53ste Jaargang.
Donderdag 10 Augustus 1899.
No. 10007.
I
CIECÜSSLAVEN,
BUITENLAND.
I
SCHIIISAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het" eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
iiaMaiuwvuniHiuiiii
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer I2vi cents. Reclames 30 cents per regel. Groole letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Inierc. Telefoon Aio. 133.
ff
ES
S.
h
4'
v
I
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 9 Aug. '99.
Hei proces-Dreyfus.
De tweede dag.
Vier volle dagen van rust voor de getui
gen en de verslaggevers, terwijl de krijgsraad
zich in geheime zitting bezig houdt met het
onderzoek van het geiheime dossier. Vier da
gen rust en de getuigen zijn uiteengesto
ven als een zwerm musschen, naar Parijs,
naar Dinard, naai' St. Malo deze naar
een badplaats, gene naar buiten, anderen
naar huis, naar vrouw en kinderen.
En middelerwijl zijn in de aula van het ly
ceum te Hennes de advocaten van kapitein
Drevfus bezig na elkander om te trappen al
de kaartenhuisjes van leugen en bedrog, tot
pulver te wrijven al de stukken die vormen
hel beruchte geheime dossier. Generaal Cha-
moin en Paléologue demonstreeren de stuk
ken; mr. Labori en mr. Demange zullen er
niets van overlaten. Zij zijn er volkomen ge
lust op.
Dat kapitein Dreyfus zeer benieuwd is
naar de onthullingen van het dossier, is be
grijpelijk. Wie onschuldig is, moet wel
nieuwsgierig zijn naar de „vreeselijke'' be
wijzen van zijn schuld.
En dat de advocaten niet de minste onwet
tigheid zullen toelaten van het genre-1894,
is zeker. De bijna 5 jaar die sinds 'het eerste
proces-Dreyfus zijn verloopen, hebben menige
les in zich bevat, waarvan nu partij kan wor
den getrokken.
De zitting heeft gisteren geduurd van half
zeven tot kwart voor twaalven. Natuurlijk is
er niets bekend van wat in deze zitting is
voorgevallen. Wel beweert de „Liberté" dat
deze geheime zitting een voor Dreyfus on
gunstig verloop heeft gehad; maar er kan
dienaangaande niets vermoed, iaat staan ge
weten worden.
Men denkt dat het onderzoek van het dos
sier wel meer dan vier dagen zal durennu
reeds spreekt men er van, dat ook de Zater
dag er mee gemoeid zal zijn.
De indrukken van den eer
sten dag
zijn natuurlijk zeer verschillend.
Kapitein Dreyfus, die zeer verbaasd moet
zijn geweest dat hij geheel als beschuldigde
iwordt behandeld, omdat hij op reis naar
Frankrijk meende dat het nieuwe proces al
leen een formaliteit zou zijn om hem. te relha-
biliteeren, heeft later begrepen dat het tegen
deel waar is, dat er nog een hardnekkige
strijd gevoerd moet worden. Het verhoor was
voor hem in zekeren zin onverwacht, omdat
er in doorklonk de mogelijkheid van zijn
schuld.
Dat de zittingen hem vermoeien, is begrijr
pel ijk. Dreyfus moge er tamelijk flink uit
zien zijn gezondheid moet onder de 44-jarige
barbaarsehe behandeling op het Duivels
eiland geducht hebben geleden. Henri Varen
nes teekent hem aldus in de „Aurore"
„Zijn gelaat is verstijfd in lijden en de on
gelukkige verschijnt nu met een gelaat als
een masker van was en strakke trekken.
„Zijn lidhaam heeft ook geleden. Onder
zijn nieuwe uniform merkt men geen vleesah
meer. Is het een kapstok waarop de schou
ders van den dolman rusten Zijn het ijzeren
stangen die de mouwen van den romp af hou
den
„Neen, het is een spokenromp, en terwijl
hij met zijn gewild kalmen en regelmatigen
DOOK
AMYIE READE.
34)
„Hoe durf je mijn handelingen te veroor-
deelen, Leila?" vroeg Castelli boos. „Hij is
smoordronken en verdient een goede straf.
Kom, ga aan je werk, ik kan best voor mijn
eigen zaken zorgen, en heb je raad niet noo-
dig," voegde hij er ncrsch bij.
Whamks was intussdhen overeind gekomen,
en terwijl hij steun zocht tegen den muur,
keek hij Leila zoo dom en wezenloos aan, dat
"Castelli hoe langer hoe boozer werd.
