53rte Jaargang. Zondag 24 en Maandag 25 December 1899. No. 10124. Eerste Blad. JUBELJAREN Maar een mensch! Bericht. BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COUIAH T, Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco er post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e.n 10 'cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12)'» cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bg vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. Be „Sciileilamsclie Courant" ver- schifnt wegen» «Ie Christelijke Feest dagen op 25 en 26 December niet. Echter zal aan al onze abonné's In üciiledam en Vlaardingen voor liet geval er ernstige berichten ran het oorlogsterrein zijn. daarvan «les ochtends mcdcdeellng worden gedaan per bmlletln. Xifn de telegram men van weinig belang dan pitbli- ceeren w(| die alleen door aanplak king ten onzen bnrcclc. Het Kerstfeest van 1899 heeft voor mil- lioemen dit jaar een meer dan gewone betee- kenis. 'Op Kerstavond laat de Paus de tot dian gesloten Heilige Poort openbreken, en, verzeld van de grcHotwaardigheidsbeklecders der Kerk, trekt de Heilige Vader de poort in plechtige processie binnen. Het is de opening van het 2-3ste Jubeljaar der Roomsen-Katholiaite Kerk, waarvan, het einde op den 24sten December 1900 op oven symfcolisdh-pledhtige wijze zal worden beves tigd. .De beschavingsgeschiedenis der mensen- faeid kent tweeërlei jubeljaar. Het eerste is van. oud-testamientiscihe oor sprong; liet is. een instituut der mozaïsche wetgeving. In het 25ste (hoofdstuk van Levi ticus beveelt de Joodsehe wetgever zijn volk „Gij zult u ock tellen zeven jaarwekem, ze venmaal zeven jaren; zooda.t de dagen der zeven jaanreiken u negen en veertig jaren zullen zijn. „Daarna zult gij in de zevende maand, op den tiendon der maand, de bazuin des ge- klanks doen doorgaan op den verzoendag zult gij de bazuin doen doorgaan in uw gan- sehe landt „En gij zult dat vijftigste jaar heiligen, en vrijheid utroepe» in het land, voor al zijne inwoners; het zal u een jubeljaar rijn: en gij zult wederkecren een ieder tot zijne be zitting, en zult wederkeeren een ieder tot zijn geslacht. „Dit jubeljaar zal u het vijftigste jaar zijn; gij zult niet zaaien, nocili inoogstcn wat vanzelf daarin zal gewassen zijn, noch. ook (de druiven) der afzonderingen in hetzelve af snijden. „Want dat is het jubeljaar, het zal u hei lig zijn,; gij zult uit het veld do inkomst daarvan, eten. „Op dat jubeljaar zult gij ieder wederkee ren tot zijne bezitting. „Daarom .wanneer gij aan urwen naaste wat veiibaars verkoopen, of uit de hand uws naasten koopen zult, dab niomand' de een den ander verdrukfce. „Naar Oiet getal der jaren, van het jubel jaar af, zult gij van uwen naaste koopen, en DOOE IDA BOY-EB. 72) Na het schrijve® van dosen brief was hei hem beter te moede. Hij riep zijn oppasser. „Hier dezen bric! naar de pest maar eerst nog mijn beste Uniformjas en ook de nieuwe sjerp gaiuw hoor je dan niet? gauw, zeg ik je!" In tiwee minuten wais hij kant en klaar, En toen hij de straat langsliep, grimlachte 'hij onwillekeurig vol bittere ironie en dacht Vanmiddag krijgen de goede Meden de voort zetting van den roman, het nieuwste nieuw tje van de beide minnenden hai, ha, van die beide min non den. Bijna was hij in een luiidi gelach uitgdba.r-' sten. En het was hem toch zoo wee om het hart zoo ontzettend weé. Doctor Sebald had aan den- wenech van zijn. vrouw gevolg gegeven. Ja, hij was er liet naast aan toe, zijn ouden vriend, den opper 'baljuw, er over in te lichten, dat geheel Mühlau zich bezighield met Suzanna Oster- rotih, die boen in zijn