üIt de pers. L f 1^ BDOïENLAm Uit de Staatscourant. MAASSLUIS. Gemeenteraad. y? 4 4i gij uwen broeder geeft. Nu ben ik in betere positie, ga nu uw eigen huis uit, dat ik uw plaats inneem"? 'tls te dwaas! En dat doen toch de En- gelschen, en gooien er nog een mooien man tel over, en voegen er bij„Doch wij willen edelmoedig zijn; gij kunt ook blijven, doch als mijn mindere, onder mijn bestuur. De weelde van een eigen opinie moogt ge u niet meer veroorloven; wij stellen voortaan wet ten, en regelen en besturen alles. Van nu af zijt g ij de Uitlanders; want uw vroeger thuis, Transvaal, is ingenomen door die eens uw gasten waren, doch nu gastheeren zij», terwijl gij dankbaar hun plaats moogt innemen". Alles heel aardig, alleen een weinigje scheef in verhouding doch (we zeiden 't reeds) op kleinigheden zien de Engelscheu immers niet? 't Eenige neutrale blad heeft de uitgaaf moeten staken en zal worden vervolgd voor hoogverraad. Hoe vleiend voorJHare Majesteit! Neu traliteit is raad tegen Vorstin en Land. Laten wij dankbaar, innig dankbaar zijn, dat onze Vorstin er anders over denkt. Transvaal. In de »N. R. C." schrijft de heer dr. A. W. van Geer, rector van het gymnasium te Dordrecht, in antwoord op het artikel van generaal den Beer Poortugael het volgende Hoogverraad! Ver- of er door haar bij andere mogendheden op arbitrage is aangedrongen, ofonze diplomatie tracht te weten te komen, wat er tusschen de kabinetten van Londen, Berlijn en Lissa bon gaande is. En is werkelgk door onze geëerbiedigde Koningin een schrijven tot Koningin Victoria gericht? Nu het gewone middel om door een inter pellatie van de regeering een antwoord uit te lokken, tot 24 October a. s. onbruikbaar is, had dan het ministerie in dit geval niet door een officieus entrefilet in een of ander blad de natie, zonder in bijzonderheden te treden of zich aan onbescheidenheid schuldig te maken, op de hoofdpunten kunnen inlich ten? Is het goed de natie te onthouden, wat zij zoo vurig weten wil? Zoo ook zien wij tevergeefs naar het be richt uit, dat een of twee onzer beste krui sers order hebben ontvangen koers te zett»n naar Lorenpo Marquez, om toe te zien dat de neutraliteit aldaar strikt worde in acht genomen. 01 laten wij dit na om Engeland te ontzien? Wanneer personen met meer ervaring en kennis op het netelige gebied der politiek dit vorderen, zoo kunnen wij niet anders dan ons buigen. Zoo oppervlakkig echter zou ik geneigd zgn te meenen, dat eene natie, al is zij ook klein, op weg is haar recht op een zelfstan dig volksbestaan te verbeuren, zoo het in moeilijke tijden haar hoogste streven is, het laaghartige onrecht, haar broeders aangedaan, te ontzien en werkloos te staren naar den worstelstrijd van een broedervolk. In uw blad van 20 Oct. komt een stuk voor, getiteld nde Boerenstryd", van de hand van den luit.-generaal den Beer Poortugael, waarin de geachte schrijver verklaart niet te begrijpen, ndat menschen met gezond ver stand willen dat onze regeering zich aan het hoofd stelle van en het initiatief neme tot eene beweging bij andere mogendheden tegen Engeland". Op gevaar af van een brevet van geestelijk onvermogen van den inzender te ontvangen, waag ik het in deze niet geheel zgne meening te deelen. Een beweging tegen Engeland, als het ware een stille coalitie, neen, dat niet, maar wel een beweging van onze regeering uit gaande om bg de mogendheden met klem aan te dringen op de toepassing van een overeenkomst, die voor eenige weken in onze eigen hoofdstad in beginsel is aangenomen de arbitrage. Zijn wij niet de aangewezen natie om dit te doen? Welke natie staat dan nader aan een der oorlogvoerende par tijen Welke natie voelt na de Transvaalsche dieper het schandelijk onrecht, door Enge land gepleegd Voor dat gevoel hoeven wij ons allerminst te schamen. Het welt uit edele bron en heeft niets gemeen met Jin goïsme. Het