53,<e Jaargang. Vrijdag 16 Juni 1899. No. 9960. Eerste Blad. a teraar ia ie Staatsweteetappa, DE GOUDEN TOR. Middelbaar Onderwijs. KENNISGEVING. BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COUMNT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco* per post 11. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat ©8. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon STo. 133. Burgemeester en wethouders van Schiedam Gezien art. 98 der Kieswet; Brengen tor kennis van de ingezetenen, dat bet proces-vei baal, bedoeld bij art. 93 dier wet, van de op den 13den dezer in kiesdistrict II dezer gemeente plaats gehad hebbende stemming voor de verkiezing van een Lid van den Ge meenteraadop do secretarie der gemeente ter inzage is nedajgelegd, en dat afschrift daarvan aan het raadhuis is aangeplakt. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 14den Juni 1899. "Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. Ve secretaris VKRNÈDE.' Aan de Hoogere Burgerschool (met 5-jarigen cursus) te Schiedam, wordt ge vraagd jaarwedde, (4 lesuren per week) /400. De wedde wordt verhoogd met 5 pCt. voor Doctorstitel en kan worden verhoogd met 5 pCt. na 3-jarigen en daarenboven met 10 pCt. na 1 O-jarigen diensttijd bij het Hooger of Middelbaar Onderwijs in de ge meente ol elders. Sollicitatiestukken voor 1 «Tuil a. s. te zenden aan den Burgemeester. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 15 Juni '99. De tegenstanders der herziening van liet tegen Dreyfus gewezen vonnis klampen zich nu vast aan den krijgsraad van Ram es. Want volgens hen beslist die krijgsraad in hoogste instantie, niet alleen over de eigen lijke zaak-Dreyfus, maar ook over alle daar mede in verband staande quaasti.es. Een vreemde opvatting, waar in werke lijkheid1 de taak vau den krijgsraad, door het Hof van Cassatie beperkt is tot de beant woording der vraag of Dreyfus do in liet bor derel opgesomde stukken heeft verkocht. Mem gaat evenwel nog verder. De „Gau- ltis" beweert zelfs dat liet onderzoek van het Hof als het ware niet bestaat voor den krijgsraad, die een nieuw, zelfstandig onder- mek zal instellen. In de voor Piequart en Leblois gunstige beslissing der kamer van in beschuldigingstelling zal de krijgsraad vol gens de „Gaulois" mede het laatste woord hebben té spreken. De leden van den krijgsraad' zijn inmiddels door EDGAR ALLAN POE. 3) Aan d'e kad'e gekomen, word ik op den bo dem van het schuitje dat ons over zou bren gsteen zeis en drie spaden gewaar, die splin ternieuw laken. „Wat betoekent dat allemaal, Jup vroeg ik. „Dat? Zeis, xnas'r, en spaden." „Dat zie ik. Maar wat moeten dio hier doen?" „Die heb ik voor mask Will met alle ge weld in da stad moeten koopen kosten «g veel geld." „Maar ia naam van ai wat heilig is, wat ■aoet je meester dan wel met die zeis en spa den beginnen?" „Ja, als ik dat maar wist! Ik geloof dat hij' 't zelf niet weet. 't Komt allemaal dloor die tor." Ik zag wel dat van Jupiter, wiens gedach ten geheel in beslag werden genomen door "d® top', geen bevredigende opheldering te krijgen was. Ik stapte dus ixu de boot en we Bedden weg. De ferme bries bracht ons al ®Poedig in de kleine baai, die ten Noorden van foot Moultrie ligt, en van hier tot aan de hut hadden wij nog ongeveer twee mijlen ®f te leggen. s Middags tegen drie uur kwamen wij aan. legrand had ons met groot ongeduld ver wacht. Hij greep zoo driftig mijn hand vast, dat do vrees die ik reeds lang koesterde, jP??uw voedbel kreeg. Zijn galaat was bleek; 1 zag er uit als een spookzijn. ingevallen Wjgèn schitterden met een boveninaituurlij- aangewezenkolonel