53aïe laargang.
Vrijdag 29 September 1899.
Noi 10050.
Eerste Blad.
Hei Blauwe Laboratorium
ft
m
Ken nisgev i n g.
een Onderwijzer.
BUITENLAND.
Per kant],
waren u,
hond" 5,
°hi grook
mv. v,9
rat tarbot,
'jes schar,
gen fi.20
•ine f 0.25
•O, midik
5 a 0.55,
a}£ groote
sine f3.50
schehiscj
nef3a4,
H.24
12.12
Ieren.
O.Oiü.
0.02 H,
0.00 Jt
0.00 JI.
0.10 M.
•45 o.B.
.42 i
12 04
Deze courant verschijnt dage' jks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
gan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90'cents; iedere regel
meer 42Vs cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters-naar de- plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc, Telefoon ~$a. 133.
werden
fl 30a
blauws
Br kilo;
10 cf,
32 ct,
boonen
r 1000.
Mei
S6
Mei
Ned,
8 u,
imst,
Hen-
•ouw
8u.
iété,
hol-
orte
i 9
Oproeping onder de wapenen van een milicien-
verlofganger der lichting 1893.
De Burgemeester van Schiedam,
Gezien het schrijven van den Heer Commis
saris der Koningin van Zuid-Hoitand, d.d, 23
Sept. Jk, A. No. 2529 (2de afd.), tan geleide
van dè missive van don Kolonel Commandant
van het 7e Regiment Infanterie te Amsterdam,
van den 22sten bevorens, no. 3086, houdende
mededeeiing, dat
ADRIANUS HERMANÜS WEBER,
milicien verlofganger dezer gemeente, van de
lichting 1893, behoorende tot het 7e Regiment
Infanterie, door het Departement van Oorlog,
krachtens art. 144 der Mihtiewet is gesigna
leerd om voor den tijd van drie weken onder
de wapenen te komen
Brengt bij deze het bovenstaande ter hennis
van genoemden ADRIANDS HERMANÜS WEBER
met lastgeving om zich op i 6 October 1899 aan
te melden bij het 3e bataljon van zijn korps,
dat te Amsterdam garnizoen houdt, voorzien van
al de voorwerpen van kieeding en uitrusting
door hem bij zijn vertrek met groot verlof me
degenomen, alsmede van verlofpas en zakboekje
vooris, om zich vooraf ter Gemeente-Secretarie
te vervoegen, zoowel tot het afteekenen van
zijn verlofpas als tot het ontvangen van een
passagebiijet en daggeld.
Wordende hij wijders herinnerd aan dè straf
bepaling van art. 145 der meergemelde wet,
luidende: De veilofganger dar militie, die niet
voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke
dienst, wordt als deserteur behandeld.
En opdat bovengenoemde persoon hieromtrent
geen onkunde zal kunnen voorwenden, is deze
afgekondigd en aangeplakt.
Schiedam, den 28sten September 1899.
De Burgemeester voornoemd,
•VERSTEEG.
Aan de 1ste Openbare Kostelooze School,
(Hoofd de heer G. Kerdel), te Schiedam,
wordt gevraagd
Jaarwedde f 500.—, benevens f 400.— voor
hoofdakte en 150.voor akte lmndteekenen.
Boveridien kan zij wegens diensttijd 4 maal
(om de 2 jaar) telkens met f50.worden
verhoogd.
Soliicitatiestukken franco in te zenden aan
den Burgemeester voor 9 October a.s.
Algemecii overzicht.
SCHIEDAM, 28 Sept. '99.
Minister Von Miquel, de onder-voorzitter
van heb Duitsche staatsmi nisterie, vleet-kan
selier, zooals men wel eens zegt, minister
Ton Miquel, de democraat van vroeger en
de conservatief van thans, geniet de reputa
tie van een. „handig" mam te zijn. Hij heeft
Ben Petersburgsche geschiedenis,
DOOS
L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE.
