54"" Jaargang.
Tusschen twee liefdes.
Verplichte Hengstepkenriiig.
Vrijdag 6 April 1900.
No. 10210.
Kennisgeving.
Kennisge vin g.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 6S.
Prijs der Advertentiën: Van 1O regels f!. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Ttleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 eents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ko. 123.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen:
Dat het kohier der Personeele belasting no, 1,
dezer gemeente, over het dienstjaar 1900, door
den heer directeur der directe belastingen te Rot
terdam op den 3den April 1900 executoir veiklaard,
op heden aan den ontvanger dei directe belastingen
ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder
verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen; alsmede dat lieden de
termijn van zes weken ingaat, binnen welken de
reclames tegen dezen aanslag belmoren te worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 5den April iüOO.
Dn Bin gemceslcr voornoemd,
Bin W. II. JANSEN, W. B
Beschrijving voor de Belasting op
Bcdryfs- en andere Inkomsten.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Gezien het besluit van den lieer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland van den
'disten Maart jl. litt. A, no. 377 (3de Afd.)prov blad
no. 25, betrekkelijk de beschrijving voor de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienst
jaar 1900/1901.
Doen te weten
Dat de beschrijving voor de belasting op bediijfs-
en andere inkomsten voor liet dienstjaar 1900/190!
in deze provincie zal aanvangen op Dinsdag den
1 sten Mei aanstaandeterwijl de beschrijvingsbil-
jetten, ingevolge art. 13 1. tweede zinsnede, der
wet van den 2den October 1803 (staatsblad no. 119)
door of vanwege den ontvanger der dnecte be
lastingen twintig dagen na de uitreiking zullen
worden opgehaald
Voorts worden de ingezetenen herinnerd aan de
volgende bepalingen der wet op de bedrijfsbelasting:
Art. 15 2: Ieder, die optreedt als bestuurder
of beheereml vennoot van eene hier te lande ge
vestigde vennootschap, onderlinge veizokeringinaat-
schappij, coöperatieve vereeniging of van cene
vereemging of stichting, die een bedrijf of beroep
uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande
gevestigde reederij, is gehouden, dani van schriftelijk
binnen éene maand kennis te geven bij liet bestuur
der gemeente waar hij woont.
Het gemeentebestuur handelt met deze kennis
geving op de wijze, voorgesclnoven in de laatste
zinsnede der vorige paragraaf.
Art. 1G: Hier te lande wonende beheerende
vennooten van Ncderlandsche vennootschappen en
maatschappen als bedoeld in art. G 2, en van
de in artikel 1 b bedoelde commanditaire vennoot
schappen op aandcelen, bestuurders van hier te lande
gevestigde naamiooze vennootschappen, coöperatieve
en andere veiecnigingen en onderlinge verzekering
maatschappijen, als ook boekhoudeis van hier te
lande gevestigde reederijen mogen niet tot het doen
van uitdcelingen of uitkecringen, waarover volgens
artikel 5 1 en '2 en artikel G g 2 belasting
verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvoor aangifte
gedaan en de over vroegere uitdeehngen of tut-
keeringen verschuldigde belasting betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daar
over verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45Bestuurders van de bij artikel 1 ienc
bedoelde naamiooze vennootschappen, coöperatieve
vercenigingen, andere vereenigingen en stichtingen,
die een bedrijf of beroep uitoefenen, ondeilmge
DOOR
CHARLOTTE M. BRAEHME.
82)
„Oliffe House! O ja, dat is waar May
May, hoe heet zo ook weer? woont."
„Lady May Trevlyn," zei Adolf.
Daisy dacht aan do initialen M. T.
„Wat zeggen de mensclien wel van Sir
Clinton en Lady May?" vroeg zij, terwijl zij
een luchtigen. toon tradhtto aan te slaan.
De bediende Lachte.
„Als zij iots te zeggen hadden, dan zal het
wol jaren geleden gezegd zijn. Als Sir Clin
ton met haar wilde trouwen, dan kon hij mot
haar getrouwd zijn; er is niets dat het in
den weg staat. Ik heb wel hooren zeggen dat
zij menige goede partij voor hem hóeft afge
slagen."
„Denk je dan dat ze van hem houdt?"
vroeg Daisy driftig.
„Er kan geen. kwaad ia stoken te zeggen
•wat iedereen weet," zei Adolf. „Ik denk zes
ker dat Lady Trevlyn hem lief heeft. Ik kan
"niet zeggen of Sir Clinton haar liefde a.l dan
niet beantwoordt. De waarheid is dat de
menschen het opgegeven, hebben or over to
babbelen; vroeger verbaasden wij er ons zeer
over, maar dat is nu voorbij."
