53*<e Jaargang, Woensdag 27 September 1899. No. 10048. Eerste Blad Het Blauwe Laboratorium BUITENLAND. L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE. BINNENLAND. STADSNIEUWS. Gemeenteraad. SIHIEDAMSCHIE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam ets V1 a a r d i n g e n 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine ndeeetentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Inierc. Telefoon Blo. 123. A U-s meen overzicht. SCHIEDAM, 26 Sept. '99. De uitvaart "'an Scheurer-Kestner, de overbrenging van cn. lijkkist van de woning van den overledene m <i - rue Pierre Chaveau naar het Oosterstation, is gisteren te Parijs geworden tot een ernstige waardige betoo- ging van hen die waarhei't eeren en lief héb ben. Een groot aantal vrienden van den. over ledene waren bijeen ge tornenBrisson, de oud-voorzitter der Ka uer en oud-minister president, Falliores, du voorzitter van den Senaat, Leygues, Baudin, Ra.no, Siegfried, ailen politieke vrienden, niet te vergeten Pic- quart en Mathieu Dreyfus; de laatste expres overgekomen vau Carpentras. En Alfred' Dreyfus, had hij zijn weldoenor verbeten Een prachtige krans was er van ro- zen° en orchideeën, op welks linten te lezen stond: „Aan den heer Scheurer-Kestner, Oneindige dankbaarheid". En in een hoekje met heel kleine letters: „Alfred Dreyfus". Mevrouw Lucie Dreyfus harerzijds zond' een telegram aan de familie. „Diep be droefd," luidde het, „doelen wij in uw smart. Wij zullen eeuwig de herinnering bewaren aan den man, zoo groot van hart en. toewij ding, aan wien wij, mijn man, mijn kinderen en ik, de eer en het leven danken." Nog andere prachtige kransen, waren er, vele, zeer vele, met opschriften als deze„De vorst van Monaco aan Scheurer-Kestner, een moedig man," of van Sarah Bernard: „Hul de aan Scheurer-Kestner, den apostel der waarheid"; kransen van do „Aurore", de „Siècle", de „Figaro", dé „Progrès da Lyon' enz., van het Groot-Oosten, van den Bond der rechten van den Mensch en den Burger, de Gambettistische VeTeenigingen, van, de Republikein sehe Vereeniging van den Se naat enz. Toen de stoet zich in beweging zette, wer den de slippen van het lijkkleed gedragen door Brisson, Fallières, Siegfried en Ranc. Een dichte menigte verdrong zich langs den weg dien de stoet langs trok, en overal werd diepe eerbied getoond. Geen vijandige manifestatie deed zich voor. Aan het Oosterstataon, waar de lijkkist in den trein naai- Elzaa werd geplaatst, werden verscheiden redevoeringen uitgesproken door Ranc uit naam dier vrienden van den overledene, door Ratder namens den Bond van da Rechten van den Mensch enz., door René Renan namens het Groot-Oosten, en Siegfried uit naam. der politieke vrienden van den overledene in den Senaat. Siegfried sprak ook over de zaak-Dreyfus. „Aan den avond zijns levens gekomen," zei hij, „heeft Scheurer-Kestner niet geaarzeld zich in den strijd te werpen om Dreyfus' on schuld te proclameeren. Zonder dat zou ik niet hebben kunnen leven, zeide hij, een ouden Romein waardig. De geheel e wereld moet zich buigen, voor de beweegredenen die hem hébben1 doen handelen, en het «enige waarover hij zich dikwijls heeft verbaasd', is Ben Petersburgsche geschiedenis, DOOK 3) - „XI moet doen wat u goed dunkt," ant woordde ik trotschmaar 'liet is niet de ge woonte van een Engelsch meisje om te spion- neeren." „Ik geloof dat u gelijk hebt," zei dr. Chan- ce,. terwijl hij dicht bij mij kwam staan en niij recht in het gelaat zag. „Welnu, voor dit maal zal ik het genoegen hebben uw nieuwsgierigheid te bevredigen. Die koepel is een d'eel van een toestel waarmede ik een luchtledig maak. Nu is u zeker nog even wijs als te voren." ijk ben niet wijzer geworden." De geleerde glimlachte spottend. „Ik ben klaar met mijn p -oef," zei liij. „Laat ons heen gaan." Ik liep recht naar boven, naar mijn ka- ■uer, en sloot de deur achter mij op slot. Ik de meisjes nu niet ontmoeten ik ®taesb zo niet zien voordat ik mijn gelaat 2?