Tusschen twee liefdes.
53"* Jaargang.
Dinsdag 6 Maart 1900.
No. 10183.
fm
Keil n i s g e j i n g.
KJLERK
BUITEx\LAjVI).
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco
per post fl. '1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 17 regels fl. 0.90; iedere ïegel
meer *121/3 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijjs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Mo, 133.
Verpachting van gemeentegrond ter gelegen
heid van de jaarmarkt of kermis.
Burgemeester en wethouders der ge
meente SCHIEDAM zijn voornemens op Donder
dag den 29sten Maart 1900, des namiddags ten
twee ureten Raadhuize, bij openbare inschrij
ving te verpachten,
veertien standplaatsenvoor Beignets-, Pof
fertjes- en Wafelkramen, Caroussels -of
Draaimolens, Schommels, Hippodromes of
dergelijke inrichtingen, gedurende de aan
staande jaarmarkt of kermis iu Juli 1900.
De voorwaarden van verpachting met
de daarbij behoorende teekening liggen van af
heden ter inzage op de Gemeente-Secretarie
(afd. financiën) en zijn tegen betaling van 25 cent
per exemplaar aldaar verkrijgbaar.
De gezegelde formujjgjan voor de inschrijving
bij bovengemelde verpachting zijn mede aldaar
te bekomen tegen de betaling van 32l/2 cent
per exemplaar.
Schiedam, den 5den Maart 1900,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Do Secretaris,
v. LUIIC, L. S.
De standplaatsen zullen in loco worden aange
wezen op den dag der verpachting, des voormid
dags ten tien ure, tot bijwoning waarvan ge
gadigden zich hebben te vervoegen aan de
Stadswaag op de Groote Markt.
Aan de bepaling der verordmingdat de
Kermis aanvangt op Maandag, zal streng
de hand worden gehouden, zoodat op den
In Zbndag der maand Juli alle publieke
vermakelijkheden zijn verboden.
Op het KANTOOR DER GEMEENTE
WERKEN wordt gevraagd een
op een jaarwedde van f 4LOO.
Goed schrift en bekendheid met eenvou
dige administratie vereischt,
Sollicitatiën schriftelijk in te leveren ter
Gemeente-Secretarie uiterlijk tot en met 17
Haart a.s.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 5 Maart 1900.
DB OOR BOB.
De toestand.
Yeel nieuws is er van, het oorlogsterrein
niet.
In den Vrijstaat schijnt het eerste treffen
te gemoet gezien te moeten worden bij Os-
fontein, 8 a 9 mijlen in Noordoostelijke rich
ting van Paardeberg, aan de Moddemvier.
Daarheen ia het Bngelsche kamp overge
bracht en op slechts vier mijlen van hun
voorposten is een Boerenmacht van 5 a 6000
man ontdekt in een stelling die goed te ver
dedigen schijnt. De rechtervleugel steunt op
de rivier en strekt zich uit over een rij kop
jes. Een tweede stelling schijnt zich, meer
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
55)
Zij had geen tijd om meer te zeggen,
want miss Loekwood kiwam uit de kamer
naar hen toe. Er was geen mogelijkheid om
het gesprek in een andere richting te voeren,
en hij had! haar niet gezegd wat liiji te zeg
gen had. Hij zeide haar goeden nacht; luj
hield (haar hand in de zijne, met bevende lip
pen en dro-evig-peinzend blikken haar in het
gelaat ziende. Hij sloeg nog een blik op haar
blanke, zadhte. handjes, maar durfde er geen
kus op te drukkenhij keek naar het liefe
lijke gelaat, schoon ais een jonge bloem,
maar durfde het niet met zijn. lippen beroe
ren rijm hand omklemde de hare, maar er
was geen warm drukje dat haar zoido, hoe
vurig hij haar liefhad.
„Goeden nacht," zeide zij, hem met ver
bazing in het gelaat ziende.' Zou liiji altijd zoo
koel, zoo gereserveerd tegen haar zijn? Zou
hij nooit begrijpen dat zij veranderd! was, en
zou het zooveel moeite kosten hem uit zijn
koele terughoudendheid te lokken? En toen
ging hiji weg met die zelfde vreemde, ver
strooide uitdrukking op zijn gelaat, haar on
voldaan en treurig gestemd achterlatend.
