53"° Jaargang. Vrijdag 29 September 1899. No. 10050. Tweede Blad DE LIFT. s BINNENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n fl. 1.25. Franco per, post 1-65. prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur „an het bureau bezorgd zijn. BureauBotersfraat GS. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer -12 Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Itleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Wo- 123. Oranjeboek. Evenals ten vorige jare is als een bijlage tot hoofdstuk Buïtenlandsche Zaken der Staatsbegrooting een Oranjeboek verschenen, bevattende diplomatieke bescheiden over ver schillende buitenlandsche aangelegenheden. Daaruit blijkt, dat de internationale com missie voor de grensregeling op Timor een verslag heeft uitgebracht, dat thans in onder zoek is bij de verschillende bij deze aange legenheid betrokken autoriteiten. "Omtrent de oageregeldheden op Timor, ten aanzien waarvan het vorig jaar verschillende stukken zijn medegedeeld, wordt thans de correspondentie medegedeeld tusschen de Portugeesche en Neder landsche regeering ge voerd, eindigende met de medeeling, dd. 17 Jan. 1899 van den Portugeesehen gezant te 's-Giavenhage dat zijne regeering aan de Portugeesche grenscom missie op Timor heeft bevolen met de Nederl. commissie in overleg te treden, om tezamen een nieuw onderzoek naar die ongeregeldheden op de grenzen in te stellen. De uitkomsten van het ingesteld onderzoek zijn thans in overweging. Ten opzichte van de terugbrenging van mindeijangen is met België van gedachten gewisseld om door uitwisseling van nota's ach te verbinden de noodige maatregelen te nemen. België heeft echter op het laatste schrijven niet geantwoord, blijkbaar van oor deel, dat ook zonder nadere wisseling van nota's de terugzending door aanvragen van parket tot parket gericht, op afdoende wijze plaats vindt, althans in de laatste jaren is er generlei moeilijkheid gebleken. Nieuwe uitleveringsverdragen met Groot- Brittanmë, Braziiië en Zwitserland zijn afge kondigd. Zoodanig verdrag met Chili weid op 8 Februari 4899 geteekend. Onderhande lingen over dergelijke verdragen zijn aanhangig met Griekenland, Japan en Mexico. Omtrent de quaestie der Mapia-eilanden wordt medegedeeld, dat op 22 Maart 1897 de Spaansche gezant aan de Ned. reg. een nota zond omtrent het bezoek van een Ned. oorlogsschip aan de eilanden San David en het hijschen van de Nederl. driekleur, als teeken van inbezitneming. In die nota werden de eilanden San David ol Fieewiil als Spaansch territoir betiteld. Den 4n Sept. 1897 betoogde de Nederl. Re geering, dat de Nedetl. vlag geheschen was in plaats van de Ametikaansche, welke de Radjah had geheschen, omdat een vroegere Hem ter hand gestelde Nederl. vlag was ver sleten, en dat die eilanden behoorden tot DOOR MARGARETHA VON OERTZEN. (Slot.) „Roeden morgen, beste Kurt'ldonk de stem. van zijn tante uiv. <ie slaapkamerdeur. Zij klonk akelig, bijDa gebroken en de geheels Heeding van liet goede rnensch was eemgsrins zonderling zij zag er uit, of zij pas uit bed was gekomen en snel liet hoog noodige had aangetrokken. „Mama!" zeide Marie niet grooten sclirik. „Zijt gij opgestaan 1 Het is Kurt maar Een zwak lachje kwam op heb gelaat van mevrouw Von, Losz. „Ik ben heel goed ik voel mij veel be- o"1 j° gang maar, kinderen ik kom hij jelui!" En zij liet zich op een stoel val- kn met haar zwarten rok die veel op een onderrok geleek, en met haar Indische shawl die alles verborg. Haar oogen stonden, nog slaperig en zoo zat zij daar, alsof zij vastge groeid was, zonder wankelen of bezwijken. „Uw koffie, mama 1" zei Marie