°danig in mijn macht had gekregen, dat -ij met konden gissen dat haar vermoedens bevestigd waren. Ik ging zitten en dacht na. een gevaar zou mij af kunnen voeren, van en weg dien ik mij zelf had' aangewezen. ®t?ng©lu]dage slachtoffer van dr. Chance's wreedheid moest geholpen worden, zelfs al ?®69t het mijn leven kosten. Maar ik wist ~®r goed dat rnïJdTeonige 'kans hierin be- nd, den geleerde zorgeloos te maken en W vertrouwen te -winnen, bla5JeeT1 s^kere gedragslijn te hebben vast- fsdeid, begon ik die uit te voeren. Dien dat men zijn patriotisme als Ekasser ver dacht." Een goedkeurend gefluister vergezelde die woorden. Ook Brisson werd langdurig toegejuicht met de kreten: „Leve de Republiek'" Bris son bedankte de menigte en zeide: „Ja, mijne vrienden, houdt de republiek li oog en vc-idedigt haar altijd." Picquart werd eveneens toegejuicht door zijn vrienden. Aldus is Scheurer-Kestner op treffende wijze door zijn vrienden uitgeleid. Dat Duitschland zijn invloed doet gelden in zake Zuid-Afrika, wisten wij reeds. Waar toe anders de herhaalde samensprekmgen van lord Salisbury met den Duitscheii gezant to Londen. Nu molden de Londensehe bladen d'at de Bntsche legeering in drukke onderhandeling is over den status quo m Zuid-Oost-Afrika met de beide mogendheden die daar belan gen hebben, nl. Duitschland en Portugal. Zij voegen er bij dat de resultaten dier onder handelingen vanzelf grootcn invloed zullen hebben op de gedragslijn die Engeland zal volgen tegenover Transvaal en den Oranjo- Vrijstaat. Men ziet het: Transvaal en Oranje-Vrij staat worden roods in één adem genoemd. En zoo wordt het steeds duidelijker dat een sa mengaan. van. den Oranje-Vrijstaat met Transvaal niets meer zal zijn dan een daad van gewettigd en verstandig verweer. Wan neer men to Bloemfontein, zooals president Steyn verklaard heeft, bij het beschouwen van Engeland's houding tegenover Transvaal, zich zelf waarschuwend toeroept: „Tua ïes agitur'" dan heeft men daar waarlijk reden te over voor. Inderdaad, de Transvaalsche zaak is ook de Vrijstaatsche, en president Kruger kan gerustelijk bij den Vrijstaat om hulp aan kloppen. „Heute mir, morgen dir," kan zijn argument zijn. Steyn. en zijn raadslieden zien dit ook zeer wol in, zooals blijkt uit interviews met- de Blocmfcntemer correspondenten van „Ti mes'' en „Manchester Guardian". De Oranje- Vrijstaat wil Transvaal helpen èn om het onrecht der Engelschcn èn uit zelfbehoud. En krachtiger nog blijkt de juistheid van de laatste reden uit een mededeeltng van den coirespondent der „Daily Chronicle" te Kaapstad, dat sir Alfred Milner tijdens de conferentie te Bloemfontein opmerkte dat Engeland ook de suzerain van den Oranje- Vrijstaa't was. President Stevn moet toen oen eind gemaakt hebben aan dit penibel on derwerp door heel kalm te antwoorden: „Laat ons over iets anders spreken." Gelukkig begint men in Engeland zelf in te zien dat Milner's rol in het verloop dei- crisis bepaald noodlottig is geweest. Van Engelsche zijde worden nu de beide laatste telegrammen openbaar gemaakt van Chamberlain aan sir Alfred Milner ter mede deel! tig aan de Transvaalsche re-gearing. Zij zijn gedateerd van 22 September 1.1na den laatsten Engelschcn ministerraad düs. In het eerste telegram