No. 9975. 53"° Jaargang. Dinsdag 4 Juli 1899. CIRCUSSLAVEN, BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAI1SCHE COURANT Deze courant verscliijnl dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar dingen fl. 1.25. Franco per post 11. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boter straat BS. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Mo. 123. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 3 Juli '99. liet plan was kapitein Dreyfus, door de Caud a n, een kanonneerboot, van de Sfax te laten halen en m de kieme visselierslïaven Port-Hahguen aan wal te laten zetten. Maar de zee ging zoo hoog, de storm was. zoo lievig, dat do C a li d a li niet. lang» zij van de S I a x kon komen. Zelfs kon de O a u d a n twee uur lang de lichten der Sfax met zien, die te uur nonen t gepasseerd en om 9 uur in de baai van Quioeron, waaraan Port-JLIaü- guen ligt, aangekomen was Toen de oiief van den veiligheidsdienst Vignie de kade bereikte, deelde de haven meester hem mede dat er geen sprake was van aan land komen. Het zon wei vier uur duren, voordat er ieiS van zou komen. liet wa.s toen hall tien. En inderdaad, eerst om iinlf twee nachts kwam de havenmeester Viguié zeggen dat een sloep van do Cau dal met tien roeiers onder bevel van een zeeofficier Dreyfus van do Sfax was gaan halen. Al dien tijd iiadden de soldaten en gendar mes en de vier inspecteurs van politie gedul dig in den stroomenden regen staan wadi- ten. De soldaten waren door .Viguié meege nomen van fort Peiithiovre en stonden onder commando van denzelfden kapitein Saugé, die vier jaar geledon Droyfus overbracht naai- Si. Alaxtm-de-Ré. Eindelijk legt de sloep aan. Een man rijst op tussehen de matrozen die al hun kracht moeten inspannen 0111 de boot bij den wal te houden. De rn.in stapt aan wal; hij glijdt op de glibberige steenen uit en dreigt te val len, maar twee gendarmes in politiek steu nen liom. Dreyfus betreedt na een afwezig heid van vier jaar, vier maanden en 5 dagen weder den Franscben bodem. Hoeveel gewaarwordingen moeten toen niet Dreyfus* ziel hebben overweldigd? Te rug in het vaderland, maar als een dief in den nacht. Weder op Eraiischen bodem, maar in nachtelijke stilte ais een boosdoener of oen samenzweerder. Heeft de ongelukkige toen wellicht, gevoeld, wat er gebeurd kan zijn in de laatste twee jaar, waarvan hij niets weet? Begreep hij waarom men hem niet openlijk den volke kon vertoonen, waarom men vreesde voor die hem haatten? Zwijgend groette Dreyfus op militaire wij ze den chef van den veiligheidsdienst Viguié en do soldaten. Een rijtuig stond gereed; Viguié opende het portier en met een „Par don, mijnheer" en een militair saluut stapt Dreyfus, die een blauw kostuum, oen grijze overjas en een slappen hoed droeg, in het rij tuig, gevolgd door den kapitein der gendar merie Godon, een sergeant en een korporaal. Viguié mot zijn ondergeschikten stappen in andere rijtuigen. Een inspecteur van den gezondheidsdienst die zich verzette tegen de ontscheping van Dreyfus omdat deze uit de koloniën kwam, moest op de kade door Viguié worden afge poeierd. In weinige minuten was heb station van Avray bereikt, waar een extra-trein gereed stond. Een Engelseh reporter verscheen hier DOOS AMYL READE. 