i No. 9972. Tweede Blad. I I j 53"e Jaargang. Vrijdag 30 Juni 1899. IN BRAZILIË. li II 1 I >4 s sn. =s o. BIMENLAm Uit de Staatscourant. Kunst en Wetenschap. j?i 'Hl M SCHIEDAI MIE COURAHT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12'fi cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, dis Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon So. 123. s. ne, ui 1 Dr. Sehnepman en leerplicht. In de „De Katili. School" 'schreef, onder liet opschrift „Inquisiteurs", J. v. Tr. het i volgende: „Wij mogen bij den lezer als be kend veronderstellen, dat dr. Schaapman den. 16en April te Heerenveou een pleidooi ten behoeve van heb bekende wetsontwerp-Bor- gesius gehouden heeft." Tegen deze woorden komt de heer Sdhaep- maii in „Het Centrum" in. verzet. Hij schrijft „lik heb op 9 April te Heerenveen geen pleitrede gehouden voor het bekende wetsontwerp-Borgesius. Ik heb eenvoudig be toogd, dat do leerplicht tussohen de Katho lieken geen scheiding en scheuring behoefde te brengen. Dab was do hoofdzaak. Verder heb ik heb herfiahngsonderwijs afgekeurd en voor de gemoedsbezwaren volle eerbiedi ging geëisdht." De heer Scliaepman voegt biji dit protest de volgende opmerking: Heb schijnt, dat m dezen zonderlingen strijd over leerplicht allerlei dingen geoor- loold zijn. Het schijnt, dait men den tegen stander zoo zwart mogelijk mag maken, ook al gebruikt imso daartoe middelen, die de eigezr-hkricfen bezoedelen. Men zou somtijds meenen, dat heb achtste gebod, in zijn geldig heid is geschorst. Op zijn best genomen, komt men maar te dikwijls in de gelegenheid om de wijze les te bewonderen, waarmede de Catechismus! van Trente de verhandeling over het achtste gebod opent: „Dit gebod kan met to vaak worden verklaard". Er ligt toch een stelsel ten grondslag aan hetgeen luer niet mij geschiedde. Of is het zoo geheel onschuldig iemand, die het wetsombwerp-Borgesms voor een ge wichtig deel onaannemelijk verklaart en het verder nog salierp beoordeelt, maar tevens het nut en de betrekkelijke noodzakelijkheid van een zekeren leerplicht niet verbloemt, zonder meer als een pleiter voor het wets- ontwerp-Borgesius voor te stollen? Heeft men hierbij geen doel in 't oog? Het wets- ontwexp-Borgesius omvat het herlialingson- derwijs. Tegen dat hertialingsond'erwijs be staan zeer ernstige, zeer eerbiedwaardige be zwaren. Over die bezwaren stapt de pleitbe zorger, „in easu": dr. Sckaepman, Roomsdh- Kutholiek priester, hoogleeraar aan het Se minarie Rij sen buig, voorzitter van de Ver eerdging voor Roomsdi-Katholiek Bijzonder Onderwijs in het Aartsbisdom Utrecht, over al die bezwaren stapt deze pleitbezorger van Borgesius rustig lieen. O gruwel! Maar deze gruwel berust op een volslagen onjuistheid. De onjuistheid heb ik hierboven Het „N. v. <L D." bevatte eenigen tijd uit stekend geschreven brieven van een landge noot, die in do binnenlanden van Brazilië onderzoekingstochten heeft gedaan naar edel gesteenten. In een daarvan lazen we het volgende tref fende verhaal Eenige dagen waxen wij, op weg naax Bo livia, langs smalle Indianempadten verder ge- trokken, toen wij in een donker oerwoud een smal bósehpad, dait sinds lang ongebruikt scheen en waar de takken ons m het gelaaib sloegen, volgden. Hst was reeds laat: de zon, die slechts weinig licht dborliet door deze chaos van. tak ken on bladeren, zou spoedig ondergaan. Daar h-est pad ruimer werd, reden wij in ster ken galop, in cte hoop vóór dan nacht een open plek to vinden, om vuur aan. te maken en te overnachten. Ik reed vooruit, om den weg te verken nen; mijn metgezel was een. paar honderd! meter achter en dreef de paarden voor zich uit. Opeens zag ik om een buiging van hdt pad, ongeveer 300 meter