is hetzelfde gevoel van gekrenkt recht dat onlangs gansch Europa tegen Frankrijk op de been bracht. Wjj kunnen er uit zien, dat het zedelijkheidsgevoel God dank hoe langer hoe meer een macht wordt, ook in de politiek, waarmede rekening dient te worden gehouden. Maar ook afgezien van deze hoogere be ginselen zijn er ook practische redenen, die va. i. ons dwingen om, binnen de grenzen der neutraliteit, alle middelen, dus ook die der diplomatie, in het werk te stellen om Transvaal en Vrjistaat van dienst te zijn. Het gaat hier toch om de opkomst of de vernie tiging van onzen stam in Afrika. Want zij zijn van ons bloed, en wij mogen er trotsch op zijn dat zg zijn van ons bloed. Het gaat om onze taal. Het gaat om onze belangen. Wint Engeland, dan zal in de toekomst voor ons een ruim veld in de Boerenrepu blieken gesloten zijn voor kolonisatie van onze overtollige bevolking, die wil werken. Hierom wil het mij voorkomen, dat het minder juist vaa den heer den Beer Poortugael geraden is, om onze regeering buiten deze zaak te houden. Zou de geachte inzender zelf het kunnen goedkeuren, zoo het bleek aan het einde van den krijg, dat door onze regeering niets was gedaan Zou dit zijns inziens voor haar de beste behartiging zijn van onze belangen, angst vallig iedere moeilijkheid te ontwijken, zon der een enkele poging tot redding van ons broedervolk Ik geloof dat zulk een ministerie met een zwarte kool in 's lands geschied- boeken zou gemerkt staan. Voorzichtigheid is geboden, geen angstvalligheid. Niet hierop komt het aan dat ons land ongeschonden uit deze crisis gerake, maar hoe het, zon der zp dierbaarste en beste ge voelens prijs te geven, er uit te voorschijn komt. In 't algemeen zou ut. i. de taak onzer diplomatie wellicht zoo kunnen worden om schreven, dat zij in't belang van Transvaal en Vrijstaat zoover ga, als mogelijk is, zonder een oorlog voor ons te doen ontstaan. Uiterst zwaar en veelomvattend is nu haar taak, maar voor een deel heeft zij het in haar macht te maken, dat de natie haar dankbaar zal zijn voor hare pogingen. Al zal zij menig maal het hoofd stooten, geen valsche schaamte mag haar weerhouden om opnieuw te begin nen. Wat heeft onze diplomatie tot nog toe gedaan Niet de minste reden, laat staan dan recht, hebben wij om haar werkloosheid te verwijten, maar wel hebben wg een andere grief dat zij namelijk het Nederlandsche volk van haar doen en laten onkundig houdt. In de troon rede, toen, al was de oorlog ook nog niet uitgebroken, voor ieder onbevangene Knge- lands streven en doel zeer duidelijk was, toen duizenden uit ons land het Engelsche volk hadden gevraagd om recht; geen woord over den dreigenden oorlog, maar wel kon men er in lezen dat de verhouding tot alle mogendheden ïzeer vrieridschappe- 1 ij k" was. En ons heele volk dan, dat gloeide en gloeit van verontwaardiging over den perfiden Britl Na de troonrede: duisternis. Wij hoop ten op de verschijning van een Oranje-boek, om daaruit in groote omtrekken te vernemen of er stappen door onze regeering tot be middeling bg die van Engeland zijn gedaan Arbeiderspensionncering. In den zomer van 1898 verscheen het Verslag der Staatscommissie over het vraag stuk der verzekering van looDtrekkenden tegen de gevolgen van invaliditeit en ouden dag, in welk verslag de invoering van zoodanig verzekeringstelsel in beginsel werd wensche- lijk geacht, doch de toepassing van dit be ginsel op de door de Staatscommissie voor- loopig aangenomen grondslagen niet raadzaam werd geoordeeld, zoowel wegens de hiervoor vereisehte hooge staatsbijdrage als op andere gronden. Uit de houding, hierop door de regeering ten aanzien van deze zaak aangenomen, viel niets af te leiden, noch of zij van de verwe zenlijking van het denkbeeld afzag, noch of zij zou besluiten tot de uitwerking van een wetsontwerp, steunende op de voorloopig aan genomen