53s<e Jaargang.
Donderdag 20 Jul 1899.
No. 9989.
CIRCUSSLAVEN,
Secretaris-Penniiisineester ter Commissie m Aümimsiraüe
voor liet Stads-Meinis,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schieda'm en Vlaardingen fl. i.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Adverlentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Ad verten tiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer Ifli/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
A d v e r t e n t i n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon 3Vo. 133.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
S c li i e d a rn loepen op sollicitanten raar
de betrekking van
Jaarwedde f300. Verplichte zakelijke
borgtocht van flOOO.
Gezegelde verzoekschriften in te zenden
aan den Burgemeester, voor of op 20 dezer.
Schiedam, 15 Juli 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
VERSTEEG.
Be secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 19 Juli '99.
Wanneer het waar is, wat aan de „Ind.-
Belge" uit de „beste bron" wordt gemeld,
dan mag de rehabilitatie die Dreyfus
wacht, volkomen heeten.
De regeeringscommissaris zou de aan
klacht laten vallen. Het zou meer zijn dan
Dreyfus' vrienden durfden hopen, wanneer
zij majoor Carrière als resultaat van zijn
onderzoek hoorden verkondigen„Ik vind
geen schuld in dezen mensch".
De „Indép. Beige" heeft in de zaak-
Dreyfus meer dan eens getoond betrouw
baar en wel-ingelicht te zijn.
Toch vindt haar profetie over het geheel
geen geloof. Men verwacht dat de regee
ring, ook om den schijn van partijdigheid
te vermijden, het proces zoo volledig moge
lijk gevoerd wil zien. Alle stukken moeten
gekend, alle getuigen gehoord worden.
Ook Quesnay de Beaurepaire dus, ook
deze onvermoeide strijder voor Dreyfus'
schuld mag, zoo hij kan, de overtuiging van
den regeeringscommissaris omzetten en de
zen overtuigen dat de jood Dreyfus werke
lijk de verrader is.
Jamer dat Quesnay Zaterdag niet aan de
oproeping gehoor heeft gegeven. Maar hij
heeft het volgende kranige telegram gezon
den aan majoor Carrière„Indien de dag
vaarding die ik gisteren ontvangen heb,
geen strik is die gij mij spant, dan ben ik
bereid er gevolg aan te geven; maar ik ver
lang van uwe zijde een bekrachtiging te
hebben."
In ieder geval zal de oud-magisrirat te
genwoordig zijn te Rennes, wanneer daal
de strijd volstreden wordt. Volgens de „Siè
cle" heeft hij te St. Meen bij Rennes ka
mers gehuurd.
Het „Petit Journal" zijnerzijds beproeft
nog eens door een analyse der stemmencij-
fers, die evenwel vrijwel uit de lucht is ge
grepen, aan te toonen dat het arrest van
het Hof van Cassatie niet de minste mo-
reele waarde bezit, en eigenlijk het gevolg
is van de vrees der van Dreyfus' schuld
overtuigde raadsheeren dat het vonnis van
1894 eenvoudig vernietigd zou worden op
grond van onwettigheid.
DOOB
AMYIE READ®.
16)
Vijf uur later zaten Charles Gurney en
dr. Burton, in de kleine spreekkamer van
Green's Cottages. De juffrouw zat met lui
der stem haar theorieën te ontwikkelen
over de verblijfplaats van haar logee.
„Toen ik vanmorgen beneden kwam,
mijnheer," zeide zij, zich tot den dokter
wendend, „was zij heengegaan. En zoo stil
als een muisje, want ik heb haar niet hoo-
xen weggaan, terwijl ik toch al om vijf uur
wakker was. Haar bed was beslapendus
zij kan niet ver weg wezen. Zij is zeker niet
naar Baykaven geloopen, en de eerste om
nibus is nog niet weg. Zij heeft u de loef
afgestoken, maar u kan haar nog best vin
den."
•Voordat de dokter den tijd had om te
antwoorden, zei Charles Gurney reeds
„TT heeft mij geschreven om mij te waar
schuwen, juffrouw Thomas, en daarvoor
ben ik u zeer verplicht. Maar nu de vogel
gevlogen is, is er geen reden voor ons om
u langer op te houden."
