teur der artillerie-school; de escadron-, ba-
taillonchefs of majoors Profillet, Merle, De
Bréon, Parfait en Beauvais, allen artilleris
ten. Men ziet het: een geheel andere samen
stelling dan, in '94. De krijgsraad is geheel
samengesteld uit officieren van wetenschap
pelijke wapens: genie en artillerie.
Vermoedelijk zal de behandeling niet zoo
lang uitblijven. Want reods is de chef der
Parijsche Süreté naar Rennes vertrokken om
m overleg te treden met de plaatselijke auto
riteiten ten einde bijtijds maatregelen tc ne
men tegen ongewenschte manifestaties. Da
burgemeester van Rennets van rijn kant heeft
in een proclamatie de bevolking tob orde en
rust aangemaand.
„Het leger der Republiek heeft onze volle
sympathie," zegt de maörc. „Wij hebben het
lief omdat het de handhaver onzer onafhan
kelijkheid en van onze kracht tegenover het
buitenland is; maar ook de Justitie is er,
wier beslissingen wij moeten eerbiedigen. De
zaak, die z»o lang verdeeldheid onder ons
heeft gezaaid, moet te Rennes behandeld
worden met al de kalmte die een vrij en van
alle vooroordeelen wars volk eigen behoort
te zijn."
De Sfax met kapitein Dreyfus wordt den
20sten of 22sten bij de Azorisdie Eilanden
verwacht. Men denkt dat de kommamdant
daar nadere instructies zal vinden over de
aankomst on de ontscheping van Dreyfus.
Het bewijs van diens schuld dat Quesnay
de Beaurepaire beloofd had, is niet versche
nen. Zit de oud-rechter er zoo verlagen mee
Waarom dan beloofd wat niet kon gegeven
worden
Hoe oneindig veel hooger staat niet ko
lonel Robert, die in do „Figaro" uiteenzet
hoe zijn overtuiging van Dreyfus' schuld
eerst verkeerd is in twijfel om daarna, over
te gaan in geloof aan de onschuld van den
banneling. In November 1897 was deze oud-
kabinetchef van maarschalk Mac Mahon,
krachtig opgekomen tegen de campagne der
dreyfusardsna de ontdekking varu het val-
solie stnk-Henry echter aarzelde hij niet in
de „Franc® Militaire" openlijk uit te komen
voor den vreeselijken twijfel, dien die ont
dekking bij hem had doen ontstaan. Robert
gaat na hos elke nieuwe gebeurtenis zijn
twijfel dead: toenemen, en reeds tijdens het
próces-Zola gaf hij als rijn meaning te ken
nen, dat men, zoo er een onwettigheid was
ibegaan, daarvoor openlijk behoorde uit te
komen.
En nu eindigt Robert zijn artikel met deze
woorden, waarmede zeker ieder zal instem
men
„Het geheel® leger met zijn ridderlijken
geest, zijn eerlijkheid, zijn loyauteit, zijn ge
wone rechtscliapenheid, zal het arrest van
het Hof van Cassatie toejuichen; dit groote
gerechtelijke drama heeft heel wat misdadige
zwakheden bloot gelegd, maar tegelijk heel
wat energie, heel wat toewijding, heel wat
hooge karakters aan het licht gein-acht.
„Het gansche land, als wij zalven, dorst
naar gerechtigheid en waarheid, en vóór al
les wil het licht.
„Ik hoop dat wij binnenkort allen de on
metelijke vreugde zullen genieten van te we
ken glans. Na eieaige vragen omtrent zijn ge
zondheid, vroeg ik of hij de tor al van luite
nant B... terug had gekregen.
„Zeker," antwoordde hij, terwijl hij sterk
kleurde, „ik heb haar meteen den volgenden
morgen terug laten halen. Ik geef de tor
voor geen geld ter wereld meer uit mijn han
den. Weet je wel dat Jupiter's meening over
de tor volkomen juist is 2"
„In hoeven®?" vroeg ik, en een bang ver
moeden kwam in mij op.
„Dat het een tor van echt goud is."
Dat zei hij met een hoogst ernstig gericht.
Ik was zeer verschrikt.