grondslagen der Staatscommissie noch eindelijk of zij tot een ernstig nader onderzoek zou overgaan. In dien stand van zaken besloot het be stuur der Liberale Unie het vraagstuk aan een nader onderzoek te onderwerpen en te dien einde werd uit zijn midden een com missie benoemd, bestaande uit de heeren mr. E. Fokker, mr. J. Kruzeman, mr. W, L. P. A- Molengraaf! en J. W. C. Teilegen. Aan deze commissie werd de opdracht ge geven een praeadvies over het vraagstuk samen te stellen, dat tot grondslag zou kun nen strekken voor beraadslagingen m de alge meens vergadering der Liberale Unie. Thans is dat rapport, getiteld nVerplichte verzekering van Loontrekkenden tegen de gevolgen van Invaliditeit en Ouderdom" ver schenen. In een voorwoord zeggen de rapporteurs: In heb begin van dit jaar werd door ons uw opdracht aanvaard, het vraagsbuk der verplichte verzekering van loontrekkenden tegen de gevolgen van invaliditeit en ouder dom aan een onderzoek te onderwerpen en de uitkomst onzer bevindingen in een rap port neder te leggen. Teneinde met vrucht werkzaam te kun nen zijn, hebben wij ons aanstonds in ver binding gesteld met een wiskundige, dr. W. A. Poort te Middelburg, wiens inlichtingen en adviezen ons bij onzen arbeid van veel nut zijn geweest. Wij hebben thans de eer U ons rapport aan te bieden. De samenstelling van dit ge schrift vorderde geruimen tijd. Dit werd, behalve door de vele moeilijkheden, welke het onderwerp zelf oplevert, ook veroor zaakt door de nieuwe gegevens, die ver schaft werden bij de herziening der Duit- scho wet op de invaliditeits- en ouderdoms- verzekering, welke in den loop van dit jaar is tot stand gekomen. Konden de deskundi gen der Staatscommissie slechts gebruik maken van de Duitsche gegevens tot 1897, sedert verschenen, ter begeleiding van het wetsontwerp, nieuwe Denkschrifte „betref fend die finanzielle Entwicklung der Invali- ditats- und Altersversicherungsanstalten und der zugelassenen Kasseneinrichtungen' en .jbetreffend die Hólie und Verthedlung finanziellen Beiastung aus der Invali- denversicherung", terwijl ook heb ontwerp Zelf en zijn Memorie van Toelichting op vele punten, de Duitsche wet betreffende, nieuw licht deed opgaan. Sommige beschou wingen, welke men in hot Verslag der Staatscommissie en in de daarbij behooren- de Bijlagen aantreft, zijn door de verschij ning dezer nieuwe Duitsche stukken als reeds verouderd aan te merken. Dit noopte ons tot nieuwe studie, welke, hoewel zij de verschijning van het rapport vertraagde, on zen arbeid vruchtbaarder- deed zijn. Onze baak heeft zich als vanzelve in vier onlderdeelen gesplitst. Vooreerst hebben wij gemeend, een korte historische beschouwing over het vraagstuk te moeten leveren (Hoofdstuk I) en vervolgens een kritische bespreking van het Verslag der Staatscom missie, teneinde dan te toonen, wat nu naar onze meening ten aanzien van de invoe ring der invaliditeits- en ouderdomsverzeke- ring in Nederland als vaststaande is aan te merken en wat nog te overwegen en te be slissen overblijft (Hoofdstuk II). Toen dit onderzoek ons had geleerd, dat een goede oplossing van het vraagstuk het best te bereiken zal zijn, indien men het premie-stelsel en de voorloopige grondslagen der Staatscommissie niet onveranderd over neemt, meenden wij dat een uitwerking van het aldus ontstaande stelsel geraden was (Hoofdstuk IH). Ter richtige beoordeeling van het derde gedeelte van ons rapport was het wensche- lijk een -wiskundige nota te doen samen stellen, bevattende de nadere uitwerking van het door ons, in overleg met onzen des kundigen adviseur, ontworpen plan. Met de bewerking van deze nota heeft dr. Poort zich welwillend belast. Heb is evenwel niet mogelijk gebleken deze nota, welke veel moeite en zorg vereischt, tijdig gereed te hebben. Aangezien ons rapport naar onze meeuing ean beteekenis en actualiteit aan zienlijk zou