53"" Jaargang.
Dinsdag 19 December 1899.
No. 10119.
IViaar een mensch!
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 1CT cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel
meer '121/2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar cle plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van z\in gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Meine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 133.
8
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 18 Dec. '99.
Se oorlog.
De indruk van Buller's nederlaag
na 'liet succes der Boeren, bij Stonniberg op
G'abacre's divisie, en bi] Magerfontein cp
lord Mei'luieris bolonue bdhaald, is oirteag-
lijlc. Over bet buitenland kunnen wij kort
zijn. Mem is het er over eens, in Duiitsuhland
zoo goed als in Frankrijk, in Oostenrijk zoo
wel als in de Vereen.igde Staten, dat de Engel-
sche krijgskunst in dozen oorlog ten eenen
male onvoldoende is gebleken, en dat het
Briische gezag in Zuid-Afri ka en op andere
punten der aarde groot gevaar loopt. Duide
lijk blijkt wederom hoe elk wereldrijk js een
beeld met leemen voeten.
Ook in Engeland voelt men den ernst van
den toestand. Wanneer een jingo-blad bij
uitnemendheid als de „Daily Slad." niet min
der dan 45,000 brieven ontvangt, waarin
ever de wijze waarop de oorlog wordt ge
voerd, afkeuring wordt uitgesproken, dan be
hoeft niet gevraagd te worden of de „West-
minster Gazette" niet gelijk heeft, wanneer
zdj schrijft, dat sinds een dag of tien velen
de schollen van de oogen beginnen te vallen.
Er komt neg bij dat nu de oorlog ernstig
begint to drukken op de Engelbdhe bevolking.
Wij spréken niet van de milldoenen, die elfca
oorlog verslindt; die treffen niet direct.
Maar wel voelt de kleine burger, de am
bachtsman, de kleine rentenier onmiddellijk
dat, door den. oorlog, do kolen duur zijn,
juist nu het goad is gaan winteren, en dait
andere artikelen van belkoeften denzelfden
weg opgaan. Want de regearing legt beslag
cp de voorraden en doet reusachtige bestel
lingen.
En meer nog. De militie wordt onder de
wapenen geroepen, en ook de Yeomanry en
de „volunteers" (vrijwilligers) worden in aan
merking genomen voor den actieven dienst.
Nu mag do militie alleen voor landsverdedi
ging, de Yecmanry en de volunteers zelfs al
leen voor Engeland en Scihotl'and worden ge
bruikt.
Evenwel, de regeering bepaalt dat „negen
bataljons militie, bovendien twee bataljons,
die roods uit vrijwilligers waren gerecrateerd
voor Malt», en zij, die dienst hebben geno
men voor heit binnenland, zullen worden ge
machtigd, vrijwillig te teckenen voor don
dienst buiten Engeland."
Wat zal er gewerkt worden door de ronse
laars/ wat zal er gerammeld worden met pon
den en kronen en met holle, patriottische
frasen, ara de arme jongens te bewegen tot
dienstneming voor Zuid-Afrika..
De Bntsche groOt-kapiiifcalisten, de goud- en
diaman tmagnaten die dezen oorlog getrild
hebben, komen kanon- en goweervoêr te
kort; de ronselaars zullen hot weil leveren.
'Maar er is eien grens. Neg houdt men zich
te Lodden bewonderenswaardig kalm, ock
d'ank zij den bezadigden toon der bladen dio
de bewering is uit Berlijn afkomstig
oen vertrouwelijken wenk hebben gekregen
om liet volk zoet te houden. Als Londen
maar kalm blijft
„Wij weten niet wat „Westen. Gaz." en
„Morning Leader", de eenige Londensohe
blaldien die de regeerimg nog aandurven, zul
len doen. Voorloopig bepaalt eerstgenoemd
blad er zidh toe op te merken
„Het is volstrekt noodzakelijk dait wij de
feiten ka.lm onder de oogen zien, 011 dab wij
DOOB
n>A BOY-m
67)
Ja., in Suzanna's binnenste was het inder
daad volkomen rustig geworden. De kortston
dige angst was geheel overwonnen. Vol ver
trouwen dacht zijHij zal aan Blaser zoo
aanstonds wel iets verstandigs zeggen en we
ten te voorkomen, dat hij de waarheid gist.