„Met die tor zal ik fortuin maken," ging
hij met een triomf eerend lachje voort. „Die
brengt mij weer in het bezit van mijn faoiu-
lie-goedteren. Verwondert het je nu dat ik
haar zoo hoog schat? Het toeval heeft haar
mij geschonken en ik behoef niets anders te
doen dan haai- naar behooren te gebruiken
om het goud machtig te worden, waarheen
rij dén weg wijst. Jupiter, breng me de tor."
„Wa,..aat! De tor, mas'r Neen, neen
ik wil liever de tor met rust laten u zal
haar zelf moeten gaan halen."
Legrand stond op met plechtogen ernst op
het gelaat en bracht mij het insect dat hij
uit een glazen stopflesoh nam. Het was een
prachtig beest van een tot nu to© onbekend
soort en ,zood)oende in wetenschappelijk op
richt inderdaad een kostbare schat. Boven op
den rug bevonden rich twee ronde zwarte
vlekken en meer naar beneden een ovale
vlek van dezelfde kleur. Do buikschubben
waren buitengewoon hard en: glanzend en
zagen er werkelijk uit als gepolijst goud'. Het
gewicht van het dier moest wel de aandacht
trekken, en alias bij elkaar genomen kon ik
den neger rijn meening waarlijk niet euvel
dui'den. Malar het kwam mij volkomen onbe
grijpelijk voor dat Legrand die ook deelde.
ten dat een Fransch officier rijn vaderland!
niet heeft verraden, dat onze kinderen, niet
een betreurenswaardige gerechtelijke dwaling
zullen te bejammeren hebben, en dab het on
gelukkige slachtoffer eindelijk aan de liefde
van zijn vrouw en van zijn kinderen zal wor
den weergegeven."
Aan Poincaré is inderdaad door president
Loubet de vorming van een ministerie opge
dragen. Poincaré heeft geconfereerd met Fal-
hères, den voorzitter van den Senaat, en
daarna met Ribot, Sarrien, Méiine, Peytral
en Brisson. Gisteravond zou Poincaré zijn
besluit medodeelen, maar hij heeft tot he
denmiddag uitstel govraagd.
De „Temps" spoort tot haast aan. Het blad
zegt naar aanleiding van d© besprekingen
met verschillende partij-leiders: „Nu Poin
caré de taak, waarmede het vertrouwen van
d<en President hm vereerd heft, op zich heeft,
genomen, is het voor ham als man van ta
lent on van invloed een eereplicht zijn taaie
met succes uit te voeren. Men moet beden
kers hoe ernstig, hoe ontmoedigend' op dit
oogenblik een bekentenis van onmacht zou
zijn van de zijde van oen partijleider, nu
noch de republikeinen noch hun leiders het
recht hebben aan zich zelf te twijfelen, aan
hun partij of aan het republikeinsche Frank
rijk. Daarom is Poincaré het aan zich zelf,
den President en het land verschuldigd zijn
taaie snel uit te voeren, met die snelheid wel
ke een klaar inzicht en een vasten wil ken
merkt."
De „Tomps" bepleit dan d© concentratie
der republikeinen, ook der socialisten, die
door hun votum vau Maandag de verplich
ting hebben: aanvaard een kabinet-Poincaré
te steunen, dat eerst na orde te hebben ge
bracht in d'cn politieken warboel, met zijn
program voor den dag moet komen.
Zóó gemakkelijk zijn de socialisten niet te
vangen evenwel. „De oproerige fagoraaiwoer-
ders onscluudelijk maken:, do oppercomman
do's in het leger alleen aan besliste republi
keinen toevertrouwen, de generaals die heb
recht verkracht, vaJschhöden opeengestapeld
de onderschuld verdriuct ©n tegen de Repu
bliek samengespannen höbben, voor het
Hoog Gerechtshof brengen," ziedaar heb pro
gram da,t Jaurès van het nieuwe Kabinet
eischt.
Ook Clémenceau is niet bijster te spreken
op Poincaré. „Een tweede Dupuy met een
beetje meer eerlijkheid en een beetje minder
energie," luidt zijn oordeel, dat ons niet zoo
heel ver bezijden de waarheid lijkt.
De Mé!kristen verklaren reeds nu het ko
mende Kabinet den oorlog wanneer het een
ministerie van repressailles wil rijm De „Ré-
publique Frangaise", Méline's orgaan, dreigt
onomwonden met reactie en coup detat.
