53"° Jaargang-
Vrijdag 7 Juli 1899
No. 9978.
Eerste Blad
CIRCÜSSLAVEN,
I
I
Ken nisge v i n g.
BUITENEAND.
BINNENLAND.
É&sk
SCHIEDAMSCHE
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauKoter straat 68.
Ul.'l I UiiIHHIHI
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 centsiedere regel
meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde ïeïeine advertentiën, opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
B.
f
i
f-
3
Schietoefeningen.
DS BURGEMEESTER VAN SCHIEDAM,
brengt, op verzoek van den heer Commissaris
der Koningin in deze provincie, ter kennis van
belanghebbenden bij de scheepvaart de volgende
berichten aan zeevarenJen
Schietoefeningen van het fort
Pampus, Zuiderzee, 3e District.
Volgens mededeeling van den Minister van
Oorlog zullen schietoefeningen plaats hebben
van het fort sPampus", op de onderstaande
data
a. op 24 en 25 Juli 1899 en zoo noodigop
26 en 27 Juli
b. op 28 en 29 Juli 1899 en zoo noodig op
31 ,uli5
c. van 1 tot en met 8 Augustus 1899 en
zoo noodig op 9, 10, 11 en 12 Augustus.
De schietoefeningen sub. a en b worden ge-
houden in N.lijke en O.lijke richting en maken
in die richtingen het gedeelte van de zee tot
op 4000 M. van het fort onveilig.
De schietoefeningen sub. c worden gehouden
in N.O.Iijke en O.N.O.Iijke richting en maken in
die richtingen het gadeelte der zee tot op 8000
M. van het fort onveilig.
Zoonoodig zal een stoomboot aan kleinere
(zeil)vaartuigen, die zich in het onveilige gedeelte
bevinden, hulp verleenen.
Op de dagen dat gevuurd wordt, zal op het
fort »Pampus", de batterijen sDiemerdam" en
iDurgerdam", de W. batterij nabij ïSluiden"
en den kerktoren te ïMuiderbeig", een roode
vlag waaien van minstens één uur vóór den
aanvang der schietoefeningen tot het einde
daarvan.
(Zie ïNed. krt." nos. 211 b. 212.)
Stfhiedaui, den 6den Juli 1899.
De Burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
Algemeen overelclit.
SCHIEDAM, 6 Jul '99.
Do commissie uit de Belgische Kamer in
zake de kiesreobt-hervonning heeft zidh met
verschillende voorstellen bezig te houden.
De strekking van het regeeringson twerp
deelden wij reeds vroeger mede; daarop te
rug te komen heeft geen zin; immers, men
'kan gerust zoggen dab het ontwerp dood is.
Maar behalve dit zijn nu ingekomen voor
stellen van Theodor, dien onafhankel ij k-kar
tholieken Brusselsohen afgevaardigde, Woes
te cjs. en Lorand, Vand'ervelde enz. Dat van
Theodor bespraken wij reeds gisteren; hab
beoogt de invoering van evenredige verte
genwoordiging in alle districten. Het ont
werp van Woeste, Helleputte, de Brocque-
DOCB
AMYIE READE.
5)
Castelli wist wat hij waard was, maar liet
zijn knecht steeds opnieuw voelen dat b ij
de meester was; hij spaarde hem ook nooit
wegens vroegere goede diensten.
Toen zij CastelLi's kamer hadden bereikt,
lei zijn meester zijn. rijzweep op tafel en
keerde zidh daarop tot Whanks met de toor
nige vraag:
„Wat beteekent dat, voor don drommel,
dat je aan 't vechten gaat? Kan ik je geen
uur alleen) laten zonder dlat je naar de kroeg
loopt, dronken ezel? Hoe gauwer je uit ons
circus verdwijnt en je doodzuipt, hoe liever
En hij wierp een blik van walging en ver
achting op den bovenden, van tdhaamte blo
zenden man vóór hem.
„Ik kon het niet helpen, mijnheerik kon
het waarachtig niet helpen. Toen ik nog bui
ten de kroeg stond, zei ik nog: „Neon, ik
ga er niet in," maar de anderen zeden:
„Whanks, woes een kerel." Ik
„Een kerel," viel Castelli in die rede. „Die
is poed. Een beest bedoel je."
„Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar
ik zei tegen hen„Vandaag niet, mannen,"
en TÉ ging al weg toen een van onze stal
knechts zei: „Eén glas zal je geen kwaad
doen, Whanks; anders ben je een gek."
