No. 9975.
53"° Jaargang.
Dinsdag 4 Juli 1899.
CIRCUSSLAVEN,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCHIEDAI1SCHE COURANT
Deze courant verscliijnl dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar dingen fl. 1.25. Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boter straat BS.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel
meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Mo. 123.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 3 Juli '99.
liet plan was kapitein Dreyfus, door de
Caud a n, een kanonneerboot, van de Sfax
te laten halen en m de kieme visselierslïaven
Port-Hahguen aan wal te laten zetten. Maar
de zee ging zoo hoog, de storm was. zoo lievig,
dat do C a li d a li niet. lang» zij van de S I a x
kon komen. Zelfs kon de O a u d a n twee
uur lang de lichten der Sfax met zien, die
te uur nonen t gepasseerd en om 9 uur in
de baai van Quioeron, waaraan Port-JLIaü-
guen ligt, aangekomen was
Toen de oiief van den veiligheidsdienst
Vignie de kade bereikte, deelde de haven
meester hem mede dat er geen sprake was
van aan land komen. Het zon wei vier uur
duren, voordat er ieiS van zou komen. liet
wa.s toen hall tien. En inderdaad, eerst om
iinlf twee nachts kwam de havenmeester
Viguié zeggen dat een sloep van do Cau
dal met tien roeiers onder bevel van een
zeeofficier Dreyfus van do Sfax was gaan
halen.
Al dien tijd iiadden de soldaten en gendar
mes en de vier inspecteurs van politie gedul
dig in den stroomenden regen staan wadi-
ten. De soldaten waren door .Viguié meege
nomen van fort Peiithiovre en stonden onder
commando van denzelfden kapitein Saugé,
die vier jaar geledon Droyfus overbracht naai-
Si. Alaxtm-de-Ré.
Eindelijk legt de sloep aan. Een man rijst
op tussehen de matrozen die al hun kracht
moeten inspannen 0111 de boot bij den wal
te houden. De rn.in stapt aan wal; hij glijdt
op de glibberige steenen uit en dreigt te val
len, maar twee gendarmes in politiek steu
nen liom. Dreyfus betreedt na een afwezig
heid van vier jaar, vier maanden en 5 dagen
weder den Franscben bodem.
Hoeveel gewaarwordingen moeten toen
niet Dreyfus* ziel hebben overweldigd? Te
rug in het vaderland, maar als een dief in
den nacht. Weder op Eraiischen bodem,
maar in nachtelijke stilte ais een boosdoener
of oen samenzweerder. Heeft de ongelukkige
toen wellicht, gevoeld, wat er gebeurd kan
zijn in de laatste twee jaar, waarvan hij niets
weet? Begreep hij waarom men hem niet
openlijk den volke kon vertoonen, waarom
men vreesde voor die hem haatten?
Zwijgend groette Dreyfus op militaire wij
ze den chef van den veiligheidsdienst Viguié
en do soldaten. Een rijtuig stond gereed;
Viguié opende het portier en met een „Par
don, mijnheer" en een militair saluut stapt
Dreyfus, die een blauw kostuum, oen grijze
overjas en een slappen hoed droeg, in het rij
tuig, gevolgd door den kapitein der gendar
merie Godon, een sergeant en een korporaal.
Viguié mot zijn ondergeschikten stappen in
andere rijtuigen.
Een inspecteur van den gezondheidsdienst
die zich verzette tegen de ontscheping van
Dreyfus omdat deze uit de koloniën kwam,
moest op de kade door Viguié worden afge
poeierd.
In weinige minuten was heb station van
Avray bereikt, waar een extra-trein gereed
stond. Een Engelseh reporter verscheen hier
DOOS
AMYL READE.
2)
Voort ging liet paard nu, voorzichtig en
angstig zijn weg zoekend, totdat het water
boven den buikgordel kwamtoon werd het
door den stroom gepakt en werd zwemmen
noodzakelijk. Ten slotte bereikte het na veel
moeite het ondiepere water aan den voet dei-
klip. Er was juist voldoende ruimte voor het
paard om te staan. En toen sprak zijn be
reid er weer:
„Doo nu gauw wat ilc u zal zoggen, me
vrouw; langzaamheid zou ons leven in ge
vaar brengen. Kom zoo dicht naar mij toe als
u kan anders kan ik u niet stevig vastgrij
pen. U moet behendig zijnik heb mijn han
den vol om bot paard in bcdWang te houden."