vóór mij, een man te paard; iets ongewoons in deze streken, waar geen blanken doordringen en de India nen geen paarden bezitten. Verschrikt hield! ik mijn paard! eens oogen- blik in, naan mijn revolver uit den gordel en spande dm haan. Een vreemdsoortige, kou de, onaangename rilling overkwam, mijik voelde mijn hart bonzen. De ruiter scheen geen haast te hebben; ik zotte mijn paard' aan in galop. In weinige seconden was ik bij dsn vreemdeling. Naderbij gekomen bemerkte ik, dait heb een blanke was; hij was gewapend met een fOud vutirsteengsweereen prachtig tijgervel lag achter op zijn zadeQ. Hij plaatste zijn paaxdi mast hst mijn©. Ik begroette hem met den gewonen Spaan- scben groet„Buemos-Tandb!" maar hij zag mijwantrouwend aan! en antwoorddb daghelder aangetoond. De onjuistheid is zóó onjuist, dat ik haar niet anders als lichtzin nig of moedwillig noemen kan. Lichtzinnig, omdat do schrijver 'heeft willen schrijven over een zaak, die hij met plichtmatig had onderzocht. Moedwillig, omdat hij willens en wetens Heb is noodig eens ridderlijk te zeggen, wat zulk losweg neergeschreven woorden „Wij mogen bij den lezer als bekend veron derstellen enz. enz. beteekenen. In iedere polemiek bussclien gelijkgezinden ligt een ge vaar het gaat ten slotte evenzeer om gelijk hebben als om de zaak. En in dit geval blijft men niet binnen de christelijke levensrege len. De heer Sdhaepman heeft zich bij al het ieerplichtrumoer herhaaldelijk afgevraagd waarom kan men over deze zaken toch niet op verdraagzame wijze, op kalmen toon spre ken onder elkaar? Waarom wordt men toch onmiddellijk „vogelvrij", als men het met dit of dat orgaan, t welk zich dan ook on middellijk als het orgaan van de overgroote meerderheid der Katholieken aandient, niet eens is? Ten slotte zegt de schrijver: Heb verveelt mij, uw lezers zoolang met- mijn zaken te hebben beziggehouden. Maar dit was mijn plicht. Ik lieb de eer, onder de strijders voor de katholieke zaak te worden gerekend. Als zoodanig heb ik mijn naam rein te houden togen aanranding. De naam is, zoo leert Sb. Thomas van Aauino, onder de zienlijke goederen de hoogste. „Praeemi- net divitns" zegt liijdie gaat boven rijk dommen. Eu liij beroept zioh qp de Spreu ken. Ik heb de pers nooit lastig gevallen met verweer tegen allerlei zonderlinge aanvallen, tegen mij gericht. Wat mij in deze aanvallen juist of rechtmatig voorkwam, heb ik naar vermogen en eerlijk getracht mij ten nutte te maken. Maar wat ik verder kon laten ziuken tot de diepte, waaruit het kwam, heb ik laten zinken. Maar dit duld ik niet. Trots goed en kwaad gerucht heb ik sinds meer dan het vierde eener eeuw voor het katholiek bijzonder onderwijs, voor de vrije school gestreden. Voor deze zaak heb ik mij gewaagd in de Giond wetsherziening en in meer. Nu duld ik niet, dat men mij in de ^Katholieke School" als een pleitvoerder voorstelle voor een zaak, die niet de mijne is en die met de mijne kan zijn. Ik verwacht nu eenvoudig eerherstel. De Nationale Vrouwenraad. In de „Arnli. Ct," schrijft B. P. Indien er is een Bond van beteefcenis d!io uiterst kabn tot stand is gekomen, dan mag dit van dezen worden getuigd. Als gold het een plaatselijke vereemgmg, zoo hoorde men er sledhts terloops van, en nog weten maar heel enkelen dat het om een Wereldvereeni- ging te doen was, die wel heel spoedig haar optreden zal d'oen bespeuren. De haan van zijn geweer was gespannen zoo stonden wij eamge seconden stil naast elkaar, weinige seconden, die mij een eeuwig heid toeschenen. Ik trachtte een gesprek aan te knoopen en vroeg beun zoo vriendelijk mogelijk in het Spaansch waar hij dien prackbigem jaguar geschoten had. Hij fronste de wenkbrauwen, zijn gelaat nam een