53"e Jaargang.
Donderdag 1 Maart 1900.
No. 10179.
Tusschen twee liefdes.
Kennisgeving.
a s
1 1
cS
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 4.25. Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat 68.
Prys der Advertentiën: Van 17 regels 11. 0.90iedere regel
meer 12i/s cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die°zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Meine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon No. 123.
Oproeping In activiteit van Zeemiliciens-
Verïofgangers der LICHTING van 1898.
De Burgemeester van Schiedam,
Gelet op de ciiculaire van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland van 25
Januari jl., A No. 209 - 2de Afd - (Provinciaal Blad
No. P);
Brengt bij deze ter kennis van de daarbij belang
hebbenden
dat bij Koninklijk besluit van 4 Januari 1900,
no. 24, de Minister van Marine is gemachtigd om
de zeemihciens-verlofgangers der lichting van 4808
in werkehjken dienst te doen opioepen, ten einde
gedurende den tijd van- vijf weken te worden ge
oefend
dat op grond hieivan de opkomst van na te
melden zeemihciens verlofgangers door genoemden
Minister is bepaald op dagen en bodems als in den
navolgenden staat is vermeld
a
OJ
-s 2
*S a
CJ o>
T3 fc. O
cj O c
fcC O C
c
se
Z o
cs
Q O.
Óv
S
K s; te
s o
O
- 13 C3
NI -»
es
es
Korpel, Schie- 4 April Evertsen. Willem s-
(Jan dam. 1900. ooid.
Vliet, 4 April t
(van Pie- s 4900
terCornelis
dat genoemde verlofgangers zich, ieder op den voor
hen bepaalden datum, naar de plaats hunner be
stemming zullen hebben te begeven, alwaar zij
gekleed in de bij hun vertrek met gioot verlof
medegenomen militaire kleedingstukken en voor
zien van hunne kooigoederen, zoomede van hunne
zakboekjes, voor zoo veel dit mogelijk is, ten
12 uur des middags, behooren aan te melden
bij den Commandant van het schip, aan boord waar
van zij zullen worden geoefend;
dat zij zich slechts dan den vorigen dag reeds
op reis behoeven te begeven wanneer de plaats
van bestemming niet binnen één dag kan worden
bereikt en dat zij, die door -ziekte verhinderd zijn
op den bepaalden datum aldaar aanwezig te zijn,
daarvan zoo spoedig mogelijk moeten doen blijken,
door eene ter Gemeente-Secietarie over te leggen
geneeskundige verklaung en zich onverwijld na hun
herstel naar de boven aangegeven plaats van be
stemming behooren te begeven en zich als dan
moeten vervoegen bij den Commandant van het
wachtschip aldaar;
dat zij zich voo! af ter Gemeente-Secretarie moe
ten aanmelden zoowel tot het afteekenen van hun
verlofpas als tot het ontvangen van daggelden en
zoo zij daarop aanspraak hebben van de vereisclite
passagebiljettenen
dat zij, in gebreke blijvende op den bepaalden
dag onder de wapenen te komen, bij hunne lateie
opkomst zooveel langer in dienst woiden gehouden
en zij, aan de oproeping niet vol !<>ende als deserteur
zullen worden behandeld,
Na deze openbare kennisgeving worden de betrok
ken miliciens geacht van hunne verplichting kennis
te diagen, waardoor zij gehouden zijn, zonder
verdere oproeping, aan de voorschreven opkomst
te voldoen, zoodat zij later geetie onwetendheid
ten deze zullen kunnen voorwenden.
Schiedam, den 28sten Februari 4900.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
51>
„Ia Frankrijk?" herhaalde zij. „Nu, de tijd
verschaft ons menige les; hij zal u geleerd
Iheblbem nooit weer jalioersch te zajin."
„lik Was een dwaas!" nep Mjj plotseling
tuit. „Zij heeft het reinste, het edelste, het
trouwste hart dat er op de gansohe wereld
Bestaat. Ik ben niet waard dezelfde lucht als
rij in te ademen."
„(Dat denken, alle verliefden," zeide miss
Doclklwood.
"Voordat hij den tijd, had te antwoorden,
ging de deur open en. tradi Lady May binnen,
stralend var schoonheid als de morgen, zelf,
een welkomstgroet op het gelaat en blij licht
in haar oogen.
„Goeden morgen, Sir Olinton," zeide rij
vroolijk. „Je bent een vroege bezoeker."
„Do he(b je veel te zeggein," antwoordde- hij
over tkaor blanke, wanme handen bungend.
