53"° Jaargang.
Vrijdag 29 September 1899.
No. 10050.
Tweede Blad
DE LIFT.
s
BINNENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n fl. 1.25. Franco
per, post 1-65.
prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
„an het bureau bezorgd zijn.
BureauBotersfraat GS.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer -12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Itleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Wo- 123.
Oranjeboek.
Evenals ten vorige jare is als een bijlage
tot hoofdstuk Buïtenlandsche Zaken der
Staatsbegrooting een Oranjeboek verschenen,
bevattende diplomatieke bescheiden over ver
schillende buitenlandsche aangelegenheden.
Daaruit blijkt, dat de internationale com
missie voor de grensregeling op Timor een
verslag heeft uitgebracht, dat thans in onder
zoek is bij de verschillende bij deze aange
legenheid betrokken autoriteiten.
"Omtrent de oageregeldheden op Timor, ten
aanzien waarvan het vorig jaar verschillende
stukken zijn medegedeeld, wordt thans de
correspondentie medegedeeld tusschen de
Portugeesche en Neder landsche regeering ge
voerd, eindigende met de medeeling, dd.
17 Jan. 1899 van den Portugeesehen gezant
te 's-Giavenhage dat zijne regeering aan de
Portugeesche grenscom missie op Timor heeft
bevolen met de Nederl. commissie in overleg
te treden, om tezamen een nieuw onderzoek
naar die ongeregeldheden op de grenzen in
te stellen.
De uitkomsten van het ingesteld onderzoek
zijn thans in overweging.
Ten opzichte van de terugbrenging van
mindeijangen is met België van gedachten
gewisseld om door uitwisseling van nota's
ach te verbinden de noodige maatregelen te
nemen. België heeft echter op het laatste
schrijven niet geantwoord, blijkbaar van oor
deel, dat ook zonder nadere wisseling van
nota's de terugzending door aanvragen van
parket tot parket gericht, op afdoende wijze
plaats vindt, althans in de laatste jaren is
er generlei moeilijkheid gebleken.
Nieuwe uitleveringsverdragen met Groot-
Brittanmë, Braziiië en Zwitserland zijn afge
kondigd. Zoodanig verdrag met Chili weid
op 8 Februari 4899 geteekend. Onderhande
lingen over dergelijke verdragen zijn aanhangig
met Griekenland, Japan en Mexico.
Omtrent de quaestie der Mapia-eilanden
wordt medegedeeld, dat op 22 Maart 1897
de Spaansche gezant aan de Ned. reg. een
nota zond omtrent het bezoek van een Ned.
oorlogsschip aan de eilanden San David en
het hijschen van de Nederl. driekleur, als
teeken van inbezitneming.
In die nota werden de eilanden San David
ol Fieewiil als Spaansch territoir betiteld.
Den 4n Sept. 1897 betoogde de Nederl. Re
geering, dat de Nedetl. vlag geheschen was
in plaats van de Ametikaansche, welke de
Radjah had geheschen, omdat een vroegere
Hem ter hand gestelde Nederl. vlag was ver
sleten, en dat die eilanden behoorden tot
DOOR
MARGARETHA VON OERTZEN.
(Slot.)
„Roeden morgen, beste Kurt'ldonk de
stem. van zijn tante uiv. <ie slaapkamerdeur.
Zij klonk akelig, bijDa gebroken en de
geheels Heeding van liet goede rnensch was
eemgsrins zonderling zij zag er uit, of zij
pas uit bed was gekomen en snel liet hoog
noodige had aangetrokken.
„Mama!" zeide Marie niet grooten sclirik.
„Zijt gij opgestaan 1 Het is Kurt maar
Een zwak lachje kwam op heb gelaat van
mevrouw Von, Losz.
„Ik ben heel goed ik voel mij veel be-
o"1 j° gang maar, kinderen ik kom
hij jelui!" En zij liet zich op een stoel val-
kn met haar zwarten rok die veel op een
onderrok geleek, en met haar Indische shawl
die alles verborg. Haar oogen stonden, nog
slaperig en zoo zat zij daar, alsof zij vastge
groeid was, zonder wankelen of bezwijken.
„Uw koffie, mama 1" zei Marie wanhopig.
„Dat is waar, Hans! Hans, breng ze mij
'maar hier!"
„Eens moet zij toch heengaan," dacht
Kurt, „zij kan toch niet aldoor in haar on
derrok hier blijven zitten."
