=- 53'<c Jaargang. 53 Zaterdag 28 October 1899. No. 10075. Tweede Blad, Acm de Transvalers. ENGELSCHE BRIEVEN. BINNENLAND. li *T Vlij, 'an Lis. sterdam, °mschip naar tiis- uit de rs. t., zon- 'eering, 10— SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Sehiedam en Vlaardingen fl. 1.25, Franco' pgr post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstroat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12!/z cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde leleine advert en li Vu. opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon ]Vo. 133. Vooruit! met God vooruit! Uw heilig recht [verdedigd 1 Dat 'sluipaards ijz'ien klauw, met ruw ge- [weld vertrad. Neen broeders, zulk een smaad, wordt nooit [door U geleden En wil de vijand stout Uw recht, Uw erf [vertreden God en uw buks verhoede dat. Vooruit 1 met God vooruit, moog d'overmacht [U dreigen Rechtvaardig is Uw zaak, dit geve U moed [en kracht. 'tBeschnafd heelal zal wis Uw vrijheidszucht [vereeren Ja zelfs de vijand zal Uw stoute daan tvaar- [deeren En hulde brengt U 't nageslacht. Vooruit! met God vooruit! Dat Zege uw [strijd bekrooue Door koene niet alleen, maar ook door vrome [d'.Van. Nauw is de strijd voleind, of hulp verleent [ge aan allen Hetzij ze aan 's Vijands heir of 't Uw' zijn [gevallen, De Aarde ziet uw strijd bewond'rend aan. S. v. d. Voet Van onzen correspondent.) LONDEN, 26 October. Wel mag de prediker van den kansel het goud noemenhet slijk der aarde doch zijn macht kan hij het niet ontnemen. Zien wij niet dagelijks het oude, banale spreekwoord bewaarheid dat zegtïHet goud dat stom is, maakt recht wat krom is." »Geld" zegt de Israëliet, en velen met hem, sis de ziel van de negotie". En bleef het daar maar bij 1 doch liet is helaas ook de ziel, de oorsprong van veel kwaad en vele ongerechtigheden. Wat is deze oorlog in Transvaal anders dan een moord op groote schaal, om der wille van het goud? Doch zij, die ten strijde trekken, weten dit niet daar hebben Rhodes en Chamberlain wel .voor gezorgd. ïGeld is machtig," en Rhodes en Chamber lain, weten dit maar al te goed. Op de macht van het goud rekenden ze in hunne lage plannen, en zij misrekenden zich niet. De grootste bladen, de leiders van het volk, lieten zich omkoopen door goud en thans wordt bet volk misleid, en roept om wrake voor nooit bedreven misdaden I liet verheugde zich over de vermeerdering der nederlagen der Boeren, en de heden ontvangen tele grammen, die stellig reeds een dikken mantel van verzachting om hebben, veroorzaken woede en teleurstelling. Reuter's speciale dienst seint: Oct.25'99. Klipdam is in de handen der Boeren gevallen. Mr. Ilarmsworth en de assistent magistraat zijn gevangen genomen. Men veronderstelt dat de Boeren nu naar Douglas zullen trekken. Een ander Reuter-teiegram zegtHet escadron huzaren dat de Boeren bij hun vlucht achtervolgde, is geheel gevangen genomen 84 oifficierea en manschappeu. Gisteren Leerschte hier groote ongerust heid over de berichten dat generaal White generaal Yule en zijn manschappen gemist had, doch een telegram van hedenmorgen luidt dat beiden elkaar getroffen hebben. De 3)Daily Mail" publiceert dr. Leyds' opinie dat hy voor zich vast overtuigd is dat de Boeren ten laatste de overwinning nog zuilen behalen. Hij stelt het gevecht van tdencoe, waar hij dit, uit thans door hem ontvangen telegrammen, weet, heel anders voor dan de Engelsche bladen dit doen. Wat «e Engelsche bladen een sordelooze vlucht" noemen blijkt nu een relireeren geweest te zyn in de volmaakste orde. (Hoogst waar schijnlijk een zreculer pour mieux snuter"). Verder, dat 25 Engelsche officieren en fly soldaten gedood zjjn. »En wat de Konink lijke Husaren aangaat", vervolgt dr. Leyds, »die deze bandelooze, onordelijk vluchtende horden van den aardbodem zouden verdelgen, 'ri .