53"° Jaargang- Vrijdag 7 Juli 1899 No. 9978. Eerste Blad CIRCÜSSLAVEN, I I Ken nisge v i n g. BUITENEAND. BINNENLAND. É&sk SCHIEDAMSCHE Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauKoter straat 68. Ul.'l I UiiIHHIHI Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 centsiedere regel meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde ïeïeine advertentiën, opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. B. f i f- 3 Schietoefeningen. DS BURGEMEESTER VAN SCHIEDAM, brengt, op verzoek van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, ter kennis van belanghebbenden bij de scheepvaart de volgende berichten aan zeevarenJen Schietoefeningen van het fort Pampus, Zuiderzee, 3e District. Volgens mededeeling van den Minister van Oorlog zullen schietoefeningen plaats hebben van het fort sPampus", op de onderstaande data a. op 24 en 25 Juli 1899 en zoo noodigop 26 en 27 Juli b. op 28 en 29 Juli 1899 en zoo noodig op 31 ,uli5 c. van 1 tot en met 8 Augustus 1899 en zoo noodig op 9, 10, 11 en 12 Augustus. De schietoefeningen sub. a en b worden ge- houden in N.lijke en O.lijke richting en maken in die richtingen het gedeelte van de zee tot op 4000 M. van het fort onveilig. De schietoefeningen sub. c worden gehouden in N.O.Iijke en O.N.O.Iijke richting en maken in die richtingen het gadeelte der zee tot op 8000 M. van het fort onveilig. Zoonoodig zal een stoomboot aan kleinere (zeil)vaartuigen, die zich in het onveilige gedeelte bevinden, hulp verleenen. Op de dagen dat gevuurd wordt, zal op het fort »Pampus", de batterijen sDiemerdam" en iDurgerdam", de W. batterij nabij ïSluiden" en den kerktoren te ïMuiderbeig", een roode vlag waaien van minstens één uur vóór den aanvang der schietoefeningen tot het einde daarvan. (Zie ïNed. krt." nos. 211 b. 212.) Stfhiedaui, den 6den Juli 1899. De Burgemeester voornoemd VERSTEEG. Algemeen overelclit. SCHIEDAM, 6 Jul '99. Do commissie uit de Belgische Kamer in zake de kiesreobt-hervonning heeft zidh met verschillende voorstellen bezig te houden. De strekking van het regeeringson twerp deelden wij reeds vroeger mede; daarop te rug te komen heeft geen zin; immers, men 'kan gerust zoggen dab het ontwerp dood is. Maar behalve dit zijn nu ingekomen voor stellen van Theodor, dien onafhankel ij k-kar tholieken Brusselsohen afgevaardigde, Woes te cjs. en Lorand, Vand'ervelde enz. Dat van Theodor bespraken wij reeds gisteren; hab beoogt de invoering van evenredige verte genwoordiging in alle districten. Het ont werp van Woeste, Helleputte, de Brocque- DOCB AMYIE READE. 5) Castelli wist wat hij waard was, maar liet zijn knecht steeds opnieuw voelen dat b ij de meester was; hij spaarde hem ook nooit wegens vroegere goede diensten. Toen zij CastelLi's kamer hadden bereikt, lei zijn meester zijn. rijzweep op tafel en keerde zidh daarop tot Whanks met de toor nige vraag: „Wat beteekent dat, voor don drommel, dat je aan 't vechten gaat? Kan ik je geen uur alleen) laten zonder dlat je naar de kroeg loopt, dronken ezel? Hoe gauwer je uit ons circus verdwijnt en je doodzuipt, hoe liever En hij wierp een blik van walging en ver achting op den bovenden, van tdhaamte blo zenden man vóór hem. „Ik kon het niet helpen, mijnheerik kon het waarachtig niet helpen. Toen ik nog bui ten de kroeg stond, zei ik nog: „Neon, ik ga er niet in," maar de anderen zeden: „Whanks, woes een kerel." Ik „Een kerel," viel Castelli in die rede. „Die is poed. Een beest bedoel je." „Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar ik zei tegen hen„Vandaag niet, mannen," en TÉ ging al weg toen een van onze stal knechts zei: „Eén glas zal je geen kwaad