Het toet ra H. H. te Kssingin 53"e Jaargang. Dinsdag 26 September 1899. No. 10047. Eerste Blad. ïïet Blauwe Laboratorium SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen tl. 1.25. Franco per post il. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBolerstraat 08. Prijs der Advertentiën: van 1—7 regels 90 cents; iedere regel meer 12l/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij ooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intcrc. Telefoon IVo. 123. aan de Havenwerken en Handelsinrichtingen ie Rotterdam. Zoo genoot Rotterdam dan heden weder de hooge eer Hare Majesteit Koningin Wilhel- mina vergezeld van H.Dz. doorluchtige Moeder in haar midden te mogen ontvangen. Was het den 9 Juni jl. Hare blijde intocht welken zij in die stad deed, thans was het niet Haar verlangen Rotterdam andermaal in feestgewaad te zien, maar in zijn dagelijkse!) leven, dat Rotterdam waarvan de dichter in zijn stedelied spreekt als hij zegt: 'kHeb u lief Rotterdam met uw drukte en gewoel Waar het leven zoo krachtig in bruist, Koningin van de Maas uit wier golven een lied Vol van glorie en hoop u omruiseht. In den wedstrijd van handel en scheepvaart houdt gij Fier de vlag onzer vaad'ren omhoog, En nw heden is niet van 't verleden ontaard, Dat met roem Holland's naam overtoog En wij zijn dan ook overtuigd dat waar Rotterdam zich in die gedaante, in zyn ge woon dagelijksch.kleed.jian JH.H. M.M. heeft laten zien, ook onze lieve Koningin zal instem men met wat de dichter verder zegt: Met verrukking aanschouw ik de groeiende vloot Die steeds talrijker havens vervult, Voortgestuwd langs het spoor voor de waat'ren [gebaand, Door nw moed, nw beleid en geduld. Even voor 12 stoomde de koninklijke trein het Maasstation binnen, hetwelk jij van uit Den Haag langs de ceintuurbaan bereikte. Nog is er geen druppel regen gevallen. De grijze wolken zijn paars gerand, hier en daar goor wit en sneeuwig geplekt; daar- tusschen echt Hollandsch blauw. Van stadswege waren geen versierin gen aangebracht, maar van uit alle woningen wapperde de driekleur, terwijl de duizenden die zich hadden opgemaakt om H.H. M.M. een hartelijke ontvangst te bereiden, de borst met Oranje getooid hadden. Het Maasstation was door de goede zorgen van de spoorwegdirectie weder rijk versierd, waaraan de firma Pander uit 's-Hage, wat de meubileering en fapyten betreft en de firma H. de Lange te Rotterdam wat de bloemen en planten aangaat hunne beste krachten beproefd hadden. De wachtkamer le klasse was weder rijk met spiegels, bloemen en kostbare tapijten versierd, tot ontvangsalon ingericht, terwij! ter plaatse waar de Koningionen het station zouden verlaten om in de rijtuigen plaats te nemen, de treden met kostbare tapijten waren belegd en een baldaquin was opgericht. Aan het station waren ter ontvangst van HH. MM. aanwezig de burgemeester en wet houders, gemeenteraadsleden, de Kamer van Koophandel en Fabrieken en verdere autori- teiten op handelsgebied alsmede de autoii- teiten van schutterij, leger en vloot. Aan het station was de eerewaclit. be trokken door een afdeeling schutterij en weer- Een Petersburgsche geschiedenis, DOOR L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE. 2) Papa haalde een sleutel uit zijn zak en sloot een deur in den muur open en tegelijk drukte liij> op een veer, en kijk, Madeleine, daar stonden, wij op den drempel van een an der laboratorium, twee-, driemaal zoo groot als dat wij verlaten hadden. Er was een zon derling ding, een soort koepel, die in een der hoeken oprees uit den grond. Maroussa en ik zagen het zoodra wij het vertrek binnentra den." «Wij waren vreeselijk bang dat we wegge jaagd zouden worden, en daarom slopen we Meteen achter een groote kast en bleven daar wachten, onderwijl papa en. de geleer den over hun