53"" Jaargang.
Vrijdag 14 Juli 1899.
No. 9984.
0IR0USSLAVEN,
Kennisgeving.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat G§.
Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 centsiedere regel
meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Xnierc. Telefoon STo. 123.
dfe
'inrichtingen welke gevaar, schade
ol hinder kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Schiedam,
Gezien het verzoek
lo. van 3. VAN GELDEREN, om vergunning
tot oprichting van een slachtplaats in het
pand aan de Broersvest no. 511, kadaster sectie
B no. 163
2o. van J. J. VAN JEVEREN. om vergunning
tot oprichting van een slachterij in een
Joods achter zijne woning aan het Broersveld
no. 85, kadaster sectie B no, 881
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten
dat voormelde verzoeken met de bijlagen op
de secretarie der gemeente zijn ter visie gelegd
dat op Donderdag den 27sten Juli as., des
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid
zal worden gegeven om bezwaren tegen het toe
staan van die verzoeken in te brengen en die
mondeling of schriftelijk toe te lichten an
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip
hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente,
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 13den Juli 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Be Secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 13 Juli '99.
Het schijnt dat de enqueue tegen Du Pa-
ty de Clam een nieuwe phase intreedt. Ter
wijl eenerzijds verzekerd wordt dat Du Pa
ty's bewering, als zou hij alles op bevel
hebben gedaan, waar is gebleken, deelt de
„Fronde" mede dat zijn zaak nog lang niet
afgeloopen is, maar integendeel eerst be
gint, nu gebleken is dat zijn vrouw een der
valsche brieven aan Picquart heeft geschre
ven. Wanneer zijn vrouw aldus medeschul
dig is aan het hem te laste gelegde, zal de
burgerlijke rechtspraak de taak der mili
taire. overnemen.
Het onderzoek tegen generaal De Pel
lieux daarentegen is afgeloopen. Generaal
Duchesne heeft zijn rapport aan den minis
ter van oorlog ter hand gesteld. De conclu
sion van dat rapport zijn nog geheim.
In afwachting van de bekendmaking
daarvan, brengt de „Figaro" een interview
met Christian Esterbazy ter kennis zijner
lezers. De neef van den majoor is vaak de
tusschenpersoon geweest tusschen generaal
De Pellieux, Du Paty de Clam en Ester-
hazy. Hij vertelt De Pellieux zelf den brief
te hebben zien verbeteren waarin Esterba
zy verzocht voor een raad van onderzoek te
mogen, verschijnen; dat Du Paty de Clam
hem verzekerd "had dat zijn neef nooit voor
een krijgsraad zou verschijnen; vandaar de
DOOR
AMYIE REAiDE.
11)
„O jé, of hij me vertrouwt! O, ik weet
wel zoo een en ander, lieve hemel, ik weet
zoo een en ander," en hij lachte dom.
„Ik geloof ook wel dat je heel wat weet,
Whanks," antwoordde zij vriendelijk,
Zij trachtte onverschillig te schijnen, nu
haar nieuwsgierigheid ten toppunt was ge
klommen.
„Dat zou ik wel denken, juffrouw Cleo.
O jé, de haas is een leuke kerel," ging hij
een beetje slaperig voort, „een leuke kerel.
Nu gaat hij met deze, en dan weer met een
andere, en ik heb mijn handen vol om bood
schappen voor hem te doen."
„Ik houd het er voor dat je wel verre
boodschappen te doen hebt?" vroeg zij met
goed gehuichelde onverschilligheid.
„Ja, zoo nu en dan wel eens."
Ofschoon zijn verstand wel eenigszins be
neveld was, bezat hij toch nog genoeg zelf
bedwang om eenigermate op zijn hoede te
zijn.
Cleo zag dat en vulde zijn glas weer.
Nog een glas zou hem op de goede hoogte
brengen. En zooals zij verwachtte, werd na
een laatst, sterker glas whisky zijn tong ook
losser.
