53"c Jaargang.
Zondag 30 en Maandag 31 Juli 1899.
No. 9998.
Eerste Blad.
CIRCUSSLAVEN,
BUITENLAND.
SCHIEDJiMSCME Wf ffitJIT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraal 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12tyg cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Sfo. 133.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 29 Juli '99.
Engeland en Transvaal.
Het was gisteren vol in het Engelsche
Lagerhuis. Ondanks de hitte en het zomer
seizoen waren de leden van Hooger- en La
gerhuis in grooten getale opgekomen, en
een zeer talrijk publiek bezette de tribunes.
De regeering zou, op haar eigen verzoek,
in de gelegenheid worden gesteld, verkla
ringen af te leggen over de Transvaalsche
quaestie. Lord Salisbury in het Huis der
Lords, Chamberlain voor de Commons zou
den de houding der Bntsche regeering ver
dedigen en nogmaals uiteen zetten hoe vre
delievend Engeland zich toch wel gedragen
had en nog gedroeg. Wit laten aan den ver-
standigen lezer zelf het oordeel of hun po
ging is geslaagd. Evenwel, de feiten zijn in
tegenspraak met de woorden, zooals altijd
in zake Zuid-Afrika. Engeland wil het goe
de voor Transvaalwij weten echter dat de
Zuid-Afrikaansehe Republiek van die zorg
niet gediend is. Want met het goede voor
Transvaal wordt gewoonlijk bedoeld het
goede voor de belanghebbenden bij de
Transvaalsche mijnen.
Maar laat ons zien wat er in het Parle
ment is gezegd.
Sir H. Campbell-Bannerman
interpelleerde
in het Lagerhuis. De leider der liberalen
achtte de tegenwoordige betrekkingen tus-
sclien de regeering der Zuid-Afrik. Repu
bliek en de Uitlanders een bron van zeer
ernstig gevaar niet alleen voor de Repu
bliek, maar voor alle Zuid-Afrikaansehe
Staten. Hij geloofde niet dat meer of min
der bedekte bedreigingen met gewapende
tusschenkomst veel zouden uitwerken, en
zag niet in dat er eenige verontschuldiging
zou zijn aan te voeren voor een gewapende
tusschenkomst. Een oorlog in Zuid-Afrika
zou, ook al werd die nog zoo spoedig met
succes bekroond, een rassenhaat wekken die
vele geslachten zou blijven lieerschen en
een goed bestuur van Zuid-Afrika onmoge
lijk zou maken.
Z. i. moest er naar gestreefd worden dat
de Transvaalsche regeering zich laat leiden
door de meening van verlichte Hollanders
in de Kaapkolonie. Spr. meende dat aan, de
heeren Schreiner en Hofmeyr dank was ver
schuldigd voor wat zij in deze richting heb
ben gedaan.
Sir H. Canjpbell-Bannerman noèmde het
niet anders dan natuurlijk dat de Uitlan
ders zouden vragen dat aan de verleening
van het kiesrecht terugwerkende kracht
zou worden gegeven; maar even natuurlijk
is liet, dat de Boeren niet zoo heel grif zijn
om het kiesrecht te verleenen op de ge
vraagde termen. Ten slotte stelde de inter-
pellant deze vraag„Waarom zou niet met
dó noodige zorg en het noodzakelijke ge
duld hier hetzelfde resultaat kunnen be
reikt worden als in Canada, waar de ras-
DOOB
AMYIE READE.
25)
„Kom, Leila, huil nu niet. De beste on
der de menschen dwalen wel eens. Ik moet
ook ronduit bekennen, dat ik je wei wat al
te ruw behandeld heb, maar dat kwam ook
door die verwenschte dagvaarding. Je moet
namelijk weten dat Horrox vertrokken is,
en nu niet meer kan optreden."
„Wat, is hij weg, en de kinderen ook!"
vroeg Leila door haar tranen heen.
„Ja, hij is naar het vaste land," sprak
Castelli.
„Arme kleine Willy, ik beloofde hem nog
al te helpen, en nu is hij weg."
Deze gedachte deed haar tranen weer op
nieuw rijkelijk stroomenv
„Wees nu in 's hemels naam niet zoo kin
derachtig, en toon dat je eep dapper vrouw
tje bent, Leila. Je zult je zelve ziek ma
ken," sprak Castelli vriendelijk.