geheimen spraken. Opeens stel de Maroussa, die er altijd' op uit is om stre den uit te halen, mij voor dat wij achter zou den blijven om zelf eens alles te bekijken, nadat papa. met de Duitschers was wegge gaan. „Ik weet niet hoe wij op zoo'n stoutmoedig plan kwamen, want natuurlijk zou papa ons rtsluiten; maaor daar dachten wij niet aan. hen poosje later scheen, hij de heeren tevre den te hebben gesteld, en zij verlieten het vertrek even haastig als zij gekomen waren, rapa draaide het electrisch licht uit, en wij tonden in volslagen duisternis. «Wij hoorden de voetstappen wegsterven lo de lange gang. Wij zaten vol gekheid en Oioediwil, en ik zei tot Maroussa„Laat ons ïS" opdraaien". «Wij waren nog niet bet halve vertrek baarheid, beide met hunne muziekcorpsen, welke bij het binnenkomen van den trein de volksliederen aanhieven. De schutterij was onder commando van kapitein F. C Burcksen en de weerbaarheid onder die van zijn kapitein-commandant de heer H. J. 3. Bos. Door twee dochtertjes van den wet houder Hinlzen, beeldige kindertjes, werden bouquetten van orchideeën aangeboden, waarbij de kinderen allervriendelijkst werden toegesproken. De Koningin droeg een beige-satijnen japon met grijs zijden front, een grijze capóte-hoed met beige en witte veeren, de Koningin-Moe der een zwart satijnen kanten japon met gitten en cape en een toque-hoedje met witte struisveeren met zilveren agrement. Bij het uitstappen van den trein werden HH. MM. door den Burgemeester ontvangen en verwelkomd en werden enkele autoriteiten o. a. admiraal Van Alphen, aan HH. MM, voorgesteld. De heer Plate, president der Kamer van Koophandel sprak hierop de Koninginnen ongeveer als volgt tce ïüit naam van den handel spreek ik onze erkentelijkheid uit voor het hernieuwd be wijs van belangstelling door U, Majesteiten, gegeven in onzen handel, scheepvaart eu in dustrie. Indien straks de geestdrift eener bevolking, die uiting moet geven aan hare gevoelens van gehechtheid en liefde de be- diijvigheid van het dagelijkse!) leven zal overstemmen, dan toch zullen Uwe Majes teiten zich een beeld kunnen vormen op ieder gebied. Moge onder de gezegende rege ring van Uwe Majesteiten,, die vooruitgang een blijvende zijn. Voor onze Kamer vbd Koophandel is de schoone taak weggelegd naast en onder een verlicht gemeentebestuur dat oog en oor voor de belangen van onzen handel heeft daartoe met alle krachten mede te werken." Hierna werden de leden der IC. v. '1aan HH. MM. voorgesteld. Nadat H. M. de Koningin de eerewaeht geïnspecteerd had begaven de Koninginnen zich met gevolg in de ontvangsalon om na eenige oogenblikken aldaar vertoefd te hebben zich naar de gereedstaande rytuigen te be geven. Bij het naar buitenkomen werden HH. MM. daverend toegejuicht door hen die daar bijeen waren als gasten der spoorweg maatschappij. Nu brak de zon door en deed de wolken randen gloeien, een treffend oogenblik. In de vette zag men de gepavoiseerde oorlogs schepen; op de Dufa paradeerden de Jantjes in het want. Voor het station was ook de eerewaeht en het corps bereden politie opgesteld en nadat HH. MM. bij vernieuwing met de comman danten en de eerewaeht hadden kennis ge maakt werden de rijtuigen bestegen en nam de le rijtoer een aanvang. De stoet, samen gesteld uit het koninklijk rytuig met 4 paar den la daumont bespannen, omgeven door de eerewaeht te paard en gedekt door de bereden politie, twee rijtuigen waarin liet gevolg plaats nam en drie rijtuigen waarin de vertegenwoordigers der pers gezeten wa door, toen. o Madeleine1 wat deuk je dat er gebeurde Daar hoorden wij kloppen, dat klonk alsof het uit den vloer onder onze voeten kwam; het was in. de richting van dien gekken koepel waarvan ik je zooeven al vertelde. Een stem riep driemaal jamma- lend: „Help! help! help!" Wij waren