„Ik hoop dat hij gauw heen gaat," dacht
mevrouw Von Los, „wanneer hij riet dat
Ht ham toch niet helpt!"
Haar gezicht werd aschgrauw. Denken kon
Z1J niet moer.
Us wijzer van de klok ging steeds vooruit.
„Oom komt niet thuis vóór 12 uur," zeide
®ovrouw Von Losz wrevelig. „Als je iets te
hebt 1
„O, ik heb niets, volstrekt niets te doen,
Te tanteverzekerde Kurb hoffelijk en
pergerd. „Maar laat ik u niet storen!"
«Je stoort me volstrekt niet," sprak me
vrouw Von Losz, die een flauwte nabij was.
«tiaarslaat heb twaalf uur!"
„Ja,zeide Kurt in afwachting. „Moet gij
u misschien gaan Heeden
Nederl. Indië en 25 jaar lang als zoodanig
te boek stonden als onderhoorigheid vanTi-
dore Bey. Voor de rechten van Nederland
werden verschillende bewijzen aangevoerd.
Terwijl de Spaansche Regeering den 13n
Nov. 1897 verklaarde de rechten van Spanje
op deze eilanden niet op te geven en de noo
dige bewijsstukken te verzamelen, verzocht
de Nederlandsche regeering in Juni 1899
aan Spanje, door middel van onzen gezant,
de gewisselde stukken te wijlen mededeelen
aan de Duitsclie ïegeering, omdat inmiddels
was gebleken van eene overeenkomst tus-
sehen Spanje en Duitschland tot afstand der
Carolinen aan laatstgenoemd Rijk. Bij schrij
ven van 30 Juni 11. verklaarde de Spaansche
Regeering dat zij, wenschende aangenaam te
zijn aan de Nederlandsche Regeering, zich
beijverd had om de Duitsclie Regeering in
kennis te stellen van de feiten zeker zijnde
dat de Duitsclie keizer in zjjne besluiten zich
zal laten leiden door de gevoelens van vriend
schap, welke hij aan het Nederlandsche volk
en aan de Nederlandsche Regeering toedraagt.
Sedert de inwerkingtreding der Wet van
6 December 1898, krachtens welke aan de
Koningin is voorbehouden om zonder goed
keuring van de Staten Generaal toestemming
te verleenen tot verlenging der gemengde
rechtbanken in Egypte, is tot dusver twee
malen van deze bevoegdheid gebruik gemaakt
lo. voor de goedkeuring der verlenging voor
den tijd van één jaar tot en met 31 Janu
ari 1900 en 2o, voor de goedkeuring van
een ontwerp besluit der Egyptische regeering,
bevattende eene nieuwe regeling van het recht
van vooikoop in de wetboeken van het ge
mengde rechtswezen.
Ten aanzien van het Internationaal Privaat
recht wordt geconstateerd, dat de akten van
bekrachtiging van het verdrag van 1896 door
alle toegetreden staten zijn neergelegd. Alle
staten, tot wie de uitnoodiging gericht was
tot het houden eener dei de conferentie van
algemeen privaatrecht, hebben toegezegd
daaraan te zullen deelnemen en de voor
bereidende arbeid der conferentie is, op den
grondslag van het door de Nederlandsche
regeering ontworpen voorloopig piogram,
algemeen met groote toewijding en giondig-
heid ter hand genomen. In de eerste helft
van 1900 zal de confeientie zich, naar de
regeering hoopt, kunnen vereenigen.
De ondei handelingen over een tiactaat van
handel en vriendschap metde Zuid-Afrikann-
sehe republiek zijn zoover gevorderd, dal het
binnenkort gesloten zal kunnen worden.
Wegens het voorkomen van mond- en
klauwzeer hier te lande was het niet mogelijk
nieuwe concession voor onzen veeuitvoer te
bedingen, doch de uitvoer naar België bleef
geregeld doorgaan. Van 1 Januari tot 1 Sep
tember werden van hier naar België uitge
voerd 32731 runderen, 4094 varkens, 35468
„Dank je, beste Kimt! Ik neen ik
kleed mij niet aan
Kurt wachtte. Om één uur verscheen
mijnheer Von Losz.
Een blik op het vale, vermoeide gelaat en
de zonderlinge Heeding van zijn vrouw
cn hij begreep alles.
„Goeden dag!" sprak hij hartelijk. „Het
heeft Wat lang geduurd niet waar? Ik
heb oude vrienden getroffen. Zoo, mijn lief
kind, ga jij je nu maar Heeden, ik los je af,
nu ben ik er!"
