v
g.
53"'" Jaargang.
Woensdag 11 October 1899.
No. 10060.
Eerste Blad
IViaar een mensch!
üsch
?2-
er
er,
Kennisgeving.
BUITENLAND.
ï4ltósdkr.
-
-tfrj.
as hier f
erikd,
niacdjèi
s- Verder
>ot, 1^3
en f0,75
fO.254
b°' griet
schol f6
f2.20 4
end.
7.23
8.12
eren.
0.03 M.
0.03 M,
0.02 M.
0.03 M.
0.03 M,
14o.m.
12 i
18 Oct
werden
f1.55 a
spruit-
ct. per
«Haten
10 ct.,
a8ct,
boonen
■1000.
geld.
nm'mg
ai
371/4
Mei.
80l/t
De
■Yan-
sella-
iété,
Dool-
lorte
an
u&
ige
rgs
ien
ur.
!Bt
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen ft. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boierstraat 6§.
iiwniwilinf
Prijs der Auvertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven bier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon So. 123.
De Burgemeester van Schiedam,
Gtizien de aanschrijving van den heer Cnm-
tnissaiis der Koningin in deze provincie van 9
dezer A no. 3809 (!e afd.)
Biengt bij deze ter kennis van belangheb
benden dat de heer Commissaris der Koningin
voornoemd, voornemens is op Donderdag den
12den October a.s., deze gemeente te bezoeken
en bereid is de autoiiteiten, ambtenaien en in
gezetenen, die vei langen mochten hem overeen
of ander onderweip te spieken, op dien dag,
des namiddags ten 12 uur ten Raadiiuize te
ontvangen, zullende de lijsten ter inschrijving
op de Gemeetue-Secreiarie voorhanden liggen.
Schiedam, 10 October 1899.
De Burgemeester van Schiedam,
VERSTEEG.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 10 October.
Er zijn gevluchte mijnwerkers uit Joltan-
nesbutg in Engeland aangekomen, en een
twintigtal vau hen iieeit zicli te Plymouth
laten interviewen. Het is inderdaad belang
wekkend te vernemen lme deze slaehtoflers
van de willekeur en de tyrannie dei Boeien
want dat zijn de arme Uitlander» im
mers? zich uitlaten over den toestand
der mijnarbeiders. Een van hen, een jong,
intelligent man, antwoordt al dadelijk:
«Die oorlog? Doorgestoken werk, anders
niet."
«Hoe dat
v Wel, wij hebben dat best aan zien komen.
M«*n heeft ons kiesiecht laten vragen dat wij
niet noodig hebben. Men heeft duizenden
arme drommels laten teekeneu die een wapen
vragen waarvan zij zich nooit zullen bedie
nen. Men beeft ontdekt dat wij leden onder
dingen, waaronder wij nooit geleden hadden.'"
jiMaar de positie der Uitlanders daar ginds
is toch niet benijdenswaardig?"
«Och, wij werklieden zijn naar Transvaal
gegaan om geld te verdienen.
«Iedereen vei diende er geld. En daar vvjj
ons heele leven in Transvaal wilden blijven,
bekommerden we ons ook niet om politieke
rechten".
«Dus?"
«Dus niet voor ons wordt er ooi log
gemaakt. Dat gebeuit voor de uhooge oomes"
die het heele land willen hebben."
En zoo spraken ook andere mijnwerkers
van Engelsche geboorte.
Is er beter bewijs mogelijk voor het goed
recht van Transvaal dan dergelijke onomwon
den verklaringen van bij de zaak belangheb
benden.
De heele wereld weet het trouwens al
langhet is niet om de rechteii der Uitlanders
te doen, maar om de belangen der groote
DOOR
IDA BOY-ED.
„U is wel zeer goed. Maar bet zou dwaas
zijn, naar ben te zoeken. Ais men den straat
weg aan dezen kant gaat, loopt bet drietal
misschien wel den anderen leant langs. Ik zal
maar moeten wachten. Mijn niclit de. jon
ge dame is hier in den omtrek wild
vreemd."
Zij zweeg. Arnolds oor was over baar stem
orgaan verrukt. Er was zooveel klank in.
Ook bad zij een bijzondere manier van spre
ken.
„Mag ik met u blijven wachten 1" vroeg hij
en keek haar doordringend aan.