„Dat ben je ook," antwoordde Castelli
scherp.
„Ik kan 'het niet helpen, mijnheer; ze ma
ken me den geheelen dag het leven zuur.
„Whanks, kom luer," is heb, of „ga daarheen
en help ons een handje", totdat ik vertikt zal
zijn als ik weet wat ik doe."
„Jb kent den weg naar die vemwsnschte
ville c. a. bedoelt de invoering van het uni-
nominaai kiesrecht, zooals het bestaat in
Frankrijk, Engeland, Duitschbnd en Neder
land. Het groote verschil, waarop de „Petit
Bleu" terecht wijst, is dat> Woeste en zijn
partijgenooten te gelijk het meervoudig kies
recht willen handhaven, dat een overwicht
geeft aan bepaalde klassen der bevolking,
Voor den Senaat willen zij telkens twee aan
grenzende districten één afgevaardigde laten
benoemen. De verdeehng van het land in
districten zal behooren te geschieden door
een commissie van 10 Kamerleden en 7 sena
toren, te kiezen door de meerderheid en de
minderheid naar verhouding.
Eindelijk is er het voorstel van liberalen
qu socialisten om een referendum te doen
houden. Zij willen dat de meening der natie
bekend zij over een zoo belangrijke hervor
ming als van het kiesrecht. Dit kan geschie
den door Kamerontbinding (die zij desnoods
ook aanvaarden) of door een soort referen
dum op de wijze als het officieuse referen
dum dat in 1893 zul'ke kostbare gegevens
verschafte aan de Kamers.
Zij stellen dan voor dat op staatskosten
de meernng der kiezers worde gevraagd over
deze beide vragen
lo. a. Meent ge dat het gowensdhb is, vol
ledig algemeen kiesrecht in te voeren
b. Of meent ge dat het gewenscht is, het
meervoudig kiesrecht te handhaven?
2o. a. Meent ge dat heb gewenscht is het
kiesrecht te hervormen overeenkomstig het
beginsel van het door het gouvernement in
gediende ontwerp?
h. Of meent ge dat het gewensdht is het te
hervormen overeenkomstig het beginsel van
evenredige vertegenwoordiging, toegepast
op het geheele land?
c. Of overeenkomstig het ruiinominaal be
ginsel
d. Of overeenkomstig het beginsel van
splitsing der groote districten?
e. Of handhaving van. den statu quo 1
f. Of meent ge dat het gewenscht is eerst
na invoering van het volledig algemeen kies
recht de wijze van verkiezing te regelen
Deze volksstemming, waarvan het. resul
taat zou worden medegedeeld aan den Ko
ning en aan de beide Kamers, zou volgens dte
voorstellers de kracht hebben van een petitie.
De „Pefcit Bleu" juicht het denkbeeld! van
een referendum toe. Alleen daardoor wordt
het mogelijk een kieswet te maken, die be
antwoordt aan de wenschen van het volk.
Hetzelfde blad heeft Theodor geïnter
viewd, die aan de zegepraal der volledige
evenredige vertegenwoordiging geloofde. In
dien noodig, zou deze onafhankelijk-katho-
lieke afgevaardigde echter niet aarzelen om
te stemmen voor algemeen kiesrecht als
grondslag voor evenredige vertegenwoordi
ging. Dat de linkerzijde nu den formeelen
eisoli van algemeen kiesrecht stelt, weet hij
aan de regeering die niet bijtijds flinke con
cessies heeft willen doen.
Wat de samenstelling dér Kamercommis
sie betreft, voor zoover de rechterzijde daar
invloed op zal uitoefenen, meende Theodor
dat van do rechterzijde voorstanders èn van
kroeg maar al te goed. Je moest je over je
zelf sdhamenije te bedrinken en dan op
straat te vechten; je bent een schande Voor
het circus. Wat denk je wel dat daar het
eind van moet zijn
„Ik wou dat ik het u kon zeggen, mijn
heer; maar ik weet niet wat het eind zal
wezen. Ik neem me zelf voor om geen glas
meer te drinken, en ik zeg bij mezelf: „Ik
drink nooit meer, nooit", en dan komt de een
of ander vriendelijk bij me loopen en ik ga
met hem mee tot aan de kroeg op dien hoek,
en tegen mijn wil, mijnheer, halen ze me
over om maar één glas te nemen, en dan op
eens heb ik een gevoel of ik in de zee zwem
en ik
De zee dat riep het schoone visioen van
'smidldlags voor Casteili's geest terug, en hij
riep toornig uit:
„Ho, scheid, uit met diat malle geklets, en
hond je mond, tegen me over de zee. Je zegt
dat je het niet kunt helpen dat je dronken
wordt, maar pas op, stommeling, let op mijn
woordenlaat ik je niet nog eens dronken
vinden, of je gaat er met pak en zak uit; ont
houd dat. En ruk nu maar uit en ga, aan je
werk, luie deugniet, schooier."
