53ste Jaargang. Donderdag 10 Augustus 1899. No. 10007. I CIECÜSSLAVEN, BUITENLAND. I SCHIIISAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het" eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. iiaMaiuwvuniHiuiiii Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer I2vi cents. Reclames 30 cents per regel. Groole letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Inierc. Telefoon Aio. 133. ff ES S. h 4' v I Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 9 Aug. '99. Hei proces-Dreyfus. De tweede dag. Vier volle dagen van rust voor de getui gen en de verslaggevers, terwijl de krijgsraad zich in geheime zitting bezig houdt met het onderzoek van het geiheime dossier. Vier da gen rust en de getuigen zijn uiteengesto ven als een zwerm musschen, naar Parijs, naar Dinard, naai' St. Malo deze naar een badplaats, gene naar buiten, anderen naar huis, naar vrouw en kinderen. En middelerwijl zijn in de aula van het ly ceum te Hennes de advocaten van kapitein Drevfus bezig na elkander om te trappen al de kaartenhuisjes van leugen en bedrog, tot pulver te wrijven al de stukken die vormen hel beruchte geheime dossier. Generaal Cha- moin en Paléologue demonstreeren de stuk ken; mr. Labori en mr. Demange zullen er niets van overlaten. Zij zijn er volkomen ge lust op. Dat kapitein Dreyfus zeer benieuwd is naar de onthullingen van het dossier, is be grijpelijk. Wie onschuldig is, moet wel nieuwsgierig zijn naar de „vreeselijke'' be wijzen van zijn schuld. En dat de advocaten niet de minste onwet tigheid zullen toelaten van het genre-1894, is zeker. De bijna 5 jaar die sinds 'het eerste proces-Dreyfus zijn verloopen, hebben menige les in zich bevat, waarvan nu partij kan wor den getrokken. De zitting heeft gisteren geduurd van half zeven tot kwart voor twaalven. Natuurlijk is er niets bekend van wat in deze zitting is voorgevallen. Wel beweert de „Liberté" dat deze geheime zitting een voor Dreyfus on gunstig verloop heeft gehad; maar er kan dienaangaande niets vermoed, iaat staan ge weten worden. Men denkt dat het onderzoek van het dos sier wel meer dan vier dagen zal durennu reeds spreekt men er van, dat ook de Zater dag er mee gemoeid zal zijn. De indrukken van den eer sten dag zijn natuurlijk zeer verschillend. Kapitein Dreyfus, die zeer verbaasd moet zijn geweest dat hij geheel als beschuldigde iwordt behandeld, omdat hij op reis naar Frankrijk meende dat het nieuwe proces al leen een formaliteit zou zijn om hem. te relha- biliteeren, heeft later begrepen dat het tegen deel waar is, dat er nog een hardnekkige strijd gevoerd moet worden. Het verhoor was voor hem in zekeren zin onverwacht, omdat er in doorklonk de mogelijkheid van zijn schuld. Dat de zittingen hem vermoeien, is begrijr pel ijk. Dreyfus moge er tamelijk flink uit zien zijn gezondheid moet onder de 44-jarige barbaarsehe behandeling op het Duivels eiland geducht hebben geleden. Henri Varen nes teekent hem aldus in de „Aurore" „Zijn gelaat is verstijfd in lijden en de on gelukkige verschijnt nu met een gelaat als een masker van was en strakke trekken. „Zijn lidhaam heeft ook geleden. Onder zijn nieuwe uniform merkt men geen vleesah meer. Is het een kapstok waarop de schou ders van den dolman rusten Zijn het ijzeren stangen die de mouwen van den romp af hou den „Neen, het is een spokenromp, en terwijl hij met zijn gewild kalmen en regelmatigen DOOK AMYIE READE. 