Jaargang,
Donderdag 12 October 1899
No. 10061.
Maar een mensch!
BUITENLIJN».
BINNENLAND.
CHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat G§.
HiUPdHhtm
Prijs der Advertentiën: Van 17 egels fl. 0.90; iedere regel
meer '12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Jtleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, b'y vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoc n Ifo. 123.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 11 October '99.
Eindelijk is het ultimatum verzonden. De
kleine Zuid-Afrikaausche Republiek heelt het
machtige Engeland zijn eischen gesteld van
avond wordt een gunstig antwoord verwacht,
en anders zal de oorlog als verklaard worden
beschouwd.
Eindelijk dus een beslissing. Eindelijk is de
Boeren-regeering het moede Engeland de ge
legenheid te geven tot verdere krijgstoerus
tingen, onder het voorwendsel van voortzet
ting der onderhandelingen. Lang genoeg heeft
sir A. Milner, laag speculeerende op den
vromen, vredelievenden amd der Boeren, hen
aan de praat weten te houden. Men ziet te
Pretoria in, dat de oorlog onvermijdelijk is,
en wenscht zich niet te laten misleiden tot
dat Engeland machtig genoeg is om het
masker'af te werpen en den strijd te be
ginnen.
Hedenmiddag om 5 uur moet Engeland
een gunstig antwoord gezonden hebben op
het Tiansvaalsche antwooid. Zoo niet, dan
kan men aannemen dat de oorlog nu wei ke-
lijk is uitgebroken. Dat Engeland zich in de
eischen der Trunsvaalsche regeeritig zal
schikken, is buitengesloten. En toch zijn die
eischen even rechtvaardig als waardig gefor
muleerd.
Wat Transvaal verlangt is een scheidsrech
terlijke beslissing, waarbij zij uitgaat van de
conventie van 1884. Over suzereiniteit wordt
het heet op aandringen van Oranje-Vrij
staat niet gesproken. Maar wel weigert
Transvaal Engeland de gelegenheid te geven
om, al ondeihandelende, zijn troepen in Zuid-
Aliika bijeen te brengen. Die er zijn, moe
ten van de grenzen teiug, en dia onderweg
zijn, mogen niet ontscheept, wanneer Enge
land de onderhandelingen wil voortzetten.
Van haar kant belooft Transvaal dan zijn
bommando's van de grens terug te trekken.
Het ultimatum is oen mooi stuk, ernstig
en waardig van toon. Het is de taal van een
fier, vrijheidlievend en onafhankelijk volk, dat
den vrede Iiefimeft en gaarne de hand uit
steekt ter verzoening, maar in vertrouwen
op zijn goed recht, den oorlog niet vreest.
Engelands antwoord zal natuurlijk een
weigering zijn. Volgens de sPelit Bleu"' is
gisteravond al ministerraad gehouden onder
voorzitterschap van lord Salisbury. Besloten
zou zjjn weigerend te antwoorden op de
Tiansvaalsche eischen.
De berichten van uit Zuid-Afrika zijn
tamelijk scbaarscli, wat niet verklaard kan
worden doordat de telegrafische vei binding
gestooid was. Een bericht dat dit meldde,
berustte op onjuiste gronden.
Waarschijnlijk zullen de vijandelijkheden
nu wel terstond beginnen. De Boeren zijn
gereedde Engelechen nog nietmaar zij
hebben toch reeds een flinke tioepenrnaclit
in Natal staan.
Of de macht der Engelschen in het "Wes
ten, bij Kimberley en Mafeking, zeer sterk
is, schijnt zeer twijfelachtig. De berichten
daaromtrent van Engelsohe zijde zijn wel wat
biuffei ig.
Maar dag en nacht werken het departe
ment van oorlog en de administratie te Lon-
DOOK
IDA BOY-ED.
9)~
„Ja en. neen, Mevrouw," antwoordde hij.
„Ik ga voor verscheiden maanden naar de
"Vereenigde Staten; ilc heb aldaar een
vriend mijner jeugd. Maar ik kom terug:
niet bij mijn vroeger regiment; ik laat mij
overplaatsen. Mijn vrienden vinden mij org
zwaartillend, omdat ik mij over die zaak
zoo kwel. Maar ik geloof, dat zij dit maar
zeggen. Ik denk niet, dat er iemand onder
hen is, die het inderdaad luchtig zou opne
men, als hij een man doodgeschoten had,
zij hot ook op het voor ons onbetwistbare
en noodzakelijke veld van. den tweestrijd.