„Niet zoo haastig, Gurney. Ik zou nog
wel een paar dingen willen weten, voordat
wij heengaan. Ik heb gemaakt dat je doch
ter hierheen ging, en ik ben voornemens
alle mogelijke inlichtingen in te winnen die
er te knjgen zijn."
„Weet u zeker dat zij met dien mau is
meegegaan, die aan dat circus te Bayhaven
is verbonden, juffrouw Thomas?" vroeg hij
toeri.
„Zoo zeker als ik van iets ter wereld ze-
De krijgsraad te Rennes mag dus gerust
Dreyfus veroordeelen, zonder vrees van in
botsing te komen met de uitspraak vau het
hoogste rechtscollege.
Van meer belang dan deze hoogere cij
ferkunst is het verzoek van mr. Labori en
mr. Demange om bij het dossier dat aan
den krijgsraad wordt overgelegd ook te voe
gen eenige brieven die kapitein Dreyfus
van het Duiveleiland heeft gezonden aan
de voorzitters van Kamer en Senaat, welke
brieven een belangrijk element voor zijn
verdediging opleveren. Die brieven hebben
hun bestemming nooit bereikt; ze zijn
door de administratie der strafkolonie on
derschept.
Intuschen bevat de „Matin" weer zeer
opzienbarende onthullingen van Esterkazy,
waarin deze nogmaals erkent het borderel
gesebreven te hebben en als zijn medeplich
tigen noemtDe Boisdeffre en Gonse.
Esterhazy zegt het borderel op bevel en
op dictee eerst met potlood geschreven te
hebbendaarna trok hij het over. Toen
werd het, tijdeus Sckwartzkoppen's afwezig
heid, aan het Duitscke gezantschap ge
bracht, waar het weer door een agent van
den spionage-dienst werd gestolen die het
op het ministerie van oorlog bracht. Daar
werd het verscheurd om er zeker „officieel"
aanzien aan te geven. Schwartzlcoppen had
dus het borderel zelf niet gezien.
Het doel van deze lieele manoeuvre was
een bewijs te leveren van Dreyfus' schuld,
waai-van men zeker was door agenten te
Berlijn, wier getuigenis onmogelijk kon
worden gevraagd, zonder hen op een ontzet
tende wijze in het ongeluk te storten en
Frankrijk ernstig in gevaar te brengen.
(Het oude dreigement van een oorlog met
Duitsckland dus!) Dreyfus is dus wel on
wettig, maar niet onschuldig veroordeeld,
beweert Esterhazy.
Van deze knoeierij met net borderel wa
ren Mercier, De Boisdeffre, Gonse enz. in
1894 volkomen bekend. Esterhazy beweert
ten opzichte van de beide laatsten de bewij
zen te bezitten, óók hiervan dat in 1894
alles op hun bevelen is geschied. En dan
vertelt de majoor hoe Dreyfus, toen hij het
borderel zag, zou hebben uitgeroepen
„Dat is het schrift van kapitein Bro!"
Hiervan gebruik makeude en handig de
verwarring der namen Bro en Braut exploi
teerend, welke laatste naam behoort aan
iemand die in hetzelfde huis woont als
Dreyfus' schoonvader Hadamard, vonden
de generaals deze lezing uit, waarachter Es
terhazy zich later kon verschuilen, dat
Dreyfus op naam van Bro of Braut aan Es
terhazy eenige stukken had gevraagd met
het oogmerk zich diens schrift te verschaf
fen. Men ging zelfs zoo ver Bro te onder
vragen. Deze ontkende natuurlijk ooit aan
Esterhazy te hebben geschreven. Nu, dan
had Dreyfus het ook gedaan.
Esterhazy vertelt dat de generaals zich
van de andere in de zaak-Dreyfus betrok
ken personen bediend hebben als werktui
gen; die zij later om hun eigen hachje te
redden, overboord wierpen. Zoo is het hem
en Henry gegaan, zoo zal vermoedelijk ook
Du Paty de Clam's lot zijn.
Ook in de zaak-Eslerkazy waren De Bois
deffre en Gonse de medeplichtigen van Dn
ker kan zijn, mijnheer. De dame van wie
ik zooeven sprak, vertelde mij, dat zij met
hem verloofd was, en mijn man heeft hen
gisteren samen aan den voet der rotsen ge
zien. En vandaag is zij vertrokken."
