53"" Jaargang. Vrijdag 14 Juli 1899. No. 9984. 0IR0USSLAVEN, Kennisgeving. BUITENLAND. BINNENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat G§. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 centsiedere regel meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Xnierc. Telefoon STo. 123. dfe 'inrichtingen welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Schiedam, Gezien het verzoek lo. van 3. VAN GELDEREN, om vergunning tot oprichting van een slachtplaats in het pand aan de Broersvest no. 511, kadaster sectie B no. 163 2o. van J. J. VAN JEVEREN. om vergunning tot oprichting van een slachterij in een Joods achter zijne woning aan het Broersveld no. 85, kadaster sectie B no, 881 Gelet op de bepalingen der Hinderwet Doen te weten dat voormelde verzoeken met de bijlagen op de secretarie der gemeente zijn ter visie gelegd dat op Donderdag den 27sten Juli as., des middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toe staan van die verzoeken in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten an dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 13den Juli 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. Be Secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 13 Juli '99. Het schijnt dat de enqueue tegen Du Pa- ty de Clam een nieuwe phase intreedt. Ter wijl eenerzijds verzekerd wordt dat Du Pa ty's bewering, als zou hij alles op bevel hebben gedaan, waar is gebleken, deelt de „Fronde" mede dat zijn zaak nog lang niet afgeloopen is, maar integendeel eerst be gint, nu gebleken is dat zijn vrouw een der valsche brieven aan Picquart heeft geschre ven. Wanneer zijn vrouw aldus medeschul dig is aan het hem te laste gelegde, zal de burgerlijke rechtspraak de taak der mili taire. overnemen. Het onderzoek tegen generaal De Pel lieux daarentegen is afgeloopen. Generaal Duchesne heeft zijn rapport aan den minis ter van oorlog ter hand gesteld. De conclu sion van dat rapport zijn nog geheim. In afwachting van de bekendmaking daarvan, brengt de „Figaro" een interview met Christian Esterbazy ter kennis zijner lezers. De neef van den majoor is vaak de tusschenpersoon geweest tusschen generaal De Pellieux, Du Paty de Clam en Ester- hazy. Hij vertelt De Pellieux zelf den brief te hebben zien verbeteren waarin Esterba zy verzocht voor een raad van onderzoek te mogen, verschijnen; dat Du Paty de Clam hem verzekerd "had dat zijn neef nooit voor een krijgsraad zou verschijnen; vandaar de DOOR AMYIE REAiDE. 11) „O jé, of hij me vertrouwt! O, ik weet wel zoo een en ander, lieve hemel, ik weet zoo een en ander," en hij lachte dom. „Ik geloof ook wel dat je heel wat weet, Whanks," antwoordde zij vriendelijk, Zij trachtte onverschillig te schijnen, nu haar nieuwsgierigheid ten toppunt was ge klommen. „Dat zou ik wel denken, juffrouw Cleo. O jé, de haas is een leuke kerel," ging hij een beetje slaperig voort, „een leuke kerel. Nu gaat hij met deze, en dan weer met een andere, en ik heb mijn handen vol om bood schappen voor hem te doen." „Ik houd het er voor dat je wel verre boodschappen te doen hebt?" vroeg zij met goed gehuichelde onverschilligheid. „Ja, zoo nu en dan wel eens." Ofschoon zijn verstand wel eenigszins be neveld was, bezat hij toch nog genoeg zelf bedwang om eenigermate op zijn hoede te zijn. Cleo zag dat en vulde zijn glas weer. Nog een glas zou hem op de goede hoogte brengen. En zooals zij verwachtte, werd na een laatst, sterker glas whisky zijn tong ook losser. „Ja, ik