53"'" Jaargang. Zondag 10 en Maandag 11 December 1899. No. 10112. Tweede Blad. i Xjord Methuen. BINNENLAND. Uit de Staatscourant. Landbouw en Yeeteelt. SOHIEDAMSCHE COURANT M I Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, prijs per kwartaal.Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 4.25. Franco per post 11. 4.05. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. 1 Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur pan het bureau bezorgd rijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 47 regels fl. 0.00iedere regel meer 42i/j cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Ttleine mdvertentiën opgenomen tot den prijs van -40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intcrc. Telefoon Aio. 123. j 5 Nix de gebeurtenissen aan de Westgrens te beide om lijfsbehoud sbrijdtend© Boeren republieken de aandacht der wereld ©paiscton, au zij zelfs de belangstelling voor den loop Tin den oorlog in Natal eenigermate ver drongen hebben, is bet niet van belang ont bloot eens te zien wie de man is, wien hier de gelegenheid wordt aangeboden csm plaats te naman in de rij van Eng-elands groote leger aanvoerders. Natuurlijk hopen wij van. harte dat hem. de Lans daarop zai ontglippen. Heim persoonlijk zouden wij gaarne dien roem gun nen; maar het mag niet ten koste van een nederlaag der Boerenmadht die daar waakt voor de met veel bloed, met groote offers en met zware®, arbeid gekochte onafkanlkelijlk- tód. Trouwens, ook zonder gTooter roem kan lord Methuen tevreden zijn, wanneer hij te rugziet op zijn levensweg. Een eervolle car rière ligt achter dezen generaal, al moest de Zuid-Afrikaansdhe oorlog komen om zijn naam te brengen naar alle hoeken der aarde. Zijn volle naam en titel luidt: Generaal Lord Paul Sanford Methuenhij is de derdie baron. Methuen. De naam Sanford behoort aam de familie zijner moeder, die een dochter was van den predikant Sanford. Hij stamt- o. m. af van een Paul Methuen, die Lord- Kamseliier van Ierland en gezant te Lissabon is geweest en in die laatste qualiteit zijn naam heeft verbonden aan een zeer belang rijk tractaat met Portugal. Lorid Methuen werd in 1845 geboren en is dus 54 jaar oud. Hij ontving zijn opleiding te Eten en werd bestemd voor de militaire loopbaan. Daarom trad hij in dienst als lui tenant bij de Yeomanry, de bereden landmi litie die de kosten pleegt te dragen van paard en ui'rusting, de leerschool der meeste aan staande officieren. Twee jaar later, in 1864, ging hij naar het leger overhij werd be noemd tob luitenant bij de Sohotsclio garde- fuseliers. De jonge officier maakte een mooie promo tie. Ln. drie jaar was bij kapitein en regi- menfcsadjudaiib, en aan de G-oudkust verwierf hij reeds een jaar later den rang van majoor. Korten tijd' diende bij in dien rang in het vaderland om al spoedig m aictieven dienst te rug te treden. In den oorlog tegen Ashanti in 1874 nam hij deel aan den, shug van Amoa- ful, waar de tegenwoordige opperbevelhebber van het Engelsc-he leger, lord Wolseley, boen nog slechts sir Garnet, het bevel voerde. Lord Methuen verwierf hier de medaille met de geep. Zijn diensten werd nu voor anderen arbeid gevraagd. Na eerst als militair secretaris te zijn toegevoegd aan den opperbevelhebber in Ierland, werd hij nog in tófaselfide jaar, ;n 1877, als militair-Oittaché verbonden aan het gezantschap te Berlijn. Daar viel hem een onderscheiding ten de-el die, eemvo-udig, toch hooger geldt bij lord Methuen dan elk ander «eremetaal. Op een winterdag langs een der kanalen wandelende, zag hij een man in het water springen. Ondlanks de hevige koude en 't ge vaar, aarzelde Methuen geen otogenblïk, maar sprong den zelfmoordenaar na en klaagde er me'b groote moeite- in cfon man te redden. Weinige diagen later was er bof ten hove. Kei zer Wilhelm I had de moedige daad van den ferm en officier vernomen, en' schonk hem persoonlijk de medaille voor redding van menschenleveiis. Zijn arbeid