„Maar och u derangeert zich ter wille
van mij," zeide zij aarzelend. „Men staat hier
midden in bet straatverkeer," voegde zij er
bij en ging onwillekeurig bet kerkhofshek
binnen.
„Ik zal mij gelukkig achten, als u mij
veroorlooft, met u te blijven wachten," zei-
de hij, terwijl hij naast baar bleef staan.
Zij bloosde even, scheen zich te bedenken,
met zich zelf strijd te voeren, en zeide ein
delijk, terwijl zij hem vrijmoedig aankeek:
„II moet mij mijn gulle bekentenis maar
vergevenik heb werkelijk uw naam verge
len. Ik kan mij dien maar niet te binnen
brengen. En toch hebben wij elkaar natuur
lijk al eens meer ontmoet. Uw gezicht her
inner ik ntij goedmaar uw naam is mij
ontgaan. Ik wil dit wel erkennen. Dat ge-
kapitalisten en speculanten, die het kleine
laud met zijn iijke schatten willen bezitten.
Waarom beginnen de Boeren toch niet?
vragen alle vrienden van Transvaal zich met
angstige beklemdheid af. Er zal immers toch
gestreden moeten worden; de oorlog is niet
meer te voorkomen.
Maar waarom dan gewacht tot Engeland
een verpletterende overmacht in Zuid-Afrika
heeft, tot strijden gelijk zal staan met een
zelfmoord op groote schaal. Nu is er nog
groot vooideel te behaleu, al staan de kansen
reeds veel minder goed dan een week gele
den. Nog bestaat de mogelijkheid de Engei-
schen klappeo te geven en daardoor een
grooten moreelen indruk te weeg te brengen.
Is echter Engeland eenmaal gereed met
zijn vooi bereiding, dan staan de kansen heel
wat slechter. Waarom aarzelen de Boeren
dan Is het omdat president Kruger nog
hoopt op een vreedzame schikking, b.v. door
tusschenkomst der mogendheden'? Of zou liet
waar zijn, dat de Vrijstaat het blok is aan
het been der Zuid-Afiikaansche Republiek?
Men beweert dat het verdiag tusschen
Transvaal en den Vrijstaat alleen verplicht
tot bijstand, wanneer Transvaal woidt aan
gevallen, zoodat de Vrijstaat niet geneigd is
riu zelf aanvallend op te treden.
Hoe het zij, er gebeuit niels. De Boeren
staan aan de gieus en moeten bet aanzien
dat Engeland steed» sterker wordt. De onte
vredenheid is dan ook groot, en het is besi
mogelijk d wanneer dit nog eenigen tijd
aanhoudt, nee Boerenleger min of meer ver
loopt. Want de Boeren verlangen niet lang
wetkeloos in liet veld te blijven, en hun
hoeve in dien tyd te laten verloopen, mis
schien wel te laten piundeien of uitmoorden
zelfs door de om hun dierlijke wreedheid
zoo beruchte Kaffers.
De Boer in het veld wil vechten, met
luieren. Duurt dus deze toestand van ge
dwongen onledigheid lang, dan dreigt het
Boerenleger in zekeren ziu gedemoraliseerd
te worden.
Eén verklaring is er nog voor het dralen
der Transvaalsclie regeeringwellicht hoopt
zij op een organisatie en een opstand van
hetgeheele Hollander element in Zuid-Afrika,
Toch meeuett wij dat, zoo die zich laat
wachten, niet lang meer geaarzeld mag
worden. Elke dag brengt de Boeren in on
gunstiger politie.
Er wordt dan ook krachtig gewei kt om
den staat van beleg afgekondigd te krijgen
en een aanvallend optreden te beweiken. Er
zijn ook wel aanwijzingen dat de strijd spoe
dig dreigtde staatssecretaris Reitz en de
Vrijslaatsche president Steyn zonden b.v. hun
gezinnen weg naar Natal en de Kaapkolonie,
waar zij veiliger zullen zijn.
Jou hert, de oppor bevelhebber, is, naar de
«Standard" uit Cliar lestovvn verneemt naar
Zand«pruit teruggekeerd.
tr
De redevoering van den hertog van Devons
hire te Sheffield, waarvan een telegram hier
achter gewaagt, geeft geen hoop meer op
behoud van den vrede.
Duidelijk is het trouwens, dat het doel
der Engebcbe regeering is den togenstandei
aan de praat te houden, totdat er genoeg
troepen in Zuid-Afiika bijeen zijn. Daarom
onderhandelt Milner nog met SteyD,
beurt wel eens meer, niet waar? Men wordt
aan elkander voorgesteld, boort een gemom
pel eu weet later toch niet, wie de ander is.