„Ja, ik moet de meeste dagen naar Sand-
cliffe als de baas zelf niet gaat. Ten eerste
moet er een hond vastgehouden worden en
dan een paard, zoo'n. uur of twee, en dan
weer een boek, of paarden en brieven en
boodschappen." Hij zweeg na die lange re
devoering, keek suf voor zich uit en was er
moeite die, toen de publieke opinie dit toch
bewerkte, is gedaan om Esterbazy te doen
vrijspreken.
Eindelijk vertelt neef Christian dat gene
raal De Pellieux grof voor den mal is ge
houden door Esterbazy met de gesluierde
dame, die in werkelijkheid niet bestoud.
De brieven, dier dame aan Esterbazy wa
ren geschreven door Christian.
Treurig, niet waar Een generale staf die
zich zóó om den tuin laat leiden.
De Pellieux heeft nu den minister ver
zocht spoedig het resultaat der enquête van
generaal Duchesne te publiceeren, om met
Delpueck te kunnen duelleeren. De minis
ter schijnt echter niet voornemens zich
daaraan te storen, zoo min als aan de be
geerten van anderen. Sommigen zouden bij
voorbeeld graag gezien bebben dat generaal
Brugère de opvolger werd van generaal Ja-
mont, den opperbevelhebber van het Fran-
sche leger. Anderen wilden dat generaal
Julliard, die bij dagorder do loftrompet
stak van. den om zijn onbehoorlijke taal ge
straften kolonel De Saxcé, eveneens een dis-
ciplmairen tik op den neus zou krijgen.
Noch het een noch het ander gebeurt ech
ter. Julliard heeft alleen den raad gekre
gen, in 't vervolg voorzichtiger te zijn in
de keus zijner woorden, en generaal Jamont
blijft generalissimus.
Steeds nader komt intusscben de d^g
waarop de krijgsraad van Hennes zijn ar
beid zal beginnen. Mr. Demange, die zich
eerst de volgende week voorgoed te Rennes
installeert, heeft lange gesprekken gehad
met den voorzitter en den regceringscom-
missaris. De laatste werkt geheel zelfstan
dig. Een officieuse mededeelmg aan de bla
den constateert dat de minister van oor
log noch een zijner collega's zich in het pro
ces zal mengen. De minister van oorlog
heeft geen enkele instructie aan de regee-
ringscommissaris gegeven of gevraagd; de
ze heeft volkomen vrijheid van handelen,
op eigen verantwoordelijkheid.
Wel beproeven de anti-dreyfusards in
vloed te oefenen. Zoo schrijft Rochefort in
de „Intransigeant"
„De rechters van den krijgsraad te Ren
nes moeten zich doordringen van deze over
tuiging, dat de vreeselijke slag dien zij gaan
leveren tegen de buitenlandsche en binnen
landse]? c vijanden van Frankrijk voor lien
een roemvoller slag kan zijn dan ooit door
een leger op het slagveld is geleverd."
Ook Quesnay de Beaurepaire geeft het
nog niet op. Aan alle bevoegde autoritei
ten heeft hij nu het verzoek gericht om te
Rennes gehoord te worden „tegen den per
soon Dreyfus, Alfred"; hij wil bewijzen
dat deze sedert niet minder dan tien jaar
aan vreemde mogendheden geheime stuk
ken heeft geleverd die de veiligheid van
den Staat raken.
Het ziet er op het oogenblik inderdaad
bedroevend uit voor Transvaal. Het onweer
dat reeds scheen weg te trekken, is op
nieuw, en nog dreigender, komen opzetten
angstig ziet men uit naar den eersten blik
semstraal.
De tijd der concessies is voorbij. De Zuid-
Afrikaansche Republiek heeft haar laatste
woord gesproken; verder wil zij niet gaan.
zich volstrekt niet van bewust dat hij zijn
meesters geheim verraden had.
„Aan wien breng je die dingen, Whanks
Ik denk aan den een of anderen heer met
wien je meester bevriend is. Ik weet dat
hij vrienden in den omtrek heeft."
Het laatste deel van haar meening was
maar een verzinselhet beantwoordde ech
ter geheel aan haar bedoeling om den man
te verlokken meer te zeggen.
„O, wat zal ik u daarvan zeggener zijn.
niet veel heeren m den omtrek; maar ik
zal niet babbelen. Ik heb den baas beloofd
dat ik het niet zou doen, en ik zal het niet
doen."