moet de meeste dagen naar Sand- cliffe als de baas zelf niet gaat. Ten eerste moet er een hond vastgehouden worden en dan een paard, zoo'n. uur of twee, en dan weer een boek, of paarden en brieven en boodschappen." Hij zweeg na die lange re devoering, keek suf voor zich uit en was er moeite die, toen de publieke opinie dit toch bewerkte, is gedaan om Esterbazy te doen vrijspreken. Eindelijk vertelt neef Christian dat gene raal De Pellieux grof voor den mal is ge houden door Esterbazy met de gesluierde dame, die in werkelijkheid niet bestoud. De brieven, dier dame aan Esterbazy wa ren geschreven door Christian. Treurig, niet waar Een generale staf die zich zóó om den tuin laat leiden. De Pellieux heeft nu den minister ver zocht spoedig het resultaat der enquête van generaal Duchesne te publiceeren, om met Delpueck te kunnen duelleeren. De minis ter schijnt echter niet voornemens zich daaraan te storen, zoo min als aan de be geerten van anderen. Sommigen zouden bij voorbeeld graag gezien bebben dat generaal Brugère de opvolger werd van generaal Ja- mont, den opperbevelhebber van het Fran- sche leger. Anderen wilden dat generaal Julliard, die bij dagorder do loftrompet stak van. den om zijn onbehoorlijke taal ge straften kolonel De Saxcé, eveneens een dis- ciplmairen tik op den neus zou krijgen. Noch het een noch het ander gebeurt ech ter. Julliard heeft alleen den raad gekre gen, in 't vervolg voorzichtiger te zijn in de keus zijner woorden, en generaal Jamont blijft generalissimus. Steeds nader komt intusscben de d^g waarop de krijgsraad van Hennes zijn ar beid zal beginnen. Mr. Demange, die zich eerst de volgende week voorgoed te Rennes installeert, heeft lange gesprekken gehad met den voorzitter en den regceringscom- missaris. De laatste werkt geheel zelfstan dig. Een officieuse mededeelmg aan de bla den constateert dat de minister van oor log noch een zijner collega's zich in het pro ces zal mengen. De minister van oorlog heeft geen enkele instructie aan de regee- ringscommissaris gegeven of gevraagd; de ze heeft volkomen vrijheid van handelen, op eigen verantwoordelijkheid. Wel beproeven de anti-dreyfusards in vloed te oefenen. Zoo schrijft Rochefort in de „Intransigeant" „De rechters van den krijgsraad te Ren nes moeten zich doordringen van deze over tuiging, dat de vreeselijke slag dien zij gaan leveren tegen de buitenlandsche en binnen landse]? c vijanden van Frankrijk voor lien een roemvoller slag kan zijn dan ooit door een leger op het slagveld is geleverd." Ook Quesnay de Beaurepaire geeft het nog niet op. Aan alle bevoegde autoritei ten heeft hij nu het verzoek gericht om te Rennes gehoord te worden „tegen den per soon Dreyfus, Alfred"; hij wil bewijzen dat deze sedert niet minder dan tien jaar aan vreemde mogendheden geheime stuk ken heeft geleverd die de veiligheid van den Staat raken. Het ziet er op het oogenblik inderdaad bedroevend uit voor Transvaal. Het onweer dat reeds scheen weg te trekken, is op nieuw, en nog dreigender, komen opzetten angstig ziet men uit naar den eersten blik semstraal. De tijd der concessies is voorbij. De Zuid- Afrikaansche Republiek heeft haar laatste woord gesproken; verder wil zij niet gaan. zich volstrekt niet van bewust dat hij zijn meesters geheim verraden had. „Aan wien breng je die dingen, Whanks Ik denk aan den een of anderen heer met wien je meester bevriend is. Ik weet dat hij vrienden in den omtrek heeft." Het laatste deel van haar meening was