v g. 53"'" Jaargang. Woensdag 11 October 1899. No. 10060. Eerste Blad IViaar een mensch! üsch ?2- er er, Kennisgeving. BUITENLAND. ï4ltósdkr. - -tfrj. as hier f erikd, niacdjèi s- Verder >ot, 1^3 en f0,75 fO.254 b°' griet schol f6 f2.20 4 end. 7.23 8.12 eren. 0.03 M. 0.03 M, 0.02 M. 0.03 M. 0.03 M, 14o.m. 12 i 18 Oct werden f1.55 a spruit- ct. per «Haten 10 ct., a8ct, boonen ■1000. geld. nm'mg ai 371/4 Mei. 80l/t De ■Yan- sella- iété, Dool- lorte an u& ige rgs ien ur. !Bt SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen ft. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boierstraat 6§. iiwniwilinf Prijs der Auvertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven bier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon So. 123. De Burgemeester van Schiedam, Gtizien de aanschrijving van den heer Cnm- tnissaiis der Koningin in deze provincie van 9 dezer A no. 3809 (!e afd.) Biengt bij deze ter kennis van belangheb benden dat de heer Commissaris der Koningin voornoemd, voornemens is op Donderdag den 12den October a.s., deze gemeente te bezoeken en bereid is de autoiiteiten, ambtenaien en in gezetenen, die vei langen mochten hem overeen of ander onderweip te spieken, op dien dag, des namiddags ten 12 uur ten Raadiiuize te ontvangen, zullende de lijsten ter inschrijving op de Gemeetue-Secreiarie voorhanden liggen. Schiedam, 10 October 1899. De Burgemeester van Schiedam, VERSTEEG. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 10 October. Er zijn gevluchte mijnwerkers uit Joltan- nesbutg in Engeland aangekomen, en een twintigtal vau hen iieeit zicli te Plymouth laten interviewen. Het is inderdaad belang wekkend te vernemen lme deze slaehtoflers van de willekeur en de tyrannie dei Boeien want dat zijn de arme Uitlander» im mers? zich uitlaten over den toestand der mijnarbeiders. Een van hen, een jong, intelligent man, antwoordt al dadelijk: «Die oorlog? Doorgestoken werk, anders niet." «Hoe dat v Wel, wij hebben dat best aan zien komen. M«*n heeft ons kiesiecht laten vragen dat wij niet noodig hebben. Men heeft duizenden arme drommels laten teekeneu die een wapen vragen waarvan zij zich nooit zullen bedie nen. Men beeft ontdekt dat wij leden onder dingen, waaronder wij nooit geleden hadden.'" jiMaar de positie der Uitlanders daar ginds is toch niet benijdenswaardig?" «Och, wij werklieden zijn naar Transvaal gegaan om geld te verdienen. «Iedereen vei diende er geld. En daar vvjj ons heele leven in Transvaal wilden blijven, bekommerden we ons ook niet om politieke rechten". «Dus?" «Dus niet voor ons wordt er ooi log gemaakt. Dat gebeuit voor de uhooge oomes" die het heele land willen hebben." En zoo spraken ook andere mijnwerkers van Engelsche geboorte. Is er beter bewijs mogelijk voor het goed recht van Transvaal dan dergelijke onomwon den verklaringen van bij de zaak belangheb benden. De heele wereld weet het trouwens al langhet is niet om de rechteii der Uitlanders te doen, maar om de belangen der groote DOOR IDA BOY-ED. „U is wel zeer goed. Maar bet zou dwaas zijn, naar ben te zoeken. Ais men den straat weg aan dezen kant gaat, loopt bet drietal misschien wel den anderen leant langs. Ik zal maar moeten wachten. Mijn niclit de. jon ge dame is hier in den omtrek wild vreemd." Zij zweeg. Arnolds oor was over baar stem orgaan verrukt. Er was zooveel klank in. Ook bad zij een bijzondere manier van spre ken. „Mag ik met u blijven wachten 1" vroeg hij en keek haar doordringend aan. „Maar och u derangeert zich ter wille van mij," zeide zij aarzelend. „Men staat hier midden in bet straatverkeer," voegde zij er bij