53"'" Jaargang.
Zondag 10 en Maandag 11 December 1899.
No. 10112.
Tweede Blad.
i
Xjord Methuen.
BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
Landbouw en Yeeteelt.
SOHIEDAMSCHE COURANT
M
I
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
prijs per kwartaal.Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 4.25. Franco
per post 11. 4.05.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
1
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
pan het bureau bezorgd rijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 47 regels fl. 0.00iedere regel
meer 42i/j cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine mdvertentiën opgenomen tot den prijs van -40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intcrc. Telefoon Aio. 123.
j
5
Nix de gebeurtenissen aan de Westgrens
te beide om lijfsbehoud sbrijdtend© Boeren
republieken de aandacht der wereld ©paiscton,
au zij zelfs de belangstelling voor den loop
Tin den oorlog in Natal eenigermate ver
drongen hebben, is bet niet van belang ont
bloot eens te zien wie de man is, wien hier de
gelegenheid wordt aangeboden csm plaats te
naman in de rij van Eng-elands groote leger
aanvoerders. Natuurlijk hopen wij van. harte
dat hem. de Lans daarop zai ontglippen. Heim
persoonlijk zouden wij gaarne dien roem gun
nen; maar het mag niet ten koste van een
nederlaag der Boerenmadht die daar waakt
voor de met veel bloed, met groote offers en
met zware®, arbeid gekochte onafkanlkelijlk-
tód.
Trouwens, ook zonder gTooter roem kan
lord Methuen tevreden zijn, wanneer hij te
rugziet op zijn levensweg. Een eervolle car
rière ligt achter dezen generaal, al moest de
Zuid-Afrikaansdhe oorlog komen om zijn
naam te brengen naar alle hoeken der aarde.
Zijn volle naam en titel luidt: Generaal
Lord Paul Sanford Methuenhij is de derdie
baron. Methuen. De naam Sanford behoort
aam de familie zijner moeder, die een dochter
was van den predikant Sanford. Hij stamt-
o. m. af van een Paul Methuen, die Lord-
Kamseliier van Ierland en gezant te Lissabon
is geweest en in die laatste qualiteit zijn
naam heeft verbonden aan een zeer belang
rijk tractaat met Portugal.
Lorid Methuen werd in 1845 geboren en
is dus 54 jaar oud. Hij ontving zijn opleiding
te Eten en werd bestemd voor de militaire
loopbaan. Daarom trad hij in dienst als lui
tenant bij de Yeomanry, de bereden landmi
litie die de kosten pleegt te dragen van paard
en ui'rusting, de leerschool der meeste aan
staande officieren. Twee jaar later, in 1864,
ging hij naar het leger overhij werd be
noemd tob luitenant bij de Sohotsclio garde-
fuseliers.
De jonge officier maakte een mooie promo
tie. Ln. drie jaar was bij kapitein en regi-
menfcsadjudaiib, en aan de G-oudkust verwierf
hij reeds een jaar later den rang van majoor.
Korten tijd' diende bij in dien rang in het
vaderland om al spoedig m aictieven dienst te
rug te treden. In den oorlog tegen Ashanti
in 1874 nam hij deel aan den, shug van Amoa-
ful, waar de tegenwoordige opperbevelhebber
van het Engelsc-he leger, lord Wolseley, boen
nog slechts sir Garnet, het bevel voerde.
Lord Methuen verwierf hier de medaille met
de geep.
Zijn diensten werd nu voor anderen arbeid
gevraagd. Na eerst als militair secretaris te
zijn toegevoegd aan den opperbevelhebber in
Ierland, werd hij nog in tófaselfide jaar, ;n
1877, als militair-Oittaché verbonden aan het
gezantschap te Berlijn. Daar viel hem een
onderscheiding ten de-el die, eemvo-udig, toch
hooger geldt bij lord Methuen dan elk ander
«eremetaal.