Zonder daarop te letten, sprak Leila vrien
delijk tot Whanks„Kom, kerel, ga nu naar
huis. Nu kan ik niet met je praten. Ga nu
wat eten, en dan naar bed, dan ben je van
avond weer in orde," drong Leila aan.
„Wil je wel eens dadelijk je mond hou
den," hernam haar echtgenoot. „ïfc zeg je nog
eens dat ik op je wacht," voegde hij er onge
duldig bij.
Zij ging stil en kalm naar hem toe, maar
er lag iets uitdagends in haar blik en wijze
van optreden, wat Castelli's aandacht niet
ontging.
Hij wist dat zij zidh ergerde aan den
dwang, dien hij haar oplegde, en dat haar
werk in de arena haar krachten uitputte,
maar zoolang zij zich niet openlijk verzette,
stoorde hij er zich weinig aan; om haar
stap voortschrijdt, zien wij Lebon aan die
hem met ziju halfblind oog aanstaart, Mer
rier die zich geweld aandoet om rustig te blij
ven, Boisdeffre die zich zeker afvraagt, waar
om kommandant Coffinières Dreyfus niet
heeft toegestaan hem van de Kaap-Yerdische
eilanden de betuiging zijner dankbaarheid te
zenden."
Men zegt dat Drevfus' familie eenigszins
bezorgd is over zijn gezondheid.
Over het oordeel der bladen zeiden wij gis
teren reeds, dat de revisionistische pers zoo
wel als de anti-revisionistische tevreden is
over de zitting van Maandag. De eerste
noemt de resultaten gunstig, de laatste on
gunstig voor Dreyfus.
In de „Intransigeant" barst Rochefort,
schuimbekkend van woede, los in scheldwoor
den
„Dus voor dezen schorpioen, dit wezen, li
chamelijk bijna even misvormd als moreel,
dezen nachtvogel met krommen bek, deze
glasachtige oogen, is Frankrijk sedert bijna
drie jaar tot op zijn diepste grondvesten aan
het. schudden gebracht. Om dit afkeerwek
kende gelaat aan de zon van Guyana te ont
trekken, is de geheele defensie van ons land
gedesorganiseerd, zijn tal van legerhoofden in
ongenade gevallen. Men zou om hem te zien
geen twee sous geven en hij heeft er reeds
meer dan honderd millioen gekost."
Iiochefort meent natuurlijk dat Dreyfus
het in het verhoor heeft afgelegd, en eindigt
met deze voorspelling
„Deze eerste zitting zal niet nalaten te lei
den tot een resultaat van onbetwistbaar ge
wicht, het ontslag van Mi! ie rand als minister
van het kabinet-Gallifet, daar tot het on
derzoek van het geheim dossier met gesloten
deuren met vijf tegen twee stemmen werd be
sloten."
In de ..Libre Parole" zegt De Boisandré
„De indrukken van dezen eersten dag zijn
tweeledig. Gunstig ten aanzien van den
krijgsraad, wiens president de debatten onaf
hankelijk en onpartijdig schijnt te willen lei
den. Ongunstig voor Dreyfus, in wien wij
den discipel van Avinain herkennen, dien
wij sedert 1S94 kennen."
Volgens de „Liberté" moet Du Paty de
Ciam niet geneigd zijn de verklaringen van
Dreyfus van gisteren te weerspreken. Het
blad verzekert dat de krijgsraad niets in het
duister zal laten en een onaantastbaar von
nis zal vellen.
De ..Temps" komt op tegen de politici die
de zaak beschouwen als een inzet voor den
partijstrijd en kondigt een nauwgezet onpar
tijdig vonnis aan, en de „Jour" betreurt het
dat er bladen zijn die hun vooringenomen
heid en kwade trouw tot zelfs in de verslagen
overbrengen, alsof de veroordeeling of de vrij
spraak van Dreyfus voor zekere bladen een
levensquaestie is.