maar een verzinselhet beantwoordde ech ter geheel aan haar bedoeling om den man te verlokken meer te zeggen. „O, wat zal ik u daarvan zeggener zijn. niet veel heeren m den omtrek; maar ik zal niet babbelen. Ik heb den baas beloofd dat ik het niet zou doen, en ik zal het niet doen." Hij stond op om heen. te gaan en steunde met zijn hand op de leuning van den stoel om rechtop te blijven. „Ik moet weg, juffrouw Cleo. Ik moet nog naar de paarden kijken. Als ik het geld van mijn tante maar had, dan keek ik nooit meer naar een paard om." Cleo glimlachte. Zij had alle inlichtingen gekregen die zij verlangde, en zij drong niet bij hem aan om te blijvenhet was immers het beste dat hij zoo spoedig en zoo helder mogelijk uit haar kamer ging. Gedeeltelijk tevreden gesteld door haar gesprek met Whanks, was er toch nog veel meer dat zij moest uitvinden, en zij besloot zelf naar Sandcliffe te gaan om te zien of zij op eigen gelegenheid iets kon ontdek ken. Dientengevolge ging zij den volgenden dag met de ochtend-diligence mede en, na een verfrissching gebruikt te hebben in de herberg, ging zij het dorp in. Toen zij voor bij een klein winkeltje kwam, zag zij een visscher aan de deur staan met een mand vol versehe garnalen. In „Ons Land" brengen Hofmeyr en Herlioldt verslag uit over hun zending naar Pretoria, waarvan het succes duidelijk blijkt uit een vergelijking der aanvankelij ke voorstellen van president Kruger met de nieuwe. Ernstig klinkt hun meaning dat de Boeren liun land niet zullen prijs geven of voorwaarden aannemen die dat effect zouden hebben. Liever willen zij lijf en goed wagen m een zij het ook liopeloozen strijd. De Afrikaanders in de Kaapkolonie heb ben evenmin zonnige verwachtingen van een oorlog met Engeland. Moreel blijven zij echter de zaak der Boeren steunen, en ook de lvaapsche regee ring schijnt tevreden met de nieuwe voor stellen van Kruger. Zelfs verwacht men dat zij een votum van het parlement in dien zin zal trachten te verkrijgen. Evenwel, de oorlogspartij in. Engeland blijft aan het werk. In de bladen wordt Chamberlain's ontwijkende verklaring in het Lagerhuis in dien zin uitgelegd, dat de minister de voorstellen van Transvaal nog steeds onvoldoende acht. En de jingo's zijn het natuurlijk daarmee eens. De oorlogstoerustingen duren voort. De permanente staf van de bereden infanterie te Aldershot heeft bevel gekregen zich ge reed te houden om naar Zuid-Afrika te vertrekken. Intussclien begint men zich in Frankrijk meer en meer met het conflict bezig te hou den. Reeds is het denkbeeld geopperd van een gemeenschappelijke actie van Frank rijk en Duitschland ten einde een conflict te voorkomen. De „Köln. Ztg." meent ech ter dat er voor Duitschland geen reden be staat om tusschenbeide te komen. Gemengde Bedcdecllngcn. Groote verbazing wekt het in Frankrijk dat de jaarlijksche lijst van gedecoreerden ter gelegenheid van den ióden Juli ook den naam van majoor Lauth noemt, die zulk een zonderlinge ro! heeft gespeeld in de zaak- Dreyfus. 