Hij stond op om heen. te gaan en steunde
met zijn hand op de leuning van den stoel
om rechtop te blijven.
„Ik moet weg, juffrouw Cleo. Ik moet
nog naar de paarden kijken. Als ik het geld
van mijn tante maar had, dan keek ik nooit
meer naar een paard om."
Cleo glimlachte. Zij had alle inlichtingen
gekregen die zij verlangde, en zij drong niet
bij hem aan om te blijvenhet was immers
het beste dat hij zoo spoedig en zoo helder
mogelijk uit haar kamer ging.
Gedeeltelijk tevreden gesteld door haar
gesprek met Whanks, was er toch nog veel
meer dat zij moest uitvinden, en zij besloot
zelf naar Sandcliffe te gaan om te zien of
zij op eigen gelegenheid iets kon ontdek
ken.
Dientengevolge ging zij den volgenden
dag met de ochtend-diligence mede en, na
een verfrissching gebruikt te hebben in de
herberg, ging zij het dorp in. Toen zij voor
bij een klein winkeltje kwam, zag zij een
visscher aan de deur staan met een mand
vol versehe garnalen.
In „Ons Land" brengen Hofmeyr en
Herlioldt verslag uit over hun zending naar
Pretoria, waarvan het succes duidelijk
blijkt uit een vergelijking der aanvankelij
ke voorstellen van president Kruger met
de nieuwe. Ernstig klinkt hun meaning dat
de Boeren liun land niet zullen prijs geven
of voorwaarden aannemen die dat effect
zouden hebben. Liever willen zij lijf en
goed wagen m een zij het ook liopeloozen
strijd.
De Afrikaanders in de Kaapkolonie heb
ben evenmin zonnige verwachtingen van
een oorlog met Engeland.
Moreel blijven zij echter de zaak der
Boeren steunen, en ook de lvaapsche regee
ring schijnt tevreden met de nieuwe voor
stellen van Kruger. Zelfs verwacht men dat
zij een votum van het parlement in dien
zin zal trachten te verkrijgen.
Evenwel, de oorlogspartij in. Engeland
blijft aan het werk. In de bladen wordt
Chamberlain's ontwijkende verklaring in
het Lagerhuis in dien zin uitgelegd, dat de
minister de voorstellen van Transvaal nog
steeds onvoldoende acht. En de jingo's zijn
het natuurlijk daarmee eens.
De oorlogstoerustingen duren voort. De
permanente staf van de bereden infanterie
te Aldershot heeft bevel gekregen zich ge
reed te houden om naar Zuid-Afrika te
vertrekken.
Intussclien begint men zich in Frankrijk
meer en meer met het conflict bezig te hou
den. Reeds is het denkbeeld geopperd van
een gemeenschappelijke actie van Frank
rijk en Duitschland ten einde een conflict
te voorkomen. De „Köln. Ztg." meent ech
ter dat er voor Duitschland geen reden be
staat om tusschenbeide te komen.
Gemengde Bedcdecllngcn.
Groote verbazing wekt het in Frankrijk
dat de jaarlijksche lijst van gedecoreerden
ter gelegenheid van den ióden Juli ook den
naam van majoor Lauth noemt, die zulk
een zonderlinge ro! heeft gespeeld in de zaak-
Dreyfus.
'tls inderdaad nogal gek.
Andié Lebon, dé oud-minister van kolo
niën, deelt in de bladen mede dat hij, na
officieel beticht te hebben ontvangen vaneen
poging van Dreyfus om te ontvluchten, de
palissadeering om diens hut heeft laten bou
wen. Terwijl die palissadeering werd ge
maakt, is Dreyfus voor securiteit in de boeien
geslagen.
In antwoord op een bewering der sRépu-
blique franpaise", het orgaan van Méline,
ontkent Scheui er-Ivestner dezen ooit een
gunstige behandeling van Dreyfus te heb
ben verzocht. Hij had alleen om een onder
zoek gevraagd. De senator zegt dat hij nooit
de zaak openbaar zou hebben gemaakt, in
dien de regeering haar plicht had gedaan.