,,Dat% ook geen vrijersafsdheid," zei Miss
Loekwood1 met een glimlach. „Je aanstaande
heeft zonderling© ideeën. Ik zou bijlna den
ken dat hij een kus aan de deur voor zonde
houdt."
naar achteren, te-bevmden bij Makauwsdrift
Dit is alles wat met eemge zekerheid be
kend :s. Van de plannen der Boeren weet
men niets. Volgens sommigen heeft genoem
de Boerenmacht alleen tot taak de Engel-
schen togen te houden, totdat de Boerenle
gers zijn samengetrokken, vermoedelijk bij
Wi niburg,_ waar het terrein uitnemend heet
voor de gcvecih tswijze der Boeren. Dan zou
Bloemfontein echter onverdedigd worden ge
laten, waaraan anderen meenen te moeten
twijfelen, omdat de Engelschen met Bloem
fontein tevens meestor zouden zijn van de
spoorlijn en daarmede van een nieuwe ver
bindingslijn. met de Kaapkolonie
Men weet ook met wie liet bevel voert of
voeren over de Boerenmacht bij Osfontem.
Misschien Botha. Deze zou althans naar
Pretoria hebben geseind dat de bewegingen
der Engelsclien sinds (verleden) Zondag on
verklaarbaar zijn.
In de Kaapkolonie zijn de Boeren langs
de lijn Rensburg-Norvals Pont m goede or
de teruggetrokken. Zij zullen zeker niet na
laten bi] Nervals Pont de brug te vernielen,
zooals zij meer zuidelijk ook met den spoor
weg hebben gedaan.
Vreemd is het, dat de Boeren zich in het
district Dordrecht blijkbaar handhaven. Dit
wettigt het vermoeden dat het niet m dö be
doeling ligt Bloemfontein prijs te geven.
Daardoor toch zou de Boerenmacht in het
Oosten dor Kaapkolonie vrijwel afgesneden
worden
Van het Natalsche Boerenleger vernemen
wij niets bepaalds. Uit het telegram uit
Bloemfontein van 2 Maart blijkt echter dat
de Boeren, na Ladysmith verlaten te heb
ben, naar de Biggarsbergen, in noordelijke
richting dus, zijn teruggetrokken. Een vlie
gende kolonne is hen uit Ladysmith achter
na gezonden.
Omtrent Mafeking meldde vechtgeneraal
Snyman over Lorenjo Marquez dat Plumer's
vliegende kolonne, die Mafeking uit het
Noordwesten trachtte to bereiken, de vorige
week op Gaberones werd teruggeworpen. De
Boerenschansen zijn de stad nu tot op 250
meters genaderd. In de stad komen vele ge
vallen van koorts voor.
Volgens een gerucht te Londen is French
met bereden troepen op weg om Mafeking te
ontzetten, ten einde daarna van die plaats
uit samen te werken met lord Roberts tegen
Pretoria.
Verspreid nieuws.
Over de capitulatie van Cronjé zegt het
Bloeimfonteinsche telegram weinig. Wij toe
ren er alleen uit dat het gebrek aan levens
voorraad en ammunitie Cronjé tot overgave
noopte. Het aantal gevangen Boeren wordt
lager aangegeven dan in de Engelsche be
richten, twee a drie duizend.
Over Ladysmitli's ontzet straks nader. De
„Westm. Gazette" meent uit het bericht van
den correspondent der „Standard" te mogen
afleiden dat Lange Tom behoorde tot de
twee door de Engelschen buit gemaakte ka
nonnen. Ons dunkt dit onwaarschijnlijk. Bul-
Ie, die geurmaker, zou zeker niet nagelaten
hebben hot te melden.
Bij Pieters moeten de Boeren een maxim
begraven hebben, dat evenwel door de En
gelschen is opgedolven.
Volgens de „Daily Telegraph" heeft Bul-
ler's leger bij de herhaalde pogingen om La
dysmith 6912 officieren en manschappen ver-
Er zijn erger gebreken dan te bescheiden
te zijn," zei Lady May. „Het is niet de on
deugd onzer eeuw. De meeste mannen die ik
ken, zouden heel wat beter zijn, indien zij
meer van Clinton's bescheidenheid bezaten.