'tls inderdaad nogal gek. Andié Lebon, dé oud-minister van kolo niën, deelt in de bladen mede dat hij, na officieel beticht te hebben ontvangen vaneen poging van Dreyfus om te ontvluchten, de palissadeering om diens hut heeft laten bou wen. Terwijl die palissadeering werd ge maakt, is Dreyfus voor securiteit in de boeien geslagen. In antwoord op een bewering der sRépu- blique franpaise", het orgaan van Méline, ontkent Scheui er-Ivestner dezen ooit een gunstige behandeling van Dreyfus te heb ben verzocht. Hij had alleen om een onder zoek gevraagd. De senator zegt dat hij nooit de zaak openbaar zou hebben gemaakt, in dien de regeering haar plicht had gedaan. Een New-Yorksch blad heeft Zola gevraagd een verslag te leveren van het proces voor den krijgsraad te Rennes. Zola moet geantwoord hebbenVoor geen tien millioen dollars". Gisteren liep ter Parijsche beurs het ge- „Gc-eden morgen," zeide zij vriendelijk, en de man keek verbaasd op, toen hij zulk een mooie vroujy in hei afgelegen dorpje zag. Haar kleeding was zeer elegant; zij moest dus wel voornaam zijn, dacht hij, en hij tikte eerbiedig tegen zijn hoed en ant woordde „Goeden morgen, mevrouw; mooi weer tje hebben we vandaag." „Prachtig," gaf zij toe, „en dit plaatsje ziet er zoo lief uit, dat ik niet begrijp waar om het niet door meer menschen bezocht wordt." „Is u hier gelogeerd, mevrouw?" vroeg de man belangstellend. „Ongelukkig niet. Ik ben vanmorgen juist met de diligence gekomen om eens een kijkje te nemen. I1-. ben te Bayhaven gelo geerd. Jullie krijgt hier niet dikwijls bezoe kers, wel 1" zeide zij op onverschilligen toon. „Niet dikwijls, mevrouw; dat voordeel missen we, omdat we niet aan 't spoor lig gen. De menschen houden, er niet van om met de diligence te komen. Heb is te lastig met kinderen en bagage. Neen, er is hier niet veel te doen voordat; we aan 't spoor liggen. Ze hebben er wel heel lang over ge praat, maar daar is 't ook mee uit. Laat eens kijken,' voegde de man er bij, zijn hoed afnemend en dien weer aarzelend op zettend, „wij hebben hier net één logeer gast, ja één, een jong meisje dat in Green. Cottage's logeert een heel mooi ding is het een heele dame, zeggen ze. Ik breng er bijna alle dagen garnalen." „Nu, ik hoop dat jullie hier spoedig het spoor zult krijgendan zal er wel veel volk komen." Met die woorden stopte zij den man een shilling in de hand. rucht dat Dórouiède en Habert, op grond van het rapport van Blanc, in hechtenis waren genomen, 't Gerucht is onwaar gebleken. De nieuwe Beiersche Landdag zal bestaan uit 80 clericalen tegen vroeger 74, 50 libe ralen tegen vroeger 65, 14 socialisten tegen 5 vroeger. Verder wat Boerenboiiders, leden van den Bund der Landwirte, consei vatieven en democraten. In Servië is de preventieve censuur inge steld voor de dagbladen. Milan heeft alle gevangenen in de boeien laten slaan. Een der gevangenen, kolonel Wladimir Nikofiiscli, moet werkelijk in den aanslag betrokken zijn. Hij behooit echter niet tot de radicale partij. De Grieksche ministers van ooi log en marine vragen aan de Kamer machtiging om aan twee buitenlandsche officieren de reor ganisatie der Grieksche strijdmachten op te dragen. Te Lorenpo Marquez is ook de Britsche kruiser Tartar aangekomen. De kanon neerboot Thrush is op weg daarheen bij kaap Delgado op de kust geloopen en keert naar Kaapstad terug. Rijksmiddelen. Overzicht van de opbrengst der middelen (hoofdsom en opcenten) over Juni 1899, in vergelijking gebracht met de opbrengst over hetzelfde tijdvak van 1898, door het departement van financiën openbaar gemaakt. 1899 1898 Directe belast.f 2.952.831,435 f 3.738.060,56s Rechten op d.inv. - 675.715,81 - 632.724,49 Accijnzen- 4.203.390,22s - 4.051.441,88s Waarb. en bel.d. goud. en zilv. w. - 24.466,24' - 25.881,18 Indir. belast.