Zij kroop voorzichtig naai- hem toe, en
cenige oogenblikkeu later Hoog hij voorover
gieep haar stevig om het midden, en zette
haar met een zrwaai op het zadel voor hem.
Toen wendd© hij het paard, naar de kust. Het
was geen gemakkelijke taaie. Met één hand
'liiold hij liet meisje vast en in dé andere
hield hij teugels en zweep. Wat zijn werk
nog moeilijker maakte, was dat het paard
wild rondplaste, en liet water over hem heen-
spatte, zoodat het schuim hem soms belette
...voor „zidh uit te zien. Dan weer voerde de
stroom hen snel mee, en het was inderdaad
onmogelijk het paard flink te besturen.
Het meisje trachtte een woord van dank
to stamelen, maar hij verzocht haar op nogal
barschen toon to zwijgen.
Het paard worstelde met zijn dubbelen
last opnieuw am door de verraderlijke stroo-
eensklap» te Quiberon had Viguié reeds
twee Erun&dhe verslaggevers, waarvan een
zich als matroos had uitgedost, op een dwaal
spoor geleid. De Engeischman vroeg verlof
met den trein mee te mogen, wat natuurlijk
geweigerd werd. Dreyfus stapte met zijn be
geleiders in één coupé, de Viguié en de zij
nen in twee andere coupé's. Om vijf muntten
over twee vertrok de trein. Om half zes
kwam men aan de laatste halte vóór Rennes,
waar de trein stilhield. De halte-chef was zeer
verbaasd, toen hij hoorde dat hij Droyfus zou
zien. „Dreyfus? Wie is dat?" vroeg hij met
oprechte verwondering.
De prefect van politie wachtte daar. Drey
fus nam met zijn begeleiders plaats in een
landauer; Viguié met den prefect en den
commissaris Henmon in een tweede rijtuig.
Het escorte bereden gendarmes schaarde
zich „bij vergissing" om dit tweede rijtuig,
en zoo ging het voort naar Rennes, waar om
vijf minuten over zessen de gevangenis werd
bereikt.
Onmiddellijk werd mevrouw Dreyfus ver
wittigd en om half negen kwam do moedige
vrouw, vergezeld van haar vader, haar moe
der en liaar broeder, haar man bezoeken. Al
leen de moedige echtgenoot© werd bij Drey
fus toegelaten en liad een lang onderhoud
met haar man, dat alleen werd bijgewoond
door een kapitein der gendarmerie die zich
echter bescheiden op den achtergrond hield.
Tretirig en terneergeslagen verliet me
vrouw Dreyfus de gevangenis; zij had haai
man teruggevonden als een zwak, gebogen
grijsaard, oud vóór zijn tijd, die het spreken
ontwend was gedurende zijn lang, gedwon
gen stilzwijgen; met moeite reeg hij zijn
woorden aaneen tot zinnen. Van hetgeen de
laatste twee jaren gebeurd was, wist hij
niets. Nu eerst hoorde hij dat zijn beul Du
Pa.lv do Clam in de gevangenis zat.
Mevrouw Dreyfus mag baar man om de
twee dagen, driemaal per week, bezoeken.
Vandaag worden mr. Demunge ou mr. Labo-
ri, die gisteren naar Rennes zijn vertrokken,
bij hem toegelaten. Mr. Labori zal Dreyfus
dan voor het eerst zien.
Te Rennes is alles rustig gebleven; een
dertigtal journalisten bevonden zich 's mor
gens vóór de gevangenis. Een redacteur van
de „Temp® beschrijft Dreyfus eveneens als
mager, gebogen en bloedeloos. Maar volgens
hem blijkt uit do houding van den ongeluk
kige dab het lijden zijn geestkracht en zijn
wil niet hooft kunnen dooden.
Ook de officieren en de bemanning van de
Sfax spreken over hun passagier op gelijke
wijze. De zeereis .heeft hem editor al wat op
geien apt.
In België zijn drie dingen mogelijk: in
trekking van het kiesredhtontwerp door de
regeering, ontbinding der Kamers door den
Koning en revolutie.
Daarover zijn allen het eens die met een
klaren, 011 benevel den blik de gebeurtenissen
der laatste dagen bobben gadegeslagen. In
dien het ontwerp niet wordt ingetrokken, zal
ook in de Belgische geschiedenis een Juli-
revolutio zijn op te teekenen.