„Bovendien heb ik een prettige tijding
voor je. Raad eens wat het is?"
Treurig schudde zij het hoofd, alsof niets
in staat was, een glimlach op haar gelaat te
voorschijn te roepen.
„Ik heb bedacht, dat je je alle dagen erg
eenzaam moet gevoelen; ilc had daar eer
aan moeten denken. Wat zou je er van zeg
gen om mee naar het circus te gaan en daar
te leeren rijden, „schoolrijden" meen ik na
tuurlijk. Je rijdt nu al zoo goed, dat je er
wel spoedig heel bekwaam in zult zijn, en
mij in de arena zult kunnen vergezellen.
Wat zou het aardig zijn om samen te kun
nen rijden en een voorstelling te kunnen
senhaat tusschen Engelschen en Franschen
geheel is verdwenen
Chamberlain's antwoord
was een voor-de-zooveelste-maai uiteenzet
ting van de quasi-vredelievende en in
waarheid zeer oorlogzuchtige politiek der
regeering, of liever van den minister van
koloniën die op het oogenblik weer zijn me
deregeerders schijnt te beheerschen.
Hij vond dat sir H. Campbell-Banner-
man's opmerkingen niet strekten om een
vriendschappelijke oplossing der zaak te be
vorderen, maar er veelmeer op berekend
waren om het optreden der Britsche regee
ring te bemoeilijken.
Het ernstige in de grieven van de Uit
landers is, dat ze het gevolg zijn van een
vaste staatkunde, die door de Boeren steeds
gevolgd is. Deze staatkunde noemde Cham
berlain niet alleen tergend, maar ook ge
vaarlijk voor de belangen van het rijk. Dat
de Britsche onderdanen in de Zuid-Afri-
kaansclie Republiek voortdurend in een on
dergeschikte stelling gehouden worden,
brengt Engeland's positie als overheer-
schende mogendheid in Zuid-Afrika in ge
vaar en is een onafgebroken bedreiging
voor den vrede en den voorspoed van het
gelieele land. Die staatkunde heeft een vij
andschap tusschen de rassen gezaaid en is
een bron van gift in Transvaal, die men
niet kan beletten zich over de grezen te ver
spreiden. Dit gansche gevaar, dat een drei
gend gevaar van vervreemding is geworden
in de Kaapkolonie en den Vrijstaat, is het
gevolg van de handelwijze der Transvaal
sche regeenng. De zaak is een aangelegen
heid die de macht, het gezag, de overheer-
scliing en den vrede van het Britsche rijk
raakt. Als Engeland den tegenwoordigen
toestand' liet voortduren tot in het oneindi
ge, zou dit het rijk in de toekomst in tal
van oorlog in Zuid-Afrika wikkelen.
Terwijl sir Henry Campbell-Bannerman
de heeren Schreiner en Hofmeyr prees, her
innerde de minister er aan dat beiden Kru-
ger's vroegere, volkomen illusoire voorstel
len voor voldoende verklaarden.
En toen vervolgde Chamberlain
„Wat de laatste kiesfechtvoorstellen bè-
treft, geloof ik dat wij door president Kru-
ger's verzoek om raad terecht op hem een
beroep hebben gedaan om hem te vragen
een gezamenlijk onderzoek te doen instel
len naar de strekking der voorstellen om
uit te maken in hoeverre zij de vreemde be
volking een voldoende en substantieele ver
tegenwoordiging geven, die alleen be
schouwd kan worden als grondslag voor een
bevredigende oplossing. Ik hoop dat het mij
mogelijk zal zijn een overeenkomst tot
stand te brengen. Tot dusver heb ik niet
gedreigd en. ik ben niet voornemens mij te
laten haasten, daar het in mijn bedoeling
ligt, alle middelen van zedelijken druk ge
heel uit te putten."
Warme toejuichingen van de ministeriee-
le banken oogstte daarop Chamberlain's
verklaring
„Wij zijn tot de slotsom gekomen dat de
grieven der Uitlanders gegrond zijn. Wij
zijn de zaak begonnen, dusrustopons
de verplichting haar ten einde
te voeren. Wij zullen niet rusten alvo
rens een oplossing is bereikt die in onze
geven, Leila. Zou je het willen beproeven
Bij die gedachte helderde haar gelaat op.
