53"" Jaargang. Dinsdag 19 December 1899. No. 10119. IViaar een mensch! BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 1CT cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel meer '121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar cle plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van z\in gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Meine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 133. 8 Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 18 Dec. '99. Se oorlog. De indruk van Buller's nederlaag na 'liet succes der Boeren, bij Stonniberg op G'abacre's divisie, en bi] Magerfontein cp lord Mei'luieris bolonue bdhaald, is oirteag- lijlc. Over bet buitenland kunnen wij kort zijn. Mem is het er over eens, in Duiitsuhland zoo goed als in Frankrijk, in Oostenrijk zoo wel als in de Vereen.igde Staten, dat de Engel- sche krijgskunst in dozen oorlog ten eenen male onvoldoende is gebleken, en dat het Briische gezag in Zuid-Afri ka en op andere punten der aarde groot gevaar loopt. Duide lijk blijkt wederom hoe elk wereldrijk js een beeld met leemen voeten. Ook in Engeland voelt men den ernst van den toestand. Wanneer een jingo-blad bij uitnemendheid als de „Daily Slad." niet min der dan 45,000 brieven ontvangt, waarin ever de wijze waarop de oorlog wordt ge voerd, afkeuring wordt uitgesproken, dan be hoeft niet gevraagd te worden of de „West- minster Gazette" niet gelijk heeft, wanneer zdj schrijft, dat sinds een dag of tien velen de schollen van de oogen beginnen te vallen. Er komt neg bij dat nu de oorlog ernstig begint to drukken op de Engelbdhe bevolking. Wij spréken niet van de milldoenen, die elfca oorlog verslindt; die treffen niet direct. Maar wel voelt de kleine burger, de am bachtsman, de kleine rentenier onmiddellijk dat, door den. oorlog, do kolen duur zijn, juist nu het goad is gaan winteren, en dait andere artikelen van belkoeften denzelfden weg opgaan. Want de regearing legt beslag cp de voorraden en doet reusachtige bestel lingen. En meer nog. De militie wordt onder de wapenen geroepen, en ook de Yeomanry en de „volunteers" (vrijwilligers) worden in aan merking genomen voor den actieven dienst. Nu mag do militie alleen voor landsverdedi ging, de Yecmanry en de volunteers zelfs al leen voor Engeland en Scihotl'and worden ge bruikt. Evenwel, de regeering bepaalt dat „negen bataljons militie, bovendien twee bataljons, die roods uit vrijwilligers waren gerecrateerd voor Malt», en zij, die dienst hebben geno men voor heit binnenland, zullen worden ge machtigd, vrijwillig te teckenen voor don dienst buiten Engeland." Wat zal er gewerkt worden door de ronse laars/ wat zal er gerammeld worden met pon den en kronen en met holle, patriottische frasen, ara de arme jongens te bewegen tot dienstneming voor Zuid-Afrika.. De Bntsche groOt-kapiiifcalisten, de goud- en diaman tmagnaten die dezen oorlog getrild hebben, komen kanon- en goweervoêr te kort; de ronselaars zullen hot weil leveren. 'Maar er is eien grens. Neg houdt men zich te Lodden bewonderenswaardig kalm, ock d'ank zij den bezadigden toon der bladen dio de bewering is uit Berlijn afkomstig oen vertrouwelijken wenk hebben gekregen om liet volk zoet te houden. Als Londen maar kalm blijft „Wij weten niet wat „Westen. Gaz." en „Morning Leader", de eenige Londensohe blaldien die de regeerimg nog aandurven, zul len doen. Voorloopig bepaalt eerstgenoemd blad er zidh toe op te merken „Het is volstrekt noodzakelijk dait wij de feiten ka.lm onder de oogen zien, 011 dab wij DOOB n>A BOY-m 67) Ja., in Suzanna's binnenste was het inder daad volkomen rustig geworden. De kortston dige angst was geheel overwonnen. Vol ver trouwen dacht zijHij zal aan Blaser zoo aanstonds wel iets