als attaché te Berlijn werd door zijn superieuren zeer gewaardeerd, zoo- dht, toen hij in 1881 naar Engeland terug keerde, hij bij den. genera-len staf wend ge plaatst. Als komma-ndanb der troepen in het hoofdkwartier nam hij daarop déél aam den i- veldtocht in Egypte, waar bij zich dusdanig onderscheidde, dat hij eervol vernield en ge- deeoreerd werd met de Baith-orde en de Os- manieh-orde 3e klasse. In de kleine gevech ten bij Tel-eJ-Mahiuta en Kassassin, maar vooral in den grooten slag bij Tel-ebKebir fed hij zich die belooningen waardig ge maakt. Sinds heeft hij nog menigmaal zijn land gtede diensten kunnen bewijjzen. Het jaar 1884 zag hem aan heit hoofd van „Methuen's nutans" onder sir Obarles Warren in Bschiua" uadatad, en' weer werd! hij eer- cxL vermeld' en y nieuwte" onderscheidingen, wenden zijn dee,, hangen, tijd diende hij dlaarop als adjudant- generaal in Zuid-Afrika, totdat hij in 1890 '/als generaal-majoor naar Engeland terugkeer- ^yde. Daar bleef hij tot twee jaar geleden, toen «rij®, diensten in Indië noodig waren!, waiar lord Methuen een werkzaam aandeel blad in do onderwerping der oproerig© sltammen op ue Afghaansdhe grens. i b p *s l^us in 'het kort de loopbaan van. •ten. man wien de zorg voor Kimlberley en .geheel West-Gtiqualand en Bedhuanatlanld is .toevertrouwd. Wat zijn persoon betreft, prijst men lord Methuen als een flink, officier en meusch. Zijn gekat toekent energie en vastberaden heid, maar aan wait men wel eens noemt „een air" heeft hij 't land; aanstellerij of ver waandheid! in welkten vorm. ook verafschuwt hij. In dit opzicht wordt oen aardige anecdote van hem- verteld uit zijin voorlaatste campag ne in Zuid-Afrika. Metihiue®. voerde toen het bevel ever een vrijwiüigerslkorps, Waarin een groot aantal jongelieden van goeden huize dienst hadden genomen, die er nogail eens van hielden tegenover maatschappelijk lager staande kameraden een airtje aan te nemen. Eens beging een dier jongelieden, een vergrijp dat op zichzelf van weinig belang was en niet meer dan een zeer lichte straf verdiende. Do delinquent werd voor Methuen geroepen die, na db zaak onderzocht te hebben, zei.de dat hij het voor ditmaal met een berisping zou laten afloopen. Maar dit was allerminst naar den zin van heb jongemensch, dat rood va-n verontwaardi ging werd over 't absurde denkbeeld iemand van zijn stand ook maar te berispen. En hij vergat zich zoozeer dab hij uitriep „Ik geloof dat u niet weet wie ik hen, mijnheer. W-eet u wel dat ik jonker die-en-die ben?" Geen spier van Methuen's gelaat vertrok. Hij keek den man1 voor hom recht in de bogen en zei toen: „Zoo! Dat is wdl interessant! Permitteer mij dtiit ik me ook voorstelik ben Paul San ford, knd Methuen, en ik heb de eer u veer tien dagen provoost op te leggen." Het jon'geanensdh had -een verdiend lesje gcikxegen. Wij spraken, zooeven van „Methuen's rui ters", die officieel het „eerste- bataljon bere den scherpschutters" heetten. Dit bataljon be koorde tot de keurtroepen in de Bactouana- land-expeditie en voor een goed! deel was dit te danken aan de eigenaardige wijze waarop Meth/aem zijn mannen placht te oefenen. Hij organiseerde groote aritilopenjadhten, waar- bi] bij zijn mannen liet manoeiuivreeren als stonden zij tegenover dan vijand. Het is te begrijpen dat de soldaten van dit oorlogsspel ■hielden en met animo werkten. De generaal is ook een groot voorstander ran abhletiek jen voorai van seheumen. Den groots ten vijand van den beroepssoldaat acht hij den leeftijd, en alleen liebaamscefemng kan don soldaat vlug en krachtig houden. Zelf cm goed bokser en schermer, heeft hij ook altijd bij zijn mannen den lunst in deze takken vnn sport aangewakkerd. Ten slotte willen wij wijzen op ccn eigen aard ,g contrast. Heb is bekend hoe overdre ven de censuur op persberichten wordt toe gepast in Zuid-Afrika. Een oorlogscorrespon dent aan de Oranje-rivier meldde onllangs aan zijn blad. dial hem alleen vergund werd