53"e Jaargang. Vrijdag 22 September 1899. No. 10044. Eerste Blad, CIRCUSSLAVEN, UIT DEPE1IS. xxvn. BUITENLAND. 1 SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco per post 111.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 69. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12% cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Bfo. 123. Pastoor Tiiissex. Ook van katholieke zijde begint men tegen de scheldartikeien van pastoor Thissen in de sLimburger Koerier" de .stem te veihetT.n. nllet Centrum" schrijft: jDe„ nLimburger Koerier" van 16 Septem ber bevat een hoofdartikel, getiteld: »Erg bont en bar", en onderieekend met de be kende voorlettersTh. »Voor de eer en waardigheid der katholieke pers moet ons eindelijk een kort, maar krach- ijrr protest uit de pen tegen zuik geschrijf, hetwelk bovenstaanden titel maar al te zeer in practijk brengt. iGelukkig, dat een dergelijk voorbeeld van journalistiek niet anders dan afschrikkend werken kan." Pastoor Th. schrijft in de ^Limburger Koerier" een artikel genaamd sEenPausin Nederland" iWnt nu, zult gij verbaasd vragen, ge achte lezer? Een Paus in Nederland 1 Bet is niet mogelijk. En toch is het zóó en niet anders. Gelieve maar eens het bevelschrift van dien nieuwen Paus te lezen. Het luidt als volgt*. ïOp onze Nederlandsche aartsbisschop - pen en bisschoppen rust in dubbele mate die plicht! (De plicht om alle Katholieke bladen, die tegen Dieyfus zijn, in den ban te doen.) Want de schandelijke woorden, welke wij in de laatste dagen aanhaalden, wer den geschreven door bladen, wier redac teuren priesters zijn, voor wier inhoud de bisschoppen, die deze redacteurs aan stelden of begaan lieten, verantwoorde lijk zjjn." Aldus wordt den aartsbisschop en den anderen Nederlandschen bisschoppen bevolen alle Katholieke Koeranten geen een enkel uitgezonderd, le gebieden de partij ran Diey fus, Joden en Vrijmetselaars te kiezen. En wie is nu die miiakuleuze Nederland sche paus? Raadt gij het nog niet, lezer? Wie anders, dan de bui lesk-grole-ke Chat les Boisseiaia? Vele, allicht alle uwer landgenooten zullen het niet alleen potsierlijk, maar ook verbazend vinden, dat Gij u zoo maar voetstoots de pauselijke tiaar op uw kruin hebt gedrukt. Weinu, om oprecht en eerlijk le wezen, moeten wij hier ten gunste van Uwe Heilig heid, een veizaehtende omstandigheid pleiten. DOOB AMYIE READE. 71) Bedden in don dood. Castelli verliet Wihanks en begaf aioh naar het dreus, gereed, om met Cleo af be rekenen zooals zij ten volle verdiende. Hij wist dat hij haar daar zou aantreffen. Zijn drift was vreeselijk, het kookte in hem als een woedende zee, en maakte hem bijna krankzinnig. Hij was gereed om zijn prooi te bespringen met al den hartstocht van zijn trotsöhe natuur, want Cleo had hem bedrogen, om aan haar liefde te voldoen hem voorgelogen, en hij was haar minnaar ge weest. Al deze waar-heden drukten hem lood zwaar. Hij zag er verschrikkelijk uit, met vlammende oogen, en hij werd! bijna waan zinnig van toorn, toen hij ze in de arena voor zich zag. Zij - zag hem komen, en naderde om hem met een glimlach op het gelaat te begroeten. Zij wist dat Castelli er een flauw vermoeden van had, dat zij H-orrox geholpen lrad om de kinderen machtig te wo-rden, maar er wa- ren geen feiten die tegen haai* getuigden, en sieehts ééns gedurende de reis had! hij op den brief van mevrouw Le Sale gezinspeeld en gezegd.' »Ik geloof, dat jij meer van de zaak weet, dan je wel wilt bekennen; maar wat het ook kosten moge, ik zal het wel uitvinden." Nu had hij Whanks gezien; Hbrrox, fiieende zij, zou er wel van door gegaan zijn, «hij is altijd een lafaard