verliezen, indien zijn publicatie nog langer werd uitgesteld, besloten wij ons geschrift thans aan te bieden, in de verwachting dat de wiskundige nota over eenigen tijd zal kunnen volgen. Dit scheen ons ook om deze reden verdedigbaar, dat wel is waar de geldelijke uitkomsten van het stelsel, dat wij ontwierpen, eerst uit de nota nauwkeurig zullen worden ge kend. doch dat het stelsel, ook zonder die nota, in zijn hoofdlijnen duidelijk is en de omstandigheid, dat hierbij een aanzienlijk geringere staatsbijdrage zal worden ver eischt, in het algemeen niet kan worden be twist. Wij zijn er ons echter van bewust dat wij, ook indien de wiskundige nota later bij ons rapport gevoegd wordt, het vraag stuk nog niet tot in alle onderdeelen vol 'ledige oplossing zal hebben gebracht. Van 'n particuliere commissie, vooral van een, wer kende voor een politieke vereeniging als de Liberale Unie, kan zoodanige arbeid ook niet worden verlangd. Het was slechts ons doel, de algemeene richting aan te geven, in welke de oplossing naar ons oordeel kan worden gevonden. Indien men ons rapport opvat in deze algemeene strekking, geloo- ven wij het te mogen aanmerken als een niet ondienstig materiaal voor de verdere behandeling van het vraagstuk. Wij hebben gemeend, dat door opbouwende kntiek, als ui ons rapport geleverd wordt, de zaak der invalide en bejaarde loontrekkenden in Ne derland heb best zou worden gediend. Moch ten onze beschouwingen bij uw vereeniging eenigen bijval vinden, en haar aanleiding geven opnieuw en krachtig aan te dringen op invoering van een pensioenstelsel ten on zent, dan zullen wij den arbeid, aan het rapport besteed, ruimschoots beloond ach ten. De resumtie harer conclusies luidt als volgt ïgen der Staatscommis sie hebben aangetoond, dat voorziening in het lot van invalide en bejaarde loontrek kenden noodzakelijk is en, zonder inmen ging van den Staat, niet te verkrijgen. 2o. Verplichte verzekering moet 't meest aanbevelenswaardige middel worden geacht, om tot deze voorziening te komen. 3o. De beteekenis dezer verplichte verze kering ligt niet zoozeer in de verzorging van den ouden dag, dan wel in de verzor ging in geval van invaliditeit op welken leeftijd ook, met dien verstande echter, dat liet bereiken van een bepaalden Jioogen leef tijd met invaliditeit worde gelijk gesteld. 4o, Het onderzoek, door de Staatscom missie ingesteld omtrent het te volgen pre mie-stelsel en de grondslagen van een stel sel van verzekering, is onvolledig en gebrek- kig geweest, waartoe haar eigenaardige sa menstelling veel heeft bijgedragen. 5o. De invaliditeits- en ouderdoms-verze- kering zou echter, bij behoud van de in de Staatscommissie voorloopig aangenomen grondslagen en van het gevolgde premiestel sel, niet meer behoeven te kosten dan de door haar genoemde som van 196 mill, in eens of 7 a 8 millioen per jaar gedurende 50 jaren, benevens f 810,000 jaarlijks voor altijd, en het is zelfs waarschijnlijk te ach ten, dat deze bedragen niet ten volle zou den worden vereischt. 6o. Door de aanvaarding vana, een an der premiestelsel, b. een and'ere regeling betreffende het tijdperk der Staatsbijdrage en c. eenige andere maatregelen kan een stelsel voor deze verzekering worden ont worpen, bij hetwelk een veel geringere jaar- lijtksche Staatsbijdrage wordt vereischt. 7o. In ieder geval zal echter door den Staat gedurende een reeks van jaren een bijdrage van eenige millioenen zijn te ver- leenen. 