doen, Whanks; anders ben je een gek." „Dat ben je ook," antwoordde Castelli scherp. „Ik kan 'het niet helpen, mijnheer; ze ma ken me den geheelen dag het leven zuur. „Whanks, kom luer," is heb, of „ga daarheen en help ons een handje", totdat ik vertikt zal zijn als ik weet wat ik doe." „Jb kent den weg naar die vemwsnschte ville c. a. bedoelt de invoering van het uni- nominaai kiesrecht, zooals het bestaat in Frankrijk, Engeland, Duitschbnd en Neder land. Het groote verschil, waarop de „Petit Bleu" terecht wijst, is dat> Woeste en zijn partijgenooten te gelijk het meervoudig kies recht willen handhaven, dat een overwicht geeft aan bepaalde klassen der bevolking, Voor den Senaat willen zij telkens twee aan grenzende districten één afgevaardigde laten benoemen. De verdeehng van het land in districten zal behooren te geschieden door een commissie van 10 Kamerleden en 7 sena toren, te kiezen door de meerderheid en de minderheid naar verhouding. Eindelijk is er het voorstel van liberalen qu socialisten om een referendum te doen houden. Zij willen dat de meening der natie bekend zij over een zoo belangrijke hervor ming als van het kiesrecht. Dit kan geschie den door Kamerontbinding (die zij desnoods ook aanvaarden) of door een soort referen dum op de wijze als het officieuse referen dum dat in 1893 zul'ke kostbare gegevens verschafte aan de Kamers. Zij stellen dan voor dat op staatskosten de meernng der kiezers worde gevraagd over deze beide vragen lo. a. Meent ge dat het gowensdhb is, vol ledig algemeen kiesrecht in te voeren b. Of meent ge dat het gewenscht is, het meervoudig kiesrecht te handhaven? 2o. a. Meent ge dat heb gewenscht is het kiesrecht te hervormen overeenkomstig het beginsel van het door het gouvernement in gediende ontwerp? h. Of meent ge dat het gewensdht is het te hervormen overeenkomstig het beginsel van evenredige vertegenwoordiging, toegepast op het geheele land? c. Of overeenkomstig het ruiinominaal be ginsel d. Of overeenkomstig het beginsel van splitsing der groote districten? e. Of handhaving van. den statu quo 1 f. Of meent ge dat het gewenscht is eerst na invoering van het volledig algemeen kies recht de wijze van verkiezing te regelen Deze volksstemming, waarvan het. resul taat zou worden medegedeeld aan den Ko ning en aan de beide Kamers, zou volgens dte voorstellers de kracht hebben van een petitie. De „Pefcit Bleu" juicht het denkbeeld! van een referendum toe. Alleen daardoor wordt het mogelijk een kieswet te maken, die be antwoordt aan de wenschen van het volk. Hetzelfde blad heeft Theodor geïnter viewd, die aan de zegepraal der volledige evenredige vertegenwoordiging geloofde. In dien noodig, zou deze onafhankelijk-katho- lieke afgevaardigde echter niet aarzelen om te stemmen voor algemeen kiesrecht als grondslag voor evenredige vertegenwoordi ging. Dat de linkerzijde nu den formeelen eisoli van algemeen kiesrecht stelt, weet hij aan de regeering die niet bijtijds flinke con cessies heeft willen doen. Wat de samenstelling dér Kamercommis sie betreft, voor zoover de rechterzijde daar invloed op zal uitoefenen, meende Theodor dat van do rechterzijde voorstanders èn van kroeg maar al te goed. Je moest je over je zelf sdhamenije te bedrinken en dan op straat te vechten; je bent een schande Voor het circus. Wat denk je wel dat daar het eind van moet zijn „Ik wou dat ik het u kon zeggen, mijn heer; maar ik weet niet wat het eind zal wezen. Ik neem me zelf voor om geen glas meer te drinken, en ik zeg bij mezelf: „Ik drink nooit meer, nooit", en dan komt de een of ander vriendelijk bij me loopen en ik ga met hem mee tot aan de kroeg op dien hoek, en tegen