53"c Jaargang. Zondag 30 en Maandag 31 Juli 1899. No. 9998. Eerste Blad. CIRCUSSLAVEN, BUITENLAND. SCHIEDJiMSCME Wf ffitJIT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraal 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12tyg cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Sfo. 133. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 29 Juli '99. Engeland en Transvaal. Het was gisteren vol in het Engelsche Lagerhuis. Ondanks de hitte en het zomer seizoen waren de leden van Hooger- en La gerhuis in grooten getale opgekomen, en een zeer talrijk publiek bezette de tribunes. De regeering zou, op haar eigen verzoek, in de gelegenheid worden gesteld, verkla ringen af te leggen over de Transvaalsche quaestie. Lord Salisbury in het Huis der Lords, Chamberlain voor de Commons zou den de houding der Bntsche regeering ver dedigen en nogmaals uiteen zetten hoe vre delievend Engeland zich toch wel gedragen had en nog gedroeg. Wit laten aan den ver- standigen lezer zelf het oordeel of hun po ging is geslaagd. Evenwel, de feiten zijn in tegenspraak met de woorden, zooals altijd in zake Zuid-Afrika. Engeland wil het goe de voor Transvaalwij weten echter dat de Zuid-Afrikaansehe Republiek van die zorg niet gediend is. Want met het goede voor Transvaal wordt gewoonlijk bedoeld het goede voor de belanghebbenden bij de Transvaalsche mijnen. Maar laat ons zien wat er in het Parle ment is gezegd. Sir H. Campbell-Bannerman interpelleerde in het Lagerhuis. De leider der liberalen achtte de tegenwoordige betrekkingen tus- sclien de regeering der Zuid-Afrik. Repu bliek en de Uitlanders een bron van zeer ernstig gevaar niet alleen voor de Repu bliek, maar voor alle Zuid-Afrikaansehe Staten. Hij geloofde niet dat meer of min der bedekte bedreigingen met gewapende tusschenkomst veel zouden uitwerken, en zag niet in dat er eenige verontschuldiging zou zijn aan te voeren voor een gewapende tusschenkomst. Een oorlog in Zuid-Afrika zou, ook al werd die nog zoo spoedig met succes bekroond, een rassenhaat wekken die vele geslachten zou blijven lieerschen en een goed bestuur van Zuid-Afrika onmoge lijk zou maken. Z. i. moest er naar gestreefd worden dat de Transvaalsche regeering zich laat leiden door de meening van verlichte Hollanders in de Kaapkolonie. Spr. meende dat aan, de heeren Schreiner en Hofmeyr dank was ver schuldigd voor wat zij in deze richting heb ben gedaan. Sir H. Canjpbell-Bannerman noèmde het niet anders dan natuurlijk dat de Uitlan ders zouden vragen dat aan de verleening van het kiesrecht terugwerkende kracht zou worden gegeven; maar even natuurlijk is liet, dat de Boeren niet zoo heel grif zijn om het kiesrecht te verleenen op de ge vraagde termen. Ten slotte stelde de inter- pellant deze vraag„Waarom zou niet met dó noodige zorg en het noodzakelijke ge duld hier hetzelfde resultaat kunnen be reikt worden als in Canada, waar de ras- DOOB AMYIE READE. 25) „Kom, Leila, huil nu niet. De beste on der de menschen dwalen wel eens. Ik moet ook ronduit bekennen, dat ik je wei wat al te ruw behandeld heb, maar dat kwam ook door die verwenschte dagvaarding. Je moet namelijk weten dat Horrox vertrokken is, en nu niet meer kan optreden." „Wat, is hij weg, en de kinderen ook!" vroeg Leila door haar tranen heen. „Ja, hij is naar het vaste land," sprak Castelli. „Arme kleine Willy, ik beloofde hem nog al te helpen, en nu is hij weg." Deze gedachte deed haar tranen weer op nieuw rijkelijk stroomenv „Wees nu in 's hemels naam niet zoo kin derachtig, en toon dat je eep dapper vrouw tje bent, Leila. Je zult je zelve ziek ma ken," sprak