i
No. 9972.
Tweede Blad.
I
I
j
53"e Jaargang.
Vrijdag 30 Juni 1899.
IN BRAZILIË.
li
II
1
I
>4
s
sn.
=s
o.
BIMENLAm
Uit de Staatscourant.
Kunst en Wetenschap.
j?i
'Hl
M
SCHIEDAI MIE COURAHT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'fi cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, dis Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon So. 123.
s.
ne,
ui
1
Dr. Sehnepman en leerplicht.
In de „De Katili. School" 'schreef, onder
liet opschrift „Inquisiteurs", J. v. Tr. het
i volgende: „Wij mogen bij den lezer als be
kend veronderstellen, dat dr. Schaapman den.
16en April te Heerenveou een pleidooi ten
behoeve van heb bekende wetsontwerp-Bor-
gesius gehouden heeft."
Tegen deze woorden komt de heer Sdhaep-
maii in „Het Centrum" in. verzet. Hij
schrijft
„lik heb op 9 April te Heerenveen geen
pleitrede gehouden voor het bekende
wetsontwerp-Borgesius. Ik heb eenvoudig be
toogd, dat do leerplicht tussohen de Katho
lieken geen scheiding en scheuring behoefde
te brengen. Dab was do hoofdzaak. Verder
heb ik heb herfiahngsonderwijs afgekeurd
en voor de gemoedsbezwaren volle eerbiedi
ging geëisdht."
De heer Scliaepman voegt biji dit protest
de volgende opmerking:
Heb schijnt, dat m dezen zonderlingen
strijd over leerplicht allerlei dingen geoor-
loold zijn. Het schijnt, dait men den tegen
stander zoo zwart mogelijk mag maken, ook
al gebruikt imso daartoe middelen, die de
eigezr-hkricfen bezoedelen. Men zou somtijds
meenen, dat heb achtste gebod, in zijn geldig
heid is geschorst. Op zijn best genomen,
komt men maar te dikwijls in de gelegenheid
om de wijze les te bewonderen, waarmede de
Catechismus! van Trente de verhandeling
over het achtste gebod opent: „Dit gebod
kan met to vaak worden verklaard".
Er ligt toch een stelsel ten grondslag aan
hetgeen luer niet mij geschiedde.
Of is het zoo geheel onschuldig iemand,
die het wetsombwerp-Borgesms voor een ge
wichtig deel onaannemelijk verklaart en het
verder nog salierp beoordeelt, maar tevens
het nut en de betrekkelijke noodzakelijkheid
van een zekeren leerplicht niet verbloemt,
zonder meer als een pleiter voor het wets-
ontwerp-Borgesius voor te stollen? Heeft
men hierbij geen doel in 't oog? Het wets-
ontwexp-Borgesius omvat het herlialingson-
derwijs. Tegen dat hertialingsond'erwijs be
staan zeer ernstige, zeer eerbiedwaardige be
zwaren. Over die bezwaren stapt de pleitbe
zorger, „in easu": dr. Sckaepman, Roomsdh-
Kutholiek priester, hoogleeraar aan het Se
minarie Rij sen buig, voorzitter van de Ver
eerdging voor Roomsdi-Katholiek Bijzonder
Onderwijs in het Aartsbisdom Utrecht, over
al die bezwaren stapt deze pleitbezorger van
Borgesius rustig lieen.
O gruwel!
Maar deze gruwel berust op een volslagen
onjuistheid. De onjuistheid heb ik hierboven
Het „N. v. <L D." bevatte eenigen tijd uit
stekend geschreven brieven van een landge
noot, die in do binnenlanden van Brazilië
onderzoekingstochten heeft gedaan naar edel
gesteenten.
In een daarvan lazen we het volgende tref
fende verhaal
Eenige dagen waxen wij, op weg naax Bo
livia, langs smalle Indianempadten verder ge-
trokken, toen wij in een donker oerwoud een
smal bósehpad, dait sinds lang ongebruikt
scheen en waar de takken ons m het gelaaib
sloegen, volgden.