verstandigs zeggen en we ten te voorkomen, dat hij de waarheid gist. „Als 'fc u belieft, Juffrouw!" zedd© Arnold heel plechtstatig. „De dank u." Zij boog voor Blaser. Arnold deed de deur voor haar open. Hij kon nu niet anders doen, al zag zijn hospitia het ook, hij moest Suzanna toch. tot aan de Voordeur vergezellen, zoöals men. dit biji een plechtstatig, officieel bezoek pleegt to doen. Ter wille van Blaser kon hij haar niet haastig laten ontsnappen, haar niet ralden, haar ge zicht te verbergen. En Juffrouw L eerman n, die juist in d© vestibule stood, zette groote oogen op en dachtIg dat niet de Juffrouw, die bij de Deuben-g gelogeerd is? Toen Arnold) zijn kamer weder binnentrad, vond hij Blaser ruiter te paard op een stoel zitten, mot de handen, op do leuning, terwijl hij hom mot een ondeugend glimlachje af wachtte. „Zeg eens, Körlegg," begon Mj, ba-wijl hij trachten de fout te ontdekken die ons in de bestaande moeilijkheid heeft gebracht. Do schellen beginnen sinds tien dagen van veler oogen te vallen, en hot is maar al te duide lijk geworden, dat wij in gevaar verlegeren onze belangen aan. onzen hartstocht op te of feren." Fcrselicr toon slaat men in Ierland aan Gebeten is men daar vcor.il op 01iambcrl.ru, den man die de oigen-regoermg voor Ierland bestreden heeft, en die nu m een mhdadigen oorlog zoovele Ieren deed vallen. Ghteren .3 Joe te Dublin geweest om het eere-doetoraat van Royal Ooflage in ontvangst te nemen, en uitgebreide maatregelen, o. het verbie den van een Transvaal-meeting, waren geno men om ernstige manifestaties tegen den staatssecretaris van koloniën te voorkomen. Of het geheel rustig is gebleven, weten wij niet. Terwijl Chamberlain aldus te Dublin was, vergaderde te Londen de ministerraad, waar aan naar men zegt lord Salisbury, Balfour, lord Lansdown e, Goshen en de lier tog van Devonshire deelnemen. Er moet besloten zijn den oorlog tot het uiterste door te zetten, een achtste divisie te mobiliseerein en boven dien een nieuw eskader uit te rusten csm elke poging oim van Engelands moeilijkheid ge bruik te maken, terstond te kunnen afweran. Generaal Bulier vervangen. Generaal Buller is het slachtoffer gewor den van de gebeurtenissen. Hot opperbevel is liem ontnomen hij heeft zijn onverdeelde aandacht noodig voor Natal wordt er ïls pleister op de woud bijgevoegd. Wij woten niet of Bulleris beleid slecht is geweest. Het lijkt er wel op of het „Journal des Dêbats" gelijk heeft. Het meent dait het, als te Nicholson's Nek, Stormiberg, Mbdder- i-iviea- ein Magerfonteiu, aan 'helt verwaarloo- zen van verkenningen heeft gelegen, dat Buller biji de Tugela-rivier geslagen is, en dan zou den generaal inderdaad groote schuld treffen. Maar mogelijk is ook, dat Buller op aandringon der regeering-, die een overwin ning wenschte ter vergoeding der geleden nederlagen, tot den strijd is overgegaan, vóél de tijd daar was. Is dit zoo, dan heeft Bulleir evenals inder tijd de Italiaansche generaal Baratieri bij A'diua, zijin zwaldheid tegenover do politici, met zijn roem als veldoverste moeten koo- pen. De nieuwe opperbevel hebber, lord Roberts, is 67 jaar. In 1857 onderscheidde hij zich reeds bij de belegering van Dolik (Yeor-In- dië)hij streed in Albansynië en tegen de Lushai en droog in den eersten Afglhaan- sehen veldtocht door in het Huram-öal en forceerde 1 Dec. 1878 den overtocht over den Pciwar-pas. Het volgend jaar, in den twee den Afglhaanschen veldtocht, voerde ihito- nant-gcineraal Roberts het oppeibevel. Hij bozette K'aiboui en sloeg den vijand vcoi-Kan- daiiar. Hij werd met den baronatstitel be loond. In 1886 onderwierp hij als opperbe velhebber van liet Indische leger Birma. In 1892 werd' hij tot pair verheven met den ti tel lord Robeits van Kandahar en