„Is al haar goed hier?"
„Precies zooals zij het heeft achtergela
ten, mijnheer, behalve de hond. Dien heeft
zij meegenomen, denk ik, want hij is hier
niet meer."
„Waar werkt die gewetenlooze schurk?"
vroeg Gurney.
„In Duval's Koninklijk Circus te Bay
haven, mijnheer. Een dikke zeven mijl hier
vandaan."
„O, ik zal haar niet achterna loopen. Het
kan me niet schelen of het zeven of zeven
tig mijl is," zei Gurney haastig, met een
sombere uitdrukking op zijn gelaat. „Maar
ik wou den naam en het adres van dien
schurk weten."
„Ik geloof dat hij Castelli heet," zei de
juffrouw, „maar er waren nog twee namen
voor, zooals die dame zei. Het begon met
een E, een er van ten minste, maar ik kan
me niet meer herinneren hoe ze hem noem
de het klonk als een naam zooals ik
nooit vroeger heb gehoord, ziet u, zoo'n
vreemden naam. Wacht, laat zien," riep zij
eensklaps uit, „ik geloof dat de dame het
in mijn huishoudboek beeft geschreven,
want dat had ik juist in mijn hand toen
zij aan de keukendeur kwam. Ilc zal eens
even gaan kijken, mijnheer."
Zij verliet de kamer, en beide mannen
schenen te zeer in hun gedachten verdiept
om veel te zeggen. Ten laatste sprak de
dokter
„Gurney, wij moeten haar vinden stel
je haar voor, alleen overgeleverd aan de
Paty de Clam. Alleen over generaal De
Pellieux spreekt de majoor nogal gunstig;
m hem ziet hij ook niet veel meer dan een
werktuig. Nog logenstraft Esterhazy de ver
klaring van den schriftkundige Belhomme
dat hij eerst in het proces-Zola generaal De
Pellieux had leeren kennen. Rsterhazy zegt
m November 1897 reeds Belhomme te heb
ben gezien in het kabmet van De Pellieux;
majoor Ducassé en de commissaris van po
litie Bernard waren er, meent hij, bij.
Ten slotte zegt Esterhazy dat de tijd niet
meer ver is waarop hij zelf als aanklager zal
optreden, vooral tegen do hoofden van het
leger. „Dat men mij opnieuw oordeele en
hen oordeele!" vraagt hij.
De „Liberté" heeft vrienden van Ester
hazy over deze onthullingen geïnterviewd.
Dezen verklaarden reeds vroeger die feiten
van Esterhazy te hebben gehoord. Volgens
hen had het Russisch gezantschap te Ber
lijn de bewijzen van Dreyfus' schuld gele
verd.
Mr. Tézénas, Esterhazy's advocaat, wil
zich over deze onthullingen niet uitlaten.
Hij zegt door zijn ambtseed tot stilzwijgen
verplicht te zijn, ook al zou zijn cliënt zelf
hem verzoeken te spreken.
Het kan niet gezegd worden dat de Zuid-
Afrikaansche Republiek een vredelievende
oplossing der bestaande crisis bemoeilijkt,
ook al is het te bejammeren dat president
Kruger, de Uitvoerende Raad en de Volks
raad niet dan aarzelend en stukje voor
beetje toegeven. De houding van Chamber
lain zou eerst recht in een jammerlijk dag
licht zijn geplaatst, indien Transvaal zich
onbekrompen liberaal had getoond.
Met dat al, waar grieven bestaan, waar
ontevredenheid zich uit, wordt die stem te
Pretoria gehoord, en toont men zich bereid
zooveel mogelijk toe te geven. Zoodoende
heeft de Volksraad gisteren dan ook de
nieuwe kiesrecktvoorstellen goedgekeurd,
om het stemrecht te verleenen aan die Uit-
landers, die reeds zeven jaar in de Repu
bliek wonen, met terugwerkende kracht
voor wie reeds zoo lang in net land geves
tigd zijn.
De leden die gisteren over deze voorstel
len het woord voerden, spraken voor het
meerendeel ten gunste van den termijn van
7 jaar, die ook door president Kruger ver
dedigd werd.