5)
„Ik zal je met genoegen helpen," zei Mar
roussa," en opgewonden danst zij rond.
„Tracht kalm te blijven, Maroussahet
geldt een quaestde van leven ent dood. Het
is nu half twee. Over een uur moet ik bij je
vader in zijn kabinet komen; in dien tijd
heb ik nog veel te doen. Ik moet naar een
slotenmaker die een sleutel voor mij moet
Staken. Ik zal hem vragen te zorgen dab die
tigen den avond klaar is, en nu wild© ik jul
lie vragen, Olga en Maroussa., om den sleu
tel te halen wanneer je later op den dag uit
gaat, Maar laat niemand heb wetenheb is
öoodig dab je heb onbemerkt doét, en breng
®ij dan den sleutel voorzichtig terug.
„De meid gaat mee," zei Olga, „maar wij
Allien 't wel kunnen doen. Naar welken slo
tenmaker wil je gaan?"
.Ik noemde dien naam van een mam wiens
Tinkel ik in een naburige straat had' opge
merkt. Olga nam een klein zakboekje en toe
kende heb adres opzij keek mij aan alsof
zij nog meer wilde vragen, maax ik zei haar
- g^cn oogenblik te verliezen had. Zij
".gïf mij sen zoon, en zij en. Maroussa snelden
'haar eigen, kamer,
ritr mocht ik waarlijk wél vleugels aau
?ujn voeten bómden. Ik ging zitten en schreef
voWdern brief aam' dien. consul:
„MrjnMer; Ik doe een dringend beroep op
^wterwijlde hulp. Ik heb' ontdekt daiteen'
•Jakmwordt gehouden in-
rich dank zij zijn kennis, maar met minder
ook door zijn hamdighead, een hooge positie
verworven; altijd maar hooger :s hij geklom
men hij is nu ridder vam den Zwarten Ade
laar en mag dus „Von" voo- zijn gewoon-bur-
gerlijken Baam schrijven; hij heeft zich in
den loop der jaren ingewerkt in conservatief-
agrariscke begrippen en voelt zich nu erg
thuis in hofkringen.
Ja, hij is altijd een „handig" man geweest.
Maar zijn laatste handigheid is zoo „onhan-
dig" geschied, dat eigenlijk niemand meer
van hem wil weten. Door zijn dubbelzinnige
houding in de quaestie dér kanaalwetten
heeft hij vriend en vijand gelijkelijk tegen
zich in het harnas gejaagd.
Miquel was tegen, de kanaalwetten, hij
deelde de meening zijner vriendjes, de con
servatieve agrariërs. Toch, gedwongen door
zijn amibb de wetten te verdedigen, heeft hij
dat zóó gedaan, dat de „Kreuzzoitung" op
merkte, dat het moeilijk was uit te maken of
Miquel eigenlijk vóór of tegen die wetten had
gesproken.
Met zijn vriendjes, de conservatieve agra
riërs, moest hij de verwerping der wetten toe
juichen, maar verder ging ook de zielsver
wantschap met. Men weet wat er volgde:
een groot aantal ambtenaren, die als afge
vaardigden tegen de wetten hadden ge
stemd, werden geducht „gemaszregelt", en
wie hielp daaraan mee? Natuurlijk Miquel
Zoodoende is het een ware ketelmuziek,
die de Duitsche bladen tegen, den minister
aanheffen. De liberale bladen gaven den
toon aam, conservatieven en. agrariërs volg
den en het centrum is niet achtergebleven.
Want ook deze machtige partij laat Von
Miquel vallen. Openlijk heeft dr. Lieber, de
leider der katholieken, in eon redevoering te
Mainz den minister den oorlog verklaard, én
de katholieke pers kondigt een krachtige
campagne aan. tegen Miquel.
Zoodoende staat de 70-jarige minister, uiL-
nemend jurist, schitterend financier, voor
beeldig administrateur en „handig" staats
man, vrijwel alleen. Een anti-semietisch
blaadje alleen, dat in zeer slechten roep staat,
ontfermt zich over Miquel, die zeker met
beklemd hart zal zuchten: Non tah auxtho.