Hst was reeds laat: de zon, die slechts
weinig licht dborliet door deze chaos van. tak
ken on bladeren, zou spoedig ondergaan.
Daar h-est pad ruimer werd, reden wij in ster
ken galop, in cte hoop vóór dan nacht een
open plek to vinden, om vuur aan. te maken
en te overnachten.
Ik reed vooruit, om den weg te verken
nen; mijn metgezel was een. paar honderd!
meter achter en dreef de paarden voor zich
uit.
Opeens zag ik om een buiging van hdt
pad, ongeveer 300 meter vóór mij, een man
te paard; iets ongewoons in deze streken,
waar geen blanken doordringen en de India
nen geen paarden bezitten.
Verschrikt hield! ik mijn paard! eens oogen-
blik in, naan mijn revolver uit den gordel en
spande dm haan. Een vreemdsoortige, kou
de, onaangename rilling overkwam, mijik
voelde mijn hart bonzen. De ruiter scheen
geen haast te hebben; ik zotte mijn paard'
aan in galop. In weinige seconden was ik bij
dsn vreemdeling.
Naderbij gekomen bemerkte ik, dait heb
een blanke was; hij was gewapend met een
fOud vutirsteengsweereen prachtig tijgervel
lag achter op zijn zadeQ.
Hij plaatste zijn paaxdi mast hst mijn©.
Ik begroette hem met den gewonen Spaan-
scben groet„Buemos-Tandb!" maar hij
zag mijwantrouwend aan! en antwoorddb
daghelder aangetoond. De onjuistheid is zóó
onjuist, dat ik haar niet anders als lichtzin
nig of moedwillig noemen kan. Lichtzinnig,
omdat do schrijver 'heeft willen schrijven
over een zaak, die hij met plichtmatig had
onderzocht. Moedwillig, omdat hij willens en
wetens
Heb is noodig eens ridderlijk te zeggen,
wat zulk losweg neergeschreven woorden
„Wij mogen bij den lezer als bekend veron
derstellen enz. enz. beteekenen. In iedere
polemiek bussclien gelijkgezinden ligt een ge
vaar het gaat ten slotte evenzeer om gelijk
hebben als om de zaak. En in dit geval blijft
men niet binnen de christelijke levensrege
len.
De heer Sdhaepman heeft zich bij al het
ieerplichtrumoer herhaaldelijk afgevraagd
waarom kan men over deze zaken toch niet
op verdraagzame wijze, op kalmen toon spre
ken onder elkaar? Waarom wordt men toch
onmiddellijk „vogelvrij", als men het met
dit of dat orgaan, t welk zich dan ook on
middellijk als het orgaan van de overgroote
meerderheid der Katholieken aandient, niet
eens is? Ten slotte zegt de schrijver:
Heb verveelt mij, uw lezers zoolang met-
mijn zaken te hebben beziggehouden. Maar
dit was mijn plicht. Ik lieb de eer, onder de
strijders voor de katholieke zaak te worden
gerekend. Als zoodanig heb ik mijn naam
rein te houden togen aanranding. De naam
is, zoo leert Sb. Thomas van Aauino, onder
de zienlijke goederen de hoogste. „Praeemi-
net divitns" zegt liijdie gaat boven rijk
dommen. Eu liij beroept zioh qp de Spreu
ken.
Ik heb de pers nooit lastig gevallen met
verweer tegen allerlei zonderlinge aanvallen,
tegen mij gericht. Wat mij in deze aanvallen
juist of rechtmatig voorkwam, heb ik naar
vermogen en eerlijk getracht mij ten nutte te
maken. Maar wat ik verder kon laten ziuken
tot de diepte, waaruit het kwam, heb ik
laten zinken.