wanhopig. „Dat is waar, Hans! Hans, breng ze mij 'maar hier!" „Eens moet zij toch heengaan," dacht Kurt, „zij kan toch niet aldoor in haar on derrok hier blijven zitten." „Ik hoop dat hij gauw heen gaat," dacht mevrouw Von Los, „wanneer hij riet dat Ht ham toch niet helpt!" Haar gezicht werd aschgrauw. Denken kon Z1J niet moer. Us wijzer van de klok ging steeds vooruit. „Oom komt niet thuis vóór 12 uur," zeide ®ovrouw Von Losz wrevelig. „Als je iets te hebt 1 „O, ik heb niets, volstrekt niets te doen, Te tanteverzekerde Kurb hoffelijk en pergerd. „Maar laat ik u niet storen!" «Je stoort me volstrekt niet," sprak me vrouw Von Losz, die een flauwte nabij was. «tiaarslaat heb twaalf uur!" „Ja,zeide Kurt in afwachting. „Moet gij u misschien gaan Heeden Nederl. Indië en 25 jaar lang als zoodanig te boek stonden als onderhoorigheid vanTi- dore Bey. Voor de rechten van Nederland werden verschillende bewijzen aangevoerd. Terwijl de Spaansche Regeering den 13n Nov. 1897 verklaarde de rechten van Spanje op deze eilanden niet op te geven en de noo dige bewijsstukken te verzamelen, verzocht de Nederlandsche regeering in Juni 1899 aan Spanje, door middel van onzen gezant, de gewisselde stukken te wijlen mededeelen aan de Duitsclie ïegeering, omdat inmiddels was gebleken van eene overeenkomst tus- sehen Spanje en Duitschland tot afstand der Carolinen aan laatstgenoemd Rijk. Bij schrij ven van 30 Juni 11. verklaarde de Spaansche Regeering dat zij, wenschende aangenaam te zijn aan de Nederlandsche Regeering, zich beijverd had om de Duitsclie Regeering in kennis te stellen van de feiten zeker zijnde dat de Duitsclie keizer in zjjne besluiten zich zal laten leiden door de gevoelens van vriend schap, welke hij aan het Nederlandsche volk en aan de Nederlandsche Regeering toedraagt. Sedert de inwerkingtreding der Wet van 6 December 1898, krachtens welke aan de Koningin is voorbehouden om zonder goed keuring van de Staten Generaal toestemming te verleenen tot verlenging der gemengde rechtbanken in Egypte, is tot dusver twee malen van deze bevoegdheid gebruik gemaakt lo. voor de goedkeuring der verlenging voor den tijd van één jaar tot en met 31 Janu ari 1900 en 2o, voor de goedkeuring van een ontwerp besluit der Egyptische regeering, bevattende eene nieuwe regeling van het recht van vooikoop in de wetboeken van het ge mengde rechtswezen. Ten aanzien van het Internationaal Privaat recht wordt geconstateerd, dat de akten van bekrachtiging van het verdrag van 1896 door alle toegetreden staten zijn neergelegd. Alle staten, tot wie de uitnoodiging gericht was tot het houden eener dei de conferentie van algemeen privaatrecht, hebben toegezegd daaraan te zullen deelnemen en de voor bereidende arbeid der conferentie is, op den grondslag van het door de Nederlandsche regeering ontworpen voorloopig piogram, algemeen met groote toewijding en giondig- heid ter hand genomen. In de eerste helft van 1900 zal de confeientie zich, naar de regeering hoopt, kunnen vereenigen. De ondei handelingen over een tiactaat van handel en vriendschap metde Zuid-Afrikann- sehe republiek zijn zoover gevorderd, dal het binnenkort gesloten zal kunnen worden. Wegens het voorkomen van mond- en klauwzeer hier te lande was het niet mogelijk nieuwe concession voor onzen veeuitvoer te bedingen, doch de uitvoer naar België bleef geregeld doorgaan. Van 1 Januari tot 1 Sep tember werden van hier naar België uitge voerd 32731 runderen, 4094 varkens, 35468 „Dank je, beste Kimt! Ik neen ik kleed mij niet aan Kurt wachtte. Om één uur verscheen mijnheer Von Losz. Een blik op het vale, vermoeide gelaat en de zonderlinge Heeding