Miquel heeft dit lot zeker niet verdiend.
Maar met dat al, hoe onbegrijpelijk het is
van een „handig" man als deze oud-revolu-
tionnadr van 1848, heeft hij er zich ledijk in
gewerkt.
De vraag is nu hoe zijn verhouding tot den
Keizer is. Geniet hij nog de gunst van. den
monarch, dam daar twijfelen wij niet aan
zal Miquel zich er wel weer door een lian-
dighadje uitredden.
In gedachten zien we ai zijn' gnomen-lach
als hij de partij heeft gewonnen.
Zijn gunsteling, Freiherr von Zedlitz, de
directeur van den Rijkszeehandel, heeft in-
tussckea geantwoord op de verpletterende
onthullingen, der „Vorwarts". Hij verklaart
eenvoudig zijn journalistieken arbeid te zul
len staken. Da zaak is daarmee echter niet
afgedaan. Want het is minder om Zedlitz
dan om Miquel, zijn begunstiger, te doen.
Zal de Kamer spoedig bijeen worden ge
roepen? Ziedaar de vraag die op het oogen
blik te Pmijs in politieke kringen bet meest
besproken wordt. Van onmiddellijke bij eon-
roeping der Kamers, zooals Méline en andere
eon onderaardsohen kelder in dit huis, waar
hij gepijnigd wordt. Ik ben een Engelsch.
meisje, on werk hier als gouvernante. Ik heb
mij voorgenomen den. Engalsohmam ter hulp
te komen, maar kan dat niet doen zonder
hulp, Dr, Chance verlaat vanavond om 8 uur
St. Petersburg. Om negen uur zal ik zijn in
liet groote laboratorium in den tuin, bekend
onder den naam „blauw laboratorium". Ik
zal aau een dér dienstboden, instructies ge
ven om u daar te brengen, indien u zoo
vriendelijk wilt zijn mij te helpen. In Gods
naam, weiger het mij niet, want de zaak is
zeer dringend. Wij beiden, de Engelschman
en ik, verkeeren in het uiterste gevaar. Ut
vi-aag om bijsband voor ons beiden als Brit-
sche onderdanen.
Uw dienstwillige,
Madbleine Rennick."
Toen ik dezen brief geschreven, had, adres
seerde ik hem haastig en stak hem in. mijn
zak. Ik trok mijn warmen bontmantel aan
en ging uit. Niemand zag mij gaan. Op dit
uur sliep mevroiiw Chance, en. de meisjes en
ik werden verondersteld aan ons werk te zijn.
Op mijn weg naar het huis van den. consul
hield A mij op bij den slotenmaker en be
stelde hem een sleutel naar den was-afdruk.
Ik zei hem dat de sleutel over twee of drie
uur klaar moest zijn. Hij maakte bezwaren,
pruttelde dat do tijd zoo kort bemeten was
en keek mij wantrouwend aan. Ik hield mij
Rink en zei dat juffrouw Chanc© tusschen vij
ven en zessen diep avond den sleutel zou ko
men halen. Hij beloofde mij toen. dat hij
klaar zou zijn wanneer zij kwam, en ik ging
heen en haastte mij naar den consul.
D© bediende van den consul deed open;
ik gaf hem den brief ovea* met het verzoek
dien terstond aan zijn meester ta geven. Toen
stokebranden wilden, is geen sprake geweest.
De lxeeren hebben hun aanvallen op het mi
nisterie moeten opschorten.
Langzamerhand nadert echter het gewon©
tijdstip waarop de Kamer pleegt bijeen, te
komen, en do vraag is nu of de regeering
eerst alle hangende quaesties, vooral het
koogverraodsproces, zal laten afwikkelen, dan
wel in begin October de député's naar Parijs
roepen.