- 1.909.947,08 - 1.738.467,38 Domeinen- 119.361,67s - 111.185,18s Posterijen 748.457,34 - 785.634,10s Rijkstclegrafen- 171.882,59 - 138.686,55 Staatsloterij- 164.204,18 - 168.263,32s Akt. jacht en viss. - 32.431,50 - 30 336,00 Loodsgelden- 173.100,83 - 171.938,41 Totaal.... f 11.175,788.91 f 11.592.599,07 G/12 der raming is f62.498.547,50. Op brengst over de zes eerste maanden van 1899 f60.504.046,22 tegen f58.557.182,22 in 1898. Vredesconferentie. In het ontwerp der overeenkomst betref fende de arbitrage, zooals dit Vrijdag jl. werd aangenomen zijn nog verschillende wij zigingen voorgesteld; meerendeels van re- dactioneelen aard. De commissie van redactie vergadert he den en zoo noodig ook nog verder deze week, ten einde de definitieve redactie voor Maandag in handen van alle gedelegeerden te kunnen stellen. Sij verheid. De tweede zitting der Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering van Nijver heid werd gisteren te Kampen door den voorzitter J. F. TV. Conrad geopend. Mr. J. Nanninga Uitterdijk van Kampen hield een voordracht over ontginning van woeste gronden, waarbij hij met instem- Hij dankte haar nederig en zij keerde zich om en wilde weggaan, maar plotseling vroeg zij nonchalant „Waar is dat, Green Cottages? Ver hier vandaan?" „Dat ligt daar, mevrouw. Dat witte huis daar op de helling van den heuvel. Het mooiste huis van Sandcliffe, zou ik den ken." „Dank je. Goeden dag." De man keek hoe zij den heuvel opging, en toen ging hij naar het kamertje achter den winkel en vertelde zijn vrouw het groo te nieuws. „Zij was voornaam genoeg gekleed, Ma- rie-An," zei hij, „maar ik kan 't niet hel pen, ik dacht zoo bij mezelf dat ze iemand of iets zocht, 't Kan zijn dat ik 't mis heb, maar ik geloof dat ik 't bij 't rechte eind heb. Ik ben er benieuwd naar of ze iets uit heeft te staan met dat jonge meisje van Green Cottages. Daar is bepaald wat aan de hand." Baar zijn getrouwe wederhelft hem niet wijzer kon maken, ging hij met zijn garna len op weg en vertelde de geschiedenis van de dame aan alle huizen waar hij aan klopte. Cleo daalde langs een nauw pad af dat in de rotsen was uitgehouwen zij ging zien of er iemand op het strand was in de buurt der Cottages. Eenigen tijd liep zij voort, toen een paard in de verte haar aandacht trok. Zij bleef plotseling staan en, haar eene hand boven haar oogen leggend om ze tegen het schelle licht te beschutten, keek zij scherp voor zich uit. „Dat is Snelvoet," zeide zij hij zich zelf, „en de man die er op zit, isniemand an ders dan Cagtelli. Hij is hetj daar ben ik ming der vergadering aandrong dat onze gevangenen voor exploitatie der woeste gronden van den Staat zullen worden ge bruikt. Do begrooting voor 1900 met een cijfer in ontvangsten en uitgaven van f 10,250 en de rekening van 1898, aanwijzende eon na- deelig saldo van f 666, werden goedgekeurd. In de vacaturen van directeuren der hee ren jlir. F. Backer, Breda, H. A. van Beu- ningen, Utrecht, en TV. J. Brender a Bran- dis, Haarlem, wordt voorzien door de ver kiezing der heeren dr. A. Pekelharing, Gro ningen, D. van Lookeren Campagne, Al- meloo, en A. van Rossum, Haarlem. Tot voorzitter van directeuren wordt bij accla matie de heer J. F. TV. Conrad herkozen. Do algemeens secretaris, de heer F. W. van Eden, wordt onder langdurige en har telijke huldebetuigingen tot eerelid be noemd. Na de pauze verleende de voorzitter da delijk het woord aan den heer A. van Ros sum, dio op verzoek der vergadering met den heer Van Lookeren Campagne, een adres liad opgesteld, te richten aan de Tweede Kamer in zake het wetsontwerp: Ongevallenwet. Het ontwerp van heide heeren luidt:' De Vergadering noodigt directeuren uit, zich in zake het wetsontwerp-Ongevallen wet te richten tot de Tweede Kamer met een adres waarvan de grondslagen zijn als volgt lo. de uitbreiding van de sCaatszorg tot het in art. 1 van het wetsontwerp voorge- schrevene ontmoet geen tegenstand bij de departementen. 