Kurb meende van booslieid te stikken, ter
wijl Hans in een onbedaarlijk lachen uit
barstte, en mevrouw Von Losz uit de kamer
waggelde.
„Prettige voormiddag gehad, ja?" vroeg
mijnheer Von Losz, zijn neef aanziend,
„Buitengewoon," antwoordde hij, „bijzon
der opgewektZijn oom. zag hem vragend
aan, als wilde hij zoggen„ben je vastge
groeid
„Marie," zeide hij toen, „ga heen en sohrijf
aan do kindearen een brief dat wij goed
zijn aangekomen en zoo voort nu, zeg je
neef goeden dag1 vanavond1 zien wij el
kaar wel in den schouwburg?''
„Het spijt mij," stamelde Kurb, terwijl
liij zijn hoed nam en doodelijk bleek boog.
Dit laatste had den beker doen overloopen.
„Het spijt mij maar ik ben verhinderd!"
Nog een buiging weg was hij.
Marie schreide in stilte.
„Dat is me wat moois!" stotterde mijn
heel- Von Losz.
„Dat begint ernst te worden! Hans
Hans waar zit die deugniet weer V'
Hij vond hein niet. Hans was zijn boozen
vriend) achterna geloopon. Bij do trap haalde
hij hem in.
„Kurb!" schreeuwde Hans hem in de
ooren, „Kurt, waarom vlieg je zoo, waarom
loop je weg? Kurb, ik weet wat, hoor eens.
Ik heb alles achter de deur gehoord, en het
is niet de schuld van Marie, want vader
heeft moeder bevolen, altijd tegenwoordig te
zijn, al is het ook in haar morgentoilet, om
op jelui te passen 1"
„Wat?" i-iep Kurt uit. „Wat is dat?"
„Ja, het is zoo, En Marie mag ook niet
schapen en 11579 lammeren, totaal 83863
stuks.
Het Fanislnmisme in onze Oost.
De correspondent te Konstantinopel van de
ïN. R. Ct." schrijft, dd. 23 September
Al hoorde men de laatste maanden weinig
over de panislaraistische propaganda in onze
Oost-Indische bezittingen, het volgende feit
bewijst dat de bevorderaars van die beweging
haar daarom nog volstrekt niet hebben op
gegeven.
Aan de paleisbladen jMaloemat" en sSer-
vet" wordt namelijk uit Batavia gemeld, dat
de kadi van die stad, Abd-u!-Moeti bin
Goollan Kadi Hussein Chan, onder de moslims
2500 pond sterling heeft verzameld voor de
oprichting van een moskee, welke naar den
directeur van de genoemde couranten, Tahir
bei, den naam van Mesdjidi-Soeroeroe-Tahir
(Mesjid van den edelen Tahir) zal dragen.
Inderdaad is het grootste deel van die
2500 pond sterling door de bemiddeling en
de goede zorgen van Tahir bei den kadi toe
gekomen uit de gelden,* welke Jildiz ter be
schikking stelt voor de panislamistische
propaganda.
Aan die nieuwe mesdjid zal, naar hier in
de panislamistische kringen verluidt, een
lagere school, en, wanneer die opneemt, later
zoo mogelijk dat is wanneer de Neder-
landseh-Indische regeering het niet verbiedt
een priesterschool voor de opleiding van
oelema's en moslimsche geestelijken worden
verbonden.
De eerste stoot tot het oprichten van het
bedehuis en de bybehoorende inrichtingen
van onderwijs zou voornamelijk van hier zijn
uitgegaan, nadat men in April van dit jaar
in het panislamistisch hoofdkwartier kennis
had gekregen van het voornemen van de
Nederlandsch-Indisehe regeeiing om de noo
dige gelden ter beschikking te stellen van
het hoofd der Arabieren te Batavia tot het
opnemen van een goede school voor de jon
gelingen van dat ras, opdat die voortaan niet
meer ter vermeerdering hunner kennis op
wetenschappelijk en godsdienstig ebied naar
Stamboel behoc.en te gaan.
Hier zou men nu op bovenv- .relde wijze
onze kolonia1' regeering willen «oor zijn.
Nederlaudsch Schoolmuseum.
Gistermiddag werd te Amsterdam de alge-
meene jaarlijkscbe vergadering gehouden, on
der voorzitterschap van den heer Bouman.
