53aïe laargang. Vrijdag 29 September 1899. Noi 10050. Eerste Blad. Hei Blauwe Laboratorium ft m Ken nisgev i n g. een Onderwijzer. BUITENLAND. Per kant], waren u, hond" 5, °hi grook mv. v,9 rat tarbot, 'jes schar, gen fi.20 •ine f 0.25 •O, midik 5 a 0.55, a}£ groote sine f3.50 schehiscj nef3a4, H.24 12.12 Ieren. O.Oiü. 0.02 H, 0.00 Jt 0.00 JI. 0.10 M. •45 o.B. .42 i 12 04 Deze courant verschijnt dage' jks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur gan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90'cents; iedere regel meer 42Vs cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters-naar de- plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc, Telefoon ~$a. 133. werden fl 30a blauws Br kilo; 10 cf, 32 ct, boonen r 1000. Mei S6 Mei Ned, 8 u, imst, Hen- •ouw 8u. iété, hol- orte i 9 Oproeping onder de wapenen van een milicien- verlofganger der lichting 1893. De Burgemeester van Schiedam, Gezien het schrijven van den Heer Commis saris der Koningin van Zuid-Hoitand, d.d, 23 Sept. Jk, A. No. 2529 (2de afd.), tan geleide van dè missive van don Kolonel Commandant van het 7e Regiment Infanterie te Amsterdam, van den 22sten bevorens, no. 3086, houdende mededeeiing, dat ADRIANUS HERMANÜS WEBER, milicien verlofganger dezer gemeente, van de lichting 1893, behoorende tot het 7e Regiment Infanterie, door het Departement van Oorlog, krachtens art. 144 der Mihtiewet is gesigna leerd om voor den tijd van drie weken onder de wapenen te komen Brengt bij deze het bovenstaande ter hennis van genoemden ADRIANDS HERMANÜS WEBER met lastgeving om zich op i 6 October 1899 aan te melden bij het 3e bataljon van zijn korps, dat te Amsterdam garnizoen houdt, voorzien van al de voorwerpen van kieeding en uitrusting door hem bij zijn vertrek met groot verlof me degenomen, alsmede van verlofpas en zakboekje vooris, om zich vooraf ter Gemeente-Secretarie te vervoegen, zoowel tot het afteekenen van zijn verlofpas als tot het ontvangen van een passagebiijet en daggeld. Wordende hij wijders herinnerd aan dè straf bepaling van art. 145 der meergemelde wet, luidende: De veilofganger dar militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. En opdat bovengenoemde persoon hieromtrent geen onkunde zal kunnen voorwenden, is deze afgekondigd en aangeplakt. Schiedam, den 28sten September 1899. De Burgemeester voornoemd, •VERSTEEG. Aan de 1ste Openbare Kostelooze School, (Hoofd de heer G. Kerdel), te Schiedam, wordt gevraagd Jaarwedde f 500.—, benevens f 400.— voor hoofdakte en 150.voor akte lmndteekenen. Boveridien kan zij wegens diensttijd 4 maal (om de 2 jaar) telkens met f50.worden verhoogd. Soliicitatiestukken franco in te zenden aan den Burgemeester voor 9 October a.s. Algemecii overzicht. SCHIEDAM, 28 Sept. '99. Minister Von Miquel, de onder-voorzitter van heb Duitsche staatsmi nisterie, vleet-kan selier, zooals men wel eens zegt, minister Ton Miquel, de democraat van vroeger en de conservatief van thans, geniet de reputa tie van een. „handig" mam te zijn. Hij heeft Ben Petersburgsche geschiedenis, DOOS L. T. MEADE EN ROBERT EUSTACE. 5) „Ik zal je met genoegen helpen," zei Mar roussa," en opgewonden danst zij rond. „Tracht kalm te blijven, Maroussahet geldt een quaestde van leven ent dood. Het is nu half twee. Over een uur moet ik bij je vader in zijn kabinet komen; in dien tijd heb ik nog veel te doen. Ik moet naar een slotenmaker die een sleutel voor mij moet Staken. Ik zal hem vragen te zorgen dab die tigen den avond klaar is, en nu wild© ik jul lie vragen, Olga en Maroussa., om den sleu tel te halen wanneer je later op den dag uit gaat, Maar laat niemand heb wetenheb is öoodig dab je heb onbemerkt doét, en breng ®ij dan den sleutel voorzichtig terug. „De meid gaat mee," zei