53"" Jaargang.
No. 10038.
Vrijdag 15 September 1899.
Eersfe Blad.
CIRCUSSLAVEN,
BUITENLAND.
SCHIEDIMSCHE COURANT
Deze courant -verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. i.25. Franco
per post fl. 4.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van '17 regels fl. 0.90iedere regel
meer *12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van ziin gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschiï - en, worden
zoogenaamde Kleine adcerfentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere, Telefoon No. 133.
Algemeen overzicht.
Dc zaah-Brcyfus.
SCHIEDAM, 14 Sept. '99.
In Frankrijk operibaai*t zich een beklagens
waardige zwakheid bij een deel der dreyfu-
sards. 'tls waar, in de eerste plaats raakt de
zaak-Dreyfus den, persoon van den ongeluk-
kicren veroordeelde; alles moet gedaan wor
den om den door het noodlot zoo wreed ver
volgde verder lijden te besparen. Maar wij
weten niet of het is handelen in den geest
van Dreyfus zelf, indien men zijn leven
voor zoover dit nog mogelijk is tracht t©
redden ten koste van" zijn eer. Alleen liet
verlangen naar eerherstel toch heeft Drey
fus kracht gegeven om onder het barbaarsche
strafrégime, dat op hem is toegepast, niet
te bezwijken. Zijn eer en die zijner kinde
ren, dat zijn, meer dan medische praepara-
ten, de stimulantien geweest die hem kracht
hebben gegeven de marteling, die hij te Ren-
nes te ondergaan had, met opgeheven hoofde
te doorstaan.
En er is meer. Niet om Dreyfus' persoon
alleen gaat het. Hoogere belangen staan op
het spel. De zaak-Droyfus is niet. wat de
rechters te Rennes er in zagen, een politie
leen strijd'. Zij gaat dieper. Het is een wor
steling op leven en dood tusschen het bur
gerlijk gezag en het militarisme; tussclien
het dusgenoemd staatsbelang en de onafhan
kelijkheid en totale betrouwbaarheid' der
rechtspraak, die onmisbare gro-ndslag der
moderne samenleving; tussohen den middel-
eeuwschen geest van klassenoverheersching
en rassenhaat en de resultaten der geweldige
beroeringen, nu een eeuw geleden eerbiedi
ging van den menseh als zoodanig, erkenning
van de gelijkheid der burgers van cenen
Staat.
Dit, en niet minder, onwat de strijd.
Maar leest men de Fransch© bladen, dan
treft de toon van enkele, van wie men
juisfc mocht verwachten dat zij in de komen
de worsteling om de beslissende zege ernati-
gen steun zouden verleenen. Begrijpt men
dat de „Figaro" weder een zijner van vroeger
beruchte volte-faoes maakt, dat Comely, de
man die zóóveel heeft bijgedragen tot de re
visie, die zóó krachtig voor Dreyfus' onschuld
is opgekomen, nu terugkrabbelt? En toch is
het zoo. De „Figaro" en de „Temps" treden
uit de gelederen van het kleine, maar ferme
Igcr dat zoo moedig gestreden heeft voor
Waarheid' en Recht.
De mislukking der tentoonstelling van
1900, dat is het spook waarvoor men terug
deinst. Tot iederen prijs moet de tentoonstel
ling gered; de zaak-Dreyfus moet van de
baan. Laat men Dreyfus begenadigen en
laat dan de verzoening komen
'tls ons niet duidelijk hoe de „Temps" zoo
kortzichtig kan zijn; hoe zij kan schrijven
dat het vonnis van Rennes door liet buiton
land „met eerbied, mot vers tan d'igen eer
bied" is vernomen; hoe zij het verleenen van
gratie kan noemen een voortzetting der
..goedertierenheid" van den krijgsraad. Maar
DOOK
AMYIE READE.