en ging onwillekeurig bet kerkhofshek binnen. „Ik zal mij gelukkig achten, als u mij veroorlooft, met u te blijven wachten," zei- de hij, terwijl hij naast baar bleef staan. Zij bloosde even, scheen zich te bedenken, met zich zelf strijd te voeren, en zeide ein delijk, terwijl zij hem vrijmoedig aankeek: „II moet mij mijn gulle bekentenis maar vergevenik heb werkelijk uw naam verge len. Ik kan mij dien maar niet te binnen brengen. En toch hebben wij elkaar natuur lijk al eens meer ontmoet. Uw gezicht her inner ik ntij goedmaar uw naam is mij ontgaan. Ik wil dit wel erkennen. Dat ge- kapitalisten en speculanten, die het kleine laud met zijn iijke schatten willen bezitten. Waarom beginnen de Boeren toch niet? vragen alle vrienden van Transvaal zich met angstige beklemdheid af. Er zal immers toch gestreden moeten worden; de oorlog is niet meer te voorkomen. Maar waarom dan gewacht tot Engeland een verpletterende overmacht in Zuid-Afrika heeft, tot strijden gelijk zal staan met een zelfmoord op groote schaal. Nu is er nog groot vooideel te behaleu, al staan de kansen reeds veel minder goed dan een week gele den. Nog bestaat de mogelijkheid de Engei- schen klappeo te geven en daardoor een grooten moreelen indruk te weeg te brengen. Is echter Engeland eenmaal gereed met zijn vooi bereiding, dan staan de kansen heel wat slechter. Waarom aarzelen de Boeren dan Is het omdat president Kruger nog hoopt op een vreedzame schikking, b.v. door tusschenkomst der mogendheden'? Of zou liet waar zijn, dat de Vrijstaat het blok is aan het been der Zuid-Afiikaansche Republiek? Men beweert dat het verdiag tusschen Transvaal en den Vrijstaat alleen verplicht tot bijstand, wanneer Transvaal woidt aan gevallen, zoodat de Vrijstaat niet geneigd is riu zelf aanvallend op te treden. Hoe het zij, er gebeuit niels. De Boeren staan aan de gieus en moeten bet aanzien dat Engeland steed» sterker wordt. De onte vredenheid is dan ook groot, en het is besi mogelijk d wanneer dit nog eenigen tijd aanhoudt, nee Boerenleger min of meer ver loopt. Want de Boeren verlangen niet lang wetkeloos in liet veld te blijven, en hun hoeve in dien tyd te laten verloopen, mis schien wel te laten piundeien of uitmoorden zelfs door de om hun dierlijke wreedheid zoo beruchte Kaffers. De Boer in het veld wil vechten, met luieren. Duurt dus deze toestand van ge dwongen onledigheid lang, dan dreigt het Boerenleger in zekeren ziu gedemoraliseerd te worden. Eén verklaring is er nog voor het dralen der Transvaalsclie regeeringwellicht hoopt zij op een organisatie en een opstand van hetgeheele Hollander element in Zuid-Afrika, Toch meeuett wij dat, zoo die zich laat wachten, niet lang meer geaarzeld mag worden. Elke dag brengt de Boeren in on gunstiger politie. Er wordt dan ook krachtig gewei kt om den staat van beleg afgekondigd te krijgen en een aanvallend optreden te beweiken. Er zijn ook wel aanwijzingen dat de strijd spoe dig dreigtde staatssecretaris Reitz en de Vrijslaatsche president Steyn zonden b.v. hun gezinnen weg naar Natal en de Kaapkolonie, waar zij veiliger zullen zijn. Jou hert, de oppor bevelhebber, is, naar de «Standard" uit Cliar lestovvn verneemt naar Zand«pruit teruggekeerd. tr De redevoering van den hertog van Devons hire te Sheffield, waarvan een telegram hier achter gewaagt, geeft geen hoop meer op behoud van den vrede. Duidelijk is het trouwens, dat het doel der Engebcbe regeering is den togenstandei aan de praat te houden, totdat er genoeg troepen in Zuid-Afiika bijeen zijn. Daarom onderhandelt Milner nog met SteyD, beurt wel eens meer, niet waar? Men wordt aan