Jaargang, Donderdag 12 October 1899 No. 10061. Maar een mensch! BUITENLIJN». BINNENLAND. CHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat G§. HiUPdHhtm Prijs der Advertentiën: Van 17 egels fl. 0.90; iedere regel meer '12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Jtleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, b'y vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoc n Ifo. 123. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 11 October '99. Eindelijk is het ultimatum verzonden. De kleine Zuid-Afrikaausche Republiek heelt het machtige Engeland zijn eischen gesteld van avond wordt een gunstig antwoord verwacht, en anders zal de oorlog als verklaard worden beschouwd. Eindelijk dus een beslissing. Eindelijk is de Boeren-regeering het moede Engeland de ge legenheid te geven tot verdere krijgstoerus tingen, onder het voorwendsel van voortzet ting der onderhandelingen. Lang genoeg heeft sir A. Milner, laag speculeerende op den vromen, vredelievenden amd der Boeren, hen aan de praat weten te houden. Men ziet te Pretoria in, dat de oorlog onvermijdelijk is, en wenscht zich niet te laten misleiden tot dat Engeland machtig genoeg is om het masker'af te werpen en den strijd te be ginnen. Hedenmiddag om 5 uur moet Engeland een gunstig antwoord gezonden hebben op het Tiansvaalsche antwooid. Zoo niet, dan kan men aannemen dat de oorlog nu wei ke- lijk is uitgebroken. Dat Engeland zich in de eischen der Trunsvaalsche regeeritig zal schikken, is buitengesloten. En toch zijn die eischen even rechtvaardig als waardig gefor muleerd. Wat Transvaal verlangt is een scheidsrech terlijke beslissing, waarbij zij uitgaat van de conventie van 1884. Over suzereiniteit wordt het heet op aandringen van Oranje-Vrij staat niet gesproken. Maar wel weigert Transvaal Engeland de gelegenheid te geven om, al ondeihandelende, zijn troepen in Zuid- Aliika bijeen te brengen. Die er zijn, moe ten van de grenzen teiug, en dia onderweg zijn, mogen niet ontscheept, wanneer Enge land de onderhandelingen wil voortzetten. Van haar kant belooft Transvaal dan zijn bommando's van de grens terug te trekken. Het ultimatum is oen mooi stuk, ernstig en waardig van toon. Het is de taal van een fier, vrijheidlievend en onafhankelijk volk, dat den vrede Iiefimeft en gaarne de hand uit steekt ter verzoening, maar in vertrouwen op zijn goed recht, den oorlog niet vreest. Engelands antwoord zal natuurlijk een weigering zijn. Volgens de sPelit Bleu"' is gisteravond al ministerraad gehouden onder voorzitterschap van lord Salisbury. Besloten zou zjjn weigerend te antwoorden op de Tiansvaalsche eischen. De berichten van uit Zuid-Afrika zijn tamelijk scbaarscli, wat niet verklaard kan worden doordat de telegrafische vei binding gestooid was. Een bericht dat dit meldde, berustte op onjuiste gronden. Waarschijnlijk zullen de vijandelijkheden nu wel terstond beginnen. De Boeren zijn gereedde Engelechen nog nietmaar zij hebben toch reeds een flinke tioepenrnaclit in Natal staan. Of de macht der Engelschen in het "Wes ten, bij Kimberley en Mafeking, zeer sterk is, schijnt zeer twijfelachtig. De berichten daaromtrent van Engelsohe zijde zijn wel wat biuffei ig. Maar dag en nacht werken het departe ment van oorlog en de administratie te Lon- DOOK IDA BOY-ED. 9)~ „Ja en. neen, Mevrouw," antwoordde hij. „Ik ga voor verscheiden maanden naar de "Vereenigde Staten; ilc heb aldaar een vriend mijner jeugd. Maar ik kom terug: niet bij mijn vroeger regiment; ik laat mij overplaatsen. Mijn vrienden vinden mij org zwaartillend, omdat ik mij over die zaak zoo kwel. Maar