De President verklaarde dat de voorstel
len van sir A. Milner te ver gingen. De aan
neming daarvan zou ten gevolge hebben dat
de oude burgers weldra overstemd werden.
De verandering van den termijn van 9 jaar
in een van 7 achtte Kruger maar een klein
verschilde President beval deze verande
ring aan op grond van eerlijkheid en recht
vaardigheid. Door die wijziging zouden al
len dezelfde voordeeleu deelachtig worden,
terwijl daardoor de bezwaren van Engel-
sche zijde krachteloos zouden worden ge
maakt. Het land zou er niet door in ge
vaar komen, maar wel zou die wijziging de
goedkeuring der gansche wereld oogsten.
Blijkbaar heeft dit betoog den gewensch-
ten indruk gemaakt. Maar 5 van de 27
stemmen verzetten zich tegen den termijn
van 7 jaar met terugwerkende kracht.
Met belangstelling mag nu afgewacht
worden wat Chamberlain en de imperialis
genade van dien man 't ware beter dat
wij terstond naar Bayhaven gingen."
„Ik ga niet. Als je zin hebt m dien on
zin, ga dan je gang maar. Waar zij heen
is gegaan, daar kan ze ook blijven."
„Gurney, zij is je eenige dochter, de
eenige
„Voordat hij den zin kon voltooien,
kwam de juffrouw weer binnen.
„Hier is het, mijnheer; daar staat 't on
der die „maat bloem". „S-i-g-n-o-r," spelde
zij toen ijverig. „Daar is het, misschien kan
een van de heeren het beter lezen. Ik kan
goed lezen en schrijven, zegt mijn man;
maar ik kan niet overweg met namen die
er zoo onchristelijk uitzien."
„Signor Emilio Castelli, Duval's Konink
lijk Circus, Bayhaven," las Gurney. „Ik zal
den naam even overschrijven, als u er niet
op tegen heeft, juffrouw."
„Nu, ik hoop dat ik maar niet in last
kom door die zaak; mijn man zegt dat er
niet van mij verlangd kan worden dat ik
op mijn huurders let."
„Ik zal u niet in moeilijkheid brengen,
juffrouw," zei Charles Gurney, opstaande
om heen te gaan. „Ik had gehoopt dat ik
haar behoed zou hebben voor de vernede
ring van een huwelijk ver beneden haar
stand, maar daar ik te laat ben gekomen,
ben ik niet van plan mij meer eenige moei
te om haar te geven."
„Je zult daar allengs wel beter overgaan
denken, Gurney," antwoordde de dokter,
die zich bijna schaamde over de hardheid
en den liefdeloozen toon van den vader.
„Zij moet onverwijld worden opgespoord."
„Niet door m ij," antwoordde Charles
Gurney. „Niet door mij," herhaalde hij
streng en koud.
ten zullen zeggen. Zullen zij nu nog de ver
antwoordelijkheid tegenover de beschaafde
wereld op zich durven nemen van een ge
welddadige beslechting van geschillen die
metterdaad niet meer bestaan?
Men vertrouwt op lord Salisbury. Zoo
lang hij het roer in handen heeft, lioopt
men dat de vrede bewaard zal blijven. Dat
niet reeds vroeger de bom gebarsten is,
schrijft men aan zijn vredelievendheid in
hoofdzaak toe.
Wanneer echter ook nu weer de oorlog
kan worden afgewend, komt een goed deel
van de eer daarvoor toe aan de Afrikaan-
der-partij in de Kaapkolonie, die blijk
geeft van groote bezadigdheid en politiek
beleid.
Toen sir Gordon oprigg gisteren in het
Kaapsehe parlement zijn opvolger in moei
lijkheden trachtte te brengen door de vraag
of de minister-president voornemens was
een verklaring af te leggen omtrent den po-
litieken toestand, antwoordde Sckreiner dat
hij een discussie daarover met gewenscht en
nutteloos achtte, nu de Zuid-Afrikaansche
Republiek de invoering van hervormingen
ernstig overwoog.
