53*<e Jaargang,
Woensdag 27 September 1899.
No. 10048.
Eerste Blad
Het Blauwe Laboratorium
BUITENLAND.
L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
SIHIEDAMSCHIE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam ets V1 a a r d i n g e n 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine ndeeetentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Inierc. Telefoon Blo. 123.
A U-s meen overzicht.
SCHIEDAM, 26 Sept. '99.
De uitvaart "'an Scheurer-Kestner, de
overbrenging van cn. lijkkist van de woning
van den overledene m <i - rue Pierre Chaveau
naar het Oosterstation, is gisteren te Parijs
geworden tot een ernstige waardige betoo-
ging van hen die waarhei't eeren en lief héb
ben.
Een groot aantal vrienden van den. over
ledene waren bijeen ge tornenBrisson, de
oud-voorzitter der Ka uer en oud-minister
president, Falliores, du voorzitter van den
Senaat, Leygues, Baudin, Ra.no, Siegfried,
ailen politieke vrienden, niet te vergeten Pic-
quart en Mathieu Dreyfus; de laatste expres
overgekomen vau Carpentras.
En Alfred' Dreyfus, had hij zijn weldoenor
verbeten Een prachtige krans was er van ro-
zen° en orchideeën, op welks linten te lezen
stond: „Aan den heer Scheurer-Kestner,
Oneindige dankbaarheid". En in een hoekje
met heel kleine letters: „Alfred Dreyfus".
Mevrouw Lucie Dreyfus harerzijds zond'
een telegram aan de familie. „Diep be
droefd," luidde het, „doelen wij in uw smart.
Wij zullen eeuwig de herinnering bewaren
aan den man, zoo groot van hart en. toewij
ding, aan wien wij, mijn man, mijn kinderen
en ik, de eer en het leven danken."
Nog andere prachtige kransen, waren er,
vele, zeer vele, met opschriften als deze„De
vorst van Monaco aan Scheurer-Kestner, een
moedig man," of van Sarah Bernard: „Hul
de aan Scheurer-Kestner, den apostel der
waarheid"; kransen van do „Aurore", de
„Siècle", de „Figaro", dé „Progrès da Lyon'
enz., van het Groot-Oosten, van den Bond
der rechten van den Mensch en den Burger,
de Gambettistische VeTeenigingen, van, de
Republikein sehe Vereeniging van den Se
naat enz.
Toen de stoet zich in beweging zette, wer
den de slippen van het lijkkleed gedragen
door Brisson, Fallières, Siegfried en Ranc.
Een dichte menigte verdrong zich langs
den weg dien de stoet langs trok, en overal
werd diepe eerbied getoond. Geen vijandige
manifestatie deed zich voor.
Aan het Oosterstataon, waar de lijkkist in
den trein naai- Elzaa werd geplaatst, werden
verscheiden redevoeringen uitgesproken
door Ranc uit naam dier vrienden van den
overledene, door Ratder namens den Bond
van da Rechten van den Mensch enz., door
René Renan namens het Groot-Oosten, en
Siegfried uit naam. der politieke vrienden
van den overledene in den Senaat.
Siegfried sprak ook over de zaak-Dreyfus.
„Aan den avond zijns levens gekomen," zei
hij, „heeft Scheurer-Kestner niet geaarzeld
zich in den strijd te werpen om Dreyfus' on
schuld te proclameeren. Zonder dat zou ik
niet hebben kunnen leven, zeide hij, een
ouden Romein waardig. De geheel e wereld
moet zich buigen, voor de beweegredenen die
hem hébben1 doen handelen, en het «enige
waarover hij zich dikwijls heeft verbaasd', is
Ben Petersburgsche geschiedenis,
DOOK
3) -
„XI moet doen wat u goed dunkt," ant
woordde ik trotschmaar 'liet is niet de ge
woonte van een Engelsch meisje om te spion-
neeren."
„Ik geloof dat u gelijk hebt," zei dr. Chan-
ce,. terwijl hij dicht bij mij kwam staan en
niij recht in het gelaat zag. „Welnu, voor
dit maal zal ik het genoegen hebben uw
nieuwsgierigheid te bevredigen. Die koepel is
een d'eel van een toestel waarmede ik een
luchtledig maak. Nu is u zeker nog even wijs
als te voren."
ijk ben niet wijzer geworden."
De geleerde glimlachte spottend.