Hoe gemakkelijk kon zij hem de oplossing
hebben gegevenhoe gemakkelijk zou het ge
weest zijn' te zeggen: „Ik weet waarom hij
met mot haar kan trouwen; ik ben rijn,
verzekeringmaatschappijen en sociëteiten, alsook
beheerende vennooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op aandeelen en
boekhouders van hier te lande gevestigde reede
rijen, zijn gehouden, binnen veertien dagen na de
vaststelling van balans of rekening een zoodanig
nittieksel als noodig is tot toelichting der winst,
uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan
den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld
bij artikel 19 1 b of 2, die den aanslag moet
regelen.
Art. 47 5: Hij, die daartoe gehouden, nalaat
de verplichtingen na te komen, bedoeld bij artikel
15 1 eeiste lid, en artikel 15 2 eerste lid,
vvoidt gestiaft met eene geldboete van ten hoogste
f25.—.
Gelijke slraf wordt opgelegd ingeval van overtre
ding van aitikel 45.
Art 47 G: Overtreding van artikel 16 wordt
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400.
Ait. 34 Handelsreizigers, kramers en alle verdere
personen, die hun bedrijf of beroep iondtrekkende
uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoelden
bij art. 1 a, A en k, zijn gehouden, onvermmdeid
hunne verplichtingen, omschreven bij artikelen 12
en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar 2ij
zich na het begin van het belastingjaar het eerst
bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan
te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woon
plaats en hun bedrijf of beroep.
Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvan
gen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd
van dat bestuur onderteekend Bewys, dat zij
gehouden zijn mede te onderteekenen en op aan
vraag aan ambtenaren der directe belastingen te
vertoonen.
Ait. 47 7: Personen, die van een bevvys voor
zien moeten zijn als bedoeld in artikel 34 en die in
gebreke blijven, dit bewijs op aanvrage aan bevoegde
ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene
geldboete van ten hoogste f 25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs van het
bevoegd gezag een valscben naam, woonplaats, be
drijf of beroep op, of maken zij gebruik van het
aan een ander afgegeven bewijs dan worden zij
gestraft met eene geldboete van ten hoogste ƒ150.
Dat de ingezetenen van het rijk de bevoegdheid
bezitten om zich bij de aanstaande beschrijving, de
uitreiking van een beschrijvingsbiljet B te verzekeren
door vóór of op 15 Moi a. s. liet verzoek daartoe
schriftelijk te richten tot den ontvanger der directe
belastingen over hunne woonplaats.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 4den April 1900.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
Mn. W. U. JANSEN. W. B.
De Secretaris
v. LUIK, L S
Kleinhandel in sterken drank.
Burgemne'ter en wethoudets van Schiedam
brengen, ingevolge ait. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sieiken drank en tot
beteugeling van openbare dionkenschap (Staats
blad no. 118 van 1885), Ier openbare kennis,
dat bij hen een verzoek is ingekomen van J
J. KNuPPE om vergunning tot verkoop van
sterken drank in het klein voor liet pand aan
do Hoofdstraat no. 33.
Schiedam, den 5dén April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Mr. W. II. JANSEN, W. B.
De Secretaris,
v. LUIK, L. S.
De Gedeputeerde Staten der provincie
Zuid-Holland,
Gelet op art. 8 van het Provinciaal Regie
ment ter bevordering van de Paardenfokkerij in
de provincie Zuid-Holland,
vrouw en ver weg in Frankrijk hebben wij
oen kindje." Maar Daisy z.eide niets heb
gesprek scheen vanzelf uil- te sterven, on zij
sprak over iets anders. Eenigc oogenblikken
later zei de rij
„Ik wild© van morgen wat gaan winkelen
ik donk dat ik maar meteen zal gaan."
Aidolf dankte haar zeer beleefd voor haar
traclatie en ging weg.
Daisy besloot terstond te gaan. Zij moest
Cliffe Houre zien; zij had geen rust voordat
zij het huis tein minste van buiten kende;
zij wild'c in haar vermomming gaan; zij wil
de nog niet he-t gevaar loopen van herkend
te worden. Daarom zette zt] haar muts op en
sloeg do inamtel om dio zij bij haar uitrus
ting had gekocht en ging op weg.
Allereerst moest zij to weten komen waar
Cliffe House' was. „In de buurt van Ilydo
Bark" was per saldo* een uiterst vage aanwij
zing zij ging een boekwinkel binnen en
deed navraag. Na. oenig gehaspel weid het
juiste adres gevondbn on kroeg zij volledige
aanwijzingen hoe er te komen. Zij logde het
grootste gedeelte van deu weg per rijtuig af,
dat haar op geringen afstand van de plaat?
waar zij wezen wilde, afzette; toen ging zij
naar do overrijd© van de straat en koek naar
boven een groot huns een van die op
pa.kazen gelijkend1© Londensuhe woningen,
met balkons vol bloemen een vroolijk, aD
van zonnelicht schitterend huis.
