53,"> Jaargang.
Donderdag 31 Augustus 1899.
No. 10025.
CIRCUSSLAVEN,
Burger-Avondschool te Schiedam.
KENNISNET ING.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
s:t eimmsche courant.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel,
meer 12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekome».
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon No, 133.
De burgemeester van Souicbam,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen:
Dat het kohier van de belasting op bedrijfs- en
andere inkomsten No. 2 dezer gemeente, over liet
dienstjaar 1899/1900, door den heer directeur der
directe belastingen te Rattei dam op den 29sten
Augustus 1899 executoir verklamd, op heden aan
den ontvanger der directe belastingen ter invoide-
ring is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder
verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen: alsmede dat heden de
termijn van zes weken ingaat, binnen welken de
reclames tegen dezen aanslag behooren te woiden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 30sten Augustus 1899.
Da Burgemeester voornoemd,
VISSER, L-B.
De Cursus 1899/1900 aan bovenge
noemde inrichting wordt geopend den
Isten September a.s., des avonds te 7 uur.
De Directeur,
HINGMAN,
Algemeen overzicht.
SGfflüEiDLAM, 30 Aug. '99.
Bet proces-Oreyfus.
Het spannende, dat men van de gisteren
gehouden zitting meende te mogen venvadi-,
ten, is niet gekomen, althans niet in de mate
dio men tegemoet zag; het overtalrijke pu
bliek werd dus ©enigszins teleurgesteld.
Toch waren er dramatiek© momenten, voor
al aap het slot der. zitting, toen de oud-mi
nister De Freycinet tegenover Mercier werd
gehoord; van het aan De Freycinet door
Mercier toegeschreven gezegde, dat 35 mil
joen aan vreemd geld Frankrijk zou binnen
gekomen zijn (het befaamde syndicaat) bleek
niets waar te zijnook hier kreeg Mercier
weer de knip op de neus.
Slechts weinig hebben wij aan onze tele
grammen van gisteren toe te voegen.
De gepensionneerde kolonel Cordier, oud
chef van het bureau van den inlichtingen
dienst, legde een lange verklaring af in een
goed verzorgde militaire taal, die zeer schil
derachtig is en het publiek wel belang inboe
zemt maar te zeer in bijzonderheden gaat om
een grooten indruk te maken. Hij heldert
verschillende details op van het proces van
1894, ook over de zaker Ouers en Lajoux.
Aan het einde van zijn getuigenis geko
men, zegt Cordier, dat hij wel anti-semiet is,
maar dat hem dit nimmer tot het afleggen
van een valschen eed tegenover een Jood kan
brengen; ik ben een fatsoenlijk man, zegt
hij, met eenagoweten.
Dit laatste slaat op Lautli, die dan ook
even zijdelings repliceert.
Ook Roget protesteert er tegen, dat Cor
dier heeft gezegd, dat getuige onwaarheid
DOOB
AMYIE SHADE.
52)
Zoo zacht klonken haar voetstappen, toen
zij de duistere stille kathedraal van St. Gu-
dule en St. Michaël binnentrad. Zij beefde
en schrikt© toen de zware eikenhouten deur
kraakte bij het sluiten. Behoedzaam trad zij
binnen, overal angstig rondziende. Eens
stond zij stil om naar een geluid te luisteren,
maar misschien was het wel het kloppen van
haar eigen angstig hart geweest. Onder het
voortgaan schepte zij langzamerhand moed,
en ten laatste stond zij tegenover een van de
groote geschilderde ruiten. De laatste toonen
van het orgel waren na het heilige vesperuur
weggestorven, de kerkgangers waren huis
waarts gekeerd, slechts een zwakke blauwe
wierookdamp hing er over het altaar, dreef
langzaam naar het boor en bereikte het schip
van de kerk. De eeuwïgbrandende lamp voor
de heilige Hosti flikkerde nu en dan. op, en
deed de brillanten van het kruis, purper©,
blauwe en roode stralen schieten, hoewel zij
toch eenigszins door den neerhangenden
damp beschaduwd werden. Plotseling scheen
de ondergaande zon door de geschilderde rui
ten, een rossigen gloed verspreidend over
kerlovleugels en gangen, rustende op nissen
en standbeelden met schitterende kleuren.