Zij, keek op in rijn gelaat.
„Je móet ons een genoegen doen," zeide
„Wij gaan het vette Idalf voor je sladh-
ten. Wol je den geheelen dag bij ons door
brengen i"
„Ja,," antwoordde hij;
Hkj dacht ba j zichzelf dait ieder en. ter-dbod-
veroordeelde een laatste wensdh wordib toe
gestaan; er kon toch zeker geen bezwaar te
gen wazen, dat Mj dit kortstondige geluk ge
noot, voordat Mj stierf.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 28 Febr. 1900.
DB OOI1LOG.
Cronjé's capitulatie.
»Want zoo óén naam zal voortleven onder
kinderen en kindskinderen der helden van
dezen oorlog, dan zal het Cronjé's naam z'gn",
schreven wij nog geen week geleden, wijzende
op de groote veldheerstalenten van Piet Cronjé.
Wat zullen wij nu doen? Hem z^n kroon
van 't hoofd nemen. Integendeel. Nog eens
willen \vy doen uitkomen, hoe uitnemend
aanvoerder Cronjé zich tot het laatst heeft
getoond, en welk een verlies de Boeren
republieken lijden in dezen éénen man.
»Nog is het niet mogelyk", schrijft Fntz
Honig, de bekwame militaire medewerker
van het Berliner Tageblatt" de politieke en
militaire beteekenis (van Cronjé's capitulatie)
met juistheid te bepalen. Maar van groot
belang is, dat de voornaamste legeraanvoer
der met het puikje der Vrjjstaatsche troepen
niet meer aan den oorlog kan deelnemen.
En een ieder weet hoeveel een man als
generaal Cronjé in dezen oorlog waard is."
En dan Iaat de schrijver deze lofspraak op
den overwonnen veldheer volgen, die zoo
volkomen onze meening weergeeft
J Wij moeten bedenken dat zijn troepen,
maar geleidelijk bijeengebracht, niettemin
onder zijn leiding op de geschiedbladen de
heldendadeo hebben gegrilt, besloten in de
namea Belmont, Graspan, Modderrivier, Ma-
gerfontein, naast Cronjé's stoutmoedigen tocht,
midden tusschen de Engelsche kolonnesdoor,
van Kimberley naar Paardeberg, naast den
bloediger) slag aldaar van 18 Februari en zijn
volhouden tot de overgave.
«Het is nog niet bekend welke verliezen
generaal Cronjé met zijn kleine heldenschaar
den Engelschen heeft toegebracht. Misschien
is het voor Engeland gewenscht, nooit den
sluier geheel op te heffen die daarover hangt.
Maar dit is wel zekerdat de krijgsgeschie
denis geen vooi beeld oplevert dat naast dat
van Cronjé kan worden gesteld; daarom zal,
hoe tiagisch zijn nederlaag ook moge zijn,
zijn naam met dien van andere dappere Boe
ren steeds een eereplaals blijven innemen in
de geschiedenis."
En niet minder waar zegt een ander blad,
de sBerlmer Zeitung"
«Cronjé viel met eere. Hij mag als soldaat
zijn hoofd omhoog blijven heffen, al moet hij
de diepste smart lijden als vaderlander".
Zoo is het. Ook ons eerste woord heden
moet de overwonnenen gelden. Vóór alles
past het ons eeibiedige hulde te brengen aan
den e uivoudigen, moedigen Bóeren-generaal
die reeds vroeger, in den vrijheidsooi log,
maar vooral tijdens den Jameson imal, zijn
land zulke groote diensten bewees. En van
hem stiekt orize hulde zich uit over ziju
kleine, moedige schaar die voor overmacht
alleen moest bukken.
Vierduizend helden.
Wij hebben gisteren in menig particulier
gesprek de bezorgdheid hooren fluisteren of
die Vrijstaters wel erg te vertrouwen zijn.
Velen, onder den invloed van Engelsche be
richten, hebben zeker wantrouwen tegen de
mannen van den Vrijstaat.
„Ik zal graag blijven," antwoordde Mj).
Toen zag Mj» dait miss Loduwood de kamer
had verlaten. Een plotselinge, ontzettende
zielsangst greep hem aan luji die Laidiy
May zoo vurig liefhad was nu bijter bang
voor haar. Na haar groote liefdebetuiging toni
zij todh wel een hartelijk woord van hem vea-
wachten. Wat kon wat durfde Mj zeggen'
Zij schonk hem met veel tijd tot naden
ken; zij zag hem met lachende blikken aan
„Cknton, heb je de hertogin van Eoseearn
al gezien f' va-oeg rij. „Kijik, ik heb kaarten
voor haar bal in de volgende weefc. Als ji]
gaat, gai iik ocik; en ik beloof je niet één walls
te dansen."
