Tusschen twee liefdes. 53"* Jaargang. Dinsdag 6 Maart 1900. No. 10183. fm Keil n i s g e j i n g. KJLERK BUITEx\LAjVI). SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post fl. '1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90; iedere ïegel meer *121/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijjs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Mo, 133. Verpachting van gemeentegrond ter gelegen heid van de jaarmarkt of kermis. Burgemeester en wethouders der ge meente SCHIEDAM zijn voornemens op Donder dag den 29sten Maart 1900, des namiddags ten twee ureten Raadhuize, bij openbare inschrij ving te verpachten, veertien standplaatsenvoor Beignets-, Pof fertjes- en Wafelkramen, Caroussels -of Draaimolens, Schommels, Hippodromes of dergelijke inrichtingen, gedurende de aan staande jaarmarkt of kermis iu Juli 1900. De voorwaarden van verpachting met de daarbij behoorende teekening liggen van af heden ter inzage op de Gemeente-Secretarie (afd. financiën) en zijn tegen betaling van 25 cent per exemplaar aldaar verkrijgbaar. De gezegelde formujjgjan voor de inschrijving bij bovengemelde verpachting zijn mede aldaar te bekomen tegen de betaling van 32l/2 cent per exemplaar. Schiedam, den 5den Maart 1900, Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. Do Secretaris, v. LUIIC, L. S. De standplaatsen zullen in loco worden aange wezen op den dag der verpachting, des voormid dags ten tien ure, tot bijwoning waarvan ge gadigden zich hebben te vervoegen aan de Stadswaag op de Groote Markt. Aan de bepaling der verordmingdat de Kermis aanvangt op Maandag, zal streng de hand worden gehouden, zoodat op den In Zbndag der maand Juli alle publieke vermakelijkheden zijn verboden. Op het KANTOOR DER GEMEENTE WERKEN wordt gevraagd een op een jaarwedde van f 4LOO. Goed schrift en bekendheid met eenvou dige administratie vereischt, Sollicitatiën schriftelijk in te leveren ter Gemeente-Secretarie uiterlijk tot en met 17 Haart a.s. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 5 Maart 1900. DB OOR BOB. De toestand. Yeel nieuws is er van, het oorlogsterrein niet. In den Vrijstaat schijnt het eerste treffen te gemoet gezien te moeten worden bij Os- fontein, 8 a 9 mijlen in Noordoostelijke rich ting van Paardeberg, aan de Moddemvier. Daarheen ia het Bngelsche kamp overge bracht en op slechts vier mijlen van hun voorposten is een Boerenmacht van 5 a 6000 man ontdekt in een stelling die goed te ver dedigen schijnt. De rechtervleugel steunt op de rivier en strekt zich uit over een rij kop jes. Een tweede stelling schijnt zich, meer DOOR CHARLOTTE M. BRAEHME. 55) Zij had geen tijd om meer te zeggen, want miss Loekwood kiwam uit de kamer naar hen toe. Er was geen mogelijkheid om het gesprek in een andere richting te voeren, en hij had! haar niet gezegd wat liiji te zeg gen had. Hij zeide haar goeden nacht; luj hield (haar hand in de zijne, met bevende lip pen en dro-evig-peinzend blikken haar in het gelaat ziende. Hij sloeg nog een blik op haar blanke, zadhte. handjes, maar durfde er geen kus op te drukkenhij keek naar het liefe lijke gelaat, schoon ais een jonge bloem, maar durfde het niet met zijn. lippen beroe ren rijm hand omklemde de hare, maar er was geen warm drukje dat haar zoido, hoe vurig hij haar liefhad. „Goeden nacht," zeide zij, hem met ver bazing in het gelaat ziende.' Zou liiji altijd zoo koel, zoo gereserveerd tegen haar zijn? Zou hij nooit begrijpen dat zij veranderd! was, en zou het zooveel moeite kosten hem uit zijn koele terughoudendheid te lokken? En toen ging hiji weg met die zelfde vreemde, ver strooide uitdrukking op zijn gelaat, haar on