8o, De toestand onzer Staatsfinanciën en van ons belastingwezen kan geen ovenwe- end bezwaar opleveren tegen het verleenen van oen zoodanige bijdrage. De denkbeelden deT commissie sub 6 aan gestipt, naderen die van heb plan Greve c. s., dat hij het rapport der Staatscommis sie is gevoegd. Wat de Staatsfinanciën betreft, geeft de commissie in hoofdtrekken aan, wat zou kunnen worden gedaan om meer inkomsten te kunnen verkrijgen. Zij zouden die in de eerste plaats willen vragen van de invoer rechten, onder vrijlating, altijd van eerste levensbehoefte», en grondstoffen; dan van de successierechten door verhooging van het recht in de rechte lijn en een zekere pro gressie, zoowel naar de grootte van het ge- erfde deel, als in verband met het vermo gen, dat de erfgenaam reeds bezit; in de derde plaats door verhooging van accijnzen op wijn en gedistilleerdeindelijk door ver beteringen in de heffing der vermogensbe lasting, bestaande in grooter progressie, een anderen maatstaf van berekening van on roerend goed. en opneming van goederen in de doode hand. Transvaal. Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat ook de Hollandsche marine onze vlag zal vertoonen in de Delagoabaai, waar reeds Duitsche en Engelsclie oorlogsbodems zich bevinden. Men vermoedt dat liet oorlogschip Fr i es- la n d, thans in Oost-Indië, daartoe is aan gewezen. (iD,") Wjj vernemen, dat door een der leerlingen van de H. B, S. met 5-jarigen cursus te 's-Gravenhage het initiatief is genomen de leerlingen der H. B. S. en gymnasia in ge heel Nederland op te wekken om ieder éen gulden af te zonderen, ten einde door de opbrengst 1 iervan het comité van het Roode Kruis in staat te stellen een ambulance naar de Transvaal te zenden, onder de leuze nde nasia in Nederland" en dit hoofdzakelijk uit deernis met hun makkers in de Transvaal, die reeds op jeugdigen leeftijd hun vaders in den krijg volgen. De ministers van Justitie en van Water staat, Handel en Nijverheid verleenen de volgende week geen audiëntie. De Koninklijke goedkeuring is, naar men ons meldt, verkregen op de statuten van den Bond van Nederlandsche Industriëelen Handelslieden. en Uit het jongste jaarverslag van het Ne derlandsche Genootschap „Christelijke Hei- liging van den Zondag", blijkt onder meer dat de preekverspreiding ook nu geregeld voortging. In 1898 werden verzonden 427,028 exemplaren, zijnde 17,456 meer dan ten vorigen jare. Da toestand van de kas is niettegenstaande de vele uitgaven bevredi gend. Toch wordt uitbreiding van het aan tal leden en abonné's noodzakelijk geacht. Men seinde ons gisteren uit Amsterdam Het stoffelijk overschot van den heer Bou man werd heden door vele vrienden en leerlingen uitgeleide gedaan naar de begraaf plaats nZorgvlied". Aanwezig waren dearrondissements-school opziener, de heer Boellaard, de voorzitter der plaatselijke schoolcommissie IJzerman, prof. Sprayt en mr. de Koning, oud-wethouder van onderwys. Aan het graf werd de nagedachtenis van dea ontslapene gehuldigd door den heer Meijer, tegenwoordig directeur der Kweek school, en de heeren Den Hertog, Voorthuy zen, voorzitter van het levensverzekerings- vaD het N. O. G. Dr. Hülsmann sprak namens het Nederl. Schoolmuseum; namens de leerlingen de heer Thyssen. Een zoon van den overledene dankte voor de betoonde eer. gezamenlijke leerlingen van H. B. S. en gym- meente een tegemoetkoming van f 3000 di» m-j—i--j» j:. i.„„m.,„i,oI,':l- I zij alsnu uit eigen beurs zal moeten biïn sen. De heer D i r k z w a g e r kan zich bii to besluit niet neerleggen. De oorzaak van d verzanding onzer haven aan de rnondu»t te wijten aan werken door heb Rijk opi rivier uitgevoerd en het gaat niet aan d! gemeente voor de kosten daaruit voort vloeiend, alleen te laten opkomen. Spr mi bij provincie en Rijkswaterstaat zookZ aanhouden totdat men eindelijk toegeeft De heer.v. d. Spek zegt, dat waaMef een commissie ter audiëntie gaat bij den Minister van Waterstaat en Z.Exc! den toestand bloot legt, hij niet twijfelt of nas zal de gevraagde subsidie opnieuw veriee. nen, doch wil daarmee liever wachten tot dat een nieuwe burgemeester zal zijn be- noemd. Verder is alsnog ingekomen een schrijven van den heer A. Sonneveld, daarbij kennis, gevende dat hij zijn benoeming tot ambte naar van den Bnrgerl. Stand