Maar ook op de rossige tinten en het gouden
kruis vielen schaduwen, en toen verlichtten
de zonnestralen alleen nog de laatste rust
plaatsen van menig adellijk geslacht en de
sombere grafgewelven van een prinses uit het
heeft gesproken. Hij vraagt daarna aan Cor
dier, wat in zijn verklaring onjuist is.
.Alles," zegt Cordier.
Roget legt daarna een lange verklaring af
over de pogingen tot diefstal ten nadeele van
het bureau van inlichtingen door een zekeren
Lemercier-Picard, die herkend weid als een
zekere Lehman. Maise.
Cordier ontkent, dat hij in verbinding
heeft gestaan tot menschen zonder vaderland,
hij heeft Lemercier nooit gekend, „Ik heb
zijn photografie gezien, maar toen was liij al
dood." Cordier protesteert tegen sommige ge
deelten van de verklaring van Roget voor
het Hof van Cassatie. „Men heeft mij door
den modder gesleurd om dewaaide van mijn
verklaring te verminderen."
De president verklaart dat het incident,
dat buiten de zaak-Dreyfus om gaat, geslo
ten is.
Ha een. uitvoerig verhoor over de Obus-
Robin, komt eindelijk De Freycinet voor het
ge tuigen hekje.
Er heerscht in de zaal een absolute stilte.
Mr. Demange door den president uitgenoo-
digd de vragen te formuleereu, die hij aan
den getuige te stellen heeft, herinnert asm
de verklaring door generaal Mercier overge
bracht als aan generaal Jamont door De
Freycinet gedaan, dat nl, 35 millioen vreemd
geld uit het buitenland naar Frankrijk zou
gestuurd zijn. voor deverdediging van Drey
fus.
Dan krijgt De Freycinet het woord.
Allereerst zegt hij, dat hij met diep leed
de ellende ziet, waarin Frankrijk is gedom
peld. Yan harte hoopt hij dat de kalmte zal
terugkeeren; dan komt hij op het gesprek
waarop een toespeling is gemaakt. Generaal
Jamont kwam mij aan het ministerie opzoe
ken. Ik had bij mijn uittreden uit het minis
terie een groot aantal beleefdheidsvisites ont
vangen. Ik deelde Jamont mede waarover ik
met mijn bezoekers gepraat had naar gelang
van hun meeningen. Ik sprak met Jamont
over de „affaire", en den woordenstrijd er
over in de pers van de heele wereld geduren
de twee jaar. Naar aanleiding van de zaak-
Dreyfus kwam ik er toe, te zeggen, dat onze
agenten in het buitenland ons wezen op de
pogingen van particulieren in dezen veld
tocht, die, ik ben er zeker van, in Frankrijk
geheel belangeloos wordt gevoerd, maar mis
schien minder in het buitenland. Ik kan niet
in bijzonderheden traden daar ik hierover
niets meer weet. Op een ander oogenblik heb
ik, geloof ik, ook melding gemaakt van een
meening dio ik had hooren uiten door men
schen die zeiden dat zij op de hoogt© waren,
een meening die ik nooit beoogd heb tot de
mijne te maken en die overigens geen be
trekking had op gelduitgaven maar op de
totale krachtsinspanning van den genoem
den veldtocht, van zijn begin af. Dit is, zoo
goed mogelijk als mijn herinnering het toe
laat, liet résumé van mijn gesprek met Ja
mont.
Wat mij het meest heeft getroffen in het
gesprek met generaal Jamont, aldus vervolgt
De Freycinet, dat was de overeenstemming
van ons beiden ten opzichte van liet leger,
waarvoor wij zeer bezorgd waren. Wij deel
den elkaar daaromtrent onze ongerustheid
mede, want men mag zich niet ontveinzen,
dat de voortdurende aanvallen, waaraan het
leger blootstaat, de kracht daarvan ondermij-
huis van Oostenrijk. De tinten veranderden
van kleur toen zij over het gepolijste marmer
van den vloer heengleden, en bleven rusten
op de fijne meisjesgestalte, die alleen naast
een machtige kolom stond. Een schitterende
stralenkrans scheen op en. om haar hoofd.
Haar kleeren hadden kleuren aangenomen
zooals geen enkel schilder ooit zijn model
kan kleeden, want waren zij niet afkomstig
van een licht ,dat nimmer verflauwt of uit
gaat?