voldaan en treurig gestemd achterlatend. ,,Dat% ook geen vrijersafsdheid," zei Miss Loekwood1 met een glimlach. „Je aanstaande heeft zonderling© ideeën. Ik zou bijlna den ken dat hij een kus aan de deur voor zonde houdt." naar achteren, te-bevmden bij Makauwsdrift Dit is alles wat met eemge zekerheid be kend :s. Van de plannen der Boeren weet men niets. Volgens sommigen heeft genoem de Boerenmacht alleen tot taak de Engel- schen togen te houden, totdat de Boerenle gers zijn samengetrokken, vermoedelijk bij Wi niburg,_ waar het terrein uitnemend heet voor de gcvecih tswijze der Boeren. Dan zou Bloemfontein echter onverdedigd worden ge laten, waaraan anderen meenen te moeten twijfelen, omdat de Engelschen met Bloem fontein tevens meestor zouden zijn van de spoorlijn en daarmede van een nieuwe ver bindingslijn. met de Kaapkolonie Men weet ook met wie liet bevel voert of voeren over de Boerenmacht bij Osfontem. Misschien Botha. Deze zou althans naar Pretoria hebben geseind dat de bewegingen der Engelsclien sinds (verleden) Zondag on verklaarbaar zijn. In de Kaapkolonie zijn de Boeren langs de lijn Rensburg-Norvals Pont m goede or de teruggetrokken. Zij zullen zeker niet na laten bi] Nervals Pont de brug te vernielen, zooals zij meer zuidelijk ook met den spoor weg hebben gedaan. Vreemd is het, dat de Boeren zich in het district Dordrecht blijkbaar handhaven. Dit wettigt het vermoeden dat het niet m dö be doeling ligt Bloemfontein prijs te geven. Daardoor toch zou de Boerenmacht in het Oosten dor Kaapkolonie vrijwel afgesneden worden Van het Natalsche Boerenleger vernemen wij niets bepaalds. Uit het telegram uit Bloemfontein van 2 Maart blijkt echter dat de Boeren, na Ladysmith verlaten te heb ben, naar de Biggarsbergen, in noordelijke richting dus, zijn teruggetrokken. Een vlie gende kolonne is hen uit Ladysmith achter na gezonden. Omtrent Mafeking meldde vechtgeneraal Snyman over Lorenjo Marquez dat Plumer's vliegende kolonne, die Mafeking uit het Noordwesten trachtte to bereiken, de vorige week op Gaberones werd teruggeworpen. De Boerenschansen zijn de stad nu tot op 250 meters genaderd. In de stad komen vele ge vallen van koorts voor. Volgens een gerucht te Londen is French met bereden troepen op weg om Mafeking te ontzetten, ten einde daarna van die plaats uit samen te werken met lord Roberts tegen Pretoria. Verspreid nieuws. Over de capitulatie van Cronjé zegt het Bloeimfonteinsche telegram weinig. Wij toe ren er alleen uit dat het gebrek aan levens voorraad en ammunitie Cronjé tot overgave noopte. Het aantal gevangen Boeren wordt lager aangegeven dan in de Engelsche be richten, twee a drie duizend. Over Ladysmitli's ontzet straks nader. De „Westm. Gazette" meent uit het bericht van den correspondent der „Standard" te mogen afleiden dat Lange Tom behoorde tot de twee door de Engelschen buit gemaakte ka nonnen. Ons dunkt dit onwaarschijnlijk. Bul- Ie, die geurmaker, zou zeker niet nagelaten hebben hot te melden. Bij Pieters moeten de Boeren een maxim begraven hebben, dat evenwel door de En gelschen is opgedolven. Volgens de „Daily Telegraph" heeft Bul- ler's leger bij de herhaalde pogingen om La dysmith 6912 officieren en manschappen ver- Er zijn erger gebreken dan te bescheiden te zijn," zei Lady May. „Het is niet de on deugd onzer eeuw. De meeste mannen die ik ken, zouden heel wat beter zijn, indien zij meer van Clinton's bescheidenheid bezaten. Maar schoon zij hem verdedigde en zijn groote bescheidenheid veinsde te bewonderen, was zij m haar haart treurig gestemd. Toen zij dien avond op haar eigen kamer was, dacht zij lang en ernstig na. Dat was de man die haar