Ons schijnt het toe dat de „Débat/s" het
weer eens aan 't rechte eind heeft. Niet op
de partijen, maar op het land moet Loubet
afgaan, meent het bezadigde blad. Wanneer
het Kabinet niet beantwoordt aan de ver
wachtingen, dan adviseert het tob Kamer
ontbinding en een beroep op de natie.
Intusschen heeft Bourgeois reedis voor de
'hem toegedachte portefeuille van buiten-
landsche zaken bedankt. Hij blijft liever ter
Vredesconferentie. Zijn reputatie loopt daar
„Ik heb om je gestuurd," begon hij op
pathetische® toon, zoodra ik het dier lang
genoeg bekeken had. „Ik lieb om je gestuurd
opdat je me met raad en daad zoudt bijstaan
om de wenken der fortuin verder te volgen
en deze tor
„Maar, beste Legrand," viel ik hem haastig
in do rede, „je bent zeer zeker ziek en moest
je meer in acht nemen. Ga naar bed' ik
zal bij je blijven totdat het je beter gaat. Je
hebt koorts en
„Voel mijn pols," zei hij.
Éc deed het en kon inderdaad niet het
minste spoor van koorts bespeuren.
„Toöh kan je riek zijn. Laat mij je iets
voorschrijven. Maar ga vóór alles naar bed
en dan
„Je dwaalt," viel hij mij in do rede. „Ik
voel mij zoo wel als bij do opgewondenheid
die zich van mij heeft meester gemaakt,
maar mogelijk is. Als je hot dUs werkelijk
goed met mij meent, bevrijd mij dian daar
van."
„En hoe kan ik dat?"
„Dat is zeer gemakkelijk. Ik ben voorne
mens met Jupiter een tochtje te ondernemen
naar de heuvels daar ginds op het vasteland.
Daarbij hebben wij de hulp noodig van een
derden, betrouwbaren persoon. De eenige in
wien ik vertrouwen stel, ben jij. Of het nu
gelukt of niet in ieder geval zal de opge
wondenheid verdwijnen waarin je mij nu
riet."
„Ik wil je heel graag van dienst zijn,"
antwoordde ik, „maar zeg mij eerst of d!ie
drommelsche tor iets te maken heeft met je
uitstapje in de bergen."
„Ja."
„Dan kan ik aan zoo'n onzinnige cmdamo-
ming geen deel nemen, Legrand.'
„Dat spijt me spijt me zeer. Dan moe
ten wij het met rijn twééën beproeven."
ook minder gewaar dan te Parijs. Laat een
ander maar de kastanjes uit 't vuur halen.
Wat er te Londen in den boezem vau het
ministerie is voorgevallen, blijft raadselach
tig. Heeft Chamberlain inderdaad een ge
voelige nederlaag geleden, zooals een tele
gram in ons vorig nummer meldde? Er zijn
bladen die 't verzekeren, en de twee korte be
richtjes die de „Pall Mall Gazette" kort op
elkander doet volgen, geven in dit verband!
stof tot nadfeuken.
„Heden (Dinsdag) morgen vond op het
Foreign Office een zitting van den minister
raad plaats," luidt het eene. En oven vorder
leest men„De heer en mevrouw Joseph
Chamberlain verhaten Londen deze week en
begeven zich naar Parijs en naar Zwitser
land."
Zonderling, die plotselinge reis van Cham
berlain, terwijl er zooveel weak aan den win
kel is, niet waai-? 'tHeeft er waarlijk veel
van of Chamberlain zelf of diens collega's
verandering vau lucht voor den minister van
koloniën op 't oogenblik wel gewon sekt ach
ten.
In zijn haat tegen Transvaal heeft Cham
berlain in dén laatsten tijd krachtig steun
gewonden bij sir Alfred Milner. Uit de thans
openbaar gemaakte correspondentie blijkt
ten duidelijkste dat MUner alles zoo zwart
mogelijk voorstelde en op interventie van
Engeland aandrong. En daarvoor vond hij
Chamberlain geheel oor. Bij hem kan Trans
vaal nu eenmaal geen goed doen.
Zoo is dan ook 's ministers antwoord op dé
petitie der Ui cl anders één doorioopende cri-
tiefc op het staatkundig, financieel en justi
tieel bewind van do Zuid-Afrikaansclie Re
publiek.
