=- 53'<c Jaargang.
53
Zaterdag 28 October 1899.
No. 10075.
Tweede Blad,
Acm de Transvalers.
ENGELSCHE BRIEVEN.
BINNENLAND.
li
*T Vlij,
'an Lis.
sterdam,
°mschip
naar
tiis-
uit de
rs.
t., zon-
'eering,
10—
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Sehiedam en Vlaardingen fl. 1.25, Franco'
pgr post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstroat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12!/z cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde leleine advert en li Vu. opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon ]Vo. 133.
Vooruit! met God vooruit! Uw heilig recht
[verdedigd 1
Dat 'sluipaards ijz'ien klauw, met ruw ge-
[weld vertrad.
Neen broeders, zulk een smaad, wordt nooit
[door U geleden
En wil de vijand stout Uw recht, Uw erf
[vertreden
God en uw buks verhoede dat.
Vooruit 1 met God vooruit, moog d'overmacht
[U dreigen
Rechtvaardig is Uw zaak, dit geve U moed
[en kracht.
'tBeschnafd heelal zal wis Uw vrijheidszucht
[vereeren
Ja zelfs de vijand zal Uw stoute daan tvaar-
[deeren
En hulde brengt U 't nageslacht.
Vooruit! met God vooruit! Dat Zege uw
[strijd bekrooue
Door koene niet alleen, maar ook door vrome
[d'.Van.
Nauw is de strijd voleind, of hulp verleent
[ge aan allen
Hetzij ze aan 's Vijands heir of 't Uw' zijn
[gevallen,
De Aarde ziet uw strijd bewond'rend aan.
S. v. d. Voet
Van onzen correspondent.)
LONDEN, 26 October.
Wel mag de prediker van den kansel het
goud noemenhet slijk der aarde
doch zijn macht kan hij het niet ontnemen.
Zien wij niet dagelijks het oude, banale
spreekwoord bewaarheid dat zegtïHet goud
dat stom is, maakt recht wat krom is."
»Geld" zegt de Israëliet, en velen met hem,
sis de ziel van de negotie". En bleef het
daar maar bij 1 doch liet is helaas ook de
ziel, de oorsprong van veel kwaad en vele
ongerechtigheden.
Wat is deze oorlog in Transvaal anders
dan een moord op groote schaal, om der
wille van het goud? Doch zij, die ten
strijde trekken, weten dit niet daar hebben
Rhodes en Chamberlain wel .voor gezorgd.
ïGeld is machtig," en Rhodes en Chamber
lain, weten dit maar al te goed. Op de macht
van het goud rekenden ze in hunne lage
plannen, en zij misrekenden zich niet. De
grootste bladen, de leiders van het volk, lieten
zich omkoopen door goud en thans wordt
bet volk misleid, en roept om wrake voor
nooit bedreven misdaden I liet verheugde
zich over de vermeerdering der nederlagen
der Boeren, en de heden ontvangen tele
grammen, die stellig reeds een dikken mantel
van verzachting om hebben, veroorzaken
woede en teleurstelling.
Reuter's speciale dienst seint: Oct.25'99.
Klipdam is in de handen der Boeren gevallen.
Mr. Ilarmsworth en de assistent magistraat
zijn gevangen genomen. Men veronderstelt
dat de Boeren nu naar Douglas zullen trekken.
Een ander Reuter-teiegram zegtHet
escadron huzaren dat de Boeren bij hun
vlucht achtervolgde, is geheel gevangen
genomen 84 oifficierea en manschappeu.
Gisteren Leerschte hier groote ongerust
heid over de berichten dat generaal White
generaal Yule en zijn manschappen gemist
had, doch een telegram van hedenmorgen
luidt dat beiden elkaar getroffen hebben.
De 3)Daily Mail" publiceert dr. Leyds'
opinie dat hy voor zich vast overtuigd is dat
de Boeren ten laatste de overwinning nog
zuilen behalen. Hij stelt het gevecht van
tdencoe, waar hij dit, uit thans door hem
ontvangen telegrammen, weet, heel anders
voor dan de Engelsche bladen dit doen. Wat
«e Engelsche bladen een sordelooze vlucht"
noemen blijkt nu een relireeren geweest te
zyn in de volmaakste orde. (Hoogst waar
schijnlijk een zreculer pour mieux snuter").