„Als 'fc u belieft, Juffrouw!" zedd© Arnold
heel plechtstatig.
„De dank u."
Zij boog voor Blaser.
Arnold deed de deur voor haar open. Hij
kon nu niet anders doen, al zag zijn hospitia
het ook, hij moest Suzanna toch. tot aan de
Voordeur vergezellen, zoöals men. dit biji een
plechtstatig, officieel bezoek pleegt to doen.
Ter wille van Blaser kon hij haar niet haastig
laten ontsnappen, haar niet ralden, haar ge
zicht te verbergen.
En Juffrouw L eerman n, die juist in d©
vestibule stood, zette groote oogen op en
dachtIg dat niet de Juffrouw, die bij de
Deuben-g gelogeerd is?
Toen Arnold) zijn kamer weder binnentrad,
vond hij Blaser ruiter te paard op een stoel
zitten, mot de handen, op do leuning, terwijl
hij hom mot een ondeugend glimlachje af
wachtte.
„Zeg eens, Körlegg," begon Mj, ba-wijl hij
trachten de fout te ontdekken die ons in de
bestaande moeilijkheid heeft gebracht. Do
schellen beginnen sinds tien dagen van veler
oogen te vallen, en hot is maar al te duide
lijk geworden, dat wij in gevaar verlegeren
onze belangen aan. onzen hartstocht op te of
feren."
Fcrselicr toon slaat men in Ierland aan
Gebeten is men daar vcor.il op 01iambcrl.ru,
den man die de oigen-regoermg voor Ierland
bestreden heeft, en die nu m een mhdadigen
oorlog zoovele Ieren deed vallen. Ghteren .3
Joe te Dublin geweest om het eere-doetoraat
van Royal Ooflage in ontvangst te nemen,
en uitgebreide maatregelen, o. het verbie
den van een Transvaal-meeting, waren geno
men om ernstige manifestaties tegen den
staatssecretaris van koloniën te voorkomen.
Of het geheel rustig is gebleven, weten wij
niet.
Terwijl Chamberlain aldus te Dublin was,
vergaderde te Londen de ministerraad, waar
aan naar men zegt lord Salisbury, Balfour,
lord Lansdown e, Goshen en de lier tog van
Devonshire deelnemen. Er moet besloten zijn
den oorlog tot het uiterste door te zetten,
een achtste divisie te mobiliseerein en boven
dien een nieuw eskader uit te rusten csm elke
poging oim van Engelands moeilijkheid ge
bruik te maken, terstond te kunnen afweran.
Generaal Bulier vervangen.
Generaal Buller is het slachtoffer gewor
den van de gebeurtenissen. Hot opperbevel
is liem ontnomen hij heeft zijn onverdeelde
aandacht noodig voor Natal wordt er ïls
pleister op de woud bijgevoegd.
Wij woten niet of Bulleris beleid slecht is
geweest. Het lijkt er wel op of het „Journal
des Dêbats" gelijk heeft. Het meent dait het,
als te Nicholson's Nek, Stormiberg, Mbdder-
i-iviea- ein Magerfonteiu, aan 'helt verwaarloo-
zen van verkenningen heeft gelegen, dat
Buller biji de Tugela-rivier geslagen is, en
dan zou den generaal inderdaad groote schuld
treffen. Maar mogelijk is ook, dat Buller op
aandringon der regeering-, die een overwin
ning wenschte ter vergoeding der geleden
nederlagen, tot den strijd is overgegaan, vóél
de tijd daar was.