omheaispellendé uitdrukking aan; hij bracht zijn hand bij eten trekker en bleef stom. Maar ik vervolgde met d© vriendelijkst denkbare uitdrukkingen, mijn mooiste Spaan- sche volzinnen, nadere inlichtingen vragende over d'at prachtige tijgervel. Het moest kort geleden geschoten zijn het vel was nog nat «n het bloed droop er af, langs do achterbeen en van het paard. Ik scheen hem zachter te stommen; hij antwoordde, dhit hij tijgerjager was, den ja guar reedis dagen lang was gevolgd! en het geluk had gehad het daer dezen namiddag te schieten. Het was de grootste jaguar*, dien hij ooit zag. Mijn metgezel, een Luxemburger, was in- tusschen! naderbij gekomen, en -om heim tot haast aan te sporen, riep ik hem in het Duitsoh toe, todh wat voort te maken, want dat ex een prachtig tijgervel te zien was. Nauwelijks kadi ik een paar woorden Duitsch gesproken, of de blanke jager werd doodsbleek; zijn geheele lichaam trilde; hij zette da haan in rust, liet zijn geiweer, wat hem uit d!e handen gleed, in het gras vallen, steeg van zijn paard en stak mij beide han den toe. Ik stak mijn revolver in dam gordel en bood kern de hand', die hij innig drukte; terwijl tranen hem langs het gebruind© ge laat rolden en onze handen bevochtigden, leunde Mj met het hoofd vertrouwelijk tegen mij aan en snikte en schreide. Mijn metgezel zag vol verbazing op dit vreemde tooneel. Hij steeg van zijn paard, en toen ook ik gelegenlïfettdl had gevonden het* te dben, zeide de vreemdeling in zuiver Duitsdh. „Hpejbnk ik dan hemel, dait ik nog 'een-' Wel liaa de eerste vergadering 29 Oct. jl. ietwat van zich doen spreken, omdat het voorloopig comité niet op een samenkomst van zeshonderd dames verdacht was geweest. Daarbij, do eene meende ter beraadslaging uitgenoodigd te zijn, de andere ter oprich ting van een Nationalen Raad. Todh wist men tot een stemming te komen, waarbij de oprichting het won en oonceptstatuten wer den besproken. Sedert kon er doorgewerkt worden door bet handjevol vrouwen, die met den heiligsten ijver bezield, alom propaganda maakten voor het doel, met- het meest ge- wensdhte gevolg m de meest uiteenloopende leringen. W-at voor eenige maanden niet mogelijk scheen, dat bijv. de Vereemgmg tot Bevor dering van hot Zedelijk Bewustzijn met haar twee honderd afdeehngen, zich zou verzuste- ren met die tot verkrijging van Vrouwen- Kiesrecht, het geschiedde- m een spanne fcijds. Met een „Eendracht maakt Macht" in top, wist men elkanders persoonlijke overtuiging en 1 even sbesci ion wi ng te eerbiedigen en de tweede vergadering slaagde er te beter door. Die tweede nu werd onlangs gehouden door de vertegenwoordigsters van zes en twin tig vereenigingen die zich reeds hadden aan gesloten. Er konden dus nu een voorzitster en dne bestuursleden worden gekozen. De keus eener voorzitster, die de Nederlandsclie vrouwenwereld ook moet vertegenwoordigen bij den Internationalen Vrouwenraad viel minder moeilijk. Juist de vrouw, die de g e- d ach te ook ten onzent had wéten op te wekken en sedert zelf rusteloos werkzaam was geweest-, voldeed m alle opzichten aan al lerlei eisdhen, zoodat de geheele vrouwenwe reld, van welken stand ook, zich bevredigd moest gevoelen toen de keuzo op haar was gevallen, alzoo op d'e douairière Klerck van Hogendorp. Deze aanvaardde haar be noeming iu het volle besef vaE het gewicht dezer eerste waardigheid in den Nederland- schen vrouwenraad, die heel wat anders zou blijken te bedoelen dan een tot heden beken de vereen ïging, van welken aard of richting ook. Tot medebestuurdters werden gekozen de dames RutgersHoitsema, Drudker Maxime Kramers eu Kuenen, die alle vier verschil lende richtingen vertegenwoordigen. De vijf jarige vergadering