53"" Jaargang. Vrijdag 23 Februari 1900. No. 10174. Tusschen twee liefdes. Kennisgeving. JACHT en VISSCltERU. BUITENLAND. SCHIEDAMSCH Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Fe:stdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl, 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau s Boterstraat 68. COURAIÏ. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12Va cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. In tere. Telefoon Mo. 133. Inrichtingen welke gevaar, schade o< hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en, wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden aan M. KRANEN en zijne rechtverkrijgenden vergunning verleend is tot oprichting van een gistpakkerij met gaskrachtmachine van 2 paardenkracht in het pand aan de Kei heistraat no. 28, kadaster sectie A. no. 1176. Schiedam, den 22sten Februari 1900. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris v. LUIK, JL.-S De Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den 13den Februari 1900, n°. 47 Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1837 Staatsblad n° 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeeide Staten is bepaald 1°. dat de uitoefening der jachten op waterwild, opgenoemd in art. 15, litt. d, en h, der wet van den 13den Juni 1857 Staatsblad n°. 87), wordt gesloten op ZATERDAG den 7den April aanstaande 2a. dat de uitoefening van het weispel van kwar- telen met steekgaren of vliegnet (ait. 15, litt. e, der bovengenoemde wet) is toegelaten van den 23sten April aanstaande tot en met den 2den Juli daaraanvolgende, doch dat het vliegnet in geen geval tot het tirasseeren van kwarteion mag worden gebruikt 3°. dat de visscherij in de binnenwateren, waar onder ook worden verstaan rivieren, door sluizen afgesloten, zal zijn gesloten van den loden Maart aanstaande tot en met den 3sten Mei daaraanvol gende, met uitzondering: van de visscherij door middel van fuiken, aalscharen, aalkorven, dobbers en door peuren naar aal en paling; van de visscherij niet de gebbe om kleine vischjes te scheppen tot nas voor dobbers; 4°. dat het vissclien met kuilnetten, waaronder ook behooren ankei kuilen en staalboomen, van den isten April aanstaande tot en met den 31 sten Mei daaraanvolgende is verboden 5°. dat de koorlieden hunne kooieenden in dit jaar moeten opsluiten of opbokken inn den ÜdeuJuli tot de opening der jacht op waterwild. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, woiden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen ge bruikelijk is, alsmede in het Provinciaal blad en in de Nederlandscfte Staatscourant woiden geplaatst. 's GravenJtage, den loden Februari 1900. De Commissaris der Koningin voornoemd, F O C K. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 22 Februari 1900. DE OORLOG. C r o n j é's beleid. De Engelschen houden er een eigenaardige manier van berichtgeven op na. Wordt een operatie met succes bekroond, dan stroomen de berichten van den leider der bewegingen, van Renter's correspondenten en vtmdieder BOOR CHARLOTTE M. BRAEHME. 46) Toen, langzaam sprekende, als was hij zich niet gdbeel beiwust van wat hij zeide, vroeg hij „Dus ben je niet getrouwd, May?" „Getrouwdherhaalde zij met eon lach je, on haar oogen glinsterden door haar tra nen. heen. „Hoe, kon iik getrouwd zijp, tor- wijl je weg waart? Al ben ik nukkig en weerspannig, koud' en trotsch geweest, nooit is de gedachte bij mij opgekomen met iemand anders te trouwen dan met jou, Clinton nooit!" „Ik dacht dlat je met d'en hertog mn Ro- secaim getrouwd waart. Ik weet zeker-dat ik er iets wam gelezen heb in een courant de aankondiging mn je huwelijk, v