Is dit zoo, dan heeft Bulleir evenals inder
tijd de Italiaansche generaal Baratieri bij
A'diua, zijin zwaldheid tegenover do politici,
met zijn roem als veldoverste moeten koo-
pen.
De nieuwe opperbevel hebber, lord Roberts,
is 67 jaar. In 1857 onderscheidde hij zich
reeds bij de belegering van Dolik (Yeor-In-
dië)hij streed in Albansynië en tegen de
Lushai en droog in den eersten Afglhaan-
sehen veldtocht door in het Huram-öal en
forceerde 1 Dec. 1878 den overtocht over den
Pciwar-pas. Het volgend jaar, in den twee
den Afglhaanschen veldtocht, voerde ihito-
nant-gcineraal Roberts het oppeibevel. Hij
bozette K'aiboui en sloeg den vijand vcoi-Kan-
daiiar. Hij werd met den baronatstitel be
loond. In 1886 onderwierp hij als opperbe
velhebber van liet Indische leger Birma. In
1892 werd' hij tot pair verheven met den ti
tel lord Robeits van Kandahar en Waiter-
ford. Hij volgde den tegenfwoordigen veld
maarschalk lord Wolseley op als opperbevel
hebber in Ierland.
Een korten tijd is Roberts ook in Zuiid-
Afrika geaveesft. In Maart 1881 werd hij tot
gouverneur van Natal en Tranisvaalscttr com
missaris boncamdi, maar den 21sten Maart
werd rosds de vrede met de Boeren getee-
feerad, en Roberts keerde spoedig daarop naar
Indië terug.
zijn beienen gemakkelijk uitstrekte, „daar wij
toch op één en hetzelfde iuu- kennis met dit
bekoorlijke meisje gemaakt hebben, staan wij
met elkaar op zulk een voet, dat ik je wel
kan vragenmag ik je fehcitceren
Arnold leunde mot zijn liaud cp de tafel
on keek den ander aan.
„Als ik nu eens zeide, beste BlaserNeen,
op zoo'n voet staan we niet met elkaar Maar
je weet lieel good, dat de toestand mij nood
zaakt, iets tegen je te zeggen. Een felicitatie
mag ik echter niet aannamen."
Blaser sprong op. Hij werd opeens ernstig
en hartelijk.
„Hoor eensAls je kameraad en als ie
vriend m'oet ik het zeggenhot is toch niet
denkbaar, dat de familie je zwarigheden in
den weg logt, omdat je indiertijlcl dat geval
met Zoutihern hebt gehad?"
„Zwarigheden?" mompelde Arnold. „Hoe
meen je dat?"
„Nu," zeide Blaser, „dat men daaraan aan
stoot neomt. Zentlhern was todh altijd een
neef van Juffrouw Oaterrotih. En je komt
dan oenigertnate in de familie van de wedu
we. Maar zóó na is de familiebetrekking tocih
niet, dab je elkaar niet uit den weg zouid't
kunnen gaan. Maar weet je zoo'n beetje
romantiek en geheimzinnigheid, voordat men
het jawoord krijgt dait heeft zijn aantrek
kelijkheid."
Arnold1 merkte het wel: zijn kameraad
meende vast en zéker, dab hiji met Suzanna
al zoo wat in het geheim geëngageerd was.
Wat zou Blaser er ook anders van kunnen
Lord Kitchener, dio aan liet hoofd van
den staf is geplaatst, kent de leeer natuur
lijk uit Egypte, waar hij do laatste campag
nes met roem heeft geleid.
Geen oorlogsnieuws.
Van het oorlogsterrein zoo goed als geen
nieuws. Van groot belang zijn de telegram
men omtrent do bonding der Afrikaanders
in de Kaapkolonie. Het heeft er allen schijn
van dat een algemeene opstond der Afrikaan
ders voor de deur staat. Gebeurt dit werke
lijk, dan gelooven wij dat d© nederlaag bij
Colon so werkelijk is wat de „Deutsche Tages-
zoitung" te Berlijn haar noemt: het begin
van het einde'.