2) Voort ging liet paard nu, voorzichtig en angstig zijn weg zoekend, totdat het water boven den buikgordel kwamtoon werd het door den stroom gepakt en werd zwemmen noodzakelijk. Ten slotte bereikte het na veel moeite het ondiepere water aan den voet dei- klip. Er was juist voldoende ruimte voor het paard om te staan. En toen sprak zijn be reid er weer: „Doo nu gauw wat ilc u zal zoggen, me vrouw; langzaamheid zou ons leven in ge vaar brengen. Kom zoo dicht naar mij toe als u kan anders kan ik u niet stevig vastgrij pen. U moet behendig zijnik heb mijn han den vol om bot paard in bcdWang te houden." Zij kroop voorzichtig naai- hem toe, en cenige oogenblikkeu later Hoog hij voorover gieep haar stevig om het midden, en zette haar met een zrwaai op het zadel voor hem. Toen wendd© hij het paard, naar de kust. Het was geen gemakkelijke taaie. Met één hand 'liiold hij liet meisje vast en in dé andere hield hij teugels en zweep. Wat zijn werk nog moeilijker maakte, was dat het paard wild rondplaste, en liet water over hem heen- spatte, zoodat het schuim hem soms belette ...voor „zidh uit te zien. Dan weer voerde de stroom hen snel mee, en het was inderdaad onmogelijk het paard flink te besturen. Het meisje trachtte een woord van dank to stamelen, maar hij verzocht haar op nogal barschen toon to zwijgen. Het paard worstelde met zijn dubbelen last opnieuw am door de verraderlijke stroo- eensklap» te Quiberon had Viguié reeds twee Erun&dhe verslaggevers, waarvan een zich als matroos had uitgedost, op een dwaal spoor geleid. De Engeischman vroeg verlof met den trein mee te mogen, wat natuurlijk geweigerd werd. Dreyfus stapte met zijn be geleiders in één coupé, de Viguié en de zij nen in twee andere coupé's. Om vijf muntten over twee vertrok de trein. Om half zes kwam men aan de laatste halte vóór Rennes, waar de trein stilhield. De halte-chef was zeer verbaasd, toen hij hoorde dat hij Droyfus zou zien. „Dreyfus? Wie is dat?" vroeg hij met oprechte verwondering. De prefect van politie wachtte daar. Drey fus nam met zijn begeleiders plaats in een landauer; Viguié met den prefect en den commissaris Henmon in een tweede rijtuig. Het escorte bereden gendarmes schaarde zich „bij vergissing" om dit tweede rijtuig, en zoo ging het voort naar Rennes, waar om vijf minuten over zessen de gevangenis werd bereikt. Onmiddellijk werd mevrouw Dreyfus ver wittigd en om half negen kwam do moedige vrouw, vergezeld van haar vader, haar moe der en liaar broeder, haar man bezoeken. Al leen de moedige echtgenoot© werd bij Drey fus toegelaten en liad een lang onderhoud met haar man, dat alleen werd bijgewoond door een kapitein der gendarmerie die zich echter bescheiden op den achtergrond hield. Tretirig en terneergeslagen verliet me vrouw Dreyfus de gevangenis; zij had haai man teruggevonden als een zwak, gebogen grijsaard, oud vóór zijn tijd, die het spreken ontwend was gedurende zijn lang, gedwon gen stilzwijgen; met moeite reeg hij zijn woorden aaneen tot zinnen. Van hetgeen de laatste twee jaren gebeurd was, wist hij niets. Nu eerst hoorde hij dat zijn beul Du Pa.lv do Clam in de gevangenis zat. Mevrouw Dreyfus mag baar man om de twee dagen, driemaal per week, bezoeken. Vandaag worden mr. Demunge ou mr. Labo- ri, die gisteren naar Rennes zijn vertrokken, bij hem toegelaten. Mr. Labori zal Dreyfus dan voor het eerst zien. Te Rennes is alles rustig gebleven; een dertigtal journalisten bevonden zich 's mor gens vóór de gevangenis. Een redacteur van de „Temp® beschrijft Dreyfus eveneens als mager, gebogen en bloedeloos. Maar volgens hem blijkt uit do houding van den ongeluk kige dab het lijden zijn geestkracht en zijn wil niet hooft kunnen dooden. Ook de officieren en de bemanning van de Sfax spreken over hun passagier op gelijke wijze. De zeereis .heeft hem editor al wat op geien apt. In België zijn drie dingen mogelijk: in trekking van het kiesredhtontwerp door de regeering, ontbinding der Kamers door den Koning en revolutie. Daarover zijn allen het eens die met een klaren, 011 benevel den blik de gebeurtenissen der laatste dagen bobben gadegeslagen. In dien het ontwerp niet wordt ingetrokken, zal ook in de