In politieke kringen is men, volgens de
Petit Bleu" van Brussel, van liet laatste
overtuigd. Zelfs verwacht men dab de Ka
mer eerdler zal worden bijeengeroepen., en
wel in verband met zeer belangrijke plannen
der regeering.
Men heeft met groote zekerheid beweerd
dat m de samenzwering tegen do Republiek
ook verschillende geestelijken en. geestelijke
instellingen betrokken waren, en krachtig
uitte zich de verbazing dat deze geestelijke
samenzweerders ongemoeid, zijn gelaten.
Maar nu, zegt men, zal het komen. De re-
geermg zou nL op het oogeniblik een zeer be
langrijk wetsontwerp uitwerken betreffende
de congregaties en de vrij© scholen.
De gea va n ceerd-democratische leden van
het Kabinet, Millerand, Baudin, De Lanes-
san en Monis, zouden terstond met dit ont
wei p, beoogemde de congregaties tot mach
teloosheid te doemen, voor de Kamer willen
komen, terwijl Wa 1 doek-Rousseau, De GaL-
iifet, Leygues, Jean Dupuy, Delcassé en pre
sident Loubet zelf tegen de onmiddellijke
bije&aroepmg der Kamers en zelfs voor een
deel tegen het ontwerp zouden gekant zijn.
Toch gelooft men dab Millerand het pleit
zal winnen.
Dat dit ontwerp de uitwerking zal hebhen
van een steen in een kikkerpoel, behoeft wel
met gezegd. Een vinnige strijd staat, wordt
dit ontweip ingediend, te wachten tusschen
socialisten, radico-soeial ïsten en radicalen
eenerzijds en de geheele reek terzijde, waarbij
zich ook de groep-Mélme seiiaaït. Hoe het
met dcae groep gesteld is, zal moeten blijken.
Jonnart en anderen zullen zich waarschijn
lijk afscheiden. Daarentegen wordt aan Ri-
bot, Jonnart's mede-afgevaardigde voor Sb.
Omer, het voornemen toegeschreven om een
groote redevoering uit te spreken tegen, het
staatsmonopolie van onderwijs.
Intussc.lien schiet de instructie in het
hoogverraadsproees goed op, zoodat men al
Zaterdag as een begin denkt t© maken met
de verhoeren.
De verdédiging is hét nu ook eens géwor
den met Bérenger, den voorzitter der Se
naatscommissie. Bepaald is nu dat de be
klaagden m vier groepen zullen verdeeld
worden, nl.lo, de groep-Déronlède of de
groep der Patriotten; 2o. die der gearres
teerde royalisten; 3o. die der gearresteerde
anti-semieten4o. die der niet-goarresteerde
beschuldigden. Elke beschuldigde zal maar
één advocaat mogen hebbenmaar d© verde
digers van elke groep zullen gedurende drie
dagen het dossier mogen bestudeeren.
Hoe angsbvallig-gelieim de instructie ove
rigens wordt gevoerd, blijkt uit het feit dat
do photograaf die de stukken moet photogra-
feeren, opgesloten wordt. Dinsdag nu heeft
men vergeten de deur weer te openen, zood'at
de man tot den volgenden morgeau honger
heeft moeten lijden.
snelde ik naar huis. Ik kon toen zeggen dat
ik heb mijne had gedaan. God alleen wist,
wat d© uitslag zou zijn I
Om half drie klopte ik aan de deur van
dr. Chance's kabinet. Hij riep mij toe binnen
te komen. Ik trad binnen en ging aan mijn
gewonen arbeid. De geleerde gaf mij veel
werk. Ik moest brieven copieeren, op zijn
dictee verscheiden stukken schrijven voor
verschillend© wetenschappelijke bladen, ze
overschrijven en copieeren. kortom, ik
werkte verscheiden uren zeer hard door als
zijn secretaresse. Tussolien 5 en 6 uur werd
ons thee gebracht, maar hij sprak bijna niet
terwijl hij iets gebruikte; hij zat met zijn
rug half naar mij toe gewend. Om zeven uur
verliet hij de kamen
„Ik moet mij gereed maken voor mijn
reis," zei hij. „Ik vind u nog hier om u mijn
laatste aanwijzingen te geven voordat ik ver
trek."