woning vertoefde. Zulke boodschappen zijn altijd onaange naam. Maar wat doet de vriendschap niet En dan ten slotte: gebeurde er in de stad t Jvel iets, waarvan Sebald niet precies op de hoogte was? Ja, als hij eens had! willen spre ke® 1 Voor hem behoefde men zach waarlijk niefc te geneeren. Blij wist immers van alles. Van dergelijke gedachten vervuld, zat hij hij den opperbaljuw in de kamer, en reeds naar het getal van de jaren der inkomsten zal hij het aan u verkoopen. „Naar het getal der veelheid zult gij zijnen koop vermeerderen, en naar de weinigheid dei- jaren zult gij zijnen koop verminderen want hij verkoopt aan u het getal der in komsten." Zoo luidt het in de Statenvertaling. Lu ther spieckb in zijn overzetting van den Bij- hel van een „Halljahr" en een „Erlassjahr". Met ons „jubelen" heeft dit Jubeljaar dan ook slechts verwijderd te maken. De naam is ontleend aan het Ilcbrocurwsche ,jobel", een soort hoorn of bazuin. In de Latijnsdiie bij belvertaling wordt echter van „Annus ju- bilaeï' of „Jubilaeum" gespreken. Wat is nu de beteekenis van dit Joodsdhe jubeljaar Wij hebben hier te doen moet een der merkwaardigste sociaal-oeeononrische voor schriften der agrarische wetgeving van Mo- zes, die er telkens weer blijk van geeft welk oen helder inzicht de oud-Joodteche wetgever hod m do maatschappelijke verhoudingen en haar dreigende ontaarding. Want het Jubeljaar der Joden bedoelde niet andere te zijn dan een reorganisatie van het meer of minder ernstig ontstelde maat schappelijk loven. In het Jubeljaar dat elk 50ste jaar op den lOen Tischri, den) Verzoen dag, onder bazuingeschal door ganseh Pales tina werd geproclameerd, moest alle veldar beid rusten; de Hebreeuwsche slaven, werden viij gelatenalle in de laatste vijftig jaar verkochte 'grond', huizen in ommuurde steden en tempelakkers uitgezonderd, keerde om niet terug tot zijn oorsp ronk dijken eigenaar of diens erven, zoodat feitelijk geen, eigendoms verkoop, maar alleen verkoop van) vrachtge not van den bodem kon plaats vinden; alle schulden eindelijk werden kwijt gesdhoM'en. In één woord, het Jubeljaar bedoelde te zijn een jaar van maatschappelijke waderge boorte; het bedoelde te handhaven do oor spronkelijke sociale gelijkheid van het Jodd- sdlie volk. Het Jubeljaar wilde dit liooge doel, dat nochtans niet is bereikt Van gansch anderen aard, andere strek king is Giet Jubeljaar der Roomsch-Katholie- ke Kerk. Hier geen sociaal-ccooti om i sell, maai eon louter spiritueel, godsdienstig doel. Het Jubeljaar is het jaar, waarin de Pa.us een Ju bilé uitschrijft, de gunst die aan de gcloovi- gen een gemakkelijke gelegenheid schenkt om mi vellen aflaat te verdienen door gebed n 'gaode woiücen. Toch is niet ieder jaar, waarin oen Juhilé wordt gegeven, een Jubeljaar. Vaak worden Jubilé's uitgeschreven bij bijzondere gelegen heden, bijv. wanneer een nieuwe Paus den H, Steel bestijgt of do Paus zijn 25-, 40- of 50-jarig priesterschap herdenkt. Zoo schreef paus Loo XIII in 1879 een Juhilé uit 'ei gelegenheid van den eersten verjaardag zijner troonobcistijgiingi, en later om soortgelijke redenen in 1881, in 1886 en 1888. Dan spreekt men echter niet van een Jubeljaar. Daarvan is alleen sprake, wanneer het gewo ne 25-jaarlijlcsch Juhilé wordt uitgeschreven. Niet altijd is de periode van het gewone Jubilé 25 jaren geweest. Aanvankelijk was geveelde Mevrouw Deuben zich, door angst en nieuwsgierigheid gefolterd, „In 's hemels naam, zeg liet liever rand uitwalt is er fcodh aan de haard V' vroeg zij. „liet betreft Juffrouw Suzanna.," ant woordde hij. „O die Zij gevoelde zich geheel verlidht. „Och, ze ker weer