Verder, dat 25 Engelsche officieren en
fly soldaten gedood zjjn. »En wat de Konink
lijke Husaren aangaat", vervolgt dr. Leyds,
»die deze bandelooze, onordelijk vluchtende
horden van den aardbodem zouden verdelgen,
'ri .®1^saren ken men heel niet terugvin
nen 11" (Zooals we nu weten zijn ze allen,
te overmoedige Koninklijke Husaren, door
'e vluchtenden gevangen genomen 1)
order seint dr. Leyds aan de sllamburger
ftchrichten"^Berichten dat de Basuto's
lajfer "I6n ^e'^en' ZÜQ tmile leugens en lage
- Do nederlaag der Engelschen en het gevan
gennemen van het eskadron huzaren verklaart
8 ïüaily Telegraph" aldusnOnze mannen
uren te dapper, te voortvarend, in hunne
htervolging, zij konden hun) moed niet
°omen, We veronderstellen dat ze óf in een
hinderlaag gelokt, óf door Boeren laag over
vallen zijn."
Een niet onaardige uitlegging van liet
geval. Dat de Engelsche huzaren tegen den
leeuwenmoed der Boeren niet opgewassen
zouden zijn, is natuurlijk te belachelijk
Daarom geven ze er een eigen eu bijzonde
ren draai aan.
>De overwinning der Boeren te Klipdam",
zegt du ^Chronicle", sbehoeven we volstrekt
niet zoo ernstig op te nemen, 't zal wel niets
bijzonders blijken te zijn." (Hoe troostend
Wij Hollanders zijn zoo vrij er anders over
te denken. Borduurden de Engelschen hunne
gedeeltelijke overwinningen zoo mooi en
schitterend, natuurlijk kunnen zij het die der
Boeren niet doen Wij wenscheu dit ook
niet, wij verlangen geen opgewonden ver
halen, geen sensatieroman we verlangen
de waarheid niets minder, niets meer 1
Trof ons in de Engelsche couranten de
blufferige eenzijdigheid in het beschrijven d©r
overwinningen, dan is daartegenover de wijze
waarop ze hun nederlaag te. Klipdam ver
bloemen, voor ons een reden te meer om aan
te nemen dat de overwinning der Boeren
schitterend geweest is.
Met luider stemme stelt men het volk
gerust. sGeen overheid van Europa", zoo
'uzegt de ^Standard" jizou het durven
wagen de Boeren te hulp te komen, want
ïzij gevoelen te goed Eugeland's overmacht 1
»En wat de Boeren aangaat, die zijn als was
»in onze hand I"
Daarom worden er zeker nog steeds troepen
gezouden! Daarom vreesde nRhodes en Cham
berlain zoozeer de overmacht 1O Engelsche
logica 111
De kreten van verontwaardiging die bij de
Dreyfuszaak uit alle natiën opstegenlegen
Frankrijk, stijgen nu op luider nog dan
te voren, want niet één man, maar een heel
volk wordt laaghartig onrecht aangedaan.
En kan hier, evenals in de Dreyfus-zaak,
om politieke redenen, die wij eerbiedigen
moeten, geen Staat helpen particulieren
in alle janden kunnen dit wel, en doeu het
ook. Gelden, ambulances, vrijwilligers gaan
uit naar het tooneel van den moord, om de
onschuldige slachtoffers te helpen, te steunen
en hun leed te verzachten.
Gebeden gaan op, overal, gebeden vooi
het behoud der kleine onafhankelijke natie,
de Afribaanders. Zal het stukje was, in de
hand der Engelschen, het begin zij u der
evolutie van het groote trotsche rijk? I Welk
ook het einde dezer moord moge zijn
Chamberlain en Rhodes uw schuld is zwaar 1
Donderend buldert dan ook de stem van
duizenden een oordeel tegen die beiden uit.
Zelfs in Engeland staal men op en vraagt
om rechtspraak over de manuen die den
moord begonnen. Sir E. Ciareke en rnr. P.
O'Brien roepen om vrede en recht. Zal hun
zwakke stem, die pleit voor het goede, over
stemmen de krijschende stemmen der jingo-
bladen, die wakker schudden het laagste
io den meusch en daarop werken met hun
vuilen laster en lage insinuaties? Ja I want
recht en waarheid zegevieren teu laatste altijd.
Staatsbegrooting l'JOO.