van zijn vrouw cn hij begreep alles. „Goeden dag!" sprak hij hartelijk. „Het heeft Wat lang geduurd niet waar? Ik heb oude vrienden getroffen. Zoo, mijn lief kind, ga jij je nu maar Heeden, ik los je af, nu ben ik er!" Kurb meende van booslieid te stikken, ter wijl Hans in een onbedaarlijk lachen uit barstte, en mevrouw Von Losz uit de kamer waggelde. „Prettige voormiddag gehad, ja?" vroeg mijnheer Von Losz, zijn neef aanziend, „Buitengewoon," antwoordde hij, „bijzon der opgewektZijn oom. zag hem vragend aan, als wilde hij zoggen„ben je vastge groeid „Marie," zeide hij toen, „ga heen en sohrijf aan do kindearen een brief dat wij goed zijn aangekomen en zoo voort nu, zeg je neef goeden dag1 vanavond1 zien wij el kaar wel in den schouwburg?'' „Het spijt mij," stamelde Kurb, terwijl liij zijn hoed nam en doodelijk bleek boog. Dit laatste had den beker doen overloopen. „Het spijt mij maar ik ben verhinderd!" Nog een buiging weg was hij. Marie schreide in stilte. „Dat is me wat moois!" stotterde mijn heel- Von Losz. „Dat begint ernst te worden! Hans Hans waar zit die deugniet weer V' Hij vond hein niet. Hans was zijn boozen vriend) achterna geloopon. Bij do trap haalde hij hem in. „Kurb!" schreeuwde Hans hem in de ooren, „Kurt, waarom vlieg je zoo, waarom loop je weg? Kurb, ik weet wat, hoor eens. Ik heb alles achter de deur gehoord, en het is niet de schuld van Marie, want vader heeft moeder bevolen, altijd tegenwoordig te zijn, al is het ook in haar morgentoilet, om op jelui te passen 1" „Wat?" i-iep Kurt uit. „Wat is dat?" „Ja, het is zoo, En Marie mag ook niet schapen en 11579 lammeren, totaal 83863 stuks. Het Fanislnmisme in onze Oost. De correspondent te Konstantinopel van de ïN. R. Ct." schrijft, dd. 23 September Al hoorde men de laatste maanden weinig over de panislaraistische propaganda in onze Oost-Indische bezittingen, het volgende feit bewijst dat de bevorderaars van die beweging haar daarom nog volstrekt niet hebben op gegeven. Aan de paleisbladen jMaloemat" en sSer- vet" wordt namelijk uit Batavia gemeld, dat de kadi van die stad, Abd-u!-Moeti bin Goollan Kadi Hussein Chan, onder de moslims 2500 pond sterling heeft verzameld voor de oprichting van een moskee, welke naar den directeur van de genoemde couranten, Tahir bei, den naam van Mesdjidi-Soeroeroe-Tahir (Mesjid van den edelen Tahir) zal dragen. Inderdaad is het grootste deel van die 2500 pond sterling door de bemiddeling en de goede zorgen van Tahir bei den kadi toe gekomen uit de gelden,* welke Jildiz ter be schikking stelt voor de panislamistische propaganda. Aan die nieuwe mesdjid zal, naar hier in de panislamistische kringen verluidt, een lagere school, en, wanneer die opneemt, later zoo mogelijk dat is wanneer de Neder- landseh-Indische regeering het niet verbiedt een priesterschool voor de opleiding van oelema's en moslimsche geestelijken worden verbonden. De eerste stoot tot het oprichten van het bedehuis en de bybehoorende inrichtingen van onderwijs zou voornamelijk van hier zijn uitgegaan, nadat men in April van dit jaar in het panislamistisch hoofdkwartier kennis had gekregen van het voornemen van de Nederlandsch-Indisehe regeeiing om de noo dige gelden ter beschikking te stellen van het hoofd der Arabieren te Batavia tot het opnemen van een goede school voor de jon gelingen van dat ras, opdat die voortaan niet meer ter vermeerdering hunner kennis op wetenschappelijk en godsdienstig ebied naar Stamboel behoc.en te gaan. Hier zou men nu op bovenv- .relde wijze onze kolonia1' regeering willen «oor zijn. Nederlaudsch Schoolmuseum. Gistermiddag werd te Amsterdam de alge- meene jaarlijkscbe