dat dwaze praatje, dab zij iets-mei Mijnheer Von Körlegg uitstaande heeft!" ,,U weet „Vcigtsted't kwam er gisteren mee aan Maar wees gerust, beste doctor! Zij kenmen elkaar in it "eiiieel niet." Dat wist Sebald nu wel beter. Hij vertelde heel precies, hoe alles den vo rigen avond toegegaan was. Nauwelijks wat Suzanna de zaal binnengetreden, of Körlegg snélde naar haar toe; openhartig zeidten zij dat zij elkaar al van. vroeger kenden; aan tafel drukte hij haar eenmaal heimelijk dc hand. Mevrouw Midler, die tegenover hen had gezeten, had dit zóó duidelijk gezien, dial zij er wel een eed op zou willen doen. Bij den cotillon bracht hij haar bloemenaldboi stond hij naar haar dansen te kijkensteeds zochten haar oogen hem. Bovendien was Se balid dien zelfden morgen nog eens bij Juf frcaiiw Leermann aangekropen, om zich te La ten bevestigen, dat Suzanna Osterrotlh aan luitenant Von Körlegg oen bezoek had ge brandt,. Juffrouw Leermann Stemde dit loc ondier voorwaarde, dat, rij er geen. last' van zou hebben. Hoe d i k w ij I s Suzanna or ge weest was, kon zij niet zeggen, gezien har zij haar maar oenanaal. Twijfel was niet meer mogelijk; en dat moest men toch toegeven: als liet daarbi. om een eerlijke, fatsoenlijke verhouding tc doen was, dan zou. Juffrouw Suzanna dit reeds aan den opperbaljuw in vertrouwen meegedeeld hebben, of dan zou Körlegg wel het een eeuw-jubilé, en de instelling daar van, althans de wettige opname onder de kerkelijke instellingen, is te danken aan Bo- nifaeius VIII, die in het zesde jaar van zijn pausschap, liet eeuw-jubilé toestond, te be ginnen met het jaar 1300. Verschil lende geschiedschrijvers der Kerk ach ten het eeuw-jubilé van ouder geboorte en gaan bot het jaar 1000 en vroeger nog terug. In 1343 oordeelde Clemens VI de periode van 100 jaren roods te lang, hij bracht liaar tot 50 jaren terug. Paus Ubbanus VI ver kortte in 1389 't tijdperk, naar analogie van Clinsfaus' leven op aaide, tot 33 jaar. Snel volgden nu de Jubilé's elkaar op m 1400, in 1423 en 1450. totdat Paul II m 1470 on veranderlijk vaststelde dat het Jubilé oan de 25 jaar zou gevierd worden. Tegelijk werden bepaalde kerken, in Schotland, m Kas/tilië enz., als plaatsvervangsters der St. Pieter te Rome aangewezen, en aan allen dio deze ker ken beizodhten, een oven volkomen aflaat ge schonken als aan hen die veertien dagen lang te Rome in de St. Pi eter zich verootmoedig den. Sinds dien tijd is het Jubilé tamelijk ge regeld vovierd. Geen Jubilé is er uitgeschre- van in 1850, toen Pius IX naar Gaëta moest vluchten, en in 1875, toen de Kerk neg in diepen rouw was gedompeld over de in bezitneming van Rome door Italië. Het laat ste gewone Jubilé is dus in 1825 govierd. Bovendien is 1900 een eeuw-jubeljaar, liet eerste sedert 1700. In 1800 toch was de Hei lige Stool onbezet. Duizenden en tienduizenden brengt hot Ju beljaar naar de Eeuwige Stad. Want wèl volgt o]> het Jubeljaar te Rome er een dat voor de geheele wereld geldt, maar velen stel len er prijs op den aflaat te Rome zelf, in een der vier hoofdkerken te verdienen. Het is van don beginne af zoo geweest het Jubeljaar trok de pelgrims in vaak over stelpenden getale naar do stad van Petrus De geschiedschrijvers verhalen ons hoe reeds in 1300 van uit alle Cliiristelijke landen de vrome bedegangers toestroomden, on krach tige maatregelen getroffen moesten worden om dio tienduizenden voedsel to verschaffen. Een fresco van Giotto in de basiliek Sint Jan van Latoranen' te Ronie vereeuwigt dit eerste eeuw-jubilé, waarvan de geschiedenis bijzondeifliedon heeft overgeleverd. 