De Sttiibitrrlkannsche Hlatl.
Wij ontleenen aan „De Volksstem" van
4 Nov. nog het volgende:
De begrafenis van generaal Koek.
Gistermiddag te drie uur precies reed het
galarijtuig van Z.H.Ecl. den Staatspresident
Voor het huis van wijlen generaal Koek, waar
leads vole familieleden, hooggeplaatst© amb
tenaren en vrienden van den overledene war
ren. bijeengekomen.
Voor het huis zelf stond een maximkanon
bespannen met acht zwarte paarden, die aan
den toom geleid werden door vier stukrijders,
onder bevel van een stuk-kommandanb.
Verder in de straat stond het vierkleur-
korps onder kommand» rat Jwndaan gesoliaaid.
Daarnaast Holland's Mannenkoor met de
omfloerste banier en ten slotte een detache
ment van elke wijik der speciale politie.
Voor hot stuk geschut stond het vuurpelo
ton, veertien man sterk, onder aanvoering
van deri wachtmeester en voorop het fanfare
korps „Onder Ons" van de Centrale Werk
plaats der Z. A. S. M.
Nada.t ,H.Edi. en de löden van hob korps
diplomatique, die uit persoonlijke vriend-
sciluip voor den afgestorven© in uniform ver
schenen waren, hun innige deelneming aan
de weduwe hadden betuigd, spralk ds. Post-
ma alvorens de kist, die met de Transvaal-
sclie vlag bedekt was, het huis werd uitgedra
gen, een indrukwekkend gebed naar aanlei
ding van Psalm 116 „Kostelijk is in het oog
deis Heeren de dood zijns gunstgenoot."
Hiorcp zongen de aanwezigen Psalm 89
„die de slaap d'cs doods niet in zal slapen,"
waarna de dragers de kist naar buiten droe-,
gen en cp het voorstuk van liet kanon plaat
sten.
De dragiers waren de heeren F. W. Reitz,
staatssecretaris, J C. Smuts, staatsprocureur,
N. S. MaiiherLo, thesaurier-generaal, I. van
Alplhen, postmees ter-generaal, mijncoimmissa-
ris van Heidelberg, en de heer P. G. W. Gro-
bler, onderstaatssecretaris.
Te 3.20 verheit dc stoet het huis en tegelij
kertijd dreunde het eerste doffe kanonschot
van het artilkriekaimp.
En terwijl de plechtige stoet zich langzaam
voortbewoog onder de statige indrukwekken
de tonen van Chopin's trourmarsdi, klonken
meit groote regelmaat om de minuut do scho
ten van het kamp.
Bij heb kerkhof aangekomen, werd de kist
wcld'cr door de dragers van het kanon geno
men en onder het salvo van het vuurpeloton
naar het graf gedragen.
In menig oog blonk een, traan en velen
weeiihielden slechts met moeite bun snikken
toen hot bevel van den wachtmeester klonlk:
„presenteert het geweer" en langzaam met
een dof geluid de kist in de groeve daalde.'
Ds. Posbma naan hierop het Woord, terwijl
denken Arnold mioest hem nog dankbaar
zijn voor dat geloof, dat althans Suzanna
niat beleedïgde. Wat zou het geweest zijn, als
zijn kameraad eens op frivole gedachten ge
komen was?
„Best© vriend," zeide hij' met alle taeke-
nen van een zekere agitatie, „ik was en k
hen werkelijk in een lastig parket, en dit is
inderdaad het gevolg van dien ongelukkigen
afloop van liet duel. Meer mag ik je op dit
oogeinbiik niet zeggen. M»a.r beloof mij op je
woord van eer, dat je ziult verzwijgen, dab je
Juffrouw Osterroth bij mij gezien hebt. Wat
mijn hospita aangaat, ik hoop, dat de Juf
frouw haar onbekend is."