Ten slotte willen wij weergeven, wat Mar
cel Próvost in de „Herald" zegt over kolonel
Jouaust, den voorzitter van den krijgsraad,
die hem niet zoo verschrikkelijk lijkt als hij
zich wel voordoet. Hij spreekt over dat deel
van het verhoor, waarin de kolonel Dreyfus
nogal barscih vroeg of hij de schrijver van het
borderel was
„Neen,kolonel. Dat heb ik niet geschre
ven. Ik bon onschuldig, kolonel, ik ben on
schuldig. Ik heb vijf jaar in het bagno door
gebracht en ben onschuldig." Op dit oogen-
blik, toen de deurwaarder het borderel op de
tafel der rechters legde, heb ik daar ben
ik zsker van de snor van kolonel Jouaust
zien trillen, en het baatte niet of hij al met
een een ruwe stem opzette en streng keek
lichamelijk lijden gaf hij niets. Op hun reis
door het Vasteland was hij door Ringens en
andere artisten ééns of tweemaal opmerk
zaam gemaakt op de zwakke gezondheid zijr
ner vrouw; haar bleek, ziekelijk uiterlijk met
het afgeteekende blosje, haar groote oogen,
die een uitdrukking 'hadden ah van opge
jaagd wild, hadden het medelijden opgewekt
van lien die aan het circus verbonden waren.
Maar op Castelli had liet niet de minste uit
werking. Hij vond het zelfs al vervelend dat
zijn vrouw door hen besproken werd, en zei
ronduit, dat het hun volstrekt niet aanging,
zijn vrouw was wèl genoeg en hij wensdhte
geen zieke van haar te maken; zij moesten
maar naar huil eigen vrouwen kijken, dan
zou hij hetzelfde doen.
Er werd nooit meer over deze zaak gespro
ken, maar Ringens en Whanks zagen haar
van dag tot dag minder worden. Bij de min
ste inspanning werd haar blos hooger, en bij
tijden waren haar oogen zoo schitterend als
sterren, en zij kon zoo zenuwachtig en ruste
loos zijn, als het tijd werd om op te treden.
Op zekeren avond in Brussel, toen zij
"Whanks ongewoon vermoeid toescheen, had
hij haar geraden wat rust te nemen; hij
•hield zooveel van het jonge vrouwtje dat hij
hun troep gekomen was, en Castelli's achte
loosheid en strengheid waren een voortduren
de bron van ergernis voor den trouwen
knecht, en Leila, dankbaar voor iedere vrien
delijke bejegening, was ook liem zeer gene
gen.
„Neen, ik kan nu niet rusten, Whanks,"
toen hij den beklaagde aanzag. Ik heb begre
pen dat deze voorzitter zich maar norsch
voordoet, bezorgd om^onpartijdig en onaan
doenlijk te schijnen."
De verwachtingen over het
p r o c es
zijn zeer verschillend, wat betreft de inciden
ten die zich zullen voordoen.
Reeds deelden wij mede dat een opzienba
rende verklaring van generaal Billot wordt
tegemoet gezien. Maar ernstiger nog zal het
conflict ziju dat van Meieier's optreden
wordt verwacht.
De „Jour" voorspelt dat de getuigenver
klaring van Merrier in strijd zal zijn met die
van den oud-president Casimir-Périer, en dat
de verdediging de onmiddellijke inhechtenis
neming van den generaal zal vragen wegens
het afleggen van valsche getuigenis
De „Droits de 1'iiomme" verklaart dat wat
Meicier zal gaan zeggen, het blad slechts
doet beven voor hem, en Octave Mirbeau
voorziet een volkomen nederlaag voor gene
raal Merrier,
Merrier zelf heeft aan een journalist gezegd
dar iiij liet volste vertrouwen heeft in den
afloop van het proces, en dat de pessimisten
binnen weinige dagen zijn meening zullen
deelen.
Cavaignae daarentegen meent dat het eind
O O
niet is te voorzien hij verwacht een coup de
theatre.
De „Patrie" beweert dat er ernstig sprake
van is mr. Demange als getuige te hooreu
over de stappen die hij ten gunste van Drey
fus zou hebben gedaan bij den lieer Casinnr-
Pórier. In dat geval zou Demange met langer
als verdediger van Dreyfus kunnen optreden.
Het blad verlangt dat de oud-mimstev van
oorlog Krantz zal worden gehoord die, naar
het beWeert, thans overtuigd is van de schuld
van Dreyfus. Het constateert dat in de oogen
van het volk Dreyfus een verrader is.
Daarentegen noemt de „Paris" Esterhazy
den eigenlijken verrader.
Proces -v a r i a.
Het brutaal liegen in de nationalistische
jaers houdt steeds aan. Zoo beweert de „Pa
trie" dat de familie Dreyfus te Rennes schit
terende diners en zeer gezellige soirees geeft.
-« O O O
Natuurlijk klinkklaar verzonnen.