mijn wil, mijnheer, halen ze me over om maar één glas te nemen, en dan op eens heb ik een gevoel of ik in de zee zwem en ik De zee dat riep het schoone visioen van 'smidldlags voor Casteili's geest terug, en hij riep toornig uit: „Ho, scheid, uit met diat malle geklets, en hond je mond, tegen me over de zee. Je zegt dat je het niet kunt helpen dat je dronken wordt, maar pas op, stommeling, let op mijn woordenlaat ik je niet nog eens dronken vinden, of je gaat er met pak en zak uit; ont houd dat. En ruk nu maar uit en ga, aan je werk, luie deugniet, schooier." ,,'t Spijt me heel erg, mijnheer," antwoord de de man op berouwhefobenden toon, en er glimrterd'e iets als een traan in zijn oogen. „Als ik het geld van mijn tante krijg, dan zal ik „Loop naar den duivel, jij met je tante. Buk uit, zeg ik je, of ik gooi je de trappen af. Ga weg," brulde hij, „hoor je me niet 1" De man liep naar de deur, en keerde nog eens zijn gekat met een pathetische uitdruk king naar zijn woedenden meester. „U zal me nu toch niet wegsturen, niet waar, mijnheer?" pleitte hij .„Ik zou u niet kunnen verlaten en de paarden ook niet en het circus niet. Ik zal nooit weer dronken worden, mijnheer, nooit." luiinc-minaal kiesrecht èn van evenredige vertegenwoordiging naai- billijke verhouding m de commissie zitting behooren te nemen. Van een referendum wil de reciliteizijde niet weten; vermoedelijk zal het land zich dus eerst bij de verkiezingen in 1900 kunnen uitspreken, wanneer een deel der Kamer af treedt. Vandervelde, de socialistische leider, houdt het er voor dat die verkiezingen nog onder het bestaande kiesrecht zuilen plaats vinden, m. a. w. dat een nieuw kiesrechtent- werp eerst na de hernieuwing der Kamer in het volgend jaar aan de orde zal komen. Een gerucht dat Vandenpeereboom zal af treden, schijnt voorloopig ongegrond te zijn. Van een ander gerucht maakt de Brussel- sdhe „Gazette" melding. Het blad vraagt: „Uit wat voor kooi zou wel do canard zijn gevlogen, dat de Duitsche gezant te Brussel de regeering heeft gevraagd of zij voor de openbare orde instaat? De regeering zou het zeker niet onaangenaam hebben gevonden dit verzinsel waar te noemen. Ben goed) drei gement voor de openbare meenmg." De „Köln. Ztg." merkt daarbij aan, dat men nu wel weer, evenals in 1886 en in 1893, in Fransohe bladen zal kunnen lezen dat Duitsche troepen aan de grenzen Haar staan om ia België te vallen, ten einde de orde te herstellen. „Toen Bismarck van de „beenderen van den Bommerschen grena dier" sprak," zegt het blad, „had hij alleen het oog op Bulgarije. Maar België kan die uitspraak op zich zelf toepassen en zijn gen darmes m eigen land zoeken." De tegenstanders van Dreyfus zijn nog al tijd aan het bewijzen zoeken voor diens schuld. Wanneer zij echter lezen hoe Ques- nay de Beaurepaire voor den gek is gehou den, zal hun lust in die zoekerij wel eemgs- ains overgaan. De oud-voorzitter der crimineeie kamer van het Hof van Cassatie zal wel voor goed buiten gevecht zijn gesteld. Zelden heeft iemand m zoo liooge mate den vlodb der be lachelijkheid op zich geladen als deze dwaze kampioen voor het onrecht. Men weet hoe hij beloofde met onweerleg bare bewijzen van Dxeyfim" schuld voor don dag te zullen komen, hoe hij beloofd heeft die bewijzen voor den krijgsraad van Bennes over te leggen. En nu deelt de „Figaro" on der overlegging van bewijzen, nl. fascimile's van brieven van Quesnay's hand, mede hoe de oud-rechter de dupe is geweest van een even koddige als brutale fopperij van zekeren Karl (vermoedelijk een der redacteuren van het blad), die zich in connectie had gesteld met Quesnay de Beaurepaire en hem aanbood de