Een menschenleiven is een gewichtige zaak.
Eu dat nog wel het leven van een man, die
vrouw en kmderen had. O! Mevrouw, de
gedachte aan deze kinderen heeft mij over
al vervolgd 1 Maar in allen gevalle is het
immers mogelijk, dat een man van een an
der maaksel zich eenigszins spoediger in het
geval zou geschikt hebben. Niet allen den
ken over zulke dingen eveneens. Ik besloot
tot de reis om tot mij zelf te komen. Maar
zijn Honing den dienst opzeggen, neen,
dat doet een Körlegg niet, zoolang hij zich
«•••r om te dienen waardig acht."
Hij maakte een buiging.
„Vaarwel, Mevrouw," zeide hij. „God ge-
VeJj.iu de toekomst licht en geluk!"
Zxj boog zwijgend met het hoofd.
den in overleg met het ministerie van ooi log
om de krijgstoerustingen te voltooien.
De reserven komen onder de wapens
zeventig schepen worden gecharterd om troe
pen, paarden, kanonnen en krijgsvoorraad
over te brengen. Zaterdag zal de opperbe
velhebber, sir Red ver Buiier, zich, volgens
Stoss' agentschap, met zijn staf naar Zuid-
Afrika inschepen.
Dinsdag a. s. komt het Parlement bijeen.
Het zal een belangwekkende zitting zijn.
Balfour, de leider der unionisten, en sir
Heniy Carnpbell-Bannerman, de leider der
liberalen, hebben hun paitijgeuooten per brief
uitgenoodigd, toch vooral de zitting by te
wonen.
Dat de jiugo-bladen juichen om het ulti
matum, behoeft wel geen betoog; zij schreeu
wen immers reeds zoo lang om den oorlog!
Kras blijkt dit uit het opschrift, waarmede
de »Standard" het bericht, dat een ultima
tum door Transvaal is gezonden, inleidt:
Eindelijk een ultimatum van de Boeren!"
Lord Tweedmouth heeft in de Nationale
Liberale Club het denkbeeld geopperd een
specialen Britschen commissaris naar Zuid-
Afrika te zenden. Hij wees lord Roseberry
aan als den gesclukten man daarvoor, en
deze heeft ook een conferentie gehad mot
Chamberlain. Daarna is hij naar het Con
tinent vertrokken.
Uit Zuid-Afrika wij zeiden het reeds
weinig nieuws. Te Durban zijn Maandag
nog vijf transportschepen met troepen aan
gekomen.
De kruiser P li i 1 o m e n e heeft de ha
ven van Lorcngo-Marqucz verlaten, naar
men zegt met de bedoeling beslag te leggen
op een lading krijgsvoorraad voor Trans
vaal, die do K a n z 1 e r aan boord heeft.
Het bericht lijkt ons zeer onwaarschijnlijk
de Kanzler is een boot van de Duitsche
O o s t-Af ri k a-lij n
Een telegram in de „Cape Times" zegt
dat men verontwaardigd is over het gedrag
der Kaapsehe rogeoring en den eerste-minis-
ter Sehreiner, die de burgerlijke autoritei
ten te Kimberley heeft aangezegd niet deel
te nemen aan de voorbereidingen voor den
oorlog.
Over de Engelsdie strijdmacht in Zuid-
Afrika ten slotte nog een verklaring der
„St. James Gazette", die van meening is
dat de Engeischc troepen voldoende zijn om
weerstand te bieden aan eiken aanval der
Boeren, maar niet in staat zijn om vóór het
eind van. December een offensieve campag
ne in Transvaal te ondernemen.
Met deze voor de Boeren bemoedigende
meenmgsuiting willen wij voor heden be
sluiten.
De partijdag der Duitsche sociaal-demo
craten houdt zich nu bezig met de tactiek.
Alen weet dat de leer van Marx en Engels
krachtig is aangevallen als zijnde revolutio
nair door den sociaal-democraat Beinstein,
die de sociaal-democratie wil doen overgaan
m een reform-partij.
Over deze quaestie heeft Bebel gisteren
rapport uitgebracht. Eenige uren lang is
de bekende socialistische leider aan het
woord geweest, en hot behoeft nauwelijks
gezegd, dat zijn Tede een krachtige bestrij
ding was van Bernstein's betoog.