Maandag zijn tusschen 7 uur 's morgens en
4 urn- 's middags 200,000 woorden over het
proces naar Parijs geseind, en 's avonds nog
een 50,000.
Max Nordau, "de vermaarde Duitsche pu
blicist, woont het proces bij.
De „witte dame" is er ook, evenals bij het
proces-Zola. Het schijnt een demi-mondaine
te zijn, die zich bijzonder voor de Zaak inte-
lesseert als voor een boeienden roman. Zoo
zijn er meer.
Deicassé, de minister van buitenlandsdhe
zaken, heeft verklaard dat de regeering zidh
geheel onderwerpt aan het oordeel van den
krijgsraad.
André Lebon zegt niets te vreezen van de
officieele onthullingen over Drevfus' verblijf
op het Duiveleiland. „Ik zou wel eens een an
der in mijn plaats lielbben willen zien," is zijn
zwakke verdediging.
Naar aanleidrng van dit rapport zegt Men-
nier rn do „Rappel".
„Men wilde lie-m gek maken, hom dooden.
Ilij heeft een delirium gehad. Hij heeft ge
weend. Zijn folteraars hoopten, dat hij zijn
leven of zijn verstand zoude verliezen, dodh
tegen allo waarschijnlijkheid in heeft hij alles
overleefd en nu staat hij daar van aangezicht
tot aangezicht tegenover zijn vervolgers. Het
uur der gerechtigheid heeft geslagen.
antwoordde zij, blij gestemd door de zorg die
hij voor haar gezondheid had. „Je meester
zou het niet goed vinden hij zou denken dat
ik lui was.
Zij glimlachte, maar deed dit met zulk een
treurige uitdrukking op het gelaat, dat
Whanks, toen hij het later aan een kennis
van hem vertelde, zei „dat hij had kunnen
huilen als een kind".
„De meester is zoo hard als een steen, en
soms erg wreed, en als ik in uw plaats was,
ik
„Stil," viel Leila hem in de rede, „je
moogt zoo niet sprekenhij is mijn man."
„Des te grooter zonde," ging Whanks
voort, niet lettende op haar vermaning. „Des
te grooter zonde," herhaalde hij nog eens.
Er waren anderen die hetzelfde dachten,
maar Leila wist het niet. Zij bleef onbekend
met de vriendelijke gevoelens, die men voor
'haar koesterde, eenvoudig omdat zij de vrouw
was van Castelli en de moeder zijner kin
deren.
Den volgenden morgen, toen Castelli naar
het circus ging, in verwachting daar Whanks
te vinden, daar hij hem slechts voor den
vorm had weggestuurd, was hij zeer verwon
derd, dat hij er niet. was.
Hij deed navraag, en men vertelde hem
dat Whanks wat geld gekregen had, en reeds
vertrokken was, of anders dien dag naar
York gaan zou. Castelli kon nauwelijks geloo-
hem uit zijn dienst te jagen, en hem todh
gewoon geraakt, hem over zijn gebreken te
beknorren, vregselijk tegen hem te vloeken,
„O, de ellendigenWelke wonden hebben
zij de eer van Frankrijk toegebracht. Met
welk een vlek hebben zij het bezoedeld. Mijn
vuisten ballen zich van verontwaardiging, ik
spuw u in het gelaat, schelmen
Het mlnlsferlc-Bc Smet de Alacycr,
Gisteren heeft de Belgische Kamer kennis
gemaakt met het nieuwe Kabinet. liet was
zeer vol in de zaal en op de tribunes. De rech
terzijde begroette de nieuwe ministers. Van-
denpeeruboom drukte zijn opvolger glim
lachend de hand. Generaal De Cousebant, de
nieuwe minister van oorlog, ging een hand
druk wisselen met Woeste.
De minister-president las een korte verkla
ring voor. De legcering, zeide hij, behoeft
geen verklaring van beginselen te geven Zijn
beginselen zijn die van alle regecringen der
rechterzijde. Het doel dezer regeering is een
oplossing te zoeken voor de kiesquaestie. Die
oplossing meent het ministerie gevonden te
hebben m de toepassing van het algemeene
proportioneele stelsel. Zijn overtuiging wordt
bevestigd door de bijna algemeene instem
ming van de politieke vereenigiugen en van
de pers.
De tegenwoordigheid van een generaal aan
het hoofd van het departement van oorlog
duidt niet aan dat de militaire quaestie is op
gelost, maar is een bewijs van do belangstel
ling der regeering in liet leger.