Maar dit duld ik niet. Trots goed en kwaad
gerucht heb ik sinds meer dan het vierde
eener eeuw voor het katholiek bijzonder
onderwijs, voor de vrije school gestreden.
Voor deze zaak heb ik mij gewaagd in de
Giond wetsherziening en in meer. Nu duld
ik niet, dat men mij in de ^Katholieke
School" als een pleitvoerder voorstelle voor
een zaak, die niet de mijne is en die met
de mijne kan zijn.
Ik verwacht nu eenvoudig eerherstel.
De Nationale Vrouwenraad.
In de „Arnli. Ct," schrijft B. P.
Indien er is een Bond van beteefcenis d!io
uiterst kabn tot stand is gekomen, dan mag
dit van dezen worden getuigd. Als gold het
een plaatselijke vereemgmg, zoo hoorde men
er sledhts terloops van, en nog weten maar
heel enkelen dat het om een Wereldvereeni-
ging te doen was, die wel heel spoedig haar
optreden zal d'oen bespeuren.
De haan van zijn geweer was gespannen
zoo stonden wij eamge seconden stil naast
elkaar, weinige seconden, die mij een eeuwig
heid toeschenen.
Ik trachtte een gesprek aan te knoopen en
vroeg beun zoo vriendelijk mogelijk in het
Spaansch waar hij dien prackbigem jaguar
geschoten had.
Hij fronste de wenkbrauwen, zijn gelaat
nam een omheaispellendé uitdrukking aan;
hij bracht zijn hand bij eten trekker en bleef
stom.
Maar ik vervolgde met d© vriendelijkst
denkbare uitdrukkingen, mijn mooiste Spaan-
sche volzinnen, nadere inlichtingen vragende
over d'at prachtige tijgervel.
Het moest kort geleden geschoten zijn
het vel was nog nat «n het bloed droop er
af, langs do achterbeen en van het paard.
Ik scheen hem zachter te stommen; hij
antwoordde, dhit hij tijgerjager was, den ja
guar reedis dagen lang was gevolgd! en het
geluk had gehad het daer dezen namiddag te
schieten. Het was de grootste jaguar*, dien
hij ooit zag.
Mijn metgezel, een Luxemburger, was in-
tusschen! naderbij gekomen, en -om heim tot
haast aan te sporen, riep ik hem in het
Duitsoh toe, todh wat voort te maken, want
dat ex een prachtig tijgervel te zien was.
Nauwelijks kadi ik een paar woorden
Duitsch gesproken, of de blanke jager werd
doodsbleek; zijn geheele lichaam trilde; hij
zette da haan in rust, liet zijn geiweer, wat
hem uit d!e handen gleed, in het gras vallen,
steeg van zijn paard en stak mij beide han
den toe.
Ik stak mijn revolver in dam gordel en
bood kern de hand', die hij innig drukte;
terwijl tranen hem langs het gebruind© ge
laat rolden en onze handen bevochtigden,
leunde Mj met het hoofd vertrouwelijk tegen
mij aan en snikte en schreide.
Mijn metgezel zag vol verbazing op dit
vreemde tooneel.
Hij steeg van zijn paard, en toen ook ik
gelegenlïfettdl had gevonden het* te dben, zeide
de vreemdeling in zuiver Duitsdh.
„Hpejbnk ik dan hemel, dait ik nog 'een-'
Wel liaa de eerste vergadering 29 Oct. jl.
ietwat van zich doen spreken, omdat het
voorloopig comité niet op een samenkomst
van zeshonderd dames verdacht was geweest.
Daarbij, do eene meende ter beraadslaging
uitgenoodigd te zijn, de andere ter oprich
ting van een Nationalen Raad. Todh wist
men tot een stemming te komen, waarbij de
oprichting het won en oonceptstatuten wer
den besproken. Sedert kon er doorgewerkt
worden door bet handjevol vrouwen, die met
den heiligsten ijver bezield, alom propaganda
maakten voor het doel, met- het meest ge-
wensdhte gevolg m de meest uiteenloopende
leringen.