Zooeven, bij het graf, pijnigde ik mij het
hoofd al af om te weten, wie u is."
„Mijn naam vergeten herhaalde Ar
nold aarzelend.
Er was geen twijfel aan: zij dacht, dat
zij elkander al eens ontmoet hadden, dat
zij ergens al aan elkander voorgesteld wa-
'jen. Daarom nam zij het zoo natuurlijk op,
dat hij haar aansprak.
Als hij nu tegen haar zeide, dat zij zich
vergiste, dat zij elkander nog nooit gezien
hadden, dat hij een gezicht als het hare,
een paar oogen als de hare nimmer zou ver
geten hebben, dat hij zich daaraan gehecht
zou hebben als een ijverig vervolger, alleen
om het geluk te hebben, ze dikwijls te zien
Als hij zeide :U vergist zich, dan zou zij zon
der twijfel in zijn toespraak nog slechts een
stoutmoedige indringendheid zien.
„Neemt u dat kwalijk?" vroeg zij. „O, ik
kan het u wel aanzien."
„Zeer zeker niet, Mevrouw. Hoe zou mijn
naam u ook belang inboezemen? Hij is vrij
onbeduidend," bracht hij met moeite uit.
„En toch moet u tot den overledene in
een vriendschappelijke betrekking gestaan
hebben, omdat u een krans op zijn graf
heeft neergelegd. Ik zag dit wel, toen ik
aankwam."
Hij verbleekte. Het was hem, als begon
nen zijn knieën te knikken.
„Mijnheer Von Zeuthern vriendschap
pelijk bracht hij stamelend uit.
„Juist zoo. En daarom moest ik u immers
kennen. Hij stond zoo eenzaam op de we-
J* "-IU "Nh
Ondanks de werkeloosheid der Boeren ziet
de «Globe" dan ook den toestand steeds ern
stiger woiden. De «Globe" voegt er bij dat
men die werkeloosheid der Boeren niet be
grijpt; zij verliezen kostbaren tijd; dagelijks
wordt hun kans geringer om succes te be
halen.
De «Pall Mall Gazette" komt er eerlijk
voor uit dat de traugheid der Boeren Enge
land de gelegenheid geeft zijn strategische
touteri te herstellen.
Verschillende bladen slaan een vredeüe-
venden toon aan.
De »Star" waarschuwt voor al te spoedig
geloof hechten aan de overdreven verhalen
over de ruwheden der Boeren; de «Daily
Chronicle" ontkent dat de Boeren zich aan
gewelddadigheden schuldig maken.
De «Westminster Gazette" meent, dat het
nog steeds tijd is voor onderhandelingen om
een minnelijke schikking te treffen.
Maar intusschen gaat Engeland voort troe
pen, paaiden, kanonnen en al wat verder
tot den krijg behoort naar Zuid-Afrika over
te brengen, zoodat daar ten laatstede sterkste
troepenmacht bijeen zal zijn, die ooit zoover
over den Oceaan is gevoeid. Wanneer alle
troepen er zijn, dan zal Engeland, trots op
zijn marine, er op kunnen bogen ruim 60,090
man, fO.ÜÓO paarden, 132 kanonnen, 32
Maxim-kanonnen en een ontzaglijken leger
trein verzameld te hebben ineen zóó afgelegen
deel der aarde.
Maar hoe tieurig voor de menschheid aan
het eind dezer eeuw te moeten toezien hoe
de militaire energie aldus een zijner groot
ste triomfen viei t.
De «Ind. Beige" verneemt uit Londen dat
het Pariement ria zijn bijeenkomst op 17
October ontbonden zal worden. De regeering
zeker van de overwinning, wil het land laten
beslissen over de imperialistische politiek van
liet Kabinet.
Eindelijk is czaar Nicolaas nu toch van
onpartijdige zijde ingelicht over de Finscbe
qnapstie en het oordeel der wereld over de
biutale schending der Fmsche autonomie
door de Rns-ische regeering. Niet meer kan
gezegd woi den, dat de Czaar niet weet wat
in zijn naam jegens bet ai me Finscbe volk
svoidt misdaan.