zoo Oiartstodhtelijk lief had gehad, die krankzinnig was geworden door zijn lief de voor haar naar hij zeidedit was denman die alleen kon leven door haar liefde. Zij had een geheelen dag met hem doorgebracht, en niet één keer "had hij met haar over hun lief de of hun, huiwelijik gesproken; hij had niet de minste toespeling gemaakt op het verle den toen zij verloofd waren of op de toe komst, waarin zij man en vrouw zouden zijn(hij had geen oogeniblik haar hand in de zijne gedrukt; liiji had haar niet toegespro ken met een dier liefkoozende naampjes, die hij haar vroeger placht te geven. Wat zou dat beteekenen? Geen gebrek aan liefde, wanneer zijn oogen althans waarheid spra- kengeen gebrek aan vereering voor haar het kon niet beteekenen dat er «enige scheidsmuur tusschen hen bestond. Wat kon het dan zijn? „Ik ben er benieuwd naar," zoido Lady May bij zichzelve, „of hij mij zou hebben op gespoord beni er benieuwd naar of üiij om mij naar Engeland is teruggekeerd of het was om mij te winnen." En toen had zij half berouw over den draag der liefde die haar er toe gebracht had hem op te zoeken. loren, waarvan 1046 gedood, 3785 gewond en 156S vermist. Lord Roberts moet te Kimberley wegens de gesteldheid van het terrein om de stad zijn verwondering hebben uitgedrukt dat men de plaats had kunnen behouden. Generaal Cronjé is met zijn familie over gebracht naar de Doris. Volgens de „Standard and Diggers News' zijn Maandag te Pretoria drie Engelsche of ficieren ontvlucht. Te Londen vleit men zich met de hoop dat de samenkomst van Kruger en Steijn het voorspel van den vrede beteekent. Op den Majuba-dag heeft Kruger in zijn toespraak in de Dopperkerk anders gezegd „Duistere wolken overdekken nog steeds het land, doch vertrouwen in den Almachti ge en in de rechtvaardigheid onzer zaak zul len de vereenigde legers tot een goed eind leiden." Ladysmith. Was de stad te nemen? De correspondent der „Standard" te La dysmith schetst den toestand waarin de be zetting door de ontzettingstroepen werd aan getroffen, na het lijden, gedurende het beleg van ruim vier maanden doorstaan Hij ein digt aldus „De Boeren waren gelukkig onbekend met den waren stand van zaken. Hadden zij onze werkelijke zwakheid gekend, dan zouden zij grootcr kracht habbein tentoongespreid, met een resultaat dat wij thans, nu wij veilig zijn, alleen onder de oogen wagen te zien." De vraag is reeds meermalen gerezen of de O O Boerengeneraals niet al te zuinig zijn met hun mannen, en of zij zich daardoor niet het voordeel van hun overwinningen hebben la ten ontglippen. Dit is Cronjé verweten na Magerfontein, dit zelfde wordt ook Joubert aangewreven. In een brief van een Duitsch jongrnonscb aan zijn ouders, van 14 Januari uit het laa ger der Boeren bij Ladysmith, welk schrij ven in de „Münchener Neueste Nackrichte" is opgenomen, wordt bijv. gezegd: „Wij zouden het „Te Deum" hebben ge zongen in de Hollandsche kerk te Pieterma- ritzburg, de hoofdstad van Natal, indien Jou- bert een oordeelkundig gebruik had weten te maken van zijn schitterende overwinningen, en recht vooruit was gemarcheerd. Don 30en October was Ladysmith met 13,000 man en 56 kanonnen als een geknipte haas, en nu is het een stekelvarken, dat door geen leeuw zou kunnen worden aangevallen zonder dat deze zijn bek wondde." Do jonge Duitscker die dit schrijft, is na tuurlijk allerminst een orakel. Joubert zal wel geweten hebben wat hij deed; er zullen bezwaren zijn geweest tegen dien opmarsch die de jeugdige Germaan niet kende zoo min als wij. Aan den anderen kant is echter ook meer malen gewezen op de groote, vaak al te groo te bedachtzaamheid der Boeren. En misschien