'De opening van liet Jubeljaar gaat meb groote plechtigheid gepaard. In de vier boofd- keilken van Ilotne wordt de Heilige Poort, dio sinds liet laatste Jubeljaar gesloten was, gcopeud. In St. Paul, Six Maria Maggioro en St. Jan van Lateranen vervangen drie daartoe cxpres-.elijk benoemde kardinalen den Heili gen Vader, die in de St. Pieter met eigen hand d'c-n hamer doet neertikken die de Ju belpoort opent. Wie Miindhcn bezoekt, kan daar in het National museum nog den verguldsziLveren ha mer vinden met op de schacht het wapen van Juliiiu» III, waarmede deze Paus in 1550 hot achtste Jubeljaar opende. Een jaar blijft de Heilige Poort open. Dan, op den 21 sten December 1900, zal de Poort onder gelijke ceremoniën als bij de opening weder worden dichtgemetseld om ge- aanzocfc om haar hand hebben gedaan. Als er werkelijk huwelijksplannen bestonden d'an nam hij natuurlijk allee terug. Maar dat schoen tooli, helaas! het geval niet te wezen. Weenemd riep Mevrouw Deuben uit „Welk een slang heeft mijn arme Sabine aan haar boezem gekoesterdzonder dat zij er cenig vermoeden op had!" „Hoor eens," zei de opperbaljuw, „da.tmag je zoo maar niet ronduit zeggen. Wie weet, lioe alles zich lieeft toegedragenBni als «ij elkander nu werkelijk al liefgehad hebben, voordat Körlegg die onzalige zaak met onzen .-.eiiooiizoon had, dam is het toch heel treurig voor de jongelui." „Onze schoonzoon was ook Suzauna's volle neef," zeide zij met een bijziouderen nadruk. „Nu we leven toch niet in een land, waar de bloedwraak bestaat!" „Jij neemt Suzainna oo-k altijd in bescher ming. Je hebt een bepaalde voorliefde voor haar!" riep Mevrouw Deuiben geërgerd uit. „Natuurlijk dat blonde kopje heeft je weer ingepakt Uit de diepte der tijden dook' de gestalte een er blonde dienstbode op, aan vrie Deuben eens een kneepje in de wang gegeven had. Daarover had hij' indertijd heel wat moeten liooren. „Het beste is zéker, dat wij eens lioore.il, hoe Sabine over de zaak denkt," zeide hij om het gesprak op iets anders te brengen. „Ja, Mevrouw uw dochter, als de boste vriendin van het meisje, moet wol in het ge heim ingewijd zijn of althans haar opmerkin gen daarover gemaakt hebben. Gaf Suzanna haar daartoe geen enkele maal ue gelegen heid, daai zou dat zeker wijzen op een reden van 'Sebald. haalde dé schouders op. „V'an een ongehoorde verdorvenheid!," vul de Mevrouw Deuben aan. sloten to blijven tot bet volgend periodiek Jubilé oaar is. Een andere Paus zal zich dan weder naai de St. Pieter begeven om oen nieuw Jubel jaar af to kondigen. Algemeen ««verniel»». SCHIEDAM, 23 Doe. '99. lie oorlog. Sombere Kerstdagen voor de strijders in Ziiid-Aiiika. Voor de Britsche troepen en hun geloovige tegenstan ders is het Kerstfeest van hooge beteekanis. Wat zullen de Enselsche jongens verlangen naar hun betrekkingen in het vaderland; hoe zullen do gedachten dor Boeren wetgtzwer- ven naar vrouw en kind, 'naar ouders, broe ders en zusters. Sombere Kerstdagen zullen het rijn voor do mannen inhei veld en voor hun aolitergo laten betrekkingen. Laat onis hopen dat het althans geen bloedigo Ker»tdagen zullen worden. Gelukkig is de kans daarop gering. En aan de Modderrivier cn aan de Tugola ruist, de strijd; en weinig waarschijnlijk is het dat wij spoedig van nieuwe gevechten zullen hoe ren. Van lord Methuen vernomen wij nu weer iets. Hij meldt do. 17 dezer dat de Boeren geleidelijk hun vleugels uitbreiden om het kamp der Engelsolion. Mag uit het ontvangen van dit bericht worden afgeleid dat Me- tliuen's gemeenschap met het Zuiden niet. i- verstoord? Een eigenaardige toestand daar in 't Wes ten. Beide partijen, Boeren en Bngelseftien, bezig zidh te verschansen