Zaterdag heeft de Koning do burgemees
ters van Brussel, Gent, Antwerpen en Luik
niing 'heen te komen, totdat het ten laatste,
bijna uitgeput, het mulle zand onder zijn
hoeven voelde. Een of tweemaal struikelde
het nog over losse steenen, en toen wist het
meisje dat liaar vreeselijtk avontuur voorbij
was.
Haar redder lichtte haar met zooveel ge
mak van het paard alsof zij een kind was,
en toen zelf ook afstappend, gooide hij do
teugels over zijn arm en keerde zich tot haar.
Een oogonblik stonden zij zoo zwijgend te
genover elkaar 'het meisje voelde zich
eenig<szins bevangen, nu het gevaar was afge
wend, en zij daar een vreemde tegenover zich
zag staan.
Zij was verschrikkelijk zenuwachtighij
was kalm, onverscliillig, bcanard.
Eindelijk sprak hij
„Wil u niet een oogenblik gaan zitten, juf
frouw, op dien steen vlak achter u, en een
weinig uitrusten?"
Hij bad „mevrouw" door „juffrouw" ver
vangen, want zij was nog een jong meisje,
misschien nauwelijks achttien jaar.
„U zal wel afgomat zijn en nat ook, vrees
ik," voegde hij er vriendelijk bij. Zijn vrien
delijke toon schonk haar vertrouwen; zij
keek op en zag hem in het gelaat.
Wat was hij een aangename verschijning,
zooals hij daar stond. Hij was een slank, rij
zig man, ongeveer dertig jaar oudzijn don
kere, vlammende oogen en zijn zwart haar
deden liet overige van zijn fijn-besneden ge
laat nog voordeeliger uitkomen. Een zware
zwarte knevel verborg half den trotsöh-glim-
laehenden mond1. Maar wat was zijn blik
flink: geestkracht en een vaste wil lagen er
duidelijk in te lezen, en een goed waarnemer
zou bezwaarlijk zijn gelaat werkelijk vriende
lijk Kunnen noemeai. Knap was hij buiten
ldjf, maar daar lag iets in zijn gelaat dat
ontvangen. Zij allen verklaarden zich niet
meer verantwoordelijk te kunnen stellen
voor de orde, indien het ministerie het kies-
wetonbwerp niet terugtrok.
De Koning antwoordde niet veel, maar
beriep zich alleen op zijn constatuoneele rol.
De Petit Bleu" gelooft echter dat de
Koning tuoschenbeide zal komen, wanneer
de partijen in den loop dezer week niet tot
overeenstemming zouden komoii over het
kieswetontwarp. Hij zou er nl. over denken
in dat geval de Kamer te ontbinden en het
land om r--yi te vragen.
Generaal Brialmont zou van die gelegen
heid gebruik maken om een manifest uit te
vaardigen ten gunste van den dienstplicht.
Zaterdag is liet overal rustig geweest, al
hadden er beboogingen plaats, maar gisteren
is er liier en daar weer hevig gevochten.
To Brussel werd bij gelegenheid van het
Zondagsohe concert in het Park een socialis
tische betooging gehoudenhierbij deden
zich geen ongeregeldheden voor.
Te Aalst daarentegen weid bij een derge
lijke betooging de broeder van pastoor Daens
in hechtems genomen. Volgens de „Gazette"
sioeg de politie met de sabel op do menigte
in, waarbij tien personen werden gewond. Ei-
werden vier inhechtenisnemingen gedaan.
Daens werd later losgelaten.
Te Lui'k had een betooginsr plaalts bij ge
legenheid van de wapenschouwing over de
schutterij. Na afloop daarvan trokken een
230-tal schutters met de kolven der geweren
omhoog, naar het socialistische vergaderlo
kaal ooi er een meeting hij te wonen. Vol
gens de „Patriot©" werd de commissaris van
politie met een parapluie geslagen. Op de
meeting dér socialisten nam ook een schutter
het woord, die o. m. verklaarde„Ondanks
den eed van trouw aan den Koning, zullen
wij alleen roepen„Leve het Vaderland
wanneer de Koning niet tussekembeide
komt".
Van de schutterij is de regeering dus lang
niet zeker. Trouwens, ook liet leger is blijk
baar niet betrouwbaar; liet heeft de aan
dacht getrokken dat de regeering do gendar
mes naar Brussel had laten komen, terwijl
de troepen in de kazernes werden gelaten.
Op verschillende plaatsen hebben de arbei
ders werkstakingen geproclameerd, o. a. de
dokwerkers te Antwerpen.
Gemeogde Sledctiecllngen.