doof ik." „Dan moet je ook de tegenspraak hebben gelezen," zeide zij. „Ik was er boos oiver. Ilc met den hertog mn Rosecarn trouwen l Neem, al was bij honderdmaal hertog l Ik 'heb er nooit over gedacht met iemand an ders te trouwen dam met jou, Clinton." „Ik heb die tegenspraak niet gelezen," zei hij. „En ben je weggebleven, omdat je dacht dat' ik met den hertog getrouwd was? Schaam je, ClintonJe hebt me ©erna ge-. Londensche dagbladen. Dat gaat zoo voort tol men plotseling niets meer hoort. En dan komt er gewoonlijk een telegram dat aldus begint: »LorenfO Maiquez, den zoo- veelsten. Een telegram van Pretoria of uit het hoofdlaager der Boeren daar-en-daar", enz. En gemeenlijk wordt zoo'n bericht van de zijde der Boeren dan gevolgd door een En- gelsche opgave van verliezen. Eerst den volgenden dag of een paar dagen later komt het depart' ment van oorlog voor den dag met de uitvoerige berichten over de geleden nederlaag en uitvoeriger ver lieslijden. Zoo schijnt het ook ditmaal te zullen gaau. Het is nu zekerheid geworden, wat wij voortdurend hebben aangenomen, dat Cronjé's terugtocht inderdaad een uitnemende strate gische beweging is met het doel de Engel schen den Vrijstaat in te lokken. En wjj zijn nog altijd van oordeel dat niet toevallig te Paardeberg een treffen heeft plaats gehad, maar dat Cronjé wel degelijk vooraf die plaats, als geschikt voor de vechtwijze der Boeren, heeft uitgekozen. Is dit niet zoo, dan is het succes voor Piet Cronjé nog slechts te grooter. Want op uit nemende wijze heeft hij zijn troepen in oos telijke richting geleid, zich da Engelschen steeds van het iqf houdend die van verschil lende zijde op hem aandrongen, totdat het hem goed scheen stand te houden en de Engelschen af te wachten. Wat vóór een tevoren beraamd plan pleit, is het feit dat president Steyn aan het ge vecht heeft deelgenomen, dat over een vrij groote uitgestrektheid, tusschen Koedoesrand en Paardeberg woedde. Vermoedelijk is Steyn met een Boerenmacht uit de richting van Bloemfontein Cronjé tegemoet geruktwel licht zjjn dit de Transvaalsche kommando's geweest die in de vorige week naar den Vrijstaat werden gezonden. Trouwens, Cronjé had reeds tot den aftocht besloten, toen de Engelschen Zaterdagmor gen zijn stellingen bij Scholtznek aangrepen Aan den anderen kant schijnt de verovei ing van door de Engelschen bezette kopjes er op te wjjzen dat een deel van lord Roberts* troepen, vermoedelijk de Hooglandersbrigade onder Macdonaid, Cronjé ingehaald hadden. Ook de Canadeezen blijken een belangrijk aandeel te hebben gehad ia den strijd; in het gevecht van Zondag werden van hen althans 19 gedood, 60 gewond en 8 vermist. Te Londen liep gisteren het geiucht dat de dappere generaal Macdonaid aan zijn wouden is overleden. K i m b e r 1 e y. liet was hoog tijd dat Kimberley ontzet werd. Ondanks de vereenigde inspanning van de troepen eu de burgerij, °°k der vrouwelijke bevolking, was de toestand door gebrek en ellende allengs onhoudbaar ge worden. Aan een beschrijving in een der Engelsche bladen oulleenen wij het volgende jln den eersten tijd was het beleg vrij goed te dragen, maar later stelden de Boe ren, vier mijlen van de stad op Kamferdam, een honderdponder op. Toen werd eiken dag een regen van granaten in de stad gewor pen, waardoor groote schade werd aangericht aau de huizen. »Vele vrouwen en kinderen werden bij deze beschieliDg gedood. Zij waten zelfs voor de granaten van het groote kanon niet veilig in de »bomvrije" schuilplaatsen achter de huizen. Op bevel van Rhodes werden daarop zegd dat vrouwen met liefde speleai; nu zie je hoe onwaar het is. Jij gelooft op een bLoot