niet aanneemt Van C. JStal e. a., een adres om maat regelen te willen treffen waardoor de con- cessionaris van de gasfabriek wordt gedvon gen tot het leveren van beter lichtgas dan thans geschiedt. Ook wordt verzocht geen gebruik te maken van de door den conces sionaris voorgestelde straatverlichting met gasgloeilicht, nu daaraan verbonden is een verlenging der concessie met tien jaren het geen zij niet achten in het belang der meente, die daardoor zooveel langer verste- ken blijft van de vooruitgang op het gebied der verlichting. De Voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in handen van de commissie die belast is met het uitbrengen van advies in zake het adres van den concessionaris der gasfabriek om verleniging der concessie op zekere voorwaarden. De vergadering vereenigt zich hiermede. De heer v. d. D o 11 merkt op, dat eeni gen tijd gelegen een der leden van die com missie een crediet heeft gevraagd van f 200 ten einde daaruit de kosten van onderzoek te kunnen bestrijden, doch heb Dag. Be stuur vond geen termen dit verzoek toe te staan. Nu onderzocht zal moeben worden of de motieven in dit adres gegrond zijn, acht hij een crediet nog meer noodzakelijk en zou dan ook bij den Raad willen aandrin- gen de gevraagde som to verkenen. De Voorzitter merkt op, dat het lid der commissie zijn verzoek richtte tot B. en W„ die geen crediet mochten verleenen zon der daartoe door den Raad te zijn gemach tigd. Nu de qualiteit van het gas zal moe ten worden onderzocht, acht ook spreker het maken van eenige kosten onvermijde lijk en stelt voor, het gevraagde crediet tot een maximum van ƒ200 te verleenen. Conform besloten. Daarna .worden de volgende afschrijvin gen verleend vau hun aanslag in de belas ting op het inkomen, dienst 1899, wegens vertrek uit de gemeente aan J. Lensveld, J. P. Hoboken, A. van der Ham, W. Henne- vaniger, G. Riping, elk 3 maanden, H. Mos terd 4 maanden en W. van den Berg 6 maanden. Aan de orde komt de benoeming van een ambtenaar van den Burgerl. Stand. Bij eerste stemming wordt benoemd de heer D. van Dalen, met 10 stemmen. De heer van Rossen kreeg 2 stemmen, de heer Overman 1 stem. De heer Van Dalen verklaart op de vraag van den voorzitter de benoeming aan te nemen. Alsnu besluit de Raad, zonder hoofdelij ke stemming, evenals het vorige jaar het tractement van den onderwijzer in het handteekenen aan de AmbacMsteefken- school met f 75 te verhoogen met het oog op het groot aantal leerlingen, waardoor genoemde onderwijzer meer lessen moet ge ven. In behandeling komt de begrooting der gemeente, die van het burgerl. armbestuur en der dd. schutterij. Laatstgenoemde wordt onveranderd goed gekeurd. In de begrooting van het burgerl. armbestuur stelt de commissie voor, een post met 50 te verminderen, hetgeen nog al eenige discussie uitlokt. De heer Dirkzwager is vóór het be houd van den post omdat hij als lid van het Armbestuur overtuigd is, dat de voor gedragen sommen zoo zuinig mogelijk zijn genomen en bepaald hoog noodig zijn. De heer Doelman vereenigt zich met het advies van de commissieheb doet spre ker genoegen te bemerken dat, al is de voor gestelde vermindering gering, dat toch eea stap is in de goede richting. De heeren weten hoe spreker over dit punt denkt. Armenzorg behoort thuis hij Kerk- en Armbestuur, doch moet niet uit de gemeentekas betaald worden. De heeren Dirkzwager en J. Sonneveld breken nog een lans voor heb armbestuur en betreuren het dat de armen van de vermindering de dupe zulle® zijn. De heer Doelman antwoordt hierop dat hij de armen die 50 gaarne gunt, mMf zij moeten uit een andere zak komen, niet uit de gemeentekas. Na nog eenige discussie wordt de poet m rondvraag gebracht en met 7 tegen 6 stam men aangenomen zooals zij door het armbe stuur is voorgedragen, waarna de geheel® begrooting wordt goedgekeurd. Vervolgens komt aan de orde de