Een New-Yorksch blad heeft Zola gevraagd
een verslag te leveren van het proces voor
den krijgsraad te Rennes.
Zola moet geantwoord hebbenVoor geen
tien millioen dollars".
Gisteren liep ter Parijsche beurs het ge-
„Gc-eden morgen," zeide zij vriendelijk,
en de man keek verbaasd op, toen hij zulk
een mooie vroujy in hei afgelegen dorpje
zag. Haar kleeding was zeer elegant; zij
moest dus wel voornaam zijn, dacht hij, en
hij tikte eerbiedig tegen zijn hoed en ant
woordde
„Goeden morgen, mevrouw; mooi weer
tje hebben we vandaag."
„Prachtig," gaf zij toe, „en dit plaatsje
ziet er zoo lief uit, dat ik niet begrijp waar
om het niet door meer menschen bezocht
wordt."
„Is u hier gelogeerd, mevrouw?" vroeg
de man belangstellend.
„Ongelukkig niet. Ik ben vanmorgen
juist met de diligence gekomen om eens een
kijkje te nemen. I1-. ben te Bayhaven gelo
geerd. Jullie krijgt hier niet dikwijls bezoe
kers, wel 1" zeide zij op onverschilligen toon.
„Niet dikwijls, mevrouw; dat voordeel
missen we, omdat we niet aan 't spoor lig
gen. De menschen houden, er niet van om
met de diligence te komen. Heb is te lastig
met kinderen en bagage. Neen, er is hier
niet veel te doen voordat; we aan 't spoor
liggen. Ze hebben er wel heel lang over ge
praat, maar daar is 't ook mee uit. Laat
eens kijken,' voegde de man er bij, zijn
hoed afnemend en dien weer aarzelend op
zettend, „wij hebben hier net één logeer
gast, ja één, een jong meisje dat in Green.
Cottage's logeert een heel mooi ding is
het een heele dame, zeggen ze. Ik breng
er bijna alle dagen garnalen."
„Nu, ik hoop dat jullie hier spoedig het
spoor zult krijgendan zal er wel veel volk
komen."
Met die woorden stopte zij den man een
shilling in de hand.
rucht dat Dórouiède en Habert, op grond van
het rapport van Blanc, in hechtenis waren
genomen, 't Gerucht is onwaar gebleken.
De nieuwe Beiersche Landdag zal bestaan
uit 80 clericalen tegen vroeger 74, 50 libe
ralen tegen vroeger 65, 14 socialisten tegen
5 vroeger. Verder wat Boerenboiiders, leden
van den Bund der Landwirte, consei vatieven
en democraten.
In Servië is de preventieve censuur inge
steld voor de dagbladen.
Milan heeft alle gevangenen in de boeien
laten slaan. Een der gevangenen, kolonel
Wladimir Nikofiiscli, moet werkelijk in den
aanslag betrokken zijn. Hij behooit echter
niet tot de radicale partij.
De Grieksche ministers van ooi log en
marine vragen aan de Kamer machtiging om
aan twee buitenlandsche officieren de reor
ganisatie der Grieksche strijdmachten op te
dragen.
Te Lorenpo Marquez is ook de Britsche
kruiser Tartar aangekomen. De kanon
neerboot Thrush is op weg daarheen bij
kaap Delgado op de kust geloopen en keert
naar Kaapstad terug.
Rijksmiddelen.
Overzicht van de opbrengst der middelen
(hoofdsom en opcenten) over Juni 1899,
in vergelijking gebracht met de opbrengst
over hetzelfde tijdvak van 1898, door het
departement van financiën openbaar gemaakt.
1899 1898
Directe belast.f 2.952.831,435 f 3.738.060,56s
Rechten op d.inv. - 675.715,81 - 632.724,49
Accijnzen- 4.203.390,22s - 4.051.441,88s
Waarb. en bel.d.
goud. en zilv. w. - 24.466,24' - 25.881,18
Indir. belast.- 1.909.947,08 - 1.738.467,38
Domeinen- 119.361,67s - 111.185,18s
Posterijen 748.457,34 - 785.634,10s
Rijkstclegrafen- 171.882,59 - 138.686,55
Staatsloterij- 164.204,18 - 168.263,32s
Akt. jacht en viss. - 32.431,50 - 30 336,00
Loodsgelden- 173.100,83 - 171.938,41
Totaal.... f 11.175,788.91 f 11.592.599,07
G/12 der raming is f62.498.547,50. Op
brengst over de zes eerste maanden van 1899
f60.504.046,22 tegen f58.557.182,22 in 1898.