Aan de algomeene beschouwingen wordt
heb volgende ontleend
Ofschoon velen hulde braokloa aan de
ooto werkkracht van verscheiden leden
van het Ministerie, wenden bedenkingen in
gebracht ten aanzien van de algemeen© rich
ting welke de wetgevende arbeid van dit
Kabinet kenmerkt en tegen de wijze van be
werking van. verschillende van de ingedien
de wetsontwerpen. In de eerste plaats werd
door enkelen in heb midden gebracht, dat,
al bewezen vele van do gedane of toegezegde
voorstellen zich op sociaal gebied', die voor
stellen ten eenenmale onvoldoende zijn om
in de maatschappelijke nooden afdoende
verbetering to brengen. Voor het verkrij
gen. eener goede sociale wetgeving wa-s aller
eerst radicale hervorming van het kiesrecht
noodiig.
Door anderen werd betoogd, dat de wet
gevende arbeid zich te veel beperkte tot het
socialo gebied. Onder de onderwerpen, die
dringend wettelijke voorziening eischen be
hoort de provinciale wet.
En vele leden verklaarden, dat zij zooveel
werkzaamheid op sociaal gebied niet ver
wacht hadden van een ministerie, voortge
komen uit de verkiezingen van 1897, waarin
van de zijde der medestanders van het Ka
binet de lenzen van anti-protectinisme en
anti-clerdcalLsme op den voorgrond waren
geplaatst. Ook werd geoordeeld, dat de
werkzaamhei(d der Regeering op sociaal ge
bied' zich te veel bepaalt tot maatregelen
die slechts indirect de redelijk© belangen
des volks betreffen, onder betuiging van
leedwezen, dat de Regeering niet tracht
meer die belangen te behartigen door in
diening eener Zondagswet.
Ten aanzien van de wijze van. bewerking
der ingediende wetsontwerpen, werd door
veie leden geklaagd over de onvoldoende
voorbereiding. ilecit do Reever uur door ui
O O O
de jongste Troonrede op een eerugszms on
gebruikelijke wijze een beroep te doeu op
den ijver en dc toewijding der durten-Gene
ra al te kennen wülen geven, dat die ijver
en Uie toewijding te weuadicn overlieten en
dat de trage gang van den wetgevenden ar
beid aan ae Kamer is te wijten, dan
wenschte men tegen deze beschuldiging met
nadruk op te komen. Van de zijde der Ka
mer wordt, gelijk ook blijkt uit de veie om
vangrijke verslagen, welke uitgebracht wer
den, veei werk gedaan. Evemnin gaat liet
aan de schraalheid van don parlementairen
oogst in het laatste zittingsjaar toe te sennj-
veu aan de wijze van werken der Kamer.
De lange duur van de parlementaire voor
bereiding van de wetsonUveipen op den
leerplicht en werklieden verzekering was
voornamelijk het gevolg van de onvoldoen
de voorbereiding, waardoor de Kamer veel
meer werk had te verrichten dan het geval
zou geweest zijn mdien omtrent die voor
stellen voorat deskundigen en belangheb
benden waren geraadpleegd.
Gaat de Regeeriug voort do Kamer te
overladen met op onvoldoende wijze bewerk
te voorstellen, dan zal het niet de schuld
der Kamer zijn indien hij het ©inde der loo-
pende wetgevende periode zeer vele toezeg
gingen der Regeering onvervuld gebleven
zijn.
Anderzijds werd betoogd, dat het geen
verwondering behoeft te wekken indien de
wetgevende arbeid van het Ministerie zich
vooral beweegt op sociaal gebied. De Rog.
heeft zich op geen ander standpunt ge
plaatst dan dat, hetwelk bij de verkiezin
gen van 1897 door alle richtingen werd in
genomen de noodzakelijkheid van sociale
hervormingen. Voorts meende men, dat de
Troonrede geenszins de bedoeling had de
Kamer van gebrek aan ijver en toewijding
to beschuldigen en werden de klachten over
onvruchtbaarheid van den wetgevenden ar
beid overdreven genoemd. Ook werd aange
voerd, dat de voortdurende splitsing in par
tijen de vlugge afdoening van zaken belem
mert en dat de wetgevende arbeid ook niet
zelden schade lijdt door late indiening van
onvolledig voorbereide amendementen. De
Kamer zou ook meer werk kunnen doen in
dien de loden het Kamerlidmaatschap niet
combineerden met andere betrekkingen, om
welke reden betreurd werd, dat de Grond
wet niet meer betrekkingen met dat lid
maatschap onvereenigbaar had verklaard.
Sommigen achtten den finaneieclen toe
stand gunstiger, anderen meenden, dat, al
moge de ingediende begroeting oogensohiju-
iijk geen ongunstigca indruk maken, de fi-
nancieele toestand toch zorgwekkend blijft.