Toen hij was weggegaan, liet ik mijn hoofd
m mijn handen rusten en vroeg mij met
kloppend hart af wat de consul zou doen oom
het ongelukkige slachtoffer ter hulp te ko
men, wiens leven ik besloten had te redden.
Om tien minuten voor achten kwam dr.
Chance weer binnen, van het hoofd tot do
voeten in zijn dikke pels gehuld.
„Goeden dag, juffrouw Rennick," zei hij.
Zijn vrouw begeleidde, hem en ook de beide
meisjes. „U zult een paar dagen vrij héb
ben, terwijl ik weg ben. Het is nu Woens
dagavond, ik denk wel Zaterdag uiterlijk te
rug te zijn."
Hij schudde mij de hand en ging na/u- de
vestibule, vergezeld van zijn vrouw en. zijn
dochters. Een paar minuten later kwam Olga
naar mij toe loopen.
„Hier is de sleutel," zeidè zij fluisterend.
wimm
Volkomen juist is de opmerking der
„Volksstem" dat Engeland een antiwoord
eischt binnen 48 uur, maar zelf zijn ant
woord ombepaald vertraagt.
Men zou kunnen zeggen: dat is het ge
heim van den smid. Engeland rekt blijkbaar
de onderhandelingen zoolang, als het noodig
heeft om rich voor den oorlog gereed te ma
ken.
Want oorlog zal er komen. Zelfs de opti
misten beginnen te wanhopen aan het be
houd van den vrede, vooral ook om de opge
wondenheid die rich allengs van de Boeren
heeft meester gemaakt. Inderdaad is de ver
bittering groot in Transvaal en ook ra den
Vrijstaat. De Boeren gloeien van veront
waardiging en hun vingers jeuken.
Dreigend zegt de „Volksstem" dab, indien
Engeland niet zeer spoedig de verzekering
geeft dat geen troepen meer zuilen worden
ingescheept, Zuid-Afrika in opstand zal ko
men. De Boeren zullen niet mogen aarzelen
den vijand aan te vallen.
Maar Engeland gaat voert troepen, wa
pens, munitie te verschepen. In de volgende
week gaan weer 1400 man met 200 officieren
per Braemar Castle naar Zuid-Afrika.
Aan de Kaap, in Natal, in Indië worden de
toebereidselen voortgezet; in Italië en in de
Vereenigde Staten worden muilezels aange
kocht voor de transporten.
Morgen zal waarschijnlijk een beslissing
vallen. Alen zegt dat de Britsclie minister
raad' dan nieuwe, zeer krachtige voorstellen
van sir A. Malner onder de oogen zal krij
gen. Van den uitslag van den ministerraad
hangt vrijwel alles af.
Intusschen blijven dé liberalen en. de ra
dicalen in Engeland zich. togen den oorlog
kanten, gesteund door nagenoeg liet geheele
buitenland. Zelfs de Duitsche bladen, schoon
hert noodzakelijke erkennend van Dmtsch-
lamd's strikte neutraliteit, nemen het voor
de Boeren op.
Br loopen nu ook weer geruchten over ver
pachting der Del ago a-baai aan Engeland.
Voorloopig schijnen die geruchten met dar
waarheid getrouw.
Gemengde fflededeellngen.
Het congres der katholieke volksparljj' te
Mainz heeft zich uitgesproken tegen de
atuchthuiswet" en vóór een wet die de ge
meenten veroorlooft eene verzekering tegen
werkloosheid te stichten.
De »Matin" wjjdt een artikel aan Duitsch-
land's deelneming aan de tentoonstelling van
4900 en spreekt met bewondering over de
Duitsche industrie.
De Lanessan, minister van marine, heeft
den houw van vier nieuwe onderzeesche
booten bevolen te Rocliefort-sui-Mer.