Olga, „maar wij Allien 't wel kunnen doen. Naar welken slo tenmaker wil je gaan?" .Ik noemde dien naam van een mam wiens Tinkel ik in een naburige straat had' opge merkt. Olga nam een klein zakboekje en toe kende heb adres opzij keek mij aan alsof zij nog meer wilde vragen, maax ik zei haar - g^cn oogenblik te verliezen had. Zij ".gïf mij sen zoon, en zij en. Maroussa snelden 'haar eigen, kamer, ritr mocht ik waarlijk wél vleugels aau ?ujn voeten bómden. Ik ging zitten en schreef voWdern brief aam' dien. consul: „MrjnMer; Ik doe een dringend beroep op ^wterwijlde hulp. Ik heb' ontdekt daiteen' •Jakmwordt gehouden in- rich dank zij zijn kennis, maar met minder ook door zijn hamdighead, een hooge positie verworven; altijd maar hooger :s hij geklom men hij is nu ridder vam den Zwarten Ade laar en mag dus „Von" voo- zijn gewoon-bur- gerlijken Baam schrijven; hij heeft zich in den loop der jaren ingewerkt in conservatief- agrariscke begrippen en voelt zich nu erg thuis in hofkringen. Ja, hij is altijd een „handig" man geweest. Maar zijn laatste handigheid is zoo „onhan- dig" geschied, dat eigenlijk niemand meer van hem wil weten. Door zijn dubbelzinnige houding in de quaestie dér kanaalwetten heeft hij vriend en vijand gelijkelijk tegen zich in het harnas gejaagd. Miquel was tegen, de kanaalwetten, hij deelde de meening zijner vriendjes, de con servatieve agrariërs. Toch, gedwongen door zijn amibb de wetten te verdedigen, heeft hij dat zóó gedaan, dat de „Kreuzzoitung" op merkte, dat het moeilijk was uit te maken of Miquel eigenlijk vóór of tegen die wetten had gesproken. Met zijn vriendjes, de conservatieve agra riërs, moest hij de verwerping der wetten toe juichen, maar verder ging ook de zielsver wantschap met. Men weet wat er volgde: een groot aantal ambtenaren, die als afge vaardigden tegen de wetten hadden ge stemd, werden geducht „gemaszregelt", en wie hielp daaraan mee? Natuurlijk Miquel Zoodoende is het een ware ketelmuziek, die de Duitsche bladen tegen, den minister aanheffen. De liberale bladen gaven den toon aam, conservatieven en. agrariërs volg den en het centrum is niet achtergebleven. Want ook deze machtige partij laat Von Miquel vallen. Openlijk heeft dr. Lieber, de leider der katholieken, in eon redevoering te Mainz den minister den oorlog verklaard, én de katholieke pers kondigt een krachtige campagne aan. tegen Miquel. Zoodoende staat de 70-jarige minister, uiL- nemend jurist, schitterend financier, voor beeldig administrateur en „handig" staats man, vrijwel alleen. Een anti-semietisch blaadje alleen, dat in zeer slechten roep staat, ontfermt zich over Miquel, die zeker met beklemd hart zal zuchten: Non tah auxtho. Miquel heeft dit lot zeker niet verdiend. Maar met dat al, hoe onbegrijpelijk het is van een „handig" man als deze oud-revolu- tionnadr van 1848, heeft hij er zich ledijk in gewerkt. De vraag is nu hoe zijn verhouding tot den Keizer is. Geniet hij nog de gunst van. den monarch, dam daar twijfelen wij niet aan zal Miquel zich er wel weer door een lian- dighadje uitredden. In gedachten zien we ai zijn' gnomen-lach als hij de partij heeft gewonnen. Zijn gunsteling, Freiherr von Zedlitz, de directeur van den Rijkszeehandel, heeft in- tussckea geantwoord op de verpletterende onthullingen, der „Vorwarts". Hij verklaart eenvoudig zijn journalistieken arbeid te zul len staken. Da zaak is daarmee echter niet afgedaan. Want het is minder om Zedlitz dan om Miquel, zijn begunstiger, te doen. Zal de Kamer spoedig bijeen worden ge roepen? Ziedaar de vraag die op het oogen blik te Pmijs in politieke kringen bet meest besproken wordt. Van onmiddellijke bij eon- roeping der Kamers, zooals Méline en andere eon onderaardsohen kelder in dit huis, waar hij