Waiter- ford. Hij volgde den tegenfwoordigen veld maarschalk lord Wolseley op als opperbevel hebber in Ierland. Een korten tijd is Roberts ook in Zuiid- Afrika geaveesft. In Maart 1881 werd hij tot gouverneur van Natal en Tranisvaalscttr com missaris boncamdi, maar den 21sten Maart werd rosds de vrede met de Boeren getee- feerad, en Roberts keerde spoedig daarop naar Indië terug. zijn beienen gemakkelijk uitstrekte, „daar wij toch op één en hetzelfde iuu- kennis met dit bekoorlijke meisje gemaakt hebben, staan wij met elkaar op zulk een voet, dat ik je wel kan vragenmag ik je fehcitceren Arnold leunde mot zijn liaud cp de tafel on keek den ander aan. „Als ik nu eens zeide, beste BlaserNeen, op zoo'n voet staan we niet met elkaar Maar je weet lieel good, dat de toestand mij nood zaakt, iets tegen je te zeggen. Een felicitatie mag ik echter niet aannamen." Blaser sprong op. Hij werd opeens ernstig en hartelijk. „Hoor eensAls je kameraad en als ie vriend m'oet ik het zeggenhot is toch niet denkbaar, dat de familie je zwarigheden in den weg logt, omdat je indiertijlcl dat geval met Zoutihern hebt gehad?" „Zwarigheden?" mompelde Arnold. „Hoe meen je dat?" „Nu," zeide Blaser, „dat men daaraan aan stoot neomt. Zentlhern was todh altijd een neef van Juffrouw Oaterrotih. En je komt dan oenigertnate in de familie van de wedu we. Maar zóó na is de familiebetrekking tocih niet, dab je elkaar niet uit den weg zouid't kunnen gaan. Maar weet je zoo'n beetje romantiek en geheimzinnigheid, voordat men het jawoord krijgt dait heeft zijn aantrek kelijkheid." Arnold1 merkte het wel: zijn kameraad meende vast en zéker, dab hiji met Suzanna al zoo wat in het geheim geëngageerd was. Wat zou Blaser er ook anders van kunnen Lord Kitchener, dio aan liet hoofd van den staf is geplaatst, kent de leeer natuur lijk uit Egypte, waar hij do laatste campag nes met roem heeft geleid. Geen oorlogsnieuws. Van het oorlogsterrein zoo goed als geen nieuws. Van groot belang zijn de telegram men omtrent do bonding der Afrikaanders in de Kaapkolonie. Het heeft er allen schijn van dat een algemeene opstond der Afrikaan ders voor de deur staat. Gebeurt dit werke lijk, dan gelooven wij dat d© nederlaag bij Colon so werkelijk is wat de „Deutsche Tages- zoitung" te Berlijn haar noemt: het begin van het einde'. De Sttiibitrrlkannsche Hlatl. Wij ontleenen aan „De Volksstem" van 4 Nov. nog het volgende: De begrafenis van generaal Koek. Gistermiddag te drie uur precies reed het galarijtuig van Z.H.Ecl. den Staatspresident Voor het huis van wijlen generaal Koek, waar leads vole familieleden, hooggeplaatst© amb tenaren en vrienden van den overledene war ren. bijeengekomen. Voor het huis zelf stond een maximkanon bespannen met acht zwarte paarden, die aan den toom geleid werden door vier stukrijders, onder bevel van een stuk-kommandanb. Verder in de straat stond het vierkleur- korps onder kommand» rat Jwndaan gesoliaaid. Daarnaast Holland's Mannenkoor met de omfloerste banier en ten slotte een detache ment van elke wijik der speciale politie. Voor hot stuk geschut stond het vuurpelo ton, veertien man sterk, onder aanvoering van deri wachtmeester en voorop het fanfare korps „Onder Ons" van de Centrale Werk plaats der Z. A. S. M. Nada.t ,H.Edi. en de löden van hob korps diplomatique, die uit persoonlijke vriend- sciluip voor den afgestorven© in uniform ver schenen waren, hun innige deelneming aan de weduwe hadden betuigd, spralk ds. Post- ma alvorens de kist, die met de Transvaal- sclie vlag bedekt was, het huis werd uitgedra gen, een indrukwekkend gebed naar aanlei ding van Psalm 116 „Kostelijk is in het oog deis Heeren de dood zijns gunstgenoot." Hiorcp zongen de aanwezigen Psalm 89 „die de slaap d'cs doods niet in zal