Blaser soliudde hem hartelijk de band.
Decte algemeene bewoordingen hield hij voor
een toestemming en oen bekentenis.
„Dat spreekt vanzelf. Ik geef je mijn
woord van eer. Maar alle drommels, Körlegg,
als je het eens klaar weet te .spelen, dam be
nijd! ik je het meisje. Maar tochbij voor
baat duizend gelufcwonsdhen 1"
En Arnold sprak hem niet tegen.
Dc moest zeggen, dacht hij, dat Suzanna
mijn aanstaande niet is, dat wij elkaar in 't
goh eel niet liefhebben. Ik mag zulk een mis
verstand niet dulden Maar hij ziweeg.
Zijn tong was hem gebonden.
Allerlei uitvluchten voor later bedacht hij.
Ik zal na verloop van. eenigen tijd tegen
Blaser zeggen, dat ik toch miaar van haar
afgezien heb. Ofik zal voor den voorn een
aanzoek can haar hand doen, een. blauwtje
loopen en dan tegen. Blaser zeggen, dat er
allen mot ongedekte hoofden rondom helt graf
stonden geschaard. Onze predikant wees er
op, hoe de mond thans zweeg, dio zoovele ma
len gesproken had, hsoo de krachtige hand
machteloos ter nederlag, dio in vroegere da
gen eu ook in dezen strijd nog het zwaard
hoeft opgevat, in liet geloof ir den Heer, zijn
God. Hij was trouw bot in dien dood en zijn
trouw is ons tot voorbeeld. In de dagen van
strijd die wij nu beleven, kunnen wij ©ven-
eens elk oogenblik opgeroepen worden onze
trouw in den Heer te bewijzen.
Mogen wij het dan gevoelen dat dit graf
ons toeroept om voort te gaan in dezen strijd
in hot betrouwen op den Heer, ons leven niet
dierbaar achtendwij strijden in de kracht
des Heeren. Laten wij dan altijd bereid zijn
te toonen dait wij niet alleen strijden onder
de banier van ons dierbaar vaderland; maar
dat wij ook klaar staan te vallen onder do
banier van Christus.
De Staatspresident, die zichtbaar aange
daan was, doch wiens krachtige figuur meer
dan ooit zijn geloof in onzen heiligen strijd
uitdrukte, wees op het leven vau generaal
Koek, die op 12-jarigen leeftijd reeds mot
zijn vader bij Boomplaats haid gestreden, la
ter weer bij Zwartkop, en in den Vrijiheidb-
oorlog van '80 ook onze vechtgeneraal was
geweest op Potehe-fscrcom.
'Het oude Staatshoofd wees erop, dab hij
generaal Koek van zijn jeugd af had gekenid
als iemand, nooit bevreesd om zijn leiven te
gewon voor do on'afhanlkeiujKlheid.
De grijze President herinnerde er dan aan,
dat van hot begin der wereld af een strijd is
gestreden door den boozen geest tegen het
rijk van öhriabus en dat m dien strijd velen
gevallen ziju. Doch nooit zal het rijk van
Christus vergaan.
Generaal Kioek had diien strijd gestreden
voor het rijk van Christus, en niet alleen
voor zichzelf was hij gevallen', doch ook voor
het nageslacht.
Z.H.£d. wees dan op het leven hierna
maals, dat alleen zal geworden, die in Chris
tus geleefd heibben. Dit is de troost.
De Heer alleen zal beslissen. Hij is die be
velhebber over hemel en aarde, vraagt dus
Hean, riep spreker ten slotte uit, ons wijsheid
te geven, en kracht, en de overwinning zal
daar weizen, zoodat de duivel e<n de heele we
reld zal erkennen, dat God het zwaard in de
hand heeft.
Ds. Postana d'eed hierop een kort göbed,
en dankte alle aanwezigen voor de eer den
overledene bewezen en vooral Z.H.Ed. den
Staatspresident voor zijn treffend© belang
stelling.