„Ik ben klaar met mijn p -oef," zei liij.
„Laat ons heen gaan."
Ik liep recht naar boven, naar mijn ka-
■uer, en sloot de deur achter mij op slot. Ik
de meisjes nu niet ontmoeten ik
®taesb zo niet zien voordat ik mijn gelaat
2?°danig in mijn macht had gekregen, dat
-ij met konden gissen dat haar vermoedens
bevestigd waren. Ik ging zitten en dacht na.
een gevaar zou mij af kunnen voeren, van
en weg dien ik mij zelf had' aangewezen.
®t?ng©lu]dage slachtoffer van dr. Chance's
wreedheid moest geholpen worden, zelfs al
?®69t het mijn leven kosten. Maar ik wist
~®r goed dat rnïJdTeonige 'kans hierin be-
nd, den geleerde zorgeloos te maken en
W vertrouwen te -winnen,
bla5JeeT1 s^kere gedragslijn te hebben vast-
fsdeid, begon ik die uit te voeren. Dien
dat men zijn patriotisme als Ekasser ver
dacht."
Een goedkeurend gefluister vergezelde die
woorden.
Ook Brisson werd langdurig toegejuicht
met de kreten: „Leve de Republiek'" Bris
son bedankte de menigte en zeide: „Ja,
mijne vrienden, houdt de republiek li oog en
vc-idedigt haar altijd."
Picquart werd eveneens toegejuicht door
zijn vrienden.
Aldus is Scheurer-Kestner op treffende
wijze door zijn vrienden uitgeleid.
Dat Duitschland zijn invloed doet gelden
in zake Zuid-Afrika, wisten wij reeds. Waar
toe anders de herhaalde samensprekmgen
van lord Salisbury met den Duitscheii gezant
to Londen.
Nu molden de Londensehe bladen d'at de
Bntsche legeering in drukke onderhandeling
is over den status quo m Zuid-Oost-Afrika
met de beide mogendheden die daar belan
gen hebben, nl. Duitschland en Portugal. Zij
voegen er bij dat de resultaten dier onder
handelingen vanzelf grootcn invloed zullen
hebben op de gedragslijn die Engeland zal
volgen tegenover Transvaal en den Oranjo-
Vrijstaat.
Men ziet het: Transvaal en Oranje-Vrij
staat worden roods in één adem genoemd. En
zoo wordt het steeds duidelijker dat een sa
mengaan. van. den Oranje-Vrijstaat met
Transvaal niets meer zal zijn dan een daad
van gewettigd en verstandig verweer. Wan
neer men to Bloemfontein, zooals president
Steyn verklaard heeft, bij het beschouwen
van Engeland's houding tegenover Transvaal,
zich zelf waarschuwend toeroept: „Tua ïes
agitur'" dan heeft men daar waarlijk reden
te over voor.
Inderdaad, de Transvaalsche zaak is ook
de Vrijstaatsche, en president Kruger kan
gerustelijk bij den Vrijstaat om hulp aan
kloppen. „Heute mir, morgen dir," kan zijn
argument zijn.
Steyn. en zijn raadslieden zien dit ook zeer
wol in, zooals blijkt uit interviews met- de
Blocmfcntemer correspondenten van „Ti
mes'' en „Manchester Guardian". De Oranje-
Vrijstaat wil Transvaal helpen èn om het
onrecht der Engelschcn èn uit zelfbehoud.
En krachtiger nog blijkt de juistheid van
de laatste reden uit een mededeeltng van den
coirespondent der „Daily Chronicle" te
Kaapstad, dat sir Alfred Milner tijdens de
conferentie te Bloemfontein opmerkte dat
Engeland ook de suzerain van den Oranje-
Vrijstaa't was. President Stevn moet toen
oen eind gemaakt hebben aan dit penibel on
derwerp door heel kalm te antwoorden:
„Laat ons over iets anders spreken."
Gelukkig begint men in Engeland zelf in
te zien dat Milner's rol in het verloop dei-
crisis bepaald noodlottig is geweest.
Van Engelsche zijde worden nu de beide
laatste telegrammen openbaar gemaakt van
Chamberlain aan sir Alfred Milner ter mede
deel! tig aan de Transvaalsche re-gearing. Zij
zijn gedateerd van 22 September 1.1na den
laatsten Engelschcn ministerraad düs.