slapen," waarna de dragers de kist naar buiten droe-, gen en cp het voorstuk van liet kanon plaat sten. De dragiers waren de heeren F. W. Reitz, staatssecretaris, J C. Smuts, staatsprocureur, N. S. MaiiherLo, thesaurier-generaal, I. van Alplhen, postmees ter-generaal, mijncoimmissa- ris van Heidelberg, en de heer P. G. W. Gro- bler, onderstaatssecretaris. Te 3.20 verheit dc stoet het huis en tegelij kertijd dreunde het eerste doffe kanonschot van het artilkriekaimp. En terwijl de plechtige stoet zich langzaam voortbewoog onder de statige indrukwekken de tonen van Chopin's trourmarsdi, klonken meit groote regelmaat om de minuut do scho ten van het kamp. Bij heb kerkhof aangekomen, werd de kist wcld'cr door de dragers van het kanon geno men en onder het salvo van het vuurpeloton naar het graf gedragen. In menig oog blonk een, traan en velen weeiihielden slechts met moeite bun snikken toen hot bevel van den wachtmeester klonlk: „presenteert het geweer" en langzaam met een dof geluid de kist in de groeve daalde.' Ds. Posbma naan hierop het Woord, terwijl denken Arnold mioest hem nog dankbaar zijn voor dat geloof, dat althans Suzanna niat beleedïgde. Wat zou het geweest zijn, als zijn kameraad eens op frivole gedachten ge komen was? „Best© vriend," zeide hij' met alle taeke- nen van een zekere agitatie, „ik was en k hen werkelijk in een lastig parket, en dit is inderdaad het gevolg van dien ongelukkigen afloop van liet duel. Meer mag ik je op dit oogeinbiik niet zeggen. M»a.r beloof mij op je woord van eer, dat je ziult verzwijgen, dab je Juffrouw Osterroth bij mij gezien hebt. Wat mijn hospita aangaat, ik hoop, dat de Juf frouw haar onbekend is." Blaser soliudde hem hartelijk de band. Decte algemeene bewoordingen hield hij voor een toestemming en oen bekentenis. „Dat spreekt vanzelf. Ik geef je mijn woord van eer. Maar alle drommels, Körlegg, als je het eens klaar weet te .spelen, dam be nijd! ik je het meisje. Maar tochbij voor baat duizend gelufcwonsdhen 1" En Arnold sprak hem niet tegen. Dc moest zeggen, dacht hij, dat Suzanna mijn aanstaande niet is, dat wij elkaar in 't goh eel niet liefhebben. Ik mag zulk een mis verstand niet dulden Maar hij ziweeg. Zijn tong was hem gebonden. Allerlei uitvluchten voor later bedacht hij. Ik zal na verloop van. eenigen tijd tegen Blaser zeggen, dat ik toch miaar van haar afgezien heb. Ofik zal voor den voorn een aanzoek can haar hand doen, een. blauwtje loopen en dan tegen. Blaser zeggen, dat er allen mot ongedekte hoofden rondom helt graf stonden geschaard. Onze predikant wees er op, hoe de mond thans zweeg, dio zoovele ma len gesproken had, hsoo de krachtige hand machteloos ter nederlag, dio in vroegere da gen eu ook in dezen strijd nog het zwaard hoeft opgevat, in liet geloof ir den Heer, zijn God. Hij was trouw bot in dien dood en zijn trouw is ons tot voorbeeld. In de dagen van strijd die wij nu beleven, kunnen wij ©ven- eens elk oogenblik opgeroepen worden onze trouw in den Heer te bewijzen. Mogen wij het dan gevoelen dat dit graf ons toeroept om voort te gaan in dezen strijd in hot betrouwen op den Heer, ons leven niet dierbaar achtendwij strijden in de kracht des Heeren. Laten wij dan altijd bereid zijn te toonen dait wij niet alleen strijden onder de banier van ons dierbaar vaderland; maar dat wij ook klaar staan te vallen onder do banier van Christus. De Staatspresident, die zichtbaar aange daan was, doch wiens krachtige figuur meer dan ooit zijn geloof in onzen heiligen strijd uitdrukte, wees op het leven vau generaal Koek, die op 12-jarigen leeftijd reeds mot zijn vader bij Boomplaats haid gestreden, la ter weer bij Zwartkop, en in den Vrijiheidb- oorlog van '80 ook onze vechtgeneraal was geweest op Potehe-fscrcom. 