®1^saren ken men heel niet terugvin nen 11" (Zooals we nu weten zijn ze allen, te overmoedige Koninklijke Husaren, door 'e vluchtenden gevangen genomen 1) order seint dr. Leyds aan de sllamburger ftchrichten"^Berichten dat de Basuto's lajfer "I6n ^e'^en' ZÜQ tmile leugens en lage - Do nederlaag der Engelschen en het gevan gennemen van het eskadron huzaren verklaart 8 ïüaily Telegraph" aldusnOnze mannen uren te dapper, te voortvarend, in hunne htervolging, zij konden hun) moed niet °omen, We veronderstellen dat ze óf in een hinderlaag gelokt, óf door Boeren laag over vallen zijn." Een niet onaardige uitlegging van liet geval. Dat de Engelsche huzaren tegen den leeuwenmoed der Boeren niet opgewassen zouden zijn, is natuurlijk te belachelijk Daarom geven ze er een eigen eu bijzonde ren draai aan. >De overwinning der Boeren te Klipdam", zegt du ^Chronicle", sbehoeven we volstrekt niet zoo ernstig op te nemen, 't zal wel niets bijzonders blijken te zijn." (Hoe troostend Wij Hollanders zijn zoo vrij er anders over te denken. Borduurden de Engelschen hunne gedeeltelijke overwinningen zoo mooi en schitterend, natuurlijk kunnen zij het die der Boeren niet doen Wij wenscheu dit ook niet, wij verlangen geen opgewonden ver halen, geen sensatieroman we verlangen de waarheid niets minder, niets meer 1 Trof ons in de Engelsche couranten de blufferige eenzijdigheid in het beschrijven d©r overwinningen, dan is daartegenover de wijze waarop ze hun nederlaag te. Klipdam ver bloemen, voor ons een reden te meer om aan te nemen dat de overwinning der Boeren schitterend geweest is. Met luider stemme stelt men het volk gerust. sGeen overheid van Europa", zoo 'uzegt de ^Standard" jizou het durven wagen de Boeren te hulp te komen, want ïzij gevoelen te goed Eugeland's overmacht 1 »En wat de Boeren aangaat, die zijn als was »in onze hand I" Daarom worden er zeker nog steeds troepen gezouden! Daarom vreesde nRhodes en Cham berlain zoozeer de overmacht 1O Engelsche logica 111 De kreten van verontwaardiging die bij de Dreyfuszaak uit alle natiën opstegenlegen Frankrijk, stijgen nu op luider nog dan te voren, want niet één man, maar een heel volk wordt laaghartig onrecht aangedaan. En kan hier, evenals in de Dreyfus-zaak, om politieke redenen, die wij eerbiedigen moeten, geen Staat helpen particulieren in alle janden kunnen dit wel, en doeu het ook. Gelden, ambulances, vrijwilligers gaan uit naar het tooneel van den moord, om de onschuldige slachtoffers te helpen, te steunen en hun leed te verzachten. Gebeden gaan op, overal, gebeden vooi het behoud der kleine onafhankelijke natie, de Afribaanders. Zal het stukje was, in de hand der Engelschen, het begin zij u der evolutie van het groote trotsche rijk? I Welk ook het einde dezer moord moge zijn Chamberlain en Rhodes uw schuld is zwaar 1 Donderend buldert dan ook de stem van duizenden een oordeel tegen die beiden uit. Zelfs in Engeland staal men op en vraagt om rechtspraak over de manuen die den moord begonnen. Sir E. Ciareke en rnr. P. O'Brien roepen om vrede en recht. Zal hun zwakke stem, die pleit voor het goede, over stemmen de krijschende stemmen der jingo- bladen, die wakker schudden het laagste io den meusch en daarop werken met hun vuilen laster en lage insinuaties? Ja I want recht en waarheid zegevieren teu laatste altijd. Staatsbegrooting l'JOO. Aan de algomeene beschouwingen wordt heb volgende ontleend Ofschoon velen hulde braokloa aan de ooto werkkracht van verscheiden leden van het Ministerie, wenden bedenkingen in gebracht ten aanzien van de algemeen© rich ting welke de wetgevende arbeid van dit Kabinet kenmerkt en tegen de wijze van be werking van. verschillende van de ingedien de wetsontwerpen. In de eerste plaats werd door enkelen in