Niettegenstaande haar angst was Vanda
verrukkelijk in haar schoonheid. Zelfs toen
de zon achter de wolken wegzonk, en de kerk
duister en eenzaam maakte, toen neg was
Vanda mooi. Zij wisit het, want hoorde ze
het de buitenzittende café-bezoekers niet dik
wijls fluisteren als zij voorbij ging.
Plotseling bleef zij staan en haar zwakke
stem verbi'ak de stilte van de plaats waar zij
stond. Haar geluid klonk zoo zacht, dat men
eht zelfs op het altaar niet zou hebben kun
nen hooren.
„Aiörian!" riep zij, „Adrian!"
Maar er kwam geen antwoord van achter
de massieve pilaren, geen stem deed zich op
haar klagend geroep hooren. De stilte scheen
te grooter nadat liet geluid harer stem was
weggestorven, evenals in de vallei de echo.
Zij luisterde. Het werd in dte kerk donker
der, de wierookdamp was opgetrokken, de
beelden der discipelen staken wit en koud af
tegen den toenemenden schemer.
Zij zou nog eens roepen, want Adrian
kwam dikwijls bij zonsondergang de licht-
scliakeeringen op de schilderijen en 'de alta
ren met hun bloemen en edelgesteenten be
wonderen. Zij liep verder. Daar, hoog boven
het altaar, verhief zich een levensgroot beeld
van de Heilige Moeder in smetteloos wit ge
nen de discipline zou aldus gevaar gaan loe
pen. Ihftwect wel, dat deze Saatste beschermd
wordt door het militair wetboek, maar gij
weet het, mijne heeren, er is een lioogem
een noodiger krijgstucht, gelijk ik in de Ka
mer van Afgevaardigden eens heb gezegd,
dat as het vertrouwen van den soldaat m zijn
aanvoerders. En hoe kan dit beslaan, waar
deze met de zwartste kleuren worden afge
schilderd? Moeten wij met bang zijn, dat dat
vertrouwen aldus zal verdwijnen, en hoe zul
len wij dan staan indien buitenlandsche
moeilijkheden tusscheubeide komen.
Deze wooi den maken diepen indruk.
Dan vervolgt De FreycinetDaarvoor wa
ren wij beducht en daarom roep ik hier uit
Ik bezweer diegen mijner medeburgers, die
aan deze aanvallen mede doen in de aandrift
van een genereusen hartstocht, in do mee-
uing een hooge idee te dienen, dat zij zicli
wel rekenschap geven van de gevaren, die zij
hel vaderland kunnen doen loopen.
Gelijk ik aan' generaal Jamont zeide, het
is tijd. dat e, een eind aan koine; laten wij
een eind maken aan de beschuldigingen, die
ons in discr iet brengen bij onze bemjders.
Laten wij ons, mijne heeren en hoe zou ik
wenschen 'at mijn zwakke stem door allen
vernomen werd laten wij ons gereed ma
ken om de beslissing van den krijgsraad met
eerbied te aanvaarden en moge liet vonnis
dezer Fransche rechtbank, waarop de oogen
der gansche wereld zijn gericht, een tijdperk
openen van algemeene verzoening. Vergeef
mij, mijne heeren, dat ik hier mijn meening
heb meen en te moeten uitdrukken, die uit
het diepst van mijn hart voortkomt, dat
niets anders meer we nicht, hier beneden dan
het vaderland groot en geëerd te zien. Ik ein
dig, ik heb u mijn onderhoud geschetst met
den bevelhebber onzer legers in tijd van oor
log; daarbij bob ik niets te voegen.
Nadat de ©ogenblikkelijke ontroering door
deze woorden gowekt, heeft opgehouden, ver
klaart De Freycinet in antwoord op een
vraag van een lid van den krijgsraad de rol
die hij vervuld heeft in het ministerie, waar
in hij de portefeuille van oorlog had. Hij
heeft er zich toe bepaald het besluit der fegee-
ring uit te voeren, toen tot do revisie door
het Hof van Cassatie besloten was.
Daarna verzoekt Demange den president,
De Freycinet de verklaring te doen herhalen,
die hij aan de Kamer deed. over de geringe
waaide, die men moet hechten aan onbe
scheiden mededeelingen, evenals pok aan de
meeste gevallen van verraad.