W-at voor eenige maanden niet mogelijk
scheen, dat bijv. de Vereemgmg tot Bevor
dering van hot Zedelijk Bewustzijn met haar
twee honderd afdeehngen, zich zou verzuste-
ren met die tot verkrijging van Vrouwen-
Kiesrecht, het geschiedde- m een spanne fcijds.
Met een „Eendracht maakt Macht" in top,
wist men elkanders persoonlijke overtuiging
en 1 even sbesci ion wi ng te eerbiedigen en de
tweede vergadering slaagde er te beter door.
Die tweede nu werd onlangs gehouden
door de vertegenwoordigsters van zes en twin
tig vereenigingen die zich reeds hadden aan
gesloten. Er konden dus nu een voorzitster
en dne bestuursleden worden gekozen. De
keus eener voorzitster, die de Nederlandsclie
vrouwenwereld ook moet vertegenwoordigen
bij den Internationalen Vrouwenraad viel
minder moeilijk. Juist de vrouw, die de g e-
d ach te ook ten onzent had wéten op te
wekken en sedert zelf rusteloos werkzaam
was geweest-, voldeed m alle opzichten aan al
lerlei eisdhen, zoodat de geheele vrouwenwe
reld, van welken stand ook, zich bevredigd
moest gevoelen toen de keuzo op haar was
gevallen, alzoo op d'e douairière Klerck
van Hogendorp. Deze aanvaardde haar be
noeming iu het volle besef vaE het gewicht
dezer eerste waardigheid in den Nederland-
schen vrouwenraad, die heel wat anders zou
blijken te bedoelen dan een tot heden beken
de vereen ïging, van welken aard of richting
ook. Tot medebestuurdters werden gekozen de
dames RutgersHoitsema, Drudker Maxime
Kramers eu Kuenen, die alle vier verschil
lende richtingen vertegenwoordigen. De vijf
jarige vergadering te Londen van den Inter
nationalen Vrouwenraad is zóó aanstaande
dat op diezelfde vergadering mevr. Rutgers
en juffr. Kramers werden benoemd om de
presidente te vergezellen. Nog een negental
anderen sloten zich bij "het drietal aan, om
spreekbeurten te vervullen. De juist twaalf
Nederlandsdhe dames zullen allen gasten zijn
van den Internationalen Raad. Zij hebben
dus alleen voor de reiskosten te zorgen en
mijns inziens zal Nederland dus m Juli a,s.
schitterend vertegenwoordigd zijn.
IJmuider stoomtrawler voor Amsterdam.
Gisteren is voor 't eerst voorgekomen dat
een IJmuider stoomtrawler naar Amsterdam
maal mijn moedertaal hoor. Sinds 20 jaren
is mij dö straf opgelegd, gedoemd1 ver van de
memochen in deze wildernis te levennu .ik
weer voor het eerst mijn. moedertaal hoor,
nu is mij het liaxt zoo vol, zoo week."
En weer greep hij een- hand van mij en
een hand van mijn metgezel; hij drukte ze
beide en kuste ze. Toen sloeg hij het lichaam
achterover, leunende tegen een boom, het ge
laat omhoog; zijn hoed gleed' omlaag ©n hot
lange reeds grijzende hoofdhaar weid door
een enkelen rossigen lichtstraal der onder
gaande zon beschenen. Hij vouwde een oogem-
blik zijn haadbn; toen sloeg bij ze beide
voor het gelaat; hij beefde over het geheele
lichaam en schreide mot koortsachtig snik
ken en angstig rochelend gehuil.
Ik zag mijn metgezel aan, on hoewel wij
toch reeds eenige maanden door onherberg
zame oorden trokken en. dus niet voor me
tis© indrukken vatbaar waren, werden onze
1
oogen vochtig.
Mijn metgezel legde den vinger op den
mond. Ik begreep hem.