gepijnigd wordt. Ik ben een Engelsch. meisje, on werk hier als gouvernante. Ik heb mij voorgenomen den. Engalsohmam ter hulp te komen, maar kan dat niet doen zonder hulp, Dr, Chance verlaat vanavond om 8 uur St. Petersburg. Om negen uur zal ik zijn in liet groote laboratorium in den tuin, bekend onder den naam „blauw laboratorium". Ik zal aau een dér dienstboden, instructies ge ven om u daar te brengen, indien u zoo vriendelijk wilt zijn mij te helpen. In Gods naam, weiger het mij niet, want de zaak is zeer dringend. Wij beiden, de Engelschman en ik, verkeeren in het uiterste gevaar. Ut vi-aag om bijsband voor ons beiden als Brit- sche onderdanen. Uw dienstwillige, Madbleine Rennick." Toen ik dezen brief geschreven, had, adres seerde ik hem haastig en stak hem in. mijn zak. Ik trok mijn warmen bontmantel aan en ging uit. Niemand zag mij gaan. Op dit uur sliep mevroiiw Chance, en. de meisjes en ik werden verondersteld aan ons werk te zijn. Op mijn weg naar het huis van den. consul hield A mij op bij den slotenmaker en be stelde hem een sleutel naar den was-afdruk. Ik zei hem dat de sleutel over twee of drie uur klaar moest zijn. Hij maakte bezwaren, pruttelde dat do tijd zoo kort bemeten was en keek mij wantrouwend aan. Ik hield mij Rink en zei dat juffrouw Chanc© tusschen vij ven en zessen diep avond den sleutel zou ko men halen. Hij beloofde mij toen. dat hij klaar zou zijn wanneer zij kwam, en ik ging heen en haastte mij naar den consul. D© bediende van den consul deed open; ik gaf hem den brief ovea* met het verzoek dien terstond aan zijn meester ta geven. Toen stokebranden wilden, is geen sprake geweest. De lxeeren hebben hun aanvallen op het mi nisterie moeten opschorten. Langzamerhand nadert echter het gewon© tijdstip waarop de Kamer pleegt bijeen, te komen, en do vraag is nu of de regeering eerst alle hangende quaesties, vooral het koogverraodsproces, zal laten afwikkelen, dan wel in begin October de député's naar Parijs roepen. In politieke kringen is men, volgens de Petit Bleu" van Brussel, van liet laatste overtuigd. Zelfs verwacht men dab de Ka mer eerdler zal worden bijeengeroepen., en wel in verband met zeer belangrijke plannen der regeering. Men heeft met groote zekerheid beweerd dat m de samenzwering tegen do Republiek ook verschillende geestelijken en. geestelijke instellingen betrokken waren, en krachtig uitte zich de verbazing dat deze geestelijke samenzweerders ongemoeid, zijn gelaten. Maar nu, zegt men, zal het komen. De re- geermg zou nL op het oogeniblik een zeer be langrijk wetsontwerp uitwerken betreffende de congregaties en de vrij© scholen. De gea va n ceerd-democratische leden van het Kabinet, Millerand, Baudin, De Lanes- san en Monis, zouden terstond met dit ont wei p, beoogemde de congregaties tot mach teloosheid te doemen, voor de Kamer willen komen, terwijl Wa 1 doek-Rousseau, De GaL- iifet, Leygues, Jean Dupuy, Delcassé en pre sident Loubet zelf tegen de onmiddellijke bije&aroepmg der Kamers en zelfs voor een deel tegen het ontwerp zouden gekant zijn. Toch gelooft men dab Millerand het pleit zal winnen. Dat dit ontwerp de uitwerking zal hebhen van een steen in een kikkerpoel, behoeft wel met gezegd. Een vinnige strijd staat, wordt dit ontweip ingediend, te wachten tusschen socialisten, radico-soeial ïsten en radicalen eenerzijds en de geheele reek terzijde, waarbij zich ook de groep-Mélme seiiaaït. Hoe het met dcae groep gesteld is, zal moeten blijken. Jonnart en anderen zullen zich waarschijn lijk afscheiden. Daarentegen wordt aan Ri- bot, Jonnart's mede-afgevaardigde voor Sb. Omer, het voornemen toegeschreven om een groote redevoering uit te spreken tegen, het staatsmonopolie van onderwijs. Intussc.lien schiet de instructie in het