De Freycinet roept zijn herinneringen, die
niet heel scherp zijn, te hulp en herhaalt een
deel vau zijn rede. Hij erkent, dat inlichtin
gen omtrent de dekkingstroepen en geheimen
omtrent de bewapeniug wel van belang zijn
en merkt op, dat hij zijn rede in de Kamer
uitsprak, om de gemoederen te kalmeeren.
Labori verzoekt den president, aan De
Freycinet te wilien vragen, wat zijn meerling
is over de beschuldigingen door zekere bla
den ingebracht tegen Scheurer-Kestncr, Tra-
ricux en anderen.
De president weigert, zeggende dat Labori
in het debat de hartstochten wii opwekken,
waarop De Freycinet spontaan verklaart dat
hij de hoogste achting heeft voor het karak
ter van Scheurer-Kestner.
Labori komt er tegen op, dat hij de harts
tochten in het debat zou hebben willen op
kleed. Er brandde een schemerlicht achter en
dit deed de schoonheid nog beter uitkomen.
Meermalen had Vanda het gezien, maar de
zen avond trof het haar bijzonder, en zij
dacht er aan of haar moeder er ook zoo zou
uitzien, nu zij een engel was.
Voor een oogenblik bleef zij in gepeins
staan, maar toen riep zij luider:
„AdrianAdrianBen je hier
Maar er kwam geen antwoord. Slechte liet
rammelen van sleutels, een zware voetstap,
een kuch lang en gerekt, weerklonk, voor
Vanda het sein dat Tosé, de koster, de lich
ten op kwam steken voor den dienst. Als hij
haar eens vond', een kind uit het circus, on
gedoopt, dat nog nooit, ter kerke geweest was
om te bidden. Wat had liij haar al niet dik
wijls met Adrian vinden dwalenHoe dik
wijls had hij hen niet gezegd heen te gaan,
en de kerk niet als een wandelplaats te be
schouwen Zij begreep dus dat het nutteloos
zou zijn te zeggen, dat zij Adrian zooht, zij
keerde zioli dus om en liep heen. En terwijl
zij langs de schitterend verlichte boulevards
liep, werden de kaarsen op liet altaar ontsto
ken, en het orgel bracht heerlijke toonen
voort, terwijl de knielende menigte instemde
met liet „Ave Maria Stella" en badmaar
Vanda bad tegenwoordig nooit meer.
Toen zij haar huis bereikte, trof zij ar
Adrian aan, die thuis was gekomen terwijl
zij in de kerk naar hem zocht..
„Vader is al lang weggegaan, en ik kon
maar niet begrijpen waar je bleef," sprak liet
kind. „Wil je mij wat voorlezen, Vanda?"
„Wij zullen eerst wat eten, Adrian, en dan
zal ik je wat voorlezen van Zenuris," ant
woordde Vanda.
„Wie is Zeuxis V' vroeg liet kind. „Als het
de een of andere koning is, uit de oude ge-
wekken en bedankt De Freycinet voor zijn
woorden.
Na zijn getuigenis gaat De Freycinet naast
Biliol zitten, spreekt eenige oo-genblikken
met hem, en krijgt daarna verlof om voor-
gqed heen te gaan.
Nadat nog de heeren Galliehet en BeUiom-
nie een weinig belangrijk getuigenis hebben
afgelegd', wordt de zitting tot lieden ver
daagd.
Gemengde Mededeelingen,
Heden komt in de Belgische Kamer het
alcohol-voorstel in behandeling Gi-teren dis
cussieerde men over de kieswetlierziening.
Max Régis vei laat België en gaat zich in
Holland vestigen. Een goed vooruitzicht 1
In de sluitingszittiog van den Landdag
verklaarde Hohenlohe gisteren dat de regee
ring dank zegt voor den verrichten arbeid,
doch zij anderszijds zeer diep betreurt, dat
de kanaal vet niet de toestemming der afge
vaardigden heeft kunnen verkrijgen, maar
dat zij zal blijven aandringen op dit onver
gankelijk groote werk en dat zij zeker ver
wacht dat de overtuiging van de noodzake
lijkheid van het graven van het kanaal meer
en meer bij het volk wortel zal schieten en
dat het in het volgende zittingsjaar reeds
zal gelukken met den Landdag in overeen
stemming te geraken. Hierna werd de zitting
gesloten.