Jouaust, directeur dor genie, voorzitter overste Brongniart, direc teur der artillerie-school; de escadron-, ba- taillonchefs of majoors Profillet, Merle, De Bréon, Parfait en Beauvais, allen artilleris ten. Men ziet het: een geheel andere samen stelling dan, in '94. De krijgsraad is geheel samengesteld uit officieren van wetenschap pelijke wapens: genie en artillerie. Vermoedelijk zal de behandeling niet zoo lang uitblijven. Want reods is de chef der Parijsche Süreté naar Rennes vertrokken om m overleg te treden met de plaatselijke auto riteiten ten einde bijtijds maatregelen tc ne men tegen ongewenschte manifestaties. Da burgemeester van Rennets van rijn kant heeft in een proclamatie de bevolking tob orde en rust aangemaand. „Het leger der Republiek heeft onze volle sympathie," zegt de maörc. „Wij hebben het lief omdat het de handhaver onzer onafhan kelijkheid en van onze kracht tegenover het buitenland is; maar ook de Justitie is er, wier beslissingen wij moeten eerbiedigen. De zaak, die z»o lang verdeeldheid onder ons heeft gezaaid, moet te Rennes behandeld worden met al de kalmte die een vrij en van alle vooroordeelen wars volk eigen behoort te zijn." De Sfax met kapitein Dreyfus wordt den 20sten of 22sten bij de Azorisdie Eilanden verwacht. Men denkt dat de kommamdant daar nadere instructies zal vinden over de aankomst on de ontscheping van Dreyfus. Het bewijs van diens schuld dat Quesnay de Beaurepaire beloofd had, is niet versche nen. Zit de oud-rechter er zoo verlagen mee Waarom dan beloofd wat niet kon gegeven worden Hoe oneindig veel hooger staat niet ko lonel Robert, die in do „Figaro" uiteenzet hoe zijn overtuiging van Dreyfus' schuld eerst verkeerd is in twijfel om daarna, over te gaan in geloof aan de onschuld van den banneling. In November 1897 was deze oud- kabinetchef van maarschalk Mac Mahon, krachtig opgekomen tegen de campagne der dreyfusardsna de ontdekking varu het val- solie stnk-Henry echter aarzelde hij niet in de „Franc® Militaire" openlijk uit te komen voor den vreeselijken twijfel, dien die ont dekking bij hem had doen ontstaan. Robert gaat na hos elke nieuwe gebeurtenis zijn twijfel dead: toenemen, en reeds tijdens het próces-Zola gaf hij als rijn meaning te ken nen, dat men, zoo er een onwettigheid was ibegaan, daarvoor openlijk behoorde uit te komen. En nu eindigt Robert zijn artikel met deze woorden, waarmede zeker ieder zal instem men „Het geheel® leger met zijn ridderlijken geest, zijn eerlijkheid, zijn loyauteit, zijn ge wone rechtscliapenheid, zal het arrest van het Hof van Cassatie toejuichen; dit groote gerechtelijke drama heeft heel wat misdadige zwakheden bloot gelegd, maar tegelijk heel wat energie, heel wat toewijding, heel wat hooge karakters aan het licht gein-acht. „Het gansche land, als wij zalven, dorst naar gerechtigheid en waarheid, en vóór al les wil het licht. „Ik hoop dat wij binnenkort allen de on metelijke vreugde zullen genieten van te we ken glans. Na eieaige vragen omtrent zijn ge zondheid, vroeg ik of hij de tor al van luite nant B... terug had gekregen. „Zeker," antwoordde hij, terwijl hij sterk kleurde, „ik heb haar meteen den volgenden morgen terug laten halen. Ik geef de tor voor geen geld ter wereld meer uit mijn han den. Weet je wel dat Jupiter's meening over de tor volkomen juist is 2" „In hoeven®?" vroeg ik, en een bang ver moeden kwam in mij op. „Dat het een tor van echt goud is." Dat zei hij met een hoogst ernstig gericht. Ik was zeer verschrikt. „Met die tor zal ik fortuin maken," ging hij met een triomf eerend lachje voort. „Die