Hier werd de herinnering aan een drama
van voor 20 jaar afgespeeld!
Welk drama?
Wij hébben het niet gevraagd; wij heb
ben die stille smart geëerbiedigd, eerbiedig
voelden wij melt hem. Een vreoselijke straf
was dezen Europeeschen misdadiger opge
legd: ver van zijn land, ver van de zijnen,
verlaten en vergeten in de wildernis, tus
sohen wildé dieren en gevaarlijke Indianen,
en dat reeds 20 jaar.
Toen hij weer tot zichzelf gekomen was,
informeerden wij, waar wij konden over
nachten. Hij vertelde ons, dait wij geheel en
al- uit de richting waren gekomen.
Hij wilde ons begeleddten em weer op den
juister weg brengen. Dezen nacht zouden wij
samen bi'vakkeeerenop cdroa. 6 kilometer
wist hij een geschikte plaats voor nachtver
blijf.
•De tügerjager reed voor; hij zette ons tot
spoed aan. en wees ons dien weg.
Spoedig waren wij op da bertemde plaats.
't Was oen prachtig plekjeeen mld stroo-
mend sbeekje doonsmeedareeiK gloodend'en ai-
doorgestoomd is met zijn lading viscli om ze
daar aan de markt te verkoopen. Het was
de Judith van de Naamlooze "Vennoot
schap Neder!. Sloomvisscherij".
Vermoedelijk is dat een proefneming met
het oog op de belemmering in de vrijheid
van verkoop voor IJmuiden vastgesteld.
Is dat zoo, dan kan de proef volkomen
geslaagd heeteo. De bedongen prijzen bleven
niet beneden die te IJmuiden, terwijl mede
wei king van de zyde der haven-autoriteiten
werd ondervonden.
Wij vernemen dat dit voorbeeld heden zal
gevolgd worden door de J u l i e van dezelfde
maatschappij.
De burgemeester van Alkmaar, de lieer
A. Maclaine Pont, is daar, 69 jaren oud,
overleden.
Den 15 Febr. 1858 tot die betrekking be
noemd, heeft hij gedurende dien tijd al zijne
krachten aan den bloei van Alkmaar en liet
heil van zyn ingezetenen gewijd. De over
ledene was tevens dijkgraaf van de uitwa-
terende sluizen in Kennemerland en West-
Friesland en lid der Provinciale Staten, ridder
in de orde van den Nederl. Leeuw en officier
in de orde van Oranje-Nassau.
Te Arnhem zal 10 Juli de algemeene ver
gadering van den Bond voor ziekenverpleging
worden gehouden.
Dr. Guldenarm zal een voordracht houden
over ziekenverpleging.
Ter voorziening in de vacatures, ontstaan
door het periodieke altreden van dr. J. A.
Wijuhofl en dr. P. J. Barnouw, worden voor
gedragen voor de eerste vacature het dubbel
tal dr. A. J. Yan der Weijde en dr. II. Offer-
haus JHz. te Ufrecht, en voor de tweede
vacature het dubbeltal dr, F. K. A. Rombaeh
en dr. F. D, A. G. Van Moll, te Rotterdam.
Op bet zevende congres en de twaalfde
algemeene vergadering van den Bond Maat
schappelijk belang, in de maand Augustus
te Deventer te houden, zullen als sprekers
optreden de heeren: mr. P. Droogleever For-
tuyn, van 's Gravenhage, over wettelijke rege
ling van naamlooze vennootschappen; H. P.
Priester, van Leeuwarden, over ambachts-
onderwijs, staatszorg en maatschappelijk be
lang; mr. A. D. van Assendellt de Coningh,
van Leiderdorp, over het ontwerp-boter wet
en de belangen van den Nederlandschen
boterhandel; J. Stoffel, van Deventer, over
invoerrechten en accijnzen; J. 11. F. Ritter,
van Utrecht, over Maatschappelijk Werk en
haar orgaan.