Er was een beweginkje op het getouw ge-
zot in do Fransche Provinciale Staten om een
verzoek tot bijeenroeping der Kamer van Af
gevaardigden bij den President in te dienen
do poging heeft vrijwel schipbreuk geleden,
.-leohts een zeventigtal statenleden heeft het
verzoek geteekend. Er komt nu natuurlijk
niets van.
In tegenspraak met de berichten van gis
teren schijnt het weinig waarschijnlijk dat
de Senaat als Hoog Gerechtshof vereenigd,
nog voor de beslissing in het Dreyfusproces
valt, zal bijeenkomen om de zauk-Déroulède
c. s.* in behandeling te nemen. Overigens
moeten de bewijzen van het complot en van
het plan op een Joodschen St. Barthelomeus-
naclit overstelpend zijn.
Nu is Maurice Lefebvre, president van de
afdeeling Caen van de antisemietische ligue
weer gearresteerd ook hij schijnt aan liet
complot te hebben meegedaan. Hij is gisteren
avond naar Parijs getransporteeid.
Kapitein Tavernier, lid van den krjjgsraad,
is belast met de rogatoire commissie bij du
Paty de Clam.
Men blijft beweren, dat Guérin naar Zwit
serland ontsnapt isde politie echter spreekt
het bericht beslist tegen.
De te Antibes gevatte beweerde moorde
naar van Labori heeft vermoedelijk nooit een
voet in Rennes gezet't is een gewoon
gemeen sujet.
De geruchten over een mir.isterieele crisis
ia Spanje blijken onwaar te zijnde ver
houding tusschen Silvela en Polavieja die
slecht werd genoemd is uitstekend.
schiedenis, dan wil ik er niets van hooren.''
„Zeuxis was 'n Grieksch schilder, Adrian."
De oogen van het kind begonnen te schit
teren, zijn belangstelling was gaande ge
maakt, en hij sprak
„Een schilder? Zeg mij eens wat meer van
hem, en waar heb je van hem gelezen
„In een boek dat Ringens aan moeder gaf,
jaren geleden. Zeuxis schilderde een tros
druiven zoo natuurlijk, dat de vogels er aan
kwamen pikken, en toen maakte hij een an
dere schilderij, een jongetje, zooals jij, ook
met een tros druiven in de hand, waar do
vogels ook heen vlogen en in piktenmaar
dit maakte den schilder zeer boos, hij zei dat
zijn schilderij niet natuurlijk was, want in
het laatste geval hadden de vogels bang moe
ten zijn voor den jongen. Vindt je dat niet
dwaas, Adrian?" vroeg zij, blij iets gevonden
te hebben, wat hij aardig vond'.
„Is hij dood?" vroeg het kind.
Al jaren en jaren; hij stierf van het
lachen bij een schilderij van een oude vrouw,
dat hij zelf gemaakt had," antwoordde Vanda
glimlachend. „Maar ik vertel je nu niets
meer voor wij klaar zijn met eten.
Zij zaten samen te gébruiken, wat Gastelli
voor hen had klaargemaakt vóór hij naar het
circus ging, daarna ging Vanda Adrian voor
lezen totdat het tijd was om naar bed te
gaan.
Terwijl de kinderen zich zoo kostelijk amu
seerden, „liep er een man en een vrouw onder
de boomen van de Boulevarer de Waterloo.
De gaslantaarns besdienen de mooie trékken
der vrouw, en het trotsdie wrecde gelaat van
den mam, die in grooten ernst sprak.
„Als je maar eerst bij hem bent, zal je de
zaak gemakkelijk in orde krijgen wat het
ook kosten moge, ik wil 2» in handen krij-
Er loopen in Italië opnieuw geruchten om
trent een ministerieelo cnris. De Turijnsche
..Stampa" verzekert dat Sonnïno gereed staat
generaal Pelloux als minister-president op te
volgen. Te Rome ontkent men dit bericht
wel, dodi daar spreekt .111 en weer over het af
treden van den minister vau buitenlandsche
zaken Vmconti-Venorta, wiens koloniale poli
tiek vele heethoofden lang nietkrachtig ge
noeg is. Zoowel iii China als in Brythrea zou
den zij een voel krachtiger optreden wen
schen van Ilaho's zijde.
De burgemeester van Rome, prins Ruspoli,
overweegt plannen om in 1910 eene wereld
tentoonstelling te Rome te houden.