ik geloof, dat zij dit maar zeggen. Ik denk niet, dat er iemand onder hen is, die het inderdaad luchtig zou opne men, als hij een man doodgeschoten had, zij hot ook op het voor ons onbetwistbare en noodzakelijke veld van. den tweestrijd. Een menschenleiven is een gewichtige zaak. Eu dat nog wel het leven van een man, die vrouw en kmderen had. O! Mevrouw, de gedachte aan deze kinderen heeft mij over al vervolgd 1 Maar in allen gevalle is het immers mogelijk, dat een man van een an der maaksel zich eenigszins spoediger in het geval zou geschikt hebben. Niet allen den ken over zulke dingen eveneens. Ik besloot tot de reis om tot mij zelf te komen. Maar zijn Honing den dienst opzeggen, neen, dat doet een Körlegg niet, zoolang hij zich «•••r om te dienen waardig acht." Hij maakte een buiging. „Vaarwel, Mevrouw," zeide hij. „God ge- VeJj.iu de toekomst licht en geluk!" Zxj boog zwijgend met het hoofd. den in overleg met het ministerie van ooi log om de krijgstoerustingen te voltooien. De reserven komen onder de wapens zeventig schepen worden gecharterd om troe pen, paarden, kanonnen en krijgsvoorraad over te brengen. Zaterdag zal de opperbe velhebber, sir Red ver Buiier, zich, volgens Stoss' agentschap, met zijn staf naar Zuid- Afrika inschepen. Dinsdag a. s. komt het Parlement bijeen. Het zal een belangwekkende zitting zijn. Balfour, de leider der unionisten, en sir Heniy Carnpbell-Bannerman, de leider der liberalen, hebben hun paitijgeuooten per brief uitgenoodigd, toch vooral de zitting by te wonen. Dat de jiugo-bladen juichen om het ulti matum, behoeft wel geen betoog; zij schreeu wen immers reeds zoo lang om den oorlog! Kras blijkt dit uit het opschrift, waarmede de »Standard" het bericht, dat een ultima tum door Transvaal is gezonden, inleidt: Eindelijk een ultimatum van de Boeren!" Lord Tweedmouth heeft in de Nationale Liberale Club het denkbeeld geopperd een specialen Britschen commissaris naar Zuid- Afrika te zenden. Hij wees lord Roseberry aan als den gesclukten man daarvoor, en deze heeft ook een conferentie gehad mot Chamberlain. Daarna is hij naar het Con tinent vertrokken. Uit Zuid-Afrika wij zeiden het reeds weinig nieuws. Te Durban zijn Maandag nog vijf transportschepen met troepen aan gekomen. De kruiser P li i 1 o m e n e heeft de ha ven van Lorcngo-Marqucz verlaten, naar men zegt met de bedoeling beslag te leggen op een lading krijgsvoorraad voor Trans vaal, die do K a n z 1 e r aan boord heeft. Het bericht lijkt ons zeer onwaarschijnlijk de Kanzler is een boot van de Duitsche O o s t-Af ri k a-lij n Een telegram in de „Cape Times" zegt dat men verontwaardigd is over het gedrag der Kaapsehe rogeoring en den eerste-minis- ter Sehreiner, die de burgerlijke autoritei ten te Kimberley heeft aangezegd niet deel te nemen aan de voorbereidingen voor den oorlog. Over de Engelsdie strijdmacht in Zuid- Afrika ten slotte nog een verklaring der „St. James Gazette", die van meening is dat de Engeischc troepen voldoende zijn om weerstand te bieden aan eiken aanval der Boeren, maar niet in staat zijn om vóór het eind van. December een offensieve campag ne in Transvaal te ondernemen. Met deze voor de Boeren bemoedigende meenmgsuiting willen wij voor heden be sluiten. De partijdag der Duitsche sociaal-demo craten houdt zich nu bezig met de tactiek. Alen weet dat de leer van Marx en Engels krachtig is aangevallen als zijnde revolutio nair door den sociaal-democraat Beinstein, die de sociaal-democratie wil doen overgaan m een reform-partij. Over deze quaestie heeft Bebel gisteren rapport uitgebracht. Eenige uren lang is de bekende