begroe ting der gemeente. Te beginnen met de int gaven worden de posten door den secretary voorgelezen en bij die waarop de commissie aanmerkingen heeft, stilgestaan. De commisie stelt voor een achttal pos ten te verminderen tot een totaal bedrag van 1455 Bij Kon. besluit is benoemd bij het wapen der genie, tot luitenant-generaal, de generaal- majoor I. J. H. Gijsberti Hojenpgl, inspec teur van het leger. Bij Kon. besluit is benoemd tot reserve tweede-luitenant by het wapen der infanterie, en wel bij het 5e Regtde vaandrig A. J. A. Bake, van genoemd korps. Bg Kon. besluit is de heer J. G. Rebello Horta erkend en toegelaten als consul van Brazilië te Rotterdam voor Nederland. Bij Kon. besluit is benoemd tot commis saris van politie te Rotterdam, J. Don, thans hoofdinspecteur van politie aldaar. Bij beschikking van den Minister vau Marine worden: 1o. met 1 Nov. a.s. de inge nieur 2e kl. Jhr. M. Rappard, geplaatst bij s Rijks werf te Hellevoetsluis, gedet. bij het Depart, van Marine en toegevoegd aan den inspecteur van 's Rijks stoomvaartdienst2o. met 1 Dec. a. s. de ingenieur 2e kl. J. van der Struyf en de adspirant-ingenieur M. A. Cornelisseu, beiden geplaatst bij 's Rijks werf te Amsteidam, icsp. overgeplaatst naar 's Gra- venhage en toegevoegd aan den directeur van scheepsbouw en naar 's Rijks werf te Hellevoetsluis; 3o. met 1 Jan. as. de inge nieur 'le kl. jhr. H. Rappatd, geplaatst te sGravenhage en toegevoegd aan den direc teur van scheepsbouw, eervol van zijn tegen woordige werkzaamheden ontheven en over geplaatst naar 's Rijks werf te Willemsoord, en de ingenieur 2e kl. jhr. C. Rappard, ge plaatst bij 's Rijks werf te Amsterdam, over geplaatst naar Rotterdam en toegevoegd [aan den directeur van scheepsbouw. Met iugang van alhier toegelaten als dezer gemeente. 23 dezer is J. Terwee volontair ter secretarie BURGERLIJKE STAND. Ingeschreven van 12 tot 19 October Ondertrouwd: Cornelis de Bloois, 22 j. en Johanna Berk hout, 23 j. Willem Rodenburg 25 j. an Anna Buitelaar, 25 j. Johannes Cornells Schepen, 21 j. en Sara Quispel, 22 j. Pieter Jacobus Ort, 25 j. en Arendje van tWout, 23 j. Gehuwd J. W. S. v. d. Reijden en M. J. Boogaarts. Geboren x Cornelis, zoon v. J. Booster en K. de Man. Johan, zoon v. C. Dekker en A. Binnen dijk. Cornelis, zoon v. J. Jordaan en M. d. Slik. Francina, dochter van K. Stolk en K. Berkhout. Maarten, zoon v. N. v. d. Slugs en N. Noordhoek. Overleden: Johannes Kiinge, oud 51 jaar, echtg. van Joh. Stolk. Jan Dirk Deelen, oud 19 jaar. Zitting van Vrijdag SO October 1899. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer Luijendijk, oudste wethouder en loco-burgemeester. Na opening' der vergadering worden de notulen van het verhandelde in de vorige vergadering gelezen en onveranderd, goed gekeurd. Ingekomen zijn Afschrift van het Kon. besluit van 12 Sept. 1899, waarbij den heer G. Ripping eervol ontslag is verleend als burgemeester dezer gemeente, met ingang van 20 Sept. jl. Van Ged. Staten is goedgekeurd terug ontvangen de Gemeenterekening over 1898. Van hetzelfde college, bericht dat, met het oog op den gunstigen financieelen toe- In het antwoord van B. en W. rapport der commisie stelt het op het gevonden om voorstellen te .doen in zake de subsidie voor het haggerwerk in de haven alhier. De V oorzitter licht toe dat het Da- gelijksch Bestuur hierop een nader schrij ven aan Ged. Staten heeft gezonden om dit college op zijn besluit te doen terugkomen, dooh tevergeefs. Hierdoor verliest de ge- den enz. te verhoogen met 500, door de commissie voorgestelde, nog ee» 5-tal posten van uitgaaf te verminder611» waardoor een voordeel wordt verkregen van 3137.50 en hiermede te dekken het bedrag ad f 3000 dat als subsidie van Rijk en Pro vincie onder de inkomsten is opgenomen- Bij den post „onderhoud van straten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 6