Vredesconferentie.
In het ontwerp der overeenkomst betref
fende de arbitrage, zooals dit Vrijdag jl.
werd aangenomen zijn nog verschillende wij
zigingen voorgesteld; meerendeels van re-
dactioneelen aard.
De commissie van redactie vergadert he
den en zoo noodig ook nog verder deze
week, ten einde de definitieve redactie voor
Maandag in handen van alle gedelegeerden
te kunnen stellen.
Sij verheid.
De tweede zitting der Nederlandsche
Maatschappij tot Bevordering van Nijver
heid werd gisteren te Kampen door den
voorzitter J. F. TV. Conrad geopend.
Mr. J. Nanninga Uitterdijk van Kampen
hield een voordracht over ontginning van
woeste gronden, waarbij hij met instem-
Hij dankte haar nederig en zij keerde
zich om en wilde weggaan, maar plotseling
vroeg zij nonchalant
„Waar is dat, Green Cottages? Ver hier
vandaan?"
„Dat ligt daar, mevrouw. Dat witte huis
daar op de helling van den heuvel. Het
mooiste huis van Sandcliffe, zou ik den
ken."
„Dank je. Goeden dag."
De man keek hoe zij den heuvel opging,
en toen ging hij naar het kamertje achter
den winkel en vertelde zijn vrouw het groo
te nieuws.
„Zij was voornaam genoeg gekleed, Ma-
rie-An," zei hij, „maar ik kan 't niet hel
pen, ik dacht zoo bij mezelf dat ze iemand
of iets zocht, 't Kan zijn dat ik 't mis heb,
maar ik geloof dat ik 't bij 't rechte eind
heb. Ik ben er benieuwd naar of ze iets uit
heeft te staan met dat jonge meisje van
Green Cottages. Daar is bepaald wat aan
de hand."
Baar zijn getrouwe wederhelft hem niet
wijzer kon maken, ging hij met zijn garna
len op weg en vertelde de geschiedenis van
de dame aan alle huizen waar hij aan
klopte.
Cleo daalde langs een nauw pad af dat
in de rotsen was uitgehouwen zij ging zien
of er iemand op het strand was in de buurt
der Cottages. Eenigen tijd liep zij voort,
toen een paard in de verte haar aandacht
trok. Zij bleef plotseling staan en, haar
eene hand boven haar oogen leggend om ze
tegen het schelle licht te beschutten, keek
zij scherp voor zich uit.
„Dat is Snelvoet," zeide zij hij zich zelf,
„en de man die er op zit, isniemand an
ders dan Cagtelli. Hij is hetj daar ben ik
ming der vergadering aandrong dat onze
gevangenen voor exploitatie der woeste
gronden van den Staat zullen worden ge
bruikt.
Do begrooting voor 1900 met een cijfer
in ontvangsten en uitgaven van f 10,250 en
de rekening van 1898, aanwijzende eon na-
deelig saldo van f 666, werden goedgekeurd.
In de vacaturen van directeuren der hee
ren jlir. F. Backer, Breda, H. A. van Beu-
ningen, Utrecht, en TV. J. Brender a Bran-
dis, Haarlem, wordt voorzien door de ver
kiezing der heeren dr. A. Pekelharing, Gro
ningen, D. van Lookeren Campagne, Al-
meloo, en A. van Rossum, Haarlem. Tot
voorzitter van directeuren wordt bij accla
matie de heer J. F. TV. Conrad herkozen.
Do algemeens secretaris, de heer F. W.
van Eden, wordt onder langdurige en har
telijke huldebetuigingen tot eerelid be
noemd.
Na de pauze verleende de voorzitter da
delijk het woord aan den heer A. van Ros
sum, dio op verzoek der vergadering met
den heer Van Lookeren Campagne, een
adres liad opgesteld, te richten aan de
Tweede Kamer in zake het wetsontwerp:
Ongevallenwet.