doode- lijk verschrikt, en ons heele beetje moed was weg. Ik geloof dat Maroussa patstegen den grond sloeg, en ik weet dat ik den hardsten gil slaakte die uit een menschelijke keel kan komen. Het was zoo luid dat hij papa's ooren bereikte. „Heb kloppen beneden hield op, en wij hoorden papa's voetstappen ijlings nader ko men. Daar lag Maroussa op den grond te kermen, terwijl zij naar den koepel wees. Zij was te zeer verschrikt om te kunnen spreken, maar ik zei„Er is iemand beneden, daar onder dien koepel in den hoek. Ik hoorde duidelijk iemand kloppen, en een stem drie maal om hulp roepen." „Onzin," zei papa, „er is niemand bene den. Kom dadelijk mee." „Hij duwde ons 'haastig de kamer uit en sloot de deur, en beval ons naar mama te gaan. Wij vertelden mama al wat er gebeurd was, maar zij zeide ook dat wij' onzin ver kochten en scheen boos te zijn; en Marous sa kon zich niet meer goed houden en begon te weenen, waarop ik baar moest troosten. „Maar, Madeleine, dien nacht hoorden wij het geroep weer in onze droomeu, en sinds dien tijd komt het altijd weer terug. Made leine, aJs je papa gaat helpen, dan zal hij je zeker meenemen naar het blauwe laiborato- ruim. Als hij het ooit doet, toe, luister dan en kijk eens uit en vertel ons o, ver tel het onsals je die vrteselij'ke, die ont zetten de stem weer hoort I" Olga hield op met spreken; haar gelaat ren, volgde de Ooslerkade, Oude Hoofdplein, Haringvliet Z.Z., Oostmolenwerf, Nieuwe haven N.Z., Sleepersvest, Mosseltrap, Kolk-, kade, Beursplein, Blaak N.Z., Posthaornsteeg, Regentessebrug, Wijnhaven Z.Z., Leuvehaven O.Z., Boompjes, Willemsbrug, Maaskaüe W.ZPrinsenhoofd, Prios Hendrikkade, Maaskade OZ, Van derTakstraat, Koningin- nebrug en Nassaukade, naar de fabriek van de firma Van den Bergh Limited. Op het Beursplein hadden HH. MM, een bloemenhulde in ontvangst te nemen van de weesjes uit het Geref. Burgerweeshuis die daar waren opgesteld. Aan de Maaskade werd een oogenblik halt gehouden voor het Bondsgebouw van den Algemeenen Rtjnschippersbond, welk gebouw fraai versierd was en waar mede bouquetten werden aangeboden. Vooits trok op dezen weg ook zeer de aandacht de smaakvolle versiering aan de bierbrouwerij nDe Oranjeboom" aangebracht. Is het wonder dat H.H. M.M. ook by voort during hare oogen gericht hielden op de schoone rivier met zijn rijk maslenboseh en keurigen vlaggentooi welke zich als een panorama vol leven aan heur oog ontrolde. Wij komen echter aanstonds bij de boottocht terug op hetgeen de rivier te aanschouwen gaf, doch zullen thans eerst H.H. M M. volgen bij H.Dz. bezoek aan de fabriek der firma Van den Bergh Limited, welke H. M. de hooge eer had waardig gekeurd met een bezoek te vereeren en waar H. M. de gelegen heid zou worden geboden van nabij te aan schouwen de fabricatie van natuurboter, mar garine, gecondenseerde melk en zeep, Tot hoofdentree was ingericht de gang aan de oostelijk zijde, welke naar de machine zalen leidt en waar tevens langs de daar aanwezige rails de eigen spoorwagens aan komen en vertrekken welke de grondstoffen aan- en de producten afvoeren. Voor dezen gang was een fraaie eerepoort met koepeldak opgericht, rjjk met draperiën behangen en waai aan de decorateursfirma Prins hare beste krachten had besteed. Daar werden HH. MM. ontvangen door de drie directeuren de heeren J. A. en S, v. d. Bergh, terwijl tevens ook de 80-jarige vader van dit energieke drietal de heer S v. d. Bergh Sr. aan HH. MM. werd voorgesteld. Door de jonge dames Ella en Lydia wer den bouquetten Rangeboden welke door H.H. MM. met liefde werden aanvaard. Verder was de lange gang met kostbare ioopers belegd en door het aanbrengen van schoone gewassen en planten in een allee herschapen, kortom in een staat gebracht welke haar waardig maakte door de Vor stinnen betreden te