spreekt da regeering allereerst haar diep leed'wenen uit, d'at de avond kleedde ik mij voor het diner zoo mooi mogelijk. Ik bezat een japon van zwart flu weel die aan mijn grootmoeder had toebe hoord, Het fluweel was prachtig, maar de ;int was ouderwetseh. Maar juist deze oude snit zou er waarschijnlijk toe bijdragen dat zij welgevallen vond in de oogen van den ge leerde; wanneer hij de japon zag, zou hij zich wellicht mooie meisjes herinneren uit do da gen van zijn jeugd. Daarmede in overeen- -temming spelde ik ook een halsdoekje in ar tistieke plooien om mijn hals, stak mijn haar hoog op en poederde het rijkelijk. Ik had zwart haar, inktzwart, een frissche gelaats tint, nogal wat kleur on zeer donkere oogen eu wenkbrauwen. Het poeder op mijn haar maakte mij opeens van een conventioneel meisje van onzen tijd tot een vrouw zooals mannen altijd buitengewoon bewonderen op oude schilderijen. Toen ilc liet salon binnentrad', kwamen Olga. en Maroussa met kreten van bewonde ring naar mij toe loopen. „Wat zie je er mooi uit, Madeleine," rie pen zij uit. „Maar waarom heb je je zoo ge kleed?" „Ik kreeg zin om die japon aan te trek ken," zei ik; „ze is van mijn grootmoeder geweest." „Maar waarom heb je je haar gepoederd „Omdat het bij de japon behoort." „Nu, je ziet er werkelijk allerliefst uit. Ik ben benieuwd wat mama zal zeggen," Toen mrs. Chance verscheen, keek zij mij met eenige verbazing aan, maar zij maakte niet de minste opmerking. Wij gingen allen naar beneden voor 't diner, en ik zag dat dr. Chance zijn. oogen opsloeg en mijn schilder achtige kleeding met een verbaasden blik, on middellijk door een goedkeurenden gevolgd, trui mi. Tiansvaalsche regeering Engeland's matig gestelde en verzoenende aanbieding verwierp. De Bntsche regeerinsr verzekerde herhaalde- O O lijk dat dj geen inbreuk wenschte te maken op de onafhankelijkheid van Transvaal, mits de voorwaarden waarop de onafhankelijkheid toegestaan is, eerlijk naar den geest en de lettor in acht worden genomen. De regoering zegt aangeboden te hebben, als onderdeel van een geheeio oplossing, een volledige ga rantie te geven tegen eenigen aanval op de onafhankelijkheid of uit- do Britsche bezit tingen óf uit een vreemd grondgebied. De iegeering heeft geen aanspraak ge maakt op eenige rechten om zich te bemoeien met de binneniandsche aangelegenheden van de' Republiek, behalve die, voortspruitende uit de conventies of die aan elke naburige regeering toekomen om haar onderdanen en haar aanpalende bezittingen te beschermen, doch het gedrag van Transvaal, toen het aan spraak maakte op het recht om een souvem- nc, internationale staat te zijn, dreef de re geering om volstrekt dezen eiscli te ontken nen en te verwerpen. Het doel der regeering bij de onderhande lingen is te kennen gegeven op een wijze, die geen misvatting toelaat, nl. te verkrijgen een afdoende onmiddellijke vertegenwoordi ging voor de Uitlanders, waardoor, zooals de regeering hoopte, verdere tusschenkomst te hunnen behoeve onnoodig zou worden, door hen in staat te stellen, voor zich zeiven te vcikrijgen die faire en rechtvaardige behan deling die in 1881 formeel was beloofd en die de Koningin voornemens was hun te bezor gen, toen zij aan Transvaal het privilege van zelfiegtering toestond. Do regeering is van oordeel dat geen rege ling, minder vérstrekkend dan die vervat in het talegram van 8 September, in, staat is dit deel te bereiken. Dé weigering van Transvaal om dit aldus gedane voorstel te onderzoeken, maakt het onnoodig om de onderhandelingen voort to zotten op den tot nu toe gewolgden voet en dte regoering is