,,'t Spijt me heel erg, mijnheer," antwoord
de de man op berouwhefobenden toon, en er
glimrterd'e iets als een traan in zijn oogen.
„Als ik het geld van mijn tante krijg, dan
zal ik
„Loop naar den duivel, jij met je tante.
Buk uit, zeg ik je, of ik gooi je de trappen af.
Ga weg," brulde hij, „hoor je me niet 1"
De man liep naar de deur, en keerde nog
eens zijn gekat met een pathetische uitdruk
king naar zijn woedenden meester.
„U zal me nu toch niet wegsturen, niet
waar, mijnheer?" pleitte hij .„Ik zou u niet
kunnen verlaten en de paarden ook niet en
het circus niet. Ik zal nooit weer dronken
worden, mijnheer, nooit."
luiinc-minaal kiesrecht èn van evenredige
vertegenwoordiging naai- billijke verhouding
m de commissie zitting behooren te nemen.
Van een referendum wil de reciliteizijde
niet weten; vermoedelijk zal het land zich
dus eerst bij de verkiezingen in 1900 kunnen
uitspreken, wanneer een deel der Kamer af
treedt. Vandervelde, de socialistische leider,
houdt het er voor dat die verkiezingen nog
onder het bestaande kiesrecht zuilen plaats
vinden, m. a. w. dat een nieuw kiesrechtent-
werp eerst na de hernieuwing der Kamer
in het volgend jaar aan de orde zal komen.
Een gerucht dat Vandenpeereboom zal af
treden, schijnt voorloopig ongegrond te zijn.
Van een ander gerucht maakt de Brussel-
sdhe „Gazette" melding. Het blad vraagt:
„Uit wat voor kooi zou wel do canard zijn
gevlogen, dat de Duitsche gezant te Brussel
de regeering heeft gevraagd of zij voor de
openbare orde instaat? De regeering zou het
zeker niet onaangenaam hebben gevonden
dit verzinsel waar te noemen. Ben goed) drei
gement voor de openbare meenmg."
De „Köln. Ztg." merkt daarbij aan, dat
men nu wel weer, evenals in 1886 en in
1893, in Fransohe bladen zal kunnen lezen
dat Duitsche troepen aan de grenzen Haar
staan om ia België te vallen, ten einde de
orde te herstellen. „Toen Bismarck van de
„beenderen van den Bommerschen grena
dier" sprak," zegt het blad, „had hij alleen
het oog op Bulgarije. Maar België kan die
uitspraak op zich zelf toepassen en zijn gen
darmes m eigen land zoeken."
De tegenstanders van Dreyfus zijn nog al
tijd aan het bewijzen zoeken voor diens
schuld. Wanneer zij echter lezen hoe Ques-
nay de Beaurepaire voor den gek is gehou
den, zal hun lust in die zoekerij wel eemgs-
ains overgaan.
De oud-voorzitter der crimineeie kamer
van het Hof van Cassatie zal wel voor goed
buiten gevecht zijn gesteld. Zelden heeft
iemand m zoo liooge mate den vlodb der be
lachelijkheid op zich geladen als deze dwaze
kampioen voor het onrecht.