worden. De heeren Van den Bergh leidden H.H, M.M. het eerst de machinezaal binnen. Wat daar te zien was gaf reeds een voorproefje van de reusachtige schaal waarop de geheele fabriek is ingericht en de ontzaglijke pro ductie welke zij oplevert. Wat reeds dadelyk een aangenomen indruk maakte was de keu; rige inrichting van deze zaal, welke haar voor een tentoonstellingzaal niet liet onder doen. Men vindt daar behalve twee reusach tige machines welke de drijfkracht levereo was wit eu er parelden druppels zweet op haar voorhoofd. Ik trachtte wat zij gezegd lKud luchtig op te nemen, maar van dat oogenblik voelde ik dat ik een roeping had te vervullen. Er lag iets op Olga's gelaat te lezen, toen zij mij haar verhaal deed, dat mij de overtui ging gaf dat zij de waarheid sprak. Ik be sloot op mijn hoede te zijn, goed uit te kij ken en voorzichtig te handelen om zoo moge lijk liet geheim van het blaiuwe laboratorium te ontdekken. Met dat oogmerk trachtte ik: dr. Chance aangenaam en behulpzaam te zijn. Wanneer hij last had aan zijn oogen vroeg hij mij dik wijls zijn secretaresse te zijn, en iederen keer betaalde hij mijn moeite met tien roebels. Maai- in onze gesprekken©n ik bracht nu heel wat tijd met den geleerde door ge lukte het mij niet ook maar eenigszins zijn vertrouwen te winnen. Nooit lichtte hij, ook maar voor een oogenblik, den sluier op die zijn waren aard aan mijn blikken onttrok. Nooit, behalve eens; en dat ontzettende oogenblik te vertellen, is het hoofddoel van dit verhaal. Voor een gewoon waarnemer was dr. Chance een beschaafd man met aangename manieren, maar wat koel. Nu en dan zag ik wel is waar zijn oogen opvlammen als waren liet buksen waaruit onverhoeds vuur werd gegeven. Nu en dan ook merkte ik op hoe angstwekkend zich zijn mond samentrok in strakke plooien, en zag ik het zweet parelen op zijn voorhoofd wanneer een experiment dat ik hem hielp uitvoeren, een buitenge woon belangrijk resultaat beloofde. Ten laat ste, op een goeden middag, moest hij nood zakelijk iets zeer belangrijks in het labora torium doen. Hij riep mijn. hulp in en ver zocht mij hem daarheen, te volgen. Het was als een van 450 en een van 350 P.K. ook nog de machines welke het koude water aan voelen dienende om de margarine af te koelen. De fraai ingelegde vloer gepaard met den fraaien aanblik van het glimmend koper en blank ijzer der keurig onderhouden machi- neriën leverden een ven assenden aanblik op, terwij! de prettige indruk nog verhoogd werd doordat langs de paden welke HH. MM. zouden dooi wandelen ook weder Ioopers wa ren gelegd, ten deele ook als maatregel van voorzichtigheid wegens de gladheid der vloei. Grenst aan deze zaal het locaal waarin zich de reusachtige pornpinriehtingen bevin den, links van de alles weiden voorts de machines voor de ijsfabrieatie bezichtigd, waarna een bezoek werd gebracht aan de Roomboterfabriek. Alles is daar naar de nieuwste methodes ingericht, en was ook thans, gelijk overigens de geheele fabriek, in volle werking. H. M. stelde blijkbaar veel belang in de wyze waarop hier de roomboter volgens de Deensche methode vervaardigd wordt. De wandeling voortzettende bereikte men een groote overdekte doch overigens open ruimte, zijnde de plaats waar de 60 a 80,000 liter melk welke dagelijks met de eigen booten der fabriek uit alle omstreken Worden aan gevoerd, in ontvangst worden genomen en gecontioleerd, terwijl voor het nader onder zoek op het vetgehalte, dat in het laborato rium geschiedt,, monsters getrokken worden. Ook dat laboratorium werd door HH. MM. bezocht en van hetgeen daar geschiedt met belangstelling kennis genomen. Zoo naderde men een binnenplaats welke voor deze gele genheid met sehelpzand bestrooid ook weder getuigde van de groote helderheid welke hier op den voorgrond staat. Deze