Een flauw zonnestraaltje verlichtte weer
het droevige kindergezichtje bij het denk
beeld, dat de eenzame dagen nu voorbij wa
ren, en vervangen zouden worden door pret
tige uren met haar man doorgebracht.
„Ik zou het heel, heel prettig vinden. Ik
voelde mij hier dikwijls zoo verlaten. Het
scheen mij toe of de dagen eindeloos waren.
Het zal een heerlijke verandering zijn."
Zij was weer bijna geheel tot zichzelve ge
komen, en hij was blij, dat hij de droevige
uitdrukking van haar gelaat zag verdwij
nen om plaats te maken voor de oude ge
lukkige.
„Mij dunkt, we moesten de volgende
week je rijkostuum laten maken, en dan
kan je „Meibloem" bestijgen. Het is een
prachtige nierrie, zonder een enkel gebrek
een kind zou haar kunnen berijden
een van de mooiste uit mijn stal," zei Cas
telli tyotsch.
„Hoe aardig van je, om met al je drukte
nog aan mijn ontspanning te denken,"
sprak Leila dankbaar.
„Mijn aardig wijfje moet ook niet langer
blijven zitten pruilen. Kom, wil je me een
kus geven?"
Zij sloeg haar armen om zijn hals; hij
boog zich voorover en kuste haar verschei
den malen.
„Nu zijn wij weer goede maatjes, hè
„Ja, stellig," antwoordde zij verheugd,
terwijl zij hem met een blijden glimlach
aanzag.
Weer was zij gelukkig, hoewel haar liefde
een grooten schok gekregen had, en zij al
wat hij haar verteld, en de teleurstelling
die zij ondervonden had, niet vergeten kon.
Zij vergaf het hem, maar toch ha<d de witte
oogen bevredigend is en wij hopen dat onze
pogingen zullen slagen. Maar wij willen
onze handen niet binden door eenige belof
te omtrent maatregelen die later misschien
noodig zullen zijn, als ongelukkigerwijs
wat jonwaarschijnlijk is onze pogingen
mochten mislukken.
„Wij gelooven dat de vrees voor ver
vreemding van het Hollandsche element
overdreven is. Niemand denkt er aan het
land terug te winnen dat wij eenmaal vrij
willig hebben afgestaan. Het is ons belang
om vrijheid en voorspoed in Transvaal te
doen voortbestaan.
„Ik ben vol hoop voor de toekomst, om
dat ik geloof dat wij president Krnger zul
len kunnen overtuigen dat wij niet streven
naar het benadeelen van hem of zijn land,
maar veeleer hem willen helpen om zijn po
sitie te handhaven en omdat wij overtuigd
zijn dat de groote massa van het Britsche
volk bereid is ons te steunen in alle maat
regelen welke wij noodig zullen achten om
recht te krijgen voor de Britsche onderda
nen in Transvaal met behoorlijke inachtne
ming van de beloften, waarop de onafhan
kelijkheid der Zuid-Afrikaansehe Repubiiek
is gegrondvest."
In het Hoogerhuis
heeft lord Camperdown de vriendelijkheid
gehad een verklaring der regeering uit te
lokken.
Lord Salisbury's verklaring kwam over
een met die van Chamberlain in 't Lager
huis; alleen verweerde de premier zich te
gen het verwijt dat Engeland de Londen-
sche Conventie schond; juist Transvaal
handelt daarmede in strijd.
„De Conventie van 1881," aldus Saliabu-
ry, „veroordeelt Kruger's houding volko
men. Zoodra de conventies van 1881 en
1884 waren gesloten, heeft geen Britsche
regeering ooit iets -daartegen willen onder
nemen zoolang zij werden nageleefd. Maar
overeenkomsten kunnen worden vernietigd
door een daad van een der partijen ten ge
rieve van welke zij zijn gesloten, Hoe wei
nig wij ook geneigd zijn om deze conventies
te niet te doen, zoolang ze eerlijk worden
in acht genomen, toch zouden weinigen van
ons thans verlangen dat Engeland op het
oogenblik de conventies zou onderteekenen,
gelijk ze nu zijn. Als de geldigheid der con
venties wordt gewraakt, zouden wij niet we
ten wat daarvoor in de plaats zou kunnen
komen, maar dat zullen geen overeenkom
sten in denzelfden geest zijn. Ik ben er heel
zeker van dat, wanneer Engeland voor
waarden zou moeten stellen om aan de
Britsche onderdanen een elementair recht
te verzekeren, dat het niet weer een toe
stand zou scheppen die de oude zoo geduch
te moeilijkheden zou doen terugkeeren."