brengt mij weer in het bezit van mijn faoiu- lie-goedteren. Verwondert het je nu dat ik haar zoo hoog schat? Het toeval heeft haar mij geschonken en ik behoef niets anders te doen dan haai- naar behooren te gebruiken om het goud machtig te worden, waarheen rij dén weg wijst. Jupiter, breng me de tor." „Wa,..aat! De tor, mas'r Neen, neen ik wil liever de tor met rust laten u zal haar zelf moeten gaan halen." Legrand stond op met plechtogen ernst op het gelaat en bracht mij het insect dat hij uit een glazen stopflesoh nam. Het was een prachtig beest van een tot nu to© onbekend soort en ,zood)oende in wetenschappelijk op richt inderdaad een kostbare schat. Boven op den rug bevonden rich twee ronde zwarte vlekken en meer naar beneden een ovale vlek van dezelfde kleur. Do buikschubben waren buitengewoon hard en: glanzend en zagen er werkelijk uit als gepolijst goud'. Het gewicht van het dier moest wel de aandacht trekken, en alias bij elkaar genomen kon ik den neger rijn meening waarlijk niet euvel dui'den. Malar het kwam mij volkomen onbe grijpelijk voor dat Legrand die ook deelde. ten dat een Fransch officier rijn vaderland! niet heeft verraden, dat onze kinderen, niet een betreurenswaardige gerechtelijke dwaling zullen te bejammeren hebben, en dab het on gelukkige slachtoffer eindelijk aan de liefde van zijn vrouw en van zijn kinderen zal wor den weergegeven." Aan Poincaré is inderdaad door president Loubet de vorming van een ministerie opge dragen. Poincaré heeft geconfereerd met Fal- hères, den voorzitter van den Senaat, en daarna met Ribot, Sarrien, Méiine, Peytral en Brisson. Gisteravond zou Poincaré zijn besluit medodeelen, maar hij heeft tot he denmiddag uitstel govraagd. De „Temps" spoort tot haast aan. Het blad zegt naar aanleiding van d© besprekingen met verschillende partij-leiders: „Nu Poin caré de taak, waarmede het vertrouwen van d<en President hm vereerd heft, op zich heeft, genomen, is het voor ham als man van ta lent on van invloed een eereplicht zijn taaie met succes uit te voeren. Men moet beden kers hoe ernstig, hoe ontmoedigend' op dit oogenblik een bekentenis van onmacht zou zijn van de zijde van oen partijleider, nu noch de republikeinen noch hun leiders het recht hebben aan zich zelf te twijfelen, aan hun partij of aan het republikeinsche Frank rijk. Daarom is Poincaré het aan zich zelf, den President en het land verschuldigd zijn taaie snel uit te voeren, met die snelheid wel ke een klaar inzicht en een vasten wil ken merkt." De „Tomps" bepleit dan d© concentratie der republikeinen, ook der socialisten, die door hun votum vau Maandag de verplich ting hebben: aanvaard een kabinet-Poincaré te steunen, dat eerst na orde te hebben ge bracht in d'cn politieken warboel, met zijn program voor den dag moet komen. Zóó gemakkelijk zijn de socialisten niet te vangen evenwel. „De oproerige fagoraaiwoer- ders onscluudelijk maken:, do oppercomman do's in het leger alleen aan besliste republi keinen toevertrouwen, de generaals die heb recht verkracht, vaJschhöden opeengestapeld de onderschuld verdriuct ©n tegen de Repu bliek samengespannen höbben, voor het Hoog Gerechtshof brengen," ziedaar heb pro gram da,t Jaurès van het nieuwe Kabinet eischt. Ook Clémenceau is niet bijster te spreken op Poincaré. „Een tweede Dupuy met een beetje meer eerlijkheid en een beetje minder energie," luidt zijn oordeel, dat ons niet zoo heel ver bezijden de waarheid lijkt. De Mé!kristen verklaren reeds nu het ko mende Kabinet den oorlog wanneer het een ministerie van repressailles wil rijm De „Ré- publique Frangaise", Méline's