Men weet dat de internationale deputatie,
die den Czaar een adres ten gunste van
Finland ging aanbieden, onverrichter zake is
moeten terugkeeren. Zij is niet tij den Czaar
toegelatende vorst heeft niet eens bet adres
aangenomen. De vraag is of den Czaar wel
naar waarheid het doel der deputatie was
overgebracht.
Dr. C. M. Norman-Hansen, het Deensche
lid der deputatie, evenwel heeft het daarbij
niet gelaten. Gebiuik makende van het on
gedwongen verblijf vau czaar Nicolaas te
midden der Deensche koningsfamilie op kas
teel Beiristoiff heeft hij den monarch weten
te naderen en den voist, terwijl deze lawn-
lenrns speelde, het volgende schrijven, in het
Fransch gesteld, overhandigd
„Het zal Uwe Majesteit bekend zijn, dat
een deputatie uit verschillende Europeesclie
rijken drie maanden geleden getracht heeft
aan Uwe Majesteit een adres te overhandi
gen, dat geteekend was door vele duizenden
mannen van wetenschap en letteren, be-
lioorende tot twaalf Europeesclie naties. In
dit adres was uiting gegeven aan de be
reid. Slechts twee a .drie studievrienden be
zochten hem nog wel eens. Ik schaam er mij
over, dat ik iemand, die toch in een nauwe
betrekking tot den overledene moet gestaan
hebben, niet terstond herkend heb. Reeds
vroeger stond ik in beraad, of ik u zou aan
spreken en u mijn dank betuigen. Dus
wordt zijn aandenken toch nog in een vrien
denhart trouw bewaard, zeide ik hij mij
zelf. In naam zijner kinderen zeg ik u
dank
Zij stak hem de hand toe. Haar stem had
niet getrild, en in haar oogen stonden geen
tranen. Zij sprak hartelijk en vriendelijk,
maar niet zenuwachtig.
„U is? vroeg Arnold.
„Sabino Von Zeuthern. Ik dacht, dat u
mij wel kende," zeide zij verwonderd.
Eq trad terug. Zijn gelaat was doods
bleek geworden. Waarom had hij het nog
willen hooreu Sedert twee minuten wist hij
bot immers!
,-,1'k ik mag dezen dank niet aanne
men deze hand niet aanvatten," zeide hij
met nauw hoorbare stem.
Ook Sabine Von Zeuthern verbleekte.
Zij had het begrepenzulke woorden kon
slechts één enkel man op de gelieele wereld
tegen haar spreken.
Maar met een doordringenden blik keek
zij hem onafgewend aan.
De uitdrukking van deze donkere, fonke
lende oogen was hem ondoorgrondelijk.
Haat stond daarin niet te lezendat ge
voelde hij wel. Uftvorschend keek zij hem
aan verbaasd zóó doordringend, als
wilde zij zich zijn trekken, voor altijd in het
geheugen prenten.
zorgdkeid in de gemoederen gewekt, dooi
de maatregelen jegens Finland genomen se
dert de ukase van 3/15 Februari van dit
jaar.
„Deze deputatie, waarin ikde eer had De
nemarken te vertegenwoordigen, heeft door
bemiddeling van den Russischen minister
van binnenlandscbe zaken ten antwoord ge
kregen, dat Uwe Majesteit noch de depu
tatie kon ontvangen, noch het adres, waar
van zij de ovex-brengster was, kon aanne
men. Dit belet mij Uwe Majesteit lastig te
vallen met een verzoek om een particuliere
audiëntie, maar ik haast mij, nu Uwe Ma
jesteit nujn land met haar tegenwoordig
heid vereert, de gelegenheid aan te grijpen
om zeer eerbiedig uit te loggen welke over
wegingen tot deze betooging hebben geleid.
„Ik voor mij heb de eer gehad twee jaar
geleden een gering aandeel te mogen heb
ben in het mensclilievend werk van de „Ma-
ria-vereemging voor het welzijn der blin
den", als vrijwillig lid van een mobiele ocu-
hsten-kolonne in Rusland, en destijds heb ik
van het Russische volk een uitstekenden
indruk gekregen, die nooit zal uitgewischt
worden Maar voorzeker is de sympathie
Voor het Russische volk niet in strijd met
een even diepe sympathie voor het Fmsche
volk.