Bij Kon. besluit is de heer W. A. F. baron
Gevers, Hr. Ms. zaakgelastigde met den per
soonlijken titel van Minister-iesident by het
Hof van Rumenië, tevens in dezelfde hoe
danigheid benoemd bij het Servische Hof.
its V j
hang, met volop gras voor de paarden.
De beek rolde met schuimispattende golf
jes langs enkele rotsblokken en ging in sier
lijke bocht verder, om in hoefvoxm weer on
geveer op dezelfde plek terug te komen en,
alvorens vorder te rollen en te bruisen, een
klein schiereiland te vormen, een prachtig
weiland voor de rijdieren.
Om ons heen stonden eeuwenoude hoo
rnen aan den overkant groeiden oranjeappe
len en bananen,
Tussohen de boomen dtoor was een laag ge
legen stuk land onderga!oopen, waarin kleu
rige steltloopers, een poot omhoog trekken
de, den langen hals onder de donzen vleuge
len verstoppend1, indommelden.
Daar sloegen wij ons nachtkwartier op.
Nadat wij onzo paarden hadden afgezadeld,
de menie hadden gekluisterd', droog hout
hadden verzameld en vuur hadden aange
maakt, zaten wij in een kring om de vlam
men onze pijpon te rooken en ons eenvoudig
maal te bereiden, dat bestond uit gedroogd
vleescb, aan een stok boven he>t vuur geroos
terd, en do onontbeerlijke Boliviaanscho
„maté", een soort van thee.
Voor wij ons ter ruste begaven, spraken
wij over Europa; dö vroom de jager moedig
de ons aan, hem veel en veel te vertellen.
Heit was alsof hij ons met aandacht ieder
woord van do lippen afkeek; maar hij vroeg
geen enkele maal naar oen bepaald© plaats;
met geen enkele kleine aanduiding het hij
bemerken vanwaar hij gekomen of waar hij
geboren was.
Naar houding, taal en manieren te oordeo-
len, moest hij iemand van goede afkomst
zijn. Zoover wij oordeden konden naar rijn
uitspraak, was hij Zuid-Duitseher,
Ik lag naast hem in heit gras en sliep spoe
dig in.
In den nacht werd ik wakkerin ons vuur
glimden de laatste vonken; dé jager lag
voorover op zijn jaguasnvei en draaide ach
onrustig heen en weer, in zijn slaap snik
kende.
De opkomende maan scheen door de ope
ning van "het 'woud' en veirfverda^de hoef-
"vormige beek en den sierlijken vijver. In het
Bij Kon. besluit is aan J. Bor, op zijn
daartoe gedaan verzoek met 1 Juli eervol
ontslag veileend als directeur der bijzondere
strafgevangenis voor vrouwen te Goririchem.
By Kon. besluit is met 1 Juli benoemd
tot hoogleeraar aan de Pol. School J. F. Klink
hamer, bouwkundig ingenieur te Amsterdam.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot burge
meesters: van Haarlemmermeer J. W. Lant-
zendorfTer; Oostvoorne N. J. C. S. H. Lette,
secr. dier gem.; van Stompwijk en van Veur,
P. van Duyvendyk, secr. van laatstg. gem.;
van Muiden G. Coninck Westenberg; ,vnn
Kamperveen en van Zaik en Veekaten J.
van Hasselt, secr. dier gem.; van Naarden
11. M. Wesselingvan Oosthuizen K. Kaas-,
kooper.
Bij Kon. besluit is de adjunct-administra
teur F. M. Schreuders, inet 1 Juli bevoiderd
tot olllcier van administratie der 2de klasse.
De heer O, Bieber, by Kon. besluit van 1
April no. 38, benoemd tot consul-generaal te
Porto: -Prince (Haiti), is in die hoedanigheid
door ue Haitiaansche regeering erkend.