orgaan, dreigt onomwonden met reactie en coup detat. Ons schijnt het toe dat de „Débat/s" het weer eens aan 't rechte eind heeft. Niet op de partijen, maar op het land moet Loubet afgaan, meent het bezadigde blad. Wanneer het Kabinet niet beantwoordt aan de ver wachtingen, dan adviseert het tob Kamer ontbinding en een beroep op de natie. Intusschen heeft Bourgeois reedis voor de 'hem toegedachte portefeuille van buiten- landsche zaken bedankt. Hij blijft liever ter Vredesconferentie. Zijn reputatie loopt daar „Ik heb om je gestuurd," begon hij op pathetische® toon, zoodra ik het dier lang genoeg bekeken had. „Ik lieb om je gestuurd opdat je me met raad en daad zoudt bijstaan om de wenken der fortuin verder te volgen en deze tor „Maar, beste Legrand," viel ik hem haastig in do rede, „je bent zeer zeker ziek en moest je meer in acht nemen. Ga naar bed' ik zal bij je blijven totdat het je beter gaat. Je hebt koorts en „Voel mijn pols," zei hij. Éc deed het en kon inderdaad niet het minste spoor van koorts bespeuren. „Toöh kan je riek zijn. Laat mij je iets voorschrijven. Maar ga vóór alles naar bed en dan „Je dwaalt," viel hij mij in do rede. „Ik voel mij zoo wel als bij do opgewondenheid die zich van mij heeft meester gemaakt, maar mogelijk is. Als je hot dUs werkelijk goed met mij meent, bevrijd mij dian daar van." „En hoe kan ik dat?" „Dat is zeer gemakkelijk. Ik ben voorne mens met Jupiter een tochtje te ondernemen naar de heuvels daar ginds op het vasteland. Daarbij hebben wij de hulp noodig van een derden, betrouwbaren persoon. De eenige in wien ik vertrouwen stel, ben jij. Of het nu gelukt of niet in ieder geval zal de opge wondenheid verdwijnen waarin je mij nu riet." „Ik wil je heel graag van dienst zijn," antwoordde ik, „maar zeg mij eerst of d!ie drommelsche tor iets te maken heeft met je uitstapje in de bergen." „Ja." „Dan kan ik aan zoo'n onzinnige cmdamo- ming geen deel nemen, Legrand.' „Dat spijt me spijt me zeer. Dan moe ten wij het met rijn twééën beproeven." ook minder gewaar dan te Parijs. Laat een ander maar de kastanjes uit 't vuur halen. Wat er te Londen in den boezem vau het ministerie is voorgevallen, blijft raadselach tig. Heeft Chamberlain inderdaad een ge voelige nederlaag geleden, zooals een tele gram in ons vorig nummer meldde? Er zijn bladen die 't verzekeren, en de twee korte be richtjes die de „Pall Mall Gazette" kort op elkander doet volgen, geven in dit verband! stof tot nadfeuken. „Heden (Dinsdag) morgen vond op het Foreign Office een zitting van den minister raad plaats," luidt het eene. En oven vorder leest men„De heer en mevrouw Joseph Chamberlain verhaten Londen deze week en begeven zich naar Parijs en naar Zwitser land." Zonderling, die plotselinge reis van Cham berlain, terwijl er zooveel weak aan den win kel is, niet waai-? 'tHeeft er waarlijk veel van of Chamberlain zelf of diens collega's verandering vau lucht voor den minister van koloniën op 't oogenblik wel gewon sekt ach ten. In zijn haat tegen Transvaal heeft Cham berlain in dén laatsten tijd krachtig steun gewonden bij sir Alfred Milner. Uit de thans openbaar gemaakte correspondentie blijkt ten duidelijkste dat MUner alles zoo zwart mogelijk voorstelde en op interventie van Engeland aandrong. En daarvoor vond hij Chamberlain geheel oor. Bij hem kan Trans vaal nu eenmaal geen goed doen. Zoo is dan ook 's ministers antwoord op dé petitie der Ui cl anders één doorioopende cri- tiefc op het staatkundig, financieel en justi tieel bewind van do Zuid-Afrikaansclie Re publiek. Volgens Chamberlain kan de Britsdhe re geering niet onverschillig