Castelli vriendelijk. „Bovendien heb ik een prettige tijding voor je. Raad eens wat het is?" Treurig schudde zij het hoofd, alsof niets in staat was, een glimlach op haar gelaat te voorschijn te roepen. „Ik heb bedacht, dat je je alle dagen erg eenzaam moet gevoelen; ilc had daar eer aan moeten denken. Wat zou je er van zeg gen om mee naar het circus te gaan en daar te leeren rijden, „schoolrijden" meen ik na tuurlijk. Je rijdt nu al zoo goed, dat je er wel spoedig heel bekwaam in zult zijn, en mij in de arena zult kunnen vergezellen. Wat zou het aardig zijn om samen te kun nen rijden en een voorstelling te kunnen senhaat tusschen Engelschen en Franschen geheel is verdwenen Chamberlain's antwoord was een voor-de-zooveelste-maai uiteenzet ting van de quasi-vredelievende en in waarheid zeer oorlogzuchtige politiek der regeering, of liever van den minister van koloniën die op het oogenblik weer zijn me deregeerders schijnt te beheerschen. Hij vond dat sir H. Campbell-Banner- man's opmerkingen niet strekten om een vriendschappelijke oplossing der zaak te be vorderen, maar er veelmeer op berekend waren om het optreden der Britsche regee ring te bemoeilijken. Het ernstige in de grieven van de Uit landers is, dat ze het gevolg zijn van een vaste staatkunde, die door de Boeren steeds gevolgd is. Deze staatkunde noemde Cham berlain niet alleen tergend, maar ook ge vaarlijk voor de belangen van het rijk. Dat de Britsche onderdanen in de Zuid-Afri- kaansclie Republiek voortdurend in een on dergeschikte stelling gehouden worden, brengt Engeland's positie als overheer- schende mogendheid in Zuid-Afrika in ge vaar en is een onafgebroken bedreiging voor den vrede en den voorspoed van het gelieele land. Die staatkunde heeft een vij andschap tusschen de rassen gezaaid en is een bron van gift in Transvaal, die men niet kan beletten zich over de grezen te ver spreiden. Dit gansche gevaar, dat een drei gend gevaar van vervreemding is geworden in de Kaapkolonie en den Vrijstaat, is het gevolg van de handelwijze der Transvaal sche regeenng. De zaak is een aangelegen heid die de macht, het gezag, de overheer- scliing en den vrede van het Britsche rijk raakt. Als Engeland den tegenwoordigen toestand' liet voortduren tot in het oneindi ge, zou dit het rijk in de toekomst in tal van oorlog in Zuid-Afrika wikkelen. Terwijl sir Henry Campbell-Bannerman de heeren Schreiner en Hofmeyr prees, her innerde de minister er aan dat beiden Kru- ger's vroegere, volkomen illusoire voorstel len voor voldoende verklaarden. En toen vervolgde Chamberlain „Wat de laatste kiesfechtvoorstellen bè- treft, geloof ik dat wij door president Kru- ger's verzoek om raad terecht op hem een beroep hebben gedaan om hem te vragen een gezamenlijk onderzoek te doen instel len naar de strekking der voorstellen om uit te maken in hoeverre zij de vreemde be volking een voldoende en substantieele ver tegenwoordiging geven, die alleen be schouwd kan worden als grondslag voor een bevredigende oplossing. Ik hoop dat het mij mogelijk zal zijn een overeenkomst tot stand te brengen. Tot dusver heb ik niet gedreigd en. ik ben niet voornemens mij te laten haasten, daar het in mijn bedoeling ligt, alle middelen van zedelijken druk ge heel uit te putten." Warme toejuichingen van de ministeriee- le banken oogstte daarop Chamberlain's verklaring „Wij zijn tot de slotsom gekomen dat de grieven der Uitlanders gegrond zijn. Wij zijn de zaak begonnen, dusrustopons de verplichting haar ten einde te voeren. Wij zullen niet rusten alvo rens een oplossing is bereikt die in onze geven, Leila. Zou je het willen