Bebel liield Marx en Engels hoog tegen
over de aanvaUen van Bernstein. Hij be
streed dat dc Marxistische leer revolutio-
Veroorlooft u mij, in den omtrek te blij
ven wachten, totdat ik do geruststelling
heb, dat u uw metgezellen teruggevonden
heeft?"
Voor do tweede maal boog zij met het
hoofd en zweeg.
Hij trad terug, deed eenige schreden zij
waarts en ging tegen den pijler van het
hek aanleunen.
Zij bleef midden op het voorplein staan
met een fiere, kalme houding.
Zij gevoelden het beidenniemand
mocht hen hier met elkander in gesprek
aantreffen. Iedere getuige van huu ontmoe
ting zou daaraan de ernstige wijding ont-
nomen, hebben.
Aan den rand van een graf en welk
een voor hen beiden veelbeteekenend graf
hadden zij elkaar ontmoet. Dat was een
lotsbeschikking geweest, een wonderbaar,
gewichtig oogenblik in hun leven.
Om dit te doen voortduren, daartoe
mochten zij geen pogingen aanwenden.
Arnold gevoelde, dat het beter zou ge
weest zijn, zich verder terug te trekken.
Maar hij vermocht deze overwinning niet
op zich zelf te behalen. Met een kloppend
hart stond hij daar en vestigde zijn blik op
deze mooie vrouw.
Zulk een vrouw had de overledene beze
ten En toch was hij een ontevreden, klein
geestig mensch geworden of gebleven, in
plaats dat hij in zijn onuitsprekelijk geluk
over allo treurige ervaringen in zijn be
roepsleven zou lachen.
Die wonderbare oogen hadden zich op
hem gevestigd. Zij hadden hem misschien
nair is; het is duidelijk dat Marx het on
mogelijk achtte door revolutie een phase
der maatschappelijke ontwikkeling over te
springen.
Waar Bernstein aanvoert dat er niets te
bemerken is in de ontwikkeling der oecono-
mische toestanden van een concentratie van
het kapitaal, stelde Bebel daartegenover
liet feit dat do groot-industrie toeneemt en
hel midden- en klein-bcdrijf verslindt; de
laatste voeren voor het meerendeel een pro
letarisch bestaan. Marx heeft ook niet ge
sproken over het verdwijnen der midden
lagen noclx ook over het tempo waarin de
kapitaal-concentratie plaats vindt. Heb
groot-kapitaal maakt heb grootste deel der
meiLSchlieid proletarisch. Zelfs de niet-socia-
listen geven toe, dat de kleine ondernemin
gen opgeslokt worden door de groote.
Op dezelfde wijze bestreed Bebel Bern
stein's beschouwingen over de landbouwers.
Ook do kleine boeren verdwijnen door con
centratie van liet grondbezit en de macht
van het groot-kapitaal.
Stuk voor stuk ontleedde en weersprak
Bebel alle stellingen van Bernstein, daarbij
vooral kracht zoekende in citaten van en
feiten aangevoerd door niet-soeialisteu.
„Telkens weer," zei hij, „verkeer ik in de
treurige noodzakelijkheid een deel van ons,
sociaal-democraten, tot de orde te laten roe
pen door bourgeois schrijvers."
Hij verdedigde het noodzakelijke van ont
eigening van het groot-kapitaal, wil de
maatschappelijke verandering komen. Die
„vreetlegende" is ook niet nieuw; want wat
was de Hervorming anders dan een reus
achtige onteigening? Hoe zou men ooit de
groote ondernemingen van Krupp, Stumm
e. d. anders kunnen krijgen dan door out
eigeniug? Wil men het diefstal noemen,
wat doet dat woord er toe, als het doel
maar bereikt wordt?
„Als de groote dag er is," eindigde Be
bel, „dan zal heb intellect der bourgeoisie
gaarne tot ons komen. Ingenieurs, tecbni-
kers, chcmikeis, al wat wij noodig hebben,
zelfs geheimraden, misschien ook ministers
(gelach) zullen komen, omdat wij een fat
soenlijke behandeliug en betere betaling ge
ven (gelach). Zij zullen gaarne den staat op
bouwen naar onze aanwijzingen. Bernstein
verlangt dat wij ons deinocratiscli-socialis-
tische reformpartij zullen noemen. Dat
heeft nog niemand gewaagd. Wij blijven
wat wij waren."