Op een winterdag langs een der kanalen
wandelende, zag hij een man in het water
springen. Ondlanks de hevige koude en 't ge
vaar, aarzelde Methuen geen otogenblïk, maar
sprong den zelfmoordenaar na en klaagde er
me'b groote moeite- in cfon man te redden.
Weinige diagen later was er bof ten hove. Kei
zer Wilhelm I had de moedige daad van den
ferm en officier vernomen, en' schonk hem
persoonlijk de medaille voor redding van
menschenleveiis.
Zijn arbeid als attaché te Berlijn werd
door zijn superieuren zeer gewaardeerd, zoo-
dht, toen hij in 1881 naar Engeland terug
keerde, hij bij den. genera-len staf wend ge
plaatst. Als komma-ndanb der troepen in het
hoofdkwartier nam hij daarop déél aam den
i- veldtocht in Egypte, waar bij zich dusdanig
onderscheidde, dat hij eervol vernield en ge-
deeoreerd werd met de Baith-orde en de Os-
manieh-orde 3e klasse. In de kleine gevech
ten bij Tel-eJ-Mahiuta en Kassassin, maar
vooral in den grooten slag bij Tel-ebKebir
fed hij zich die belooningen waardig ge
maakt.
Sinds heeft hij nog menigmaal zijn land
gtede diensten kunnen bewijjzen. Het jaar
1884 zag hem aan heit hoofd van „Methuen's
nutans" onder sir Obarles Warren in Bschiua"
uadatad, en' weer werd! hij eer- cxL vermeld' en
y nieuwte" onderscheidingen, wenden zijn dee,,
hangen, tijd diende hij dlaarop als adjudant-
generaal in Zuid-Afrika, totdat hij in 1890
'/als generaal-majoor naar Engeland terugkeer-
^yde. Daar bleef hij tot twee jaar geleden, toen
«rij®, diensten in Indië noodig waren!, waiar
lord Methuen een werkzaam aandeel blad in
do onderwerping der oproerig© sltammen op
ue Afghaansdhe grens.
i b
p *s l^us in 'het kort de loopbaan van.
•ten. man wien de zorg voor Kimlberley en
.geheel West-Gtiqualand en Bedhuanatlanld is
.toevertrouwd.
Wat zijn persoon betreft, prijst men lord
Methuen als een flink, officier en meusch.
Zijn gekat toekent energie en vastberaden
heid, maar aan wait men wel eens noemt „een
air" heeft hij 't land; aanstellerij of ver
waandheid! in welkten vorm. ook verafschuwt
hij.
In dit opzicht wordt oen aardige anecdote
van hem- verteld uit zijin voorlaatste campag
ne in Zuid-Afrika. Metihiue®. voerde toen het
bevel ever een vrijwiüigerslkorps, Waarin een
groot aantal jongelieden van goeden huize
dienst hadden genomen, die er nogail eens
van hielden tegenover maatschappelijk lager
staande kameraden een airtje aan te nemen.
Eens beging een dier jongelieden, een vergrijp
dat op zichzelf van weinig belang was en niet
meer dan een zeer lichte straf verdiende. Do
delinquent werd voor Methuen geroepen die,
na db zaak onderzocht te hebben, zei.de dat hij
het voor ditmaal met een berisping zou laten
afloopen.
Maar dit was allerminst naar den zin van
heb jongemensch, dat rood va-n verontwaardi
ging werd over 't absurde denkbeeld iemand
van zijn stand ook maar te berispen. En hij
vergat zich zoozeer dab hij uitriep
„Ik geloof dat u niet weet wie ik hen,
mijnheer. W-eet u wel dat ik jonker die-en-die
ben?"
Geen spier van Methuen's gelaat vertrok.
Hij keek den man1 voor hom recht in de
bogen en zei toen:
„Zoo! Dat is wdl interessant! Permitteer
mij dtiit ik me ook voorstelik ben Paul San
ford, knd Methuen, en ik heb de eer u veer
tien dagen provoost op te leggen."
Het jon'geanensdh had -een verdiend lesje
gcikxegen.