nu gedwongen om. den toe stand opnieuw in overweging te nemen en zelf voorstellen te ontweipen voor de oplos sing van de verwikkelingen, die ontstaan zijn uit de vele jaren door Transvaal gevolgde po litiek. De uitslag van de overwegingen, der i egeen ng zal werden medegedeeld' m een vol gend telegram. Het tweede telegram weerlegt achtereen volgens do redenen door Transvaal aange voerd voor zijn beschuldiging van trouw breuk in de jongste onderhandelingen, en zet aan de Engelsche zienswijze kracht bij door aanhalingen, ontleend aan de gevoerde correspondentie, enz. Op d'it laatste telegram antwoordt, zooals wij gisteren reeds mededeelden, het Trans vaalsche groenboek op zeer afdoende- wijze. Gemengde IHededecllngen. De beklaagden in het Fransche hoogver- raadsproces zijn niet naar het Luxembourg overgebracht. Gisteren is te Parijs een mislukten aanslag gedaan op het leven van Puybarraud, den directeur der recherche. De dader die gevat is, weigtrt een motief voor zjjn daad op te geven. „U herinnert mij aan iemand," zei hij na kort stilzwijgen. „Lieve," wendde hij zich tot zijn vrouw, „op wie lijkt juffrouw Ronnick ook?" Mevrouw Chance vereerde mij met een ver- baasdén, nieuwsgierigen, onsympathieken biik. „Juffrouw Rennick heeft wel iets van het portret van. Marie Antoinette, voordat zij onthoofd werd'," merkte rij na eenige oogen- blikken op. „Werkelijk, er bestaat inderdaad eenige gelijkenis," antwoordde de geloerde met een hoofdknik. Ik schoof mijn stoel wat dichter bij hem en begon te praten. Ik voerde een tintelen- der gesprek dan ooit te voren, en hij luister de met verbazing naar mij. Al spoedig zag ik dat ik hem behaagde; ik begon hem uit te lokken. Hij vertelde mij dingen uit zijn eer ste jeugd, uit den tijd toen rijn dikke Duit- sche vrouw nog niet aan den horizon van zijn. leven was verschenen. Hij verhaalde mij zelfs van zijn veroveringen in die jonge jaren en lachte vreolijk over zijn eigen heldenda den. Ons gesprek werd in het Engelsch ge voerd', en mevrouw Chance Icon blijkbaar de geestige mededeelingen van don geleerde en mijn eigen wel wat gewaagde antwoorden niet verstaan. Zij keek met eenige verbaring naar mij, leunde toen met een lichte zucht achterover in haar stoel en begon te dutten. Do meisjes spraken met elkaar en vermoed den blijkbaar niets. „Zullen wij naar boven gaan?" zei me vrouw Chance ten laatste, „Ga je gang, lieve," was het haastige ant woord van haar man, „en. hoe spoediger je met de meisjes naar boven gaat, hoe liever; want juffrouw Rennick heeft vanavond nog een en ander voor mij te doen. Had ik het u Du Patv de Clam schijnt weer hersteld. Hij is naar Angoulóme vertrokken. De Paus heeft gisteren 1500 Fransche arbeiders-pelgrims ontvangen en toegespro ken, daarbij ook stilstaande bij de rol dei- Kerk om den moreelen en materieelen toe stand der werklieden te verheffen. Na de toespraak, die door een kameiheer werd voorgelezen sprak de Paus den zegen uit over de pelgrims die liern langdurig toe juichten. Wegens de groote hitte werd de plechtig heid op advies v£*s dr. Lapponi bekort. De Paus scheen volstrekt niet veimoeid; zijn blik is echter minder levendig dan vioeger. Aan het dejeuner presideerde Fei rata, aan het diner Jacobini. De pelgrims bielden rede voer ingen ter verheerlijking van het geloof. In de ministeuëele criris in Ojstenryk is nog geen oplossing gevonden. De vorst van Liechtenstein schijnt wat minder kans te hebben. Gisteren is de uitspraak gevallen in bet proces wegens hoogverraad te Belgrado. Kne- zewitsch, Ranko en Taissitsch zijn ter dood veroordeeld13 beklaagden, onder wie