Uit het jaarverslag, uitgebracht door den
heer Lalleman, directeur van liet Museum,
blijkt dat het museum in zeer goeden toe
stand verkeert en dat zooveel mogelijk ge
tracht wordt het aan het doel te doen beant
woorden. Het nieuwe gebouw op d'e Prinsen
gracht voldoet nog steeds zeer goed ,en beant
woordt ten volle aan de verwachting, daar
nu eerst de verzameling tot haar recht kon
alleen op straat, dus kan jullie elkaar daar
ook niet treffen. Maar ik weet wat, ik heb
een idéé 1"
„Zoo, en dat is?"
Na tien minuten was alles afgedaan, en
Hans kwam. lieel op zijn gemak de kamer
binnen.
„Marie," sprak hij in 'b voorbijgaan, „kun
je je een voorstelling maken van de lange
gangen hier? Niet? Kom dan eens een oogen-
blik mee' Zoo iets heb je nog nooit gezien."
„Ik weet het," antwoordde zij lusteloos.
„Een doolhof. Laat mij zittenIk heb hoofd-
pijn."
„Marietje," smeekte Hans, „doe mij nu
eens een pleizier en steek je neus even bui
ten de deur. Het kost immers niets!"
De zuster stond -onwillig op en volgde
Hans alsof zij naar heb schavot ging.
Yoor een kleine deur, waarop in gouden
letters het woord „Lift" te lezen stond, hield
hij stil. Heb deurtje sprong open. Een kleine,
met blauw fluweel beldeede ruimte. Marie
gaf een gil. In het volgende oogenblik sprong
het deurtje weer dicht en Hans stond alleen
op den vloer.
Het was net een sprookje. Inderdaad
sprookjesachtig en onverklaarbaar.
En toch lachte de jongen, toen hij zich
met een vervelend boek aan het venster zet
te. Dat grinniken kon mam» niet uitstaan.
Gelukkig dat hier ten minste geen paarden
stallen waren. Maar er was anders heel wat.
„Hans, heb je een glas gebroken?"
„Neen."
„Heb je aan de electriseke leiding iets
stuk, gedraaid?"
,,'Neen."
„Waar is Marie?" vroeg mijnheer Von
Losz na verloop van een half uur. „Mijn
hemel, heb meisjeZij was toch met je in de
gang, niet waar?"
„Jawel, papa
Mevrouw Von Losz ging heen om Marie
in haar kamer te zoeken, en kwam met een
tamelijk lang gezicht terug.
„Zij is misschien uitgegaan ...de winkels
zien maar ik had het haar toch verbo
den
,,'tls ongehoord!" zeide mijnheer Von
komen. Eveneens is de verwachting, dat een
uitbreiding zon komen en dat het bezoek
grooter zou worden, beantwoord.
Aan zedelijken steun heeft het ook niet
ontbroken, waarom in dankbare herinnering
wordt gebracht wat in de vijf jaren van het
bestaan is tot stand gebracht.
Heb aantal bezoekers nam voortdurend toe,
terwijl er reeds vele bezoekers zijn, die liet
museum wekelijks bezoeken om daar te stu-
deeren. Ook eenige bezoekers uit het buiten
land steunden het schoolmuseum ten zeerste.
Nog altijd mist het museum schoolwerk
van kinderen. Dit is een leemte, die iioodza,-
kelijk dient aangevuld te worden.
In liet afgeloopen jaar werden verschillen
de oude schoolboeken ontvangen.
Bij het museum zijn vele voorwerpen in
gekomen voor een inzending naar de Parij-
sche tentoonstelling in 1900. Te hopcin is
liet, dat er ruimte zal zijn voor deze exposi
tie.
De heer IJzerman, verslag uitbrengend
over de handelingen van het bestuur, deelt
mede d'at er geen verandering m liet bestuur
is gekomen. De Vereeniging van leeraren bij
het Middelbaar Onderwijs had eerst besloten
geen subsidie meer te verleenen. Van dit be
sluit is men echter teruggekomen, met dien
verstande d!at de subsidie van 100 op 50
is teruggebracht. De Provinciale Staten, heb
ben voor den tijd van 3 jaren een subsidie
van 500 toegekend.
Met de ruimte heeft het bestuur nogal
last gehad, dhar alles is gedaan om een uit
breiding mogelijk te maken, doch men is er
niet in geslaagd het onderliggende lokaal,
waarin een bewaarschool is gevestigd, te hu
ren.
Verder heeft het bestuur besloten een le
zing te houden over eon of ander ondeawverp
met heb doel de belangstelling in 't museum
te vermeerderen.