geweest," zei Cleo v dchzelf, zich zijn angst herinnerend, toen Lala hem had laten dagvaarden. Hij had wet eens den moed gehad can naar het ge rechtshof te gaan en alles te ontkennen. Castelli stond tegenover haar; zij was al teen want het circus was verlaten, maar zij deinsde niet terug voor zijn vlammende 9Pg«n, die slechts van haat en toorn spraken. Ziet gij, lezer, paus Charles I heeft niet uit hoogmoed, uit ambitie zich de driekroon en de sleutelmacht in Nederland geschonken Och neen 1 Waar en wis het was uit innig medelijden met onzen H. Vader Paus Leo. De weekhartige Charles I rilt en huivert by de gedachte, »dat misschien heden of morgen door een Nederiandsch Katholiek de artikelen der Katholieke landspers in 't Franse!) vertaald, aan Z. H. den Paus wer den gezonden." En dan voegt hij er bij»Welk een treu- rigen indruk zouden ze maken op het liefde vol gemoed van den bejaarden paus!" Is dat niet heerlijk mooi van onzen Char les I? Die fonkelnieuwe paus, volslagen aap- mensch, verloochent al zijn beginselen om 't liefdevol gemoed van zijn bejaarden ambt genoot van 't Yatikaan voor grieving te vrijwaren. Hier is tegenspraak in 'tspel. Zijt gij u des bewust Charles I dan zijt gij een huichelaar. Doet gij het onbewust, dat zijt gij een onnoozele hals. Kies maar. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 21 Sept. '99. Waarheen kapitein Dreyfus zijn schreden heeft gewend, weet men niet. Wij zeiden het gisteren reedshet schijnt niet waar dat me vrouw Dreyfus in Engeland een huis heeft gehuurd. Daarentegen noemt men nu, waar schijnlijk zich de uitnoodiging indertijd her innerend, Carpentras waar de prins van Mo naco een villa te zijner beschikking zou heb ben gesteld. EVen onopgemerkt als hij eenige maanden geleden den Franschen bodem betrad, heeft Dre/fus gisternacht de gevangenis verlaten, 'tls aldus toegegaan. 's Avonds bestelde een zijner vrienden bij een stalhouder een landauer; deze moest te gen 2 uur in den morgen gereed worden ge houden. Kort voor tweeën kwam een nader bericht dat het rijtuig eerst tegen 3 uur noo- dig zou zijn, met aanwijzing van de plaats waar het moest wachten. Op het bepaald'e uur hield de landauer, bespannen met twee paarden, stil voor Labo- ri's woning. Daar gaf een bediende den koetsier een teeken van verstandhouding, ou deze bracht den landauer vlak bij het trottoir. Nauwelijks stond het stil, of twee personen, Dreyfus en zijn broeder Mathieu, namen plaats. Dadelijk omgekeerd en voort! in volle draf de stad uit. Er viel een koude, doordringende regen. Ook de politie-direo- teur Vigilie reed mede. Zij wist dat het tusschen hen uit was, zij las haar vonnis in zijn oogen, zijn stem beefde van woede, hij balde zijn vuisten, en zijn ge laat zag akelig wit. Zij richtte zioli in haar volle lengte op, en keek hem kalm aan. Zichzelf bewust van haar schoonheid, liet zij zich nooit uit 't veld slaan maar er was een onheilspellend licht in haar oogen, dat sprak van wraak, van een strijd, die plotseling zou losbranden en dood en ver delging met zich zou voeren. Zij was tot den aanval gereed. Zij voeld'e geen vrees voor den woedenden man voor zich, zelfs wanneer zijn toorn met ongekende kracht over haar zou losbarsten. Zij glimlach te als de zonnestraal, die doorbreekt als de bui voorbij is. Zij zou haar toorn, onderdruk ken totdat de zijne had uitgewoed. Zij zou hem nogmaals voor zich winnen zij kon bem niet voor altijd verliezen. „Jou lasteraarsterjou leugenaarster! jou bedriegster!" kwam er ten laatste van zijn lippen. „Nu weet ik alles,-jou valsche huiche laarster! Jij was het die het snoode plan be raamde om mijn kinderen