Verschillende bladen in binnen- en bui
tenland gewagen ook van de mogelijkheid,
dat Frankrijk en Duitschland, wellicht ook
andere mogendheden, tusschenbeide willen
komen. Volgens sommige zou het initiatief
daartoe van de Nederlandsche regeering
zijn uitgegaan. Zou 't waar zijn
Gemengde Medcdcellngen.
Eenige Belgische industrieelen moeten de
regeering verzocht hebben een staatspolitie
voor de mijnen in te stellen. De regeering
heeft het verzoek van de hand gewezen, om
dat de grondwet die politie als een gemeen
telijke aangelegenheid aanwijst. De socialis
tische „Peuple" bestrijdt het plan heftig en
verwijst naar de bloedige tooneelen bij
mijnwerkersstakingen in Amerika.
Hel Engelsche Lagerhuis heeft een amende
ment op de wet, regelende den vei koop van
voedings- en geneesmiddelen, strekkende om
den verkoop en invoer van margarine, die
zoodanig gekleurd is, dat zij op boter gelijkt,
onwettig te verklaren, verworpen met 297
tegen 68 stemmen.
Aangenomen werd een amendement-Long,
dat de strafbepalingen der wet ook toepasse
lijk vei klaart op alle andere gemengde of
vervalschte levensmiddelen, die bij besluit
van den ministerraad kunnen worden aan
gewezen, tenzij bij den invoer in de benaming
of besch tij ving der artikelen wordt aangeduid,
dat zij gemengd of vervalschi zijn.
De Duitsche Keizerin heeft bij een berg
tocht haar voet verstuikt.
Marchand en zijn officieren zijn hij verschil
lende regimenten ingedeeld. Marchand zelf
bjj het 4de regiment marine-infanterie te
Toulou. Daarmede houdt ook het recht op
voor de helden" om zich op eenigerlei wijze
te laten huldigen.
Scheurer-Kestner heeft met succes te Bag-
nères-de-Luchon eene ernstige operatie onder
gaan. Zijn toestand is zeer bevredigend.
„Nu, mijnheer," zei juffrouw Thomas,
toen zij de voordeur bereikt hadden, terwijl
zij zich tot dr. Burton wendde, „ik hoop
dat u mij nog eenige logé's zal zenden; ik
kan het niet helpen. Ik geloof dat deze ge
schiedenis mijn zak toch wel een paar pond
zal kosten; mijn man zegt dat het dat
•zeker kost. Ik zou er iets liefs voor gegeven
hebben als 't in eens anders huis was ge
beurd en niet in heb mijne."
„Ik zal altijd zooveel mogelijk mijn best
voor u doen, juffrouw Thomas, maar ik
zend u nooit meer een meisje alleen. Een
volgende maal moet er een vader of een
moeder bij zijn."
Hij gaf haar een hand, maar Charles
Gurney sprak niet eens. Hij knikte haar
alleen toe, en met die onverschillige groet
moest juffrouw Thomas zich tevreden stel
len.
Toen zij het huis verlaten hadden, drong
dr. Burton er op aan dat zij eerst zouden
gaan ontbijten. De trein ging eerst over
drie uux-, en hij hoopte nog dat Gurney in-
tusschen de zaak met een geheel ander oog
zou bezien en zijn kind zou zoeken, terwijl
er nog kans op was.
Toen zij in de kleine sjofele gelagkamer
van de herberg zaten to wachten op hun
eieren met ham die zij besteld hadden,
deed dr. Burton nog eens een poging ten
behoeve van het jonge meisje dat hij had
trachten wel te doen, met een zoo ongeluk
kig resultaat.
„Zou je niet denken, Gurney, dat het he
ter zou zijn als wij, in plaats van den trein
terug naar Wellston te nemen, over Bay
haven naar huis gingen om te zien wat er
van het meisje is geworden? Wij kunnen
dan ten minste naar dien man. dien Castel-
De boulangist, patriot en anti-revisionist
Syveton, piofes-sor am het lyceum te Reims,
is door den academischen raad voorden tijd
van een jaar en een dag geschorst, met ont
houding van traclement.
Romeinsehe bladen beweren dat generaal
Giletia niet disciplinair gestraft i>, maar dat
de Itn 1 iaansche regeer!ngeen ze!fsiandig onder
zoek heeft gelast, omdat de generaal zijn on
schuld staande houdt.