blijven bij de klachten vau Britsche onderdanen in het bui tenland. Het recht van alle regeeringen, om vertoogen te houden ten eind© verbetering voor haar onderdanen te verkrijgen, wordt in het onderhavige geval versterkt door de bijzondere verhoudingen, diie door conventies tusscheu Enigeland en Transvaal zijn geschat pen. De oorzaak der ontevredenheid ziet hij in de politiek van Transvaal ten opzichte der landverhuizers, aan wie de reusachtige toename der inkomsten van Transvaal te danken is, doch wien een eigen stem in do staatszaken onthouden wordt. Met klem wijst Chamberlain op de zware belasting, en den aard van het financieel beheer, blijkende uit het offioieel verslag van 1897, waaruit men ziet dat ambtenaren groote kortingen genoten; bovendien werd sinds 1883 bijna 2-^ millioen pond sterhng aan ambtenaren voorgeschoten, welke som nooit verrekond is. Al vreezon wij nu niet voor een uitbar sting Engeland zal zich wel meer dan tweemalen bedenken voordat liei Transvaal te lijf gaat, ernstig is de toestand zeker. Daarom wenscht de regeering der Zuid-Af ri- kaansche Republiek blijkbaar ook zooveel mogelijk toe te geven. Zoo houdt zij vast aan de verlangde ar bi trage, maar geeft tegelijk haar voornemen te kennen om mot haar con cessies, ook ten opzichte van het kiesrecht, voort te gaan, hetzij Engeland heb arbitrage- beginsel aanvaardt of niet. „Ga je gang." De arme man was ontegen zeggelijk gek 1 „Maar nog cén dinghoe lang ben je van plan weg te blijven 2" „Waarschijnlijk den geheelen nacht. Wij gaan terstond, op weg en zullen met zonsop gang weer hier zijn." „En geef je me je woord van eer dat je, zoodra je aan dozo gril toegegeven en de tor- rengescJiiedem's tot je voldoening is afgeloo- pen, weer naar huis zult gaan en aan mijn raad als dien van je geneesheer, nouwkoung gehoor zult gaven „Op mijn woord van eer. Maar kom mee, want we hebben geen tijd te verliezen." Met een bezwaard hart ging ik met mijn vriend mede. Tegen vier uur begaven wij Legrand, Jupiter, de hond en 3c ons op weg. De neger droeg de zeis en de spaden en wilde zich geen van die gereedschappen laten afnemen meer uit vrees, naar heb mij, voorkwam, om ze aan zijn meester toe te ver trouwen, d!an uit overgroot© werklust en voorkomendheid. Hij was buitengewoon knorrig, en „die vervloekt® tor '.'A-jaren de eenige woorden die onderweg over zijn lip pen. kwamen. Ik zelf droeg een paar dieven lantaarns, terwijl Legrand rich vergenoegde met de doode tor die hij aan een touw had gebonden en voortdurend mot de gebaren van een toovenaar heen en weer zwaaide. Ik kon nauwelijks mijn tranen bedwingen toen ik dit duidelijk bewijs van do waanzinnig heid van mijn armen vriend zag; maar üc achtte het 't best© voorloopig, totdat ik met meer kans op succes tot krachtiger middelen mijn. toevlUdit kon nemen, op rijn dwaashe den in te gaan. Tevergeefs beproefde ik hem eenig .uitsluitsel over heb uoel van onzen tocht te ontlokken hij gaf mij geen ander antwoord dan: „Dat komt wel usrecht.", 1 Meteen bootje bereikten wij, de 'overzijde "van het water, beklommen dé hoogvlakte van Gisteren heeft de Volksraad een beslissing genomen ten aanzien der door Kruger inge diende kiesreclitvoorstellen. De Raad besloot dio goed to keuren en het ontwerp te publi- ceeren, opdat de Boeren hun mcening kun nen uitspreken. President Kruger dankte den Raad voor zijn besluit. Hij zeide dat men onrustige tij den beleefde; niemand wist wat er kon ge beuren, Hij hoopte dat de Uitlanders do kieswet zouden aannemenmeer kon niet gegeven worden. Hij verlangde niet naar oorlogmaar moclït