to onttrekken uit het huis waar ik ze bracht! Nu begrijp ik waarom je mij overhaalde om van hen te scheiden en ze aan Le Sale af te staan. Het was je eerste stap voor het gemeene doel, clb eerste stap zeg ik je, om je op mijn overleden vrouw te wreken. Jij en. je brutale helper dachten mij met je duivelsche leugens om den tuin te leiden, maar het uur der vergel ding heeft nu geslagen. Ik zal hem weten te achterhalen, en ik zal hem vermoorden," nep Hij. met klimmenden toorn. Zij antwoordde hem niet, wat hem nog meer prikkelde en hij ging woedend voort „Jij, die 'hebt voorgewend mij lief te heb ben, jij die aan mijn voeten gekropen hebt, jou duivelin, wat heb je nu te zeggen riep liij, buiten zich zeiven van drift. Zijn uitbundige woede verraste haar niet. "Zij wist diat zijn fijn gelaat meermalen spo ren droeg van toorn, en degene die in zijn .macht was, deed beven. Bij zulke gelegenhe den was er niets met hem te beginnen. Hij was to boos om naar rede te luisterenmaar zij was niet bereid hem op te geven. Zij Het tijtuig reed de stad uit en naar het dorpje Verne. Daar hield het stil op 500 M. van het station. De kapitein en zijn begelei der stapten uit en gingen te voet naar het station, waar bijna oogenblikkelijk de trein naar Nantes aankwam. Van Nantes is Dreyfus naar Bordeau ver trokken en vermoedelijk vandaar naai* Nice. Viguié had aan het eerste station na Nantes afscheid genomen. Om kwart over tweeën had Dreyfus onop gemerkt de gevangenis* verlaten. De laatste journalisten hadden omstreeks middernacht hun post verlaten. Wat mevrouw Dreyfus betreft, deze heeft gistermorgen om half twaalf Hennes verlaten in gezelschap van haar moeder, haar broeder Paul Hadamard en dr. Weil. De gratie, aan Dreyfus verleend, heeft nie mand tevreden gesteld. Het was te denken, en. het is onnoodig hierbij stil te staan. De dreyfusards willen meer en de tegenpartij gunt den ongelukkige zijn vrijheid niet. Evenwel, de vrienden van den martelaar nemen genoegen met het feit d'at zijn leven niet meer geschaad zal worden, dat vrouw en kinderen hem terug hebben. Gerechtigheid en vergelding worden tot later uitgesteld. Wij vertrouwen heel stellig dat dit uitstel geen af9tel zal zijn. Duidelijk zegt de „Siècle" het: „Het in trekken van zijn voorziening in cassatie be- teekent voor Dreyfus geenszins dat hij af stand1 doet van zijn recht. Hij heeft er geen afstand van gedaan, de vernietiging van het vonnis van Hennes langs webtelijken weg van het hoogste rechtscollege te vragen. De gra tie brengt niet de minste verandering in zijn toestand. Zijn recht blijft ongeschonden om langs den door de wet voorgeschreven weg een tweede maal, en laat ons hopen defini tief, de opheffing van zijn vonnis te verlan- gen." In de „Lanterne", die ook verzekert dab Dreyfus in het Zuiden, van Frankrijk zijn re habilitatie afwacht, zegt Yiviani zeer mooi „Er zal nu minder lijden zijn op de wereld, maar er is "niet meer recht.-Dat is voor den dag van morgen." Ook de „Radical" voorspelt dat de gerech tigheid zal komen, en de „Aurore" belooft dat de strijders niet zullen rusten. „Dreyfus is vrij," zegt het blad, „maar zijn ziel is nog gevangen in de vervalschingen van den generalen staf. Wij zullen voortgaan te ar beiden aan de veraieling van wat nog over is gebleven van het beeld van lafheid, dom heid en onrechtvaardigheid. Blind is Hij die niet inziet, dat Dreyfus vruchteloos heeft ge leden, wanneer de krijgsraden blijven be staan." Men ziet hoe ijdel de verwachting is van hen die vrede en verzoening van deze gratie verlening verwachten. De „Figaro" hoort tot die naïeven. Heb boulevard-blad wenseht moest hem