Maar schoon zij hem verdedigde en zijn
groote bescheidenheid veinsde te bewonderen,
was zij m haar haart treurig gestemd. Toen
zij dien avond op haar eigen kamer was,
dacht zij lang en ernstig na. Dat was de man
die haar zoo Oiartstodhtelijk lief had gehad,
die krankzinnig was geworden door zijn lief
de voor haar naar hij zeidedit was denman
die alleen kon leven door haar liefde. Zij had
een geheelen dag met hem doorgebracht, en
niet één keer "had hij met haar over hun lief
de of hun, huiwelijik gesproken; hij had niet
de minste toespeling gemaakt op het verle
den toen zij verloofd waren of op de toe
komst, waarin zij man en vrouw zouden
zijn(hij had geen oogeniblik haar hand in de
zijne gedrukt; liiji had haar niet toegespro
ken met een dier liefkoozende naampjes, die
hij haar vroeger placht te geven. Wat zou
dat beteekenen? Geen gebrek aan liefde,
wanneer zijn oogen althans waarheid spra-
kengeen gebrek aan vereering voor haar
het kon niet beteekenen dat er «enige
scheidsmuur tusschen hen bestond. Wat kon
het dan zijn?
„Ik ben er benieuwd naar," zoido Lady
May bij zichzelve, „of hij mij zou hebben op
gespoord beni er benieuwd naar of üiij om
mij naar Engeland is teruggekeerd of het
was om mij te winnen."
En toen had zij half berouw over den draag
der liefde die haar er toe gebracht had hem
op te zoeken.
loren, waarvan 1046 gedood, 3785 gewond en
156S vermist.
Lord Roberts moet te Kimberley wegens
de gesteldheid van het terrein om de stad
zijn verwondering hebben uitgedrukt dat
men de plaats had kunnen behouden.
Generaal Cronjé is met zijn familie over
gebracht naar de Doris.
Volgens de „Standard and Diggers News'
zijn Maandag te Pretoria drie Engelsche of
ficieren ontvlucht.
Te Londen vleit men zich met de hoop dat
de samenkomst van Kruger en Steijn het
voorspel van den vrede beteekent.
Op den Majuba-dag heeft Kruger in zijn
toespraak in de Dopperkerk anders gezegd
„Duistere wolken overdekken nog steeds
het land, doch vertrouwen in den Almachti
ge en in de rechtvaardigheid onzer zaak zul
len de vereenigde legers tot een goed eind
leiden."
Ladysmith.
Was de stad te nemen?
De correspondent der „Standard" te La
dysmith schetst den toestand waarin de be
zetting door de ontzettingstroepen werd aan
getroffen, na het lijden, gedurende het beleg
van ruim vier maanden doorstaan Hij ein
digt aldus
„De Boeren waren gelukkig onbekend met
den waren stand van zaken. Hadden zij onze
werkelijke zwakheid gekend, dan zouden zij
grootcr kracht habbein tentoongespreid, met
een resultaat dat wij thans, nu wij veilig
zijn, alleen onder de oogen wagen te zien."
De vraag is reeds meermalen gerezen of de
O O
Boerengeneraals niet al te zuinig zijn met
hun mannen, en of zij zich daardoor niet het
voordeel van hun overwinningen hebben la
ten ontglippen. Dit is Cronjé verweten na
Magerfontein, dit zelfde wordt ook Joubert
aangewreven.
In een brief van een Duitsch jongrnonscb
aan zijn ouders, van 14 Januari uit het laa
ger der Boeren bij Ladysmith, welk schrij
ven in de „Münchener Neueste Nackrichte"
is opgenomen, wordt bijv. gezegd:
„Wij zouden het „Te Deum" hebben ge
zongen in de Hollandsche kerk te Pieterma-
ritzburg, de hoofdstad van Natal, indien Jou-
bert een oordeelkundig gebruik had weten te
maken van zijn schitterende overwinningen,
en recht vooruit was gemarcheerd. Don 30en
October was Ladysmith met 13,000 man en
56 kanonnen als een geknipte haas, en nu is
het een stekelvarken, dat door geen leeuw
zou kunnen worden aangevallen zonder dat
deze zijn bek wondde."
Do jonge Duitscker die dit schrijft, is na
tuurlijk allerminst een orakel. Joubert zal
wel geweten hebben wat hij deed; er zullen
bezwaren zijn geweest tegen dien opmarsch
die de jeugdige Germaan niet kende zoo min
als wij.
Aan den anderen kant is echter ook meer
malen gewezen op de groote, vaak al te groo
te bedachtzaamheid der Boeren. En misschien
ware een kraclitig-aanvallende campagne in
Natal, vooral om den moreelen indiuk der
verkregen resultaten, aanbevelenswaardig ge
weest.