Belgische geschiedenis een Juli- revolutio zijn op te teekenen. Zaterdag heeft de Koning do burgemees ters van Brussel, Gent, Antwerpen en Luik niing 'heen te komen, totdat het ten laatste, bijna uitgeput, het mulle zand onder zijn hoeven voelde. Een of tweemaal struikelde het nog over losse steenen, en toen wist het meisje dat liaar vreeselijtk avontuur voorbij was. Haar redder lichtte haar met zooveel ge mak van het paard alsof zij een kind was, en toen zelf ook afstappend, gooide hij do teugels over zijn arm en keerde zich tot haar. Een oogonblik stonden zij zoo zwijgend te genover elkaar 'het meisje voelde zich eenig<szins bevangen, nu het gevaar was afge wend, en zij daar een vreemde tegenover zich zag staan. Zij was verschrikkelijk zenuwachtighij was kalm, onverscliillig, bcanard. Eindelijk sprak hij „Wil u niet een oogenblik gaan zitten, juf frouw, op dien steen vlak achter u, en een weinig uitrusten?" Hij bad „mevrouw" door „juffrouw" ver vangen, want zij was nog een jong meisje, misschien nauwelijks achttien jaar. „U zal wel afgomat zijn en nat ook, vrees ik," voegde hij er vriendelijk bij. Zijn vrien delijke toon schonk haar vertrouwen; zij keek op en zag hem in het gelaat. Wat was hij een aangename verschijning, zooals hij daar stond. Hij was een slank, rij zig man, ongeveer dertig jaar oudzijn don kere, vlammende oogen en zijn zwart haar deden liet overige van zijn fijn-besneden ge laat nog voordeeliger uitkomen. Een zware zwarte knevel verborg half den trotsöh-glim- laehenden mond1. Maar wat was zijn blik flink: geestkracht en een vaste wil lagen er duidelijk in te lezen, en een goed waarnemer zou bezwaarlijk zijn gelaat werkelijk vriende lijk Kunnen noemeai. Knap was hij buiten ldjf, maar daar lag iets in zijn gelaat dat ontvangen. Zij allen verklaarden zich niet meer verantwoordelijk te kunnen stellen voor de orde, indien het ministerie het kies- wetonbwerp niet terugtrok. De Koning antwoordde niet veel, maar beriep zich alleen op zijn constatuoneele rol. De Petit Bleu" gelooft echter dat de Koning tuoschenbeide zal komen, wanneer de partijen in den loop dezer week niet tot overeenstemming zouden komoii over het kieswetontwarp. Hij zou er nl. over denken in dat geval de Kamer te ontbinden en het land om r--yi te vragen. Generaal Brialmont zou van die gelegen heid gebruik maken om een manifest uit te vaardigen ten gunste van den dienstplicht. Zaterdag is liet overal rustig geweest, al hadden er beboogingen plaats, maar gisteren is er liier en daar weer hevig gevochten. To Brussel werd bij gelegenheid van het Zondagsohe concert in het Park een socialis tische betooging gehoudenhierbij deden zich geen ongeregeldheden voor. Te Aalst daarentegen weid bij een derge lijke betooging de broeder van pastoor Daens in hechtems genomen. Volgens de „Gazette" sioeg de politie met de sabel op do menigte in, waarbij tien personen werden gewond. Ei- werden vier inhechtenisnemingen gedaan. Daens werd later losgelaten. Te Lui'k had een betooginsr plaalts bij ge legenheid van de wapenschouwing over de schutterij. Na afloop daarvan trokken een 230-tal schutters met de kolven der geweren omhoog, naar het socialistische vergaderlo kaal ooi er een meeting hij te wonen. Vol gens de „Patriot©" werd de commissaris van politie met een parapluie geslagen. Op de meeting dér socialisten nam ook een schutter het woord, die o. m. verklaarde„Ondanks den eed van trouw aan den Koning, zullen wij alleen roepen„Leve het Vaderland wanneer de Koning niet tussekembeide komt". Van de schutterij is de regeering dus lang niet zeker. Trouwens, ook liet leger is blijk baar niet betrouwbaar; liet heeft de aan dacht getrokken dat de regeering do gendar mes naar Brussel