elkander voorgesteld, boort een gemom pel eu weet later toch niet, wie de ander is. Zooeven, bij het graf, pijnigde ik mij het hoofd al af om te weten, wie u is." „Mijn naam vergeten herhaalde Ar nold aarzelend. Er was geen twijfel aan: zij dacht, dat zij elkander al eens ontmoet hadden, dat zij ergens al aan elkander voorgesteld wa- 'jen. Daarom nam zij het zoo natuurlijk op, dat hij haar aansprak. Als hij nu tegen haar zeide, dat zij zich vergiste, dat zij elkander nog nooit gezien hadden, dat hij een gezicht als het hare, een paar oogen als de hare nimmer zou ver geten hebben, dat hij zich daaraan gehecht zou hebben als een ijverig vervolger, alleen om het geluk te hebben, ze dikwijls te zien Als hij zeide :U vergist zich, dan zou zij zon der twijfel in zijn toespraak nog slechts een stoutmoedige indringendheid zien. „Neemt u dat kwalijk?" vroeg zij. „O, ik kan het u wel aanzien." „Zeer zeker niet, Mevrouw. Hoe zou mijn naam u ook belang inboezemen? Hij is vrij onbeduidend," bracht hij met moeite uit. „En toch moet u tot den overledene in een vriendschappelijke betrekking gestaan hebben, omdat u een krans op zijn graf heeft neergelegd. Ik zag dit wel, toen ik aankwam." Hij verbleekte. Het was hem, als begon nen zijn knieën te knikken. „Mijnheer Von Zeuthern vriendschap pelijk bracht hij stamelend uit. „Juist zoo. En daarom moest ik u immers kennen. Hij stond zoo eenzaam op de we- J* "-IU "Nh Ondanks de werkeloosheid der Boeren ziet de «Globe" dan ook den toestand steeds ern stiger woiden. De «Globe" voegt er bij dat men die werkeloosheid der Boeren niet be grijpt; zij verliezen kostbaren tijd; dagelijks wordt hun kans geringer om succes te be halen. De «Pall Mall Gazette" komt er eerlijk voor uit dat de traugheid der Boeren Enge land de gelegenheid geeft zijn strategische touteri te herstellen. Verschillende bladen slaan een vredeüe- venden toon aan. De »Star" waarschuwt voor al te spoedig geloof hechten aan de overdreven verhalen over de ruwheden der Boeren; de «Daily Chronicle" ontkent dat de Boeren zich aan gewelddadigheden schuldig maken. De «Westminster Gazette" meent, dat het nog steeds tijd is voor onderhandelingen om een minnelijke schikking te treffen. Maar intusschen gaat Engeland voort troe pen, paaiden, kanonnen en al wat verder tot den krijg behoort naar Zuid-Afrika over te brengen, zoodat daar ten laatstede sterkste troepenmacht bijeen zal zijn, die ooit zoover over den Oceaan is gevoeid. Wanneer alle troepen er zijn, dan zal Engeland, trots op zijn marine, er op kunnen bogen ruim 60,090 man, fO.ÜÓO paarden, 132 kanonnen, 32 Maxim-kanonnen en een ontzaglijken leger trein verzameld te hebben ineen zóó afgelegen deel der aarde. Maar hoe tieurig voor de menschheid aan het eind dezer eeuw te moeten toezien hoe de militaire energie aldus een zijner groot ste triomfen viei t. De «Ind. Beige" verneemt uit Londen dat het Pariement ria zijn bijeenkomst op 17 October ontbonden zal worden. De regeering zeker van de overwinning, wil het land laten beslissen over de imperialistische politiek van liet Kabinet. Eindelijk is czaar Nicolaas nu toch van onpartijdige zijde ingelicht over de Finscbe qnapstie en het oordeel der wereld over de biutale schending der Fmsche autonomie door de Rns-ische regeering. Niet meer kan gezegd woi den, dat de Czaar niet weet wat in zijn naam jegens bet ai me Finscbe volk svoidt misdaan. Men weet dat de internationale deputatie, die den Czaar een adres ten gunste van Finland ging aanbieden, onverrichter zake is moeten terugkeeren. Zij is niet tij den Czaar toegelatende vorst heeft niet eens bet