Volgens Chamberlain kan de Britsdhe re
geering niet onverschillig blijven bij de
klachten vau Britsche onderdanen in het bui
tenland. Het recht van alle regeeringen, om
vertoogen te houden ten eind© verbetering
voor haar onderdanen te verkrijgen, wordt
in het onderhavige geval versterkt door de
bijzondere verhoudingen, diie door conventies
tusscheu Enigeland en Transvaal zijn geschat
pen. De oorzaak der ontevredenheid ziet hij
in de politiek van Transvaal ten opzichte
der landverhuizers, aan wie de reusachtige
toename der inkomsten van Transvaal te
danken is, doch wien een eigen stem in do
staatszaken onthouden wordt. Met klem
wijst Chamberlain op de zware belasting, en
den aard van het financieel beheer, blijkende
uit het offioieel verslag van 1897, waaruit
men ziet dat ambtenaren groote kortingen
genoten; bovendien werd sinds 1883 bijna
2-^ millioen pond sterhng aan ambtenaren
voorgeschoten, welke som nooit verrekond is.
Al vreezon wij nu niet voor een uitbar
sting Engeland zal zich wel meer dan
tweemalen bedenken voordat liei Transvaal
te lijf gaat, ernstig is de toestand zeker.
Daarom wenscht de regeering der Zuid-Af ri-
kaansche Republiek blijkbaar ook zooveel
mogelijk toe te geven. Zoo houdt zij vast aan
de verlangde ar bi trage, maar geeft tegelijk
haar voornemen te kennen om mot haar con
cessies, ook ten opzichte van het kiesrecht,
voort te gaan, hetzij Engeland heb arbitrage-
beginsel aanvaardt of niet.
„Ga je gang." De arme man was ontegen
zeggelijk gek 1 „Maar nog cén dinghoe lang
ben je van plan weg te blijven 2"
„Waarschijnlijk den geheelen nacht. Wij
gaan terstond, op weg en zullen met zonsop
gang weer hier zijn."
„En geef je me je woord van eer dat je,
zoodra je aan dozo gril toegegeven en de tor-
rengescJiiedem's tot je voldoening is afgeloo-
pen, weer naar huis zult gaan en aan mijn
raad als dien van je geneesheer, nouwkoung
gehoor zult gaven
„Op mijn woord van eer. Maar kom mee,
want we hebben geen tijd te verliezen."
Met een bezwaard hart ging ik met mijn
vriend mede. Tegen vier uur begaven wij
Legrand, Jupiter, de hond en 3c ons op
weg. De neger droeg de zeis en de spaden en
wilde zich geen van die gereedschappen laten
afnemen meer uit vrees, naar heb mij,
voorkwam, om ze aan zijn meester toe te ver
trouwen, d!an uit overgroot© werklust en
voorkomendheid. Hij was buitengewoon
knorrig, en „die vervloekt® tor '.'A-jaren de
eenige woorden die onderweg over zijn lip
pen. kwamen. Ik zelf droeg een paar dieven
lantaarns, terwijl Legrand rich vergenoegde
met de doode tor die hij aan een touw had
gebonden en voortdurend mot de gebaren
van een toovenaar heen en weer zwaaide. Ik
kon nauwelijks mijn tranen bedwingen toen
ik dit duidelijk bewijs van do waanzinnig
heid van mijn armen vriend zag; maar üc
achtte het 't best© voorloopig, totdat ik met
meer kans op succes tot krachtiger middelen
mijn. toevlUdit kon nemen, op rijn dwaashe
den in te gaan. Tevergeefs beproefde ik hem
eenig .uitsluitsel over heb uoel van onzen
tocht te ontlokken hij gaf mij geen ander
antwoord dan: „Dat komt wel usrecht.",
1 Meteen bootje bereikten wij, de 'overzijde
"van het water, beklommen dé hoogvlakte van
Gisteren heeft de Volksraad een beslissing
genomen ten aanzien der door Kruger inge
diende kiesreclitvoorstellen. De Raad besloot
dio goed to keuren en het ontwerp te publi-
ceeren, opdat de Boeren hun mcening kun
nen uitspreken.
President Kruger dankte den Raad voor
zijn besluit. Hij zeide dat men onrustige tij
den beleefde; niemand wist wat er kon ge
beuren, Hij hoopte dat de Uitlanders do
kieswet zouden aannemenmeer kon niet
gegeven worden. Hij verlangde niet naar
oorlogmaar moclït die komen, dan zou G od
de Republiek bijstaan; God die den Boeren
eens hun onafhankelijkheid ontnomen, maar
later weergegeven had.