te berichten hoe h!et met heb weer gesteld was. Geheel -anders trad! Lord Methuen zelf ais censor op in 1882, tijdens don vefldtochb in Egypte. Hij stelde groot vertrouwen in de loyauteit en het doorzicht der corresponden ten en toonde dit ook. Nu en da-n verb-odd hij wel Inrichten te zenden aan de bladen over bepaalde fed ten, maar het gebeurde ook vlaak d!at hij een blanco telegram-formulier toeken de, zich daarbij vergenoegende met het ©ere woord van den correspondent dat geen onbe- dauMzaima of gevaarlijke berichten werden ©vergekalbeld'. jjjj pet bet aldus aan de oor logscorrespondenten zelf over te aordetelen wat de krijgsoperaties kon schalden. Jammer, dab dit voorbeeld in Zuid-Afrika geen navolging vindt. De betrouwbare berich ten die wij nu ontvangen, rijn grijs va,n ouderdom. Staatsbegrooting 1900. Financiën. In zijn antiwoord, merkt de Minister, om trent de gestadige venmeerdering van db adL ministratiekosten der Rijksmiddelen op, dat het personeel eerder te klein d!an te groot is. Dat de belastingbetalende® vel eens eeni- gen tijd moeten wachten in de kantoren, heeft meestal tot oorzaak do veel voorkomen de neiging om heb bezoek aan het belasting kantoor uit te stellen, tot dl© laatste voor be taling opengesteld!© uren en dagen, dikwijls tot op heb laatste oogedbïïlk, waarop men nog vervolging kan voorkomen. De Minister zal onderzoeken in hoever het ook voor andere groote plaatteen evenals te Amsterdam wen- schelijk en mogelijk is den. tijld voor ont vangst opengesteld!, te verruimen. Wanneer gevallen van" betrachting van te groote fiscaliteit bij de toepassing der belas tingen ter kennis des Ministers worden ges- bracht, zal hij die laten onderzoeken en in dien db klachten gegrond, blijken, rijn onte- •vradenheddi betuigen. Heb ingesteld© onderzoek heeft geleerd, dat het aan bedrijfsbelasting pndterwerpan van buiterd'andsche schippers, ook dan wanneer zij minder dan drie maanden hier vertoeven ©n toESchen Nederlandbdh'ö havens varen, hoogst onbeduidende uitkomsten zou opleve ren. De keffmg waro voor do schatkist van geen belang en voor de bmnenlandsche schip pers evenmin. Do klacht betreffende de uit Duitschland komende Rijnsckippers wordt onderzocht. In het eerlang aan te bieden wetsontwerp op de personeel© belasting zal de Minister alles doen wat mogelijk is om onzekerheden uit do wet te dben verdwijnen. Maar do be wering, dat het inroepen eenar rechterlijke beslissing onverdedigbaar zou rijn, omdat de wet do beslissing omtrent geschillen voor haar uitvoering heeft opgedragen aan een ad ministratieve autoriteit, schijnt den Minister zeer betwistbaar. Hij is van de strafrechter lijke vervolging in liet algemeen geen voor stander. Maar de bevoegdheid, daartoe wil hij gehandhaafd hebben. Het houden van loterijen zonder vergun ning is zoowel aan vreemdelingen als aan Ne derlanders verboden bij de wet van 2 Juli 1814, doch aan deze verbodsbepaling ont breekt de penale sanctie sedert die invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. Bij de regeling der loterijen, die bij het Dep. van Justitie in bewerking is, zal daarin warden voorzien. .Omtrent bevoorrechting van de alcohalfa- bncatie uit melasse ten koste van de graan- branderijon, is het den Minister nog niet dui delijk, dat de wetgever ten deze iets te ver richten heeft. De Minister blijft niet wanschelijk achten de betrekking van betaalmeester op te hef fen en de functiën op te dragen hetzij aan de ontvangers der directe belastingen, hetzij aan de agentschappen dbr Nedesrl. Bank. Het is niet noodzakelijk te Den Helder een betaal- me-est-erskantcoT te vestigen-. De overbren ging van het betaalmeestërskantoor te Mid delburg naar een Rijkfegefoouiw, tot Ooist-In- discb Huis, heeft niet tem gevolge, dab de be trokken ambtenaar minder aan bureaukosten behoeft uit te geven, zoodot voor een verla ging der vergoeding geen termen rijn. In de behoefte aan rilveren pasmunt wordt op regelmatige