2o. de verzekering tegen de geldelijke ge volgen van ongelukken moet zich uitbrei den over alle werklieden in Nederland. Er is geen enkele reden, waarom de grootste der Nederlandsche bedrijven, de landbouw en de veeteelt, zouden vrijgesteld worden 3o. de staatszorg behoort zich niet verder uit te strekkeu dau tot een afdoende con trole omtrent de wijze waarop door de werkgevers voor schadeloosstellingen op den voet als in bedoeld wetsontwerj) aange geven, duurzaam, wordt gezorgd. Alleeu bij een dergelijke regeling, zou er grond zijn om te verwachten, dat de bestaande verze keringsorganisaties der groote werkgevers, welke voorzien in de gevolgen van ongeluk ken die zich over hoogstens 21 dagen uit strekken, beliouden blijven; 4o. het principe van de Rijksverzekerings bank in het wetsontwerp bedoeld, wordt door de vergadering afgekeurd, als zijnde te kostbaar en onnoodig vooral voor groote bedrijven. De vergadering is van meening dat ook voor kleinere bedrijven een Rijks verzekeringsbank veel te duur zal worden 5o. het amendement-Kuyper wordt in zooverre een verbetering geacht als daarin door splitsing in beroepsvereenigingen, meer zekerheid verkregen wordt dat de gevaars- premiën minder theoretisch geklasseerd worden. Het verband van deze beroepsver eenigingen met de Rijksverzekeringsbank is echter zoo weinig gedéfinieerd dat niet kan worden nagegaan of in dit stelsel de bezwaren tegen die Rijksverzekeringsbank worden weggenomen. Na eenige discussie werd op voorstel van den heer Ch. TV. Vermeys, Zieriksee, beslo- zeker van," overtuigde zij zich zelf. „Nu wil ik toch op behoorlijken afstand die klucht wel eens zien." Zij keerde op haar schreden terug en be reikte zoo den grooten weg. Hij mocht haar niet zien, wat er ook gebeurde. Van den weg kon zij hem gadeslaan zonder zelf ge zien te worden. Zij ging zitten en wachtte. Zij hoorde het paard galoppeeren over het strand beneden. Zij hoorde Castelli's stem die het dier tot spoed aanzette. Toen zij voorbij waren, stond zij haastig op om er zeker van te zijn dat hij het was. Eén. blik was voldoende om haar te overtuigen, dat haar vermoeden gegrond was. Een oogenblik voelde zij neiging om hem met luider stem te roepen, maar zij hield zich in. Zij wilde niet voorbarig of onbezon nen handelen, maar haar tijd afwachten. Zij ging daarop naar de Cottages en, toen zij er dicht bij was gekomen, zag zij een slank meisje, dat er lief uitzag, van den tegenovergestelden kant komen. Er viel niet te twijfelen of dit was het meisje, dat van haar afspraakje met Castelli kwam. Vermoedelijk was er een ander pad tus schen de rotsen, waarlangs zij den weg had bereikt. Toen Cleo haar voorhij ging, zag zij hoe mooi het meisje was met haar eenvoudig, rose katoenen japonnetje, getooid met wat witte rozen aan den hals en de taille. Zij wist nu waar iederen avond de bloemen voor Castelli vandaan kwamen. Onder één arm droeg zij een hondje; de zilveren bel letjes om zijn hals rinkelden toen zij voor bij ging; zij was er zeker van dat het de zelfde hond was die bij Castelli bij den poot van de tafel had gelegen. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1