Te Londen is een nieuw groenboek ver
schenen vvaai-uit blijkt dat president Kruger
zich tegenover de aanspraken van Engeland
op de suzercinileit over Transvaal steeds
heeft beroepen op de Londensche Conventie.
Met spanning wacht men af wat do resul
taten zullen zijn van de Bloemfontoinscho
conferentie.
Rhodes is Zaterdag naar Zuid-Afrika ver
trokken.
Prins Herbert van Bismarck heeft op diens
uitnoodiging, keizer Wilhelm te Lübeck be
zocht. Onmiddellijk ging het gerucht dat Bis
marck II minister of zelfs rijkskanselier zou
wordenhet laatste is totaal ongeloofwaar
dig. Bismarck zelf schijnt trouwens alleen in
een diplomatiekeu post zin te hebben.
Grootvorst Wladimir, de oom van den
elke beschrijving tartte, en dat het oordeel
moeilijk in zijn voordeel kon stemmen. Het
meisje echter zag alleen zijn manlijke schoon
heid, en zonder dat zij er zich van bewust
was, bleef liaar hart niet ongevoelig voor den
drang der natuur, en zij staarde hem aan,
zooals zij het ieder ander natuurproduct zou
hebben gedaan dat haar met bewondering
vervulde.
„Ja ik beu erg nat," en zij ging met een
bevallige beweging op den steen zitten. „Ik
was zoo bang. noe goed u is mij te red
den." Zij zweeg, en de tranen schoten haar
in do oogen. E11 11a korte aarzeling ging zij
voort„Ik beu u zoo innig, innig dankbaar."
Zij stak hem haar hand too, en toen hij die
aannam, ontging het hem niet hoe blank en
sierlijk die was, en hij was nieuwsgierig wie
het meisje mot het mooie haar- wel kon zijn,
dat aan de genade der golven prijs was ge
geven.
„Hot was voor mij een geluk u van dienst
te kunnen zijn. Ik ben er dankbaar voor dat
ik juist op tijd kwam om te kunnen heipon."
Hij glimlachte innemend toen hij sprak en
zijn oogen straalden van ongeveinsd© bewon
dering toen hij neerzag op liét lieve meisjes
gelaat.
„U is heel vriendelijk dlat te zeggen;
maar het was heelemaal mijn. eigen schuld.
Ik ben in slaap gevallen, en toen ik wakker
werd, waren de golven die eerst zoo ver weg
waren, reeds vlak bij mij. Ik riep en riep
weer, maar er kwami geen antwoord. Toen
dacht ik dat ik verloren was, maar plotseling
kwam u en u reddo mij. U 'had ook wel kun
nen verdrinken. Hoe moedig van u
„Dat denkt u," antwoordde hij op zijn
trotsdhen, stelligen toon, „maar ik verzeker
n dat het per slot van rekening niets, betee-
kende. Iedereen zou hetzelfde doen om den
Czaar, is op zijn inspectiereis door Finland
met de grootst mogelijke onverschilligheid
bejegend. De bladen negeerden zijn reis ge
heel en al. Aan het officieele d'iner, door den
gouverneur van Abo aangeboden, had deze
moeite gasten te krijgen. Hij wist er niet
meer dan 6 over te halen.
Waar blijft nu de gouverneur-generaal
Bobnikoff met zijn herhaalde beweringen
dat alleen de politici, niet het volk, in verzet
komen tegen de lieerscbzuclrtige Russische
politiek 1
Kolonel Jouaust, de voorzitter, heeft Zater
dag een vergadering gehouden met de leden
van den krijgsraad te Rennes. Men denkt dat
het proces den 31steu Juli zal beginnen.
Majoor Carrière, de regeerings-commissaris
bij den krijgsraad, heeft Quesnay de Beaure-
paire een onderhoud geweigerd.
De oud-minister van koloniën Lebon, die
Dreyfus in de boeien liet slaan en een dood
kist r "ar het Duivelseiland zond, heeft aan
gevraagd als getuige te worden gehoord. Hij
wil zeer belangrijke mededeelingen doen over
de omkooping van Dreyfus' bewakers om
de viucht van den banneling te begunstigen.
Lebon deed beter maar op den achtergrond
te blijven.
De vier broers van Dreyfus zyn te Rennes
aangekomen en hebben eveneens hun intrek
genomen bij de wed. Godard.
Volgens de »Petit Bleu" doet Dreyfus
sinds zijn aankomst te Rennes niets dan
weenen.
De nationalisten gaan nu ook de huik
naar den wind hangen.