Haj keek verrast op.
„Maar toen aarzelde hij „maar bèn
je dan bevriend met hen'" vroeg Mj
„Ja," antwoordde zij. „Ik 'heb het wonder
tot stand gebrat Ih fc, diait sommagen voor on
mogelijk honden ik heb een man mijn
hand geweigerd, maar hem tocth. als vriond
behouden. He hertog en ik staan op vruend-
schappelijjken voet met elkaar, en zijn lieve
vrouw bewijst mij den gunst mij een halrer
beste vriendinnen te noemen. Zij drongen, er
zeer op aan, dat ik, nu dne weken geleden,
in de stad zou komen. Maar ik deed het
niet."
„Waarom niet?" Woog Mji om zich het
'heerlijke genat te verschaffen van naar haair
liefelijke stem te kunnen luisteren AI het
melodieus© zou zeker spoedig uit (haar stem
verdwijnen, als rij' hoorde wat liiji te zeggen
haid,
„Waarom?" herhaalde rij lachend. „De zal
heb je zeggen, als je mij belooft niet pedant j
te worden." f
Dit komt ons onbillijk voor. Dat er onder
de Vrijstaters lauwen en, 't mag gerust ge
zegd, dommen zjjn die niet inzien, dat het
belang der Transvalers ook het hunne is,
spreekt vanzelf; maar datzyn er toch slechts
weinigen. Over het geheel zijn de Vrijstaten
van denzelfden moed bezield als de Boeren
en, al moge hun afkeer van de Engelschen
niet zoo diep geworteld zijn als die der Boe
ren, wij zien geen reden om aan hun loyau-
teit te twijfelen. Dat hebben de Vrijstaters
niet verdiend.
Wij zeggen dit, omdat men zoo licht ge
neigd is, de oorzaak van échecs der Boeren
te zoeken waar die niet liggen. En wg zou
den bet jammer vinden indien men de Trans
valers ging verheerlijken ten koste derVry-
ststers. Al zouden toch de eersten meer
uitblinken, nog zou dit den Vrijstaters niet
tot schande kunnen strekken deze oorlog
geldt Transvaal allereerstvan zijn burgers
mag dus het meest worden verwacht.
Cronjé's capitulatie is niet te wijten aan
flauwheid of zwakheid der Vrijstaters, maar
aan de ontzettende overmacht alleen. Is het
niet juio* een heerlijk bewijs van moed en
volharding die hardnekkige tweeweeksche
worsteling van Cronjé's troepen om aan den
machtigen greep van Roberts' sterk leger te
ontkomen. Twee weken geleden seinde Roberts
French' opmarsch naar Kimberley. Toen
begon de wanhopige poging die aanvankelijk
scheen te slagen.
Maar vele honden zijn des hazen dood.
Roberts kon dank zij zijn geweldige over
macht de 4000 Boeren omsingelen en steeds
nauwer omsluiten, tegelijk de pogingen, door
andere Boerenafdeelingen in het werk gesteld
om Cronjé te ontzetten, afwerend.
Maar men geloove vrij dat de Engelschen
zware verliezen zullen geleden hebben. Na
het gevecht van den 18den met zijn ont
zettende verliezen, heeft Roberts geen be
storming meer beproefd, maar zich vergenoegd
met de stellingen der Boei en aanhoudend te
beschieten, tegelijk zijn loopgraven steeds
verlengend, zoodat de Boeren in een steeds
nauwer net werden omwikkeld.
Wat wellicht den doorslag heeft gegeven,
is het springen van ammunitie-wagens der
Boeren. Üe Engelschen zouden door hun ballon
captif ontdekt hebben waar Cronjé's caissons
stondeneen herige beschieting dier plek zou
toen tot het in-de-lucht-springen der wagens
hebben geleid.
De gevolgen der capitulatie.
Luitenant-generaal Becher geeft in de
«Berliner Lokal-Aozeiger" een zeer belang
wekkend overzicht van de gebeurtenissen der
laatste twee weken tusschen Kimberley en
Paardeberg. "Wij zouden gaarne zjjn aaneen
geschakelde beschrijving van Cronjé's aftocht
onzen lezers weergevenhet zou echter te
veel van onze ruimte vorderen.