34) „Hoe durf je mijn handelingen te veroor- deelen, Leila?" vroeg Castelli boos. „Hij is smoordronken en verdient een goede straf. Kom, ga aan je werk, ik kan best voor mijn eigen zaken zorgen, en heb je raad niet noo- dig," voegde hij er ncrsch bij. Whamks was intussdhen overeind gekomen, en terwijl hij steun zocht tegen den muur, keek hij Leila zoo dom en wezenloos aan, dat "Castelli hoe langer hoe boozer werd. Zonder daarop te letten, sprak Leila vrien delijk tot Whanks„Kom, kerel, ga nu naar huis. Nu kan ik niet met je praten. Ga nu wat eten, en dan naar bed, dan ben je van avond weer in orde," drong Leila aan. „Wil je wel eens dadelijk je mond hou den," hernam haar echtgenoot. „ïfc zeg je nog eens dat ik op je wacht," voegde hij er onge duldig bij. Zij ging stil en kalm naar hem toe, maar er lag iets uitdagends in haar blik en wijze van optreden, wat Castelli's aandacht niet ontging. Hij wist dat zij zidh ergerde aan den dwang, dien hij haar oplegde, en dat haar werk in de arena haar krachten uitputte, maar zoolang zij zich niet openlijk verzette, stoorde hij er zich weinig aan; om haar stap voortschrijdt, zien wij Lebon aan die hem met ziju halfblind oog aanstaart, Mer rier die zich geweld aandoet om rustig te blij ven, Boisdeffre die zich zeker afvraagt, waar om kommandant Coffinières Dreyfus niet heeft toegestaan hem van de Kaap-Yerdische eilanden de betuiging zijner dankbaarheid te zenden." Men zegt dat Drevfus' familie eenigszins bezorgd is over zijn gezondheid. Over het oordeel der bladen zeiden wij gis teren reeds, dat de revisionistische pers zoo wel als de anti-revisionistische tevreden is over de zitting van Maandag. De eerste noemt de resultaten gunstig, de laatste on gunstig voor Dreyfus. In de „Intransigeant" barst Rochefort, schuimbekkend van woede, los in scheldwoor den „Dus voor dezen schorpioen, dit wezen, li chamelijk bijna even misvormd als moreel, dezen nachtvogel met krommen bek, deze glasachtige oogen, is Frankrijk sedert bijna drie jaar tot op zijn diepste grondvesten aan het. schudden gebracht. Om dit afkeerwek kende gelaat aan de zon van Guyana te ont trekken, is de geheele defensie van ons land gedesorganiseerd, zijn tal van legerhoofden in ongenade gevallen. Men zou om hem te zien geen twee sous geven en hij heeft er reeds meer dan honderd millioen gekost." Iiochefort meent natuurlijk dat Dreyfus het in het verhoor heeft afgelegd, en eindigt met deze voorspelling „Deze eerste zitting zal niet nalaten te lei den tot een resultaat van onbetwistbaar ge wicht, het ontslag van Mi! ie rand als minister van het kabinet-Gallifet, daar tot het on derzoek van het geheim dossier met gesloten deuren met vijf tegen twee stemmen werd be sloten." In de ..Libre Parole" zegt De Boisandré „De indrukken van dezen eersten dag zijn tweeledig. Gunstig ten aanzien van den krijgsraad, wiens president de debatten onaf hankelijk en onpartijdig schijnt te willen lei den. Ongunstig voor Dreyfus, in wien wij den discipel van Avinain herkennen, dien wij sedert 1S94 kennen." Volgens de „Liberté" moet Du Paty de Ciam niet geneigd zijn de verklaringen van Dreyfus van gisteren te weerspreken. Het blad verzekert dat de krijgsraad niets in het duister zal laten en een onaantastbaar von nis zal vellen. De ..Temps" komt op tegen de politici die de zaak beschouwen als een inzet voor den partijstrijd en kondigt een nauwgezet onpar tijdig vonnis aan, en de „Jour" betreurt het dat er bladen zijn die hun vooringenomen heid en kwade trouw tot zelfs in de verslagen overbrengen, alsof de veroordeeling of de vrij spraak van Dreyfus voor zekere bladen een levensquaestie is. Ten slotte willen wij weergeven, wat Mar cel Próvost in de „Herald" zegt over kolonel Jouaust, den voorzitter van den krijgsraad, die hem niet zoo verschrikkelijk lijkt als hij zich wel voordoet. Hij spreekt over dat deel van het verhoor, waarin de kolonel Dreyfus nogal barscih vroeg of hij de schrijver van het borderel was „Neen,kolonel. Dat heb ik niet geschre ven. Ik bon onschuldig, kolonel, ik ben on schuldig. Ik heb vijf jaar in het bagno door gebracht en ben onschuldig." Op dit