krantenberichtje, dat ik getrouwd ben, cn ik ben je ad dilen tijd' zoo trouw geblvcn, als de stomen aian hun baan. Wie van ons heeft mot liefde gespeeld, jij of ik?" Hij 'antwoordde niet; want nog kon hij ternauwernood het 'verbijsterend geluk van haai- tegenwoordigheid begrijpen, de reali teit har er zoete, schuchtere liefkoozingem, van haar teediere woorden vol liefde. Hij waagde het haar hand aan te rakenmaar heb was moer om te zien of hot werkelijk heid of dxoomen was. Zij keek schuchter naar hem op. „Ik ben koud tegen je geweest, brotsch, hard en onvriendelijk neen, wreed hen ik geweest. Maar ik was slechts een dwaas meisje en het was zoo aangenaam mijn macht over je te laten gelden ik geloof dat i'k er trotsch op was en mijn koel heid, mijn hoogmoed hebben je zoo bang gemaakt, dat je nauwelijks mijn liand dtirft aanraken. O Clinton, Clinton, mijn eenige •liefde, die ik zoo wreed griefde, buig je hoofd tot- mij buig je neer, lieveling, en kus mijn lippen mijn lippen die verteerd hadden moeten worden, voordat zij zulke bittere woorden tot je spraken." Hij kon niet weigeren. Hij dacht er ook geen oogenblik aam. Hij was dronken van liefde en hij vreesde alleen te zullen ontwa ken om te bemerikien dat heb een droom was geweest. Voor de tweed.® maal in zijn leven drukte hij zijn lippen op de hare, en toen vrouwen en kinderen overgebracht naar de mijnen, waar echter hun toestand met den dag ondraaglijker werd. sTwee maanden lang was het voornaamste voedsel der verdedigers paardenvleesch. Ka pitein Tyson liet zoogenaamde ibelegerings soep" maken, waarin alle beschikbare groen ten werd gebiuikt, en den menschen werd bij de uitdeeling de keus gelaten tusschen een portie soep of een kwart-pond paarde- vleesch met tien ons brood. Het kan geen verwondering baren dat vele kindei en stier ven wegens onvoldoende voeding. »üo De Beers-maatschappij deed alles wat zij kon voor de niet-strijdenden, en Rhodes zelf verleende onschatbare hulp. Hjj nam tal van maatregelen voor het welzqn en de vei ligheid van de inwoners." De correspondent brengt hulde aan de geestkracht en de vastberadenheid van sol daten en burgers in de belegerde stad, die elk voor zich besloten hadden zich slechts in den alleruitersten nood over te geven. Niet minder moedig betoonden zich de vrouwen die het gevaar en de ontberingen droegen zonder een klacht. sHet edele werk van Rhodes en andere rijke inwoners die de overigen door hun voorbeeld aanmoedigden", mag volgens den correspondent evenmin worden vergeten. Die edele, moedige Rhodes zet zyn wel daden voort. Alle vrouwen en kinderen wier gezondheid door het beleg heeft geleden, mogen op zijn kosten naar een zeebadplaats Het kan ous spijten, om Rhodes alleen, dat Kimberley den Boeren ontgaan is. Nu zullen zij Rhodes wel niet sneer te pakken krijgen. Hij wordt Zaterdag reeds te Kaap stad verwacht. In Natal. De burgemeester van Windsor is gisteren aan 't fantaseeren geweest. De man beweerde in den gemeenteraad, dat op het koninklijk paleis de tijding was ontvangen dat Lady- smith ontzet. Maar in Pal! Mali weet men er niets van en het departement van oorlog gelooft het ook niet. Of de Boeren zich in Natal zullen handha ven, is niet zeker. Velen zijn van oordeel dat Joubert zijn troepen zal terugbrengen naar den Vrijstaat nadat aan de Tugela een macht is achtergelaten die den terugtocht moet dekken. In het Noorden van denVry- slaat zou dan een beslissende slag worden geleverd tusschen de vereenigde republikein- sche troepen en lord Roberi's legermacht. Daarom zou de tegenstand der Boeren aan de Tugela ook zwak zjjn de bedoeling zou alleen zijn de Engelschen in