De inkomsten in 't komende jaar zijn ge
schat op ƒ3985, waaronder ƒ3360 als sub
sidie, ƒ350 aam contributie en ƒ175 aan en
trees. D'e uitgaven zijn geraamd op hetzelfde
bedrag.
Hierna, deelde de voorziter mede, dat men
nog vier jaren gehouden is aan de tegen
woordige localiteit. Vier jaar is echter kort
en daarom oordeelde het besbtiur het noodig
een bespreking t© houden over de wensche-
lijkheid van een eigen gebouw.
Een der aanwezigen vroeg of het niet zou
gaan een schoolgebouw te verkrijgen waar
van liet schoolmuseum de kern zou zijn, doch
waar ook lokalen voor examens enz. zouden
beschikbaar zijn.
De wemschelijkheid werd betoogd! van de
benoeming van een commissie, die met het
bestuur de zaak zou kunnen overwegen.
Daar in deze vergadering geen besluit kon
genomen worden, zal dit m de eerstvolgende
bestuursvergadering worden behandeld.
Losz, „Hans, waar is Marie?"
„Maar, pap»
„Dat is zeer onaangenaamriep mevrouw
Von Losz.
„Ik voel mij weer net als gisteravond,
toen ik die zure haring gegeten had. Hans,
grinnik niet zoo!"
„Binnen!" riep mijnheer Von Losz.
„Binnenkraaide Hans.
Heb was de portier.
„Nu?" bromde mijnheer Von Losz vra
gend.
„O, neem mij niet kwalijk, mijnheer de
baron ik wilde alleen vragen, hoe liet met
de lift is."
„Met welke lift?"
„Met de onze. Al sedert een uur loopem
alle keeren do trappen op
„Wat gaat mij uw lift aan?" riep mijn
heer Von Losz kwaad.
„Ja, maar
„Wat, maar?"
„Maar de jonge mijnheer, die u altijd be
zoekt, kwam een uur geileden bij mij en ver
zocht, om hem eens mee naar boven en bene
den te nemen en hem te laten zien hoe dat
ging. Hij zou het graag willen weten, om
dat hij in zijn huis ook zulk een lift wide
laten maken. Nu, ik wijs het hem, en toen
wilde hij het eens alleen probeeren. Goed.
Hij gaat er van door. Ik wacht en wacht.
Hij gaat maar op en neer. Maak ik de deur
beneden open, is hij bo-ven; vlieg ik naai
de vierde verdieping, dan is hij beneden.
Éénmaal heb ik hem maar gesnapt, in het
voorbijgaan, en toen zag ik de goede freule
Von Losz er ook in zitten, maar in het vol
gende oogenblik zag ik alleen nog haarboofd,
en nu wilde ik mijnheer den baron verzoe
ken, om den jongen mijnheer toch op te la
ten houden, want er zou een ongeluk kun
nen gebeuren."
„Mooi," zeide mijnheer Von Losz, met een
buitengewoon kalme, heosche stem. „Mooi1
mijn neef hm mijn neef. Vrouw, ga jij
met Hans aan de bovendeur ik ga naar
beneden."
„Kom, gauw, mamazei Hans, die vuur
rood' was van. pleizier.
„Nu, d!at is een pret! Hoort gij den lift
Trouw aan Koning en (Vaderland.
In de dezer dagen te Utrecht onder presi
dium van jkr. mr. J. E. Huydecoper van
Nigteveclit gehouden algemeen© vergadering
werd door den secretaris-penningmeester mr.