'Het oude Staatshoofd wees erop, dab hij generaal Koek van zijn jeugd af had gekenid als iemand, nooit bevreesd om zijn leiven te gewon voor do on'afhanlkeiujKlheid. De grijze President herinnerde er dan aan, dat van hot begin der wereld af een strijd is gestreden door den boozen geest tegen het rijk van öhriabus en dat m dien strijd velen gevallen ziju. Doch nooit zal het rijk van Christus vergaan. Generaal Kioek had diien strijd gestreden voor het rijk van Christus, en niet alleen voor zichzelf was hij gevallen', doch ook voor het nageslacht. Z.H.£d. wees dan op het leven hierna maals, dat alleen zal geworden, die in Chris tus geleefd heibben. Dit is de troost. De Heer alleen zal beslissen. Hij is die be velhebber over hemel en aarde, vraagt dus Hean, riep spreker ten slotte uit, ons wijsheid te geven, en kracht, en de overwinning zal daar weizen, zoodat de duivel e<n de heele we reld zal erkennen, dat God het zwaard in de hand heeft. Ds. Postana d'eed hierop een kort göbed, en dankte alle aanwezigen voor de eer den overledene bewezen en vooral Z.H.Ed. den Staatspresident voor zijn treffend© belang stelling. Nog werden twee salvo's ower heb graf ge lost en allen keerden huiswaarts, diep ge roerd over zoo treffend een plechtigheid. De kiiat was overdekt met kransen van hier, van Johannesburg en van het geheel© land. Van alle zijden waren deputaties afgevaar digd, van ver in Natal, den Vrijstaat en de Kolonie, doch ook ver over zee in Europa en Amerika hebben mensdbe-n met ons meege leefd in het zware verlies, dat de Z. A. R. heeft getroffen. Heb was oen treffend gezicht aan de groe ve van Generaal Koek, onze grijze staatsman met bewogen stem te zien spreken en de zoons van den overledene, mannen die op liet- slagveld den dood onverschrokken in het oog hadden, te zien steunen op elkander sn schreien als kinderen. Een van de zoons verliet geleund) op den arm van een deelnemend vriend', gebroken van smart, heb kerkhof. niets van komt. Ofik zal er niets hoege naamd van zeggen, niets doen, misschien ver geet hij het wel. De bedde dames liepen intusschen. als vluchtelingen naar huis. Zij merkten niets van de snerpende koude. Haar wangen gloei den. Saibine brandde van verhingen, ieder woord te lioo-en, zich zijn kamer te Li ten be schrijven, te weten te komen, hoe hij er zelf uitzag en hoe hij zich gehoudeu had. Maar eerst boen de opperbaljuw en zijn vrouw zich ter ruste begeven hadden, konden zij vrij met elkaar spreken. 'Sabine hield' haar brieven op haar schoot. Nu had zij, wat zij gewensdht hatL En zij had er berouw van, dat zij ze hem afgevraagd had. Hij zou ze toch misschien eenmaal weer gelezen hébben opnieuw ten der aan 'haar denkend. „Het bezit, daarvan was hem toch dier baar?" vroeg zij voor de tiende maal. „Zeide hij dait?" „Jai, hij druikte zich zeer edel en warm uit," bevestigde Suzanna.. „Zag hij er uit als iemand, dio erg geleden heeft?" „Eigenlijk niet. Maar hij zag er nog ern stiger dan vroeger uit." Daarover, dat Blaser Suzanna bij' Körlegg ontmoet had, stapte ook Saibine heen als over een. kleine ^aangenaamheid. „Arnold zal hem wel wat wijs maken," be weerde zij, „opdat Mj op geen dwaeo gedach ten moge komen." En eindelijk zeide zij; Ladysmith. Do „Randpost" schrijft: Bmnen een merkwaardig kort tijdsverloop, sinds de samentrekking onzer troepen bij La dysmith is reeds lievig gevochten. De herhaalde uitvallen, door de Engel- sölien gedaan, böwijzon dat de positie onzer burgers een sterke is en düat het garnizoen zich liever niet in do stad zclvo laat bonrbar- deci'cn. De juiste beteefcenis van de overwinning van gisteren kan hier niet worden nagegaan1 totdat het getal der dooden en gewonden on- O O zerzijkis békend is. Het schijnt echter, dat d© onzen nodlr veel dooden