Wij spraken, zooeven van „Methuen's rui
ters", die officieel het „eerste- bataljon bere
den scherpschutters" heetten. Dit bataljon be
koorde tot de keurtroepen in de Bactouana-
land-expeditie en voor een goed! deel was dit
te danken aan de eigenaardige wijze waarop
Meth/aem zijn mannen placht te oefenen. Hij
organiseerde groote aritilopenjadhten, waar-
bi] bij zijn mannen liet manoeiuivreeren als
stonden zij tegenover dan vijand. Het is te
begrijpen dat de soldaten van dit oorlogsspel
■hielden en met animo werkten.
De generaal is ook een groot voorstander
ran abhletiek jen voorai van seheumen. Den
groots ten vijand van den beroepssoldaat acht
hij den leeftijd, en alleen liebaamscefemng
kan don soldaat vlug en krachtig houden.
Zelf cm goed bokser en schermer, heeft hij
ook altijd bij zijn mannen den lunst in deze
takken vnn sport aangewakkerd.
Ten slotte willen wij wijzen op ccn eigen
aard ,g contrast. Heb is bekend hoe overdre
ven de censuur op persberichten wordt toe
gepast in Zuid-Afrika. Een oorlogscorrespon
dent aan de Oranje-rivier meldde onllangs
aan zijn blad. dial hem alleen vergund werd
te berichten hoe h!et met heb weer gesteld
was.
Geheel -anders trad! Lord Methuen zelf ais
censor op in 1882, tijdens don vefldtochb in
Egypte. Hij stelde groot vertrouwen in de
loyauteit en het doorzicht der corresponden
ten en toonde dit ook. Nu en da-n verb-odd hij
wel Inrichten te zenden aan de bladen over
bepaalde fed ten, maar het gebeurde ook vlaak
d!at hij een blanco telegram-formulier toeken
de, zich daarbij vergenoegende met het ©ere
woord van den correspondent dat geen onbe-
dauMzaima of gevaarlijke berichten werden
©vergekalbeld'. jjjj pet bet aldus aan de oor
logscorrespondenten zelf over te aordetelen
wat de krijgsoperaties kon schalden.
Jammer, dab dit voorbeeld in Zuid-Afrika
geen navolging vindt. De betrouwbare berich
ten die wij nu ontvangen, rijn grijs va,n
ouderdom.
Staatsbegrooting 1900.
Financiën.
In zijn antiwoord, merkt de Minister, om
trent de gestadige venmeerdering van db adL
ministratiekosten der Rijksmiddelen op, dat
het personeel eerder te klein d!an te groot is.
Dat de belastingbetalende® vel eens eeni-
gen tijd moeten wachten in de kantoren,
heeft meestal tot oorzaak do veel voorkomen
de neiging om heb bezoek aan het belasting
kantoor uit te stellen, tot dl© laatste voor be
taling opengesteld!© uren en dagen, dikwijls
tot op heb laatste oogedbïïlk, waarop men nog
vervolging kan voorkomen. De Minister zal
onderzoeken in hoever het ook voor andere
groote plaatteen evenals te Amsterdam wen-
schelijk en mogelijk is den. tijld voor ont
vangst opengesteld!, te verruimen.
Wanneer gevallen van" betrachting van te
groote fiscaliteit bij de toepassing der belas
tingen ter kennis des Ministers worden ges-
bracht, zal hij die laten onderzoeken en in
dien db klachten gegrond, blijken, rijn onte-
•vradenheddi betuigen.
Heb ingesteld© onderzoek heeft geleerd, dat
het aan bedrijfsbelasting pndterwerpan van
buiterd'andsche schippers, ook dan wanneer
zij minder dan drie maanden hier vertoeven
©n toESchen Nederlandbdh'ö havens varen,
hoogst onbeduidende uitkomsten zou opleve
ren. De keffmg waro voor do schatkist van
geen belang en voor de bmnenlandsche schip
pers evenmin. Do klacht betreffende de uit
Duitschland komende Rijnsckippers wordt
onderzocht.