hoogverraadsproees goed op, zoodat men al Zaterdag as een begin denkt t© maken met de verhoeren. De verdédiging is hét nu ook eens géwor den met Bérenger, den voorzitter der Se naatscommissie. Bepaald is nu dat de be klaagden m vier groepen zullen verdeeld worden, nl.lo, de groep-Déronlède of de groep der Patriotten; 2o. die der gearres teerde royalisten; 3o. die der gearresteerde anti-semieten4o. die der niet-goarresteerde beschuldigden. Elke beschuldigde zal maar één advocaat mogen hebbenmaar d© verde digers van elke groep zullen gedurende drie dagen het dossier mogen bestudeeren. Hoe angsbvallig-gelieim de instructie ove rigens wordt gevoerd, blijkt uit het feit dat do photograaf die de stukken moet photogra- feeren, opgesloten wordt. Dinsdag nu heeft men vergeten de deur weer te openen, zood'at de man tot den volgenden morgeau honger heeft moeten lijden. snelde ik naar huis. Ik kon toen zeggen dat ik heb mijne had gedaan. God alleen wist, wat d© uitslag zou zijn I Om half drie klopte ik aan de deur van dr. Chance's kabinet. Hij riep mij toe binnen te komen. Ik trad binnen en ging aan mijn gewonen arbeid. De geleerde gaf mij veel werk. Ik moest brieven copieeren, op zijn dictee verscheiden stukken schrijven voor verschillend© wetenschappelijke bladen, ze overschrijven en copieeren. kortom, ik werkte verscheiden uren zeer hard door als zijn secretaresse. Tussolien 5 en 6 uur werd ons thee gebracht, maar hij sprak bijna niet terwijl hij iets gebruikte; hij zat met zijn rug half naar mij toe gewend. Om zeven uur verliet hij de kamen „Ik moet mij gereed maken voor mijn reis," zei hij. „Ik vind u nog hier om u mijn laatste aanwijzingen te geven voordat ik ver trek." Toen hij was weggegaan, liet ik mijn hoofd m mijn handen rusten en vroeg mij met kloppend hart af wat de consul zou doen oom het ongelukkige slachtoffer ter hulp te ko men, wiens leven ik besloten had te redden. Om tien minuten voor achten kwam dr. Chance weer binnen, van het hoofd tot do voeten in zijn dikke pels gehuld. „Goeden dag, juffrouw Rennick," zei hij. Zijn vrouw begeleidde, hem en ook de beide meisjes. „U zult een paar dagen vrij héb ben, terwijl ik weg ben. Het is nu Woens dagavond, ik denk wel Zaterdag uiterlijk te rug te zijn." Hij schudde mij de hand en ging na/u- de vestibule, vergezeld van zijn vrouw en. zijn dochters. Een paar minuten later kwam Olga naar mij toe loopen. „Hier is de sleutel," zeidè zij fluisterend. wimm Volkomen juist is de opmerking der „Volksstem" dat Engeland een antiwoord eischt binnen 48 uur, maar zelf zijn ant woord ombepaald vertraagt. Men zou kunnen zeggen: dat is het ge heim van den smid. Engeland rekt blijkbaar de onderhandelingen zoolang, als het noodig heeft om rich voor den oorlog gereed te ma ken. Want oorlog zal er komen. Zelfs de opti misten beginnen te wanhopen aan het be houd van den vrede, vooral ook om de opge wondenheid die rich allengs van de Boeren heeft meester gemaakt. Inderdaad is de ver bittering groot in Transvaal en ook ra den Vrijstaat. De Boeren gloeien van veront waardiging en hun vingers jeuken. Dreigend zegt de „Volksstem" dab, indien Engeland niet zeer spoedig de verzekering geeft dat geen troepen meer zuilen worden ingescheept, Zuid-Afrika in opstand zal ko men. De Boeren zullen niet mogen aarzelen den vijand aan te vallen. Maar Engeland gaat voert troepen, wa pens, munitie te verschepen. In de volgende week gaan weer 1400 man met 200 officieren per Braemar Castle naar Zuid-Afrika. Aan de Kaap, in Natal, in Indië worden de toebereidselen voortgezet; in Italië en in de Vereenigde Staten worden muilezels aange kocht voor de transporten. Morgen zal waarschijnlijk een beslissing vallen. Alen zegt dat de Britsclie minister raad' dan nieuwe, zeer krachtige