adres aangenomen. De vraag is of den Czaar wel naar waarheid het doel der deputatie was overgebracht. Dr. C. M. Norman-Hansen, het Deensche lid der deputatie, evenwel heeft het daarbij niet gelaten. Gebiuik makende van het on gedwongen verblijf vau czaar Nicolaas te midden der Deensche koningsfamilie op kas teel Beiristoiff heeft hij den monarch weten te naderen en den voist, terwijl deze lawn- lenrns speelde, het volgende schrijven, in het Fransch gesteld, overhandigd „Het zal Uwe Majesteit bekend zijn, dat een deputatie uit verschillende Europeesclie rijken drie maanden geleden getracht heeft aan Uwe Majesteit een adres te overhandi gen, dat geteekend was door vele duizenden mannen van wetenschap en letteren, be- lioorende tot twaalf Europeesclie naties. In dit adres was uiting gegeven aan de be reid. Slechts twee a .drie studievrienden be zochten hem nog wel eens. Ik schaam er mij over, dat ik iemand, die toch in een nauwe betrekking tot den overledene moet gestaan hebben, niet terstond herkend heb. Reeds vroeger stond ik in beraad, of ik u zou aan spreken en u mijn dank betuigen. Dus wordt zijn aandenken toch nog in een vrien denhart trouw bewaard, zeide ik hij mij zelf. In naam zijner kinderen zeg ik u dank Zij stak hem de hand toe. Haar stem had niet getrild, en in haar oogen stonden geen tranen. Zij sprak hartelijk en vriendelijk, maar niet zenuwachtig. „U is? vroeg Arnold. „Sabino Von Zeuthern. Ik dacht, dat u mij wel kende," zeide zij verwonderd. Eq trad terug. Zijn gelaat was doods bleek geworden. Waarom had hij het nog willen hooreu Sedert twee minuten wist hij bot immers! ,-,1'k ik mag dezen dank niet aanne men deze hand niet aanvatten," zeide hij met nauw hoorbare stem. Ook Sabine Von Zeuthern verbleekte. Zij had het begrepenzulke woorden kon slechts één enkel man op de gelieele wereld tegen haar spreken. Maar met een doordringenden blik keek zij hem onafgewend aan. De uitdrukking van deze donkere, fonke lende oogen was hem ondoorgrondelijk. Haat stond daarin niet te lezendat ge voelde hij wel. Uftvorschend keek zij hem aan verbaasd zóó doordringend, als wilde zij zich zijn trekken, voor altijd in het geheugen prenten. zorgdkeid in de gemoederen gewekt, dooi de maatregelen jegens Finland genomen se dert de ukase van 3/15 Februari van dit jaar. „Deze deputatie, waarin ikde eer had De nemarken te vertegenwoordigen, heeft door bemiddeling van den Russischen minister van binnenlandscbe zaken ten antwoord ge kregen, dat Uwe Majesteit noch de depu tatie kon ontvangen, noch het adres, waar van zij de ovex-brengster was, kon aanne men. Dit belet mij Uwe Majesteit lastig te vallen met een verzoek om een particuliere audiëntie, maar ik haast mij, nu Uwe Ma jesteit nujn land met haar tegenwoordig heid vereert, de gelegenheid aan te grijpen om zeer eerbiedig uit te loggen welke over wegingen tot deze betooging hebben geleid. „Ik voor mij heb de eer gehad twee jaar geleden een gering aandeel te mogen heb ben in het mensclilievend werk van de „Ma- ria-vereemging voor het welzijn der blin den", als vrijwillig lid van een mobiele ocu- hsten-kolonne in Rusland, en destijds heb ik van het Russische volk een uitstekenden indruk gekregen, die nooit zal uitgewischt worden Maar voorzeker is de sympathie Voor het Russische volk niet in strijd met een even diepe sympathie voor het Fmsche volk. „Onder alle volkeren, welke onder Uwer Majesteits scbepter zijn vereenigd, is er geen gelukkiger en meer tevreden geweest, zoolang het zich naar zijn eigen gewoonten en zijn eigen wetten heeft kunnen ontwik kelen, zoolang het in het bezit is geweest