onweerlegbare bewijzen te zullen verschaf fen van Dreyfus' schuld, die zich te Bazel be vonden. Quesnay gaf het noodige geld; zeke re mevrouw Chevreau trad op als tussdhen- persoon voor de correspondentie, totdat ein delijk „Karl", die geholpen was door een vnend, zekeren Jules, en diens vrouw, welke laatste o. a. ook als gesluierde dame fungeer de, totdat Karl, herhalen wij, aan Ques nay de Beaurepaire het volgende typische briefje zond, gedateerd van 4 Juli 1899: „Nog eens, w 11 je nu weggaan En doe de deur achter je dicht als je er tenminste niet te dronken voor bent." Whanks sloot de dein- en toen hij zacht de trap afliep, haalde hij een rooden zakdoek uit zijn zak en veegde do tranen af die over zijn wangen stroomden. „De baas heeft ge lijk; ik ben een gek. Ik heb gekregen wat ik verdiendemaar ik kan hem niet verlaten; waarlijk, ik lean het niet, ofschoon hij bijna niet té verdragen is, atls hij uit zijn humeur is. Als ik maar het geld van mijn tante had, dan zou ik hem om geen pruim tabak zelfs vragen; maar in het drous blijven deed ik toch." Hij zuchtte, en ging met een zwaar halt aan zijn werlc. Zijn kameraden zagen wel hoe neerslachtig hij koek, en zij vermoedden „dat er wat gezwaaid had tussdhen hem en zijn meester", maar zij zagen er wijselijk van af dat onderveip aan te roeren. Nd zijn gal uitgestort te hebben, ging Castelli zitten om haastig iets te gebruiken, en weer dSvaalden zijn gedachten af naar het mooie meisje dat hij ontmoet had. Hij kon haar niet vergetenhij was er benieuwd naar wie zij was, wat zij van hem dacht, en of zij elkaar weer zouden ontmoeten. „Het is tijd dat ik een vrouw neem, zou ik denken," zei hij bij zichzelf. „Wat is het hier overal een beestachtige herrie. Ik walg er van." Inderdaad was zijn omgeving niet bijzon der aangenaam om te zien canapé en stoe len waren beladen met papieren, aanplak biljetten en toegangskaarten; onder de easy- chair lagen schoenen en laarzen in wanorde door elkaar het was duidelijk dat nooit iemand aan het vertrek een huiselijk aanzien trachtte te geven. Het was een onmisken bare „j ongel uiskainer". Castelli duwde zijn kop weg, stondi op van de tafel, stak een sigaar aan en ging naar „Mijnheer, „Ingesloten vindt u de zevenhonderd vijf tig francs die u mij had voorgeschoten voor reiskosten. Mijn geheugen is zoo slecht dat ik de verkeerde richting ben ingeslagen. Ik heb het bosch van Meudon aangezien voor het Zwitsersche Alpen-panorama. „Vergeef mijn onbezonnenheid. „Van één ding blijf ik echter overtuigd, iedere zieke heeft een dokter noodig." Quesnay is op het oomnblik voor zijn ge zondheid te Dwonne-les-Bams. Hij moest er maar blijven en afscheid nemen van het po litieke ijs dat voor hem wel wat glad- is ge bleken. Een andere kwade geest van de zaak-Drey- fus is ook van het tooneel verdwenen. Het is de geheime agent Guenée die in 1894 een voor Dreyfus ongunstig rapport overlegde, waarvan de feiten later gebleken zijn betrek king te hebben op een anderen Dreyfus, een kennis van Bochefort; hij is overleden. Bertillon, de schriftkundige is gisteren getroffen door een besluit van den Parij- schen gemeenteraad, om den prefect van po litie nit te noodigen hem van zijn ambt als afdeelingsclief te ontzetten wegens de rol, door hem als deskundige in de zaak-Dreyfus ■gespeeld, 'bis jammer dat dat het eind is; het stelsal-Bertillon van meting van gevan genen ter herkenning van recidivisten be wijst nog steeds goede diensten. Eindelijk is Vaugeois, hoogleeraar in de wijsbegeerte te Coulommiers, door den minis ter van onderwijs afgezet, omdat hij zonder permissie zijn post heeft verlaten. "Vaugeois was een ijverig