Het de 14e Juli te geven conceit van de
Berl'ynsche Domkoorzangers zal het kunst
minnend publiek veel genot ver.-chaffen. liet
programma bevat niet alleen composition van
oude meesters alsPalestrina, llasler. Han
del, komt daarop ook voor composition van
nieuwere meesteis als: Wagner, Neithardt,
Albert Becker enz. Wij verwachten, dat de
liefde voor de kunst, die men steeds bij het
ontwikkelde publiek alhier waarneemt, wan
neer er iets goeds te hooren valt, zich ook
thans zal openbaren, en de beroemde zangers
een flink bezette kerk zullen hebben.
Omtrent d© opening van d© Historisdi-
Guneeskimdigc Tentoonstelling te Arnhem,
die op Zaterdag 1 Juli zal plaats Lobben,
kunnen we nader mededeelen.
Een vrouwenkoor van een 80-tal dames en
de Arnhemsdhe oi'kestvereoniging zullen te
3 uren m d© Nieuwe concertzaal van Musis
Sacrum, een openings-cantate uitvoeren, ge
componeerd en gedirigeerd d'oor den heer C.
H. Coster, v Arnhem. Daarna, houdt dr. A.
C. H. Moll, voorzitter van liet comité, do
openingsrede en zal de Commissaris dex Ko
ningin, mr. J. H. M. baron Mollerus van
Westkeike, eexe-Jid, de tentoonstelling ope
nen.
Do plechtigheid zal o. a. worden bijge
woond vanwege H. M. de Ko11 mgin-Moeder,
beschermvrouw dex tentoonstelling, dtoor een
van de Ka.merheeren, door don Minister van
Marine, den referendaris der afd. medische
politie bij Bmnenl. Zaken mr. A. F. baron
van Lijnden en vele genoodigdo burgerlijke
en militaire autoriteiten.
De Vlaamsche Akademie koos mr. H.
bleek licht had het gelaat van den tijgerjager
een lijkkleur, waarvan de tranen als tinte
lende zilverdruppels ondaagrolden en samen-
vlooiden met de robijnen bloodpaarlen, dio
van het tijgervel op de grashalmen vielen.
Wij ontwaakten toen de zon reeds hoog
aan den hemel stond. De vreemde jager was
reeds gereed tot vertrek; zijni paard was ge
zadeld, eu hoewel zijn gelaat de sporen
droeg van de vreeselijke herinnering, die
hem had gefolterd, sprak hij er mot geen
enkel woord meer* over.
Hij had met het verleden afgerekendde
Boliviaanscho tijgerjagej* stond weer voor ons.
Hij vergezelde ons tot den avond; nauw
keurig beschreef hij ons den weg, dim wij
tg volgen liaddon. deelde ons mede wat hij
in hot belang van onzen todht noodig oor
deelde en wees ons verschillende steensoor
ten aan, die liemi aan de oevers der rivieren
waren opgevallen.
Toen hij ons op een geschikte plek voor
den nacht had! gebracht, verliet hij ons. Zijn
wag vca*volgende, zon hij het geroep van den
uil nabootsen en wij zouden hem antwoor
den.
Daar verdween hij, zonder om te zien., tus-
schen de takken.
Oplettend luisterden wij daar klonk
het geroep van den uil, dat wij beantwoord
den; wij wachtten, onzen adem inhoudend;
weer kwam heb geroep van verder, en nog
maals kwam het bijna, onhoorbaar, en nog
maals antwoordidon wij. Nu konden ouzo
ooren niets meer waarnemen.
Daai*, uit dé verte, nauweüjiks hoorbaar,
klonk een schotwij antwoordden met onzo
revolvers; toen greep ik mijn buks met een-
txaalvuur en trok afhet knetterde en ram
melde en klonk; verschrikt vloog oen heir-
leger papegaaien uit de takken, en met dezen
kruitdamp, d!ie oanhoog steeg, verdween onze
laatste groot aan dten gcheimzinnigen, ramp
zaligen tijgerjager.
'41
v r