oogen- blik, toen de deurwaarder het borderel op de tafel der rechters legde, heb ik daar ben ik zsker van de snor van kolonel Jouaust zien trillen, en het baatte niet of hij al met een een ruwe stem opzette en streng keek lichamelijk lijden gaf hij niets. Op hun reis door het Vasteland was hij door Ringens en andere artisten ééns of tweemaal opmerk zaam gemaakt op de zwakke gezondheid zijr ner vrouw; haar bleek, ziekelijk uiterlijk met het afgeteekende blosje, haar groote oogen, die een uitdrukking 'hadden ah van opge jaagd wild, hadden het medelijden opgewekt van lien die aan het circus verbonden waren. Maar op Castelli had liet niet de minste uit werking. Hij vond het zelfs al vervelend dat zijn vrouw door hen besproken werd, en zei ronduit, dat het hun volstrekt niet aanging, zijn vrouw was wèl genoeg en hij wensdhte geen zieke van haar te maken; zij moesten maar naar huil eigen vrouwen kijken, dan zou hij hetzelfde doen. Er werd nooit meer over deze zaak gespro ken, maar Ringens en Whanks zagen haar van dag tot dag minder worden. Bij de min ste inspanning werd haar blos hooger, en bij tijden waren haar oogen zoo schitterend als sterren, en zij kon zoo zenuwachtig en ruste loos zijn, als het tijd werd om op te treden. Op zekeren avond in Brussel, toen zij "Whanks ongewoon vermoeid toescheen, had hij haar geraden wat rust te nemen; hij •hield zooveel van het jonge vrouwtje dat hij hun troep gekomen was, en Castelli's achte loosheid en strengheid waren een voortduren de bron van ergernis voor den trouwen knecht, en Leila, dankbaar voor iedere vrien delijke bejegening, was ook liem zeer gene gen. „Neen, ik kan nu niet rusten, Whanks," toen hij den beklaagde aanzag. Ik heb begre pen dat deze voorzitter zich maar norsch voordoet, bezorgd om^onpartijdig en onaan doenlijk te schijnen." De verwachtingen over het p r o c es zijn zeer verschillend, wat betreft de inciden ten die zich zullen voordoen. Reeds deelden wij mede dat een opzienba rende verklaring van generaal Billot wordt tegemoet gezien. Maar ernstiger nog zal het conflict ziju dat van Meieier's optreden wordt verwacht. De „Jour" voorspelt dat de getuigenver klaring van Merrier in strijd zal zijn met die van den oud-president Casimir-Périer, en dat de verdediging de onmiddellijke inhechtenis neming van den generaal zal vragen wegens het afleggen van valsche getuigenis De „Droits de 1'iiomme" verklaart dat wat Meicier zal gaan zeggen, het blad slechts doet beven voor hem, en Octave Mirbeau voorziet een volkomen nederlaag voor gene raal Merrier, Merrier zelf heeft aan een journalist gezegd dar iiij liet volste vertrouwen heeft in den afloop van het proces, en dat de pessimisten binnen weinige dagen zijn meening zullen deelen. Cavaignae daarentegen meent dat het eind O O niet is te voorzien hij verwacht een coup de theatre. De „Patrie" beweert dat er ernstig sprake van is mr. Demange als getuige te hooreu over de stappen die hij ten gunste van Drey fus zou hebben gedaan bij den lieer Casinnr- Pórier. In dat geval zou Demange met langer als verdediger van Dreyfus kunnen optreden. Het blad verlangt dat de oud-mimstev van oorlog Krantz zal worden gehoord die, naar het beWeert, thans overtuigd is van de schuld van Dreyfus. Het constateert dat in de oogen van het volk Dreyfus een verrader is. Daarentegen noemt de „Paris" Esterhazy den eigenlijken verrader. Proces -v a r i a. Het brutaal liegen in de nationalistische jaers houdt steeds aan. Zoo beweert de „Pa trie" dat de familie Dreyfus te Rennes schit terende diners en zeer gezellige soirees geeft. -« O O O Natuurlijk klinkklaar verzonnen. Maandag zijn tusschen 7 uur 's morgens en 4 urn- 's middags 200,000 woorden over het proces naar Parijs geseind, en 's avonds nog een 50,000. Max