van de rechten, welke zijn grondwet het waarborgt, hetgeen door Uwer Majesteits doorluchten voorganger, keizer Alexander I, in deze woorden is samengevat, die hij sprak tot de vertegenwoordigers van het groothertogdom op den landdag te Borga „Dit dappere en trouwe volk dat voortaan geplaatst is m de rij der natiën, zal leven vrij in zijn land onder de heerschappij van zijn wetten." „En nu, Sire, is het onbetwistbaar dat dit volk m de genoemde maatregelen een bedreiging ziet tegen zijn vrijheid en zijn gewaarborgde voorrechten. Nadat de voor zitters der Finscbe stenden hebben getracht aan deze vreeze uiting te geven tegenover Uwe Majesteit en Senaat en procureur heb ben aangetoond op welke punten de ukasc van 3/15 Februari en de Finsclie grondwet onvereenigbaar zijn, heeft het volk zelf zich tot Uwe Majesteit willen wenden door uit elke gemeente van het land een afgevaar digde naar Petersburg te zenden, om aan Uwe Majesteit een verzoekschrift te over handigen dat m tien dagen tijds was getee kend door 524,000 getrouwe onderdanen, die kunnen lezen en schrijven en de waarde van hun onvervreemdbare rechten kennen „Toen Europa heeft vernomen, dat alle pogingen der Finnen, om zich te doen hoo- ren, waren mislukt, heeft de onmiddellijke indiuk de adresbeweging in Europa ten ge volge gehad. Niets heeft minder in onze be doeling gelegen dan ons te willen mengen in de binnenlandscbe aangelegenbeden van Rusland, maai- wij zien in het vraagstuk van het zijn of niet-zijn van een natie een vraagstuk, dat de geheele menschheid raakt. Wij hebben Uwer Majesteit slechts willen vragen te trachten, te begrijpen de vrees van Uw Finsche onderdanen voor hun volksbestaan, dat zij bedreigd achten. „In de zes maanden die sedert de ulcase Het was, alsof deze oogen zeiden„Dus ben jij het, jij, die mijn echtgenoot doodge schoten hebt, die zulk een belangrijken in vloed op mijn lot hebt geoefend En haar mond, welks lippen bij 't doods- bleeke gezicht zoo rood schenen, bleef vast gesloten. „Mevrouw," zeide hij, met moeite naar woorden zoekend, die haar weldadig zouden kunnen aandoen, en toch schier buiten staat om iets samenhangends te denken, „Mevrouw, sedert dat onzalige uur, waarop uw echtgenoot waarop ik ja, sedert dien tijd heb ik slechts dien éénen wensch gekoesterd, eenmaal vóór u te mo gen staan, om u te smeekenVergeef het aan iemand, die zwaar onder dit voorval ge leden heeft meer dan ik u wel kan zeggen. Nu lieeft het toeval mij geschonken, wat ik zelf nooit zou hebben durven doen. Ik bid u, als u het bovenmenschelijke ver mag: gedenk mijner zonder haat!" Zij zweeg nog en keek hem nog steeds aan. Hij wachtte. Het scheen hem toe, dat er minuten verliepen. En toch duurde het slechts een paar seconden. Hij kon het niet langer uithouden. „Ik wacht mijn vonnis af," zeide hij. Zij zuchtte, terwijl zij zich aan pijnlijke gedachten ontrukte. „Als u dan mijn vergiffenis meent noo- dig te hebben, welnu, ik ben niet op u ver toornd ik haat u niet," zeide zij. „Mijn zwager heeft mij zeer omstandig alles ver teld, wat cr vóór het duel voorgevallen is. Ik weet, dat u het niet was, die er de aan leiding toe gegeven heeft. En als de afloop uw gemoed bezwaart, dan beklaag ik u! zijn verloopen, is gebleken, dat hoogen en lagen, boeren en stadbewoners van Finland in dit opzicht een van zin zijn. Een woord van geruststelling van Uwe Majesteit zou hun het vertrouwen teruggegeven. Uw Ma jesteit te smeeken dit woord te spreken, was liet doel van ons adres. „Ik zou gemeend hebben in mijn plicht als lid van de Europeesche deputatie te kort te schieten, als ik niet op het