heb midden gebracht, dat, al bewezen vele van do gedane of toegezegde voorstellen zich op sociaal gebied', die voor stellen ten eenenmale onvoldoende zijn om in de maatschappelijke nooden afdoende verbetering to brengen. Voor het verkrij gen. eener goede sociale wetgeving wa-s aller eerst radicale hervorming van het kiesrecht noodiig. Door anderen werd betoogd, dat de wet gevende arbeid zich te veel beperkte tot het socialo gebied. Onder de onderwerpen, die dringend wettelijke voorziening eischen be hoort de provinciale wet. En vele leden verklaarden, dat zij zooveel werkzaamheid op sociaal gebied niet ver wacht hadden van een ministerie, voortge komen uit de verkiezingen van 1897, waarin van de zijde der medestanders van het Ka binet de lenzen van anti-protectinisme en anti-clerdcalLsme op den voorgrond waren geplaatst. Ook werd geoordeeld, dat de werkzaamhei(d der Regeering op sociaal ge bied' zich te veel bepaalt tot maatregelen die slechts indirect de redelijk© belangen des volks betreffen, onder betuiging van leedwezen, dat de Regeering niet tracht meer die belangen te behartigen door in diening eener Zondagswet. Ten aanzien van de wijze van. bewerking der ingediende wetsontwerpen, werd door veie leden geklaagd over de onvoldoende voorbereiding. ilecit do Reever uur door ui O O O de jongste Troonrede op een eerugszms on gebruikelijke wijze een beroep te doeu op den ijver en dc toewijding der durten-Gene ra al te kennen wülen geven, dat die ijver en Uie toewijding te weuadicn overlieten en dat de trage gang van den wetgevenden ar beid aan ae Kamer is te wijten, dan wenschte men tegen deze beschuldiging met nadruk op te komen. Van de zijde der Ka mer wordt, gelijk ook blijkt uit de veie om vangrijke verslagen, welke uitgebracht wer den, veei werk gedaan. Evemnin gaat liet aan de schraalheid van don parlementairen oogst in het laatste zittingsjaar toe te sennj- veu aan de wijze van werken der Kamer. De lange duur van de parlementaire voor bereiding van de wetsonUveipen op den leerplicht en werklieden verzekering was voornamelijk het gevolg van de onvoldoen de voorbereiding, waardoor de Kamer veel meer werk had te verrichten dan het geval zou geweest zijn mdien omtrent die voor stellen voorat deskundigen en belangheb benden waren geraadpleegd. Gaat de Regeeriug voort do Kamer te overladen met op onvoldoende wijze bewerk te voorstellen, dan zal het niet de schuld der Kamer zijn indien hij het ©inde der loo- pende wetgevende periode zeer vele toezeg gingen der Regeering onvervuld gebleven zijn. Anderzijds werd betoogd, dat het geen verwondering behoeft te wekken indien de wetgevende arbeid van het Ministerie zich vooral beweegt op sociaal gebied. De Rog. heeft zich op geen ander standpunt ge plaatst dan dat, hetwelk bij de verkiezin gen van 1897 door alle richtingen werd in genomen de noodzakelijkheid van sociale hervormingen. Voorts meende men, dat de Troonrede geenszins de bedoeling had de Kamer van gebrek aan ijver en toewijding to beschuldigen en werden de klachten over onvruchtbaarheid van den wetgevenden ar beid overdreven genoemd. Ook werd aange voerd, dat de voortdurende splitsing in par tijen de vlugge afdoening van zaken belem mert en dat de wetgevende arbeid ook niet zelden schade lijdt door late indiening van onvolledig voorbereide amendementen. De Kamer zou ook meer werk kunnen doen in dien de loden het Kamerlidmaatschap niet combineerden met andere betrekkingen, om welke reden betreurd werd, dat de Grond wet niet meer betrekkingen met dat lid maatschap onvereenigbaar had verklaard. Sommigen achtten den finaneieclen toe stand gunstiger, anderen meenden, dat, al moge de ingediende begroeting oogensohiju- iijk geen ongunstigca indruk maken, de fi- nancieele toestand toch zorgwekkend blijft. Met