Bebel's rede die zes uur duurde, werd
met groote aandacht gevolgd en oogstte
grooteu bijvalnu en dan ook veel gelach.
David uit Mainz trachtte toen Bernstein
te verdedigen, die volgens hem alleen wilde
dat de onteigening nu reeds zou beginnen
•door ondermijning van het vrije beschik
kingsrecht over de produdctie-niiddelen.
Bebel heeft een motie voorgesteld, waar
bij de partij verklaart dat de maatschappe
lijke ontwikkeling haar tot nu toe geen aan
leiding heeft gegeven haar mecning daai-
over te veranderen, waarin gemotiveerd
wordt waarom de partij geeir reden heeft
hetzij haar program hetzij haar tactiek, het
zij haar naam te veranderen, en elke po
ging beslist wordt afgewezen, die ten doel
heeft de positie der sociaal-democratie te
genover de bestaande staats- en maatschap
pelijke orde en de burgerlijke partijeu min
der scherp belijnd of minder forsch te doen
zijn.
met dien hartstocht toegefonkeld, die het
gelrcele wezen der vrouw omgaf als de zoete
geur eener bloeiende roos. En liij was toch
een ontevreden en verbitterd man geweest
Armzalige man
Sabine Von Zeuthern gevoelde, dat zijn
blikken onafgebroken op haar gevestigd wa
len. Zij haalde sneller adem. Haar hart
klopte.
De zonderlinge toestand, waarin zij ver
keerde, deze zwijgende nabijheid, dit onop
houdelijke aanstaren alles maakte haar
zenuwachtig. En in strijd met haar voorne
men, aan een invvendigen drang gehoor ge
vend, wendde zij langzaam het hoofd om en
keek Arnold aan.
Hun blikken ontmoetten elkander.
Hij bloosde. Hij achte zich gestraft en
wilde zich nog verder verwijderen. Maar hij
bleef staan ten gevolge van een vernieuwde
ontroering.
Twee kinderen kwamen aan de handen
van een jonge dame aanloopen en bleven
terstond verschrikt stilstaan, toen zij hun
moeder in het oog kregen, die hun toewenk
te, stil te zijn.
„Sb!" zeide Sabine. „Hier mag men niet
luidruchtig zijn! Maar, Suzanna, waar ben
je in 's hemels naam geweest?"
„Er kwamen, twee mannen met een bear
en een aap den weg langs," zeide de jonge
dame. „Leo en Milly wilden ze mot alle
geweld eens van nabij zien. Toen zijn wij
een eindje door de Frieddenss'trassc meege-
loopen. Leo wilde ook weten, waarheen do
mannen met de dieren gingen."
„Naar Weissensee, mama," riep de kleine
Gemengde Mcdedecllngen.
Graaf Murawieff, de Russische minister
van buitenlaodsche zaken, is gistermiddag
ontvangen door president Loubet. ZijuFtan-
sehe collega Deleassé stelde hem aan Loubet
voor.
Er wordt een onderzoek ingesteld naar de
anti-Loubet betooging te Montélïmar.
Luitenant Bernard! heeft reeds bekend:
«Weg met Loubet 1" te hebben geschreeuwd.
Hij heelt vooiloopig arrest gekregen.
Gisteren is Buffet, de vertegenwoordiger
van den hertog van Orleans, verhoordhij
weigerde te antwoorden anders dan in open
bare zitting. Hij beweerde o a. dat de Senaat
alleen bestaat uit vrijmetselaars die een regee
ring van vrijmetselaars gehooizaamt. Wanneer
ware verraders en spionnen in vrijheid wor
den gesteld, dan was hun (Buffet en zijn
mede-samenzweerders) plaats natuurlijk in
de gevangenis.
Graaf Cherilly werd ook verhoorddeze
antwoordde. Nog is generaal Lamy gehoord.
De procureur-generaal Melcot, die den
rechter Grosjean beschuldigt van deelneming
aan de samenzwering, heeft een aanklacht
wegens beleediging ingediend tegen Gyp
(gravin Martel).
Gaston Routier publiceert in de „Echo
do Paris", het bekende orgaan van den ge-
neralen staf, zijn indrukken van een bezoek
aan Lotharingen onder den. titel: „Wat
men in Lotharingen denkt."