In het eerlang aan te bieden wetsontwerp
op de personeel© belasting zal de Minister
alles doen wat mogelijk is om onzekerheden
uit do wet te dben verdwijnen. Maar do be
wering, dat het inroepen eenar rechterlijke
beslissing onverdedigbaar zou rijn, omdat de
wet do beslissing omtrent geschillen voor
haar uitvoering heeft opgedragen aan een ad
ministratieve autoriteit, schijnt den Minister
zeer betwistbaar. Hij is van de strafrechter
lijke vervolging in liet algemeen geen voor
stander. Maar de bevoegdheid, daartoe wil hij
gehandhaafd hebben.
Het houden van loterijen zonder vergun
ning is zoowel aan vreemdelingen als aan Ne
derlanders verboden bij de wet van 2 Juli
1814, doch aan deze verbodsbepaling ont
breekt de penale sanctie sedert die invoering
van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. Bij
de regeling der loterijen, die bij het Dep. van
Justitie in bewerking is, zal daarin warden
voorzien.
.Omtrent bevoorrechting van de alcohalfa-
bncatie uit melasse ten koste van de graan-
branderijon, is het den Minister nog niet dui
delijk, dat de wetgever ten deze iets te ver
richten heeft.
De Minister blijft niet wanschelijk achten
de betrekking van betaalmeester op te hef
fen en de functiën op te dragen hetzij aan de
ontvangers der directe belastingen, hetzij aan
de agentschappen dbr Nedesrl. Bank. Het is
niet noodzakelijk te Den Helder een betaal-
me-est-erskantcoT te vestigen-. De overbren
ging van het betaalmeestërskantoor te Mid
delburg naar een Rijkfegefoouiw, tot Ooist-In-
discb Huis, heeft niet tem gevolge, dab de be
trokken ambtenaar minder aan bureaukosten
behoeft uit te geven, zoodot voor een verla
ging der vergoeding geen termen rijn.
In de behoefte aan rilveren pasmunt wordt
op regelmatige wijze voorzien. Eenige weken
geleden is wederom voor een bedrag van
ƒ50,000 aan 25 cemtsis bukken en van ƒ110,000
aan 10 centisstulkkeai aangemnnh Steeds
wordt gezorgd, dat bij de betaalmeesters een
voorraad pasmunt voorhanden is en deze
ambtenaren zijn verplicht, aan aanvragen
van hst publiek naar die muntsoort zooveel
mogelijk te voldoen.
Aangaande het overbrengen der domeinen
wordt nog overleg gepleegd.
Aan inkrimping van de direction dier re
gistratie kam moeilijk worden gedacht.
Mot nadruk komt de Minister op tegen de
beschuldiging van slecht beheer bij de rege
ling van db voorwaarden dei' vissctorij-wer-
paclit-iiigau. Heb tegenovergestelde is waar.
Ook heeft, den Minister verbaasd! de meeniug,
dat ook het beheer dor aanwassen an aan
slibbingen der ZeeuWsdhe etroomen in meer
deskundige handen zou rijn te brengen.
Wet op de middelen.