„Onder alle volkeren, welke onder Uwer
Majesteits scbepter zijn vereenigd, is er
geen gelukkiger en meer tevreden geweest,
zoolang het zich naar zijn eigen gewoonten
en zijn eigen wetten heeft kunnen ontwik
kelen, zoolang het in het bezit is geweest
van de rechten, welke zijn grondwet het
waarborgt, hetgeen door Uwer Majesteits
doorluchten voorganger, keizer Alexander
I, in deze woorden is samengevat, die hij
sprak tot de vertegenwoordigers van het
groothertogdom op den landdag te Borga
„Dit dappere en trouwe volk dat voortaan
geplaatst is m de rij der natiën, zal leven
vrij in zijn land onder de heerschappij van
zijn wetten."
„En nu, Sire, is het onbetwistbaar dat
dit volk m de genoemde maatregelen een
bedreiging ziet tegen zijn vrijheid en zijn
gewaarborgde voorrechten. Nadat de voor
zitters der Finscbe stenden hebben getracht
aan deze vreeze uiting te geven tegenover
Uwe Majesteit en Senaat en procureur heb
ben aangetoond op welke punten de ukasc
van 3/15 Februari en de Finsclie grondwet
onvereenigbaar zijn, heeft het volk zelf zich
tot Uwe Majesteit willen wenden door uit
elke gemeente van het land een afgevaar
digde naar Petersburg te zenden, om aan
Uwe Majesteit een verzoekschrift te over
handigen dat m tien dagen tijds was getee
kend door 524,000 getrouwe onderdanen,
die kunnen lezen en schrijven en de waarde
van hun onvervreemdbare rechten kennen
„Toen Europa heeft vernomen, dat alle
pogingen der Finnen, om zich te doen hoo-
ren, waren mislukt, heeft de onmiddellijke
indiuk de adresbeweging in Europa ten ge
volge gehad. Niets heeft minder in onze be
doeling gelegen dan ons te willen mengen
in de binnenlandscbe aangelegenbeden van
Rusland, maai- wij zien in het vraagstuk
van het zijn of niet-zijn van een natie een
vraagstuk, dat de geheele menschheid
raakt. Wij hebben Uwer Majesteit slechts
willen vragen te trachten, te begrijpen de
vrees van Uw Finsche onderdanen voor hun
volksbestaan, dat zij bedreigd achten.
„In de zes maanden die sedert de ulcase
Het was, alsof deze oogen zeiden„Dus
ben jij het, jij, die mijn echtgenoot doodge
schoten hebt, die zulk een belangrijken in
vloed op mijn lot hebt geoefend
En haar mond, welks lippen bij 't doods-
bleeke gezicht zoo rood schenen, bleef vast
gesloten.
„Mevrouw," zeide hij, met moeite naar
woorden zoekend, die haar weldadig zouden
kunnen aandoen, en toch schier buiten
staat om iets samenhangends te denken,
„Mevrouw, sedert dat onzalige uur,
waarop uw echtgenoot waarop ik ja,
sedert dien tijd heb ik slechts dien éénen
wensch gekoesterd, eenmaal vóór u te mo
gen staan, om u te smeekenVergeef het
aan iemand, die zwaar onder dit voorval ge
leden heeft meer dan ik u wel kan
zeggen. Nu lieeft het toeval mij geschonken,
wat ik zelf nooit zou hebben durven doen.
Ik bid u, als u het bovenmenschelijke ver
mag: gedenk mijner zonder haat!"
Zij zweeg nog en keek hem nog steeds
aan. Hij wachtte. Het scheen hem toe, dat
er minuten verliepen. En toch duurde het
slechts een paar seconden. Hij kon het niet
langer uithouden.
„Ik wacht mijn vonnis af," zeide hij.
Zij zuchtte, terwijl zij zich aan pijnlijke
gedachten ontrukte.
„Als u dan mijn vergiffenis meent noo-
dig te hebben, welnu, ik ben niet op u ver
toornd ik haat u niet," zeide zij. „Mijn
zwager heeft mij zeer omstandig alles ver
teld, wat cr vóór het duel voorgevallen is.
Ik weet, dat u het niet was, die er de aan
leiding toe gegeven heeft. En als de afloop
uw gemoed bezwaart, dan beklaag ik u!
zijn verloopen, is gebleken, dat hoogen en
lagen, boeren en stadbewoners van Finland
in dit opzicht een van zin zijn. Een woord
van geruststelling van Uwe Majesteit zou
hun het vertrouwen teruggegeven. Uw Ma
jesteit te smeeken dit woord te spreken,
was liet doel van ons adres.