weer voor zich winnen. Zijn mis noegen moest verdreven worden, en zij zei dus kalm: „Je valt mij nu veel te hard, Castelli. Luister naar me," en zij deed een stap nader, maar hij wenkte haar terug te gaan, daar haar tegenwoordigheid hem hatelijk scheen te zijn. „Blijf waar je bent. Kom. geen stap na der," riep hij. „Ik walg van. je gezicht." „Neen, Castelli, dat doe je niet. Liefde kan niet zoo veranderenJe maakt het veel erger dan noodig is. De lieve kinderen zijn levend en wel," sprak zij, zijn woede trach tend te temperen. „Liefde, spreek me niet van liefde! Ik vervloek jon en je liefdejou duivelinIk weet, dat je brieven en papieren onderschept hebt, en Lo Sale's dood geheim gehouden hebt, opdat je lafhartige plannen om je op mijn vrouw te wreken, ten. uitvoer zouden kunnen worden gebracht. Jij en Horrox zijn duivels," bulderde hij. „Ik ontken alles," antwoordde Cleo kalm. „Lieg mij' niet voor, of, bij den hemel, ik zal er een eind aan maken. J© ontving geld van dien schurk om hem te helpen. Kan je dat ook ontkeunen f' vroeg Castelli met een vloek. „Wie heeft je verteld, dat ik geld ont ving?" vroeg Cleo, weinig op haar gemak en zich verbazende hoe dat aaa het licht geko men was. Castelli's wenkbrauwen trokken samen, zijn oogen schoten vonken. „Wie het mij vertelde? Wel, je lafhartige minnaar. Hij wieip de schuld op jou, toen zijn eigen leven in gevaar was. Maar als ik hem kan vinden, dan zal ik hem met één steek dboden en jou daarna.," zei hij woest. „Dat zou een moord zijn, Castelli, dat kan je toch niet- meenen?" sprak Cleo. „Een moord is nog te goed voor jullie bei den," antwoordde hij. „Ik zal hem opzoeken, en hem stellig dooden. Ik zal hem overhoop steken, terwilie van Leila." Zijn stem werd kalmer toen hij den naam van zijn over leden vrouw uitsprak. „Castdli, wees toch bedaard, 'tls eenvou- piesident Loubet en heb ministerie geluk met deze daad, „een goede daad"', zooals heb zegt, „die de zonen van hetzelfde vaderland weer zal verzoenen." Heel anders is de toon van liet „Journal des Débats", dat zich beklaagt de gronden voor de gratie niet te hebben vernomen. Het mininsterie houdt van heimelijk handelen en negeert de openbare meening. Het blad vraagt: „Is de gratie verleend, omdat zekere bladen de regeering tot dezen stap hebben gedwongenheeft de regeering gehoor gege ven aan duistere invloeden? Nadat Loubet te Rambouiilet eerst het gewijsde onaantast baar heeft genoemd, schenkt hij den veroor deelde gratie en bescliimpt daardoor de rech ters" die het ruimschoots verdiend heb ben, zouden wij er achter willen voegen. Dat de anti-revisionistische bladen zich zeer afkeurend uitlaten over de gratie voor Dreyfus, ligt voor de hand. Gelukkig dat hun verontwaardiging en afkeuring ".rij plato nisch is; het heeft den schijn of zij het. per saldo een vrij goede oplossing vinden. De heeren zetten een barsch gezicht; dat be hoort bij hun rolmaar waar voor hun zaak niets meer te winnen, wèl veel te bederven valt, kunnen zij niet anders hopen dan dat het nu uit is. De „G-aulois" stelt tegenover de gratie voor Dreyfus het feit dat de generaals De Négrier, De Peliieux en Roget gestraft worden, ter wijl men Paul Déroulède, Buffet e.t.q. voor het Hoog Gerechtshof daagt. Heb blad vreest dat de natie in deze invrijheidstelling van Dreyfus een soort protest van de regeering tegen het vonnis van den krijgsraad zal zien (in welk vermoeden de „Gaulois" waarschijn lijk de plank niet ver mis slaat). En dan volgt met zekere berusting, die van mokkend gevoelde onmacht getuigt„Dreyfus kan ons niet meer schelenlaat ons aannemen dat hij geen kwaad meer kan doen. De rechters van