ware een kraclitig-aanvallende campagne in Natal, vooral om den moreelen indiuk der verkregen resultaten, aanbevelenswaardig ge weest. Gedurende het beleg. Mogelijk is ovenwei dat de correspondent der „Standard' eenigszms overdrijft m zijn voorstelling van de geleden ellende. „Ik heb verkeerd gedaan," zeide zij bij zich zelf, terwijl een liooge blos haar gelaat be dekte. „Misschien zou hij mij niet hebben gezocht, als ik hem niet had gezodhtmaar toch hoe kan ik dit van hem denken; ter wijl hij mij zoo innig, zoo vurig liefheeft?" Zij herhaalde die woorden bij zich zelf toen zij haar hoofd op het kussen legde. Toch was haar hart bezwaard. Zij had hem weergevonden; maar dit was niet do liefde die zij verloren had dit was niet de harts tochtelijke, levendige, jaloersche, vurige aanbidder die jaloersch scheen zelfs op den wind die haar gelaat streelde. Dit was een man vani koel zelfbedwang. „Ach," zuchtte zij bij zichzelf, „dien ouden Clinton mocht ik zoo graag. De tijd zal alles wel in orde maken." Maar toch was Laar hart zwaar on vol zorg. Sir Clinton voelde zich niet gelukkiger. Hij overstelpte zidh zelf met minachtende quahficatieshij noemde zichzelf zwak, laf en trouweloos. Hij had hot haar behooren te zeggen; maar hoe kon hiji het ini 'she mels naam nu nog doen? Haar verwijten zou den hem overstelpenhet gezicht van haar verdriet zou hem verpletteren. „Nooit is een man zoo rampzalig geweest als ik," dacht hij bij zidh. zelf, „en alles is mijn eigen schuld." Don volgenden dag ging hij niet naar haar toehij was er te ongelukkig voor. Hij' was zijn gelieele lesven een eerlijk en fatsoenlijk man geweest; hij was met een man die ge lukkig kon zij,n wanneer hij slecht handelde, hij was op zich zelf geen moreele bloodaard maar zijn geheels ziel kromp ineen, wanneer Hij zegt dat liet garnizoen nog maar de schaduw is van de legermacht die na hot ge vecht op Lombard's Kop, op 30 October, zich m Ladysmith moest terug trekken. Er is bijna memand in de stad uit wien niet het lichamelijk en geestelijk lijden spreekt van moeilijke, sombere weken. Gedurende het beleg sneuvelden 16 officie ren en 162 man; het bombardement doodde 35 officieren en manschappen en wondde 20 officieren en 168 man; in gevechten werden gewond 47 officieren en 360 man, van wien 94 later ove±leden; door ziekten besweken nog 476 man, meer dus dan in het gevecht of door de Boerengranaten. Als gevolg van slecht water, ontberingen en de verontreini ging door 21,000 hongerende inwoners lieerschten typhus, koortsen en dysenterie in hevige mate; niet minder dan 8424 patiën ten passeerden de hospitalen; dagelijks wa ren gemiddeld 1500 a 2000 patiënten onder handen.; er waren alleen 1710 gevallen van typhus. Na de mislukking van Buller's pogingen hij Colenso werd het rantsoen verminderd en nog eens na Spionkop; zoodoende werd het rantsoen van drie kwart pond ossen- vleesck teruggebracht tot een half pond paar- denvleesch. De correspondent gaat voort: „Het was jammerlijk de bleeke, lusteloo- ze, havelooze mannen van het garnizoen te zien de ruïne van het prachtigo leger dat in de laatste weken van October tn het veld was. Sommige regimenten tellen nog maar een vierde van hun vroegere sterkte. De vroeger zoo kranige cavalerie-brigade heeft metterdaad opgehouden te bestaan." De correspondent noemt liet een groote fout dat de cavalerie in de stad is gehouden zij Was daar zonder nut en zeer belemmerend. Zelfs vóór de insluiting kon zij wegens het ruwe, rotsige terrein geen belangrijke dien sten bewijzen, terwijl zij ten Zuiden der Tu- gela de invallen der Boeren hadden kunnen beletten en indirect veel bijdragen tot