lid van den Bond! voor het Fransche Vaderland en heeft een belangrijke rol gespeeld' in den strijd tegen de waarheid. Dat kolonel Meert, de chef van majoor Hartmann, disciplinair is gestraft, wordt door de regeering tegengesprokenDaarente gen wordt weer beweerd dat de vervanging van generaal Zurlmden als gouverneur van Parijs aanstaande is. Terwijl aldus de kwaden gestraft worden, begint Dreyfus zich allengs in te werken in de voor hem onbekende gebeurtenissen der laatset jaren. Het behoeft geen betoog dat hij versteld staat en soms zijn verontwaardi ging niet kan bedwingen. Zijn verdedigers hopen dab hij over een dag of tien geheel thuis zal zijn m zijn zaak. Picquart en Henry herinnert hij zich flauw, Esterhazy was hem geheel onbekend. Over Dreyfus' plannen vertelt de „Petit Bleu" dat hij geen schadeloosstelling zal vragen, wel herstel in zijn militairen rang. Hij zal echter niet in het leger blijven. Me vrouw Dreyfus van haar kant heeft den vorst van Monaco bedankt voor zijn harte lijk aanbodhet oogenblik is echter nog niet gekomen om een zoo aangenaam vooruitzicht te overwegen. Inderdaad, men weet nog niet eens, wan neer de krijgsraad bijeen zal komen. Verschillende bladen zeggen dat do voor zitter kolonel Jouausfc den 14en Juli gene raal zal worden; kolonel Jourdy zal dan den krijgsraad voorzitten. Coppée dringt er in de „Gamlais" op aan dab de generaals voor den krijgsraad alles zul len zeggen, zelfs op gevaar van oorlog. Weet het circus. Een uur later was een verrukt publiek getunge van de volmaakte dressuur van Casteili's schoolpaarden, en bewonderde htm glanzende htud en hun prachtige pooten, en een golf v genoegen stroomde van de stalles naar dc cn van de loges naar de galerij. Ook Castelli zelf had zijn aandeel in de zoo ruim geboden bewondering. Zijn in nemende glimlach, zijn elegante manieren, zijn aangename houding waren een werkelijk genoegen voor liet publiek, en toen hij in de arena aan zijn paarden een stukje sinker gaf en ze zoo vriendelijk toesprak, werd hem een ware ovatie gebracht, en toen was zijn verschijning nog aangenamer, nu een blos van triomf zijn gelaat bedekte. Hij was toch zoo vriendelijk, dacht het publiek. Haid het vergeten dat er nog een ander schilderij was, genaamd „Adhter de Schennen" II. Terugblik. Leila Gumey had haar natte kleeren uit gedaan en zich in een kamerjapon gestoken en zat nu in een lagen stoel bij het raam van haar slaapkamer. De namiddag was zeer avontuurlijk en vermoedend geweest, en zij wilde nu een poosje rustig blijven zitten en nadeniken. Vóór haar strekte zich de aardige lande lijke tuin uit, vanwaar zoete geuren van ro zen, leldes en lavendel, gedragen op het zo merkoeltje, tot haar dóórdrongen. Elke bloem bood haar schoor) heid en haar geur. Gewoonlijk schonken die gaven van de 'kwistig© aarde haar het grootste genoegen, maar nu lette zij er in 'b geheel niet op. Zij dacht er over wat er wel zou gezegd zijn, wanneer men haar lijk bij eb op d© kust had gevonden. Zij' trachtte zich. voor te stellen hoe haar vader die tijding zou hebben ont vangen, en of hij er erg veel leed van zou ge had hebben. Misschien, zou hij er eeni'g ver- Coppée niet dat dit dreigement al lang geen kracht meer heeft? Gisteren iiebben Hofmeyr, Heiiioldt en Fischer te Pretoria een onderhoud met presi dent Kiüger en de Tiausvaalscbe ministers gehad. De conferentie duuide den geheelen dag. De uitslag is niet oificied bekend ge maakt, doch men meent, dat Transvaal de voorstellen tot hervormingen zou hebben aangenomen, die gesteund werden door de regeeiingen van Oranje Vrijstaat en de Kaap. De voorstellen zouden morgen aan den Volks raad worden