voorstellen van sir A. Malner onder de oogen zal krij gen. Van den uitslag van den ministerraad hangt vrijwel alles af. Intusschen blijven dé liberalen en. de ra dicalen in Engeland zich. togen den oorlog kanten, gesteund door nagenoeg liet geheele buitenland. Zelfs de Duitsche bladen, schoon hert noodzakelijke erkennend van Dmtsch- lamd's strikte neutraliteit, nemen het voor de Boeren op. Br loopen nu ook weer geruchten over ver pachting der Del ago a-baai aan Engeland. Voorloopig schijnen die geruchten met dar waarheid getrouw. Gemengde fflededeellngen. Het congres der katholieke volksparljj' te Mainz heeft zich uitgesproken tegen de atuchthuiswet" en vóór een wet die de ge meenten veroorlooft eene verzekering tegen werkloosheid te stichten. De »Matin" wjjdt een artikel aan Duitsch- land's deelneming aan de tentoonstelling van 4900 en spreekt met bewondering over de Duitsche industrie. De Lanessan, minister van marine, heeft den houw van vier nieuwe onderzeesche booten bevolen te Rocliefort-sui-Mer. De monarehisteafgevaardigde De Mone- for', -eft aan minister De GaJhfet, aan wiens zijd© hij in 1870 den veldtocht heeft meege maakt, een langen brief gezonden, waarin hij hem aanspoort de houding, door liem tot nu toe in het ministerie-Waldeok-Itousseau in genomen, te laten varen en heb leger krachti ger te verdedigen, rijn beleedigers te vervol gen, zoo noodig daartoe nieuwe wetten te doem aannemen of, wanneer hij daartoe niet in staat is, af te treden. Zij keek achter zich. „Madeleine, wat zie je bleek maar het is in orde; ik hem Ma roussa met de meid buiten laten staan, toen ik naar den sleutel ging vragen. Wij gaan dikwijls naar dien smid als er sloten gerepa- ïeerd of veranderd moeten' worden; er is nie mand! die iets vermoedt. Wil je mij nu niet vertellen wat je ontdekt helbt, Madeleine?" „Nog niet, Olga. Je hebt mij flink gehol pen, liefste; en als ja werkelijk nog meer wilt doem, ml jij en Maroussa, dan, Wanneer je bidt voor wie in grooten nood en aan den dood overgegeven zijn, ook je gebéden, opzen den voor wat ik in de volgend© uren ga doen „Dat zal ik doen," zei Olga, wie de trainen in de oogen sprongen, „O Madeleine, wat ben je dapper en goed!" Zij sloeg haar ar men om mijn hals, kuste mij en verliet het kabinet. Ik ging naar mijn kamer en besloot tus schen achten en negenen naar het blaiuwa la boratorium te gaau. Om negen uur zou, wan neer alles goed ging, de consul mij komen helpen. Ik had reeds een der dienstboden er op voorbereid dat de Engelschman zou ko men, dien hij dan. rechtstreeks naar heb blau we laboratorium moest brengen. De man zei diat hij het precies begreep. Jk drukte hem drie roebels in de hand; zijn gelaat schitter de van blijdschap; hij stak heb geld in zijn zak ©n beloofde mij mijn bevelen nauwkeurig te zullen opvolgen. Toen ik mijn kamer be reikte, keek ik op de ldok, die vijf-en-bwinitig minuten over achten aanwees. Da tijd was gekomen. Ik stak haastig mijn revolver in mijn zak, en, met den sleutel eveneens hij mij, liep ik de trappen af. Ik ontmoette geen stervelingik ging het kabi net door, en bereikte dia deur in den tuin- Dreyfus heeft tegen een bezoeker zijn voor nemen te kennen gegeven om naar volkomen eerherstel ie blijven streven. Hg, heeft reeds verschillende nieuwe feiten van zeer groot belang, Meikwaardig is zijn uitlating over de socia listen, met name Jauiès. H(j noemde hen de vertegenwoordigers van het intellect en de kracht van het nieuwe Frankrijk: Overleden is de radicale Fransche senator Sandry. Max1 Régis is nog altijd >weg." Volgens sommigen is hjj te Barcelona, b(j een vriend; volgens anderen is bq in Iiaüë. Het gerucht gaat dat Arton, die voort durend ziek is, kwijtscheiding van straf zal krijgen. Veel heeft