socialistische leider aan het woord geweest, en hot behoeft nauwelijks gezegd, dat zijn Tede een krachtige bestrij ding was van Bernstein's betoog. Bebel liield Marx en Engels hoog tegen over de aanvaUen van Bernstein. Hij be streed dat dc Marxistische leer revolutio- Veroorlooft u mij, in den omtrek te blij ven wachten, totdat ik do geruststelling heb, dat u uw metgezellen teruggevonden heeft?" Voor do tweede maal boog zij met het hoofd en zweeg. Hij trad terug, deed eenige schreden zij waarts en ging tegen den pijler van het hek aanleunen. Zij bleef midden op het voorplein staan met een fiere, kalme houding. Zij gevoelden het beidenniemand mocht hen hier met elkander in gesprek aantreffen. Iedere getuige van huu ontmoe ting zou daaraan de ernstige wijding ont- nomen, hebben. Aan den rand van een graf en welk een voor hen beiden veelbeteekenend graf hadden zij elkaar ontmoet. Dat was een lotsbeschikking geweest, een wonderbaar, gewichtig oogenblik in hun leven. Om dit te doen voortduren, daartoe mochten zij geen pogingen aanwenden. Arnold gevoelde, dat het beter zou ge weest zijn, zich verder terug te trekken. Maar hij vermocht deze overwinning niet op zich zelf te behalen. Met een kloppend hart stond hij daar en vestigde zijn blik op deze mooie vrouw. Zulk een vrouw had de overledene beze ten En toch was hij een ontevreden, klein geestig mensch geworden of gebleven, in plaats dat hij in zijn onuitsprekelijk geluk over allo treurige ervaringen in zijn be roepsleven zou lachen. Die wonderbare oogen hadden zich op hem gevestigd. Zij hadden hem misschien nair is; het is duidelijk dat Marx het on mogelijk achtte door revolutie een phase der maatschappelijke ontwikkeling over te springen. Waar Bernstein aanvoert dat er niets te bemerken is in de ontwikkeling der oecono- mische toestanden van een concentratie van het kapitaal, stelde Bebel daartegenover liet feit dat do groot-industrie toeneemt en hel midden- en klein-bcdrijf verslindt; de laatste voeren voor het meerendeel een pro letarisch bestaan. Marx heeft ook niet ge sproken over het verdwijnen der midden lagen noclx ook over het tempo waarin de kapitaal-concentratie plaats vindt. Heb groot-kapitaal maakt heb grootste deel der meiLSchlieid proletarisch. Zelfs de niet-socia- listen geven toe, dat de kleine ondernemin gen opgeslokt worden door de groote. Op dezelfde wijze bestreed Bebel Bern stein's beschouwingen over de landbouwers. Ook do kleine boeren verdwijnen door con centratie van liet grondbezit en de macht van het groot-kapitaal. Stuk voor stuk ontleedde en weersprak Bebel alle stellingen van Bernstein, daarbij vooral kracht zoekende in citaten van en feiten aangevoerd door niet-soeialisteu. „Telkens weer," zei hij, „verkeer ik in de treurige noodzakelijkheid een deel van ons, sociaal-democraten, tot de orde te laten roe pen door bourgeois schrijvers." Hij verdedigde het noodzakelijke van ont eigening van het groot-kapitaal, wil de maatschappelijke verandering komen. Die „vreetlegende" is ook niet nieuw; want wat was de Hervorming anders dan een reus achtige onteigening? Hoe zou men ooit de groote ondernemingen van Krupp, Stumm e. d. anders kunnen krijgen dan door out eigeniug? Wil men het diefstal noemen, wat doet dat woord er toe, als het doel maar bereikt wordt? „Als de groote dag er is," eindigde Be bel, „dan zal heb intellect der bourgeoisie gaarne tot ons komen. Ingenieurs, tecbni- kers, chcmikeis, al wat wij noodig hebben, zelfs geheimraden, misschien ook ministers (gelach) zullen komen, omdat wij een fat soenlijke behandeliug en betere betaling ge ven (gelach). Zij zullen gaarne den staat op bouwen naar onze aanwijzingen. Bernstein verlangt dat wij ons deinocratiscli-socialis- tische reformpartij zullen noemen. Dat heeft nog niemand gewaagd. Wij blijven wat wij waren." Bebel's rede die zes uur duurde, werd met groote aandacht gevolgd en oogstte grooteu bijvalnu en dan ook veel gelach. David uit Mainz trachtte toen Bernstein te verdedigen, die volgens hem alleen wilde dat de onteigening nu reeds zou beginnen •door ondermijning van het vrije beschik kingsrecht over de produdctie-niiddelen. Bebel heeft een motie voorgesteld, waar bij de partij verklaart dat de maatschappe lijke ontwikkeling haar tot nu toe geen aan leiding heeft gegeven haar mecning daai- over te veranderen, waarin gemotiveerd wordt waarom de partij geeir reden heeft hetzij haar program hetzij haar tactiek, het zij haar naam te veranderen, en elke po ging beslist wordt afgewezen, die ten doel heeft de positie der sociaal-democratie te genover de bestaande staats- en maatschap pelijke orde en de burgerlijke partijeu min der scherp belijnd of minder forsch te doen zijn. met dien hartstocht toegefonkeld, die het gelrcele wezen der vrouw omgaf als de zoete geur eener bloeiende roos. En liij was toch een ontevreden en verbitterd man geweest Armzalige man Sabine Von Zeuthern gevoelde, dat zijn blikken onafgebroken op haar gevestigd wa len. Zij haalde sneller adem. Haar hart klopte. De zonderlinge toestand, waarin zij ver keerde, deze zwijgende nabijheid, dit onop houdelijke aanstaren alles maakte haar zenuwachtig. En in strijd met haar voorne men, aan een invvendigen drang gehoor ge vend, wendde zij langzaam het hoofd om en keek Arnold aan. Hun blikken ontmoetten elkander. Hij bloosde. Hij achte zich gestraft en wilde zich nog verder verwijderen. Maar hij bleef staan ten gevolge van een vernieuwde ontroering. Twee kinderen kwamen aan de handen van een jonge dame aanloopen en bleven terstond verschrikt stilstaan, toen zij hun moeder in het oog kregen, die hun toewenk te, stil te zijn. „Sb!" zeide Sabine. „Hier mag men niet luidruchtig zijn! Maar, Suzanna, waar ben je in 's hemels naam geweest?" „Er kwamen, twee mannen met een bear en een aap den weg langs," zeide de jonge dame. „Leo en Milly wilden ze mot alle geweld eens van nabij zien. Toen zijn wij een eindje door de Frieddenss'trassc meege- loopen. Leo wilde ook weten, waarheen do mannen met de dieren gingen." „Naar Weissensee, mama," riep de kleine Gemengde Mcdedecllngen. Graaf Murawieff, de Russische minister van buitenlaodsche zaken, is gistermiddag ontvangen door president Loubet. ZijuFtan- sehe collega Deleassé stelde hem aan Loubet voor. Er wordt een onderzoek ingesteld naar de anti-Loubet betooging te Montélïmar. Luitenant Bernard! heeft reeds bekend: «Weg met Loubet 1" te hebben geschreeuwd. Hij heelt vooiloopig arrest gekregen. Gisteren is Buffet, de vertegenwoordiger van den hertog van Orleans, verhoordhij weigerde te antwoorden anders dan in open bare zitting. Hij beweerde o a. dat de Senaat alleen bestaat uit vrijmetselaars die een regee ring van vrijmetselaars gehooizaamt. Wanneer ware verraders en spionnen in vrijheid wor den gesteld, dan was hun (Buffet en zijn mede-samenzweerders) plaats natuurlijk in de gevangenis. Graaf Cherilly werd ook verhoorddeze antwoordde. Nog is generaal Lamy gehoord. De procureur-generaal Melcot, die den rechter Grosjean beschuldigt van deelneming aan de samenzwering, heeft een aanklacht wegens beleediging ingediend tegen Gyp (gravin Martel). Gaston Routier publiceert in de „Echo do Paris", het bekende orgaan van den