Hennes hebben de eer van het leger gewroken; wij zijn tevreden." Och neen, kwaad zal de ongelukkige wel met meer kunnen doen. Daar hebben André Lebon en zijn handlanger Deniel wel voor gezorgd. Evenals de „Gaulois" attakeeren ook „Echo de Paris", „Petit Journal", „Libre Parole" en „Intransigeant" de regeering. De „Libre Parole" noemt de gratie een triomf van Israël, en Judeb verklaart in liet „Petit Journal" dat Loubet, die Dreyfus' redding aan het. buitenland heeft beloofd, het Drievoudig Verbond en het „Syndicaat" een cadeautje geeft. En Rochefort spant natuurlijk de kroon door zijn lezers te vertellen dai er behalve Dreyfus nu nog een verrader is, nl. president Loubet die Dreyfus toestaat onmiddellijk aan Wilhelm II te Berlijn de geheimen te gaan overbrengen, vervat in de stukken van het dossier over de nationale verdediging. Treurig, niet waar, wanneer een braaf pa triot als de geestelijke vader dei* Commune zijn land overgeleverd ziet aan verraders als y if *ri tiri x vr dig belachelijk je zoo aan te stellen. Wat ik deed was om je voor zorgen te vrijwaren. Ik zorgde voor je kinderen alsof ik hun moeder was, jij In een oogwenk vloog hij op haar af, en haar ruw bij den arm nemend, schudde hij haar heftig. „Jij, als hun moeder!" siste hij. „Jij, zco'n slechte vrouw," en liij slingerde haar van zich, „een vrouw met evenveel minnaars als dagen in het jaar. Z ij was goed en braaf, terwijl j ij zoo slecht bent, als de duivel je slechts heeft kunnen maken," zei Hij razend. „Je behandelde haar toch niet of zij zoo'n schab was," antwoordde Cleo spottend, want zij werd nu werkelijk boos, maar deed kaar best zich zooveel mogelijk in te houden. Hij'hief zijn hand op om haar een harden klap te geven, maar zij zag de beweging en ontweek hem, zeggende: „Ik ga heen tot je wat tot kalmite bent ge komen en je je niet meer als een krankzinni ge aanstelt." „Neen, je gaat niet heen, ik heb nog niet met je afgehandeld. Luister," en zijn stem daalde en hij sprak langzaam: „Je liebt mij altijd met je liefde achterna, geloopenje wou ze .hebben toen ik een vrouw had, je zou ze tot het einde toe willen bezitten, maar maar van dezen dag af, zal je mij niet meer is den weg komen, of ik zal je als een hond neerschieten. Ik heb met je afged'aan. Je bent vervloekt jaloersch geweest op „Darkie", wel nu, ik zal haar tot vrouw nemen, en als je mij maar een stroobreedte in den weg legt, zal ik je een kogel door het hart jagen. Ga nu heep, en nader mij nooit weer. Ga. heen, zeg ik," riep hij woedend. Ten laatste had hij haar getroffen. Hij wist hoe jaloersch* zij was, en hij schepte er behagen in haar te plagen. „Zoo, ga je met „Darkie" trouwen vroeg zij met gloeiend gelaat. „Nu, ik hoop dat je gelukkig met haar zult zijn!" Er kwam een groote verandering op haar gelaat; het was niet van smachtende liefde, noch van wanhoop. Wat was het dan „Je bent een ellendeling en een wilde- Loubet, den kalmen, eerlijken republikein. Arme Rochefoit! De commissie van instructie uit den Se naat, of liever haar voorzitter Bórenger en zijn bijzitters, zitten niet stil. Zij zijn begon nen aan het onderzoek der stukken van het dossier, 29 kisten vol. Als dat karweitje is af- geloopen, begint het verhoor der beklaagden. Bórenger wijdt zich geheel aan zijn taak, zóó zelfs, dat hij in het Luxembourg zijn intrek heeft genomen om als het ware onafgebroken te kunnen voortwerken. Intusschen heeft Jules Guérin gistermor gen na een belegering van 38 dagen zijn ves ting 111 de rue Chabrol verlaten, na nog am pele onderhandelingen en vertoon van macht. Wij vinden er nog de volgende détails over. Dinsdagmiddag- begaf de