Men weet hoe hij beloofde met onweerleg
bare bewijzen van Dxeyfim" schuld voor don
dag te zullen komen, hoe hij beloofd heeft
die bewijzen voor den krijgsraad van Bennes
over te leggen. En nu deelt de „Figaro" on
der overlegging van bewijzen, nl. fascimile's
van brieven van Quesnay's hand, mede hoe
de oud-rechter de dupe is geweest van een
even koddige als brutale fopperij van zekeren
Karl (vermoedelijk een der redacteuren van
het blad), die zich in connectie had gesteld
met Quesnay de Beaurepaire en hem aanbood
de onweerlegbare bewijzen te zullen verschaf
fen van Dreyfus' schuld, die zich te Bazel be
vonden. Quesnay gaf het noodige geld; zeke
re mevrouw Chevreau trad op als tussdhen-
persoon voor de correspondentie, totdat ein
delijk „Karl", die geholpen was door een
vnend, zekeren Jules, en diens vrouw, welke
laatste o. a. ook als gesluierde dame fungeer
de, totdat Karl, herhalen wij, aan Ques
nay de Beaurepaire het volgende typische
briefje zond, gedateerd van 4 Juli 1899:
„Nog eens, w 11 je nu weggaan En doe de
deur achter je dicht als je er tenminste niet
te dronken voor bent."
Whanks sloot de dein- en toen hij zacht de
trap afliep, haalde hij een rooden zakdoek
uit zijn zak en veegde do tranen af die over
zijn wangen stroomden. „De baas heeft ge
lijk; ik ben een gek. Ik heb gekregen wat
ik verdiendemaar ik kan hem niet verlaten;
waarlijk, ik lean het niet, ofschoon hij bijna
niet té verdragen is, atls hij uit zijn humeur
is. Als ik maar het geld van mijn tante had,
dan zou ik hem om geen pruim tabak zelfs
vragen; maar in het drous blijven deed ik
toch."
Hij zuchtte, en ging met een zwaar halt
aan zijn werlc. Zijn kameraden zagen wel hoe
neerslachtig hij koek, en zij vermoedden „dat
er wat gezwaaid had tussdhen hem en zijn
meester", maar zij zagen er wijselijk van af
dat onderveip aan te roeren.
Nd zijn gal uitgestort te hebben, ging
Castelli zitten om haastig iets te gebruiken,
en weer dSvaalden zijn gedachten af naar het
mooie meisje dat hij ontmoet had. Hij kon
haar niet vergetenhij was er benieuwd naar
wie zij was, wat zij van hem dacht, en of zij
elkaar weer zouden ontmoeten.
„Het is tijd dat ik een vrouw neem, zou
ik denken," zei hij bij zichzelf. „Wat is het
hier overal een beestachtige herrie. Ik walg
er van."
Inderdaad was zijn omgeving niet bijzon
der aangenaam om te zien canapé en stoe
len waren beladen met papieren, aanplak
biljetten en toegangskaarten; onder de easy-
chair lagen schoenen en laarzen in wanorde
door elkaar het was duidelijk dat nooit
iemand aan het vertrek een huiselijk aanzien
trachtte te geven. Het was een onmisken
bare „j ongel uiskainer".
Castelli duwde zijn kop weg, stondi op van
de tafel, stak een sigaar aan en ging naar
„Mijnheer,
„Ingesloten vindt u de zevenhonderd vijf
tig francs die u mij had voorgeschoten voor
reiskosten. Mijn geheugen is zoo slecht dat
ik de verkeerde richting ben ingeslagen. Ik
heb het bosch van Meudon aangezien voor
het Zwitsersche Alpen-panorama.
„Vergeef mijn onbezonnenheid.
„Van één ding blijf ik echter overtuigd,
iedere zieke heeft een dokter noodig."
Quesnay is op het oomnblik voor zijn ge
zondheid te Dwonne-les-Bams. Hij moest er
maar blijven en afscheid nemen van het po
litieke ijs dat voor hem wel wat glad- is ge
bleken.
Een andere kwade geest van de zaak-Drey-
fus is ook van het tooneel verdwenen. Het is
de geheime agent Guenée die in 1894 een
voor Dreyfus ongunstig rapport overlegde,
waarvan de feiten later gebleken zijn betrek
king te hebben op een anderen Dreyfus, een
kennis van Bochefort; hij is overleden.
Bertillon, de schriftkundige is gisteren
getroffen door een besluit van den Parij-
schen gemeenteraad, om den prefect van po
litie nit te noodigen hem van zijn ambt als
afdeelingsclief te ontzetten wegens de rol,
door hem als deskundige in de zaak-Dreyfus
■gespeeld, 'bis jammer dat dat het eind is;
het stelsal-Bertillon van meting van gevan
genen ter herkenning van recidivisten be
wijst nog steeds goede diensten.