hij trouWehs niet meer te goed. ■De „Tempo" verneemt uit LiverpoolDe 01 e n d! a, komende van Afrlka-'s Westkust, brengt de tijding mee dat te Akasea het ge rucht loopt van de aankomst eener Fransche expeditie in den omtrek van. Kano. De „Temps" deukt dat dit de expeditie-Voulefc is. De „Liberie" zegt dat d© minister van ko loniën nog altijd geen berichten heeft over de officieren onder Voulofc'a bevelen. Men denkt dat zij hem verlaten hebben om zich vrijwillig bij dé expeditie Founeau-Lamy aan te sluiten. De gouverneur-generaal m Algesic heeft een telegram ontvangen dat deze expeditie zes weken.' geleden twee gevechten heeft ge had met Touaregs, van- wie er een dikke twintig werden gedood. De expeditie is nu op weg naar Tadii Men noemt nu als opvolger van Thun te Weenen de volgende namen de oud-premier Von Gautsch, Ckhimecky, Claccy en weer prins Liechtenstein, dien. de Keizer gaarne zou hebben. Zelfs spreekt men van een nieuw minis- terie-Thun. De christelijk-sociale „Reichspost" geeft den krassen raad een „overgaugsmiaisterie" te laten vormen door een „beleidvollen" ge neraal die door rijn militaire positie zou „im- poneeren en respekt inboezemen". „Noch de Jong-Tsechen," meent heb blad!, „noch de aanhangers van Schönerer noch de sociaal democraten zouden zich tegen zoo'n ministe rie in of buiten het parlement vam geweld durven bedienen; want een militair, die voor de orde moet zorgen, weet wel raad." Volgens de uNeoe Freie Presse" heeft de vorst van Bulgarije van keizer Frans Jozef hel grootkruis der St. Slefanusorde gekregen. Vorst Ferdinand schonk den Keizer het collier van de St. Alexander-orde in brülan- ten. De aPester Lioyd" zegt- dat de eer die den Coburger ditmaal is bewezen, een er kenning is van de rustige en niet-meer-avon- tuurlijke Bulgaarsche politiek, die Oostenrijk- Hongar(je aangenaam is. Ongeveer 1000 sociaal-democraten hielden te Buda-Pest een optocht om te manifestoe- ren voor algemeen kiesrecht. Toen de menig te een een.ig.mns dreigend© houding aannam, trad de politie op en deed een honderdtal ar resteeren. muur. Zou mijn sleutel in staat rijn die te openen. Ja, het slot werkte gemakkelijk en zacht op den druk van den nieuwen, sleutel. Ik duwde de dour open en dacht er zelfs niet aan haar weer te sluiten. Ik voelde nu niet de minste vrees meer. Dr. Ghance was im mers mijlen ver. Ik draaide het electrisch liclit op en liep het vertrek door. Intusschen waren de .bezwaren nog lang niet overwonnen. Het was al een, groot ding, dat ik in het laboratorium was doorgedron gen, maar vam met minder belang was het naar beneden te komen, in, den donkeren kerker, waar dr. Chance's slachtoffer was op gesloten. Zijn gelaat had naar mij opgeke ken in den glazen koepel, maar hoe werd die koepel geopend. Op welke wijze kon de ker ker bereikt warden? Ik ondteraocht nauwlet tend den vloer, em ontdekte al spoedig een luik, verborgen onder een mat In het mid den van dat luik was een ring vastgemaakt. Ik trok er aan met alle kracht en het luik gaf mee. Ik zag toen dat het aan de onder zijde gesloten werd door een veer, zoodat het alleen vam boven kon geopend! worden. Zoodra ik het luik open had, zag ik treden die naar beneden liepen. Ik had mij van een kaars en wat lucifers voorzien. Ik stak nu mijn kaars aam en liep zacht en voorzichtig de steenen trap af. Er waren in het geheel zeven of acht treden. Mijn kaars gaf Jechts weinig licht, em ik was zeer verlegen hoe te handden, toen een knop in den muur mijn aandhehb trok. Ongetwijfeld wend deze ruim te ook electrisch verlicht. Ik draaide den knop om, en kijkeen klein, gloeilampje aan den muur naast mij verspreidde opeens rijn, schijnsel. (Wórdt vervolgd,) Hi -^gj s|

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1