had laten komen, terwijl de troepen in de kazernes werden gelaten. Op verschillende plaatsen hebben de arbei ders werkstakingen geproclameerd, o. a. de dokwerkers te Antwerpen. Gemeogde Sledctiecllngen. Te Londen is een nieuw groenboek ver schenen vvaai-uit blijkt dat president Kruger zich tegenover de aanspraken van Engeland op de suzercinileit over Transvaal steeds heeft beroepen op de Londensche Conventie. Met spanning wacht men af wat do resul taten zullen zijn van de Bloemfontoinscho conferentie. Rhodes is Zaterdag naar Zuid-Afrika ver trokken. Prins Herbert van Bismarck heeft op diens uitnoodiging, keizer Wilhelm te Lübeck be zocht. Onmiddellijk ging het gerucht dat Bis marck II minister of zelfs rijkskanselier zou wordenhet laatste is totaal ongeloofwaar dig. Bismarck zelf schijnt trouwens alleen in een diplomatiekeu post zin te hebben. Grootvorst Wladimir, de oom van den elke beschrijving tartte, en dat het oordeel moeilijk in zijn voordeel kon stemmen. Het meisje echter zag alleen zijn manlijke schoon heid, en zonder dat zij er zich van bewust was, bleef liaar hart niet ongevoelig voor den drang der natuur, en zij staarde hem aan, zooals zij het ieder ander natuurproduct zou hebben gedaan dat haar met bewondering vervulde. „Ja ik beu erg nat," en zij ging met een bevallige beweging op den steen zitten. „Ik was zoo bang. noe goed u is mij te red den." Zij zweeg, en de tranen schoten haar in do oogen. E11 11a korte aarzeling ging zij voort„Ik beu u zoo innig, innig dankbaar." Zij stak hem haar hand too, en toen hij die aannam, ontging het hem niet hoe blank en sierlijk die was, en hij was nieuwsgierig wie het meisje mot het mooie haar- wel kon zijn, dat aan de genade der golven prijs was ge geven. „Hot was voor mij een geluk u van dienst te kunnen zijn. Ik ben er dankbaar voor dat ik juist op tijd kwam om te kunnen heipon." Hij glimlachte innemend toen hij sprak en zijn oogen straalden van ongeveinsd© bewon dering toen hij neerzag op liét lieve meisjes gelaat. „U is heel vriendelijk dlat te zeggen; maar het was heelemaal mijn. eigen schuld. Ik ben in slaap gevallen, en toen ik wakker werd, waren de golven die eerst zoo ver weg waren, reeds vlak bij mij. Ik riep en riep weer, maar er kwami geen antwoord. Toen dacht ik dat ik verloren was, maar plotseling kwam u en u reddo mij. U 'had ook wel kun nen verdrinken. Hoe moedig van u „Dat denkt u," antwoordde hij op zijn trotsdhen, stelligen toon, „maar ik verzeker n dat het per slot van rekening niets, betee- kende. Iedereen zou hetzelfde doen om den Czaar, is op zijn inspectiereis door Finland met de grootst mogelijke onverschilligheid bejegend. De bladen negeerden zijn reis ge heel en al. Aan het officieele d'iner, door den gouverneur van Abo aangeboden, had deze moeite gasten te krijgen. Hij wist er niet meer dan 6 over te halen. Waar blijft nu de gouverneur-generaal Bobnikoff met zijn herhaalde beweringen dat alleen de politici, niet het volk, in verzet komen tegen de lieerscbzuclrtige Russische politiek 1 Kolonel Jouaust, de voorzitter, heeft Zater dag een vergadering gehouden met de leden van den krijgsraad te Rennes. Men denkt dat het proces den 31steu Juli zal beginnen. Majoor Carrière, de regeerings-commissaris bij den krijgsraad, heeft Quesnay de Beaure- paire een onderhoud geweigerd. De oud-minister van koloniën Lebon, die Dreyfus in de boeien liet slaan en een dood kist r "ar het Duivelseiland zond, heeft aan gevraagd als getuige te worden gehoord. Hij wil zeer belangrijke mededeelingen doen over de omkooping van Dreyfus' bewakers om de viucht van den banneling te begunstigen. Lebon deed beter maar op den achtergrond te blijven. De vier broers van Dreyfus zyn te