die komen, dan zou G od de Republiek bijstaan; God die den Boeren eens hun onafhankelijkheid ontnomen, maar later weergegeven had. Gemengde medcdecilngen. In de Belgische Kamer riep gisteren plotse ling een der toeschouwers luidkeels »Leve Moinau 1 Leve de anarchieWeg met cc geestelijken 1" De lawaaimaker, een nog jonge man die blijkbaar niet wel bij het hoofd is, liet och kalm gevangen nemen. De waarnemende Biitsche vertegenwoor diger te Parijs en minister Deicassé hebben gisteren de ratificaties van het Nijl-Nigei- verdrag uitgewisseld. Men zegt dat de gevangenneming van generaal Giletta di San Giuseppa te danken is aan den ijver van generaal Gocse, die thans te Nizza het bevel voert. Gonse wilde zich niet zonder reden gaarne eens flink toonen. Als hjj nu maar in zijn ijver gi-eu misgreep heeft gedaan 1 Te Rome houdt men de zaak voor een jarnmeilijke vergissing. Volgens deïFigato" daarentegen is Giletta sinds 6 Met reeds nagegaan en is het bevel tot zijn gevan genneming vau het ministerie van oorlog afkomstig. Nog meldt de nFigaro" dat de generaal reeds in 1880 gearresteerd is om dat hij bij het kamp van d'Argent zou ge- spionneerd hebben. Toen is hij echter weer vrijgelaten. De sTemps" zpgt dat Giletta reeds bekend heeft. Hij zou bevelen van zijn regeering hebben. Toen president Loubet vernam dat graaf Christian! vier jaar had gekregen, moet hij gezegd hebben: sVier jaar die spoedig \ooi bij zullen zijn." Daaruit wordt afgeleid dat Lou bet den graaf zal begenadigen. Luitenant Piolant, die meegedaan heeft aan de manifestaties te Auteuil, is volgens de ïFigaro" door den minister van oorlog gestralt met 60 dagen vesting. Beweerd wordt dat de nationalisten tegen 14 Juli een nieuwe betooging voorbereiden. Het jiJournal" zegt dat de nu aftredende minister van justitie Lebret, hoogleeraar te Caen, zal solliciteeren naar den zetel van raadsheer in het Hof van Cassatie, vacant geworden door Ballot-Beaupié's benoeming tot voorzitter der buigeilyke Kamer. In de Hongaarsche Kamer werd gisteren door den minister-president IColoman Szell een ontwerp ingediend, tot regeling dei- het vasteland en vervolgden onzen weg door een buitengewoon woeste on verlaten streek, die geen spoor van mensehelijke voetstappen vertoonde, in noordwestelijke richting. Le grand liqi i met vasten tred voorop on bleef nu en dan staan om zich. naar zekere, onge twijfeld vroeger door liesm opgemerkte aan wijzingen te oriënteeren. Zoo marcheerden wij ongeveer twee uui- lang en bereikten tegen zonsondergang een streek dio nog heel wat somberder leek dan liet land diat wij tot nu toe waren doorge trokken. Hot was een soort hoogvlakte diclit bij den top van eon. bijna ontoegankei Ijken berg, die van den voet tot aan zijn hoogste punt met dichte bossdhen was bedekt en waaruit hooge rotsen opstaken die los op den bodem schenen te staan en wellicht alleen door den steun dien het geboomte bood, blo ven staan. Diepe kloven welke naar verschil lende richtingen hepen, schonken aan het landschap een nog ernstiger, somberder ka rakter. Het natuurlijke platform dat wij beklom men hadden, was zoo dicht met doornstrui ken begroeid, dat het onmogelijk zou zijn ge weest ons zonder de zeis een weg te banen. Op bevel van zijn meester ging Jupiter nu aan het werk om een weg te maken naar- de voet van een reusachtiger, tulpenboom, dio midden tusschen een groepje eiken stond en deze zoo in hoogte als ook alle andere hoo rnen die ik ooit had gezien, door die schoon heid van rijn gebladerte e<n rijn majestueu- sen vorm overtrof. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1