Gisteren werd te St. Cloud aan Deroulède
een punch aangeboden door de getuigen in
zijn proces. Aanwezig was de geheele patri
ottische kliek. Coppée dronk op de jury.
Deroulède zelf verklaarde dat hij zich zou
buigen voor het vounis van den krijgsraad
dat Dreyfus onschuldig verklaarde. Maar dan
konden de zes ministers van oorlog die hem
schuldig hadden genoemd, ook niet zwaar
genoeg gestraft worden. In ieder geval had
de zaak Dreyfus bewezen dat een parlemen
taire republiek, die vier jaar noodig had om
de schuld -f de onschuld van een veroor
deelde aan ie toonen, niet deugde. Ten slotte
eischte Déioulède algeheele vrgheid van
handelen voor den krijgsraad.
Er werd natuurlijk braaf»Leve het
legergeschreeuwd. Twee personen moesten
wegens oproerige kreten gearresteerd worden.
Sévérine vertelt in de »Fronde" dat gene
raal De Pellieux in de loop zijner enquête
over Esterhazy vernam dat deze, daags vóór
het publiceeren van het borderel in de Ma-
tin", een brief had geschreven aan zekeren
Cahen, waarvan het schrift volkomen gelijk
was aan dat van het borderel.
Generaal De Pellieux weigert echter ken
nis te nemen van dien brief.
Het proces-Zola is nu op de rol gebracht
voor 10 Juli. Verdaging van het proces
is ecliter niet buitengesloten.
Baron Christiami, tot vier jaar veroordeeld
wegens zijn aanslag op president Louhet, is
niet in hooger beroep gegaan. Ilij is reeds
dank te verdienen van een mooi moisje zoo
als u." Hij lichtte even zijn hoed op en boog.
Zij glimlachte, maar antwoordde niet. Zij
was niet in een stemming voor complimen
tjes, allerminst van een onbekende, maar
toch deden ze haar genoegen.
Flink en streng zag liij er uit, zooals hij
daar stond, terwijl schaduw om heon speel
de een man, geboren oen een held te zijn,
indien zijn lob hem zulk een roem niet had
misgund een man die den strijd zou bob
ben opgenomen tegen leven en dood, zoo dat
mogelijk was; maar hij bezat één bijzondere
eigenschap, waarop hij zeer trotsdi ging, en
dat was zijn vermogen om vrees, en tegelijk
vurige liefde in te boezemen; wanneer hij
wilde maakte hij ook van dien invloed, een
krachtig gebruik. En die bctoovering spreid
de hij nu uit over het jonge meisje vóór hem.
„Rustig, knol, hoor je, rustig," zeide hij
zich mot een fronsen van zijn wenkbrauweai
tot liet paard richtend. „Stom beest", had op
zijn lippen gelegen, maar hij hield zich in en
gebruikte een zachter woord: knol.
„Snelvoet is zoo ongeduldig," ging hij
voort. „Ilc ben in een mooier, tijd met hem
van Bayhaven gekomen; hij is jong en
flink."
„Snelvoet wat een aardige naam." Voor
heb eerst wendde rij zich om. en wierp een
onderzoekenden blik op het paard. „U moest
hem van nu af „Rubicon" noemen, omdat hij
den smallen stroom die van de ze© komt, is
overgestoken. Het water dat wij doorgetrok
ken zijn, kan d© Rubicon wezen, en u," rij
aarzelde even, „u kan Caesar zijn; u is even
moedig als hij."
Een glimlach gleed over zijn gelaat bij
haar woorden; do betooveorende glimlach die
meer harten dan goud had gewonnen.
Toen rij sprak, gleed iets warms en voch-
overgebraoht naar de gevangenis van FVesnes
waar hij op eigen verzoek zijn straf cellulair
zal uitzitten.
De aanwezigheid van Voinot, den anti-
semietischen burgemeester van Algiers, in een
café te Marseille gaf een aantal zijner tegen
standers die hem herkenden, aanleiding in
liet café den boel op stelten te zetten. Eenige
personen werden gearresteerd.
Uit Spanje worden weer ernstige onlusten
bericht.
Te Valencia hebben Zaterdag de groenten-
verkoopsters der hallen oproer gemaakt. Er
hadden ernstige ongeregeldheden plaatsop
verschillende plaatsen werden barricades opge
worpen. De troepen maakten gebruik van de
vuurwapens, terwijl de artillerie gereed stond
om uit te rukken.