binnenplaats leidde naar de schaftlocalen der werklieden. Aan lange tafels met genummerde plaat sen kunnen daar in de schafiuien in iedeie zaal een 300 man verpooziDg vinden. Aan den wand in een dezer zalen prijkte een etalage, geformeerd uit de medailles welke op verschillende tentoonstellingen reeds be haald waren, juist hier bjjzonder op hunne plaats, waar zij toch in de eerste plaats ook de roem van den werkman vei kondigen, die de bekroonde producten leverde. Tevens was hier een fraaie teekening opgehangeu, welke een denkbeeld geeft van den reusachtigen omvang der fabriek, welke de maatschappij, wegens de invoerrechten in Duitschland, te Cleef heeft opgericht. Vervolgens passeeide men de reusachtige smederij, waar alle reparation, welke aan de fabriek voorkomen, verricht worden, om ver der door een allee van duizenden hoog opge stapelde vaten, welke ook al weder getuigden van de groote produceerkracht dezer fabriek, een bezoek te brengen aau het ketelhuis. Zes enorme ingemetselde ketels, elk van 100 M' verwarmingsoppei vlak, vroegen daar de opmerkzaamheid, waarl ij inzonderheid de aandacht trok hoe weinig personen vereischt worden om deze te bedienen, daar alles, tot zelfs de vulling, met fijne kolen geheel auto matisch gaat. Die automatische beweegkracht is overigens overal waar het maar eenigszins mogelijk was doorgevoerd, zoo ook in de zaal waar inderdaad een prachtig uitgerust laborato rium. Langs drie wanden liep een tafel v an teakhout, voorzien van alle mogelijke t< 1- len en instrumenten, glazen zuurkasic:. t- terbakken, bunzen-branders, porseleinen b t L ken, weegschalen, microscopen, buretten, vij zels, retorten en letterlijk alle instrumenten gewijd aan den dienst der chemie. In een hoek was, zcoals de meisjes mij beschreven hadden, een koepelvormige verheffing die er geheimzinnig uitzag, ongeveer dne of vier voet hoog was, bedekt door een zwart kleed dat op een lijkwade geleek. Dit was de eerste gelegenheid waarbij ik met den geleerde in. het blauwe laboratorium werkte, maar sedert dien middag kwam ik er herhaaldelijk met hem en leerde zoodoende het vertrek goed kennen. Eindelijk was op zekeren dag mijn mees ter genoodzaakt mij eenige oogenblikken al leen te laten in liet laboratorium. Ik ben van nature zeer moedig, en ik verloor geen oogen blik om mij deze ongedachte gelegenheid te nutte te maken. Zoodra hij het vertrek ver laten had, snelde ik naar den gelieimzinnigen koepel en, bet zwarte doek oplichtend, zag ik dat het een glazen kap verborg die ongetwij feld in gemeenschap stond met een daaron der liggend vertrek. Ik liet mijn knokkels liard neerkomen op het glas. De uitwerking was bijna oogenblikkelijk. Dadelijk zag ik een schemerend gelaat naar mij opkijken, en nu zag ik dat er nog een veel dikkere bin nenwand van glas tussclien ons was. Het ge laat was vreeselijk, ontzettend van lijden, wild, mageT en spookachtiger lag een trek om mond en oogen als ik nooit te voren had gezien, en ik bid God dat ik nooit weer zulk een menschelijk aangezicht moge zien. Dit zoo onverwachte, zoo deerniswekken de gelaat staarde een oogenblik naar mij om- de grondstof voor de bereiding der margarine, de oleo-margarine, welke in vaten uit Chicago wordt aangevoerd, de eerste bewerking on dergaat. Deze oleo-margarine, nl. het vet uit de slachterijen afkomstig, waaraan ginds reeds de stearine is onttrokken, wordt hier in reus achtige ketels gesmolten. 