Gedurende het beleg.
Mogelijk is ovenwei dat de correspondent
der „Standard' eenigszms overdrijft m zijn
voorstelling van de geleden ellende.
„Ik heb verkeerd gedaan," zeide zij bij zich
zelf, terwijl een liooge blos haar gelaat be
dekte. „Misschien zou hij mij niet hebben
gezocht, als ik hem niet had gezodhtmaar
toch hoe kan ik dit van hem denken; ter
wijl hij mij zoo innig, zoo vurig liefheeft?"
Zij herhaalde die woorden bij zich zelf
toen zij haar hoofd op het kussen legde.
Toch was haar hart bezwaard. Zij had hem
weergevonden; maar dit was niet do liefde
die zij verloren had dit was niet de harts
tochtelijke, levendige, jaloersche, vurige
aanbidder die jaloersch scheen zelfs op den
wind die haar gelaat streelde. Dit was een
man vani koel zelfbedwang.
„Ach," zuchtte zij bij zichzelf, „dien ouden
Clinton mocht ik zoo graag. De tijd zal alles
wel in orde maken."
Maar toch was Laar hart zwaar on vol
zorg.
Sir Clinton voelde zich niet gelukkiger.
Hij overstelpte zidh zelf met minachtende
quahficatieshij noemde zichzelf zwak, laf
en trouweloos. Hij had hot haar behooren
te zeggen; maar hoe kon hiji het ini 'she
mels naam nu nog doen? Haar verwijten zou
den hem overstelpenhet gezicht van haar
verdriet zou hem verpletteren.
„Nooit is een man zoo rampzalig geweest
als ik," dacht hij bij zidh. zelf, „en alles is
mijn eigen schuld."
Don volgenden dag ging hij niet naar haar
toehij was er te ongelukkig voor. Hij' was
zijn gelieele lesven een eerlijk en fatsoenlijk
man geweest; hij was met een man die ge
lukkig kon zij,n wanneer hij slecht handelde,
hij was op zich zelf geen moreele bloodaard
maar zijn geheels ziel kromp ineen, wanneer
Hij zegt dat liet garnizoen nog maar de
schaduw is van de legermacht die na hot ge
vecht op Lombard's Kop, op 30 October,
zich m Ladysmith moest terug trekken. Er
is bijna memand in de stad uit wien niet het
lichamelijk en geestelijk lijden spreekt van
moeilijke, sombere weken.
Gedurende het beleg sneuvelden 16 officie
ren en 162 man; het bombardement doodde
35 officieren en manschappen en wondde 20
officieren en 168 man; in gevechten werden
gewond 47 officieren en 360 man, van wien
94 later ove±leden; door ziekten besweken
nog 476 man, meer dus dan in het gevecht
of door de Boerengranaten. Als gevolg van
slecht water, ontberingen en de verontreini
ging door 21,000 hongerende inwoners
lieerschten typhus, koortsen en dysenterie in
hevige mate; niet minder dan 8424 patiën
ten passeerden de hospitalen; dagelijks wa
ren gemiddeld 1500 a 2000 patiënten onder
handen.; er waren alleen 1710 gevallen van
typhus.
Na de mislukking van Buller's pogingen
hij Colenso werd het rantsoen verminderd
en nog eens na Spionkop; zoodoende werd
het rantsoen van drie kwart pond ossen-
vleesck teruggebracht tot een half pond paar-
denvleesch.
De correspondent gaat voort:
„Het was jammerlijk de bleeke, lusteloo-
ze, havelooze mannen van het garnizoen te
zien de ruïne van het prachtigo leger dat
in de laatste weken van October tn het veld
was. Sommige regimenten tellen nog maar
een vierde van hun vroegere sterkte. De
vroeger zoo kranige cavalerie-brigade heeft
metterdaad opgehouden te bestaan."
De correspondent noemt liet een groote
fout dat de cavalerie in de stad is gehouden
zij Was daar zonder nut en zeer belemmerend.
Zelfs vóór de insluiting kon zij wegens het
ruwe, rotsige terrein geen belangrijke dien
sten bewijzen, terwijl zij ten Zuiden der Tu-
gela de invallen der Boeren hadden kunnen
beletten en indirect veel bijdragen tot een
spoedig ontzet van Ladysmith.