De censuur wordt streng gehandhaafd,
zoodat bijzonderheden ontbreken.
Ook te Constantme (prov. Sevilla) en te
Barcelona zijn onlusten voorgekomen. Ver
scheiden personen werden gewond.
De Italiaansehe Kamerzitting is gesloten.
Bg het verlaten van Monte Citorio werd de
socialistische afgevaardigde Andrea Costa ter
stond geairesteerd, omdat hij nog twee maan
den gevangenis te goed heeft wegens een
persdelict in 4894.
De uiterste linkerzijde, 65 man sterk, richt
een manifest tot de natie, waarin zij rekening
geeft van haar werk gedurende de afgeloopen
zitting.
De geestestoestand van den Keizer van
China heet nu zoo slecht dat hij afstand zal
doen van den troon. In de regeering brengt
dat geen verandering. De Keizerin-Weduwe
regeert feitelijk toch reeds.
Koninklijke Militaire Academie,
Aan het eindexamen hebben voldaan en
zullen dus weldra tot 2e luit, worden be
noemd de cadetten:
Infanterie hier te lande: C. A. Bik, R. C.
Bakker, L. L. P. Calkoen, P. Clerk, P. Ilal-
berstadt, 0. G. James, li. .lespers, F. E.
Jochim van Nootdorp, il. G. Keppel Hesse-
link, H. W. van Kerkwijk, A. J. vanLaker-
veld de Heus, G. L. A. J. graaf van Limburg
Stirum, C. A. W. Massink, F. H. Prager,
J. H. Roijnders, jhr. C. M. Storm van 's Gra-
vensande, W. P. Tielenius Kruythofï, H. Vis
ser en B. W. van Welde en baron Rengers.
Cavalerie hier te lande. J. B. van der Bus
sen, H. A. C. Fabius, J. W. Godin de Beau
fort, W. J. Jeltes.
Artillerie hier te lande. J, van Andel, F. W.
Diemoot, F. H. Dolleman, I. M. Engers,
G. L. M. II. Higly, J. de Jong, A. Jansen,
W. A.» M. van Nieuwstadt, C. E. Oosting,
S. G. N. Pieter, II. J. Repelaar van Driei,
R. D. Storm Buysing, R. H. H. van de Wall
Bake, C. A. van Woelderen.
Genie hier te lande. G. C. Beltman, F. A.
J. L. Beudt, J. C. Cramwinckel, F. A. Jansen
van Raaij.
Infanterie Oost-Indië. J. C. A. Bannink,
F. H. A. Brans, W. Bueno de Mesquita,
tigs over 'haar hand, en toen zij zidh. omkeer
de, zag zij een grooton hond vlaik hij haar.
„O, wat een mooie hond!" riep rij, met
spontane blijdschap in liaar stem. „Ik veron
derstel dat hij van u is."
„Ja; hij heet „Athol". 'tls een prachtig
dier. Houdt u van honden?"
„Veel. Maar ik denk dat u er niet van
houdt," antwoordde rij sdhnöhter. „Uc zag
hoe u hem met uw zweep sloeg; ik hoorde
'hem van pijn huilen, en die arme „Snelvoet",
wat sloeg u hem versdirikkelijk o, 't was
vreeselijk, vreeselijk!" En een rilling verge
zelde haar woorden.
„Ik ben bang dat jongo meisjes niet veel
verstand hebben van paaiden met een kop-
pigen aard," merkte hij barscih op. „Denkt
u niet dat een menschel ijk leven van moer
belang is dan dat van een paard? Kon ik 11
dan laten verdrinken," voegde hij er vriende
lijker bij, „omdat mijn paard het water niet
in wilde? „Snelvoet" of „Rubicon", zooails u
hem wil noemen, moest zijn meester gehoor
zamen."
Zij voelde ergernis over zijn optreden, en
tooh was zij de gevangene van zijn krachti
ger! wil en zijn geestelijke macht.
„Ik wil niet dat hij „Rubicon" zal hee-
ten," antwoordde rij kalm. „ET zal mij wel
heel brutaal vinden, dat ik een verandering
van naam van uw paard opperde; maai- ik
houd heb er voor dat liij even goed den
stroom zou gepasseerd rijn ads u hem genadi
ger had behandeld. Shakespeare zegt: „Ge
nade staat den vorst beter dan zijn kroon".
Leest u wel eens in Sliakespeare
„Ik heb geen tijd, juffrouw; ik won dat
ik dien wel had," antwoordde liij ernstig.
(Wordt vervolgd