vergadering gehouden, on der voorzitterschap van den heer Bouman. Uit het jaarverslag, uitgebracht door den heer Lalleman, directeur van liet Museum, blijkt dat het museum in zeer goeden toe stand verkeert en dat zooveel mogelijk ge tracht wordt het aan het doel te doen beant woorden. Het nieuwe gebouw op d'e Prinsen gracht voldoet nog steeds zeer goed ,en beant woordt ten volle aan de verwachting, daar nu eerst de verzameling tot haar recht kon alleen op straat, dus kan jullie elkaar daar ook niet treffen. Maar ik weet wat, ik heb een idéé 1" „Zoo, en dat is?" Na tien minuten was alles afgedaan, en Hans kwam. lieel op zijn gemak de kamer binnen. „Marie," sprak hij in 'b voorbijgaan, „kun je je een voorstelling maken van de lange gangen hier? Niet? Kom dan eens een oogen- blik mee' Zoo iets heb je nog nooit gezien." „Ik weet het," antwoordde zij lusteloos. „Een doolhof. Laat mij zittenIk heb hoofd- pijn." „Marietje," smeekte Hans, „doe mij nu eens een pleizier en steek je neus even bui ten de deur. Het kost immers niets!" De zuster stond -onwillig op en volgde Hans alsof zij naar heb schavot ging. Yoor een kleine deur, waarop in gouden letters het woord „Lift" te lezen stond, hield hij stil. Heb deurtje sprong open. Een kleine, met blauw fluweel beldeede ruimte. Marie gaf een gil. In het volgende oogenblik sprong het deurtje weer dicht en Hans stond alleen op den vloer. Het was net een sprookje. Inderdaad sprookjesachtig en onverklaarbaar. En toch lachte de jongen, toen hij zich met een vervelend boek aan het venster zet te. Dat grinniken kon mam» niet uitstaan. Gelukkig dat hier ten minste geen paarden stallen waren. Maar er was anders heel wat. „Hans, heb je een glas gebroken?" „Neen." „Heb je aan de electriseke leiding iets stuk, gedraaid?" ,,'Neen." „Waar is Marie?" vroeg mijnheer Von Losz na verloop van een half uur. „Mijn hemel, heb meisjeZij was toch met je in de gang, niet waar?" „Jawel, papa Mevrouw Von Losz ging heen om Marie in haar kamer te zoeken, en kwam met een tamelijk lang gezicht terug. „Zij is misschien uitgegaan ...de winkels zien maar ik had het haar toch verbo den ,,'tls ongehoord!" zeide mijnheer Von komen. Eveneens is de verwachting, dat een uitbreiding zon komen en dat het bezoek grooter zou worden, beantwoord. Aan zedelijken steun heeft het ook niet ontbroken, waarom in dankbare herinnering wordt gebracht wat in de vijf jaren van het bestaan is tot stand gebracht. Heb aantal bezoekers nam voortdurend toe, terwijl er reeds vele bezoekers zijn, die liet museum wekelijks bezoeken om daar te stu- deeren. Ook eenige bezoekers uit het buiten land steunden het schoolmuseum ten zeerste. Nog altijd mist het museum schoolwerk van kinderen. Dit is een leemte, die iioodza,- kelijk dient aangevuld te worden. In liet afgeloopen jaar werden verschillen de oude schoolboeken ontvangen. Bij het museum zijn vele voorwerpen in gekomen voor een inzending naar de Parij- sche tentoonstelling in 1900. Te hopcin is liet, dat er ruimte zal zijn voor deze exposi tie. De heer IJzerman, verslag uitbrengend over de handelingen van het bestuur, deelt mede d'at er geen verandering m liet bestuur is gekomen. De Vereeniging van leeraren bij het Middelbaar Onderwijs had eerst besloten geen subsidie meer te verleenen. Van dit be sluit is men echter teruggekomen, met dien verstande d!at de subsidie van 100 op 50 is teruggebracht. De Provinciale Staten, heb ben voor den tijd van 3 jaren een subsidie van 500 toegekend. Met de ruimte heeft het bestuur nogal last gehad, dhar alles is gedaan om een uit breiding mogelijk te maken, doch men is er niet in geslaagd het