De Minister van Financiën liceft geen re
den om de mindere opbrengst van den ge-
dist illeerdacca jas toe te schrijven aan andere
oorzaken dan minder gebruik van sterke
drank, gevolg naar men mag vermoeden van
de werking der drankwet en va-n de verblij
dende propaganda voor matigheid door werk
lieden in hun. eigen kring, Voor afschaffing
van den geslachtsaccijns acht de Minister de
tijld niet gekomen. De behoeften van de
schatkist laten niet toe die inkomst te ont
beren. Van do inwisseling van onbruikbaar
gewonden zegels tegen andere zegels of koste
loos© stempeling van ander papier kan geen
gebruik gemaakt Worden voor de zegels voor
de registers van den burgerlijken stand, daar
zij bezwaarlijk uit die registers kunnen ver
wijderd worden en de inwisseling toch niet
kan geschieden zonder overgifte van het in te
wisselen gezegeld papier. In verscheidene
grootei© gemeenten, worden de registers van
den burgerlijken stand geschreven op buiten
gewoon gezegeld papier; voor het bedrag
aan zegels, dat dlaarvan ongebruikt blijft,
kan ieostelooze stempeling van ander papier
aan den Minister van Financiën gevraagd
warden; enkele gemeenten doen dit nu en
d'an. De Minister, van Finlainciën zou het
evenmin als zijn ambtgenoot van Waterstaat,
voor de zich ontwikkelende miijlnitidiuigtrie
aanmoedigend achten, indien reeds nu tot
heffing van het m a-xi miim-re-clit werd! overge
gaan. Mochten intusschen de thans aange
vangen of voorbereide nieuw© ontginningen-
tot eenige bevredigende uitkomst hebben ge
leid, dan zullen er, naar heb oordeel der Re-
gearing, wellicht termen rijn, tot geleidelijke
verhioogimig van höt redht te besluiten. De te
ruggaven ter zake van de kwade posten der
grondbelasting en der personeel© belasting
over 1897 kunnen volgens nadere berekening
worden begroot op ƒ555,000 in plaats van
op 195,000. Het tótaal der raming van de
middelen wordt hierdoor verhoogd tot
145,083-,185.
Pro Juventnte.
In de October-vergadering van de tweede
afdeeling van de vereenïging Pro Juventute
heeft zich een geval voorgedaan, waarover
een lang en principieel debat ontstond, en
naar aanleiding waarvan het bestuur op zich
heeft genomen van praeadvies te dienen.
Toen op die vergadering een beslissing
moest worden genomen omtrent een der
pupillen, bleek het, dat de vergadering dien
jongen 'b liefst bij de rechtbank voor plaatsing
in een Rijksopvoedingsgesticht zou aanbe
velen, maar dat de ouders van den jongen
en de jongen zelf zeer sterk tegen opzen
ding naar een gesticht bleken gekant te zijn.
Onder die omstandigheden liep het debat over
de vraag wat de raadsman ter terechtzitting
zou doen. Omtrent den jongen dien het toon
gold werd een beslissing genomen een prin-
cipeele beslissing bleef uit.
Moeten bij dergelijke botsing de overwe
gingen van sociaal humanitaire aard den
dootslag geven, of wel moet den wensch van
pupil en verzorgers, die met die overwegingen
van algemeenen aard strijden, worden op
gevolgd? Het bestuur meent vooralsnog het
laatste.
Het komt het bestuur voor dat, wanneer
de tweede Afdeeling werkelijk als stelsel zou
willen invoeren, dat zij dan door haar ge-
wenschten maatregel zelfs aan den rechter
zou willen voorstellen, tegen den zin van den
jeugdigen beklaagde of diens verzorger, de
invoei ing slechts zou kunnen plaats hebben
met een gelieele reorganisatie. Dan zou naast
de vereeniging ïPro Juventute" die dan, zon
der daartoe ex art. 432 Wetb. v, Strafr. te
z'yn geroepen, de strafzaken der personen be
neden 48 jaar in studie nam, een verdedigei
moeten staan, die van den invloed van Pro
Juventute vrij bleef.
Het bestuur komt op dit oogenbük tot de
volgende meening omtient het aan de oide
zynde vraagpunt
Indien de maatregel dien de tweede afdee
ling in een bepaald geval weoscht toe te
passen, bepaald strijdt met den wensch van
de veizorgers van den beklaagde, dau zal de
Vereeniging verstandig doen zich van hel
geven van advies aan den rechter te onthou
den. Bet lid der tweede afdeeling, die een
maal bezig was de zaak te behandelen, zal
den beklaagde vet der bijstaan als advocaat,
doelt niet als lid van Pro Juventute.