beproeven Bij die gedachte helderde haar gelaat op. Een flauw zonnestraaltje verlichtte weer het droevige kindergezichtje bij het denk beeld, dat de eenzame dagen nu voorbij wa ren, en vervangen zouden worden door pret tige uren met haar man doorgebracht. „Ik zou het heel, heel prettig vinden. Ik voelde mij hier dikwijls zoo verlaten. Het scheen mij toe of de dagen eindeloos waren. Het zal een heerlijke verandering zijn." Zij was weer bijna geheel tot zichzelve ge komen, en hij was blij, dat hij de droevige uitdrukking van haar gelaat zag verdwij nen om plaats te maken voor de oude ge lukkige. „Mij dunkt, we moesten de volgende week je rijkostuum laten maken, en dan kan je „Meibloem" bestijgen. Het is een prachtige nierrie, zonder een enkel gebrek een kind zou haar kunnen berijden een van de mooiste uit mijn stal," zei Cas telli tyotsch. „Hoe aardig van je, om met al je drukte nog aan mijn ontspanning te denken," sprak Leila dankbaar. „Mijn aardig wijfje moet ook niet langer blijven zitten pruilen. Kom, wil je me een kus geven?" Zij sloeg haar armen om zijn hals; hij boog zich voorover en kuste haar verschei den malen. „Nu zijn wij weer goede maatjes, hè „Ja, stellig," antwoordde zij verheugd, terwijl zij hem met een blijden glimlach aanzag. Weer was zij gelukkig, hoewel haar liefde een grooten schok gekregen had, en zij al wat hij haar verteld, en de teleurstelling die zij ondervonden had, niet vergeten kon. Zij vergaf het hem, maar toch ha<d de witte oogen bevredigend is en wij hopen dat onze pogingen zullen slagen. Maar wij willen onze handen niet binden door eenige belof te omtrent maatregelen die later misschien noodig zullen zijn, als ongelukkigerwijs wat jonwaarschijnlijk is onze pogingen mochten mislukken. „Wij gelooven dat de vrees voor ver vreemding van het Hollandsche element overdreven is. Niemand denkt er aan het land terug te winnen dat wij eenmaal vrij willig hebben afgestaan. Het is ons belang om vrijheid en voorspoed in Transvaal te doen voortbestaan. „Ik ben vol hoop voor de toekomst, om dat ik geloof dat wij president Krnger zul len kunnen overtuigen dat wij niet streven naar het benadeelen van hem of zijn land, maar veeleer hem willen helpen om zijn po sitie te handhaven en omdat wij overtuigd zijn dat de groote massa van het Britsche volk bereid is ons te steunen in alle maat regelen welke wij noodig zullen achten om recht te krijgen voor de Britsche onderda nen in Transvaal met behoorlijke inachtne ming van de beloften, waarop de onafhan kelijkheid der Zuid-Afrikaansehe Repubiiek is gegrondvest." In het Hoogerhuis heeft lord Camperdown de vriendelijkheid gehad een verklaring der regeering uit te lokken. Lord Salisbury's verklaring kwam over een met die van Chamberlain in 't Lager huis; alleen verweerde de premier zich te gen het verwijt dat Engeland de Londen- sche Conventie schond; juist Transvaal handelt daarmede in strijd. „De Conventie van 1881," aldus Saliabu- ry, „veroordeelt Kruger's houding volko men. Zoodra de conventies van 1881 en 1884 waren gesloten, heeft geen Britsche regeering ooit iets -daartegen willen onder nemen zoolang zij werden nageleefd. Maar overeenkomsten kunnen worden vernietigd door een daad van een der partijen ten ge rieve van welke zij zijn gesloten, Hoe wei nig wij ook geneigd zijn om deze conventies te niet te doen, zoolang ze eerlijk worden in acht genomen, toch zouden weinigen van ons thans verlangen dat Engeland op het oogenblik de conventies zou onderteekenen, gelijk ze nu zijn. Als de geldigheid der con venties wordt gewraakt, zouden wij niet we ten wat daarvoor in de plaats