In het eerste telegram spreekt da regeering
allereerst haar diep leed'wenen uit, d'at de
avond kleedde ik mij voor het diner zoo mooi
mogelijk. Ik bezat een japon van zwart flu
weel die aan mijn grootmoeder had toebe
hoord, Het fluweel was prachtig, maar de
;int was ouderwetseh. Maar juist deze oude
snit zou er waarschijnlijk toe bijdragen dat
zij welgevallen vond in de oogen van den ge
leerde; wanneer hij de japon zag, zou hij zich
wellicht mooie meisjes herinneren uit do da
gen van zijn jeugd. Daarmede in overeen-
-temming spelde ik ook een halsdoekje in ar
tistieke plooien om mijn hals, stak mijn haar
hoog op en poederde het rijkelijk. Ik had
zwart haar, inktzwart, een frissche gelaats
tint, nogal wat kleur on zeer donkere oogen
eu wenkbrauwen. Het poeder op mijn haar
maakte mij opeens van een conventioneel
meisje van onzen tijd tot een vrouw zooals
mannen altijd buitengewoon bewonderen op
oude schilderijen.
Toen ilc liet salon binnentrad', kwamen
Olga. en Maroussa met kreten van bewonde
ring naar mij toe loopen.
„Wat zie je er mooi uit, Madeleine," rie
pen zij uit. „Maar waarom heb je je zoo ge
kleed?"
„Ik kreeg zin om die japon aan te trek
ken," zei ik; „ze is van mijn grootmoeder
geweest."
„Maar waarom heb je je haar gepoederd
„Omdat het bij de japon behoort."
„Nu, je ziet er werkelijk allerliefst uit. Ik
ben benieuwd wat mama zal zeggen,"
Toen mrs. Chance verscheen, keek zij mij
met eenige verbazing aan, maar zij maakte
niet de minste opmerking. Wij gingen allen
naar beneden voor 't diner, en ik zag dat dr.
Chance zijn. oogen opsloeg en mijn schilder
achtige kleeding met een verbaasden blik, on
middellijk door een goedkeurenden gevolgd,
trui mi.
Tiansvaalsche regeering Engeland's matig
gestelde en verzoenende aanbieding verwierp.
De Bntsche regeerinsr verzekerde herhaalde-
O O
lijk dat dj geen inbreuk wenschte te maken
op de onafhankelijkheid van Transvaal, mits
de voorwaarden waarop de onafhankelijkheid
toegestaan is, eerlijk naar den geest en de
lettor in acht worden genomen. De regoering
zegt aangeboden te hebben, als onderdeel
van een geheeio oplossing, een volledige ga
rantie te geven tegen eenigen aanval op de
onafhankelijkheid of uit- do Britsche bezit
tingen óf uit een vreemd grondgebied.
De iegeering heeft geen aanspraak ge
maakt op eenige rechten om zich te bemoeien
met de binneniandsche aangelegenheden van
de' Republiek, behalve die, voortspruitende
uit de conventies of die aan elke naburige
regeering toekomen om haar onderdanen en
haar aanpalende bezittingen te beschermen,
doch het gedrag van Transvaal, toen het aan
spraak maakte op het recht om een souvem-
nc, internationale staat te zijn, dreef de re
geering om volstrekt dezen eiscli te ontken
nen en te verwerpen.
Het doel der regeering bij de onderhande
lingen is te kennen gegeven op een wijze,
die geen misvatting toelaat, nl. te verkrijgen
een afdoende onmiddellijke vertegenwoordi
ging voor de Uitlanders, waardoor, zooals de
regeering hoopte, verdere tusschenkomst te
hunnen behoeve onnoodig zou worden, door
hen in staat te stellen, voor zich zeiven te
vcikrijgen die faire en rechtvaardige behan
deling die in 1881 formeel was beloofd en die
de Koningin voornemens was hun te bezor
gen, toen zij aan Transvaal het privilege van
zelfiegtering toestond.
Do regeering is van oordeel dat geen rege
ling, minder vérstrekkend dan die vervat in
het talegram van 8 September, in, staat is
dit deel te bereiken.
Dé weigering van Transvaal om dit aldus
gedane voorstel te onderzoeken, maakt het
onnoodig om de onderhandelingen voort to
zotten op den tot nu toe gewolgden voet en
dte regoering is nu gedwongen om. den toe
stand opnieuw in overweging te nemen en
zelf voorstellen te ontweipen voor de oplos
sing van de verwikkelingen, die ontstaan zijn
uit de vele jaren door Transvaal gevolgde po
litiek. De uitslag van de overwegingen, der
i egeen ng zal werden medegedeeld' m een vol
gend telegram.