Rennes aangekomen en hebben eveneens hun intrek genomen bij de wed. Godard. Volgens de »Petit Bleu" doet Dreyfus sinds zijn aankomst te Rennes niets dan weenen. De nationalisten gaan nu ook de huik naar den wind hangen. Gisteren werd te St. Cloud aan Deroulède een punch aangeboden door de getuigen in zijn proces. Aanwezig was de geheele patri ottische kliek. Coppée dronk op de jury. Deroulède zelf verklaarde dat hij zich zou buigen voor het vounis van den krijgsraad dat Dreyfus onschuldig verklaarde. Maar dan konden de zes ministers van oorlog die hem schuldig hadden genoemd, ook niet zwaar genoeg gestraft worden. In ieder geval had de zaak Dreyfus bewezen dat een parlemen taire republiek, die vier jaar noodig had om de schuld -f de onschuld van een veroor deelde aan ie toonen, niet deugde. Ten slotte eischte Déioulède algeheele vrgheid van handelen voor den krijgsraad. Er werd natuurlijk braaf»Leve het legergeschreeuwd. Twee personen moesten wegens oproerige kreten gearresteerd worden. Sévérine vertelt in de »Fronde" dat gene raal De Pellieux in de loop zijner enquête over Esterhazy vernam dat deze, daags vóór het publiceeren van het borderel in de Ma- tin", een brief had geschreven aan zekeren Cahen, waarvan het schrift volkomen gelijk was aan dat van het borderel. Generaal De Pellieux weigert echter ken nis te nemen van dien brief. Het proces-Zola is nu op de rol gebracht voor 10 Juli. Verdaging van het proces is ecliter niet buitengesloten. Baron Christiami, tot vier jaar veroordeeld wegens zijn aanslag op president Louhet, is niet in hooger beroep gegaan. Ilij is reeds dank te verdienen van een mooi moisje zoo als u." Hij lichtte even zijn hoed op en boog. Zij glimlachte, maar antwoordde niet. Zij was niet in een stemming voor complimen tjes, allerminst van een onbekende, maar toch deden ze haar genoegen. Flink en streng zag liij er uit, zooals hij daar stond, terwijl schaduw om heon speel de een man, geboren oen een held te zijn, indien zijn lob hem zulk een roem niet had misgund een man die den strijd zou bob ben opgenomen tegen leven en dood, zoo dat mogelijk was; maar hij bezat één bijzondere eigenschap, waarop hij zeer trotsdi ging, en dat was zijn vermogen om vrees, en tegelijk vurige liefde in te boezemen; wanneer hij wilde maakte hij ook van dien invloed, een krachtig gebruik. En die bctoovering spreid de hij nu uit over het jonge meisje vóór hem. „Rustig, knol, hoor je, rustig," zeide hij zich mot een fronsen van zijn wenkbrauweai tot liet paard richtend. „Stom beest", had op zijn lippen gelegen, maar hij hield zich in en gebruikte een zachter woord: knol. „Snelvoet is zoo ongeduldig," ging hij voort. „Ilc ben in een mooier, tijd met hem van Bayhaven gekomen; hij is jong en flink." „Snelvoet wat een aardige naam." Voor heb eerst wendde rij zich om. en wierp een onderzoekenden blik op het paard. „U moest hem van nu af „Rubicon" noemen, omdat hij den smallen stroom die van de ze© komt, is overgestoken. Het water dat wij doorgetrok ken zijn, kan d© Rubicon wezen, en u," rij aarzelde even, „u kan Caesar zijn; u is even moedig als hij." Een glimlach gleed over zijn gelaat bij haar woorden; do betooveorende glimlach die meer harten dan goud had gewonnen. Toen rij sprak, gleed iets warms en voch- overgebraoht naar de gevangenis van FVesnes waar hij op eigen verzoek zijn straf cellulair zal uitzitten. De aanwezigheid van Voinot, den anti- semietischen burgemeester van Algiers, in een café te Marseille gaf een aantal zijner tegen standers die hem herkenden, aanleiding in liet café den boel op stelten te zetten. Eenige personen werden gearresteerd. Uit Spanje worden weer ernstige onlusten bericht. Te Valencia hebben Zaterdag de