Gemengde medcdecilngen.
In de Belgische Kamer riep gisteren plotse
ling een der toeschouwers luidkeels »Leve
Moinau 1 Leve de anarchieWeg met cc
geestelijken 1"
De lawaaimaker, een nog jonge man die
blijkbaar niet wel bij het hoofd is, liet och
kalm gevangen nemen.
De waarnemende Biitsche vertegenwoor
diger te Parijs en minister Deicassé hebben
gisteren de ratificaties van het Nijl-Nigei-
verdrag uitgewisseld.
Men zegt dat de gevangenneming van
generaal Giletta di San Giuseppa te danken
is aan den ijver van generaal Gocse, die
thans te Nizza het bevel voert. Gonse wilde
zich niet zonder reden gaarne eens
flink toonen. Als hjj nu maar in zijn ijver
gi-eu misgreep heeft gedaan 1
Te Rome houdt men de zaak voor een
jarnmeilijke vergissing. Volgens deïFigato"
daarentegen is Giletta sinds 6 Met reeds
nagegaan en is het bevel tot zijn gevan
genneming vau het ministerie van oorlog
afkomstig. Nog meldt de nFigaro" dat de
generaal reeds in 1880 gearresteerd is om
dat hij bij het kamp van d'Argent zou ge-
spionneerd hebben. Toen is hij echter weer
vrijgelaten.
De sTemps" zpgt dat Giletta reeds bekend
heeft. Hij zou bevelen van zijn regeering
hebben.
Toen president Loubet vernam dat graaf
Christian! vier jaar had gekregen, moet hij
gezegd hebben: sVier jaar die spoedig \ooi bij
zullen zijn." Daaruit wordt afgeleid dat Lou
bet den graaf zal begenadigen.
Luitenant Piolant, die meegedaan heeft
aan de manifestaties te Auteuil, is volgens
de ïFigaro" door den minister van oorlog
gestralt met 60 dagen vesting.
Beweerd wordt dat de nationalisten tegen
14 Juli een nieuwe betooging voorbereiden.
Het jiJournal" zegt dat de nu aftredende
minister van justitie Lebret, hoogleeraar te
Caen, zal solliciteeren naar den zetel van
raadsheer in het Hof van Cassatie, vacant
geworden door Ballot-Beaupié's benoeming
tot voorzitter der buigeilyke Kamer.
In de Hongaarsche Kamer werd gisteren
door den minister-president IColoman Szell
een ontwerp ingediend, tot regeling dei-
het vasteland en vervolgden onzen weg door
een buitengewoon woeste on verlaten streek,
die geen spoor van mensehelijke voetstappen
vertoonde, in noordwestelijke richting. Le
grand liqi i met vasten tred voorop on bleef
nu en dan staan om zich. naar zekere, onge
twijfeld vroeger door liesm opgemerkte aan
wijzingen te oriënteeren.
Zoo marcheerden wij ongeveer twee uui-
lang en bereikten tegen zonsondergang een
streek dio nog heel wat somberder leek dan
liet land diat wij tot nu toe waren doorge
trokken. Hot was een soort hoogvlakte diclit
bij den top van eon. bijna ontoegankei Ijken
berg, die van den voet tot aan zijn hoogste
punt met dichte bossdhen was bedekt en
waaruit hooge rotsen opstaken die los op den
bodem schenen te staan en wellicht alleen
door den steun dien het geboomte bood, blo
ven staan. Diepe kloven welke naar verschil
lende richtingen hepen, schonken aan het
landschap een nog ernstiger, somberder ka
rakter.
Het natuurlijke platform dat wij beklom
men hadden, was zoo dicht met doornstrui
ken begroeid, dat het onmogelijk zou zijn ge
weest ons zonder de zeis een weg te banen.
Op bevel van zijn meester ging Jupiter nu
aan het werk om een weg te maken naar- de
voet van een reusachtiger, tulpenboom, dio
midden tusschen een groepje eiken stond en
deze zoo in hoogte als ook alle andere hoo
rnen die ik ooit had gezien, door die schoon
heid van rijn gebladerte e<n rijn majestueu-
sen vorm overtrof.
Wordt vervolgd.)