in steeds stedker steüingen, de Boeren zóó geducht, dat een be langrijke overmacht noochg zou zijn voor .en aanval op hun positie, die ©enige kans van slagen aanbiedt. En va.n hunne zijde zijn de Boeren evenmin geneigd zich aan een bestor ming van het kamp der Engelschem te wa gen. Zij zullen doen als vóór Ladysmith, Iyim- berley en Matching: orairiuiten, misschien beschieten, en wachten. Van Mafoking en Kimbcrley wordt niets vernomen over Ladysmiitlh zendt de corres pondent der „Daily Mail" to Cliieveley ge ruststellende tijding, die ons echter even on geloofwaardig voorkomt als de weifelende, sus- senid bedoelde modedeeling van Eiet ministe rie van oorlog. Het schijnt dat er den 18en bij Ladysmith gevochten is; nikwehien heeft White nog eens oen nachtelijken uitval beproefd die dan vermoedelijk afgeweerd is. Ook over French en Gatacre outbroken de belichten. Dat do boestand in de Kaapkolonie zeer onrustwekkend is door den afval der Kaapsche Boeren, blijkt duidelijk uit het geen do correspondent der „Times" aan zijn blad kabelt. Reden tot b ozo rgd/li e i d. Gerald Balfour, Chamberlain's collega, ziet dan ook den toestand zeer ernstig in. in een rede die do minister Woensdag to Glasgow uitsprak, zeide hij te gelooven dat de oorlog Sabine!" riep de opperbaljuw buiten de deur. Zijn stom klonk door de geheele woning: dat wist hij. Terstond stak Sabine ook haar hoofd bui telde deur harer kamer en riep„Ja, papa Wat moot ik?" „Hier komen. Maar alleen, hoor!" Verwonderd over dit bevel, dat Suzanna en de kinderen buitensloot, vertoonde Sabine zich. Zij zag Sebald met zijn rag tegen het raam aan staan, zooa.ls hij altijd graag deed, waar bij hij de gezichten der anderen til het licht en zijn eigen gelaat tn de schaduw liet. „Sebald brengt ons onaangename tijdin gen," zei de opperbaljuw.- „Odfl, dékter, ver te! alles nog eens precies En met een klagende stem begon hij van voren af aan. Sabine hoorde hem aan -onwillekeurig kwam zij naderbij metdesluipende schre den van iemand, die in nazenden toorn op iemand wil afvliegen. Voor haar fonkelende oogon verschrikte de doctor cn versprak zich, raakte in verwarring verontschuldigde zicih bij iedere aanklacht. Ilij trok zich terug, hij zedde stotterend, dat liet hem zelf zeer veel leed deed „Wolk een gemeenheidriep Satbine uit. Haar moeder sidderde. „Wind je toch niet zoo op, mijn kindHet doet je kwaad. Ja, bet is gemeen van haar. Je beate vriendinEn je hebt zooveel van haar gcöioud'en 1" zeide zij wecuend. „Ongehoord'riep Saibine weder. „En u ge looft dit! En tt gelooft, diai. Suzanna iets zou kunnen doen, waarover zij. zich zou moeten schamen Zij liep met groote schreden en heftige ge baren de kamer op en neer. „Met welk recht onderwinden die ellendige in zijn gevolgen voel verder zou rijken d!an do oppermacht van Groot-Brilanniö in Zuid- Afnka, Hij geloofde dait liet een zeer bij'zon- dere oorlog was, niet voor Zuid-Afraka alleen, maar ook voor het Britselie Rijk. Voor de Boeren is Giet een worsteling op levein en dood, dien zij (volgens Balfour) zidh zelf op don luils hebben gehaald, zoodat üiun lot op hun eigen lioofd zou komen. Maar de minis ter aditto hot waarschijnlijk dtut het even zeer een worsteling op leven en. dood was voor het Britsche Rijk, een worsteling waar in het wil, waarin liet moet overwinnen. De „Westm. Gazette" betreurt het diat Balfour niH aldus üieeft gesproken in Sep tember, maar meent ovengems dat deze in wat to schelle kleuren maalt. Ten onrechte, naar wij meen en. Ook wij gelooven chit hot wel degelijk gaat om. En- gehwid's oppermacht in de wereld; dat het verlies van Zuid-Afrika