65)
„Als ik hem maar te pakken kan krijgen,
zal ik liem een. pak slaag geven, zooals hij
nog nooit gehad heeft. Wat een schurk moet
h:j zijn, om. de kinderen Le Sale afhandig te
maken; maar wij zullen hom zijn lage stre
ken. laten bekennen, en hij zal het goed heb
ben," sprak Tom, wiens toorn toenam bij de
gedaohteh-wat de kinderen zijner zuster had
den moeten lijden. Mevrouw Le Sal© had
aan Whanks genoeg verteld om hen beiden
zeer ongerust te maken over liet Lot van Van-
da- en Adrian.
„Zij konden niet in slechter handen geval
len zijn," zei Whanks tot Tom. „Horrox is
Ö3 wreedste man dien ik ooit gekend heb,
tender nog don haat te rekenen, dien hij
Uw zuster toedroeg. Hij heeft haai* nooit
kunnen vergeven, dat zij hem s een dagvaar
ding op het d-ak zond, en ik wed dat daar
alles uit voortvloeit."
Tom's angst was gaande gemaakt toen
Whanks hem verbelde welke kwellingen de
Raining, zelfs onder de gunstigste omstan
digheden vereiseht; maar toen. het slechte
karakter van den man en de haat dien hij
zijn zuster toedroeg hem bekend werden,
kende zijn onrust geen grenzen en op zijn
beurt besloot hij wraak te nemen ter wille
van de overleden moeder do eenige zuster,
de eenige metgezel in zijn jonge jaren, die
nem zoo liefderijk had aangehangen, toen de
groote schande over hen kwam.
Zjj vertrokken beiden, vast besloten de
kinderen te redden, voor er nog meer uren
ten bitter lijden over hun arme hoofden zou-
het staat er, en dan volgt het program gra
tie voor Dreyfus, een spoedige aidoening van
alle niet de zaak-Dreyfus samenhangende
processen, en dan uu, deux, trol-sde Fram-
schen „zonder getwist of wrok, lachend, rus
tig en verzoend", de vreemdelingen in 1900
ontvangend, die een heel verbouwereerd ge
zicht zuilen zotten, omdat zij „ons verzonken
achten in een doodelijken worstelstrijd".
Als 't niet zulk een treiu-ig blijk gaf van
het die]» moreele verval van heb Franscho
volk, zou 't dan niet zijn om te schater
lachen
En de „Figaro" doet 't al niet veel min
der. Cornély heeft het weer over zijn van
vroeger bekende spons. „De geheele zaak,"
zegt bij, „zal met het verleenen van gratie
aan Dreyfus eindigen en met de groote
spons. Dat zou de beste oplossing zijn der
crisis Men zal in de 'eerstvolgende dagen
hcoren dat Dreyfus de stad' Rennes, die voor
hem tot een tweede Golgotha is geworden,
verlaten heeft, en aan zijn vrouw en zijn kin
deren is weergegeven. Wij zullen dan ons
best doen hem het leven, dat misschien ten
einde loopt, zoo aangenaam mogelijk te ma
ken."
Cornély maakt zich verder van de kern
der zaak af: „Wanneer hij dan in vrijheid
is, zal hij met alle wettelijke middelen naar
eerherstel kunnen streven."
Nu is het denkbeeld, Dreyfiu» te begena
digen. niet verwerpelijk. Maar zooals Rei-
nach 'terecht zeide: „voorloopig begenadi
ging". De strijd kan daarna niet rusten,
maar moet met grooter energie nogwordevr
uitgestreden. En van de zijde der vrienden
van het Recht kan dat met meer kracht,
wanneer Dreyfus zelf geen gevaar meer loopt.