Het tweede telegram weerlegt achtereen
volgens do redenen door Transvaal aange
voerd voor zijn beschuldiging van trouw
breuk in de jongste onderhandelingen, en
zet aan de Engelsche zienswijze kracht bij
door aanhalingen, ontleend aan de gevoerde
correspondentie, enz.
Op d'it laatste telegram antwoordt, zooals
wij gisteren reeds mededeelden, het Trans
vaalsche groenboek op zeer afdoende- wijze.
Gemengde IHededecllngen.
De beklaagden in het Fransche hoogver-
raadsproces zijn niet naar het Luxembourg
overgebracht.
Gisteren is te Parijs een mislukten aanslag
gedaan op het leven van Puybarraud, den
directeur der recherche. De dader die gevat
is, weigtrt een motief voor zjjn daad op te
geven.
„U herinnert mij aan iemand," zei hij na
kort stilzwijgen. „Lieve," wendde hij zich tot
zijn vrouw, „op wie lijkt juffrouw Ronnick
ook?"
Mevrouw Chance vereerde mij met een ver-
baasdén, nieuwsgierigen, onsympathieken
biik.
„Juffrouw Rennick heeft wel iets van het
portret van. Marie Antoinette, voordat zij
onthoofd werd'," merkte rij na eenige oogen-
blikken op.
„Werkelijk, er bestaat inderdaad eenige
gelijkenis," antwoordde de geloerde met een
hoofdknik.
Ik schoof mijn stoel wat dichter bij hem
en begon te praten. Ik voerde een tintelen-
der gesprek dan ooit te voren, en hij luister
de met verbazing naar mij. Al spoedig zag ik
dat ik hem behaagde; ik begon hem uit te
lokken. Hij vertelde mij dingen uit zijn eer
ste jeugd, uit den tijd toen rijn dikke Duit-
sche vrouw nog niet aan den horizon van
zijn. leven was verschenen. Hij verhaalde mij
zelfs van zijn veroveringen in die jonge jaren
en lachte vreolijk over zijn eigen heldenda
den. Ons gesprek werd in het Engelsch ge
voerd', en mevrouw Chance Icon blijkbaar
de geestige mededeelingen van don geleerde
en mijn eigen wel wat gewaagde antwoorden
niet verstaan. Zij keek met eenige verbaring
naar mij, leunde toen met een lichte zucht
achterover in haar stoel en begon te dutten.
Do meisjes spraken met elkaar en vermoed
den blijkbaar niets.
„Zullen wij naar boven gaan?" zei me
vrouw Chance ten laatste,
„Ga je gang, lieve," was het haastige ant
woord van haar man, „en. hoe spoediger je
met de meisjes naar boven gaat, hoe liever;
want juffrouw Rennick heeft vanavond nog
een en ander voor mij te doen. Had ik het u
Du Patv de Clam schijnt weer hersteld.
Hij is naar Angoulóme vertrokken.
De Paus heeft gisteren 1500 Fransche
arbeiders-pelgrims ontvangen en toegespro
ken, daarbij ook stilstaande bij de rol dei-
Kerk om den moreelen en materieelen toe
stand der werklieden te verheffen.
Na de toespraak, die door een kameiheer
werd voorgelezen sprak de Paus den zegen
uit over de pelgrims die liern langdurig toe
juichten.
Wegens de groote hitte werd de plechtig
heid op advies v£*s dr. Lapponi bekort. De
Paus scheen volstrekt niet veimoeid; zijn
blik is echter minder levendig dan vioeger.
Aan het dejeuner presideerde Fei rata, aan
het diner Jacobini. De pelgrims bielden rede
voer ingen ter verheerlijking van het geloof.
In de ministeuëele criris in Ojstenryk is
nog geen oplossing gevonden. De vorst van
Liechtenstein schijnt wat minder kans te
hebben.
Gisteren is de uitspraak gevallen in bet
proces wegens hoogverraad te Belgrado. Kne-
zewitsch, Ranko en Taissitsch zijn ter dood
veroordeeld13 beklaagden, onder wie kolonel
Nikolitsch en Protitscli, zijn veroordeeld tot
20 jaar dwangarbeid aan den ketting; 7 be
klaagden, onder wie Paschitsch, rijn tot 5
jaar gevangenisstraf veroordeeld; 4 zijn er
vrijgesproken, o. a. kapitein Iovanowitsch.