Men ziet heteigenlijk heeft Transvaal
nog reden, Engeland innig dankbaar te zijn.
De geschiedenis zal anders oordeelen
over de Britsche veinzerij.
De Belgische klesrechtquaestte.
De minister-president "Vandenpeereboom
lacht blijkbaar als altijd om zgn tegenstan
ders. Beweerd wordt dat zya aftreden nabij
is; maar hij zelf doet ol hg nog jarenlang
aan 't bewind zal blgven.
Wie weet? Reeds meer dan eens heeft
bladzijde van haar huwelijksleven een vlek
gekregen, die er de reinheid aan ontnam.
Nooit zou die vlek weer geheel uitge-
wischt kunnen wordenhaar hart was te
diep getroffen, en er was een kleine wond
ontstaan, die niet meer te genezen was
haar eerste twist de herinnering aan de
eerste harde woorden, de eerste donkere
plek op hun effen levensbaan.
Toen Leila zich dien avond ter ruste leg
de, sprak zij bij zich zelf„Dat zal niet
meer gebeuren, nooit meer.
Maar over de toekomst hing een sluier.
X.
Hetzelfde ambacht.
Een troep grooms en stalknechts stonden
om de arena en keken met bewonderende
blikken^ naar de vlugheid van Castelli's
jonge vrouw.
Het afgerichte paard kende zijn werk be
ter dan zijn berijdster, maar zij was nog al
handig en dit scheen het dier te voelen.
Leila bezat een aangeboren talent om te
rijden. Zij kende geen vrees. In haar kin
derjaren was zij door haar leermeester meer
malen beknord over haar roekeloosheid.
Bijna eiken dag na haar huwelijk had zij
gereden op een paard door haar echtgenoot
tot haar beschikking gesteld, en was mijlen
ver het land ingereden met den trouwen
Whanks als geleider en beschermer; maar
bet kalme rijden, juist waar zij het verkoos,
was heel iets anders dan de talenten te doen
uitkomen van een reeds beroemd geworden
paard. Maar zij was een vlugge leerlinge, en
dwong weldra de bewondering af van de ar-
tisten, die aan het circus verbonden waren.
Juist dezen morgen had zij bij de repeti
tie veel succes gehad, en Castelli was
trotsch op Leila's vorderingen. Zelfs de
het ministerie toegegeven liever dan heen
te gaan, en velen verwachten niet zonder
reden dat het ook ditmaal zoo zal gaan, en
dat het Kabinet ten slotte devenredige
vertegenwoordiging ral aanvaarden. Is dat
het geval, ja dan kan Vandenpeereboom ge
rust, zooals gisteren in den Senaat, beloften
afleggen, en heeuloopen over toespelingen
op zijn aanstaand aftieden.
Gisteren heeft ook de commissie tan XV
weer vergaderd, maar tot een resultaat is
men weer niet gekomen, dank zg de rechter
zijde, die blijkbaar tijd tracht te winnen.
Helleputte en Heuvelman hielden lange
redevoeringen om aan te toonen dat de
E. V. noodlottig zou zijn voor de clericale
partij. Daarentegen verklaarde Leon Defuis-
seaux een warm aanhanger te zijn van dat
stelsel, terwgl Vandervelde mede de voor-
deelen er van aantoonde, ofschoon nog steeds
aandringende op een vooiafgaande raad
pleging van het land.
Vandervelde zette uiteen dat de E. V. beter
geschakeerde Kamers zal opleveren, vooral
met toepassing van Beernaert's voorstellen.
De socialisten zullen daardoor ook in Vlaan
deren vertegenwoordigd kunnen worden. Toch
willen de socialisten vóór alles algemeen
stemrecht.
Daarop legde de linksche liberaal Lorand
een verklaring af, die groot opzien baarde.