heit begin van hot einde zal zijn. Daarom moet Engeland allo krach ten in spannen, en daarin ligt juist het groote ge vaar voor de Boereu. Wolk veldtoclttsplan do nieuwe opperbevel hebber zal volgen, weet niemand. Men zegt dat lord Roberts, die gisteren afscheid ge nomen heeft van de Koningin en heden scheep gaat, zich volkomen vrijheid van han delen heeft voorbehouden, die heul niet dan na lange aarzeling zou zijn toegestaan. De militaire medewerker dor „Westminster Gaz." klaagt er intusschen over, dat men steeds doorgaat mot de krachten te verbrok kelen. getuige het feit dat van sir Charles Warren's divisie weder een deel aam de Kaap, en een deel te Durban aan land wordt geszet. Men ic> echter niet gerust over sir Redlvers Buller. Do generaal moot dringend verster kingen hebben aangevraagd, volgens sommi gen omdat zijn eigen positie niet zeer solido is, volgens anderen omdat hij een wanhopige poging wil wagen om Ladysmith te ontzet ten De militaire medewerker der „Westm. Gaz." vindt dit verkeerd. Bailor moeit zich evenals lord Methuen en FroniGi en Gatacre bepalen tot een afwerendb houding, en n- l'Usschcn dient eon krachtige inval in den Vrijtrtaait voorbereid die vanzelf de Boeren uit Natal en uit Beohuanaland zal doen wegtrek ken. Een interview met dr. Leijds wordt in de Matin" gepubliceerd. Do gezant beklaagdo zich over het kabelmionopolie van Engeland, zoodat hij niet eens kon bevesti gen of de geruchten waar zijn, dat president Ivrager voorstellen zou hébben gedaan om tot den vrede te geraken. Maar Leijds ver klaarde dat de Boeren, ook na behaalde over winningen, steeds geneigd! zouden zijn naar billijke vredesvoorstellen te luisteren. Zij® verzoek om voor bloedverwanten van in de Boerengelederen strijdende vreemdelin gen telegrafisch inlichitingein te ntogen vra- gon te Pretoria, was door de Engelsche re geering toegestaan. Maar de inlichtingen blij ven niettemin uit. En president Krugor lean met geen onkel land oommunioearen da.n door bemiddeling van Engeland zelf. Over de goudmijnen zeide de gezant, dat de Transvaalscho regeetiing die laat beseher- kletóbroers zich, het doen en laten ■■•an htm evennaaste te bespieden, en to bezwalken?" riep zij in apvLuminenden toom uit. „Bekom mer ik or mij dan over, of buurman dia aan den rechterkant van de straat, en buurman, die aan dén linkerkant loopt? Hoe armzalig, hoe kleingeestigO, kon ik z« maar eens betrappen en bestraffen 1" Zij bleef staan, waar zij stond, en legde liaar voorhoofd tegen den muur aan. Zij maakte den indruk, alsof zij geheel van, haar stuk geraakt was. De doctor cn haar ouders keken haar ang stig aan. „Zeker, mijn kind, je hebt in beginsel vol komen gelijöc," zei de opperbaljuw vergoelij kend. „Maar aan de feiten kunnen wij niets veranderen. Dat gaat nu eenmaal zoo in de wereld: de oen bepraat den ander. En wie iet-> ongewoons doet, moat zich vooral voor de gevolgen wachten. Thans, in deze zaak, die nen wij toch te weten te komen, wat er van aan is. Het komt mij voor, dat je er niets van af weet. Zullen we Suzanna eons hier roepen en haar rekenschap 'afvragen?" Sabine richtte zich weder op. Zij' streek beur haar van haar voorhoofd weg. „Wat gaat het u aan, wat Suzanna doet? U is liaar voogd todh niet? Zij is uw llogée. U mag liaar niet krenken door tegenover haar do verdenking uit te spraken, diat zij iets onvrouwelijks zou kunnen gedaan, heb ban i" bracht zij met moeite uit. „Zij is eon jong meisje en staat onder mijn bescherming. Zoolang zij bij om is, is mijn huis voor haar verantwoordelijkzei de op perbaljuw ernstig. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1