Eindelijk is Vaugeois, hoogleeraar in de
wijsbegeerte te Coulommiers, door den minis
ter van onderwijs afgezet, omdat hij zonder
permissie zijn post heeft verlaten. "Vaugeois
was een ijverig lid van den Bond! voor het
Fransche Vaderland en heeft een belangrijke
rol gespeeld' in den strijd tegen de waarheid.
Dat kolonel Meert, de chef van majoor
Hartmann, disciplinair is gestraft, wordt
door de regeering tegengesprokenDaarente
gen wordt weer beweerd dat de vervanging
van generaal Zurlmden als gouverneur van
Parijs aanstaande is.
Terwijl aldus de kwaden gestraft worden,
begint Dreyfus zich allengs in te werken in
de voor hem onbekende gebeurtenissen der
laatset jaren. Het behoeft geen betoog dat
hij versteld staat en soms zijn verontwaardi
ging niet kan bedwingen. Zijn verdedigers
hopen dab hij over een dag of tien geheel
thuis zal zijn m zijn zaak. Picquart en Henry
herinnert hij zich flauw, Esterhazy was hem
geheel onbekend.
Over Dreyfus' plannen vertelt de „Petit
Bleu" dat hij geen schadeloosstelling zal
vragen, wel herstel in zijn militairen rang.
Hij zal echter niet in het leger blijven. Me
vrouw Dreyfus van haar kant heeft den
vorst van Monaco bedankt voor zijn harte
lijk aanbodhet oogenblik is echter nog niet
gekomen om een zoo aangenaam vooruitzicht
te overwegen.
Inderdaad, men weet nog niet eens, wan
neer de krijgsraad bijeen zal komen.
Verschillende bladen zeggen dat do voor
zitter kolonel Jouausfc den 14en Juli gene
raal zal worden; kolonel Jourdy zal dan den
krijgsraad voorzitten.
Coppée dringt er in de „Gamlais" op aan
dab de generaals voor den krijgsraad alles zul
len zeggen, zelfs op gevaar van oorlog. Weet
het circus. Een uur later was een verrukt
publiek getunge van de volmaakte dressuur
van Casteili's schoolpaarden, en bewonderde
htm glanzende htud en hun prachtige pooten,
en een golf v genoegen stroomde van de
stalles naar dc cn van de loges naar de
galerij. Ook Castelli zelf had zijn aandeel in
de zoo ruim geboden bewondering. Zijn in
nemende glimlach, zijn elegante manieren,
zijn aangename houding waren een werkelijk
genoegen voor liet publiek, en toen hij in
de arena aan zijn paarden een stukje sinker
gaf en ze zoo vriendelijk toesprak, werd hem
een ware ovatie gebracht, en toen was zijn
verschijning nog aangenamer, nu een blos
van triomf zijn gelaat bedekte. Hij was toch
zoo vriendelijk, dacht het publiek. Haid het
vergeten dat er nog een ander schilderij was,
genaamd „Adhter de Schennen"
II.
Terugblik.
Leila Gumey had haar natte kleeren uit
gedaan en zich in een kamerjapon gestoken
en zat nu in een lagen stoel bij het raam van
haar slaapkamer. De namiddag was zeer
avontuurlijk en vermoedend geweest, en zij
wilde nu een poosje rustig blijven zitten en
nadeniken.
Vóór haar strekte zich de aardige lande
lijke tuin uit, vanwaar zoete geuren van ro
zen, leldes en lavendel, gedragen op het zo
merkoeltje, tot haar dóórdrongen. Elke bloem
bood haar schoor) heid en haar geur.
Gewoonlijk schonken die gaven van de
'kwistig© aarde haar het grootste genoegen,
maar nu lette zij er in 'b geheel niet op. Zij
dacht er over wat er wel zou gezegd zijn,
wanneer men haar lijk bij eb op d© kust had
gevonden. Zij' trachtte zich. voor te stellen
hoe haar vader die tijding zou hebben ont
vangen, en of hij er erg veel leed van zou ge
had hebben. Misschien, zou hij er eeni'g ver-
Coppée niet dat dit dreigement al lang geen
kracht meer heeft?
Gisteren iiebben Hofmeyr, Heiiioldt en
Fischer te Pretoria een onderhoud met presi
dent Kiüger en de Tiausvaalscbe ministers
gehad. De conferentie duuide den geheelen
dag. De uitslag is niet oificied bekend ge
maakt, doch men meent, dat Transvaal de
voorstellen tot hervormingen zou hebben
aangenomen, die gesteund werden door de
regeeiingen van Oranje Vrijstaat en de Kaap.