Te Washington is een dépêche van gene
raal Otis ontvangen, meldende dat roover-
benden op het Negros-eiland verstrooid zijn
geworden en dat gewapende Tagalos door
de Amerikanen getuchtigd zijn. Aldus weer
een paar kleine overwinningen, door de
troepen der Vereenigde Staten behaald, die
met dat al niet zoo hard vorderen tegen de
Philippir.o's.
In de vergadering van het jKaapsche Par
lement verdedigde de eerste-minister Schiei-
ner zich Maandagavond ten aanzien van het
verlof dat liij had gegeven om de ammunitie
door te voeren naar Oranje Vrijstaat Hij ge
loofde, dat do moeilijkheden van Transvaal
met Engeland zouden worden uit den weg
geruimd zonder een oorlog. Hij liad juist een
telegram ontvangen van president Steyn, dio
zeide dat het onnoodig was onjuiste, kwaad
willige berichten, dat de Vrijstaat de wape
nen opnam tegen de Engelschen tegen te
spreken. De Vrijstaat zou alleen de wapenen
opnemen om zich zelf te verzekeren of 0111
de nakoming van verplichtingen door tracta-
ten verzekerd, te vorderen. De verschillen
tusschen Engeland en Transvaal, meent de
president Steyn, konden wel op vredelieven
de wijze worden geregeld. Een oorlog zou een
misdaad tegen de beschaving zijn.
President Sehreiner beloofde evenwel dat
hij in het vervolg op den doorvoer van wa
pens nauwkeurig zou letten.
Een telegram uit Transvaal, dat een deel
van het garnizoen van Kaapstad bevel ont
ving naar Mafeking te vertrekken, is tot nog
toe niet bevestigd.
De expeditie naar de Y Kota's.
Aan de »N. R. Ct." wordt uit Batavia
geseind
Van Regeeringswege wordt medegedeeld:
Troepen uit Pabang hebben Palan Ba
lei bereikt.
De hoofden van Koewo Calio en Wong
Unang kwamen bij den Gouverneur die hun
ondei wei ping aannam.
Sociale adviezen.
De constitueerende vergadering van het
centraal bureau voor sociale adviezen zal II
Sept. a.s. te Amsterdam worden gehouden.
Daar zal een directeur worden benoemd, het
bestuur worden samengesteld en de statuten
definitief vastgesteld.
gen," sprak de man, met een vijandigen blik
111 zijn schitterende koele oogen.
„Je draagt de moeder nog steeds een wrok
toe niet waar?" vroeg de vrouw, zacht glim
lachend.
„Dat weet je, Geo. Ik zwoer haar wraak,
omd'at zij mij die dagvaarding eens bezorg
de. Door die vervloekte zaak, raakte ik een
goede verbintenis kwijt, en ik moest uit vrees
van vervolgd te worden, wol liet hazepad kie
zen. Ik haat de nagedachtenis van dio
vrouw," voegde Horrox er met een vloek bij.
„En ik ook," antwoordde Cleo. „Was zij
niet tusschenbeide gekomen, dan was ik Cas-
telh's vrouw geworden Den eenige 11 man,
dien ik ooit bemind heb, ontnam zij mij, en
als ik mij op haar kinderen kan wreken, dan
zal ik het niet nalaten. Je znlt ze ini je macht-
krijgen, wees daar zeker van. Het meisje
moet nu twaalf of dertien zijn, en de jongen
ongeveer een jaar jonger. Men heeft- mij in
liet circus verteld, dat Gastelli ze laat doen
wat ze willen, en zij brengen heele dagen
door in musea en met niets doen. Zij kunnen
geen van beiden eeu cent verdienen, het zijn
domme maar lieve kinderen. Wamnoer
héb jo 2» voor het laatst gezien V'
„Gisteren," antwoordde Horrox. „Je weet,
ik begin hier niet voor Zaterdagavond, en
jij ook niet, maar dat zaakje moet hoe eer
hoe beter geregeld worden, en dan zal je eens
zien, wat ze voor mij verdienen kunnen, 't- Is
wel vervloekt als zij ooit weer naar een mu
seum zullen gaan. Zij zullen zich. aan mij te
houden hebben, en ik doe er een eed op dab
hun africhting niet vau de zachtste zijn zal
wraak is zoet en ik verlang er naar, ze
in handen te krijgen. Het moet stellig ge
beuren," antwoordde Horrox vastbesloten.
(Wordt ttrvolgd.l