De monarehisteafgevaardigde De Mone-
for', -eft aan minister De GaJhfet, aan wiens
zijd© hij in 1870 den veldtocht heeft meege
maakt, een langen brief gezonden, waarin hij
hem aanspoort de houding, door liem tot nu
toe in het ministerie-Waldeok-Itousseau in
genomen, te laten varen en heb leger krachti
ger te verdedigen, rijn beleedigers te vervol
gen, zoo noodig daartoe nieuwe wetten te
doem aannemen of, wanneer hij daartoe niet
in staat is, af te treden.
Zij keek achter zich. „Madeleine, wat zie je
bleek maar het is in orde; ik hem Ma
roussa met de meid buiten laten staan, toen
ik naar den sleutel ging vragen. Wij gaan
dikwijls naar dien smid als er sloten gerepa-
ïeerd of veranderd moeten' worden; er is nie
mand! die iets vermoedt. Wil je mij nu niet
vertellen wat je ontdekt helbt, Madeleine?"
„Nog niet, Olga. Je hebt mij flink gehol
pen, liefste; en als ja werkelijk nog meer
wilt doem, ml jij en Maroussa, dan, Wanneer
je bidt voor wie in grooten nood en aan den
dood overgegeven zijn, ook je gebéden, opzen
den voor wat ik in de volgend© uren ga
doen
„Dat zal ik doen," zei Olga, wie de trainen
in de oogen sprongen, „O Madeleine, wat
ben je dapper en goed!" Zij sloeg haar ar
men om mijn hals, kuste mij en verliet het
kabinet.
Ik ging naar mijn kamer en besloot tus
schen achten en negenen naar het blaiuwa la
boratorium te gaau. Om negen uur zou, wan
neer alles goed ging, de consul mij komen
helpen. Ik had reeds een der dienstboden er
op voorbereid dat de Engelschman zou ko
men, dien hij dan. rechtstreeks naar heb blau
we laboratorium moest brengen. De man zei
diat hij het precies begreep. Jk drukte hem
drie roebels in de hand; zijn gelaat schitter
de van blijdschap; hij stak heb geld in zijn
zak ©n beloofde mij mijn bevelen nauwkeurig
te zullen opvolgen. Toen ik mijn kamer be
reikte, keek ik op de ldok, die vijf-en-bwinitig
minuten over achten aanwees.
Da tijd was gekomen. Ik stak haastig mijn
revolver in mijn zak, en, met den sleutel
eveneens hij mij, liep ik de trappen af. Ik
ontmoette geen stervelingik ging het kabi
net door, en bereikte dia deur in den tuin-
Dreyfus heeft tegen een bezoeker zijn voor
nemen te kennen gegeven om naar volkomen
eerherstel ie blijven streven. Hg, heeft reeds
verschillende nieuwe feiten van zeer groot
belang,
Meikwaardig is zijn uitlating over de socia
listen, met name Jauiès. H(j noemde hen de
vertegenwoordigers van het intellect en de
kracht van het nieuwe Frankrijk:
Overleden is de radicale Fransche senator
Sandry.
Max1 Régis is nog altijd >weg." Volgens
sommigen is hjj te Barcelona, b(j een vriend;
volgens anderen is bq in Iiaüë.
Het gerucht gaat dat Arton, die voort
durend ziek is, kwijtscheiding van straf zal
krijgen. Veel heeft hij trouWehs niet meer
te goed.
■De „Tempo" verneemt uit LiverpoolDe
01 e n d! a, komende van Afrlka-'s Westkust,
brengt de tijding mee dat te Akasea het ge
rucht loopt van de aankomst eener Fransche
expeditie in den omtrek van. Kano. De
„Temps" deukt dat dit de expeditie-Voulefc is.
De „Liberie" zegt dat d© minister van ko
loniën nog altijd geen berichten heeft over
de officieren onder Voulofc'a bevelen. Men
denkt dat zij hem verlaten hebben om zich
vrijwillig bij dé expeditie Founeau-Lamy aan
te sluiten.