In dien geest zegt dan ook de „Rappel"
„Waldeck-Rousseau en, Loubet hebben tot
plicht, Dreyfus te begenadigen. Zij moeten
dit doen om liet Hof van Cassatie te wreken
tegen de beleediging van den krijgsraad. Zij
moeten het doen omdat de openbare mee-
ning het vonnis van de leden van den krijgs
raad als onrechtvaardig en hatelijk ken
schetst. Zij moeten liet doen, omdat de gan-
sche beschaafde wereld het eischt, en omdat
de eer van Frankrijk er van afhangt, die
door de vijf militaire rechters, gehypnoti
seerd door de struisveeren der generaals, door
het slijk is gesleurd."
Ook de „Lanleme" noemt bet verleenen
van gratie niet, zooals de „Temps", een daad
van medelijden, maar van gerechtigheid. En
liet blad eindigt; „Als Dreyfus begenadigd
wordt, dan zullen wij hem helpen eerherstel
tc krijgen."
Dat Dreyfus begenadigd zal worden, lijkt
dan ook niet twijfelachtig, ofschoon de regee
ring zicli in een mysterieus stilzwijgen blijft
hullen.
Over den ministerraad van Dinsdag is of
ficieel niets bekend gemaakt; maar het
wordt van verschillende zijde bevestigd dat
het voorstel van Monis, den minister van ju
stitie, om de voorziening in cassatie te ver
wijzen naar het Hof van Casatie, en niet
naar den militairen raad van revisie, alleen
door De Lanessan en Mi 11 er and werd ge
steund. De andere ministers spraken en
stemden er tegen; zoo ook president Loubet,
die zich trouwens weinige dagen vóór de be
den gaan. Zij konden geen bepaalde plannen
vaststellen, voor zij meer wisten omtrent
Horrox en zijn omgeving.
Op den hoek van den Humphrey Street
was een café, en hierin begaf zich Whanks,
gevolgd door Tom.
„U moet een glas bitter nemen," sprak
Whanks tot Tom, „dat zal u moed geven. Ik
neem het niet, want als ik eenmaal begin is
het met mij gedaan, en toen ik in het bezit
kwam van het geld mijner tante, heb ik ge
zworen dat ik nooit meer jenever zou drin
ken, en ik doe het dus niet."
„Een glas bitter," zei Tom tot de groote
vrouw in het buffet.
„Voor mij een kwast," zei Whanxs.
De vrouw bracht de glazen bij hen eii wis
selde het geld met een beleedigd air. Zij hield1
niet van klanten die kwast dronken, en zij
was geregeld zeer kort en onaangenaam voor
hen, die niets hestelden dan- limonade.
Zij verwijderde zich, toen Whanks, niets
kwaads vermoedend, zei„Hei, juffie, luister
eens even."
Zij keek den spreker aan en zag ook naar
Tom, en wendde zich tot hen met de woor
den
„Mijn naam is Smith, juffrouw Sarah
Smith, als u mij verlangt te spreken. Ik ben
niet gewoon op die wijze te worden aange
roepen, zeg dus, wat wilt u van mij
„O, pardon, juffrouw," zei Whanks haas
tig, en Tom nam even zijn hoed af. Die be
weging Stal het hart van juffrouw Smith, er
verspreidde zich een glimlach om haar rood
gelaat, waardoor zij er nog minder aantrek
kelijk uitzag. „Ilc zou gaarne willen weten
in welk nummer van Humphrey Street die
heer Horrox woont. Ik heb zaken met hem
te vereffenen. Komt hij wel eens hier?"
vroeg Whanks.
slissïng de handen had gebonden door te zeg
gen dat men zich moest buigen voor het von
nis, hoe het ook mocht luiden. Weliswaar
wist Loubet toen niet dat er een vleesch-
noch-visch-vomiis zou worden geveld.
Daarna schijnt in den ministerraad het
verleenen van gratie te zijn besproken. Vol
gens een bericht aan de „Frankf. Ztg," wa
ren bijna alle ministers, ook De Galhfet, er
voor terstond gratie te verleenen. Doch pre
sident Loubet achtte het wenschelijk een la
ter tijdstip af te wachten.