Immers, de linksche groepen hebben besloten
in de kiesrechlquaestie samen te gaan. Waar
Lorand dus verklaarde voor een voorstel tot
invoering van volledige E. V. te zullen stem
men, kwam hij in botsing met de socialisten,
die eerst algemeen stemrecht en een raad
pleging van het land over E. V. wenschen.
Lorand's verklaring is dan ook een onder
werp van bespreking geweest in een verga
dering der linksche groepen, die gisteravond
werd gehouden. Lorand's meening dat het
verbond der linksche groepen niet zoover
gmg, dat hg tegen E. V. kon stemmen, die
een punt van het liberale program is, werd
door de socialisten en den radicalen Luik-
sebea afgevaardigde Journez weerlegd.
Lorand heeft daarom toegegeven, maar
achtte het wenschelijk zich in de commissie
van XV te doen vervangen door een partij
genoot, die geen bezwaar had tegen E, V.
te stemmen.
Dat Lorand ook zijn mandaat zou neer
leggen als afgevaardigde, zooals een clericaal
blad beweert, is onjuist. Wel heeft hij opge
houden medewerker te zijn aan de »Ré-
forme", waarin hg sinds twaalf jaar schrgft,
omdat dit blad zgn houding afkeurde.
Gemengde Hedcdecllngen.
In het Lagerhuis vroeg Mc Lean gisteren
uog of de regeering voor een oorlog in Zuid-
Afrika alleen blanke of ook Indische en Afri-
kaansche troepen wilde gebruiken.
Balfour antwoordde dat, mochten zulke
ongelukkige gebeurtenissen intreden alleen
blanke troepen zullen worden gebruikt.
De begrooting van koloniën werd aange
nomen.
Een voorstel om amnestie te verleenen
aan verschillende personen die wegens de
grooms en stalknechts juichten liaar luide
toe. Zij hield zich vast in den zadel, ter
wijl het paard knielde en andere moeilijke
kunsten vertoonde.
Castelli zag dat er geld met zijn mooie
vrouw te verdienen was, en besloot geen
tijd voorbij te laten gaan en haar voor het
publiek op te laten treden.
„Nu moest je nog eens de wals met baai
probeeren, Leila," sprak Castelli, „maar
het was mogelijk beter, er nog een paar mi
nuten mee te wachten."
Leila deed wat haar echtgenoot gezegd
had, maar het mooie, ongeduldige dier was
moeilijk in te houden. Castelli zag het, en
ging naar het paard, terwijl hij het met
den vinger dreigde. Dadelijk hield het op
met zijn rusteloos opblazen van het zaagsel
en werd kalm. Leila was verwonderd ovc\
de gehoorzaamheid van het dier, maar be
dacht niet dat dit verkregen was door de
zweep bij onwil, en een belooning bij ge
hoorzaamheid.
Onder het uitrusten viel haar oog op een
vrouw, die zoo juist met een troep mannen
het circus was binnengetreden. Reeds vroe
ger had zij hetzelfde gelaat gezien, maar
niet na de gelukkige dagen, te Sandcliffe
toen Emilio haar het hof maakte. Het
sclioone gelaat, dat haar zoo trotsch en toor
nig aankeek, was dat van Cleozij kon zich
niet vergissen.
Het scheen Leila toe of het tot haar
sprak: „Zoo, ben je er nu toch toe geko
men," en zij schaamde er zich over, dat
juist zij haar in de arena moest zienwant
had Castelli er niet altijd op gepocht dat
zijn vrouw een dame was, en nooit iets niet
het circusleven te maken zou hebben? Na
tuurlijk had hij er iedereen van overtuigd
dat het de wensch van zijn vrouw was,, en
kiesrechtrelletjes zijn gestraft is door den
Belgischen Senaat geketst.
Het Deensche arbeidsconflict duurt voort
en dreigt nog ernstiger te worden. De patroons
hebben enkele ehchen laten vallen, maar
de aibeideis zijn daarmee oiet tevreden. Wel
willen zij opnieuw de zaak aan een scheids
gerecht onderwerpen.
De patroons dreigen nu Maandag nog
15 a 20.000 man gedaan te geven.
Een eerst weersproken gerucht dat de
Czaar en Keizer Wilhelm in Augustus een
samenkomst te Wiesbaden zullen hebben
wordt door den Petersburgschen correspon
dent der »Ind. Beige" uit »officieele kringen"
bevestigd.