hun opmarsch te hinderen. Hoe dit moge zijn, voorloopig althans heb ben de Boeren Bulier geen krachtigen weer stand geboden, althans niet den hardnekkigen tegenstand dien wij van hen gewoon zjjn. Toch heeft Bulier zijn succes niet cadeau gekregen. Een Reuter-telegram uit Chieveley deelt nog eenige bijzonderheden mede over de ge vechten bjj Hlangwane-berg. Daaruit blijkt dat de Boeren Zondag terug trokken door de bosschen die zoo dicht waren dat zjj een uitstekende dekking opleverden. Zij werden achtervolgd door de lersche fuseliers die de bedekking der boomen verlieten en over het open veld stormden. Onder een hoera 1 be klommen zij de laatste helling en binnen 5 minuten hadden zij de verschansingen van den vyand bereikt en de stelling genomen. scheen zijn geheele vurige hef de meit één slag tie ontwaken en in laatenden hartstocht op te vlammen. „Mijn lieveling, mijn lieveling!" riep hij uit, haar blozend gelaat, schoon als een frissclie roos, tusschen zijn handen houdend en zich bedwelmend aan haar schoonheid als een van-doa-st-stervend© aan koel water. „Mijn lieveling!" herhaalde hij nog eens; want hij scheen het vermogen om vrij over zijn woordbn te beschikken, verloren te hebben. Door haar tranen keen glimlachte zij hem tegen. „Nu ben ik tevreden," zeide zij. „Je scheen in het eerst zoo vreemd, dat ik bang was dat je niet vriendelijk zondt zijn; maar je bent mijn vriend, je hebt mij Hef, niet waar?" Zijn atwoord bestond in kussen op dien rooden, zwellenden mond, het blanke voor hoofd, de zachte wangen, het gouden haar, de blanke handen hij kuste ze zooals een sterven die moeder haar ©enig kind kust. „Hoe kwam je er toe, to denken dat ik met den hertog wilde trouiwen," ging zij op zachton, liefdeivollen toon voort. „Jo zult mij bepaald uitlachen, Clinton, maar her inner jo jo don avond toen je mij voor het eerst kuste, nadat ik beloofd had je vrouw te worden?" „Ja, ik herinner mij," zeide hij. „Nu, dien kus beschouwde ik evenals jij als onzen venLovingskus. Je dacht dat de hertog van Rosecarn mij in dat tooneelstuk De correspondent van Reuter zegt dat de Boeren door de Britsche flankbeweging waren verrastniettemin werd hun terug tocht kranig uitgevoerd. Een konvooi wagens werd medegevoerd en ook het kanon werd met vergeten. Toen de Engelschen de verschansingen bezet hadden, zagen zij dat die berekend waren op een frontaanval, zoodat de Boeren niet in staat waren de Engelschen behoorlijk onder vuur te nemen, toen dezen hun flank omtrokken. De schansen strekten zich uit over den geheelen rug. De top vormde een groot plateau daar waren de schansen in terrasvorm aangelegd met de klaarblijkelijke bedoeling nog stand te houden nadat de rug was genomen. De schansen waren zes voet diep en be strooid met stroo, alsof de Boeren daar hadden geslapen. De Engelschen vonden er eenige officieele papieren, duizenden rounds Mauser- patronen en een kist met ammunitie voor het Noidenfeldt-kanon. De Zuld-Afrlkaansche Bal). Onze generaals en hun burgers. Uit Jacobsdal ontving do „Volksstem" hot volgende schrijven dd. 31 December: Een vreemd klimaat hier. Nu drukkend warm en dan weer kond, naarmate het re gent wisselt de atmosfeer af. Wij hebben het hier zoo wanm gehad dat «Ik kleeding- stuk oen Last was, en toen wij gisteren van een bezoek aan Magerfontein terugkeerden, was .het zelfs te twaalf uur in de zon nog koud. Regen is echtor dringend noodig en hoewel er de laatste dagen nog al een niet onbelangrijke hoeveelheid van dit kostbare hemelwater gevallen is, zal een verdere vloed zeer welkom zijn, vooral aan paanden en beesten die met ongekende doortastend heid op de kale velden