huidige oogenblik had beproefd aan Uwe Majesteit de beweegreden en de gevoelens te verkla ren waardoor de deputatie en haar lastge vers zich hebben laten leiden." De Czaar heeft nu gelegenheid recht te doen aan het Finsche volk. Er bestaat geen exeuu*. van onwetendheid meer. Zal er recht geschieden Gemengde Medcdecllngen. Te Londen spreekt men van de aanstaande verloving van grootvorst Michael, den ver- moedelijkon Russischen traonsopvolger, met de bjjna 18-jarige prinses Margaretha van Con- naught, kleindochter van koningin Victoria. De grootvorst is 21 jaar. Zondag is te Dublin onder patriottische geestdrift de eerste steen gelegd voor een standbeeld voor Parnell. De „Figaro" grijpt de reis van graaf Mu- rawief over Parijs aan als een kostelijke ge legenheid om liet Franseli-Russisch verbond te verheerlijken dat nog nooit zoo hecht is geweest als sinds heb laatste jaar. Verscheiden socialistische afgevaardig den hebben Waldeck-Rousseau geschreven dat zij hem zullen interpelleeren over de maatregelen die de regeering denkt te ne men om de voortdurende woelingen van het clericalisme te onderdrukken. Vandaag worden de royalisten verhoord door de commissie van instructie uit den Franschen Senaat. De invrijheidstelling van De Monieourb en De Chevilly zal door hun advocaten wor den gevraagd. Een sociahsiisch blad spreekt van een manifestatie tegen Loubet in diens geboorte stad Montélimar. Bij gelegenheid van een militair feest hebben nl. eenige officieren in politiek legen den President en ten gunste van graaf d'Aulon gemanifesteerd. Méline heeft op het jaal-lijksch feest van den Broederbond van strijders van 1S70 te Thiliot het leger verheerlijkt tegenover de aanvallen daartegen, die volgens hem van de socialisten en de radicalen kwamen, wier doel hot is het leger te verlagen tot een soort schutterij. De zaak-Dreyfus was volgens hem volko men afgeloopen. Men moest nu maar den sluier der vergetelheid over het verleden dekken, daar het land naar rust verlangt. De «Siècle" vermeldt een hardnekkig ge rucht te Rennes dat kolonel Jouaust, de voorzitter vao den krijgsraad, vóór Dreyfus' onschuld heeft gestemd. Te recht noemt het blad Jouaust's houding dan nog meer te veroordeelen. Te Le Creuzot wordt de arbeid hervat. Men is reeds begonnen de vuren in de hoog ovens te ontsteken. Misschien doet het u goed, dat ik dit tegen u zeg. Misschien rust zelfs de verplichting op mij om te zeggen: vergeef het den over ledene 1" Bij deze woorden veranderde de uitdruk king van haar gelaat en van haar stem. Haar neusvleugels trilden, haar oogen ion- keiden. Haar lippen vertrokken zich tot c-en bitteren grimlach, en haai* stem klonk dof. Hij echter zag plotseling, ais n een vi sioen, naast deze mooie, krachtige en lijden de vrouw het onaangename gericht, van den gehaten man, dien hij doodgeschoten had. Heb was hem, als had iemand luide en dui delijk tegen hem gezegddie man lieeft deze wouw diep ongelukkig gemaaikt, en gij hebt haar niet van hem beroofd, maar be vrijd. „Neen, neen," dacht hij angstig. „Zoo iets mag ik niet gelooven dat is een laf hartige wensch van mij om mijn gemoed te verlichten „Ik dank u, Mevrouw," zeide hij geroerd. „Als iets de donkere schaduwen van mijn toekomst kan wegnemen, ;dan zijn het uw woorden. Lichter en ruimer is het mij nu om het hart, en ik kan als een ontlaste de zee oversteken." Hij stond met den hoed in de hand om afscheid van haar te nemen. „Gaat u heen? Naar Amerika? Naar de koloniën Daarom V' vroeg zij haastig en on- geloovig. (Wordt vervolgd.) A&r-T AW" J V iJ.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1