te Londen van den Inter nationalen Vrouwenraad is zóó aanstaande dat op diezelfde vergadering mevr. Rutgers en juffr. Kramers werden benoemd om de presidente te vergezellen. Nog een negental anderen sloten zich bij "het drietal aan, om spreekbeurten te vervullen. De juist twaalf Nederlandsdhe dames zullen allen gasten zijn van den Internationalen Raad. Zij hebben dus alleen voor de reiskosten te zorgen en mijns inziens zal Nederland dus m Juli a,s. schitterend vertegenwoordigd zijn. IJmuider stoomtrawler voor Amsterdam. Gisteren is voor 't eerst voorgekomen dat een IJmuider stoomtrawler naar Amsterdam maal mijn moedertaal hoor. Sinds 20 jaren is mij dö straf opgelegd, gedoemd1 ver van de memochen in deze wildernis te levennu .ik weer voor het eerst mijn. moedertaal hoor, nu is mij het liaxt zoo vol, zoo week." En weer greep hij een- hand van mij en een hand van mijn metgezel; hij drukte ze beide en kuste ze. Toen sloeg hij het lichaam achterover, leunende tegen een boom, het ge laat omhoog; zijn hoed gleed' omlaag ©n hot lange reeds grijzende hoofdhaar weid door een enkelen rossigen lichtstraal der onder gaande zon beschenen. Hij vouwde een oogem- blik zijn haadbn; toen sloeg bij ze beide voor het gelaat; hij beefde over het geheele lichaam en schreide mot koortsachtig snik ken en angstig rochelend gehuil. Ik zag mijn metgezel aan, on hoewel wij toch reeds eenige maanden door onherberg zame oorden trokken en. dus niet voor me tis© indrukken vatbaar waren, werden onze 1 oogen vochtig. Mijn metgezel legde den vinger op den mond. Ik begreep hem. Hier werd de herinnering aan een drama van voor 20 jaar afgespeeld! Welk drama? Wij hébben het niet gevraagd; wij heb ben die stille smart geëerbiedigd, eerbiedig voelden wij melt hem. Een vreoselijke straf was dezen Europeeschen misdadiger opge legd: ver van zijn land, ver van de zijnen, verlaten en vergeten in de wildernis, tus sohen wildé dieren en gevaarlijke Indianen, en dat reeds 20 jaar. Toen hij weer tot zichzelf gekomen was, informeerden wij, waar wij konden over nachten. Hij vertelde ons, dait wij geheel en al- uit de richting waren gekomen. Hij wilde ons begeleddten em weer op den juister weg brengen. Dezen nacht zouden wij samen bi'vakkeeerenop cdroa. 6 kilometer wist hij een geschikte plaats voor nachtver blijf. •De tügerjager reed voor; hij zette ons tot spoed aan. en wees ons dien weg. Spoedig waren wij op da bertemde plaats. 't Was oen prachtig plekjeeen mld stroo- mend sbeekje doonsmeedareeiK gloodend'en ai- doorgestoomd is met zijn lading viscli om ze daar aan de markt te verkoopen. Het was de Judith van de Naamlooze "Vennoot schap Neder!. Sloomvisscherij". Vermoedelijk is dat een proefneming met het oog op de belemmering in de vrijheid van verkoop voor IJmuiden vastgesteld. Is dat zoo, dan kan de proef volkomen geslaagd heeteo. De bedongen prijzen bleven niet beneden die te IJmuiden, terwijl mede wei king van de zyde der haven-autoriteiten werd ondervonden. Wij vernemen dat dit voorbeeld heden zal gevolgd worden door de J u l i e van dezelfde maatschappij. De burgemeester van Alkmaar, de lieer A. Maclaine Pont, is daar, 69 jaren oud, overleden. Den 15 Febr. 1858 tot die betrekking be noemd, heeft hij gedurende dien tijd al zijne krachten aan den bloei van Alkmaar en liet heil van zyn ingezetenen gewijd. De over ledene was tevens dijkgraaf van de uitwa- terende sluizen in Kennemerland en West- Friesland en lid der Provinciale Staten, ridder in de orde van den Nederl. Leeuw en officier in de orde van Oranje-Nassau. Te Arnhem zal 10 Juli de algemeene ver gadering van den Bond voor ziekenverpleging worden gehouden. Dr. Guldenarm zal een voordracht houden over