Deze laatste wooiden werden door de rech
terzijde met: „Zeer goed!" begroet.
Daarop nam Vandenpeereboom bet woord
om te zeggen dat hij zich bij het gesprokene
door den minister-president aansloot en na
mens de leden van het afgetreden Kabinet te
verklaren dat zij de regering zullen steunen
bij het vervullen van haar taak.
Smeets, de socialistische afgevaardigde van
Luik, vroeg een pertinente verklaring van de
regeering over haar kiesrecht-ontwerp en of
zij evenals haar voorgangster weer partijdig
te werk zou gaan bij alle benoemingen. De
socialisten willen E. V., maar niet zonder al
gemeen kiesrecht. Hij meende dat de Kamer
behoorde ontbonden te worden.
Woeste hield daarop namens zijn aanhan
gers een heftige philippiea tegen de regeering
Hij zag in het ministerie een ramp voor Bel
gië en de katholieke partij, wanneer zij E. V.
invoerde, die een overwinning beteekende
voor Lorand, van wien hij vervolgens een
veldtocht voor algemeen kiesrecht verwachtte.
Lorand stemde dit volmondig toe.
Dc minister-president De Smet antwoord
de Woeste met te zeggen dat de regeering
noch ten opzichte van E. V. noch van per
soonlijken dienstplicht verplichtingen had
aangegaan met de linkerzijde. Wanneer Bel
gië de E. V. had ingevoerd, zou het tegen
over het buitenland trotsch kunnen zijn op
die hervorming.
Ten slotte verklaarde de socialistische lei
der Vandervelde dat hij niet voor de evenre
dige vertegenwoordiging zal stemmen. Hij
diende een motie in, waarin de Kamer hef
betreurt dat de regeering niet beeft overge
nomen de belofte door minister Liebaert af
gelegd omtrent de werHiedenpnsioenen.
De minister-president bestreed deze motie.
De katholieke afgevaardigde De Lantshee-
re stelde tegenover de motie-Vandervelde de
eenvoudige orde van den dag die met 68
tegen 19 stemmen werd aangenomen.
Door Vandervelde is tegenover het kies-
rcchtonbwerp der regeering een voorstel in
gediend tot herziening van art. 47 der grond
wet.
liem uit zijn dienst te verjagen, en hem toch
weer te houden, dat hij meende dat het ook
dezen keer wel weer zoo gaan zoumaar tot
zijn teleurstelling bleek, dat hij werkelijk
voor goed vertrokken was. De dag verliep,
maar ,er verscheen geen Whanks, en toen de
avond naderde, zond hij een boodschap naar
zijn kamer. Men wist niets anders van hem
dan dat hij 's morgens met den trein vertrok
ken was. Hij had gezegd, dat hij niet naar
het circus ging, daar hij voor zaken naar
York moest. Dit bracht Castelli in groote
moeilijkheid, daar hij niet zoo gauw een
plaatsvervanger kon vinden, en Leila bracht
het urn' dat de voorstelling vooraf ging, zeer
onaangenaam met haar echtgenoot door. Hij
beschimpte Whanks erg, en gebruikte zulke
vreeselijke uitdrukkingen, dat Leila bang
werd in zijn tegenwooixligheidtodh durfde
zij hem niet in de rede vallen of zeggen dat
hij den knecht zelf had weggestuurd, en hij
dus niet te berispen was. Zij zat toe te, luis
teren, af en toe een zudht loozende.
Whanks, onbekend met al de onaange
naamheden, welke zijn afwezigheid in het cir
cus had veroorzaakt, had een paar -zeer druk
ke men in York doorgebracht. Hij bad den
notaris gesproken, en was zeer tevreden over
'liet onderhoud, en toen hij door Bootham
Bar naar huis slenterde, overlegde hij ,wat hij
in de toekomst doen zou. Hij was vastbeslo
ten het circusleven vaarwel te zeggen. Hij
wilde daar eens voor altijd mee breken, en
toen hij Gillygate binntrad, was luj besloten
om weg te gaan zoodra als zijn zaken in York
Bemengilc Medcdecllngen.
In liet Lageiliuis deelde de minister voor
Indië, sir George Hamilton, gisteren bij liet
debat over de Indische begrooting mede dat
de Indische regeering liet voornemen heeft
haar steun te geven aan de voorstellen der
muntcommissie in den geest van de invoering
van den gouden standaard, die tot heil van
het Indische volk zal strekken.