wijze voorzien. Eenige weken geleden is wederom voor een bedrag van ƒ50,000 aan 25 cemtsis bukken en van ƒ110,000 aan 10 centisstulkkeai aangemnnh Steeds wordt gezorgd, dat bij de betaalmeesters een voorraad pasmunt voorhanden is en deze ambtenaren zijn verplicht, aan aanvragen van hst publiek naar die muntsoort zooveel mogelijk te voldoen. Aangaande het overbrengen der domeinen wordt nog overleg gepleegd. Aan inkrimping van de direction dier re gistratie kam moeilijk worden gedacht. Mot nadruk komt de Minister op tegen de beschuldiging van slecht beheer bij de rege ling van db voorwaarden dei' vissctorij-wer- paclit-iiigau. Heb tegenovergestelde is waar. Ook heeft, den Minister verbaasd! de meeniug, dat ook het beheer dor aanwassen an aan slibbingen der ZeeuWsdhe etroomen in meer deskundige handen zou rijn te brengen. Wet op de middelen. De Minister van Financiën liceft geen re den om de mindere opbrengst van den ge- dist illeerdacca jas toe te schrijven aan andere oorzaken dan minder gebruik van sterke drank, gevolg naar men mag vermoeden van de werking der drankwet en va-n de verblij dende propaganda voor matigheid door werk lieden in hun. eigen kring, Voor afschaffing van den geslachtsaccijns acht de Minister de tijld niet gekomen. De behoeften van de schatkist laten niet toe die inkomst te ont beren. Van do inwisseling van onbruikbaar gewonden zegels tegen andere zegels of koste loos© stempeling van ander papier kan geen gebruik gemaakt Worden voor de zegels voor de registers van den burgerlijken stand, daar zij bezwaarlijk uit die registers kunnen ver wijderd worden en de inwisseling toch niet kan geschieden zonder overgifte van het in te wisselen gezegeld papier. In verscheidene grootei© gemeenten, worden de registers van den burgerlijken stand geschreven op buiten gewoon gezegeld papier; voor het bedrag aan zegels, dat dlaarvan ongebruikt blijft, kan ieostelooze stempeling van ander papier aan den Minister van Financiën gevraagd warden; enkele gemeenten doen dit nu en d'an. De Minister, van Finlainciën zou het evenmin als zijn ambtgenoot van Waterstaat, voor de zich ontwikkelende miijlnitidiuigtrie aanmoedigend achten, indien reeds nu tot heffing van het m a-xi miim-re-clit werd! overge gaan. Mochten intusschen de thans aange vangen of voorbereide nieuw© ontginningen- tot eenige bevredigende uitkomst hebben ge leid, dan zullen er, naar heb oordeel der Re- gearing, wellicht termen rijn, tot geleidelijke verhioogimig van höt redht te besluiten. De te ruggaven ter zake van de kwade posten der grondbelasting en der personeel© belasting over 1897 kunnen volgens nadere berekening worden begroot op ƒ555,000 in plaats van op 195,000. Het tótaal der raming van de middelen wordt hierdoor verhoogd tot 145,083-,185. Pro Juventnte. In de October-vergadering van de tweede afdeeling van de vereenïging Pro Juventute heeft zich een geval voorgedaan, waarover een lang en principieel debat ontstond, en naar aanleiding waarvan het bestuur op zich heeft genomen van praeadvies te dienen. Toen op die vergadering een beslissing moest worden genomen omtrent een der pupillen, bleek het, dat de vergadering dien jongen 'b liefst bij de rechtbank voor plaatsing in een Rijksopvoedingsgesticht zou aanbe velen, maar dat de ouders van den jongen en de jongen zelf zeer sterk tegen opzen ding naar een gesticht bleken gekant te zijn. Onder die omstandigheden liep het debat over de vraag wat de raadsman ter terechtzitting zou doen. Omtrent den jongen dien het toon gold werd een beslissing genomen een prin- cipeele beslissing bleef uit. Moeten bij dergelijke botsing de overwe gingen van sociaal humanitaire aard den dootslag geven, of wel moet den wensch van pupil en verzorgers, die met die overwegingen van algemeenen aard strijden, worden op gevolgd? Het bestuur meent vooralsnog het laatste. Het komt het bestuur voor dat, wanneer de tweede Afdeeling werkelijk als stelsel zou willen invoeren, dat