Met nadruk kwam men op tegen do voor
stellen alsof het crediet van ons land ook
maar eenigszins geschokt zou zijn.
Geoordeeld werd, dat hot Ministerie bij
do indiening van voorstellen te weinig reke
ning houdt met de uit do aanneming daar
van voortvloeiende financieel© gevolgen.
Tot versterking van de middelen werden
aanbevoleninvoering van regie voor tabak
en lucifers; heffen van accijns van petro
leum; meer productief maken van do
Staatsdomeinen en invoering van Staatsex
ploitatie vau spoorwegen, welke laatste ech
ter, moest zij dienen tot verhoogmg der
Staatsinkomsten, door anderen zeer nadec-
lig werd geacht voor de belangen van han
del en nijverheid.
Yan verschillende zijden werd gewezen
op de voortgaande uitzetting van Staatsuit
gaven en op de wenschelij'khoid van bezui
niging. Van een streven naar gepaste zui
nigheid is in dc begroeting van dit Ministe
rie niets te bespeuren. Intusschen werd er
kend, dat ook de Kamer aan de uitzetting
der uitgaven schuld heeft.
Gevraagd werd naar do voornemens der
Reg. omtrent wettelijke regeling ter verze
kering van werklieden tegen do gevolgen
van ouderdom en invaliditeit; voorts naar
indienang van het toegezegde voorstel tot
herziening der armenwet spoedig te ver
wachten is; naar indiening eener herzie
ning van de kieswet, nog in den loop van
dit zittingjaar noodig, om van invloed te
zijn op do kiezerslijsten van 1901 en waar
omtrent sommigen vertrouwden, dat zij in
luimen zin zal geschieden, anderen hoopten
dat zij zich tot zuiver technische verbeterin
gen zou bepalen. Verscheidene loden waren
teleurgesteld, dat in de Troonrede geen mel
ding is gemaakt van de indiening van een
voorstel tot wijziging van art. 243 dei ge
meentewet. Veïe leden drongen, aan op re
geling van de administratieve rechtspraak
en verscheiden ook klaagden, over het uit
blijven van het reeds hi 1S97 toegezegde
voorstel tot herziening van het tarief van
invoerrechten. Nog werd aangedrongen op:
een web tot verzekering van Zondagsrust
herziening der drankwet; wettelijke rege
ling van den tijd. Gevraagd werd of de Reg.
voornemens is voor te stellen het stelsel van
opdracht der militaire rechtspleging aan
militairen te handhaven, onder betoog, dat,
ook blijkens de in and'ere landen opgedane
ervaring, die vorm van rechtspraak niet
meer past voor den tegenwoordigen tijd en
gevende zij ook veel minder waarborg voor
objectiviteit en onpartijdigheid, dan de ci
viele rechtspraak. De indiening van een
wetsontwerp betreffende de volkshuisves
ting waardeerende, betreurden sommigen,
dat niet een algemeenc herziening der ont
eigeningswet is voorgedragen, waaraan h. i.
groote behoefte bestaat. Opnaeuw werd aan
gedrongen op opneming van bepalingen om
trent maximum werktijd en nnmmum loon
in alle bestekken voor Rijkswerken.
Door verschelden leden werd gewezen op
de voortdurende en snelle stijging van de
opbrengst van den suikeraccijns. Men
wenschte, dat de Minister alsnog zou be
proeven een regeling te treffen om liet jaar
lijks te verwachten accres te besteden tot
vermindering van den accijns. Gevraagd
werd welk gevolg de Regeering denkt te
geven aan dc motie betreffende liet verbod
van jacht op waterwild met het kanonge
weer.
In verband met heffingen in België van
een invoerrecht op gedorrchte haver van 3
francs per 100 KG., vrijstelling van het in
voerrecht op hoornen van die hoornen welke
afkomstig zijn van gronde van Belgische
eigenaren, en voorts het niet gelden van het
invoerrecht van 1 franc per 100 KG. suiker
bieten voor dc beetwortelen in Nederland
geteeld door Belgische landbouwers, werd
gevraagd of hiertegenover van Nederlaud-
sehe zijde geen maatregelen behooren geno
men te worden.
Ten slotte werden van verschillende zij
den de moeilijkheden besproken welke dc
bepleiters vau de belangen der Jong-Tur-
ken en Armeniërs in den afgeloopen zomer
hier te lande hebben ondervonden van de
zijde der politie. Vele leden hadden den in
druk gekregen, dat de politie op ongepaste
wijze getracht heeft dc vrijheid van spreken
te belemmeren. Men meende to weten, dat
al heeft de Minister van Buiteul, Zaken ter
zake geen directen last gegeven, er toch aan
drang van de zijde van Turkije is uitge
oefend en dat daaraan, zij 't ook niet recht
streeks, door de Rcg. gevolg is gegeven.