Delcassé deelde gisteren in den Franschen
ministerraad mede dat het veelbesproken
telegram van den Czaar aan prins Louis
Bonaparte van a tot z te Parijs is verzonnen.
Wal deck-Rousseau deelde mede dat een
onderzoek wordt ingesteld naar het paniekje
op de beurs.
Volgens sommigen is de daling der Fran-
sche staatspapieren veroorzaakt door om
vangrijken vei koop van cleticale zgde. Graaf
de Castellane bv. zou voor een millioen te
gelijk op de markt hebben geworpen.
De »Echo de Paris" klaagt er over dat
noch de door Brugère opengelaten plaats als
korps-kommnndant, noch Négrier's plaatsin
den oppersten raad van oorlog bezet zgn,
waardoor het legerbestuur overhoop raakt.
Dat komt doordat de politiek zich met
militaire aangelegenheden bemoeit, klaagt
het blad heel na'ief. Zou niet juist het om
gekeerde de fout zijn
Bij de parade der republikeinsche garde
te Pargs gingen gisterochtend enkele kreten
op van»Leve het leger 1 Leve generaal
Nógrier
De generaal zegt zich niet meer tot het
actieve leger te rekenenhij zal den dienst
verlaten.
Volgens de sTemps" is het thans zeker
dat de verdediging in het proees-Dreyfus
Lebrun-Renault en Quesnay de Beaurepaire
zal dagvaarden. Van andere zgde wordt ge
zegd, dat ook over Panizzardi, den gewezen
militaire attaché van Italië, wordt gedacht.
Esterhazy weigert, ondanks een vrggeleide,
te komen getuigen. De generaals moeten
zich er zelf maar uit redden, zegt hg.
De Libre Parole" heeft zgn lezers op
de mouw durven spelden dat Manau, de
procureur-generaal bij het Hof van Cassatie,
naar Rennes was gegaan om instructies te
geven aan de leden van den krijgsraad.
Manau heeft Parijs niet verlaten.
Du Paty de Clam is ziek en daarom in het
hospitaal opgenomen. Naar verluidt loopt de
instructie tegen hem op haar eind.
Morgen houden Déroulède, Habert en
Millevoyl te Mende een patriottische meeting.
Na eenige mislukte pogingen heeft men
eindelijk gedaan weten te krijgen dat Max
Régis voorloopig in vrgheid is gesteld. Hij is
nu weer te Algiers.
dat hij alleen had toegestemd om haar aan
genaam te zijn, en met deze reden had ook
Leila genoegen genomen.
In een oogwenk begreep zij, dat deze
vrouw haar echtgenoot sedert hun huwelijk
meermalen ontmoet had, en nu waarschijn
lijk een engagement aan hetzelfde circus
had aangegaan. Dit denkbeeld alleen deed
baar van boosheid het bloed naar de wan
gen stijgen. Voor dien dag had zij genoeg
van het rijden, en zij wenkte haar echtge
noot, die met een anderen trainer in het
midden van de arena stond te praten, om
bij haar te komen.
„Ik wou graag afstijgen, ik zal vandaag
niet meer rijden."
„Ben je dwaas, Leila, om zulke vreemde
dingen te zeggen? Je moet bedenken dat
het hier zaken zijn, en dat het hier niet de
plaats is om kuren te verkoopen," zei Cas
telli ernstig.
„Ik ben niet dwaas, maar ik w i 1 niet
rijden, terwijl die ellendige Cleo daar
staatik w i 1 met haar niet op dezelfde
plaats zijn. Ik ga naar huis," sprak Leila
vastbesloten.
„Dat zal je niet doen," was Castelli's
kalm antwoord. „Die vrouw heeft «venveel
recht om hier te zijn als jij. Deze week gaat
haar engagement hier in, dus zal je haar
meermalen ontmoeten. Wees nu niet dwaas,
Leila, of je zult me boos maken."
„Ik zal een van de staljongens roepen,
want ik ga werkelijk naar huis,"' sprak Lei-
la, „ik heb mij volstrekt niet verbonden om
hier op te treden."
„Wat je eenmaal ondernomen hebt, zal
je ook ten uitvoer brengen, en als stalmees
ter beveel ik je, hier te blijven totÜat de re
petitie is afgeloopen."
Wordt vervolgd.)