Nog werden twee salvo's ower heb graf ge
lost en allen keerden huiswaarts, diep ge
roerd over zoo treffend een plechtigheid.
De kiiat was overdekt met kransen van
hier, van Johannesburg en van het geheel©
land.
Van alle zijden waren deputaties afgevaar
digd, van ver in Natal, den Vrijstaat en de
Kolonie, doch ook ver over zee in Europa en
Amerika hebben mensdbe-n met ons meege
leefd in het zware verlies, dat de Z. A. R.
heeft getroffen.
Heb was oen treffend gezicht aan de groe
ve van Generaal Koek, onze grijze staatsman
met bewogen stem te zien spreken en de
zoons van den overledene, mannen die op
liet- slagveld den dood onverschrokken in het
oog hadden, te zien steunen op elkander sn
schreien als kinderen.
Een van de zoons verliet geleund) op den
arm van een deelnemend vriend', gebroken
van smart, heb kerkhof.
niets van komt. Ofik zal er niets hoege
naamd van zeggen, niets doen, misschien ver
geet hij het wel.
De bedde dames liepen intusschen. als
vluchtelingen naar huis. Zij merkten niets
van de snerpende koude. Haar wangen gloei
den. Saibine brandde van verhingen, ieder
woord te lioo-en, zich zijn kamer te Li ten be
schrijven, te weten te komen, hoe hij er zelf
uitzag en hoe hij zich gehoudeu had.
Maar eerst boen de opperbaljuw en zijn
vrouw zich ter ruste begeven hadden, konden
zij vrij met elkaar spreken.
'Sabine hield' haar brieven op haar schoot.
Nu had zij, wat zij gewensdht hatL
En zij had er berouw van, dat zij ze hem
afgevraagd had. Hij zou ze toch misschien
eenmaal weer gelezen hébben opnieuw ten
der aan 'haar denkend.
„Het bezit, daarvan was hem toch dier
baar?" vroeg zij voor de tiende maal. „Zeide
hij dait?"
„Jai, hij druikte zich zeer edel en warm
uit," bevestigde Suzanna..
„Zag hij er uit als iemand, dio erg geleden
heeft?"
„Eigenlijk niet. Maar hij zag er nog ern
stiger dan vroeger uit."
Daarover, dat Blaser Suzanna bij' Körlegg
ontmoet had, stapte ook Saibine heen als over
een. kleine ^aangenaamheid.
„Arnold zal hem wel wat wijs maken," be
weerde zij, „opdat Mj op geen dwaeo gedach
ten moge komen."
En eindelijk zeide zij;
Ladysmith.
Do „Randpost" schrijft:
Bmnen een merkwaardig kort tijdsverloop,
sinds de samentrekking onzer troepen bij La
dysmith is reeds lievig gevochten.
De herhaalde uitvallen, door de Engel-
sölien gedaan, böwijzon dat de positie onzer
burgers een sterke is en düat het garnizoen
zich liever niet in do stad zclvo laat bonrbar-
deci'cn.
De juiste beteefcenis van de overwinning
van gisteren kan hier niet worden nagegaan1
totdat het getal der dooden en gewonden on-
O O
zerzijkis békend is.
Het schijnt echter, dat d© onzen nodlr veel
dooden noch veel gewonden tobben1, daar hot
anders gemakkelijker zou zijn geweest him
getal onmiddellijk op te geven.
Van den vijand moeten edhter ten min
ste 135 man gevallen zijn, want dezen zijn
door veldkomet Uijs geteld. De Engelsohen
zijn uit hun posities verdreven en, over hoc
geheel genomen, kan men köt r-esul taait der
gevechten van gisteren gerust als een succes
der burgers beschouwen.
Hedenmorgen deed; de vijand weer een
uitval en wordt nogm'aoJs hevig gevochten.