Hij constateert met droefheid dat Lotha
ringen ouder het Duitsche bewind niet al
leen steeds meer Duitsch wordt, maar dat
de inwoners daarmede tevreden zijn, om
dat de bloei van lxet land steeds toeneemt.
Hij wijst op het treurige beeld dat Frank
rijk oplevert, vergeleken bij Duitschland,
en raadt zijn landgenooten ziclr geen illusies
te maken„De Èlzas zal over 10 jaar nog
Elzassisch zijn, maar Lotharingen wordt
Duitsch."
Voor het gedenkteelren ter eere van Scheu-
rer-Kestner is ruim 33.000 frs. bijeen.
Een standbeeld vooreenjezuietin Duitsch
land is te merkwaardig om onvermeld te
blijven. In het Elzassische stadje Eufiriieirn
!»aat men een standbeeld oprichten voorden
jezuïet Jacob Balde, bekend Latijnseh dichter
der 17de eeuw. Men noem Je hem den Duit-
schen Horatius.
De Oostenrijksche Rijksraad is tegen 48
October bijeengeroepen. De Kamer van Afge
vaardigden houdt denzelfden dag eene zitting.
Het schjjnt zeker dat lord Kitchener in
eigen persoon de nieuwe expeditie tegen den
Mahdi zal leiden.
De Koninginnen te Potsdam.
De correspondent van de »N. R. C." seint:
Nadat ik herhaaldelijk gewaagd heb van
de lieve bloem versieringen in de kamers van
de Koninginnen en op de keizerlijke tafels
te jharer eer aangebracht, wil ik bjj wijze
van afwisseling voor de meer materialistisch
gezinde naturen onder mijne lezers ook eens
de lijst van de gerechten beschrijven die
vanavond bij het afscheids-galadiner aan de
Koninginnen werden aangeboden.
jongere „Toen hij met een bakje rondging,
gaf Suzanna hem geld, en toen zeide hij
het. Laat ons ook naar Weissensee rijden!"
„Milly ook naar Eisseusee," snapte het
kleine meisje.
„Neen, neen, wij nemen een rijtuig en
gaan naar huis," zeide Sabine. „Maar, Mil-
iy, je hoed staat heelemaal scheef op je
hoofd!"
Vol teederheid knielde zij neer om den
hoed van de kleine meid wat rechter op te
zetten. Het was een bekoorlijk tooneel, de
moeder haar dochtertje zoo te zien opknap
pen.
Arnold had een zonderling gevoelhij
verbeeldde zich, dat zij hier nog eenige
oogenblikken bleef dralen, opdat haar kin
deren nauwkeurig door lrem gadegeslagen
zouden kunnen worden, opdat hij getuige
van haar moederlijk geluk zou kunnen zijn.
Het kwam hem voor, als wilde zij toonen,
hoe rijk zij nog was, hoeveel het noodlot
haar nog had laten behouden.
Hij zou wel naar liaar toe hebben willen
snellen om haar daarvoor vol vurige dank
baarheid den kleederzoonr te kussen.
Ja, dat was een groot moederlijk geluk,
twee zulke kinderen te hebben! De knaap
zal zoo wat vijf a zes jaren oud geweest zijn.
Zijn gezichtje was fier, zijn. uitzicht donker,
zijn houding zelfbewust. Het meisje telde
hoogtens drie jaren en keek uit groote,
mooie oogen schuw en nieuwsgierig in de
rondte.
Voor de jonge dame had Arnold geen
blik.
Sabine stond op.
Op het menu, dat volgens gewoonte met
de vereenigde wapenschilden van den Keizer
en de Keizerin, door engelen gedragen, ver
sierd was, waren onder het hoofd Kaiserliche
Abendiafel de volgende gerechten opgesomd
in Duitsche schrijfletters: Bouillon op konink
lijke wijs, Zalmforellen, Hamburgsche ham
met groenten, Reelapjes met truffels, Brus-
selsehe kippen met vruchten en salade, Vanil-
lebombe, Kaas, Nagerecht. Wat daarbij aan
edele wijnsoorten werd rondgeschonken, moge
iedeis cuünarische verbeeldingskracht naar
eigen behoefte zelf aanvullen.
Tegen half elf was het diner ten einde
er namen aan deel de reeds gisteren ver
melde hooge personages, onder wie de beide
zoons van den prins-regent Albreoht, prins
Frieirich Heiniïch en Joachim Albrecht.