Blijkbaar is daarmede bedoeld, nadat de
ïaad van revisie gesproken heeft. Vermoede
lijk zal deze wel het vonnis bekrachtigen;
zoo niet, dan komt de zaak andermaal voor
een krijgsraad. Volgens de wet moet de raad
uiteilijk drie dagen na ontvangst van het
dossier bijeenkomen. Het dossier nu is reeds
te Parijs aangekomen. Dat do raad dus niet
vóór begin October zou beslissen, lijkt on
aannemelijk en onwettig. Trouwens, anderen
verwachten Maandag a.s, zijn beschikking en
Dinsdag daaraanvolgende de begenadiging
van den ongelukkige.
Dat de strijd niet zal bedaren, blijkt ten
duidelijkste uit de circulatie die de „Bond
ter verdediging van de rechten van den
menacli eu van den burger" aan zijn leden
heeft gezonden. Het bestuur ontwikkelt daar
in zijn plannen, die aldus aan het slot der
circulaire worden geresumeerd
„Het geheele land zal weldra zien wat de
waarheid is in deze gebrekkige rechtspraak.
Wat ons betreft, onze plicht is duidelijk aan
gewezen. Zoolang de ongelukkige kapitein
Dreyfus gebukt gaat onder het blinde nood
lot, dat hem buiten de menschelijke wet
schijnt te stellen, zullen wij zijn verdediging
op ons nemen en het herstel van vrijheid en
eer trachten te verkrijgen, waarop hij recht
heeft.
„Evenals tot dusver zullen wij den strijd
voor recht en waarheid voortzetten, zonder
geweid, enkel met de wapenen die de vrijheid
ons verschaft. Wij zullen dien strijd ijveriger
dan ooit voeren, voor de rust van ons gewe
ten en voor de eer van Frankrijk."
Ook de „Aurore-cyclus", zooals een der ge-
iukig weinige Nederlandsche anti-Diayfus-
bladen het onlangs uitdrukte, blijft natuur
lijk volharden.
En het buitenland zal moreelen steun ver
leenen. Bedenkelijke verschijnselen voor
Frankrijk wanneer een bijeenkomst van ge
leerden, criminalisten, de Marseillaise met ge
sis ontvangt; bedenkelijker nog Wanneer
men de krachtige aanmaningen hoort in alle
landen om Frankrijk te boycotten. Of daar
om do tentoonstelling van 1900 zal misluk
ken, weten wij niet. Het oude beginsel, dab
oeoonomische overwegingen scheidt van ethi
sche beginselen, leeft, helaasnog en doet
zich ook nu gelden. Maar dab Frankrijk
thans in de oogen der beschaafde wereld ach
teraan komt in de rij der natiën die aan
spraak kunnen maken op eerbied en gene
genheid, dat kan moeilijk geloochend wor
den, Daarvoor klinkt de verontwaardiging te
eenstemmig en te luid.
Ook bij de hoven en de regeeringen zal het
vonnis van Zaterdag Frankrijk zeker geen
goed hebben gedaan, al nemen wij met
twijfel kennis van een bericht aan do
„Laat eens kijken, ik geloof veertien. Geor
ge," riep zij tot een dikken mail, die het eene
glas na heb andere stond vol te schenken.
„George, wat is het huisnummer van dien
man, je weet wel met dien vreemden naam?"
„Horrox," bracht Whanks in het midden.
„Juist, dat is de naam. Horrox," riep zij
lot haar man.
„Ik geloof vier-en-veertig; maar liet meisje
zal gauw h>er zijn om het bier. 'tls tien ra
gen een. Kijk, daar is zij al."
Juffrouw Smith ging naar hot kind toe,
wisselde eenige woorden met liaar, en zond
haar vervolgens naar het andere buffet, waar
op geschieven stond „Geen kruiken, alleen
gl 32611."