nadruk kwam men op tegen do voor stellen alsof het crediet van ons land ook maar eenigszins geschokt zou zijn. Geoordeeld werd, dat hot Ministerie bij do indiening van voorstellen te weinig reke ning houdt met de uit do aanneming daar van voortvloeiende financieel© gevolgen. Tot versterking van de middelen werden aanbevoleninvoering van regie voor tabak en lucifers; heffen van accijns van petro leum; meer productief maken van do Staatsdomeinen en invoering van Staatsex ploitatie vau spoorwegen, welke laatste ech ter, moest zij dienen tot verhoogmg der Staatsinkomsten, door anderen zeer nadec- lig werd geacht voor de belangen van han del en nijverheid. Yan verschillende zijden werd gewezen op de voortgaande uitzetting van Staatsuit gaven en op de wenschelij'khoid van bezui niging. Van een streven naar gepaste zui nigheid is in dc begroeting van dit Ministe rie niets te bespeuren. Intusschen werd er kend, dat ook de Kamer aan de uitzetting der uitgaven schuld heeft. Gevraagd werd naar do voornemens der Reg. omtrent wettelijke regeling ter verze kering van werklieden tegen do gevolgen van ouderdom en invaliditeit; voorts naar indienang van het toegezegde voorstel tot herziening der armenwet spoedig te ver wachten is; naar indiening eener herzie ning van de kieswet, nog in den loop van dit zittingjaar noodig, om van invloed te zijn op do kiezerslijsten van 1901 en waar omtrent sommigen vertrouwden, dat zij in luimen zin zal geschieden, anderen hoopten dat zij zich tot zuiver technische verbeterin gen zou bepalen. Verscheidene loden waren teleurgesteld, dat in de Troonrede geen mel ding is gemaakt van de indiening van een voorstel tot wijziging van art. 243 dei ge meentewet. Veïe leden drongen, aan op re geling van de administratieve rechtspraak en verscheiden ook klaagden, over het uit blijven van het reeds hi 1S97 toegezegde voorstel tot herziening van het tarief van invoerrechten. Nog werd aangedrongen op: een web tot verzekering van Zondagsrust herziening der drankwet; wettelijke rege ling van den tijd. Gevraagd werd of de Reg. voornemens is voor te stellen het stelsel van opdracht der militaire rechtspleging aan militairen te handhaven, onder betoog, dat, ook blijkens de in and'ere landen opgedane ervaring, die vorm van rechtspraak niet meer past voor den tegenwoordigen tijd en gevende zij ook veel minder waarborg voor objectiviteit en onpartijdigheid, dan de ci viele rechtspraak. De indiening van een wetsontwerp betreffende de volkshuisves ting waardeerende, betreurden sommigen, dat niet een algemeenc herziening der ont eigeningswet is voorgedragen, waaraan h. i. groote behoefte bestaat. Opnaeuw werd aan gedrongen op opneming van bepalingen om trent maximum werktijd en nnmmum loon in alle bestekken voor Rijkswerken. Door verschelden leden werd gewezen op de voortdurende en snelle stijging van de opbrengst van den suikeraccijns. Men wenschte, dat de Minister alsnog zou be proeven een regeling te treffen om liet jaar lijks te verwachten accres te besteden tot vermindering van den accijns. Gevraagd werd welk gevolg de Regeering denkt te geven aan dc motie betreffende liet verbod van jacht op waterwild met het kanonge weer. In verband met heffingen in België van een invoerrecht op gedorrchte haver van 3 francs per 100 KG., vrijstelling van het in voerrecht op hoornen van die hoornen welke afkomstig zijn van gronde van Belgische eigenaren, en voorts het niet gelden van het invoerrecht van 1 franc per 100 KG. suiker bieten voor dc beetwortelen in Nederland geteeld door Belgische landbouwers, werd gevraagd of hiertegenover van Nederlaud- sehe zijde geen maatregelen behooren geno men te worden. Ten slotte werden van verschillende zij den de moeilijkheden besproken welke dc bepleiters vau de belangen der Jong-Tur- ken