een spoedig ontzet van Ladysmith. Als een andere fout noemt hij dat er niet genoeg zwaar geschut en ammunitie was. In het begin van Februari waren er nog slechts 40 rounds voor elk stuk sclreepsgtschutin een paar gevechten van geringe bc-teekems zou de ammunitie voor het veldgeschut ge heel opgebruikt zijn. Maar de Boeren wisten dit, helaas! niet. Het ontzet der stad. Winston Chnrcliill, de correspondent der „Morning Post", is met lord Dundonald's ca valerie mede opgerukt naar Ladysmith en seint daarover een en ander aan zijn blad. „Den 28stan Februari, omstreeks vier uur 's namiddags, bevond majoor Gough's regi ment dat de voorhoede vormde, de kopjes die Ladysmith omringen en verborgen houden, blijkbaar onbezet. Hij meldde dit feit aan lord. Dundonald, en deze besloot met twee es kadrons lichte cavalerie en de karabmiers door te rijden naar Ladysmith. De rest dei- brigade werd teruggezonden naai- generaal Bullor's avant-garde. „Het was avond toen wij vertrokken een uur nog slechts zou het dag zijn, Wij galop peerden aan één stuk voort ondanks den ru wen bodem, heuvel op, heuvel af, door don ga's, door struikgewas, orer rotsen, totdat wij de Bntsehe kanonnen op Wagenheuvel zagen flikkeren. hij dacht aan de taak om zijn sdhoone, jonge geliefde te vertellen dat hij getrouwd was. De morgen, ging voorbij lange, langza me uren die eindeloos schenen. Toen kwam er een briefje van Lady Ma\ zij dachten morgen terug te koeren naar Trevlyns Nest. Zij was alleen naar de stad gekomen om hem te bezoeken. Eemge vrienden Sir John en Lady Lewis gingen met hem terug. Wilde hij hen met een dag of twee volgen? En het postscriptum luidde: „Schrijf je antwoord niet, maar breng het zelf." „Denk je dat hij zal komen?" vroeg Miss Loekwood met eenigen twijfel, toen Lady May haar vertelde wat zij had gedaan. „Of iliij. zal komen Natuurlijk, en hij zal bet zeer prettig vinden." Maar Miss Loekwood schudde ernstig hot hoofd. „Ik weet het niet lieve," zoide zij. „Maar Sir Clinton Adair is een geheel ander man geworden." ■Hij kwam zijn antwoord brengen. Hij vond Lady May in haar salon en zijn bewon derende blikken schenen haar nooit zelfs half zoo schoon tc hebben gevonden. Zij droeg een japon van witte kant en mousseline, en zij had levende bloemen voor sieraad gekozen niets dan teero. mystieke, droomerige, witte lelies, die bij Ciaar aristocratische schoonheid zop goed stonden als geen andere tooi zou Qiebbon kunnen doen. De man die haar zoo vurig had liefgehad, en die haar verloren had, zag dat haar groet meer gereserveerd was dan den vorigen dag. Zij stak hem haar blanke hand toe, en een bekoorlijke glimlach speelde om haar lippen, maar zij kwam. hem niet ie „Steeds voorwaarts ging het, totdat uit het struikgewas de roep klonk „Wie daar!" „Het oirtzettingsleger," werd geantwoord. Toen werden de ruiters omgeven door liave- looze mannen die zwakjes jubelden. Zelfs in het schemerlicht kon men zien hoe mager en bleek zij waren; maar wat waren ze blijde! Zij geleidden hun redders in triomf naar de stad, en t-oen wij het hoofdkwartier nader den, traden sir George White, generaal Hun- ter, kolonel Jan Hamilton en alle helden der verdediging ons tegemoet." Maxwell, de „Standard"-correspondent, aan wien wij' hierboven reeds een en ander ontleenden beschrijft de ontvangst van de ontzettingstroepen in de stad. „Het was zes uur," verhaalt hij,„toen lord Dundonald de stad binnenreed. Plotseling, terwijl de Boeren al hun krachten inspanden om hun groot kanon op Bulwana-heuvel te demonteeren, zagen wij twee eskadrons in vollen galop over de vlakte in het Zuiden ren nen. Het nieuwtje verspreidde zich als loo