Het ontwerp van heide heeren luidt:'
De Vergadering noodigt directeuren uit,
zich in zake het wetsontwerp-Ongevallen
wet te richten tot de Tweede Kamer met
een adres waarvan de grondslagen zijn als
volgt
lo. de uitbreiding van de sCaatszorg tot
het in art. 1 van het wetsontwerp voorge-
schrevene ontmoet geen tegenstand bij de
departementen.
2o. de verzekering tegen de geldelijke ge
volgen van ongelukken moet zich uitbrei
den over alle werklieden in Nederland. Er
is geen enkele reden, waarom de grootste
der Nederlandsche bedrijven, de landbouw
en de veeteelt, zouden vrijgesteld worden
3o. de staatszorg behoort zich niet verder
uit te strekkeu dau tot een afdoende con
trole omtrent de wijze waarop door de
werkgevers voor schadeloosstellingen op
den voet als in bedoeld wetsontwerj) aange
geven, duurzaam, wordt gezorgd. Alleeu bij
een dergelijke regeling, zou er grond zijn
om te verwachten, dat de bestaande verze
keringsorganisaties der groote werkgevers,
welke voorzien in de gevolgen van ongeluk
ken die zich over hoogstens 21 dagen uit
strekken, beliouden blijven;
4o. het principe van de Rijksverzekerings
bank in het wetsontwerp bedoeld, wordt
door de vergadering afgekeurd, als zijnde
te kostbaar en onnoodig vooral voor groote
bedrijven. De vergadering is van meening
dat ook voor kleinere bedrijven een Rijks
verzekeringsbank veel te duur zal worden
5o. het amendement-Kuyper wordt in
zooverre een verbetering geacht als daarin
door splitsing in beroepsvereenigingen, meer
zekerheid verkregen wordt dat de gevaars-
premiën minder theoretisch geklasseerd
worden. Het verband van deze beroepsver
eenigingen met de Rijksverzekeringsbank
is echter zoo weinig gedéfinieerd dat niet
kan worden nagegaan of in dit stelsel de
bezwaren tegen die Rijksverzekeringsbank
worden weggenomen.
Na eenige discussie werd op voorstel van
den heer Ch. TV. Vermeys, Zieriksee, beslo-
zeker van," overtuigde zij zich zelf. „Nu
wil ik toch op behoorlijken afstand die
klucht wel eens zien."
Zij keerde op haar schreden terug en be
reikte zoo den grooten weg. Hij mocht haar
niet zien, wat er ook gebeurde. Van den
weg kon zij hem gadeslaan zonder zelf ge
zien te worden. Zij ging zitten en wachtte.
Zij hoorde het paard galoppeeren over
het strand beneden. Zij hoorde Castelli's
stem die het dier tot spoed aanzette. Toen
zij voorbij waren, stond zij haastig op om
er zeker van te zijn dat hij het was. Eén.
blik was voldoende om haar te overtuigen,
dat haar vermoeden gegrond was.
Een oogenblik voelde zij neiging om hem
met luider stem te roepen, maar zij hield
zich in. Zij wilde niet voorbarig of onbezon
nen handelen, maar haar tijd afwachten.
Zij ging daarop naar de Cottages en, toen
zij er dicht bij was gekomen, zag zij een
slank meisje, dat er lief uitzag, van den
tegenovergestelden kant komen. Er viel
niet te twijfelen of dit was het meisje, dat
van haar afspraakje met Castelli kwam.
Vermoedelijk was er een ander pad tus
schen de rotsen, waarlangs zij den weg had
bereikt.
Toen Cleo haar voorhij ging, zag zij hoe
mooi het meisje was met haar eenvoudig,
rose katoenen japonnetje, getooid met wat
witte rozen aan den hals en de taille. Zij
wist nu waar iederen avond de bloemen
voor Castelli vandaan kwamen. Onder één
arm droeg zij een hondje; de zilveren bel
letjes om zijn hals rinkelden toen zij voor
bij ging; zij was er zeker van dat het de
zelfde hond was die bij Castelli bij den poot
van de tafel had gelegen.
(Wordt vervolgd.)