zou kunnen komen, maar dat zullen geen overeenkom sten in denzelfden geest zijn. Ik ben er heel zeker van dat, wanneer Engeland voor waarden zou moeten stellen om aan de Britsche onderdanen een elementair recht te verzekeren, dat het niet weer een toe stand zou scheppen die de oude zoo geduch te moeilijkheden zou doen terugkeeren." Men ziet heteigenlijk heeft Transvaal nog reden, Engeland innig dankbaar te zijn. De geschiedenis zal anders oordeelen over de Britsche veinzerij. De Belgische klesrechtquaestte. De minister-president "Vandenpeereboom lacht blijkbaar als altijd om zgn tegenstan ders. Beweerd wordt dat zya aftreden nabij is; maar hij zelf doet ol hg nog jarenlang aan 't bewind zal blgven. Wie weet? Reeds meer dan eens heeft bladzijde van haar huwelijksleven een vlek gekregen, die er de reinheid aan ontnam. Nooit zou die vlek weer geheel uitge- wischt kunnen wordenhaar hart was te diep getroffen, en er was een kleine wond ontstaan, die niet meer te genezen was haar eerste twist de herinnering aan de eerste harde woorden, de eerste donkere plek op hun effen levensbaan. Toen Leila zich dien avond ter ruste leg de, sprak zij bij zich zelf„Dat zal niet meer gebeuren, nooit meer. Maar over de toekomst hing een sluier. X. Hetzelfde ambacht. Een troep grooms en stalknechts stonden om de arena en keken met bewonderende blikken^ naar de vlugheid van Castelli's jonge vrouw. Het afgerichte paard kende zijn werk be ter dan zijn berijdster, maar zij was nog al handig en dit scheen het dier te voelen. Leila bezat een aangeboren talent om te rijden. Zij kende geen vrees. In haar kin derjaren was zij door haar leermeester meer malen beknord over haar roekeloosheid. Bijna eiken dag na haar huwelijk had zij gereden op een paard door haar echtgenoot tot haar beschikking gesteld, en was mijlen ver het land ingereden met den trouwen Whanks als geleider en beschermer; maar bet kalme rijden, juist waar zij het verkoos, was heel iets anders dan de talenten te doen uitkomen van een reeds beroemd geworden paard. Maar zij was een vlugge leerlinge, en dwong weldra de bewondering af van de ar- tisten, die aan het circus verbonden waren. Juist dezen morgen had zij bij de repeti tie veel succes gehad, en Castelli was trotsch op Leila's vorderingen. Zelfs de het ministerie toegegeven liever dan heen te gaan, en velen verwachten niet zonder reden dat het ook ditmaal zoo zal gaan, en dat het Kabinet ten slotte devenredige vertegenwoordiging ral aanvaarden. Is dat het geval, ja dan kan Vandenpeereboom ge rust, zooals gisteren in den Senaat, beloften afleggen, en heeuloopen over toespelingen op zijn aanstaand aftieden. Gisteren heeft ook de commissie tan XV weer vergaderd, maar tot een resultaat is men weer niet gekomen, dank zg de rechter zijde, die blijkbaar tijd tracht te winnen. Helleputte en Heuvelman hielden lange redevoeringen om aan te toonen dat de E. V. noodlottig zou zijn voor de clericale partij. Daarentegen verklaarde Leon Defuis- seaux een warm aanhanger te zijn van dat stelsel, terwgl Vandervelde mede de voor- deelen er van aantoonde, ofschoon nog steeds aandringende op een vooiafgaande raad pleging van het land. Vandervelde zette uiteen dat de E. V. beter geschakeerde Kamers zal opleveren, vooral met toepassing van Beernaert's voorstellen. De socialisten zullen daardoor ook in Vlaan deren vertegenwoordigd kunnen worden. Toch willen de socialisten vóór alles algemeen stemrecht. Daarop legde de linksche liberaal Lorand een verklaring af, die groot opzien baarde. Immers, de linksche groepen hebben besloten in de kiesrechlquaestie samen te