Knezewitsch zou reeds gistermiddag ge
fusilleerd zijn.
De Koning heeft aan Paschitsch gratie
verleend, waarep deze den Koning een tele
gram heeft gezonden om hem te danken
voor de vei leende gratie. In dat telegram
zweert hij zjjn vroegere politiek af en ver
zekert den Koning van zijn onwrikbare toe
wijding in het vervolg.
Naar wij vernemen is de gezondheidstoe
stand van mr. O. J. H. Graaf van Limburg
Stirum, lid der Tweede Kamer loor het
kiesdistrict Schiedam, die thans te Nassau
a/Lahn vertoeft, nog steeds niet van dien
aard, dat deze afgevaardigde naar het vader
land kan teiugkeeren.
Aan de behandeling, althans de Indische
begrooting, zal hij vermoedelijk geen deel
kunnen nemen, in elk geval niet aan bet
onderzoek in de afdeelingen, waaraan andere
jaren met belangstelling door den heer van
Limburg Stirum werd deelgenomen.
De commissie van voorbereiding uit de
Tweede Kamer van de wetsontwerpen op de
ouderlijke macht be'ijvert zich om dit onder
werp zoo spoedig doenlijk voor behandeling
in gereedheid te brengen. Daartoe hield zij
heden wederom een langdurige bijeenkomst.
Naar wij vzrnemen, zal er een R.-K. Pio-
pagandabond worden opgericht onder den
naam Ned. propagandabond ïLeo XIII" en
ten doel hebbende de beginselen omtrent bet
maatschappelijk vraagstuk, zooals die vervat
zijn in de encycliek Rerum Novarum te ver
breiden en te ontwikkelen.
nog met gezegd, juffrouw Rennick? Wil u
zoo goed zijn nu met mij mee te gaan naar
mijn kabinet? Als u gauw met uw work ge
reed is, wil ik u ook een genoegen doen. Ik
zie aan uw houding dat u verteerd' wordt
door nieuwsgierigheid. Ja, tracht hot maar
uiet te loochenen. Ik zal u tevreden stellen.
U moogt mij vanavond wagen u een mijner
geheimen mede te doelen. Wat u ook vraagt,
ik zal mijn best doen om hot in te willigen.
Ik ben juist in een stemming om u genoegen
te doen."
„Juffrouw Ronnick ziet er vermoeid uit,"
zei mevrouw Chance. „Houd haar maar niet
te lang beneden Alexander. Komt, meisjes."
De meisjes knikten mij glimlachend toe
cn volgden haar moeder naar boven, te-wijl
ik met dén geleorde naar diens kabinet ging.
Zoodra wij alleen waren, keerde hij zich om
on keek mij aan.
„Ik herhaal u wat ik zoo even heb gezegd,"
zei Hij. „U brandt van nieuwsgierigheid. Wat
ons aller moeder Eva in het verderf stortte,
heeft zich ook van u meester gemaakt. Ik zie
vanavond' iets tartends in uw oog, een krach
tige begeert© om mij mijn geheimen te ont
wringen. Laat mij u eens een vraag stellen.
Wat heeft een jong, ongeleerd meisje als u
uit te staan met de weteusonap
„Ik houd van de wetenschap," zei ik; „ik
heb er ontzag voor; haar geheimen zijn kost
baar. Maar wat kan ik voor u doen, mijn
heer?"
„U spreekt er zeer goed. over juffrouw Ren
nick. Ja, ik heb uw hulp noodig: volg mij
maar meteen naar het blauwe laboratorium."
Vroolijk, goed-gehumeurd' ging hij mij
voor. Hij sloot do deur in do muur open,
draaido liet electrisch licht op, en wij bevon
den ons in het spookachtig vertrek met zijn
spookachtig, mensehelijk geheim. Ik ging
De generaal-majoor op non-activiteit J. E.
N. baron Scliimmelpenninck vf d. Oye, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
heeft aangevraagd om op pensioen te worden
gesteld.
De schout-bij-nacht-litulair S. KrayenhofT
van Leur, lid van het Hoog Militair Gerechts
hof, zal, naar wij vernemen, met ingang van
1 Januari den dienst met pensioen verla
ten. (sN. R. 0.")