kolonel Nikolitsch en Protitscli, zijn veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid aan den ketting; 7 be klaagden, onder wie Paschitsch, rijn tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld; 4 zijn er vrijgesproken, o. a. kapitein Iovanowitsch. Knezewitsch zou reeds gistermiddag ge fusilleerd zijn. De Koning heeft aan Paschitsch gratie verleend, waarep deze den Koning een tele gram heeft gezonden om hem te danken voor de vei leende gratie. In dat telegram zweert hij zjjn vroegere politiek af en ver zekert den Koning van zijn onwrikbare toe wijding in het vervolg. Naar wij vernemen is de gezondheidstoe stand van mr. O. J. H. Graaf van Limburg Stirum, lid der Tweede Kamer loor het kiesdistrict Schiedam, die thans te Nassau a/Lahn vertoeft, nog steeds niet van dien aard, dat deze afgevaardigde naar het vader land kan teiugkeeren. Aan de behandeling, althans de Indische begrooting, zal hij vermoedelijk geen deel kunnen nemen, in elk geval niet aan bet onderzoek in de afdeelingen, waaraan andere jaren met belangstelling door den heer van Limburg Stirum werd deelgenomen. De commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer van de wetsontwerpen op de ouderlijke macht be'ijvert zich om dit onder werp zoo spoedig doenlijk voor behandeling in gereedheid te brengen. Daartoe hield zij heden wederom een langdurige bijeenkomst. Naar wij vzrnemen, zal er een R.-K. Pio- pagandabond worden opgericht onder den naam Ned. propagandabond ïLeo XIII" en ten doel hebbende de beginselen omtrent bet maatschappelijk vraagstuk, zooals die vervat zijn in de encycliek Rerum Novarum te ver breiden en te ontwikkelen. nog met gezegd, juffrouw Rennick? Wil u zoo goed zijn nu met mij mee te gaan naar mijn kabinet? Als u gauw met uw work ge reed is, wil ik u ook een genoegen doen. Ik zie aan uw houding dat u verteerd' wordt door nieuwsgierigheid. Ja, tracht hot maar uiet te loochenen. Ik zal u tevreden stellen. U moogt mij vanavond wagen u een mijner geheimen mede te doelen. Wat u ook vraagt, ik zal mijn best doen om hot in te willigen. Ik ben juist in een stemming om u genoegen te doen." „Juffrouw Ronnick ziet er vermoeid uit," zei mevrouw Chance. „Houd haar maar niet te lang beneden Alexander. Komt, meisjes." De meisjes knikten mij glimlachend toe cn volgden haar moeder naar boven, te-wijl ik met dén geleorde naar diens kabinet ging. Zoodra wij alleen waren, keerde hij zich om on keek mij aan. „Ik herhaal u wat ik zoo even heb gezegd," zei Hij. „U brandt van nieuwsgierigheid. Wat ons aller moeder Eva in het verderf stortte, heeft zich ook van u meester gemaakt. Ik zie vanavond' iets tartends in uw oog, een krach tige begeert© om mij mijn geheimen te ont wringen. Laat mij u eens een vraag stellen. Wat heeft een jong, ongeleerd meisje als u uit te staan met de weteusonap „Ik houd van de wetenschap," zei ik; „ik heb er ontzag voor; haar geheimen zijn kost baar. Maar wat kan ik voor u doen, mijn heer?" „U spreekt er zeer goed. over juffrouw Ren nick. Ja, ik heb uw hulp noodig: volg mij maar meteen naar het blauwe laboratorium." Vroolijk, goed-gehumeurd' ging hij mij voor. Hij sloot do deur in do muur open, draaido liet electrisch licht op, en wij bevon den ons in het spookachtig vertrek met zijn spookachtig, mensehelijk geheim. Ik ging De generaal-majoor op non-activiteit J. E. N. baron Scliimmelpenninck vf d. Oye, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, heeft aangevraagd om op pensioen te worden gesteld. De schout-bij-nacht-litulair S. KrayenhofT van Leur, lid van het Hoog Militair Gerechts hof, zal, naar wij vernemen, met