zij dan door haar ge- wenschten maatregel zelfs aan den rechter zou willen voorstellen, tegen den zin van den jeugdigen beklaagde of diens verzorger, de invoei ing slechts zou kunnen plaats hebben met een gelieele reorganisatie. Dan zou naast de vereeniging ïPro Juventute" die dan, zon der daartoe ex art. 432 Wetb. v, Strafr. te z'yn geroepen, de strafzaken der personen be neden 48 jaar in studie nam, een verdedigei moeten staan, die van den invloed van Pro Juventute vrij bleef. Het bestuur komt op dit oogenbük tot de volgende meening omtient het aan de oide zynde vraagpunt Indien de maatregel dien de tweede afdee ling in een bepaald geval weoscht toe te passen, bepaald strijdt met den wensch van de veizorgers van den beklaagde, dau zal de Vereeniging verstandig doen zich van hel geven van advies aan den rechter te onthou den. Bet lid der tweede afdeeling, die een maal bezig was de zaak te behandelen, zal den beklaagde vet der bijstaan als advocaat, doelt niet als lid van Pro Juventute. Het bestuur wil daarom ni»l dezen tegel altijd en overal ii la rigueur doordrijven. Ei zijn gevallen denkbaar, dat do ouders zoo diep zedelijk verdorven zijn, zoo zeer den naam mensch onwaardig zijn, dat ook de advocaat, al bestond »Pro Juventute" niet, zich geroepen zou voelen den rechter des noods tegen den wil dier ouders te advi- seeren, In een dergelijk geval behoeft »Pru Juventute" niet anders te handelen. Want niets mepnt liet bestuur moet den vereeniging vreemder blijven dan Prinzipiën- resterij. In de vergadering van 4 Dec. jl. heeft d tweede afdeeling zich na eenige discussie zonder hoofdelijke stemming met dit praead vies vereenigd. II. M. de Koningin heeft op 7 December 4899 in plechtig gehoor ontvangen: a. den heer j. Zenil, ter overhandiging aan Hoogstdezelve van zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi nister van de Republiek der Vereenigde Mesicaansche Staten bij het Nederlandsche Hof; b. Lu Hai Huan, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Zijne Majesteit deu Keizer van China bij bet Nederlandsche Hof, ter aanbieding aan Hare Majesteit van een schrijven van Zijnen Doorluchtigen Sou- verein c. Phya Prasiddhi, Ier overhandiging van zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Zijne Majes teit den Koning van Siam Dij het Neder landsche Hof en ter aanbieding tevens van de tei'ugroepingsbrieven van Phya Visuddha in diezelfde hoedanigheid. (St.-Ct.) De gewone audiëntie van den ministei van justitie zal Woensdag 13 Dec. riiet plaats hebben. De gemeenteraad van Rotterdam verwiet p in een vorige zitting het voorstel lot invoe ring van een minimumloon voor ai Bidets in dienst van gemeente-aannemeis. Gisteren verwierp de Raad in verband hiermede ook de voorgestelde regeling omtrent maximum- at beid. In het arbeidscontract werden overigens enkele verbeteringen aangebracht. De heer Havelaar, directeur der posterijen en telegraphie, is sedert enkele dagen door ongesteldheid verhinderd op zijn bureau te komen. Bij Kon. besluit is aan mr. E. A. Smidt op zijn daartoe gedaan verzoek met 4 Jan. eervol ontslag verleend als officier van justitie bij de Arrond -Rechtbank te Dordrecht. Bij Kon. besluit is met 1 Febr. aan den directeur van het postkantoor te Delft A. Rijser op zijn verzoek eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. Bij Kon. besluit is mr. W. A. van Emden, lid van den taad van bestuur in Suriname en kantonrechter te Paramaribo, met verlof in Eutopa, met 4 Febr. op zijn verzoek we gens physieke ongeschiktheid eervol uit eerst- gemelde betrekking ontslagen. ililtvuurkiemen in buitenlandsch graan, In Maart 1S98 vestigde do heer J. F. La- méias, districlsveoarts to 's-Gra/venihage, de aandacht, van den Minister van Binnen!and- solit- Zaïkeu op het voorkomen van g»vallen ,'ari miltvuur onder het vee van eenige land bouwers in do provincie Ziud-Holandi, welke landbouwers, onder meer, aan hun vea als voedsel verstrekten zéér