ge- neralen staf, zijn indrukken van een bezoek aan Lotharingen onder den. titel: „Wat men in Lotharingen denkt." Hij constateert met droefheid dat Lotha ringen ouder het Duitsche bewind niet al leen steeds meer Duitsch wordt, maar dat de inwoners daarmede tevreden zijn, om dat de bloei van lxet land steeds toeneemt. Hij wijst op het treurige beeld dat Frank rijk oplevert, vergeleken bij Duitschland, en raadt zijn landgenooten ziclr geen illusies te maken„De Èlzas zal over 10 jaar nog Elzassisch zijn, maar Lotharingen wordt Duitsch." Voor het gedenkteelren ter eere van Scheu- rer-Kestner is ruim 33.000 frs. bijeen. Een standbeeld vooreenjezuietin Duitsch land is te merkwaardig om onvermeld te blijven. In het Elzassische stadje Eufiriieirn !»aat men een standbeeld oprichten voorden jezuïet Jacob Balde, bekend Latijnseh dichter der 17de eeuw. Men noem Je hem den Duit- schen Horatius. De Oostenrijksche Rijksraad is tegen 48 October bijeengeroepen. De Kamer van Afge vaardigden houdt denzelfden dag eene zitting. Het schjjnt zeker dat lord Kitchener in eigen persoon de nieuwe expeditie tegen den Mahdi zal leiden. De Koninginnen te Potsdam. De correspondent van de »N. R. C." seint: Nadat ik herhaaldelijk gewaagd heb van de lieve bloem versieringen in de kamers van de Koninginnen en op de keizerlijke tafels te jharer eer aangebracht, wil ik bjj wijze van afwisseling voor de meer materialistisch gezinde naturen onder mijne lezers ook eens de lijst van de gerechten beschrijven die vanavond bij het afscheids-galadiner aan de Koninginnen werden aangeboden. jongere „Toen hij met een bakje rondging, gaf Suzanna hem geld, en toen zeide hij het. Laat ons ook naar Weissensee rijden!" „Milly ook naar Eisseusee," snapte het kleine meisje. „Neen, neen, wij nemen een rijtuig en gaan naar huis," zeide Sabine. „Maar, Mil- iy, je hoed staat heelemaal scheef op je hoofd!" Vol teederheid knielde zij neer om den hoed van de kleine meid wat rechter op te zetten. Het was een bekoorlijk tooneel, de moeder haar dochtertje zoo te zien opknap pen. Arnold had een zonderling gevoelhij verbeeldde zich, dat zij hier nog eenige oogenblikken bleef dralen, opdat haar kin deren nauwkeurig door lrem gadegeslagen zouden kunnen worden, opdat hij getuige van haar moederlijk geluk zou kunnen zijn. Het kwam hem voor, als wilde zij toonen, hoe rijk zij nog was, hoeveel het noodlot haar nog had laten behouden. Hij zou wel naar liaar toe hebben willen snellen om haar daarvoor vol vurige dank baarheid den kleederzoonr te kussen. Ja, dat was een groot moederlijk geluk, twee zulke kinderen te hebben! De knaap zal zoo wat vijf a zes jaren oud geweest zijn. Zijn gezichtje was fier, zijn. uitzicht donker, zijn houding zelfbewust. Het meisje telde hoogtens drie jaren en keek uit groote, mooie oogen schuw en nieuwsgierig in de rondte. Voor de jonge dame had Arnold geen blik. Sabine stond op. Op het menu, dat volgens gewoonte met de vereenigde wapenschilden van den Keizer en de Keizerin, door engelen gedragen, ver sierd was, waren onder het hoofd Kaiserliche Abendiafel de volgende gerechten opgesomd in Duitsche schrijfletters: Bouillon op konink lijke wijs, Zalmforellen, Hamburgsche ham met groenten, Reelapjes met truffels, Brus- selsehe kippen met vruchten en salade, Vanil- lebombe, Kaas, Nagerecht. Wat daarbij aan edele wijnsoorten werd rondgeschonken, moge iedeis cuünarische verbeeldingskracht naar eigen behoefte zelf aanvullen. Tegen half elf was het diner ten einde er namen aan deel de reeds gisteren ver melde hooge personages, onder wie de beide zoons van den prins-regent