nationalist Mille- O O O voye zich naar hefc fort; toen hij het gebouw weer verliet, deed Guérin hem uitgeleide. Millevove begaf zich naar Waldeck-Rousseau met wien hij een langdurig onderhoud' had. Om middernacht keerde Millevoye naar de ruc Chabrol terug, vergezeld van Louis Gué rin, van een commissaris van politie en den dueeteur der recherche Pmbaraud. Afgespro ken -werd dat Guérin zich terstond naar het Luxembourg zou begeven o-m daar in een der cellen te worden opgesloten. Guérin ver kleedde zich, stak zich netjes in het zwart, maar kwam toen plotseling met den eiseh voor den dag van alleen naar het Luxem bourg te mogen gaan. Puibaraud kon dit niet toestaan, maar seinde het verzoek op aandringen van Millevoye aan Waldeck- Rousseau en den prefect van politie. Intusschen waien krachtige maatregelen genomen. De bewaking der me Chabrol was versterkt met bereden republikeinsche gar den, politie en infanterie onder bevel van generaal Dalstein. Al ie straten die in de ine Chabrol uitliepen werden door politie en troepen afgezet. In de naburige kazerne La Nouvelle France stonden bovendien genie soldaten en wagens gereed en ambulancen werden bij de liand gehouden. Eindelijk was de brandweer met ladders op het terrein aanwezig. Kortom, alles wees er op da.t- de beslissing naderde, on de prefect van politie Lêpine verklaarde dan ook aan een journalist„Wij hadden allen gedacht dat het verstand zou zegepralen; maar wij moeten een eind ma ken aan den onmogelijken toestand'. Ik weet op het oogenblik niet, welke wending de zaak zal nemen, maar u kent het spreek woord dat, wie den vrede wil, zich ten strij de moet rusten. Al onze maatregelen zijn ge nomen; ik geef u mijn eereavoord dat alles om 6 uur afgeloopen is." De zaak was om 6 uur afgeloopen, en vroe ger zelfs. Om xwart over vieren kwam Mil levoye voor de deur van heb Groot-Westen en riep„Allen die zich in het huis bevin den, mogen zich verwijderen en vrij uiteen gaan er is geen bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd dan tegen Guérin." man," antwoordde zij. Zij keerde rich om en verliet hem. Den volgenden dag ging zij weer naar het circus om Castelli op te zoeken. Hij zon er wel wezen, want heiden waren voor een ge heel seizoen geëngageerd. „Ik zal hem nog één kans geven, maar ook slechts één," mompelde zij. Haar plannen waren beraamd en ze zou ze zonder uitstel ten uitvoer brengen. Zij be spiedde hem op een veiligen afstand, en zij zag hem een kleedkamer binnengaan, waar hij zijn overjas en stok neerlegde. In een oogwenk volgde zij hem. „Castelli Zijn gelaat verduisterde, zijn drift werd opgewekt toen hij haar zag. Mooi zag zij er uft, toen zij daar zoo voor hem stond met haar lang artistiek kleed om haar welgevormd lichaam. „Jij hier weer? Wensch je doodgeschoten te worden vroeg hij opgewonden. „Beantwoord mij slechts één vraag, Cas telli, en we zullen elkaar nooit meer tob last wezen." Zij richtte haar oogen op zijn gelaat toen zij voortging: „Zal ]e „Darkie" trou wen Is tusschen jou en mij alles uit Dit sprak zij langzaam, haar oogen niet van hem afwendend. „Ja, wij zijn voor altijd vreemdelingen. Ga heen, slecht© vrouw 1* en hij keek haar verachtelijk aan. „Zal je keusch „Darkie" trouwen liield zij aan. „Ja," antwoordde hij. „Meen je dat?" „Ja, ga uit den weg, onbeschaamde dui velin „Meen je dat ook?" Haar stem beefde van onderdrukten hartstocht en opgewondenheid. Zij naderde hem, en wel zoo dicht dat hij haar gemoedsbeweging zien kon. „Wil je weg gaan of bij God, ik zal er een eind aan maken," bulderde hij. Slot vol ff l.) f' ■M' - 1 JxZ v#

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1