Be minister is voornemens al zijn macht
aan te wenden om de sfaatkutide, ingewijd
door de sluiting van de munt, zoo spoedig
mogelijk te beëindigen.
Keizer Wilhelm brengt Vrijdag een bezoek
aan Krupp op diens villa.
In de week van 9 October wordt te Han
nover de sociaal-democratische partijdag
gehouden. Het zal er vermoedelijk scherp
toegaan, vooral over de positie der partij
tegenover de legerquaestie en andere punten
van beginsel en tactiek.
Giaaf Von Munster Duitsciiland's grijze
gezant te Parijs, heeft den prinselijken titel
gekregen.
Men heeft deze onderscheiding in verband
gebracht met het feit dat herhaaldelijk en
nog zeer onlangs Von Münster's naam op
onaangename wijze is gemengd in de zaak-
üivyfus. Meer waarschijnlijk is echter, dat
het optreden van den gezant op de Vredes
conferentie een liooge belooning waardig
wordt geacht.
In een onderhoud met den Petersburgschen
correspondent van de sTemps" verklaarde
minister Deicassé dat in het onderhoud met
graaf Muravief niet de minste zinspeling was
gemaakt op de binnenlandsche staatkunde
van Frankrijk, en dat de betrekkingen tus
schen Rusland en Frankrijk nooit nauwer,
hartelijker, inniger en vertrouwelijker waren
geweest.
Wegens het mond- en klauwzeer in som
mige departementen zou dit werkelijk
de reden zijn 1 heeft de Fransche regee
ring besloten de manoeuvres van verschillende
legercorpsen niet te doen plaats vinden.
Te Parijs hebben de lantaarnopstekers en
andeie weiklieden in dienst der gasfabrieken
liet weik gestaakt. Voor de eeiste acht dagen
is er nog geen gevaar voor de verlichting
der wereldstad.
In Oostenrijk, vooral te Weenen, blijft men
protesteeren tegen de regeering. Maandag
avond weiden weer 14 socialistische verga
deringen te Weenen ontbonden.
Een Buda-Pester blad kondigt een duel
aan tu«schen baron Baniïy, deri vorigen
minister-president, en graaf Eugenius Zkhy,
Te Castelion houden de twisten tusschen
ultraroontanen en vrijdenkers aan. Zondag
zijn er relletjes geweest, die verschillende
airestaties veroorzaakte. Daarop zijn gisteren
tioepen tepubiikeinen naar de gevangenis
getiokken om hun vrijlating te eischen. De
soldaten scholen over de hoofden der menigte.
Te Mong-Tsé hebben Chineezen de Fransche
riag beleedigd en het consulaat geplunderd.
Doumerc, de gouverneur-generaal van Indo-
Cliiua, heeft nu 2000 man met 4 batterijen
gereed om Mong-Tsé te bezetten en 12000
man te Kwan-Tschung-Wan, Hij heeft
machtiging gevraagd voor een snelle en be
waren afgehandeld, en zich niet meer onder
het bereik te stellen van zijn oude kamera
den.
Toen dit besluit genomen was, voelde hij
zich gelukkiger, en niet voor hij aan het ven
ster stond van zijn zitkamer, die uitzag op
den kleinen tuin, aan de achterzijde begrensd
door de stadswallen men dadit er toen
nog met aan, de wallen te slechten en te her
scheppen in mooie wandelwegen, dacht hij
aan Leila en haar kinderen. In zijn opgewon
denheid had hij er niet aan gedacht, dat hij
ook met hen rekenschap moest houden, en
dat scheiding van het circus, ook de schei
ding van hen beteekende, en dat hij Leila
dan zonder een enkelen vriend achterliet. En
dan zou hij haar goeden dag moeten zeggen,
en haar misschien nooit weer zien. Waarom
zou hij' niet naar het circus terug gaan en
matig zijn, dan kon hij tenminste een vriend
zijn voor de bleeke, vermoeide vrouw? Dan
dacht hij weer over zijn toestand na. Den al-
lerlaatsten keer dat zij hem gezien had, had
hij dronken voor haar gestaan, niet in staat
om zich tegen de woede van Castelli te ver
zetten. Neen, liij zou niet terug gaan. Hij
zou haar een langen brief schrijven en haar
zijn plannen meedeelen.
Hij bestelde papier en inkt en zette zidh
neer, om de zichzelf opgelegde taak te volvoe
ren, alsof hij hang was, dat hij op zijn be
sluit zou terug komen.
(Wordt vervolgd.}