De generaal knoopt aan zijn beschrijving
van den tocht een critiek vast over den door
Cronjé ingeslagen weg. Hij twijfelt er aan
of Cionjé's keuze wel de goede is geweest.
Z. i. was het beter geweest in noordooste
lijke richting naar Boskop te trekken; hij
had dan een insluiting voorkomen en ver
sterkingen kunnen afwachten. Een fout was
het bovendien om den noordeljken oever te
verlaten waar hij alleen te doen had met
Kelly-Kenny's divisie en later met de cava-
„Dat beloof ik," zeide lui].
„lik gaf er niet om-, omdat jij er niet
waart; m. het is mijn vurig verlangen ge
weest je te kumnem zeggen, wanneer je terug
zandt komen, dat uk alle attracties die Lon
den aanbiedt, heb prijs gegeven om jouiwent-
wiL"
„En heb je dat gedaan?" vroeg Mj droo-
meng.
„Ja," antwoordde rij, „en ik zou het zeker
weer doen. Ik verwonder me over mezelf,
maar toen je weg waart, was 't alsof mijn. le
venslicht was uutgeblusctht. Ik heb jaarna
geen oogeniblok meer gewijd aan gemetin
gen. Nu is duet Goddank voorhij, ©n is weer
licht waar het donker was."
„Ik zal liaar alles in een paai- minuten
vertellen," dacht Mj, „maar nu tocfa naet
nu ze juist zoo gelukkig is.
„Ohnton," zeil ze meit een zochten gelukki
gen lach, „het was treffend malss Lockwcod
gisterenavond te zien. Zij stond op me te
wachten, Mer bij de tafel, en ze beefde zoo
dat ik ze bijna niet kon verstaan. „O, lieve,
riep ze toen ik binnen kwam, „nu is alles m
orde, luij is natuurlijk weer goede vrienden
met je geworden, vertel mij eens gauw alles,
ik verlang er zoo naarToen begon ik te
lachen. „Goede vrienden Natuurlijk, wuj rijn
de beste vrienden van de wereld," antwoord
de ik en rij. dankte den Hemel met tranen,
m de oogen. Zij liield veel van je, Clinton Je
bent een bevoorrechte, miss Locfcwood houdt
van de meeste menschen met."
„De .ben wél een. bijzonder bevoorrechte,
maar ik verdien mijn geluk niet," zei Mj ern
stig.
„Ik geloof van wel. Iemands oordeel over
lerie van French, terwijl hij ten Zuiden der
rivier lord Roberts kon verwachten. Gene
raal Becher meent dat Cronjé op de flank
van het Britsche leger in een stelling noord
waarts van Jacobsdal Bloemfontein veel beter
kunnen bescheimen, dan thans, nu hg zich
voor deze stad plaatste. «Of misschien moei
lijkheden van vervoer of behoefte aan water
Cronjé noodzaakten deze ongelukkige stelling
te kiezen", besluit de generaal, «kan niet
worden gezegd."
"Wij hechten niet veel waarde aan deze
critiek op zich zelf. Cronjé zal zijn redenen
wel gehad hebben. Maar uit Becher's be
schouwing blijkt toch wel dat de laatste
gebeurtenissen ook voor der zake kundigen
nog menige vraag bevatten, waarvan de
beantwoording met spanning wordt afgewacht.
Zoo begriypen wij ook nog steeds niet, dat
Cronjé zich dermate door Roberts' opmarsch
heeft laten verrassen, dat hij in een over
ijlden, zy het ook meesterlijk uitgevoeróen
terugtocht, zijn heil heeft moeten zoeken.
Gedane zaken echter nemen geen keer.
Cronjé heeft gecapituleerdde Boeren missen
een hunner beste, volgens sommigen hun
besten generaal, 4000 dappere strijders met
47 officieren en 15 kanoonen.
Te Londen is wel eeu particulier telegram
ontvangen dat van slechts 6 stukken spreekt;
zijn zware kanonnen zou Cronjé te Magei fon
tein of te Paardeberg hebben begravenvoor-
loopig zullen wij ons echter aan Roberts'
opgave houden.
Een ontzettend verlies voor de Boeren die
noch hun mannen noch hun kanonnen kun
nen vervangen. Een zoo zwaren slag hebben
de Boeren zelfs de Engelschen nog niet toe
gebracht.