Albreoht, prins Frieirich Heiniïch en Joachim Albrecht. Verder hertog Albrecht van Wurtemberg, prins Bernhard Heinrich van Saksen-AVeimar en prins Chiodwig van 'tlessen, prins Wil helm en prins Victor van Wied, benevens de verdere familie Wied, de gezant van Tets en zijn vrouw, de raad van legatie baron Sweerts en de secretaris van de legatie baron Weideren Rengers met zijn vrouw. De oude rijkskanselier Iloheulohe was er ook, evenals de staatssecretaris Bülow en verder waren er allerlei hooge militairen en waardigheids bekleders uit de naaste omgeving van de vier Majesteiten. In de jaopis-zaal \an het Neue Palais, die een soort van spiegelgalerij is, ingelegd met kostbare steenen, was de tafel opgeslagen, die een schat van zwaar zilver torste. Het waren rijk met figuren versierde pronkstuk keu met allerlei gestalten uit de fabelwereld van goden en dieren, een bruiloftsgeschenk van Pruisische steden aan de Hohenzollerns. Zij waren onderling vei bonden door sierlijke slierten van kleine witte bloemen. Het vei trek van de Koninginnen is bepaald op morgenochtend halftien van Potsdam. Ongetwijfeld zal de keizer wedetom zelf zijn gasten naar de spoorwegcoupé brengen. Van den keizer gesproken, te Potsdam, waar aller lei geruchten geloop en hebben, houdt de dameswereld zich oa. bezig met de vraag, of de Keizer de Koningin na den doop heeft gekust. Het is niet enkel de kwestie van een handkus, maar of hij volgens het oude doop- gebiuik wegeus het gemeenschappelijke peet schap reeds heeft gebiuik gemaakt van het benijdenswaardige voorrecht, om zijn bekoor lijke rnedepeet voorlaan hartelijk op de wang te mogen kussen, wat velen dadelijk na den doop willen gezien hebben en andere be twisten. Dan liep nog bovendien een ander gerucht volgens hetwelk de Koningin gisteren bij haar rijtoer naar Sanssouci onderweg met haar rijtuig in een moerassige plaats is vastge raakt en voor een gedeelte moest terugwan- delen, maar dadelijk een goed woord gedaan had om te zorgen dat de koetsier, die geen schuld had, niet gestraft werd. Weikeljjk deed de Koningin gisteren een wandeling in een groen wundelcostuum en werd zij door verschillende wandelaars herkend en gegroet. Nog meer liepen echter achteloos voorbij, zonder iu de ongedwongen opwandelende dame met den hoogen officier, die haar toe gevoegd was, aan hare zijde de jonge Ko ningin te herkennen. Evenzoo beweren verschillende Potsdam- scbe vroegopstaanders Zondag op een uur, waarop de meeste Potsdammers nog te bed „Komaan nu," zeide zij en nam de kleine bij dc hand. „Och, laat ons eerst nog naar papa gaan," smeekte de jongen. „Misschien staat hij wel weer op!" „Papa slaapt voor altijd," zeide Sabine zacht, en het kwam Arnold voor, alsof zij naar hem keek. „Maar vrouw Schulze zegt, dat de doodeu weer opstaan," beweerde de knaap en trachtte zijn moeder naar- heb graf mee te tronen. „Eenmaal op den jongsten d'ag," ant- woordefde de jonge dame in plaats van de moeder. „Wanneer is dat?" „Dat zal je. allemaal later wel te weten komen." „Ik zal het thuis dadelijk eens nazien. Vrouw Sohulze heeft nog een onden alma nak van hot vorige jaar. Daarin kan men alle dagen vindenmama's verjaardag en den mijnen en Kerstmis en alles," ver-telde de knaap. Aan de hand van do jonge dame liep hij al pratende vooraan. Juist kwam er een familie in rouwge waad aan, verscheidene personen, die kransen droegen, met gesluierde en behuil de gez.ichten. Sabine zag zich genoodzaakt, met haar dochtertje een weinig op zijde te .gaan, om voor de rouwdragenden eerbiedig plaats to maken. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1