Toen Sally Whanks en Tom daar ook zag
sUan kwam er een vreesachtige uitdrukking
op haar gelaat. In haar kinderlijken geest
zag zij politieagenten en de gevangenis vóór
zich, want had zij niet, op bevel van haar
meesteres, genomen wat den huurders toe
kwam? Zij verbeeldde zich, dat het nu ont
dekt was.
„Die heeren wilden je wat vragen, kind,"
„Meisje, je woont immers m hetzelfde huis
als mijnheer Horrox vroeg Whanks vrien
delijk.
„Ja, mijnheer!''
„Wie woont er nog meer bracht Tom in
het midden, verlangend om haar antwoord
te vernemen.
„Mijn meesteres, juffrouw Yanda, de jon
geheer Adrian en ik," antwoordde Sally.
„Houd je veel van juffrouw Vanda en
haar broertje?" vroeg Whanks.
„Nu, of ik," antwoordde liet kind, en bij
deze woorden kwam er een vriendelijke uit
drukking op het stuursche gelaat. „Juffrouw
Vanda kust mij nu en dan als die akelige
vent uit is."
„Frankf. Ztg." volgens hetwelk koningin
Victoria aan den Engelschen gezant te Pa
rijs een telegram hebben gezonden, in het
Fransch en met in cijferschrift gesteld, waar
in zij haar diep leedwezen uitspreekt o\er de
veroordeeling van Dreyfus. Ook de ex-kei-
zcrin Eugenie zou aan Parijscho vrienden
een telegram gezonden hebben in bewogen
bewoordingen gesteld.
In Engeland zal de volksverontwaardiging
zich Zondag a s. uiten op een groote meeting
in Hyde Park, waavoor de regeering toe
stemming heeft gegeven. Er zullen 24 tribu
nes zijn.
De heer L. Trarieux heelt een brief aan
ministex* De Galliflet gericht, waarin hij
protesteert tegen enkele politierapporten,
voorkomende in het ultra-geheim dossier,
dat te Rennes heeft dienst gedaan en waarin
sprake was van bezoeken door Trarieux in
1898 aan het Italinansche gezantschap ge
bracht, evenals door Scheurer-Kestner en
Joseph Retnaeh, Deze mededeelingen zijn
ter kennis van den krijgsraad gebracht en
Trarieux hoorde hier eerst ter elfder uie
van. Een weerlegging van een en arider kon
hij nog slechts doen hooien den dag vóór
de uitspraak, zoodat het kwaad eerst te laat
bestreden kon worden en deze getuigenver
klaring zeer verzwakt was.
Tiarieux protesteert er tegen, dat gelden,
toegestaan aan een dienst, die bestemd is
voor de landsverdediging, worden aangewend
om een Fransch burger, een oud-minister en
lid van den Senaat, te doen bespionneeren.
De Galhfet heeft Tiarieux geantwoord dat
die feiten der regeering en hare voorgangster
onbekend waren en belooit tegen herhaling
te zullen waken.
Intusschen heeft Cuignet want die is
io deze de schuldige het kwaad reeds
gebrouwen.
Men zegt dat mevrouw Dreyfus op ver
zoek van haar man generaal Mereier en
kolonel Maurel zal aanklagen wegens de in
1894 begane onwettigheid.
De ïKöln, Ztg." zegt in een blijkbaar geïn
spireerd entrefilet dat de officieele verklaring
der Duitsche regeering omtrent Dreyfus wel
degelijk Ier kennis van den krijgsraad is ge
bracht. Dit in antwoord op de ook door ons
medegedeelde nota van Havas lie den scliyn
kan wekken dat de Fransche regeeriug de
verklaring uit den sReichsanzeiger" niet aan
den krijgsraad heeft gezonden.
Engeland en Transvaal.
Dat de toestand in Zuid-Afrika zeer kri
tiek is, is duidelijk. Tocih is nog niet alle
hoop buitengesloten dat die vrede bewaard
blijft.