ziekenverpleging. Ter voorziening in de vacatures, ontstaan door het periodieke altreden van dr. J. A. Wijuhofl en dr. P. J. Barnouw, worden voor gedragen voor de eerste vacature het dubbel tal dr. A. J. Yan der Weijde en dr. II. Offer- haus JHz. te Ufrecht, en voor de tweede vacature het dubbeltal dr, F. K. A. Rombaeh en dr. F. D, A. G. Van Moll, te Rotterdam. Op bet zevende congres en de twaalfde algemeene vergadering van den Bond Maat schappelijk belang, in de maand Augustus te Deventer te houden, zullen als sprekers optreden de heeren: mr. P. Droogleever For- tuyn, van 's Gravenhage, over wettelijke rege ling van naamlooze vennootschappen; H. P. Priester, van Leeuwarden, over ambachts- onderwijs, staatszorg en maatschappelijk be lang; mr. A. D. van Assendellt de Coningh, van Leiderdorp, over het ontwerp-boter wet en de belangen van den Nederlandschen boterhandel; J. Stoffel, van Deventer, over invoerrechten en accijnzen; J. 11. F. Ritter, van Utrecht, over Maatschappelijk Werk en haar orgaan. Bij Kon. besluit is de heer W. A. F. baron Gevers, Hr. Ms. zaakgelastigde met den per soonlijken titel van Minister-iesident by het Hof van Rumenië, tevens in dezelfde hoe danigheid benoemd bij het Servische Hof. its V j hang, met volop gras voor de paarden. De beek rolde met schuimispattende golf jes langs enkele rotsblokken en ging in sier lijke bocht verder, om in hoefvoxm weer on geveer op dezelfde plek terug te komen en, alvorens vorder te rollen en te bruisen, een klein schiereiland te vormen, een prachtig weiland voor de rijdieren. Om ons heen stonden eeuwenoude hoo rnen aan den overkant groeiden oranjeappe len en bananen, Tussohen de boomen dtoor was een laag ge legen stuk land onderga!oopen, waarin kleu rige steltloopers, een poot omhoog trekken de, den langen hals onder de donzen vleuge len verstoppend1, indommelden. Daar sloegen wij ons nachtkwartier op. Nadat wij onzo paarden hadden afgezadeld, de menie hadden gekluisterd', droog hout hadden verzameld en vuur hadden aange maakt, zaten wij in een kring om de vlam men onze pijpon te rooken en ons eenvoudig maal te bereiden, dat bestond uit gedroogd vleescb, aan een stok boven he>t vuur geroos terd, en do onontbeerlijke Boliviaanscho „maté", een soort van thee. Voor wij ons ter ruste begaven, spraken wij over Europa; dö vroom de jager moedig de ons aan, hem veel en veel te vertellen. Heit was alsof hij ons met aandacht ieder woord van do lippen afkeek; maar hij vroeg geen enkele maal naar oen bepaald© plaats; met geen enkele kleine aanduiding het hij bemerken vanwaar hij gekomen of waar hij geboren was. Naar houding, taal en manieren te oordeo- len, moest hij iemand van goede afkomst zijn. Zoover wij oordeden konden naar rijn uitspraak, was hij Zuid-Duitseher, Ik lag naast hem in heit gras en sliep spoe dig in. In den nacht werd ik wakkerin ons vuur glimden de laatste vonken; dé jager lag voorover op zijn jaguasnvei en draaide ach onrustig heen en weer, in zijn slaap snik kende. De opkomende maan scheen door de ope ning van "het 'woud' en veirfverda^de hoef- "vormige beek en den sierlijken vijver. In het Bij Kon. besluit is aan J. Bor, op zijn daartoe gedaan verzoek met 1 Juli eervol ontslag veileend als directeur der bijzondere strafgevangenis voor vrouwen te Goririchem. By Kon. besluit is met 1 Juli benoemd tot hoogleeraar aan de Pol. School J. F. Klink hamer, bouwkundig ingenieur te Amsterdam. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot burge meesters: van Haarlemmermeer J. W. Lant- zendorfTer; Oostvoorne N. J. C. S. H. Lette, secr. dier gem.; van Stompwijk en van Veur, P. van Duyvendyk, secr. van laatstg. gem.; van Muiden G. Coninck Westenberg; ,vnn Kamperveen en van Zaik en Veekaten J. van Hasselt, secr. dier gem.; van Naarden 11. M. Wesselingvan Oosthuizen K. Kaas-, kooper. Bij Kon. besluit is de adjunct-administra teur F. M. Schreuders, inet 1 Juli bevoiderd tot olllcier van administratie der 2de klasse. De heer O, Bieber, by Kon. besluit van 1 April no. 38, benoemd tot consul-generaal te Porto: -Prince (Haiti), is in die hoedanigheid door ue Haitiaansche regeering erkend. Het de 14e Juli te geven conceit van de Berl'ynsche Domkoorzangers zal het kunst minnend publiek veel genot ver.-chaffen. liet programma bevat niet alleen composition van oude meesters alsPalestrina, llasler. Han del, komt daarop ook voor composition van nieuwere meesteis als: Wagner, Neithardt, Albert Becker enz. Wij verwachten, dat de liefde voor de kunst, die men steeds bij het ontwikkelde publiek alhier waarneemt, wan neer er iets goeds te hooren valt, zich ook thans zal openbaren, en de beroemde zangers een flink bezette kerk zullen hebben. Omtrent d© opening van d© Historisdi- Guneeskimdigc Tentoonstelling te Arnhem, die op Zaterdag 1 Juli zal plaats Lobben, kunnen we nader mededeelen. Een vrouwenkoor van een 80-tal dames en de Arnhemsdhe oi'kestvereoniging zullen te 3 uren m d© Nieuwe concertzaal van Musis Sacrum, een openings-cantate uitvoeren, ge componeerd en gedirigeerd d'oor den heer C. H. Coster, v Arnhem. Daarna, houdt dr. A. C. H. Moll, voorzitter van liet comité, do openingsrede en zal de Commissaris dex Ko ningin, mr. J. H. M. baron Mollerus van Westkeike, eexe-Jid, de tentoonstelling ope nen. Do plechtigheid zal o. a. worden bijge woond vanwege H. M. de Ko11 mgin-Moeder, beschermvrouw dex tentoonstelling, dtoor een van de Ka.merheeren, door don Minister van Marine, den referendaris der afd. medische politie bij Bmnenl. Zaken mr. A. F. baron van Lijnden en vele genoodigdo burgerlijke en militaire autoriteiten. De Vlaamsche Akademie koos mr. H. bleek licht had het gelaat van den tijgerjager een lijkkleur, waarvan de tranen als tinte lende zilverdruppels ondaagrolden en samen- vlooiden met de robijnen bloodpaarlen, dio van het tijgervel op de grashalmen vielen. Wij ontwaakten toen de zon reeds hoog aan den hemel stond. De vreemde jager was reeds gereed tot vertrek; zijni paard was ge zadeld, eu hoewel zijn gelaat de sporen droeg van de vreeselijke herinnering, die hem had gefolterd, sprak hij er mot geen enkel woord meer* over. Hij had met het verleden afgerekendde Boliviaanscho tijgerjagej* stond weer voor ons. Hij vergezelde ons tot den avond; nauw keurig beschreef hij ons den weg, dim wij tg volgen liaddon. deelde ons mede wat hij in hot belang van onzen todht noodig oor deelde en wees ons verschillende steensoor ten aan, die liemi aan de oevers der rivieren waren opgevallen. Toen hij ons op een geschikte plek voor den nacht had! gebracht, verliet hij ons. Zijn wag vca*volgende, zon hij het geroep van den uil nabootsen en wij zouden hem antwoor den. Daar verdween hij, zonder om te zien., tus- schen de takken. Oplettend luisterden wij daar klonk het geroep van den uil, dat wij beantwoord den; wij wachtten, onzen adem inhoudend; weer kwam heb geroep van verder, en nog maals kwam het bijna, onhoorbaar, en nog maals antwoordidon wij. Nu konden ouzo ooren niets meer waarnemen. Daai*, uit dé verte, nauweüjiks hoorbaar, klonk een schotwij antwoordden met onzo revolvers; toen greep ik mijn buks met een- txaalvuur en trok afhet knetterde en ram melde en klonk; verschrikt vloog oen heir- leger papegaaien uit de takken, en met dezen kruitdamp, d!ie oanhoog steeg, verdween onze laatste groot aan dten gcheimzinnigen, ramp zaligen tijgerjager. '41 v r

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5