en Armeniërs in den afgeloopen zomer hier te lande hebben ondervonden van de zijde der politie. Vele leden hadden den in druk gekregen, dat de politie op ongepaste wijze getracht heeft dc vrijheid van spreken te belemmeren. Men meende to weten, dat al heeft de Minister van Buiteul, Zaken ter zake geen directen last gegeven, er toch aan drang van de zijde van Turkije is uitge oefend en dat daaraan, zij 't ook niet recht streeks, door de Rcg. gevolg is gegeven. Men wenschte niet te vernemen, wat er in deze door de Rcg. niet, doch wat er wèl gedaan is. Of heeft dc politie geheel zonder inmenging van de Reg. gehandeld? vroeg men. Zoo ja, neemt de Reg. dan voor haar verantwoording wat door dc politie is ver richt? Is dit laatste niet het geval, heeft dan de Reg. aan de ambtenaren van politie, wier handelingen zij niet. goedkeurt, van liaar ontevredenheid doen blijken Ridderorden. Bij het afdeelingsondeizoek van hoofdstuk II der StaatsbegiüOtirig vonden verscheidene leden van de Tweede Kamer in de vele deeo- ratiën, welke in den laatste» tijd veileend zijn, aanleiding, om de Regeering te herin neren aan Hare toezegging, om bij het toe kennen van ridderorden matigheid te be trachten. Men verzocht der Regeeiing te waken tegen herhaling van vergissingen, waardoor peisonen in de orde van Oranje Nassau werden benoemd, die de decoratie reeds bij een vroegeie gelegenheid hadden ontvangen. Voorts meende men, dat de voor raad dezer ordeteekenen langzamerhand gi ooi genoeg zou zijn geworden, en vroeg hoeveel onderscheidingstcekenen sedert de invoering der Oide zijn afgeschaft eu of tot teiiaging van den betrekkelijken begrootingspost thans niet kan worden overgegaan. Burgerlijk Welhoek. Dc „Staatscourant" bevat het navolgen de schrijven van den minister van justitie aan II. M. de Koningin Nadat de bij Koninklijk besluit van 22 Augustus 1887 no. 24 benoemde Staatscom missie, tot voortzetting van de herziening van het Burgerlijk Wetboek, bij baar rap port van 29 December 1898 aan Uwe Majes teit liad aangeboden een ontwerp van wet houdende herziening van liet tweede boek van gemeld wetboek met memorie van toe lichting, hebben de leden dier commissie en de aan haar toegevoegde adjunct-secretaris zich tot Uwe Majesteit gewend met verzoek hun als zoodanig eervol ontslag te willen verleunen. De daartoe strekkende adressen werden ten fine van consideration en advies aan den ondergcteekcude gezonden bij Ka- hinetsrescripten van 10 Mei jl. no. 20 en 16 Mei d.a.v. no. 15/19. Met leedwezen heeft de ondergeteckcude kennis genomen van het uit bedoelde adres sen hom gebleken voornemen van hen die, blijkens de bereids aan Uwe Majesteit aan geboden resultaten hunner werkzaamheid, zoo bij uitstek bekwaam en geroepen zijn om voort te gaan mot de aangevangen taak, doch hij moest de redenen billijken die daartoe hebben geleid. Ten einde echter zooveel mogelijk op den ingeslagen weg te kunnen voortgaan, lieeft de ondergeteekende allereerst overwogen of aan do gerezen bezwaren niet zou zijn tege moet te komen, omdat het tot vereenvoudi ging en vergemakkelijking van den arbeid zou kunnen leidon, indien de voortzetting vari het werk werd opgedragen aan een nieuwe Staatscommissie, uitsluitend be staande uit leden te 's-Gravenliage wo nende. De poging om daartoe te kunnen geraken is echter tot leedwezen van den ondergetee kende mislukt, maar bij de besprekingen en onderhandelingen met de te 's-Gravenhage wonende leden der Staatscommissie, bleek hem dat aan het denkbeeld wellicht wel uitvoering zou kunnen worden gegeven, in dien het mandaat der nieuwe Staatscom missie werd beperkt tot de opdracht om een herziening voor te bereiden van de eer ste zes titels vau heb IVde boek van het Burgerlijk Wetboek. Twee dier leden en de adjunct-secretaris