zoeken naar een en kel grasscheutje om hun hongerige maag te vullen. Voor onzo menschen die in de smalle schansen liggen zonder bedekking van bo ven, is deze regen niet zoo aangenaam en er behoort zeker de taaie volhoudeudheid van den Boer en een bijzender groote maito van plichtsbesef too om kalm in die positie te blijven liggen en nu eens tot op het lijf nat geregend te worden om straks le worden uitgestoomd. Maar regen of zonneschijn, koude of warmte, mot vaste regelmatigheid brengt oom Plet en zijn staf een bezoek aan onze posities heal in de vroegte om ©r meestal tot laat in den middag be blijven. Generaal Cronjé heeft hier in heit veld zijn hoed ver sierd met een bos veeren en is gehuld in ©en lange groene jas. Boven op ©en kopje staan de, idroeg hij een der leden van zijn staf op om te onderzoeken „wat daar die stoffie is achter die Engelschen zijn kamp". Uw cor respondent zag met heb bloote oog geen stof je. Oom Piet echter wel, ©n de Burge/r met de veldkijker kon zelfs ver-tellen dat het een patrouille was. Boven op dit kopje staande vanwaar het gehoelte veld over een zeer grooten afstand zichtbaar u's en men het Engelsclie kamp, met de tenten dicht op elkaar, duidolijk kan zien liggen, wordt men met bewondering vervuld van de terreinkennis onzer gene raals en liun scherp oog om onmiddellijk de beste of bedreigde punten te vinden; terwijl ioder vreemdeling verward raakt in die bijna oneindig© ruimte. Tot het vaste geleide van concraal Cronjé gekust had. Hij lreeft mij nooit gekust het leek maar zoo'hij durfde niet. En luis ter, liefste, luister je 'bent heel lang weg geweest, en toch kan je den kus van mijn lippen nemen dien je er toen op hebt ge drukt. Sinds dien avond hoeft noch man noch vrouw noch kind mijn lippen aange raakt; ik heb ze bewaard voor jon, liefste." Wat kon hij anders doen dan weer zich naar haar overbuigen om te doen wat zij hem vroeg: zijn kus terug te nemen. Toon dacht hij er aan aait zij nog steeds knielde en hij zeide: „May, lieveling, laat mij «en stoel voor je halen." Maar zij wierp hem oen schaLksclien blik toe. „Neen," zeilde zij. „Ik ben ©en ondeugend kind geweest, en ik zal geknield blijven tot dat je mij. vergeven hebt.'" „'Dat heb ik reedfe," antwoordde hij. „Heelemaal vroeg Lady May. En zijn antwoord 'kan niet dn woorden wonden nitgedrukt. Hij had Daisy geheel vergeten. Moge de hemel hem nabij zijn en hem bewarenZijn ■huwelijk had hij vergeten, Daisy had liij vergeten .alles, behalve zijn schoonc, be- tooverendo geliefd© XXVII. Te laat. „Ik heb mijn vergiffenis met moeite ver diend," zeide zij met lachende stem. „Ik ge- behoort ook natuurlijk 'generaal De la Rey die uw correspondent bij zijn eerste bezoek aan het hoofdlaager onmiddellijk tegemoet trad met de woorden„Machstig kerel, waar is jij zo lang geblij V' Ik was er echter en do generaal was dus tevreden. Oom Koos is opgeruimd, niettegenstaande hij ineor dan oen der andere generaals al het zware van don oorlog te verdragen heeft gehad. Van af Kraaipan, heit eerste treffen, onzer Bur gers met den vijand, tot Magerfontein, is hij altijd in het vuur geweest. Bij Modder- rivier verloor hij zijn zoon, doch naar hij verklaarde was dit voor hem niet zoo erg als de order na den slag de posities te verlaten trots onze menschen meester van het slag veld waren. Aldus verklaarde de generaal uitdrukkelijk, en majoor Albreoht die bij ons gesprek tegenwoordig was, betreurde dit terugtrekken evenzeer. Wij waren nog in onze stollingen, aldus verklaarde de ma joor, en de Engelschen waren weg. Hot was avond en mijn kanonnen stonden nog in po sitie zonder andere bedekking als de bedie ning