voorgelegd. Men gelooft, dat het resultaat van Hofinevr's zending geen redelijken twijfel laat, of de vrede zal gehand haafd blijven. Bij de sluiting van den Vrijstaatschen Volksraad, gistermorgen, zeide president Steyn in zijn toespraak, dat de vooi standers van den oorlog de pogingen sterk belemmeren om tot een vreedzame oplossing der tegen woordige moeilijkheden te komen. Indien een vreedzame oplossing onmogelijk werd, zal God de regeering en den Staat besehermen, en hen in staat stellen getrouw te blijven aan hun woord en plicht. Stel daartegenover de mededeeling der sPall Mall Gazette" dat de regeering de uit zending van 40 A 50.000 man naar Zuid- Afrika voorbereidt, voor geval de toestand ernstiger mocht worden. 't Zal wel niet zoover komen. Gemengde Mededeel Ingcn. Keizer Wilhelm is met zijn jacht te Bergen aangekomen en met de gewone saluutschoten van het fort en de Duitsche en Fransche schepen in de baai ontvangen. Te Barcelona zijn Dinsdagavond weer ongeregeldheden voorgekomen. Het volk viel de kerk van de Santa-Matrona aan en later de jezuïeten-school. De politie moest steun ontvangen van de troepen om de menigte uiteen te jagen. Een aantal personen werd gewond. Verschillende theaters braken hun voorstellingen af. Ook op andere plaatsen komen wanorde lijkheden voor. In de provincie Navarre zyn vier balen met wapens aangehouden, waarschijnlijk be stemd voor de Garlisten. Men herinnert zich zeker dat in Novem ber 4897 de Braziliaansehe minister van oor log gedood werd bij een aanslag op het leven van den president der Republiek. Thans zijn twee der daders, van wie één kapitein is, tot dertig jaar gevangenisstraf veroordeeld. In de afdeelingsvergaderingen van de Prov, Staten van Zuid-Holland is o. a. besproken de missive van Gedeputeerden, waarin tegen het volgend jaar voorstellen zijn aangekon digd tot wijziging van de reglementen voor Schieiand en Delfland met betrekking tot de driet van hebben gehad, wanneer hij hoorde dat zij dood was. Toen dacht zij aan haar broer Tom die lieve, trouw© Tom, die zoo veel van haar hield! Zij kon zich voorstellen hoe hij haar 's vaders brief zou lezen, die hem liet ongeluk mededeelde, en hoe be droefd hij zou zijn om de zuster die hij innig lief had. Het was de eenige vreugde van haar leven dat zij wist hoe zijn hart naar haar ver langde. Toen kwamen er ernstiger gedachten, en zij leunde achterover in haar stoel en liet li aar hoofd op liaar kleine liand lounen. Ver ondersteld dat zij verdronken was, waar zou zij dan nu geweest zijn Heb viel liaar moei lijk zich voor te stellen 'hoe de grens tus- solien loven en dood zou zijn. Zij" ikon zieli geen idee vormen van de groote ruimte die de ziel op haar laatst© vlucht doorsnelt. En toch, hoe dicht was zij niet geweest bij dien ontzagwekkendeu. sluier die deze wereld scheidt van de gewesten over het graf. Zij huiverde bij de gedachte aan de stilt© des doods, aan haar jeugd en aan haar bijna ver loren leven, met de eeuwigheid in al liaar vaagheid en onbekendheid voor zich, wan neer alle aardscihe hoop geëindigd was. Zij was jong genoeg om nog niet naar de reine en volmaakte hemelsche rust te verlan gen. Zij had nog geen begeerte naar het land waar alles blijdschap is en de moed© geen zucfhb meer slaakt. Al was haar leven geweest als een zeil in den storm, de zon der jeugd had er menige straal van geluk op doen val len, en zij verlangde niet te sterven. Hoe dankbaar was zij dat de donkere wolk die boven de toekomst had gehangen, weggetrok ken was, dat haar het leven was gelaten zij was t© jong om reeds te sterven. (Wordt vervolgd i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1