verklaren zich daartoe bereid, terwijl de twee overigen ook tegen de aanneming van deze beperkte opdracht bezwaar bleven zien, zoodat voor de samenstelling eener nieuwe Staatscommissie in de plaats van la.iistbedoeldeii, de benoeming van drie rechtsgeleerden, die tot heden nog niet aan het werk der herziening hebben deelgeno men, noodzakelijk zal zijn. De ondergeteekende is overtuigd dat do benoeming van hen, op wier bereidwillig heid hij voor deze vervanging meent te mo gen rekenen, een grootc waarborg zal zijn voor het welslagen der voorgestelde herzie ning. Om deze redenen zou het Uwer Majesteit kunnen behagen lo. de bij Koninklijk besluit van 22 Au gustus 18S7, no, 24, ingestelde Staatscom missie tot voortzetting van de herziening van liet Burgerlijk Wetboek, te ontbinden en daarbij tevens aan den voorzitter, den secretaris en de verdere leden Haar bijzon deren dank en hooge tevredenheid to betui gen voor den volbrachten arbeid, en aan den adjunct-secretaris voor de daarbij be wezen diensten 2o. een nieuwe Staatscommissie te benoe men tot herzi-.-ing van de e ere te zes titels van het vierde bock van het Burgerlijk Wetboek. Tot liet nemen van een daartoe strek kend besluit wordt Uwer Majesteit hierne vens eerbiedig een ontwerp ter bekrachti ging aangeboden. De Minister van Justitie, GORT v. d. LINDEN. Bij Kon. besluit is:'lo. de Staatscommissie tot voortzetting der herziening van het B. W. ontbonden onder betuiging van Hr. Ms. bij— zoolleren dank en haar hooge tevredenheid aan den voorzitter, mr. J. J Van Meerbeke, raadsheer in den Boogen Raad der Neder landen, den secretaris, jhr. mr. D. G. Van Teylinger, raadsheer in het Gerechtshof te V Giavenhage, en de verdere leden mr. P. R. Feith, raadsheer in d©n Hoogen Raad der Nederlanden en mr. H, J. Hamaker, hoog leraar in de rechtsgeleerdheid aan de Rijks Unheisiteit te Utrecht, voor den door hen volbrachten arbeid en aan den adjunct- secietaris mr, H. De Ranitz, voor de door hem bij dien arbeid bewezen diensten2o. een Staatscommissie ingesteld tot herziening van de eerste zes tilels van liet vierde boek van het B. W.; 3o. aan de nieuw ingestelde commissie op te dragen tot dat einde in den toim vau wetten met daarbij behoorende memorie van toelichting aan II. M de noodige vooi stellen te doen; 4o. bepaald, dat deze. commissie zal vergaderen te 's-Gravenhage; 5o. benoemd tot leden dezer commissie mr. P. R. Feith, raadsheer in den Hoogen Raad, tevens voorzittermr. A. P. Th, Ey-sell, raadsheer in den II. D.rnr. J. P. Moilzer, lid van den Raad van Slate: mr. A. F. Iv. Haitogh, lid van de Tweede Kamer; jhr. mr, W. II. De Savon:in Lobman, rechter in de Arr.-Rechtbank te 's-Giavenbageaan de commissie als secretaris toegevoegd mr. 11. De Ranitz, te 's-Gravenbage. Bij Kon. besluit zijn benoemda. tot rid der in de orde van den Ned. Leeuw, jhr. mr. 1). G. Van Teylingen, eervol ontslagen li en secretaris der Staatscommissie tot voort zetting der herziening van het B. "W, b, tot ridder in de orde vau Oranje-Nassau. mr. II. De Ranitz, eervol ooislagen adjunct-secre taris van gemelde Stnaicommissie. De proclamatie van president Steyn. De buitengewone gezant van den Oranje- Vrijstaat, consul-generaal voor Nederlaod, dr. II. P. N. Muller, te 's-Graven!iage, maakt heden de volgende proclamatie bekend: Proclamatie van den Staats president van den Orange-Vrijstaat. Burgers van den Oranje- Vrijstaat! De tijd, dieu wij zoogenaamd termeden hadden, liet tijdstip, dat tvjj, als een Volk, gedwongen worden ons met de wapenen te verzetten tegen onrecht en schandelijk ge weld, is thans aangebroken 1 NI. Onze Zuster-Republiek teo-Noorden van de Vaal-Rivier slaat op het punt aangevallen te worden Joor een niets-ontzienden vijand, die

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5