onderliggende lokaal, waarin een bewaarschool is gevestigd, te hu ren. Verder heeft het bestuur besloten een le zing te houden over eon of ander ondeawverp met heb doel de belangstelling in 't museum te vermeerderen. De inkomsten in 't komende jaar zijn ge schat op ƒ3985, waaronder ƒ3360 als sub sidie, ƒ350 aam contributie en ƒ175 aan en trees. D'e uitgaven zijn geraamd op hetzelfde bedrag. Hierna, deelde de voorziter mede, dat men nog vier jaren gehouden is aan de tegen woordige localiteit. Vier jaar is echter kort en daarom oordeelde het besbtiur het noodig een bespreking t© houden over de wensche- lijkheid van een eigen gebouw. Een der aanwezigen vroeg of het niet zou gaan een schoolgebouw te verkrijgen waar van liet schoolmuseum de kern zou zijn, doch waar ook lokalen voor examens enz. zouden beschikbaar zijn. De wemschelijkheid werd betoogd! van de benoeming van een commissie, die met het bestuur de zaak zou kunnen overwegen. Daar in deze vergadering geen besluit kon genomen worden, zal dit m de eerstvolgende bestuursvergadering worden behandeld. Losz, „Hans, waar is Marie?" „Maar, pap» „Dat is zeer onaangenaamriep mevrouw Von Losz. „Ik voel mij weer net als gisteravond, toen ik die zure haring gegeten had. Hans, grinnik niet zoo!" „Binnen!" riep mijnheer Von Losz. „Binnenkraaide Hans. Heb was de portier. „Nu?" bromde mijnheer Von Losz vra gend. „O, neem mij niet kwalijk, mijnheer de baron ik wilde alleen vragen, hoe liet met de lift is." „Met welke lift?" „Met de onze. Al sedert een uur loopem alle keeren do trappen op „Wat gaat mij uw lift aan?" riep mijn heer Von Losz kwaad. „Ja, maar „Wat, maar?" „Maar de jonge mijnheer, die u altijd be zoekt, kwam een uur geileden bij mij en ver zocht, om hem eens mee naar boven en bene den te nemen en hem te laten zien hoe dat ging. Hij zou het graag willen weten, om dat hij in zijn huis ook zulk een lift wide laten maken. Nu, ik wijs het hem, en toen wilde hij het eens alleen probeeren. Goed. Hij gaat er van door. Ik wacht en wacht. Hij gaat maar op en neer. Maak ik de deur beneden open, is hij bo-ven; vlieg ik naai de vierde verdieping, dan is hij beneden. Éénmaal heb ik hem maar gesnapt, in het voorbijgaan, en toen zag ik de goede freule Von Losz er ook in zitten, maar in het vol gende oogenblik zag ik alleen nog haarboofd, en nu wilde ik mijnheer den baron verzoe ken, om den jongen mijnheer toch op te la ten houden, want er zou een ongeluk kun nen gebeuren." „Mooi," zeide mijnheer Von Losz, met een buitengewoon kalme, heosche stem. „Mooi1 mijn neef hm mijn neef. Vrouw, ga jij met Hans aan de bovendeur ik ga naar beneden." „Kom, gauw, mamazei Hans, die vuur rood' was van. pleizier. „Nu, d!at is een pret! Hoort gij den lift Trouw aan Koning en (Vaderland. In de dezer dagen te Utrecht onder presi dium van jkr. mr. J. E. Huydecoper van Nigteveclit gehouden algemeen© vergadering werd door den secretaris-penningmeester mr. W. Th. Grotlie liet jaarverslag -uitgebracht, waaraan liet volgende is ontleend Het be stuur ziet met tevredenheid terug op het af- ge'loopen jaar, waarin bet ter gelegenheid van de Troonsbestijging van H. M. Konin gin Willielmina aan de oud-strijders een ex tra feestgave deed1 toekomen, nl. 10 aan da eerste, 7.50 aan de tweede en 5 aan de derde categorie, tot een totaal bedrag van 3232.50. De onderscheiding, aan den voor zitter, door d'ians benoeming tot ridder in de erde van Oranje-Nassau, verleend, mag het bestuur ongetwijfeld opvatten als een blijk van waardeeriug aan het werk dat dei Ver- eeniging verricht. De financieele toestand is bevredigend. De uitkeeringen hebben gere- gcid plaats