Als een andere fout noemt hij dat er niet
genoeg zwaar geschut en ammunitie was. In
het begin van Februari waren er nog slechts
40 rounds voor elk stuk sclreepsgtschutin
een paar gevechten van geringe bc-teekems
zou de ammunitie voor het veldgeschut ge
heel opgebruikt zijn.
Maar de Boeren wisten dit, helaas! niet.
Het ontzet der stad.
Winston Chnrcliill, de correspondent der
„Morning Post", is met lord Dundonald's ca
valerie mede opgerukt naar Ladysmith en
seint daarover een en ander aan zijn blad.
„Den 28stan Februari, omstreeks vier uur
's namiddags, bevond majoor Gough's regi
ment dat de voorhoede vormde, de kopjes die
Ladysmith omringen en verborgen houden,
blijkbaar onbezet. Hij meldde dit feit aan
lord. Dundonald, en deze besloot met twee es
kadrons lichte cavalerie en de karabmiers
door te rijden naar Ladysmith. De rest dei-
brigade werd teruggezonden naai- generaal
Bullor's avant-garde.
„Het was avond toen wij vertrokken een
uur nog slechts zou het dag zijn, Wij galop
peerden aan één stuk voort ondanks den ru
wen bodem, heuvel op, heuvel af, door don
ga's, door struikgewas, orer rotsen, totdat
wij de Bntsehe kanonnen op Wagenheuvel
zagen flikkeren.
hij dacht aan de taak om zijn sdhoone, jonge
geliefde te vertellen dat hij getrouwd was.
De morgen, ging voorbij lange, langza
me uren die eindeloos schenen. Toen kwam
er een briefje van Lady Ma\ zij dachten
morgen terug te koeren naar Trevlyns Nest.
Zij was alleen naar de stad gekomen om hem
te bezoeken. Eemge vrienden Sir John en
Lady Lewis gingen met hem terug. Wilde
hij hen met een dag of twee volgen?
En het postscriptum luidde:
„Schrijf je antwoord niet, maar breng het
zelf."
„Denk je dat hij zal komen?" vroeg Miss
Loekwood met eenigen twijfel, toen Lady
May haar vertelde wat zij had gedaan.
„Of iliij. zal komen Natuurlijk, en hij zal
bet zeer prettig vinden."
Maar Miss Loekwood schudde ernstig hot
hoofd.
„Ik weet het niet lieve," zoide zij. „Maar
Sir Clinton Adair is een geheel ander man
geworden."
■Hij kwam zijn antwoord brengen. Hij
vond Lady May in haar salon en zijn bewon
derende blikken schenen haar nooit zelfs half
zoo schoon tc hebben gevonden. Zij droeg een
japon van witte kant en mousseline, en zij
had levende bloemen voor sieraad gekozen
niets dan teero. mystieke, droomerige, witte
lelies, die bij Ciaar aristocratische schoonheid
zop goed stonden als geen andere tooi zou
Qiebbon kunnen doen. De man die haar zoo
vurig had liefgehad, en die haar verloren had,
zag dat haar groet meer gereserveerd was dan
den vorigen dag. Zij stak hem haar blanke
hand toe, en een bekoorlijke glimlach speelde
om haar lippen, maar zij kwam. hem niet ie
„Steeds voorwaarts ging het, totdat uit
het struikgewas de roep klonk „Wie daar!"
„Het oirtzettingsleger," werd geantwoord.
Toen werden de ruiters omgeven door liave-
looze mannen die zwakjes jubelden. Zelfs in
het schemerlicht kon men zien hoe mager en
bleek zij waren; maar wat waren ze blijde!
Zij geleidden hun redders in triomf naar de
stad, en t-oen wij het hoofdkwartier nader
den, traden sir George White, generaal Hun-
ter, kolonel Jan Hamilton en alle helden der
verdediging ons tegemoet."
Maxwell, de „Standard"-correspondent,
aan wien wij' hierboven reeds een en ander
ontleenden beschrijft de ontvangst van de
ontzettingstroepen in de stad.