Men wenschte niet te vernemen, wat er in
deze door de Rcg. niet, doch wat er wèl
gedaan is. Of heeft dc politie geheel zonder
inmenging van de Reg. gehandeld? vroeg
men. Zoo ja, neemt de Reg. dan voor haar
verantwoording wat door dc politie is ver
richt? Is dit laatste niet het geval, heeft
dan de Reg. aan de ambtenaren van politie,
wier handelingen zij niet. goedkeurt, van
liaar ontevredenheid doen blijken
Ridderorden.
Bij het afdeelingsondeizoek van hoofdstuk
II der StaatsbegiüOtirig vonden verscheidene
leden van de Tweede Kamer in de vele deeo-
ratiën, welke in den laatste» tijd veileend
zijn, aanleiding, om de Regeering te herin
neren aan Hare toezegging, om bij het toe
kennen van ridderorden matigheid te be
trachten. Men verzocht der Regeeiing te
waken tegen herhaling van vergissingen,
waardoor peisonen in de orde van Oranje
Nassau werden benoemd, die de decoratie
reeds bij een vroegeie gelegenheid hadden
ontvangen. Voorts meende men, dat de voor
raad dezer ordeteekenen langzamerhand gi ooi
genoeg zou zijn geworden, en vroeg hoeveel
onderscheidingstcekenen sedert de invoering
der Oide zijn afgeschaft eu of tot teiiaging
van den betrekkelijken begrootingspost thans
niet kan worden overgegaan.
Burgerlijk Welhoek.
Dc „Staatscourant" bevat het navolgen
de schrijven van den minister van justitie
aan II. M. de Koningin
Nadat de bij Koninklijk besluit van 22
Augustus 1887 no. 24 benoemde Staatscom
missie, tot voortzetting van de herziening
van het Burgerlijk Wetboek, bij baar rap
port van 29 December 1898 aan Uwe Majes
teit liad aangeboden een ontwerp van wet
houdende herziening van liet tweede boek
van gemeld wetboek met memorie van toe
lichting, hebben de leden dier commissie en
de aan haar toegevoegde adjunct-secretaris
zich tot Uwe Majesteit gewend met verzoek
hun als zoodanig eervol ontslag te willen
verleunen. De daartoe strekkende adressen
werden ten fine van consideration en advies
aan den ondergcteekcude gezonden bij Ka-
hinetsrescripten van 10 Mei jl. no. 20 en
16 Mei d.a.v. no. 15/19.
Met leedwezen heeft de ondergeteckcude
kennis genomen van het uit bedoelde adres
sen hom gebleken voornemen van hen die,
blijkens de bereids aan Uwe Majesteit aan
geboden resultaten hunner werkzaamheid,
zoo bij uitstek bekwaam en geroepen zijn
om voort te gaan mot de aangevangen taak,
doch hij moest de redenen billijken die
daartoe hebben geleid.
Ten einde echter zooveel mogelijk op den
ingeslagen weg te kunnen voortgaan, lieeft
de ondergeteekende allereerst overwogen of
aan do gerezen bezwaren niet zou zijn tege
moet te komen, omdat het tot vereenvoudi
ging en vergemakkelijking van den arbeid
zou kunnen leidon, indien de voortzetting
vari het werk werd opgedragen aan een
nieuwe Staatscommissie, uitsluitend be
staande uit leden te 's-Gravenliage wo
nende.
De poging om daartoe te kunnen geraken
is echter tot leedwezen van den ondergetee
kende mislukt, maar bij de besprekingen en
onderhandelingen met de te 's-Gravenhage
wonende leden der Staatscommissie, bleek
hem dat aan het denkbeeld wellicht wel
uitvoering zou kunnen worden gegeven, in
dien het mandaat der nieuwe Staatscom
missie werd beperkt tot de opdracht om
een herziening voor te bereiden van de eer
ste zes titels vau heb IVde boek van het
Burgerlijk Wetboek.
Twee dier leden en de adjunct-secretaris
verklaren zich daartoe bereid, terwijl de
twee overigen ook tegen de aanneming van
deze beperkte opdracht bezwaar bleven
zien, zoodat voor de samenstelling eener
nieuwe Staatscommissie in de plaats van
la.iistbedoeldeii, de benoeming van drie
rechtsgeleerden, die tot heden nog niet aan
het werk der herziening hebben deelgeno
men, noodzakelijk zal zijn.