„Ik zou gemeend hebben in mijn plicht
als lid van de Europeesche deputatie te
kort te schieten, als ik niet op het huidige
oogenblik had beproefd aan Uwe Majesteit
de beweegreden en de gevoelens te verkla
ren waardoor de deputatie en haar lastge
vers zich hebben laten leiden."
De Czaar heeft nu gelegenheid recht te
doen aan het Finsche volk. Er bestaat geen
exeuu*. van onwetendheid meer. Zal er recht
geschieden
Gemengde Medcdecllngen.
Te Londen spreekt men van de aanstaande
verloving van grootvorst Michael, den ver-
moedelijkon Russischen traonsopvolger, met de
bjjna 18-jarige prinses Margaretha van Con-
naught, kleindochter van koningin Victoria.
De grootvorst is 21 jaar.
Zondag is te Dublin onder patriottische
geestdrift de eerste steen gelegd voor een
standbeeld voor Parnell.
De „Figaro" grijpt de reis van graaf Mu-
rawief over Parijs aan als een kostelijke ge
legenheid om liet Franseli-Russisch verbond
te verheerlijken dat nog nooit zoo hecht is
geweest als sinds heb laatste jaar.
Verscheiden socialistische afgevaardig
den hebben Waldeck-Rousseau geschreven
dat zij hem zullen interpelleeren over de
maatregelen die de regeering denkt te ne
men om de voortdurende woelingen van het
clericalisme te onderdrukken.
Vandaag worden de royalisten verhoord
door de commissie van instructie uit den
Franschen Senaat.
De invrijheidstelling van De Monieourb
en De Chevilly zal door hun advocaten wor
den gevraagd.
Een sociahsiisch blad spreekt van een
manifestatie tegen Loubet in diens geboorte
stad Montélimar. Bij gelegenheid van een
militair feest hebben nl. eenige officieren in
politiek legen den President en ten gunste
van graaf d'Aulon gemanifesteerd.
Méline heeft op het jaal-lijksch feest van
den Broederbond van strijders van 1S70 te
Thiliot het leger verheerlijkt tegenover de
aanvallen daartegen, die volgens hem van
de socialisten en de radicalen kwamen, wier
doel hot is het leger te verlagen tot een
soort schutterij.
De zaak-Dreyfus was volgens hem volko
men afgeloopen. Men moest nu maar den
sluier der vergetelheid over het verleden
dekken, daar het land naar rust verlangt.
De «Siècle" vermeldt een hardnekkig ge
rucht te Rennes dat kolonel Jouaust, de
voorzitter vao den krijgsraad, vóór Dreyfus'
onschuld heeft gestemd.
Te recht noemt het blad Jouaust's houding
dan nog meer te veroordeelen.
Te Le Creuzot wordt de arbeid hervat.
Men is reeds begonnen de vuren in de hoog
ovens te ontsteken.
Misschien doet het u goed, dat ik dit tegen
u zeg. Misschien rust zelfs de verplichting
op mij om te zeggen: vergeef het den over
ledene 1"
Bij deze woorden veranderde de uitdruk
king van haar gelaat en van haar stem.
Haar neusvleugels trilden, haar oogen ion-
keiden. Haar lippen vertrokken zich tot
c-en bitteren grimlach, en haai* stem klonk
dof.
Hij echter zag plotseling, ais n een vi
sioen, naast deze mooie, krachtige en lijden
de vrouw het onaangename gericht, van den
gehaten man, dien hij doodgeschoten had.
Heb was hem, als had iemand luide en dui
delijk tegen hem gezegddie man lieeft
deze wouw diep ongelukkig gemaaikt, en gij
hebt haar niet van hem beroofd, maar be
vrijd.
„Neen, neen," dacht hij angstig. „Zoo
iets mag ik niet gelooven dat is een laf
hartige wensch van mij om mijn gemoed
te verlichten
„Ik dank u, Mevrouw," zeide hij geroerd.
„Als iets de donkere schaduwen van mijn
toekomst kan wegnemen, ;dan zijn het uw
woorden. Lichter en ruimer is het mij nu
om het hart, en ik kan als een ontlaste de
zee oversteken."
Hij stond met den hoed in de hand om
afscheid van haar te nemen.
„Gaat u heen? Naar Amerika? Naar de
koloniën Daarom V' vroeg zij haastig en on-
geloovig.
(Wordt vervolgd.)
A&r-T AW" J V iJ.'