noch veel gewonden tobben1, daar hot anders gemakkelijker zou zijn geweest him getal onmiddellijk op te geven. Van den vijand moeten edhter ten min ste 135 man gevallen zijn, want dezen zijn door veldkomet Uijs geteld. De Engelsohen zijn uit hun posities verdreven en, over hoc geheel genomen, kan men köt r-esul taait der gevechten van gisteren gerust als een succes der burgers beschouwen. Hedenmorgen deed; de vijand weer een uitval en wordt nogm'aoJs hevig gevochten. Heb garnizoen moet bang geworden zijn door de totale afzondering van de stad en wil zich nu waarschijnlijk door onze gelederen slaan, ton einde zich aan te sluiten bij de Engei sdhe troepen, die verder Zuidelijk staan te wachten. Tenzij dan ook iets geheel onverwachts plaats grijpt, zal Ladysmith vrij zeker m onze handen vallen. ■Da inname der stad zal geen gemakkelijk werk zijn en vele kostbare levens moeten wel licht worden opgeofferd. Indien Ladysmith edhter eenmaal genomen mocht worden, ziau- den wij een sterke basis van operaties voor onze troepen hebben, terwijl de Engeliseheu! deze zouden 'liabben verloren een dubbel voordeel voor de onsen. E©n beti-ekkelijk kleine macht, te Lady smith en in den Biggarsb&ng gestationneerd, moet dan in staat zijn het Noorden van. Na^ tal voor de Republieken te lnouden tegen oen sterke Emgelscihe macht uit het Zuiden. De reet onzer manschappen kon dan gemist wor den om hetzij een invallenden, vijand in den Vrijistalab tegemoet te snellen, hetzij verder vooruit te dringen, naar gelang van omstan- digllieden. Wij weten zeer goed, dat dit programma niet dan met bijzonder veel inspanning kan worden uitgevoerd en dat onao menschen ne derlagen kunnen lijden Te oordeeleni n'aar hetgeen tot dusver is geschied, meenen we echter te moeiten verklaren, dait de kansen der Boeren uiterst goed staan. Zorg voor vrouwen en. kinderen. Wij ontvingen berichten van het front die indien zij gegiond zijn, de ernstige aandacht verdienen onzer overheid. Onze mannen krijgen herhaaldelijk klaagbrieven van hun vrouwen, dat terwijl onze gevangenen kos telijk verzorgd worden, den behoeftigen ge zinnen van Regeeringswege slechts meel en niets anders verstrekt wordt. Er ziju vele onder die gezinnen die geen sto/en hebben om brood te bakken van dit meel en slechts pap er van kunnen maken. Terwijl bovendien, waar onze gevangenen vleesch krygen, ook de vrouwen en kinde ren van onze eigen strijders we! geregeld een stukje vleesch mag worden ter beschik king gesteld. Dat onze krijgsgevangenen goed moeten „Nu hoef je niet naar dait vervelende bal te gaan." „Weet je," zeide Suzanna vol vuur, „het is, geloof iik, toch maar beter, dat ik er naar toe ga het zou de aandacht trékken, als ik te rugkrabbelde. En om je de waariheid' te zeg gen: hij verzocht mij, er toch naar toe te gaan. Dan zott do avond, die anders een straf voor hem is, waarde voor Item krijgen." Sabino deinsde terug en keek haar vrien din aan. Toen zeide zij verstrooid: „Ja, ga er maar heen, ga er maar heem F Er speelde een zonderling-, geheimzinnig glimlachje om haar lippen, waarvan Susanna zioh geen verklaring wist te gewen. Zij is voor hem een deel van het verledene, dacht Sabme. Als hij met haar spreekt, her innert alles ham aan mij, aam de dagen, sa men te Venetië doorgebracht. Misschien heeft hij mij todh nog lief en wil hij dit aan zich zelf niet bekennen. -- „Het is goed, dat je hem nog eenmaal ziet en spreekt. Je kunt dan tegen hem zeggen, da,t ik ham voor de brieven bedank en dat ik ze hemt niet zou afgevraagd hébben', als ik had geweten, dat zij nog waard© voor hem hadden," zeide zij. En deze sdhier weeke stemming MeH «ij haar aan tot op den dag, waarop het bal zou plaats hébben. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1