ingang van 1 Januari den dienst met pensioen verla ten. (sN. R. 0.") De gemeenteraad heeft in zijn zitting van heden zich verklaard tegen het beginsel der door B. en W. ingediende oatwerp-verorde- ningen op de heifirig van evenredig school geld op de lagere scholen met uitgebreid leerplan voor jongens en meisjes. De ont- werp-verordeningen zijn door B. en "W. teruggenomen. Terwjil vrouw Veringmeijer zich heden morgen met een gang heet water in de bran derij der firma Rademaker Kleyheeg om wendde om die branderij te verlaten, kwam juist de bi andersknecht P. van Gent daar langs, zoodat een der emmers tegen zijn been stootte en de inhoud over den voet liep. Hevig gebrand werd de ongelukkige, ker mend van pijn, naar zija woning, Maasstraat 30, gebracht. De 5-jarige Ch. Nijs zou hedenmiddag te 11 uur op ecu sleeperswage-n springen tus- schen de wielen, maar sprong mis, waardoor liij viel en liet achterste wiel hem over het rechterbeen onder de knie ging, waardoor dit op die plaats ernstig gekneusd werd. De be-, stuurder, Kool, in dienst bij den sleeper Tik, schijnt geen schuld aan dit ongeval te heb ben gehad. Nadat het knaapje in. het brug- wachtershuisjo aan d'e Koemarkbbrug was binnengebracht, werd daar door een inmid dels verschenen dokter een verband gelegd', waarna het ventje op de armen van een poli- iie-agent naar Huis werd gebracht. liet zoontje van den bakker J. Drost aan dc Hoofdstraat werd hedenmiddag te 2| uur ongeveer door een beladen sleepenswagen' overreden. Het achterwiel ging hem over den rechter voet, d'ie ernstig geblesseerd werd. Met een anderen sleeperswageu werd! hij huiswaarts gebracht. BURGERLIJKESTAND. Geboren t 23 Sept. Maarten Ilendricus, zoon van L. van den Bout en P. Tromp, Rendrik-Qalel- straat, 24 Sept. Maria Adriana Theodora, dochter van G. M. Meijet- en G. van Koesreld, Ram. Overleden s 25 Sept. Jan Hendrik Stek, oud 10 maan den, Solt. dijk. Vergadering van Dinsdag 26 September 2S99, des namiddags ten twee ure. Voorzitter de Burgemeester, de heer H. J. Versteeg. Tegenwoordig waren 20 leden; afwezig do heer Blaisse. binnen en stond vlak bij het koepelvormig dak op den vloei-. Dr. Chance liep heen en weer door liet vertrek en begon eenige mi crobe-culturen te onderzoeken, die hij zorg vuldig kweekte, „Ik zie," zei hij, „dat d© ontwikkeling nog niet ver genoeg is gevorderd! om er vanavond iets aan te doen. Ik zal uw hulp niet voor morgen noodig hebben. En wat kan nu voor u doen?" „U kan uw belofte houden en mij uw ge heim vertellen," antwoordde ik. „Goed; wat wil u weten?" „Herinnert u zich nog den eersten dag dab ik u hielp?" „Zeker." „Ik schreef toen een mede-deel ing voor u over het photografecren van gedachten. U beloofde uw Engelsche lezers dat u binnen een maand of zes weken in staat zou zijn uw woorden te staven door bewijzen. Die tijd is al om. Bewijs mij nu uw bewering. Laat mij zien hoe gedachten gephotografeerd worden." Dr. Chance staarde mij een oogeriblik aan. Toen vertrok zijn mond zich tot een broeden grijnslach. Ik zag zijn tanden schitteren en toen weer verdwijnen. Zijn oogen geleken sprankels levend' vuur; zij trokken zich sa men en schenen in rijn hoofd weg te zinken; zij schitterden als de helderste diamanten. Zijn mager, bleek, hoog voorhoofd' trok vol rimpels. Hij strekte zijn hand uit en greep mij bij den schouder. „Zijt u er op voorbereid?" vroeg hij. „Weet u wat n vraagt? Ik zon u dat geheim kun nen vertellen. God weet, dat ik het u zou wil len vertellen, indien ik meende dlat u hot l^on dragen." (Wordt vervolgd.) «si 'r-I"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1