„Het was zes uur," verhaalt hij,„toen lord
Dundonald de stad binnenreed. Plotseling,
terwijl de Boeren al hun krachten inspanden
om hun groot kanon op Bulwana-heuvel te
demonteeren, zagen wij twee eskadrons in
vollen galop over de vlakte in het Zuiden ren
nen. Het nieuwtje verspreidde zich als loo
pend vuur. Iedereen, officieren, soldaten, bur
gers, liep uit om de ruiters tegemoet te gaan
ook de zieken en gewonden kropen uit de
tenten om mee te juichen. De mannen, ren
den voort met lossen teugel; zelfs de paar
den schenen te weten welk een welkom hun
werd bereid. Nog voordat ziji de drift over de
Khprivier hadden bereikt, werden zij be
groet door de kameraden, die zij kwamen
ontzetten. Onder juichkreten en handdruk
ken reden zij het kamp binnen, waar de
geestdrift onbedwingbaar losbarstte. Maar
hun taak was nog niet ten einde. Zij moesten
de Boeren achtervolgen onze eigen man
nen waren te uitgeput om mede te gaan M
om het groote kanon te bemachtigen. Ons
scheepsgeschut had de Boeremstelling den ge
heelen avond beschoten om het wegnemen
van heb kanon te beletten en, al hadden de
Boeren het weggekregen, dan nog zouden de
jongste regens het vervoer zeer hebben be
moeilijkt."
Geestdrift en dankbaarheid.
Wij lezen verder dat generaal White met
zijn staf de bedde eskadrons vergezelde op
hun tocht dcor do stad. Men hield halt vóór
het postkantoor en daar sprak generaal Whi
te de samengestroomde menigte in diepe ont
roering aldus toe;
„Volk van Ladysmith, ik dank u allen
voor de heldhaftige en geduldige wijze, waar
op gij mij hebt bijgestaan gedurende het be
leg van de stad.
„Ik dank n uit den grond van mijn hart.
„Het deed mij zeer veel pijn, toen ik de
rantsoenen moest verminderen, maar Gode
zij dank, wij hebben onze vlag behouden."
Daarop hief de generaal het Engelsche
volkslied aan, dat alle aanwezigen medezon
gen.'Wij kunnen ons voorstellen, dat, zooals
de correspondenten het uitdrukken, „de grij
ze bevelhebber, omgeven door zijn staf en de
honderden menschen met ontblooten hoofde
in liet schemerdonker, een tooneel vormden
dat door de ooggetuigen niet licht zal verge
ten worden."
Donderdagmorgen om twaalf uur kwam
generaal Buller onopgemerkt Ladysmith bin
nen, waar reeds den ganschen ochtend! bere
den troepen waren aangekomen. M!aar spoe
dig werd bekend dat de generaal in" de stad.
was, en toen stroomden de menschen samen.
Onder groote geestdrift vond de ontmoeting
van White en Buller plaats.
gemoeb loopen. Zij hief haar gelaat niet naar
hem op als om een kus te ontvangen; zij
had zijn eigen terughoudendheid aangeno
men.
Dat hinderde hem. Zoo vreemd, zoo tegen
strijdig is de memschHiji had gewensclit
dat zij minder demonstratief zou zijn in haar
liefde voor hem; nu zij zekere terughoudend
heid liet blijken, hinderde en griefde het
hom. Hij zag dat zij besloten had zijn hou
ding na te volgen; zij sprak in het geheel
niet over zich zelf, zij vertelde hem. een paar
amusante anecdotes over Lady Lewis; zij
deed op grappige wijze iemand na wiens be
zoek zij dien dag hadden ontvangen. Zij was
koel, maar vroolijk, bekoorlijk en onderhou
dend al do diepe, ernstige, teedere liefde
al liaar reine, vrouwelijke toewijding sdhemen
verdwenen als sneeuw voor de kussende zon
nestralen. Zij zeide geen woord waaruit haar
liefde sprak; rij scheen het er op toegelegd
te hebben hem alleen te vermaken. Hij voel
de zich daardoor gegriefd.
Hij was gekomen om haar te zeggen dat
liet hem niet mogelijk was naar Trevlyns
Nest to gaan, dat dringende zaken rijn te
genwoordigheid te Londen eischten. Maar
heb liep gansch anders. Toen rij' kaar voor
raad vroolijke mededeelingen. kad uitgeput,
keek zij naai- hem op alsof rij ricflx plotseling
iets herinnerde.
„O ja," zeide rij, „ik vergat dat je je ant
woord komt brengen. Is het niet zoo, Clin
ton?"
„Ik ben bang dat mijn antwoord je niet
aangenaam zal zijn, May," antwoordde hij.
Wordt vervolgd),