De voorstellen zouden morgen aan den Volks
raad worden voorgelegd. Men gelooft, dat
het resultaat van Hofinevr's zending geen
redelijken twijfel laat, of de vrede zal gehand
haafd blijven.
Bij de sluiting van den Vrijstaatschen
Volksraad, gistermorgen, zeide president
Steyn in zijn toespraak, dat de vooi standers
van den oorlog de pogingen sterk belemmeren
om tot een vreedzame oplossing der tegen
woordige moeilijkheden te komen. Indien een
vreedzame oplossing onmogelijk werd, zal
God de regeering en den Staat besehermen,
en hen in staat stellen getrouw te blijven
aan hun woord en plicht.
Stel daartegenover de mededeeling der
sPall Mall Gazette" dat de regeering de uit
zending van 40 A 50.000 man naar Zuid-
Afrika voorbereidt, voor geval de toestand
ernstiger mocht worden.
't Zal wel niet zoover komen.
Gemengde Mededeel Ingcn.
Keizer Wilhelm is met zijn jacht te Bergen
aangekomen en met de gewone saluutschoten
van het fort en de Duitsche en Fransche
schepen in de baai ontvangen.
Te Barcelona zijn Dinsdagavond weer
ongeregeldheden voorgekomen. Het volk viel
de kerk van de Santa-Matrona aan en later
de jezuïeten-school. De politie moest steun
ontvangen van de troepen om de menigte
uiteen te jagen. Een aantal personen werd
gewond. Verschillende theaters braken hun
voorstellingen af.
Ook op andere plaatsen komen wanorde
lijkheden voor.
In de provincie Navarre zyn vier balen
met wapens aangehouden, waarschijnlijk be
stemd voor de Garlisten.
Men herinnert zich zeker dat in Novem
ber 4897 de Braziliaansehe minister van oor
log gedood werd bij een aanslag op het leven
van den president der Republiek.
Thans zijn twee der daders, van wie één
kapitein is, tot dertig jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
In de afdeelingsvergaderingen van de Prov,
Staten van Zuid-Holland is o. a. besproken
de missive van Gedeputeerden, waarin tegen
het volgend jaar voorstellen zijn aangekon
digd tot wijziging van de reglementen voor
Schieiand en Delfland met betrekking tot de
driet van hebben gehad, wanneer hij hoorde
dat zij dood was. Toen dacht zij aan haar
broer Tom die lieve, trouw© Tom, die zoo
veel van haar hield! Zij kon zich voorstellen
hoe hij haar 's vaders brief zou lezen, die
hem liet ongeluk mededeelde, en hoe be
droefd hij zou zijn om de zuster die hij innig
lief had. Het was de eenige vreugde van haar
leven dat zij wist hoe zijn hart naar haar ver
langde.
Toen kwamen er ernstiger gedachten, en
zij leunde achterover in haar stoel en liet
li aar hoofd op liaar kleine liand lounen. Ver
ondersteld dat zij verdronken was, waar zou
zij dan nu geweest zijn Heb viel liaar moei
lijk zich voor te stellen 'hoe de grens tus-
solien loven en dood zou zijn. Zij" ikon zieli
geen idee vormen van de groote ruimte die
de ziel op haar laatst© vlucht doorsnelt. En
toch, hoe dicht was zij niet geweest bij dien
ontzagwekkendeu. sluier die deze wereld
scheidt van de gewesten over het graf. Zij
huiverde bij de gedachte aan de stilt© des
doods, aan haar jeugd en aan haar bijna ver
loren leven, met de eeuwigheid in al liaar
vaagheid en onbekendheid voor zich, wan
neer alle aardscihe hoop geëindigd was.
Zij was jong genoeg om nog niet naar de
reine en volmaakte hemelsche rust te verlan
gen. Zij had nog geen begeerte naar het land
waar alles blijdschap is en de moed© geen
zucfhb meer slaakt. Al was haar leven geweest
als een zeil in den storm, de zon der jeugd
had er menige straal van geluk op doen val
len, en zij verlangde niet te sterven. Hoe
dankbaar was zij dat de donkere wolk die
boven de toekomst had gehangen, weggetrok
ken was, dat haar het leven was gelaten
zij was t© jong om reeds te sterven.
(Wordt vervolgd
i