van het geschut. De eigenlijke bedek king was weggeloopen. Daar zag ik tegen de laatste schijn van licht aan den horizont een bos van lansen naai- mijn plek optrok ken. Ik schoot een paar granaatkartetsen onder de 'aanrukkende lansiers 'die op de vlucht sloegen. Plotseling klonk rechts van ons geweervuur. Voetgangers wilden dns den kop bestormen. Weer ©en paar granaat kartetsen en ook dit gevaar was geweken. Toen kwam de oaxler voor mij om terug te trekken. Ik begreep het niet, doch moest gehoorzamen, aldus besloot de majoor. Wij hebben bijna den gebeden dag bij den kommandant der Vrijstaatsche artille rie doorgebracht en werden er buitengewoon gastvrij onthaald. Hoewel ten volle berwust van do ernst der tijden, ontbreekt het in het kleine gezelschap van den majoor niet aan vroolijkheid. Een dieir Duitsche vrijwil ligers is de geest van hieit gezelschap en hij houdt oen voortdurenden lach or in. En 's avonds na het avondmaal worden er eerst allerlei Duitsche liederen gezongen voor men gaat slapen. Tot dit gezelschap behoort ook luitenant Von Dewitz, pas uit Duitsch- land /gekomen, doch helaas te laat, naar hij verklaart, om nog aan don slag van Mager fontein deel te nemen. De dokter detr artil lerie is di-. Weeber van Burgersdorp, die zijn Engelsche antipathiën niet kon verber gen nadat de oorlog was uitgebroken en ten slotte binnen de Boerknies gekomen is, lie ver dian langer al dat Britsche gebluf over hun quasi-overwinningen aan te hooren. Trouwens ak heb nu in nog grooter mate den sterken an bi-Engelseken geest der Vrij staatsche Duiitschers geconstateerd, dan ik dit reeds deed gedurende de. Bloemfontein- scbe conferentie. Vrij dichifc bij de plek waar de majoor zijn kamp heeft, kan men de karbetskogels bij den jongsten slag op onzo posities afgescho ten, nog bij duizenden optillen, en lydddet- bommen, ongeschonden en ontploft, bom men en granaten vindt men overal in do kopjes en over het veld verspreid ten bewij ze hoe vxeeseiijk het vijandelijke artillerie vuur geweest is. Zelfs vindt men hier en daar nog bloedplassen, slechts door een laag zand bedekt. Achter een kopje ligt een klompje paarden van onzo menschen, welke paarden door Engolsoh geschut zijn dood/ge schoten nadat de luchtballon de plek had ontdekt waar zij waren vastgekoppeld. Op die plek is de stank vreeeelijk en aasvogels vliegen in groote zwermen rond. loof wel dat de wetten van het decorum door mijn bezoek totaal op zijde zijn ge schoven. Maar miss Lockwood weet er van ik heb het haar gezegd, en zij zeide dat het onder die gegeven omstandigheden niet verkeerd was." „Het kon niet verkeerd zijn," zei Sir Clin ton. „De menschen zouden Zeggen, dat ik had kunnen schrijven. Dat had ik ook wel willen doen, maar er gebeuren zoo vaak ongeluk jes met brieven zo gaan verloren of ze wordkm te laat bezorgd, en bovendien kon een brief nooit zoo welsprekend zijn als ik zelf. Ik las van morgen je terugkomst in een der bladen wij zijn op het oogenblik op Trcvlyn Niest ©n zoodra ik het las, riep ik miss Lockwood toe: „Hij is terug gekomen Hij is terug!" Zij was ook erg in haar schik zij hoeft altijd veel van je ge houden. Weet jo wat ik toen heb gedaan, Clinton? Ik, die door de wereld de trot- sehe, koud© Lady May word genoemd?" „Ik weet bet niet," antwoordde hij, nog overstelpt door zijn gedachten geen oog van haar schoon gelaat afwendend. „Wel, ik de koude, trotsche Lady May, heit hoogmoedige kind dat je van je hebt gestooten ik nam die courant in mijn hand, Clinton, en ik kuste iedere let ter van je naam." Zij liet een zacht, triomfantelijk lachje hooren. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1