De gouverneur-generaal m Algesic heeft
een telegram ontvangen dat deze expeditie
zes weken.' geleden twee gevechten heeft ge
had met Touaregs, van- wie er een dikke
twintig werden gedood. De expeditie is nu op
weg naar Tadii
Men noemt nu als opvolger van Thun te
Weenen de volgende namen de oud-premier
Von Gautsch, Ckhimecky, Claccy en weer
prins Liechtenstein, dien. de Keizer gaarne
zou hebben.
Zelfs spreekt men van een nieuw minis-
terie-Thun.
De christelijk-sociale „Reichspost" geeft
den krassen raad een „overgaugsmiaisterie"
te laten vormen door een „beleidvollen" ge
neraal die door rijn militaire positie zou „im-
poneeren en respekt inboezemen". „Noch de
Jong-Tsechen," meent heb blad!, „noch de
aanhangers van Schönerer noch de sociaal
democraten zouden zich tegen zoo'n ministe
rie in of buiten het parlement vam geweld
durven bedienen; want een militair, die
voor de orde moet zorgen, weet wel raad."
Volgens de uNeoe Freie Presse" heeft de
vorst van Bulgarije van keizer Frans Jozef
hel grootkruis der St. Slefanusorde gekregen.
Vorst Ferdinand schonk den Keizer het
collier van de St. Alexander-orde in brülan-
ten.
De aPester Lioyd" zegt- dat de eer die
den Coburger ditmaal is bewezen, een er
kenning is van de rustige en niet-meer-avon-
tuurlijke Bulgaarsche politiek, die Oostenrijk-
Hongar(je aangenaam is.
Ongeveer 1000 sociaal-democraten hielden
te Buda-Pest een optocht om te manifestoe-
ren voor algemeen kiesrecht. Toen de menig
te een een.ig.mns dreigend© houding aannam,
trad de politie op en deed een honderdtal ar
resteeren.
muur. Zou mijn sleutel in staat rijn die te
openen. Ja, het slot werkte gemakkelijk en
zacht op den druk van den nieuwen, sleutel.
Ik duwde de dour open en dacht er zelfs niet
aan haar weer te sluiten. Ik voelde nu niet
de minste vrees meer. Dr. Ghance was im
mers mijlen ver. Ik draaide het electrisch
liclit op en liep het vertrek door.
Intusschen waren de .bezwaren nog lang
niet overwonnen. Het was al een, groot ding,
dat ik in het laboratorium was doorgedron
gen, maar vam met minder belang was het
naar beneden te komen, in, den donkeren
kerker, waar dr. Chance's slachtoffer was op
gesloten. Zijn gelaat had naar mij opgeke
ken in den glazen koepel, maar hoe werd die
koepel geopend. Op welke wijze kon de ker
ker bereikt warden? Ik ondteraocht nauwlet
tend den vloer, em ontdekte al spoedig een
luik, verborgen onder een mat In het mid
den van dat luik was een ring vastgemaakt.
Ik trok er aan met alle kracht en het luik
gaf mee. Ik zag toen dat het aan de onder
zijde gesloten werd door een veer, zoodat het
alleen vam boven kon geopend! worden.
Zoodra ik het luik open had, zag ik treden
die naar beneden liepen. Ik had mij van een
kaars en wat lucifers voorzien. Ik stak nu
mijn kaars aam en liep zacht en voorzichtig
de steenen trap af. Er waren in het geheel
zeven of acht treden. Mijn kaars gaf Jechts
weinig licht, em ik was zeer verlegen hoe te
handden, toen een knop in den muur mijn
aandhehb trok. Ongetwijfeld wend deze ruim
te ook electrisch verlicht. Ik draaide den
knop om, en kijkeen klein, gloeilampje aan
den muur naast mij verspreidde opeens rijn,
schijnsel.
(Wórdt vervolgd,)
Hi
-^gj
s|