Eén lichtpuntje bieden de laatste telegram
men het is dat Cronjé slechts met een
deel van zijn leger te Paardeberg was. Blijk
baar is hij zelf den Vrijstaat ingerukt, mis
schien om Bloemfontein te beschermen, ter-
wyl andere kommando's naar het Noorden
en het Westen de wijk hebben genomen.
Een goed deel der dapperen van Modder
rivier en Mageifontein zijn dus behouden.
Maar 'tis ook het eenige, uiteist, kleine
lichtpuntje. Want welk een verlies voor de
Boeren! Welk een verheffenden invloed zal
deze overwinning niet hebben op Tommy
Atkins, den Engelschen soldaat, die zoo lang
zamerhand een stiïte vrees had gekregen voor
den onzichtbaren en onoverwinlyken vyandl
Welk een slechten moreelen indruk eindelijk
moet deze nederlaag niet maken op de wei
felenden in den Vrijstaat, in de Kaapkolonie
vooial
Wij vinden geen reden om nu reeds te
wanhopen aan de zaak der Boeren. Hun
verlies is zeer ernstig, en de gevolgen zullen
van groote strekking zyn. Maar wanhopen,
neen, dat mogen wij, die de Boeren eenigs-
zins meenen te kennen, niet. De Boeren heb
ben recht van ons vertrouwen te eischen in
hun volhatding en de reuzenkracht die hen
steeds heeft gesterkt in de moeilijke woisle-
ling om recht.
In den Vrijstaat moeten nog verschillende
Boerenlegers staan. In de eerste plaats die,
waarmede Steijn, Botha en De Wet ver-
geefsche pogingen tot ontzet van Cronjé
hebben beproefd. Dan de rest van Cronjé's
leger die waarschijnlijk in het Noorden, bij
de Transvaalsche grens, opereert of in het
zichzelf moet je nooit zoo staakt nomen. Ik
'kan beter over jou oordeden dan jij zelf."
„Adh, wist ze het maar!" zed Mj in zich
zelf, „wsst ze het maar."
Hij wist dat het lafhartig was, zijn plicht
nog langer met te doen; heb moest nu ge
beuren het moest nu, gebeuren.
Tot nu too had luij er nocat aan gedacht de
waoilheid voor haar te verbergen, maar nu
wel, en tocli ...het was m een oogeniblik ge
daan er was evenmin uaitetel voor hem als
voor een veroordeelde m zijn cel,
Haj gevoelde zich ellen dug van smart met
dat gelukkig stralend gezichtje voor hem,
liet scheen onmogdi,k nu zoo hard to rijm,
hij zou het haar later wel eens vertellen; nu
maar over wat anders praten en lachen. La
ter, dan zou toji het ttiaar wel eens zeggen, en
dam zou er geen zo-nnescliijn meer rijn in die
lachende oogen.
Zij keek hem eenigszans verwonderd aan
Zij was zoo overstelpt door haar eigen geluk
dat zij met zoozeer op hem gelet had. Lang
zaam maakte rich van haar een gevoel mees
ter of Mj haar liefde meer ontving dan be
antwoordde. Zij herinnerde ach niet dat hij
iets gezegd üiad; uit zichzelf had hij mets
tot haar gezegdmaar toch, rijn oogen ver
slonden haar, geen Idanik van hetgeen rij zei
de ontsnapte hemmaar nu zij er aan dacht
wat luij eigenlijk gezegd had... Gisteravond,
in haar extase, toon ze hem terugvond, toen
ze weer goede vrienden met hem werd, toen
rijn verouderd uiterlijk haar trof, had rij
ar niet op gelet hoe hij ridh precies tegen
over haar gedroeg. Nu tot hem opziende,
trof haar de diepe smart in rijn oogem, die
moede, lijdende uitdrukking, rijn gdbroken.
Westen, dicht bij Roberts' communicatie-lijn.
Zal Roberts naar Bloemfontein rukken
Zullen de Vrgstalers hun hoofdstad prijs
geven en zich naar Wtnbnrg terugtrekken?
Zal Joubert Natal opgeven en zich öf naar
den Vrijstaat óf naar de passen terugtrekken.
Ziedaar vragen, waarop de naaste toekomst
het antwoord zal moeten geven. De oorlog
neemt eene andere wending, dat is zeker. De
toekomst zal den Boeren bange dagen bren
gen. De toestand is ongetwijfeld ernstiger
dan ooit, en het zal de grootste krachts
inspanning kosten, willen de Boeren het
hoofd boven water houden.