Nordau, "de vermaarde Duitsche pu blicist, woont het proces bij. De „witte dame" is er ook, evenals bij het proces-Zola. Het schijnt een demi-mondaine te zijn, die zich bijzonder voor de Zaak inte- lesseert als voor een boeienden roman. Zoo zijn er meer. Deicassé, de minister van buitenlandsdhe zaken, heeft verklaard dat de regeering zidh geheel onderwerpt aan het oordeel van den krijgsraad. André Lebon zegt niets te vreezen van de officieele onthullingen over Drevfus' verblijf op het Duiveleiland. „Ik zou wel eens een an der in mijn plaats lielbben willen zien," is zijn zwakke verdediging. Naar aanleidrng van dit rapport zegt Men- nier rn do „Rappel". „Men wilde lie-m gek maken, hom dooden. Ilij heeft een delirium gehad. Hij heeft ge weend. Zijn folteraars hoopten, dat hij zijn leven of zijn verstand zoude verliezen, dodh tegen allo waarschijnlijkheid in heeft hij alles overleefd en nu staat hij daar van aangezicht tot aangezicht tegenover zijn vervolgers. Het uur der gerechtigheid heeft geslagen. antwoordde zij, blij gestemd door de zorg die hij voor haar gezondheid had. „Je meester zou het niet goed vinden hij zou denken dat ik lui was. Zij glimlachte, maar deed dit met zulk een treurige uitdrukking op het gelaat, dat Whanks, toen hij het later aan een kennis van hem vertelde, zei „dat hij had kunnen huilen als een kind". „De meester is zoo hard als een steen, en soms erg wreed, en als ik in uw plaats was, ik „Stil," viel Leila hem in de rede, „je moogt zoo niet sprekenhij is mijn man." „Des te grooter zonde," ging Whanks voort, niet lettende op haar vermaning. „Des te grooter zonde," herhaalde hij nog eens. Er waren anderen die hetzelfde dachten, maar Leila wist het niet. Zij bleef onbekend met de vriendelijke gevoelens, die men voor 'haar koesterde, eenvoudig omdat zij de vrouw was van Castelli en de moeder zijner kin deren. Den volgenden morgen, toen Castelli naar het circus ging, in verwachting daar Whanks te vinden, daar hij hem slechts voor den vorm had weggestuurd, was hij zeer verwon derd, dat hij er niet. was. Hij deed navraag, en men vertelde hem dat Whanks wat geld gekregen had, en reeds vertrokken was, of anders dien dag naar York gaan zou. Castelli kon nauwelijks geloo- hem uit zijn dienst te jagen, en hem todh gewoon geraakt, hem over zijn gebreken te beknorren, vregselijk tegen hem te vloeken, „O, de ellendigenWelke wonden hebben zij de eer van Frankrijk toegebracht. Met welk een vlek hebben zij het bezoedeld. Mijn vuisten ballen zich van verontwaardiging, ik spuw u in het gelaat, schelmen Het mlnlsferlc-Bc Smet de Alacycr, Gisteren heeft de Belgische Kamer kennis gemaakt met het nieuwe Kabinet. liet was zeer vol in de zaal en op de tribunes. De rech terzijde begroette de nieuwe ministers. Van- denpeeruboom drukte zijn opvolger glim lachend de hand. Generaal De Cousebant, de nieuwe minister van oorlog, ging een hand druk wisselen met Woeste. De minister-president las een korte verkla ring voor. De legcering, zeide hij, behoeft geen verklaring van beginselen te geven Zijn beginselen zijn die van alle regecringen der rechterzijde. Het doel dezer regeering is een oplossing te zoeken voor de kiesquaestie. Die oplossing meent het ministerie gevonden te hebben m de toepassing van het algemeene proportioneele stelsel. Zijn overtuiging wordt bevestigd door de bijna algemeene instem ming van de politieke vereenigiugen en van de pers. De tegenwoordigheid van een generaal aan het hoofd van het departement van oorlog duidt niet aan dat de militaire quaestie is op gelost, maar is een bewijs van do belangstel ling der regeering in liet leger. Deze laatste wooiden werden door de rech terzijde met: „Zeer goed!" begroet. Daarop nam Vandenpeereboom bet woord om te zeggen dat hij zich bij