gehad. Het aantal ondersteunden bedroeg in 1898 le categorie 248, 2e catego rie 112, 3e categorie 48, totaal 408, en thans zijn de cijfers 212, 65, 33 totaal 310, want vel© ondersteunden werden door den doodj weggenomen; enkele nieuwe ondersteunin gen werden verleend. Heb totaal bedrag der tegenwoordige uitkeenngen is 25,628. Op de begrooting voor 1899 was weder een be drag van ƒ25,000 subsidie uitgetrokken. De m October en November gehouden collecte bracht 7248 tegen 6882 in 't vorig jaar op. Uit de rekening over het afgeloopen dienstjaar blijkt, dat dit aanving met een ba.Lig saldo van 25,627 en sloot met een van ƒ25,116. De intering bedroeg dus sleohts 500 tegen 300 in het vorig jaar, en daar da feestgave 3500 bedroeg, wijst dit op een voorui tgaaig van heb saldo met ƒ3000, wat zeker bevredigend is, maar toch de vraag doet rijzen of er geen reden is do uitkeerin gen te verhoogen, opdat de oud-strijders zoo veel mogelijk genieten van het geld dat toch. voor lien gegeven is. Do rekening over 1898/1899 werd met d'a bijbel loerende bescheiden gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de keeren Van den Oudendijk Pieterse, Van der Scheer en Hooft Graafland. Zij rapporteerde, dat de rekening in orde bevonden was; dte penningmeester werd diensvolgens gedechar geerd van zijn gebonden beheer. Opnieuw word besloten bot bet aanvragen van de vergunning voor de collecte en van de Iiijissubsidie. Na eenige bespreking werd' besloten de on dersteunden in de le categorie te verhoogen van 2 tot 3 per week, de 2e categorie van f 12 50 tot 15 per kwartaal, en de 3de categorie van ƒ10 tot 15 per jaar. Bere kend. naar het tegenwoordig aantal oud-strij ders zou dit een meerdere uitgave vordteren van 11,839 per jaar, hetwelk echter, door do geleidelijke sterfte, wel lager zal zijn. Deze verhoogingen gaan in 1 October a.s. brommen Zoo gaat liij nu al sedert een uur op en neer." Mijnbeer Von Losz kwam in de gang en vertelde, dat zijn neef altijd een voorliefde voor een lift had gehad. Maar hij zou hem nu tegenhouden, sprak hij, en opende het deurtje. Doch hij zag alleen nog de beeneu van Kurt en de voeten van Marie. Mama, deed de deur boven open. „Marie 1" snikte zij. Te vergeefs. Dochter en neef ver dwenen voor haar in de duistere onderwereld. Eindelijk lueld het brommen op, en Marie lag in de annen van haar moeder, terwijl Kurt met een zegevierend gelaat de gang in kwam. „Ik dank u, mijn waarde ik heb den lift nu grondig onderzocht hier, dit is voor u „Zoo, mijnheer, kom nu maar bovenzei de mijnheer Von Losz woedend hoffelijk, „maar laat u de trap niet foppen want bij het vele heen en weder varen moest gij eens zeeziek geworden zijn!" „Ja, oom, wij moesten het liart voor el kaar uitstorten!" brak Kurb los. „Wees nu niet zoo raar, wees nu toch. goed „En als u een cognacje hebt „Domme jongensstreken!" bromde mijn heer Von Loss. „Hoe kar, een volwassen man. Assessor „Nu, nu, niet schelden, papaatje!" ..Wat papaatjeDe duivel is je papaatje Marie snikte in mama's armen. „Huil niet, Marie!" zeide mijnheer Von Losz. „Hij zegt, dat ik zijn papaatje ben Toen werd de vreugde groot. Tegen den avond van denzelfden dag liet Hans met groot pleizier aan zijn ouders een horloge zien, ebt hij van zijn aanstaanden zwager cadeau had gekregen. Hij hield heb aan zijn rood© ooren, om to hooren of het ook tikte, en. hing het toen aan een stevige ketting midden op zijn maag. Mijnheer Von Losz ging een licht op. Ach terdochtig zag hij zijn zoon in het gezicht, lang lang maar hij fluisterde, heel zacht voor zich heen: „Ondeugende rakkert 1"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5