Het bestuur wil daarom ni»l dezen tegel
altijd en overal ii la rigueur doordrijven. Ei
zijn gevallen denkbaar, dat do ouders zoo
diep zedelijk verdorven zijn, zoo zeer den
naam mensch onwaardig zijn, dat ook de
advocaat, al bestond »Pro Juventute" niet,
zich geroepen zou voelen den rechter des
noods tegen den wil dier ouders te advi-
seeren, In een dergelijk geval behoeft »Pru
Juventute" niet anders te handelen. Want
niets mepnt liet bestuur moet den
vereeniging vreemder blijven dan Prinzipiën-
resterij.
In de vergadering van 4 Dec. jl. heeft d
tweede afdeeling zich na eenige discussie
zonder hoofdelijke stemming met dit praead
vies vereenigd.
II. M. de Koningin heeft op 7 December
4899 in plechtig gehoor ontvangen:
a. den heer j. Zenil, ter overhandiging aan
Hoogstdezelve van zijne geloofsbrieven als
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister van de Republiek der Vereenigde
Mesicaansche Staten bij het Nederlandsche
Hof;
b. Lu Hai Huan, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister van Zijne Majesteit
deu Keizer van China bij bet Nederlandsche
Hof, ter aanbieding aan Hare Majesteit van
een schrijven van Zijnen Doorluchtigen Sou-
verein
c. Phya Prasiddhi, Ier overhandiging van
zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister van Zijne Majes
teit den Koning van Siam Dij het Neder
landsche Hof en ter aanbieding tevens van
de tei'ugroepingsbrieven van Phya Visuddha
in diezelfde hoedanigheid. (St.-Ct.)
De gewone audiëntie van den ministei
van justitie zal Woensdag 13 Dec. riiet
plaats hebben.
De gemeenteraad van Rotterdam verwiet p
in een vorige zitting het voorstel lot invoe
ring van een minimumloon voor ai Bidets
in dienst van gemeente-aannemeis. Gisteren
verwierp de Raad in verband hiermede ook
de voorgestelde regeling omtrent maximum-
at beid.
In het arbeidscontract werden overigens
enkele verbeteringen aangebracht.
De heer Havelaar, directeur der posterijen
en telegraphie, is sedert enkele dagen door
ongesteldheid verhinderd op zijn bureau te
komen.
Bij Kon. besluit is aan mr. E. A. Smidt op
zijn daartoe gedaan verzoek met 4 Jan. eervol
ontslag verleend als officier van justitie bij de
Arrond -Rechtbank te Dordrecht.
Bij Kon. besluit is met 1 Febr. aan den
directeur van het postkantoor te Delft A.
Rijser op zijn verzoek eervol ontslag uit
's Rijks dienst verleend.
Bij Kon. besluit is mr. W. A. van Emden,
lid van den taad van bestuur in Suriname
en kantonrechter te Paramaribo, met verlof
in Eutopa, met 4 Febr. op zijn verzoek we
gens physieke ongeschiktheid eervol uit eerst-
gemelde betrekking ontslagen.
ililtvuurkiemen in buitenlandsch graan,
In Maart 1S98 vestigde do heer J. F. La-
méias, districlsveoarts to 's-Gra/venihage, de
aandacht, van den Minister van Binnen!and-
solit- Zaïkeu op het voorkomen van g»vallen
,'ari miltvuur onder het vee van eenige land
bouwers in do provincie Ziud-Holandi, welke
landbouwers, onder meer, aan hun vea als
voedsel verstrekten zéér verontreinigd graan
of wel graan-afval, afkomstig uit Rusland,
o. a. uit de omstrdken van de Zwart© Ze©,
Ismedo uit Ainieraka, welk product door eon
meelfabriek le Vlaaidingen m den liandlel
'cibrachf werd. Hij sprak daarbij tevens de
veronderstelling uit, dat het bedoelde- graan
of graanafvaJ rniltvmirsporen zou kunnen be
vatten.
Daarop word genoemden hoer Laméns en
den plaatsverv. distneteveoarts dr. D. A. do
Jong Jzn. te Leiden door den Minister opge
dragen een onderzoek in to stelien naar dto
aauweztglieid van miltvuiurldomen in het bo
venbedoelde afval van graan.
tl Iet ver-lag omtrent dit onderzoek is op
genomen m do „St.-Ct." van gisteren, no.