het gesprokene door den minister-president aansloot en na mens de leden van het afgetreden Kabinet te verklaren dat zij de regering zullen steunen bij het vervullen van haar taak. Smeets, de socialistische afgevaardigde van Luik, vroeg een pertinente verklaring van de regeering over haar kiesrecht-ontwerp en of zij evenals haar voorgangster weer partijdig te werk zou gaan bij alle benoemingen. De socialisten willen E. V., maar niet zonder al gemeen kiesrecht. Hij meende dat de Kamer behoorde ontbonden te worden. Woeste hield daarop namens zijn aanhan gers een heftige philippiea tegen de regeering Hij zag in het ministerie een ramp voor Bel gië en de katholieke partij, wanneer zij E. V. invoerde, die een overwinning beteekende voor Lorand, van wien hij vervolgens een veldtocht voor algemeen kiesrecht verwachtte. Lorand stemde dit volmondig toe. Dc minister-president De Smet antwoord de Woeste met te zeggen dat de regeering noch ten opzichte van E. V. noch van per soonlijken dienstplicht verplichtingen had aangegaan met de linkerzijde. Wanneer Bel gië de E. V. had ingevoerd, zou het tegen over het buitenland trotsch kunnen zijn op die hervorming. Ten slotte verklaarde de socialistische lei der Vandervelde dat hij niet voor de evenre dige vertegenwoordiging zal stemmen. Hij diende een motie in, waarin de Kamer hef betreurt dat de regeering niet beeft overge nomen de belofte door minister Liebaert af gelegd omtrent de werHiedenpnsioenen. De minister-president bestreed deze motie. De katholieke afgevaardigde De Lantshee- re stelde tegenover de motie-Vandervelde de eenvoudige orde van den dag die met 68 tegen 19 stemmen werd aangenomen. Door Vandervelde is tegenover het kies- rcchtonbwerp der regeering een voorstel in gediend tot herziening van art. 47 der grond wet. liem uit zijn dienst te verjagen, en hem toch weer te houden, dat hij meende dat het ook dezen keer wel weer zoo gaan zoumaar tot zijn teleurstelling bleek, dat hij werkelijk voor goed vertrokken was. De dag verliep, maar ,er verscheen geen Whanks, en toen de avond naderde, zond hij een boodschap naar zijn kamer. Men wist niets anders van hem dan dat hij 's morgens met den trein vertrok ken was. Hij had gezegd, dat hij niet naar het circus ging, daar hij voor zaken naar York moest. Dit bracht Castelli in groote moeilijkheid, daar hij niet zoo gauw een plaatsvervanger kon vinden, en Leila bracht het urn' dat de voorstelling vooraf ging, zeer onaangenaam met haar echtgenoot door. Hij beschimpte Whanks erg, en gebruikte zulke vreeselijke uitdrukkingen, dat Leila bang werd in zijn tegenwooixligheidtodh durfde zij hem niet in de rede vallen of zeggen dat hij den knecht zelf had weggestuurd, en hij dus niet te berispen was. Zij zat toe te, luis teren, af en toe een zudht loozende. Whanks, onbekend met al de onaange naamheden, welke zijn afwezigheid in het cir cus had veroorzaakt, had een paar -zeer druk ke men in York doorgebracht. Hij bad den notaris gesproken, en was zeer tevreden over 'liet onderhoud, en toen hij door Bootham Bar naar huis slenterde, overlegde hij ,wat hij in de toekomst doen zou. Hij was vastbeslo ten het circusleven vaarwel te zeggen. Hij wilde daar eens voor altijd mee breken, en toen hij Gillygate binntrad, was luj besloten om weg te gaan zoodra als zijn zaken in York Bemengilc Medcdecllngen. In liet Lageiliuis deelde de minister voor Indië, sir George Hamilton, gisteren bij liet debat over de Indische begrooting mede dat de Indische regeering liet voornemen heeft haar steun te geven aan de voorstellen der muntcommissie in den geest van de invoering van den gouden standaard, die tot heil van het Indische volk zal strekken. Be minister is voornemens al zijn macht aan te wenden om de sfaatkutide, ingewijd door