De indruk in de wereld.
Te Londen, en in geheel Engeland, heeft
Cronjé's capitulatie natuurlijk grooten indruk
gemaakt, en «Bobs" is meer dan ooit de
lieveling der natie. Voor lord Roberts zelf is
zijn overwinning een groote voldoening. De
vrede ontnam hem in 1881 de gelegenheid
om de nederlagen der Engelschen uit te
wisschen, zoodat Roberts onverrichter zake
kon heengaan. Des te aangenamer is voor
hem, op den Amajuba-dag, de capitulatie van
een groot veldoverste als Cionjé.
De vergelijking met dien Amajuba-dag heeft
in Engeland de verrukking nog doen rijzen.
Ware het niet zulk slecht weer geweest,
zeker zouden demonstraties niet hebben ont
broken. Nu was er niet veel volk by den
weg; maar op de beurs in de clubs en op
het departement van oorlog uitte zich dui
delijk de groote voldoening. En waar het
telegram \an lord Roberts was aangeplakt,
gingen telkens hoera's op voor Bobs en de
Koningin,
In het Parlement werd de mededeeiing
van Roberts' overwinning met donderende
toejuichingen begroet.
In het Lageihuis riep de Ier John Red
mond echter met begrijpelijk sarcasme uit
sWelk een roemrgke overwinning4000
Boeren gevangen gemaakt door 40.000 En
gelschen I"
En het eenige antwoord was, dat men
lachte.
De toon van vele bladen is bezadigd. Met
name de »Westm. Gaz." bespreekt de groote
gebeurtenis zeer verstandig. Het blad pryst
Cronjé en verheugt zich dat hij niet den
wanhopigeo strijd tegen een overmacht heeft
voortgezet, zoodat de Engelschen gedwongen
waren geweest, veel bloed te vergieten. Wel
ken invloed de capitulatie op het verder
verloop van den oorlog zal hebben, waagt
de redactie (nog onbekend met de cijfers die
Roberts heeft opgegeven), niet te zeggen. Er
zijn nog 50,000 Boeien verspreid over het
oorlogsterrein. De Vrijstaters zullen het ook
nog wel niet opgeven en de toekomst zal
evenzeer afhangen van militair als politiek
beleid.
Vooral waarschuwt liet blad tegen het
vasthouden aan de^herinnering aan Amajuba,
die slechts verbittering zal wekken en een
latere oplossing der Zuid-Afrikaansche quaestie
bemoeilijken.
De buitenlandsche pers treurt onverdeeld
met de Boeren, vooral de Duitsche bladen.
Wij gaven hierboven reeds enkele staaltjes
van de groote bewondering en waardeering
die men gevoelt voor de overwonnenen.
Volgens de iBerliner Lokal-Anzeiger" is
deze overwinning der Engelschen als militaire
houding. Waarom was dab, nu Mj (haar te
ruggevonden had?
„Olinton." zei rijl hef, „wil je mij op eon
vraag antwoorden
„Ik wal op alles antwoorden wat je maar
vraagt, lieve," hernam Mj.
„Het is er maar één," zeide zij', „een, dui
delijke, eenvoudige vraag. Zeg miij, tób je me
nog even kef als vroeger Denk er om, ik zal
naet boos rijn als je neen zegt; het zal alles
mijn eigen schuld rijn; maar er is zoo iets
vreemds in je Je bent met meer wat je was.
Zeg me openhartig: (heb je mij minder lief?"
Haar minder liefhebben! Een kreomeruden
zuciht kon hij met bedwingen. Haar minder
liefhebben 1 De hemel gave dat het zoo wa
re dan zou de taak die Mj te vervullen had,
minder veisclmkkélijk zajn.
„Je minder liefhebben, May?" hei haalde
Mj. „Neen, duizendmaal neen. AIsHuet mo
gelijk was, zou uk meenen dat de je nóg meer
liefheb dan toen de gedachte dab k je verlo
ren had, mij tot waanzin bracht."
„Werkelijk?" vioag rij, een weinig treurig.
Zij schudde haar mooi kopje, ernstig en
zwijgend En hij gang voort
„Er is een ked, welks refrein elk oogeribïïk
va,n mijn leven vervulde:
„I am weary waiting
„Waiting for the May."
„Is dat werkelijk waar?" vroeg rij, en een
blijde glans verlichtte haar gelaat. „En heb
je mij meer lief dan ooit?""
„Meer dan ooit," antwoordde Mj droevig.
Wordt vervolgd).