groenten- verkoopsters der hallen oproer gemaakt. Er hadden ernstige ongeregeldheden plaatsop verschillende plaatsen werden barricades opge worpen. De troepen maakten gebruik van de vuurwapens, terwijl de artillerie gereed stond om uit te rukken. De censuur wordt streng gehandhaafd, zoodat bijzonderheden ontbreken. Ook te Constantme (prov. Sevilla) en te Barcelona zijn onlusten voorgekomen. Ver scheiden personen werden gewond. De Italiaansehe Kamerzitting is gesloten. Bg het verlaten van Monte Citorio werd de socialistische afgevaardigde Andrea Costa ter stond geairesteerd, omdat hij nog twee maan den gevangenis te goed heeft wegens een persdelict in 4894. De uiterste linkerzijde, 65 man sterk, richt een manifest tot de natie, waarin zij rekening geeft van haar werk gedurende de afgeloopen zitting. De geestestoestand van den Keizer van China heet nu zoo slecht dat hij afstand zal doen van den troon. In de regeering brengt dat geen verandering. De Keizerin-Weduwe regeert feitelijk toch reeds. Koninklijke Militaire Academie, Aan het eindexamen hebben voldaan en zullen dus weldra tot 2e luit, worden be noemd de cadetten: Infanterie hier te lande: C. A. Bik, R. C. Bakker, L. L. P. Calkoen, P. Clerk, P. Ilal- berstadt, 0. G. James, li. .lespers, F. E. Jochim van Nootdorp, il. G. Keppel Hesse- link, H. W. van Kerkwijk, A. J. vanLaker- veld de Heus, G. L. A. J. graaf van Limburg Stirum, C. A. W. Massink, F. H. Prager, J. H. Roijnders, jhr. C. M. Storm van 's Gra- vensande, W. P. Tielenius Kruythofï, H. Vis ser en B. W. van Welde en baron Rengers. Cavalerie hier te lande. J. B. van der Bus sen, H. A. C. Fabius, J. W. Godin de Beau fort, W. J. Jeltes. Artillerie hier te lande. J, van Andel, F. W. Diemoot, F. H. Dolleman, I. M. Engers, G. L. M. II. Higly, J. de Jong, A. Jansen, W. A.» M. van Nieuwstadt, C. E. Oosting, S. G. N. Pieter, II. J. Repelaar van Driei, R. D. Storm Buysing, R. H. H. van de Wall Bake, C. A. van Woelderen. Genie hier te lande. G. C. Beltman, F. A. J. L. Beudt, J. C. Cramwinckel, F. A. Jansen van Raaij. Infanterie Oost-Indië. J. C. A. Bannink, F. H. A. Brans, W. Bueno de Mesquita, tigs over 'haar hand, en toen zij zidh. omkeer de, zag zij een grooton hond vlaik hij haar. „O, wat een mooie hond!" riep rij, met spontane blijdschap in liaar stem. „Ik veron derstel dat hij van u is." „Ja; hij heet „Athol". 'tls een prachtig dier. Houdt u van honden?" „Veel. Maar ik denk dat u er niet van houdt," antwoordde rij sdhnöhter. „Uc zag hoe u hem met uw zweep sloeg; ik hoorde 'hem van pijn huilen, en die arme „Snelvoet", wat sloeg u hem versdirikkelijk o, 't was vreeselijk, vreeselijk!" En een rilling verge zelde haar woorden. „Ik ben bang dat jongo meisjes niet veel verstand hebben van paaiden met een kop- pigen aard," merkte hij barscih op. „Denkt u niet dat een menschel ijk leven van moer belang is dan dat van een paard? Kon ik 11 dan laten verdrinken," voegde hij er vriende lijker bij, „omdat mijn paard het water niet in wilde? „Snelvoet" of „Rubicon", zooails u hem wil noemen, moest zijn meester gehoor zamen." Zij voelde ergernis over zijn optreden, en tooh was zij de gevangene van zijn krachti ger! wil en zijn geestelijke macht. „Ik wil niet dat hij „Rubicon" zal hee- ten," antwoordde rij kalm. „ET zal mij wel heel brutaal vinden, dat ik een verandering van naam van uw paard opperde; maai- ik houd heb er voor dat liij even goed den stroom zou gepasseerd rijn ads u hem genadi ger had behandeld. Shakespeare zegt: „Ge nade staat den vorst beter dan zijn kroon". Leest u wel eens in Sliakespeare „Ik heb geen tijd, juffrouw; ik won dat ik dien wel had," antwoordde liij ernstig. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1