de sluiting van de munt, zoo spoedig mogelijk te beëindigen. Keizer Wilhelm brengt Vrijdag een bezoek aan Krupp op diens villa. In de week van 9 October wordt te Han nover de sociaal-democratische partijdag gehouden. Het zal er vermoedelijk scherp toegaan, vooral over de positie der partij tegenover de legerquaestie en andere punten van beginsel en tactiek. Giaaf Von Munster Duitsciiland's grijze gezant te Parijs, heeft den prinselijken titel gekregen. Men heeft deze onderscheiding in verband gebracht met het feit dat herhaaldelijk en nog zeer onlangs Von Münster's naam op onaangename wijze is gemengd in de zaak- üivyfus. Meer waarschijnlijk is echter, dat het optreden van den gezant op de Vredes conferentie een liooge belooning waardig wordt geacht. In een onderhoud met den Petersburgschen correspondent van de sTemps" verklaarde minister Deicassé dat in het onderhoud met graaf Muravief niet de minste zinspeling was gemaakt op de binnenlandsche staatkunde van Frankrijk, en dat de betrekkingen tus schen Rusland en Frankrijk nooit nauwer, hartelijker, inniger en vertrouwelijker waren geweest. Wegens het mond- en klauwzeer in som mige departementen zou dit werkelijk de reden zijn 1 heeft de Fransche regee ring besloten de manoeuvres van verschillende legercorpsen niet te doen plaats vinden. Te Parijs hebben de lantaarnopstekers en andeie weiklieden in dienst der gasfabrieken liet weik gestaakt. Voor de eeiste acht dagen is er nog geen gevaar voor de verlichting der wereldstad. In Oostenrijk, vooral te Weenen, blijft men protesteeren tegen de regeering. Maandag avond weiden weer 14 socialistische verga deringen te Weenen ontbonden. Een Buda-Pester blad kondigt een duel aan tu«schen baron Baniïy, deri vorigen minister-president, en graaf Eugenius Zkhy, Te Castelion houden de twisten tusschen ultraroontanen en vrijdenkers aan. Zondag zijn er relletjes geweest, die verschillende airestaties veroorzaakte. Daarop zijn gisteren tioepen tepubiikeinen naar de gevangenis getiokken om hun vrijlating te eischen. De soldaten scholen over de hoofden der menigte. Te Mong-Tsé hebben Chineezen de Fransche riag beleedigd en het consulaat geplunderd. Doumerc, de gouverneur-generaal van Indo- Cliiua, heeft nu 2000 man met 4 batterijen gereed om Mong-Tsé te bezetten en 12000 man te Kwan-Tschung-Wan, Hij heeft machtiging gevraagd voor een snelle en be waren afgehandeld, en zich niet meer onder het bereik te stellen van zijn oude kamera den. Toen dit besluit genomen was, voelde hij zich gelukkiger, en niet voor hij aan het ven ster stond van zijn zitkamer, die uitzag op den kleinen tuin, aan de achterzijde begrensd door de stadswallen men dadit er toen nog met aan, de wallen te slechten en te her scheppen in mooie wandelwegen, dacht hij aan Leila en haar kinderen. In zijn opgewon denheid had hij er niet aan gedacht, dat hij ook met hen rekenschap moest houden, en dat scheiding van het circus, ook de schei ding van hen beteekende, en dat hij Leila dan zonder een enkelen vriend achterliet. En dan zou hij haar goeden dag moeten zeggen, en haar misschien nooit weer zien. Waarom zou hij' niet naar het circus terug gaan en matig zijn, dan kon hij tenminste een vriend zijn voor de bleeke, vermoeide vrouw? Dan dacht hij weer over zijn toestand na. Den al- lerlaatsten keer dat zij hem gezien had, had hij dronken voor haar gestaan, niet in staat om zich tegen de woede van Castelli te ver zetten. Neen, liij zou niet terug gaan. Hij zou haar een langen brief schrijven en haar zijn plannen meedeelen. Hij bestelde papier en inkt en zette zidh neer, om de zichzelf opgelegde taak te volvoe ren, alsof hij hang was, dat hij op zijn be sluit zou terug komen. (Wordt vervolgd.}

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1