2S7. Wij ontleencn cr tot volgende aan:
De nnU-vuuiigevallen welke tot het instel
len van het onderzoek licibbon geleid, waren
do volgende
Op den 17en on den 18en Januari 1898
vorloor d'e vc oh o-uder D. van der Eyk te Ko-
tliel telkens een rund' aan miltvuur. Hij voe
derde aan zijn dieren het graan in quaestie.
Dcot' den heer La-méris werd aan Van der
Eyk dui raad gegeven met het verstrekken
van liet bedoelde voedsel op te houden. Hij
gaf daaraan gea'olg on meerde-ra gevallen kwa-
mon bij denzelfd'on veehouder niet voor.
Op den 26en Januari 189S vorloor C. Hoo-
gendoorn le Delit een rand aan antiirax. Ook
Inj voederde het verdachte graan, volgde edi
tor den laad cm hiermede mot door te gaan,
met op. bewerend© dat andbre vedioudbre
hst voed-cl aan hun vee verstrekten, zonder
nadeelige gevolgen te ondervinden. Daarop
verloor hij den 28en Februari woder een rand
aan miltvuur. Thans onthield hij rijn dieren
het verdachte vcedingemidldel en meerdere
gevallen kwamen bij hem. met voor.
Bij beide veehouders waren vóór d© ge
noemde data geen gevallen van miltvuur ge
constateerd geworden
Db omstandigheid, dat vóór of wol ter zelf-
der tijd zidi ook in andere provinciën geval
len van anthrax hadden voorgedaan, wasvoor
don Minister aanleiding de districts-veeartisen
in andere provinciën uit te noodigen te onder
zoeken of met betrekking tot de in de laatste
weken voorgekomen gevallen van miltvuur
liet verstrekken van het verdachte graan van
invloed gaweest kon rijn. TJit die ingekomen
rapporten blijkt, dat. het bewuste graan of
graanafval gevoederd was geworden in Lim
burg, Utrecht en Noord-Brabant. De dïs-
triets-vocïurtsen. in Limburg ear Noord-Bra
bant meenden editor voorgekomen gevallen
van miltvuur niet met het bedoeld© voedsel
in verband co moeten brengen, terwijl db
ditracts-veearte te Utrecht 7 gevallen van
miltvuur vermeldde, waarin wel, tegenover
11, waarin niet van het meergemelde voeder
gebruik gemaakt was.
Voor het onderzoek op de aanwezigheid
van milt-vuuikiomen waren twee verscliilk-ndo
monsters disponibel.
Allereerst eenig graan, verpakt in drie
1de ui o blikken doosjes, afkomstig van den
landbouwer C. Hoogc-ndoorn te Delft, bijl
wien gevallen van miltvuur onder runderen
waren voorgekomen, waarvoor genoemd, graan
verantwoordelijk gesteld werd.
In de tweede plaats een monster graan in
een papieren doo9, afkomstig van ©en land
bouwer te VTaardingien, onder wiens ve© an
thrax niet was voorgokoomen, welke echter
het graan aan rijn vee gevoederd had.
Beide monsters graan waren afkomstig van
denzclfden leverancier te VLaardingen.
In tot eerstbedoelde monster waren rogge-,
gerst-, haver, en ook tarwelcoiTels overwegend.
Velen daarvan waren door kalander aange
vreten. Bovendien werden eir in geconstateerd!
zaden van: ranunculus revemsis, polygomuo-
vamiculare, artemisia caimpestris brassica en
sinapis nigrai, sisymbrium officinale, sinapis
■arvtensis, phleium, linum utitatissianum, ceu-
taui'ca, taen por tulaca e-soort en ca-nn-abta. D©
gewone granen en polygonum raden waren
orveriiearsdiend. Bovendien weiden er sfauikjes
droge aarde en droge faeces in aangetroffen.
Het tweede monster bevatte dezelfde be-
stbnddbelen, achter meer graatikoaxdlis eax
minder onkruidzadon.