De ondergeteekende is overtuigd dat do
benoeming van hen, op wier bereidwillig
heid hij voor deze vervanging meent te mo
gen rekenen, een grootc waarborg zal zijn
voor het welslagen der voorgestelde herzie
ning.
Om deze redenen zou het Uwer Majesteit
kunnen behagen
lo. de bij Koninklijk besluit van 22 Au
gustus 18S7, no, 24, ingestelde Staatscom
missie tot voortzetting van de herziening
van liet Burgerlijk Wetboek, te ontbinden
en daarbij tevens aan den voorzitter, den
secretaris en de verdere leden Haar bijzon
deren dank en hooge tevredenheid to betui
gen voor den volbrachten arbeid, en aan
den adjunct-secretaris voor de daarbij be
wezen diensten
2o. een nieuwe Staatscommissie te benoe
men tot herzi-.-ing van de e ere te zes titels
van het vierde bock van het Burgerlijk
Wetboek.
Tot liet nemen van een daartoe strek
kend besluit wordt Uwer Majesteit hierne
vens eerbiedig een ontwerp ter bekrachti
ging aangeboden.
De Minister van Justitie,
GORT v. d. LINDEN.
Bij Kon. besluit is:'lo. de Staatscommissie
tot voortzetting der herziening van het B. W.
ontbonden onder betuiging van Hr. Ms. bij—
zoolleren dank en haar hooge tevredenheid
aan den voorzitter, mr. J. J Van Meerbeke,
raadsheer in den Boogen Raad der Neder
landen, den secretaris, jhr. mr. D. G. Van
Teylinger, raadsheer in het Gerechtshof te
V Giavenhage, en de verdere leden mr. P. R.
Feith, raadsheer in d©n Hoogen Raad der
Nederlanden en mr. H, J. Hamaker, hoog
leraar in de rechtsgeleerdheid aan de Rijks
Unheisiteit te Utrecht, voor den door hen
volbrachten arbeid en aan den adjunct-
secietaris mr, H. De Ranitz, voor de door
hem bij dien arbeid bewezen diensten2o.
een Staatscommissie ingesteld tot herziening
van de eerste zes tilels van liet vierde boek
van het B. W.; 3o. aan de nieuw ingestelde
commissie op te dragen tot dat einde in den
toim vau wetten met daarbij behoorende
memorie van toelichting aan II. M de noodige
vooi stellen te doen; 4o. bepaald, dat deze.
commissie zal vergaderen te 's-Gravenhage;
5o. benoemd tot leden dezer commissie mr.
P. R. Feith, raadsheer in den Hoogen Raad,
tevens voorzittermr. A. P. Th, Ey-sell,
raadsheer in den II. D.rnr. J. P. Moilzer,
lid van den Raad van Slate: mr. A. F. Iv.
Haitogh, lid van de Tweede Kamer; jhr. mr,
W. II. De Savon:in Lobman, rechter in de
Arr.-Rechtbank te 's-Giavenbageaan de
commissie als secretaris toegevoegd mr. 11.
De Ranitz, te 's-Gravenbage.
Bij Kon. besluit zijn benoemda. tot rid
der in de orde van den Ned. Leeuw, jhr.
mr. 1). G. Van Teylingen, eervol ontslagen
li en secretaris der Staatscommissie tot voort
zetting der herziening van het B. "W, b,
tot ridder in de orde vau Oranje-Nassau. mr.
II. De Ranitz, eervol ooislagen adjunct-secre
taris van gemelde Stnaicommissie.
De proclamatie van president Steyn.
De buitengewone gezant van den Oranje-
Vrijstaat, consul-generaal voor Nederlaod,
dr. II. P. N. Muller, te 's-Graven!iage, maakt
heden de volgende proclamatie bekend:
Proclamatie van den Staats
president van den Orange-Vrijstaat.
Burgers van den Oranje- Vrijstaat!
De tijd, dieu wij zoogenaamd termeden
hadden, liet tijdstip, dat tvjj, als een Volk,
gedwongen worden ons met de wapenen te
verzetten tegen onrecht en schandelijk ge
weld, is thans aangebroken 1
NI. Onze Zuster-Republiek teo-Noorden van
de Vaal-Rivier slaat op het punt aangevallen te
worden Joor een niets-ontzienden vijand, die