pend vuur. Iedereen, officieren, soldaten, bur gers, liep uit om de ruiters tegemoet te gaan ook de zieken en gewonden kropen uit de tenten om mee te juichen. De mannen, ren den voort met lossen teugel; zelfs de paar den schenen te weten welk een welkom hun werd bereid. Nog voordat ziji de drift over de Khprivier hadden bereikt, werden zij be groet door de kameraden, die zij kwamen ontzetten. Onder juichkreten en handdruk ken reden zij het kamp binnen, waar de geestdrift onbedwingbaar losbarstte. Maar hun taak was nog niet ten einde. Zij moesten de Boeren achtervolgen onze eigen man nen waren te uitgeput om mede te gaan M om het groote kanon te bemachtigen. Ons scheepsgeschut had de Boeremstelling den ge heelen avond beschoten om het wegnemen van heb kanon te beletten en, al hadden de Boeren het weggekregen, dan nog zouden de jongste regens het vervoer zeer hebben be moeilijkt." Geestdrift en dankbaarheid. Wij lezen verder dat generaal White met zijn staf de bedde eskadrons vergezelde op hun tocht dcor do stad. Men hield halt vóór het postkantoor en daar sprak generaal Whi te de samengestroomde menigte in diepe ont roering aldus toe; „Volk van Ladysmith, ik dank u allen voor de heldhaftige en geduldige wijze, waar op gij mij hebt bijgestaan gedurende het be leg van de stad. „Ik dank n uit den grond van mijn hart. „Het deed mij zeer veel pijn, toen ik de rantsoenen moest verminderen, maar Gode zij dank, wij hebben onze vlag behouden." Daarop hief de generaal het Engelsche volkslied aan, dat alle aanwezigen medezon gen.'Wij kunnen ons voorstellen, dat, zooals de correspondenten het uitdrukken, „de grij ze bevelhebber, omgeven door zijn staf en de honderden menschen met ontblooten hoofde in liet schemerdonker, een tooneel vormden dat door de ooggetuigen niet licht zal verge ten worden." Donderdagmorgen om twaalf uur kwam generaal Buller onopgemerkt Ladysmith bin nen, waar reeds den ganschen ochtend! bere den troepen waren aangekomen. M!aar spoe dig werd bekend dat de generaal in" de stad. was, en toen stroomden de menschen samen. Onder groote geestdrift vond de ontmoeting van White en Buller plaats. gemoeb loopen. Zij hief haar gelaat niet naar hem op als om een kus te ontvangen; zij had zijn eigen terughoudendheid aangeno men. Dat hinderde hem. Zoo vreemd, zoo tegen strijdig is de memschHiji had gewensclit dat zij minder demonstratief zou zijn in haar liefde voor hem; nu zij zekere terughoudend heid liet blijken, hinderde en griefde het hom. Hij zag dat zij besloten had zijn hou ding na te volgen; zij sprak in het geheel niet over zich zelf, zij vertelde hem. een paar amusante anecdotes over Lady Lewis; zij deed op grappige wijze iemand na wiens be zoek zij dien dag hadden ontvangen. Zij was koel, maar vroolijk, bekoorlijk en onderhou dend al do diepe, ernstige, teedere liefde al liaar reine, vrouwelijke toewijding sdhemen verdwenen als sneeuw voor de kussende zon nestralen. Zij zeide geen woord waaruit haar liefde sprak; rij scheen het er op toegelegd te hebben hem alleen te vermaken. Hij voel de zich daardoor gegriefd. Hij was gekomen om haar te zeggen dat liet hem niet mogelijk was naar Trevlyns Nest to gaan, dat dringende zaken rijn te genwoordigheid te Londen eischten. Maar heb liep gansch anders. Toen rij' kaar voor raad vroolijke mededeelingen. kad uitgeput, keek zij naai- hem op alsof rij ricflx plotseling iets herinnerde. „O ja," zeide rij, „ik vergat dat je je ant woord komt brengen. Is het niet zoo, Clin ton?" „Ik ben bang dat mijn antwoord je niet aangenaam zal zijn, May," antwoordde hij. Wordt vervolgd),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1