verontreinigd graan of wel graan-afval, afkomstig uit Rusland, o. a. uit de omstrdken van de Zwart© Ze©, Ismedo uit Ainieraka, welk product door eon meelfabriek le Vlaaidingen m den liandlel 'cibrachf werd. Hij sprak daarbij tevens de veronderstelling uit, dat het bedoelde- graan of graanafvaJ rniltvmirsporen zou kunnen be vatten. Daarop word genoemden hoer Laméns en den plaatsverv. distneteveoarts dr. D. A. do Jong Jzn. te Leiden door den Minister opge dragen een onderzoek in to stelien naar dto aauweztglieid van miltvuiurldomen in het bo venbedoelde afval van graan. tl Iet ver-lag omtrent dit onderzoek is op genomen m do „St.-Ct." van gisteren, no. 2S7. Wij ontleencn cr tot volgende aan: De nnU-vuuiigevallen welke tot het instel len van het onderzoek licibbon geleid, waren do volgende Op den 17en on den 18en Januari 1898 vorloor d'e vc oh o-uder D. van der Eyk te Ko- tliel telkens een rund' aan miltvuur. Hij voe derde aan zijn dieren het graan in quaestie. Dcot' den heer La-méris werd aan Van der Eyk dui raad gegeven met het verstrekken van liet bedoelde voedsel op te houden. Hij gaf daaraan gea'olg on meerde-ra gevallen kwa- mon bij denzelfd'on veehouder niet voor. Op den 26en Januari 189S vorloor C. Hoo- gendoorn le Delit een rand aan antiirax. Ook Inj voederde het verdachte graan, volgde edi tor den laad cm hiermede mot door te gaan, met op. bewerend© dat andbre vedioudbre hst voed-cl aan hun vee verstrekten, zonder nadeelige gevolgen te ondervinden. Daarop verloor hij den 28en Februari woder een rand aan miltvuur. Thans onthield hij rijn dieren het verdachte vcedingemidldel en meerdere gevallen kwamen bij hem. met voor. Bij beide veehouders waren vóór d© ge noemde data geen gevallen van miltvuur ge constateerd geworden Db omstandigheid, dat vóór of wol ter zelf- der tijd zidi ook in andere provinciën geval len van anthrax hadden voorgedaan, wasvoor don Minister aanleiding de districts-veeartisen in andere provinciën uit te noodigen te onder zoeken of met betrekking tot de in de laatste weken voorgekomen gevallen van miltvuur liet verstrekken van het verdachte graan van invloed gaweest kon rijn. TJit die ingekomen rapporten blijkt, dat. het bewuste graan of graanafval gevoederd was geworden in Lim burg, Utrecht en Noord-Brabant. De dïs- triets-vocïurtsen. in Limburg ear Noord-Bra bant meenden editor voorgekomen gevallen van miltvuur niet met het bedoeld© voedsel in verband co moeten brengen, terwijl db ditracts-veearte te Utrecht 7 gevallen van miltvuur vermeldde, waarin wel, tegenover 11, waarin niet van het meergemelde voeder gebruik gemaakt was. Voor het onderzoek op de aanwezigheid van milt-vuuikiomen waren twee verscliilk-ndo monsters disponibel. Allereerst eenig graan, verpakt in drie 1de ui o blikken doosjes, afkomstig van den landbouwer C. Hoogc-ndoorn te Delft, bijl wien gevallen van miltvuur onder runderen waren voorgekomen, waarvoor genoemd, graan verantwoordelijk gesteld werd. In de tweede plaats een monster graan in een papieren doo9, afkomstig van ©en land bouwer te VTaardingien, onder wiens ve© an thrax niet was voorgokoomen, welke echter het graan aan rijn vee gevoederd had. Beide monsters graan waren afkomstig van denzclfden leverancier te VLaardingen. In tot eerstbedoelde monster waren rogge-, gerst-, haver, en ook tarwelcoiTels overwegend. Velen daarvan waren door kalander aange vreten. Bovendien werden eir in geconstateerd! zaden van: ranunculus revemsis, polygomuo- vamiculare, artemisia caimpestris brassica en sinapis nigrai, sisymbrium officinale, sinapis ■arvtensis, phleium, linum utitatissianum, ceu- taui'ca, taen por tulaca e-soort en ca-nn-abta. D© gewone granen en polygonum raden waren orveriiearsdiend. Bovendien weiden er sfauikjes droge aarde en droge faeces in aangetroffen. Het tweede monster bevatte dezelfde be- stbnddbelen, achter meer graatikoaxdlis eax minder onkruidzadon.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5