Een officieele mededeeling der Servische
regeering ontkent dat Rlazo Petrowitsch ge
vangen is genomen en da~rna weer vrijgelaten.
De „N.-Y. Herald" verneemt uit Was
hington dat Aguinaldo en eenige zijner
voornaamste generaals rechtstreeks vredes-
aanbiedmgen hebben gedaan aan generaal
Otis, zoodat, mochten de gegeven beloften
vervuld worden, de vrijwilligers die nn
worden aangeworven, misschien niet eens
noodig zullen zijn.
Ongelukkigerwijze komt dit bericht ge
lijktijdig met een lijvig requisitoir zoo
mag men het gerust noemen der dag
bladcorrespondenten te Manilla tegen gene
raal Otis, die geen juiste berichten toelaat
en zelf geflatteerde berichten zendt. Zij
noemen den toestand zeer bedenkelijk.
Op Mauritius zijn in de tweede week van
Juli 20 pestgevalien, waarvan 14 met doo-
delijken afloop.
Ook te Alexaudrië komen weer enkele
gevallen voor.
Vredesconferentie.
Of de werkzaamheden der Conferentie
spoedig tot een einde zullen worden ge
bracht hangt, naar ons wordt medegedeeld,
vooral daarvan af, of heden de algemeene
vergadering der derde afdeeling met de
tweede lezing der geheele ontwerp-overeen-
komst omtrent de arbitrage gereed zal ko
men.
Ook moet daarin nog een beslissing wor
den genomen omtrent de bepalingen betref
fende de enquête-commissies. Men hoopt de
bezwaren te kunnen overwinnen, die daar
omtrent van verschillende zijden zijn ge
openbaard.
De commissie van onderzoek hield daar
toe gisteren een vrij langdurige bijeen
komst, waarin ook verschillende punten
werden overwogen, rakende de redactie van
andere artikelen der ontwerp-overeen-
komst.
Is eenmaal de arbitrage-overeenkomst
aangenomen, dan zal de algemeene akte,
bevattende alle besluiten welke de Confe
rentie heeft genomen, spoedig kunnen wor
den vastgesteld.
De verkiezing; te Den Helder.
Zooais men weet, zijn te Helder al de
ingeleveide stembiljetten van onwaarde ver-
klaaid, omdat de candidaten daarop niet in
de alphabetisciie volgorde geplaatst waren.
Over de vraag of het stembureau het recfit
had tot die handelwijze ontstond strijd.
De ^Gemeentestem" meent, dat het stem
bureau aan art. 89 der kieswet een onge
oorloofde uitbreiding gegeven heeft. Onder
li vragen en de waarheid hooren. Wij zou
den den koetsier kunnen betalen en meteen
wegsturen. Het is onze plicht, Gurney; je
dochter is verleid. Je moet niet te hard
zijn, maar haar redden zoo je kunt."
„Ik ga denzelfden weg terug dien ik ge
komen ben, zooals ik reeds zei. Je kunt je
eigen zin doen, maar ik vind dat je verba
zend veel drukte maakt over een meisje dat
het jouwe niet is. Als ik haar wil verstoo-
ten, dan geloof ik dat ik het recht er toe
heb."
„Geen drukte, Gurney. Het meisje is te
laken; maar ik ben van meening dat je
vaderschap je zachter moest stemmen en
je er naar moest doen verlangen je kind te
redden van. mogelijke zonde en schande."
Het ontbijt werd binnengebracht; dit
onderbrak hun gesprek voor eenige oogen-
blikkcn, en de dokter zeide niets meer over
de quaestie, totdat zij later naar de rotsen
wandelden.
„Wij missen dezen trein in ieder geval,
Gurney. Kijk, wat ziet het water er heer
lijk uit. Willen wij naar het strand gaan?"
Zij daalden af naar het strand, het
strand dat tot rendez-vous had gediend
voor Gurney's dochter en Castelli, en waar
zij hun verbond gesloten en hun huwelijk
besproken hadden; maar geen van beide
mannen wist dit.
En het zand en de steenen om hen waren
stom.
„Nu, Gurney, wat doe je?"
De volharding van den dokter maakte
Gurney toornig en hij wendde zich kwaad
tot hem.
Wordt vervolgd.)