President Kruger en de Uitvoerende Raad
zijn gistermorgen om 7 uur bijeengekomen
om het antwoord op do laatste dépêche der
Britschü regeering te bespreken; om 10 uur
werden de beraadslagingen hervat.
De Transvaalse!» regeering is voortdu
rend in telegrafisch gesprek met dc regeering
van don Oranje-Vrijstaat.
Intusschen is van het Bribsche gouverne
ment een nader© mededeelmg ontvangen,
waarin verklaard wordt, dat, ofschoon de
Engelsche regeering verlangend uitziet naar
„Wie is die akelige kerel vroeg Tom.
„Wel, natuurlijk mijnheer Horrox. Hij
slaat haar zoo, eu zij ziet er zoo slecht uit,
zij zal zeker spoedig sterven."
„Zou je miss Vanda willen helpen, als je
kon 1 Zou je willen meewerken om haar vrien
den te vindten, en haar gelukkig te maken
„Zou ik niet? Maar zij heeft geen vrien
den, geloof ilc. Eei's deed ik een brief voor
haar op de post, ik legde hem onder de ha
ringen, en zij vertelde mij dat hij bestemd
was v-oor iemand waar zij veel van hield. Het
was niet haar moeder, anders zou zij het mij
gezegd hebben. Maar zij is niet zoo gelukkig
vrienden te hebben, tenminste ik geloof het
niet, mijnheer."
Toen het kind ophield met spreken, kwam
er een droevige trek op Tom's gelaat en ook
Whanks keek erg bedrukt.
„Wij zijn haar vrienden," zei Tom, „en
wij zijn erg verlangend te weten, ra welk
nummer van de straat je woont."
„U behoort tot haar familie? o, dat is
heerlijk, het huisnummer is vier, het huis
met de gele jalouziën. O, wat een pret," en
in haar opgewondenheid danste Sally in de
rondte, zoodat het bier langs haar boezelaar-
droop eu op den vlóer neerdruppelde.
Plotseling was het gedaan met de pret, en
zij riep op klagenden toon„O, wat zal me
vrouw zeggen, ik durf zonder bier niet naar
huis te gaan, o, hemel, o, hemel!"
„Luister eens," zei Whanks, „ik zal je een
flinke fooi geven en liet bier betalen, als je
ons wilt helpen. Op welken tijd van den
avond zullen we miss Vanda, haar broertje
en den heer Horrox thuis treffen, en. waar
houden zij dan verblijf?"
„Tot acht uur ongeveer zijn ze bezig, en
dan gaat mijnheer Horrox soms naai- een
concert. Soms gaan ze mee, maar meestal
een spoedig antwoord, zij niettemin met het
oog op den eriHtigen aard van de quaesüe,
de Transvaalse!» regeering niet wil binden
aan een termijn, van 48 uur. Een ultimatum
is hot du» niet.
Aan de Kaap hoopt men dat Transvaal
zal toegeven. Dt „Pali Mall Gazette" ver
neemt vut Kaapstad dat de leiders van den
Afrikaander Bond een bijeenkomst hielden
om den toestand te bespreken. Na afloop
werd oen telegram aan Kruger gezonden,
waai in hem woidt aangeraden, toe te geven
aan de eischen, vervat in de laatste Brit-
sche dépêche.
In Afrikaan der-kringen wordt verzekerd,
dat Transvaal die voorwaarden zal aannemen
en de suzcreiniteits-quaestie laten op den
grondslag der conventie van 1884.
Gemengde Slcdcdeellngen.
Het Congres der Engelsche trade-unions
heeft besloten een strijd te beginnen voor
een aantal eisciien meer arbeidersvertegen
woordigers in bet Parlementverbetering
der ongevallenwet; wijziging der arbeiders-
periMoneetïng, zoodat die met het 00ste jaar
of bij ongeschiktheid tot arbeiden intreedt.
Eindelijk heeft het Congres zicli uitgesproken
ten gunste van een rechtbank voor huren
en pachten.