60000 kilo's kun nen tegelijk gesmolten worden, en toch zijn ook hier weder niet meer dan 10 man noo- dig orn deze zaal te bedienen. Deze zaal doorwandelende, naderde men bet karnlokaal, ook weder de eerbiedwaar dige oppervlakte beslaande van 50 by 20 Meter. Daar worden in 8 groote karns, elk van 1000 Kilo inhoud, de grondstoffen met boter veimengd. Daartoe wordt de gepasteu riseerde room, volgens de Deensche methode veizuurd, tot diklce room geslagen, welke dan, met het vet vermengd, de margarine vormt. Ook de localen waar de melk gepasteuri seerd wordt en door vermenging met gesmol ten suiker tot gecondenseerde melk wordt bereid waren hoogst interessant en bovenal waren het de prachtige machines van zoo hoogst ingenieuse vinding, welke met eerbied voor de mannen der wetenschap vervulden. Dit mag vooral ook gezegd worden ten op zichte van de vacuum-apparaten, waarin de melk in een luchtledig op 45 graden wordt gekookt, 7000 liter tegelijk. Ingedikt tot op Vi van het oorspronkelijk volume is de ge condenseerde melk geschikt om de geheele wereld door vervoerd te worden. Achtereenvolgens zagen we nog de koel- localen en aflaplocalen voor de afgekoelde melk, om daarna een andere afdeeling van de fabriek te gaan bezoeken, nj. die, waar de emballage vervaardigd wordt. H.H. M.M. moesten daartoe eene viij hooge trap beklimmen welke naar de bovenlocalen leidt. Gaarne had de directie eene lift aan gebracht, doch met de wetenschap dat H.H. M M, daarvan bij voorkeur geen gebruik maken, zooals bij het vorig bezoek in het Ziekenhuis nog gebleken was, was dit nage laten. Deze klimpartij werd intusschen zonder stoornis volbracht. Het eerst kwam men nu in de bussen- fabriek. Daar staan een aantal maehinerièn waarmede het blik op de juiste maat wordt gesneden. Aan de lange werkbanken zitten vooits een aanzienlyk aantal meisjes allen m haar beste werkkielen en met net gekapte hoofden, de ineesten blozende van gezondheid een allerprettigsten aanblik opleverende. Allen zijn druk in de weer de geknipte bussen te soldeeien, waartoe zij een door gas verliiite soldeerbout bezigen. Zoo worden in dit locaal een 15000 busjes per uur gesol deerd, Gioote ponsmachines vervaardigen voorts de bodems der busjes, die dan weder met een andere machine om de door de meisjes vervaardigde huisen worden geklemd en vervolgens met eene soldeermachsne ge soldeerd. Dat alles gaat ook weder met dui zenden per uur. Is de bodem er aan gesol- deeid dan zitten weder een aantal meisjes gereed ze in ontvangst te nemen en door middel van zuigtoeslellen te ondetzoeken of zij luchtdicht zijn, waarvan iiet resultaat door een manometer wordt aangewezen. hoog; toen hoorde ik de voetstappen van mijn meester, die terugkeerde; vaag zag ik een hand smcckend naar mij opgeheven, en het akelige visioen verdween in de donkere innate beneden. Ik schoof het kleed weer ovei den koepel en keelde haastig naar mijn werk te rag. Dr. Chance was al vlak bijhij kwam vlug bmnenloopcn mee een paar kol ven in zijn hand. „Kom hier," zex hij, „U moet dit even vast houden. Wat scheelt er aan?" Hij keek mij wantrouwig aan. „U ziet bleek, Is u niet wel V' „Ik heb een beetje hoofdpijn," antwoord de ik, „maar ik ben zoo dadelijk wel weer in oide." „Wil u liever het werk staken? Ik heb geen lust uw gezondheid te benadeelen." „Ik kan al weer voortgaan," antwoordde ik, mijzelf met geweld bedwingende. De schok was over het was een verschrikkelijke schok geweest, maar hij was voorbij. Mijn vermoedens waren nu bewaarheid: de meis jes hadden werkelijk dien kreet van smart gehoord. Er was iemand opgesloten in den kerker onder het blauwe laboratorium God alleen wist met welk vreeselijk doel. Mijn plicht was zoo klaar als licht van den dag. „Dr. Chance," zei ik, toen het belangrijk ste deel van mijn taak gedaan was, „waar voor dient toch die eigenaardige koepel in den hoek daar?" „Ik heb u gezegd mij geen vragen te doen," zei hij, met zijn rug naar mij toegekeerd. „Ei- is niets in dit vertrek," ging hij voort, „dat niet zijn nut heeft. Als u nieuwsgierig wordt en spionneert, zal ik niet langer van uw diensten gebruik maken." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1