Verder hertog Albrecht van Wurtemberg,
prins Bernhard Heinrich van Saksen-AVeimar
en prins Chiodwig van 'tlessen, prins Wil
helm en prins Victor van Wied, benevens
de verdere familie Wied, de gezant van Tets
en zijn vrouw, de raad van legatie baron
Sweerts en de secretaris van de legatie baron
Weideren Rengers met zijn vrouw. De oude
rijkskanselier Iloheulohe was er ook, evenals
de staatssecretaris Bülow en verder waren
er allerlei hooge militairen en waardigheids
bekleders uit de naaste omgeving van de
vier Majesteiten.
In de jaopis-zaal \an het Neue Palais, die
een soort van spiegelgalerij is, ingelegd met
kostbare steenen, was de tafel opgeslagen,
die een schat van zwaar zilver torste. Het
waren rijk met figuren versierde pronkstuk
keu met allerlei gestalten uit de fabelwereld
van goden en dieren, een bruiloftsgeschenk
van Pruisische steden aan de Hohenzollerns.
Zij waren onderling vei bonden door sierlijke
slierten van kleine witte bloemen.
Het vei trek van de Koninginnen is bepaald
op morgenochtend halftien van Potsdam.
Ongetwijfeld zal de keizer wedetom zelf zijn
gasten naar de spoorwegcoupé brengen. Van
den keizer gesproken, te Potsdam, waar aller
lei geruchten geloop en hebben, houdt de
dameswereld zich oa. bezig met de vraag,
of de Keizer de Koningin na den doop heeft
gekust. Het is niet enkel de kwestie van een
handkus, maar of hij volgens het oude doop-
gebiuik wegeus het gemeenschappelijke peet
schap reeds heeft gebiuik gemaakt van het
benijdenswaardige voorrecht, om zijn bekoor
lijke rnedepeet voorlaan hartelijk op de wang
te mogen kussen, wat velen dadelijk na den
doop willen gezien hebben en andere be
twisten.
Dan liep nog bovendien een ander gerucht
volgens hetwelk de Koningin gisteren bij haar
rijtoer naar Sanssouci onderweg met haar
rijtuig in een moerassige plaats is vastge
raakt en voor een gedeelte moest terugwan-
delen, maar dadelijk een goed woord gedaan
had om te zorgen dat de koetsier, die geen
schuld had, niet gestraft werd. Weikeljjk
deed de Koningin gisteren een wandeling in
een groen wundelcostuum en werd zij door
verschillende wandelaars herkend en gegroet.
Nog meer liepen echter achteloos voorbij,
zonder iu de ongedwongen opwandelende
dame met den hoogen officier, die haar toe
gevoegd was, aan hare zijde de jonge Ko
ningin te herkennen.
Evenzoo beweren verschillende Potsdam-
scbe vroegopstaanders Zondag op een uur,
waarop de meeste Potsdammers nog te bed
„Komaan nu," zeide zij en nam de kleine
bij dc hand.
„Och, laat ons eerst nog naar papa gaan,"
smeekte de jongen. „Misschien staat hij wel
weer op!"
„Papa slaapt voor altijd," zeide Sabine
zacht, en het kwam Arnold voor, alsof zij
naar hem keek.
„Maar vrouw Schulze zegt, dat de doodeu
weer opstaan," beweerde de knaap en
trachtte zijn moeder naar- heb graf mee te
tronen.
„Eenmaal op den jongsten d'ag," ant-
woordefde de jonge dame in plaats van de
moeder.
„Wanneer is dat?"
„Dat zal je. allemaal later wel te weten
komen."
„Ik zal het thuis dadelijk eens nazien.
Vrouw Sohulze heeft nog een onden alma
nak van hot vorige jaar. Daarin kan men
alle dagen vindenmama's verjaardag en
den mijnen en Kerstmis en alles," ver-telde
de knaap.
Aan de hand van do jonge dame liep
hij al pratende vooraan.
Juist kwam er een familie in rouwge
waad aan, verscheidene personen, die
kransen droegen, met gesluierde en behuil
de gez.ichten.
Sabine zag zich genoodzaakt, met haar
dochtertje een weinig op zijde te .gaan, om
voor de rouwdragenden eerbiedig plaats to
maken.
(Wordt vervolgd.)