Er ziju reeds 41 sprekers ingeschreven
voor de Belgische kieswet-debatten.
Gisteren verdedigde De Brocqueville in
een keurige rede het uninominnal kiesrecht.
Daarna beval Loslever de volledige evenredige
vertegenwoordiging aan.
De Belgische Kamer heeft een wetsonl-
wesp aangenomen tegen dronkaards gericht.
Aan de gehuwde vrouw is n.L het recht
toegekend op de spaarbank tot 1000 frs. te
beleggen en daarvan maandelijks tot 100 frs.
voor de huishouding op le nemen. De sehuid-
eischeis van den man kunnen op dit depo
sitors geen beslag leggen, tenzij het huis
houdelijke uitgaven betreft.
Volgens de sRépublique francaise", Mé-
line's orgaan, heeft de oud-minister zijn
partijgenooten geraadpleegd over de nood
zakelijkheid om de Kamers onmiddellyk bijeen
te roepen.
Anderzijds zegt de Liberie" te weten
dat de regeering voornemens is de Kamers
eerst in December bijeen te roepen, wegens
het bijeenkomen van den Senaat als Hoog
Gerechtshof.
Minister De Galhfet heeft een wijziging
gebracht in de taak van het bureau der
Matistiek aan het ministerie van oorlog, zoo
noodzakelijk gebleken uil de zaak-Dreyfus.
Het zal voortaan deel uitmaken van het 2de
bureau, waar alles wordt verzameld omtrent
vi eetnde krijgsmachten, en zal daardoor niets
meer te maken hebt en met de geheime
politie en de contra-spionage die nu alleen
zullen resoi teeren onder de politie.
Men is ijverig bezig om liet Luxembourg
gereed te maken voor de zittingen van het
Hoog Gerechtshof.
Gisteren zijn bij den pastoor van Grainville-
sur-Odon, hoofdredacteur van de tCroix" in
het departement Calvados, een aantal stukken
Muit hij ze in de kamer op, totdat hij terug
komt, al wordt het nog zoo laat. Zij gaan
nooit vóór twaalf uur naar bed. Ik heb mijn
heer Horrox eens tot miss Vanda hooren zeg
gen, dat zij haar tijd met op bed mocht
doorbrengenen zij staat om half zes al op,
dus ze heeft niet veel rust, 11a. een geheelen
dag hard gewerkt te hebben, eu ze ziet zoo
wit, maar mijnbeer Horrox geeft er niet om.
Op zekeren avond dat hij van het concert,
thuis kwam, vond hij mis» Vanda slapende,
zij was zoo doodmoe, en nog sloeg hij haar."
„Luister eens, kan je vanavond omstreeks
acht uur buiten liet huis zijn, en ons zeggen
of zij uit zijn of niet?" vroeg Tom.
„Neen, dat kan ik zeker niet," zei Sally
met overtuiging. „Zij waren in staat mij te
vermoorden, als zij mij 's avonds buiten von
den."
„Kan. je ons dan geen teeken geven van.
uit het huis?"
Sally dacht een oogenblik na en zei toen
„Als zij thuis zijn, en allen in de kamer
zitten, zal ik den bezem uit het zolderraam
steken, en in de rondte draaien, u moet dan.
onder de lantaarn aan den overkant, gaan
staan, want u zult moeite genoeg hebben om
het te zien."
„Heel goed, en als wij dan den bezem zien,
komen wij naar de voordeur, en jij zult er
ons inlaten zonder dat wij behoeven te klop
pen of te bellen vroeg Whanks.
„Dat kan niet, mijnheer, ik zou onmoge
lijk bij do deur kunnen komen; maar wan
neer ik den bezem binnenhaal zal ik den
sleutel in een papier naar buiten gooien, en
een van u beiden moet hem dan maar uit
de goot halen, maar u moet goed toekijken
eu zorgen dat de buren het niet merken."
(Wordt vervolgd.2