W. Th. Grotlie liet jaarverslag -uitgebracht,
waaraan liet volgende is ontleend Het be
stuur ziet met tevredenheid terug op het af-
ge'loopen jaar, waarin bet ter gelegenheid
van de Troonsbestijging van H. M. Konin
gin Willielmina aan de oud-strijders een ex
tra feestgave deed1 toekomen, nl. 10 aan da
eerste, 7.50 aan de tweede en 5 aan de
derde categorie, tot een totaal bedrag van
3232.50. De onderscheiding, aan den voor
zitter, door d'ians benoeming tot ridder in de
erde van Oranje-Nassau, verleend, mag het
bestuur ongetwijfeld opvatten als een blijk
van waardeeriug aan het werk dat dei Ver-
eeniging verricht. De financieele toestand is
bevredigend. De uitkeeringen hebben gere-
gcid plaats gehad. Het aantal ondersteunden
bedroeg in 1898 le categorie 248, 2e catego
rie 112, 3e categorie 48, totaal 408, en thans
zijn de cijfers 212, 65, 33 totaal 310, want
vel© ondersteunden werden door den doodj
weggenomen; enkele nieuwe ondersteunin
gen werden verleend. Heb totaal bedrag der
tegenwoordige uitkeenngen is 25,628. Op
de begrooting voor 1899 was weder een be
drag van ƒ25,000 subsidie uitgetrokken. De
m October en November gehouden collecte
bracht 7248 tegen 6882 in 't vorig jaar
op. Uit de rekening over het afgeloopen
dienstjaar blijkt, dat dit aanving met een
ba.Lig saldo van 25,627 en sloot met een van
ƒ25,116. De intering bedroeg dus sleohts
500 tegen 300 in het vorig jaar, en daar
da feestgave 3500 bedroeg, wijst dit op
een voorui tgaaig van heb saldo met ƒ3000,
wat zeker bevredigend is, maar toch de vraag
doet rijzen of er geen reden is do uitkeerin
gen te verhoogen, opdat de oud-strijders zoo
veel mogelijk genieten van het geld dat toch.
voor lien gegeven is.
Do rekening over 1898/1899 werd met d'a
bijbel loerende bescheiden gesteld in handen
eener commissie, bestaande uit de keeren
Van den Oudendijk Pieterse, Van der
Scheer en Hooft Graafland. Zij rapporteerde,
dat de rekening in orde bevonden was; dte
penningmeester werd diensvolgens gedechar
geerd van zijn gebonden beheer.
Opnieuw word besloten bot bet aanvragen
van de vergunning voor de collecte en van
de Iiijissubsidie.
Na eenige bespreking werd' besloten de on
dersteunden in de le categorie te verhoogen
van 2 tot 3 per week, de 2e categorie
van f 12 50 tot 15 per kwartaal, en de 3de
categorie van ƒ10 tot 15 per jaar. Bere
kend. naar het tegenwoordig aantal oud-strij
ders zou dit een meerdere uitgave vordteren
van 11,839 per jaar, hetwelk echter, door
do geleidelijke sterfte, wel lager zal zijn.
Deze verhoogingen gaan in 1 October a.s.
brommen Zoo gaat liij nu al sedert een uur
op en neer."
Mijnbeer Von Losz kwam in de gang en
vertelde, dat zijn neef altijd een voorliefde
voor een lift had gehad. Maar hij zou hem
nu tegenhouden, sprak hij, en opende het
deurtje. Doch hij zag alleen nog de beeneu
van Kurt en de voeten van Marie.
Mama, deed de deur boven open. „Marie 1"
snikte zij. Te vergeefs. Dochter en neef ver
dwenen voor haar in de duistere onderwereld.
Eindelijk lueld het brommen op, en Marie
lag in de annen van haar moeder, terwijl
Kurt met een zegevierend gelaat de gang in
kwam.
„Ik dank u, mijn waarde ik heb den
lift nu grondig onderzocht hier, dit is
voor u
„Zoo, mijnheer, kom nu maar bovenzei
de mijnheer Von Losz woedend hoffelijk,
„maar laat u de trap niet foppen want
bij het vele heen en weder varen moest gij
eens zeeziek geworden zijn!"
„Ja, oom, wij moesten het liart voor el
kaar uitstorten!" brak Kurb los. „Wees nu
niet zoo raar, wees nu toch. goed
„En als u een cognacje hebt
„Domme jongensstreken!" bromde mijn
heer Von Loss. „Hoe kar, een volwassen
man. Assessor
„Nu, nu, niet schelden, papaatje!"
..Wat papaatjeDe duivel is je papaatje
Marie snikte in mama's armen.
„Huil niet, Marie!" zeide mijnheer Von
Losz. „Hij zegt, dat ik zijn papaatje ben
Toen werd de vreugde groot.
Tegen den avond van denzelfden dag liet
Hans met groot pleizier aan zijn ouders een
horloge zien, ebt hij van zijn aanstaanden
zwager cadeau had gekregen. Hij hield heb
aan zijn rood© ooren, om to hooren of het
ook tikte, en. hing het toen aan een stevige
ketting midden op zijn maag.
Mijnheer Von Losz ging een licht op. Ach
terdochtig zag hij zijn zoon in het gezicht,
lang lang maar hij fluisterde, heel zacht
voor zich heen:
„Ondeugende rakkert 1"