Heb garnizoen moet bang geworden zijn door
de totale afzondering van de stad en wil zich
nu waarschijnlijk door onze gelederen slaan,
ton einde zich aan te sluiten bij de Engei
sdhe troepen, die verder Zuidelijk staan te
wachten.
Tenzij dan ook iets geheel onverwachts
plaats grijpt, zal Ladysmith vrij zeker m
onze handen vallen.
■Da inname der stad zal geen gemakkelijk
werk zijn en vele kostbare levens moeten wel
licht worden opgeofferd. Indien Ladysmith
edhter eenmaal genomen mocht worden, ziau-
den wij een sterke basis van operaties voor
onze troepen hebben, terwijl de Engeliseheu!
deze zouden 'liabben verloren een dubbel
voordeel voor de onsen.
E©n beti-ekkelijk kleine macht, te Lady
smith en in den Biggarsb&ng gestationneerd,
moet dan in staat zijn het Noorden van. Na^
tal voor de Republieken te lnouden tegen oen
sterke Emgelscihe macht uit het Zuiden. De
reet onzer manschappen kon dan gemist wor
den om hetzij een invallenden, vijand in den
Vrijistalab tegemoet te snellen, hetzij verder
vooruit te dringen, naar gelang van omstan-
digllieden.
Wij weten zeer goed, dat dit programma
niet dan met bijzonder veel inspanning kan
worden uitgevoerd en dat onao menschen ne
derlagen kunnen lijden Te oordeeleni n'aar
hetgeen tot dusver is geschied, meenen we
echter te moeiten verklaren, dait de kansen
der Boeren uiterst goed staan.
Zorg voor vrouwen en. kinderen.
Wij ontvingen berichten van het front die
indien zij gegiond zijn, de ernstige aandacht
verdienen onzer overheid. Onze mannen
krijgen herhaaldelijk klaagbrieven van hun
vrouwen, dat terwijl onze gevangenen kos
telijk verzorgd worden, den behoeftigen ge
zinnen van Regeeringswege slechts meel en
niets anders verstrekt wordt.
Er ziju vele onder die gezinnen die geen
sto/en hebben om brood te bakken van dit
meel en slechts pap er van kunnen maken.
Terwijl bovendien, waar onze gevangenen
vleesch krygen, ook de vrouwen en kinde
ren van onze eigen strijders we! geregeld
een stukje vleesch mag worden ter beschik
king gesteld.
Dat onze krijgsgevangenen goed moeten
„Nu hoef je niet naar dait vervelende bal
te gaan."
„Weet je," zeide Suzanna vol vuur, „het is,
geloof iik, toch maar beter, dat ik er naar toe
ga het zou de aandacht trékken, als ik te
rugkrabbelde. En om je de waariheid' te zeg
gen: hij verzocht mij, er toch naar toe te
gaan. Dan zott do avond, die anders een straf
voor hem is, waarde voor Item krijgen."
Sabino deinsde terug en keek haar vrien
din aan. Toen zeide zij verstrooid:
„Ja, ga er maar heen, ga er maar heem F
Er speelde een zonderling-, geheimzinnig
glimlachje om haar lippen, waarvan Susanna
zioh geen verklaring wist te gewen.
Zij is voor hem een deel van het verledene,
dacht Sabme. Als hij met haar spreekt, her
innert alles ham aan mij, aam de dagen, sa
men te Venetië doorgebracht. Misschien
heeft hij mij todh nog lief en wil hij dit aan
zich zelf niet bekennen. --
„Het is goed, dat je hem nog eenmaal ziet
en spreekt. Je kunt dan tegen hem zeggen,
da,t ik ham voor de brieven bedank en dat
ik ze hemt niet zou afgevraagd hébben', als ik
had geweten, dat zij nog waard© voor hem
hadden," zeide zij.
En deze sdhier weeke stemming MeH «ij
haar aan tot op den dag, waarop het bal zou
plaats hébben.
Wordt vervolgd.)