De gemeenteraad heeft in zijn zitting van
heden zich verklaard tegen het beginsel der
door B. en W. ingediende oatwerp-verorde-
ningen op de heifirig van evenredig school
geld op de lagere scholen met uitgebreid
leerplan voor jongens en meisjes. De ont-
werp-verordeningen zijn door B. en "W.
teruggenomen.
Terwjil vrouw Veringmeijer zich heden
morgen met een gang heet water in de bran
derij der firma Rademaker Kleyheeg om
wendde om die branderij te verlaten, kwam
juist de bi andersknecht P. van Gent daar
langs, zoodat een der emmers tegen zijn been
stootte en de inhoud over den voet liep.
Hevig gebrand werd de ongelukkige, ker
mend van pijn, naar zija woning, Maasstraat
30, gebracht.
De 5-jarige Ch. Nijs zou hedenmiddag te
11 uur op ecu sleeperswage-n springen tus-
schen de wielen, maar sprong mis, waardoor
liij viel en liet achterste wiel hem over het
rechterbeen onder de knie ging, waardoor dit
op die plaats ernstig gekneusd werd. De be-,
stuurder, Kool, in dienst bij den sleeper Tik,
schijnt geen schuld aan dit ongeval te heb
ben gehad. Nadat het knaapje in. het brug-
wachtershuisjo aan d'e Koemarkbbrug was
binnengebracht, werd daar door een inmid
dels verschenen dokter een verband gelegd',
waarna het ventje op de armen van een poli-
iie-agent naar Huis werd gebracht.
liet zoontje van den bakker J. Drost aan
dc Hoofdstraat werd hedenmiddag te 2| uur
ongeveer door een beladen sleepenswagen'
overreden. Het achterwiel ging hem over den
rechter voet, d'ie ernstig geblesseerd werd.
Met een anderen sleeperswageu werd! hij
huiswaarts gebracht.
BURGERLIJKESTAND.
Geboren t
23 Sept. Maarten Ilendricus, zoon van L.
van den Bout en P. Tromp, Rendrik-Qalel-
straat,
24 Sept. Maria Adriana Theodora, dochter
van G. M. Meijet- en G. van Koesreld, Ram.
Overleden s
25 Sept. Jan Hendrik Stek, oud 10 maan
den, Solt. dijk.
Vergadering van Dinsdag 26 September 2S99, des
namiddags ten twee ure.
Voorzitter de Burgemeester, de heer H. J.
Versteeg.
Tegenwoordig waren 20 leden; afwezig do heer
Blaisse.
binnen en stond vlak bij het koepelvormig
dak op den vloei-. Dr. Chance liep heen en
weer door liet vertrek en begon eenige mi
crobe-culturen te onderzoeken, die hij zorg
vuldig kweekte,
„Ik zie," zei hij, „dat d© ontwikkeling nog
niet ver genoeg is gevorderd! om er vanavond
iets aan te doen. Ik zal uw hulp niet voor
morgen noodig hebben. En wat kan nu
voor u doen?"
„U kan uw belofte houden en mij uw ge
heim vertellen," antwoordde ik.
„Goed; wat wil u weten?"
„Herinnert u zich nog den eersten dag dab
ik u hielp?"
„Zeker."
„Ik schreef toen een mede-deel ing voor u
over het photografecren van gedachten. U
beloofde uw Engelsche lezers dat u binnen
een maand of zes weken in staat zou zijn uw
woorden te staven door bewijzen. Die tijd is
al om. Bewijs mij nu uw bewering. Laat mij
zien hoe gedachten gephotografeerd worden."
Dr. Chance staarde mij een oogeriblik aan.
Toen vertrok zijn mond zich tot een broeden
grijnslach. Ik zag zijn tanden schitteren en
toen weer verdwijnen. Zijn oogen geleken
sprankels levend' vuur; zij trokken zich sa
men en schenen in rijn hoofd weg te zinken;
zij schitterden als de helderste diamanten.
Zijn mager, bleek, hoog voorhoofd' trok vol
rimpels. Hij strekte zijn hand uit en greep
mij bij den schouder.
„Zijt u er op voorbereid?" vroeg hij. „Weet
u wat n vraagt? Ik zon u dat geheim kun
nen vertellen. God weet, dat ik het u zou wil
len vertellen, indien ik meende dlat u hot l^on
dragen."
(Wordt vervolgd.)
«si 'r-I"