gaan. Waar Lorand dus verklaarde voor een voorstel tot invoering van volledige E. V. te zullen stem men, kwam hij in botsing met de socialisten, die eerst algemeen stemrecht en een raad pleging van het land over E. V. wenschen. Lorand's verklaring is dan ook een onder werp van bespreking geweest in een verga dering der linksche groepen, die gisteravond werd gehouden. Lorand's meening dat het verbond der linksche groepen niet zoover gmg, dat hg tegen E. V. kon stemmen, die een punt van het liberale program is, werd door de socialisten en den radicalen Luik- sebea afgevaardigde Journez weerlegd. Lorand heeft daarom toegegeven, maar achtte het wenschelijk zich in de commissie van XV te doen vervangen door een partij genoot, die geen bezwaar had tegen E, V. te stemmen. Dat Lorand ook zijn mandaat zou neer leggen als afgevaardigde, zooals een clericaal blad beweert, is onjuist. Wel heeft hij opge houden medewerker te zijn aan de »Ré- forme", waarin hg sinds twaalf jaar schrgft, omdat dit blad zgn houding afkeurde. Gemengde Hedcdecllngen. In het Lagerhuis vroeg Mc Lean gisteren uog of de regeering voor een oorlog in Zuid- Afrika alleen blanke of ook Indische en Afri- kaansche troepen wilde gebruiken. Balfour antwoordde dat, mochten zulke ongelukkige gebeurtenissen intreden alleen blanke troepen zullen worden gebruikt. De begrooting van koloniën werd aange nomen. Een voorstel om amnestie te verleenen aan verschillende personen die wegens de grooms en stalknechts juichten liaar luide toe. Zij hield zich vast in den zadel, ter wijl het paard knielde en andere moeilijke kunsten vertoonde. Castelli zag dat er geld met zijn mooie vrouw te verdienen was, en besloot geen tijd voorbij te laten gaan en haar voor het publiek op te laten treden. „Nu moest je nog eens de wals met baai probeeren, Leila," sprak Castelli, „maar het was mogelijk beter, er nog een paar mi nuten mee te wachten." Leila deed wat haar echtgenoot gezegd had, maar het mooie, ongeduldige dier was moeilijk in te houden. Castelli zag het, en ging naar het paard, terwijl hij het met den vinger dreigde. Dadelijk hield het op met zijn rusteloos opblazen van het zaagsel en werd kalm. Leila was verwonderd ovc\ de gehoorzaamheid van het dier, maar be dacht niet dat dit verkregen was door de zweep bij onwil, en een belooning bij ge hoorzaamheid. Onder het uitrusten viel haar oog op een vrouw, die zoo juist met een troep mannen het circus was binnengetreden. Reeds vroe ger had zij hetzelfde gelaat gezien, maar niet na de gelukkige dagen, te Sandcliffe toen Emilio haar het hof maakte. Het sclioone gelaat, dat haar zoo trotsch en toor nig aankeek, was dat van Cleozij kon zich niet vergissen. Het scheen Leila toe of het tot haar sprak: „Zoo, ben je er nu toch toe geko men," en zij schaamde er zich over, dat juist zij haar in de arena moest zienwant had Castelli er niet altijd op gepocht dat zijn vrouw een dame was, en nooit iets niet het circusleven te maken zou hebben? Na tuurlijk had hij er iedereen van overtuigd dat het de wensch van zijn vrouw was,, en kiesrechtrelletjes zijn gestraft is door den Belgischen Senaat geketst. Het Deensche arbeidsconflict duurt voort en dreigt nog ernstiger te worden. De patroons hebben enkele ehchen laten vallen, maar de aibeideis zijn daarmee oiet tevreden. Wel willen zij opnieuw de zaak aan een scheids gerecht onderwerpen. De patroons dreigen nu Maandag nog 15 a 20.000 man gedaan te geven. Een eerst weersproken gerucht dat de Czaar en Keizer Wilhelm in Augustus een samenkomst te Wiesbaden zullen hebben wordt door den Petersburgschen correspon dent der »Ind. Beige" uit »officieele kringen" bevestigd. Delcassé deelde gisteren in den Franschen ministerraad mede dat het veelbesproken telegram van den Czaar aan prins Louis Bonaparte van a tot z te Parijs is verzonnen. Wal deck-Rousseau deelde mede dat een onderzoek wordt ingesteld naar het paniekje op de beurs. Volgens sommigen is de daling der Fran- sche staatspapieren veroorzaakt door om vangrijken vei koop van cleticale zgde. Graaf de Castellane bv. zou voor een millioen te gelijk op de markt hebben geworpen. De »Echo de Paris" klaagt er over dat noch de door Brugère opengelaten plaats als korps-kommnndant, noch Négrier's plaatsin den oppersten raad van oorlog bezet zgn, waardoor het legerbestuur overhoop raakt. Dat komt doordat de politiek zich met militaire aangelegenheden bemoeit, klaagt het blad heel na'ief. Zou niet juist het om gekeerde de fout zijn Bij de parade der republikeinsche garde te Pargs gingen gisterochtend enkele kreten op van»Leve het leger 1 Leve generaal Nógrier De generaal zegt zich niet meer tot het actieve leger te rekenenhij zal den dienst verlaten. Volgens de sTemps" is het thans zeker dat de verdediging in het proees-Dreyfus Lebrun-Renault en Quesnay de Beaurepaire zal dagvaarden. Van andere zgde wordt ge zegd, dat ook over Panizzardi, den gewezen militaire attaché van Italië, wordt gedacht. Esterhazy weigert, ondanks een vrggeleide, te komen getuigen. De generaals moeten zich er zelf maar uit redden, zegt hg. De Libre Parole" heeft zgn lezers op de mouw durven spelden dat Manau, de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, naar Rennes was gegaan om instructies te geven aan de leden van den krijgsraad. Manau heeft Parijs niet verlaten. Du Paty de Clam is ziek en daarom in het hospitaal opgenomen. Naar verluidt loopt de instructie tegen hem op haar eind. Morgen houden Déroulède, Habert en Millevoyl te Mende een patriottische meeting. Na eenige mislukte pogingen heeft men eindelijk gedaan weten te krijgen dat Max Régis voorloopig in vrgheid is gesteld. Hij is nu weer te Algiers. dat hij alleen had toegestemd om haar aan genaam te zijn, en met deze reden had ook Leila genoegen genomen. In een oogwenk begreep zij, dat deze vrouw haar echtgenoot sedert hun huwelijk meermalen ontmoet had, en nu waarschijn lijk een engagement aan hetzelfde circus had aangegaan. Dit denkbeeld alleen deed baar van boosheid het bloed naar de wan gen stijgen. Voor dien dag had zij genoeg van het rijden, en zij wenkte haar echtge noot, die met een anderen trainer in het midden van de arena stond te praten, om bij haar te komen. „Ik wou graag afstijgen, ik zal vandaag niet meer rijden." „Ben je dwaas, Leila, om zulke vreemde dingen te zeggen? Je moet bedenken dat het hier zaken zijn, en dat het hier niet de plaats is om kuren te verkoopen," zei Cas telli ernstig. „Ik ben niet dwaas, maar ik w i 1 niet rijden, terwijl die ellendige Cleo daar staatik w i 1 met haar niet op dezelfde plaats zijn. Ik ga naar huis," sprak Leila vastbesloten. „Dat zal je niet doen," was Castelli's kalm antwoord. „Die vrouw heeft «venveel recht om hier te zijn als jij. Deze week gaat haar engagement hier in, dus zal je haar meermalen ontmoeten. Wees nu niet dwaas, Leila, of je zult me boos maken." „Ik zal een van de staljongens roepen, want ik ga werkelijk naar huis,"' sprak Lei- la, „ik heb mij volstrekt niet verbonden om hier op te treden." „Wat je eenmaal ondernomen hebt, zal je ook ten uitvoer brengen, en als stalmees ter beveel ik je, hier te blijven totÜat de re petitie is afgeloopen." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1