Daiisy wandelde langzaam aan do overzijde
van de straat op en neer. Wie zou haar op
merken? Wie zou aan haar donken Heete,
bittere tranen gleden achter haar* sluier over
haar wangen; diepe snikken trilden over
Maken bekend
dat bij de in Februari 1900 gehouden gewone
keuringen van dekhengsten, zijn goedgekeurd de
hengsten, zooals die vermeld zijn op een staat,
welke op de gebruikelijke wijze is gepubliceerd,
en brengen den houders van merrién tevens in
herinnering dat zij, gebruik makende van heng
sten van anderen, op straffe van boete, geen
hengsten tot dekking mogen bezigen dan die
op dezer, staat vooikomen.
dat bij deze keuringen de in eon op de gebrui
kelijke wijze gepubliceerden staat genoemde
hengsten zijn AFGEKEURD om redenen achter
hunne naam vermeld.
Den houders van merriën wordt tevens in
herinnering gebracht dat zij gebruik makende
van AFG EKEUBÜE of niet gekeurde hengsten
tenzij de hengst en de merrie beiden in hun
vollen eigendom zijn zullen worden gestraft
met een boete van ten hoogste tien gulden.
's-Gravenhage, 26 Maart 1900.
De Gedeputeerde Stalen toornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TAVENRAAT, Griffier.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 5 April 1900.
DE OORLOG,
De toestand.
De jongste berichten doen duidelijk do ge
vaarlijke posite van Roberts' leger uitkomen.
Wij moeten ons wèL wachten voor verkeerd,
optimisme en aü te groote verwachtingen van
de teukoni'st-, waartoe gereede aanleiding be
staat. Ens zulk optimism© is ook onnoodig,
want de werkelijkheid is recd's ernstig ge
noeg.
Wat toch is liet geval Vóór zich hoeft
Roberts eon vijand die niet met zich laat
sollen en dio ruimschoots gelegenheid heeft
gehad om, wanneer hij al niet sterk genoeg
is om aan-vallenderwijze op to treden, toch
vast besloten is hardnekkigen weerstand to
bieden aan Roberts' opruarscb.
Terwijl da Emgelsdieu. aldus aLleen betoog
vooruit behoorden to wenden, etscliL lnin
rechterflank a.l hun aanklacht, waar een ster
ke Boerenmacht onder uitnemende leiding,
vornroodolijk van Olivier# de Engelscheu ern
stige verliezen heeft toegebracht en de wa
tertoevoer naar Bloemfontein heeft afgesno
d'on.
Maar dit is niet alles. Er „werven Boeren
om de lijn Bloemfontein-Springfontein, aldus
Roberts' eenige goede verbinding met de
Kaapkolonie bedreigend. Dat rich bovendien
tusschen Jacobsdal en Bloemfontein een Boe-
ren'konmianido heeft vertoond, is reeds oud
nieuws.
Van alle zijden dus zwermen do Boeren
om lord Roberts' hoofdmacht heen, die zoo
doend© groot gevaar loopt va.n haar basis van
proviandeering te worden afgesneden, terwijl
tegelijk d© bevrediging van een der eerste
behoeften, het drinkwater, wordt bemoeilijkt.
Dit laatste is dunkt on? op zich zelf reeds
ernstig. Want Bloemfontein de naam der
stad duidt liet aan zal wel bronnen bezit
ten. maar waar die, getuige do aafllbg van
waterwerken in het brongebicd db-r Mod'der-
rivier, reeds niet voldoende werden geacht
voor de stad zelve, zal de voorraad ete'ihg on-
valdwndfe Mijken nat er tienduizenden dorsti
ge raeu'schen- en paiardenmonden bij zijn ge
komen.
haar lippon zij voelde zich ontzettend ver
drietig en wanhopig. Wat was zij, vergeleken
bij haar medeminnares die hier woonde, en
die hot hart van haar echtgenoot- had ver
overd.
Juist op dat oogenblik kwamen er twee
staljongens aan met twee prachtige paarden.
Daisy bleef staan; toen ging zij ecu paar
passen de straat af en bleef daar heen en
weer loopen, alsof zij op iemand wachtte.
Zij zag haar echtgenoot liet eerst de groo
te- d'eur uitkomen. Iiij richtte ten paar woor
den Lot de grooms. Toen kwam een dame
naar buiten ecu dame van koninklijke gra
tie -en schoonheid, die Daisy ontzag inboezem
de. Zij had haar waarover een gouden glans
lag, on een wonderschoon gelaat liefelijk,
inooi-ibdijnd, aristocratisch; zij had een ko
ninklijke rustigheid '-.m gebaar. Zij was
smaakvol gekleed in ren rijkleed met een co-
que-tten bood met kostbare, donkere veer.
Daisy keek naar haar. Dat was zeker Lady
May, die haar liet hart van haar echtgenoot
had ontstolen Lady May die zich zelf „zijn
liefhebbende" noemde die van-schoonheid-
stralcnd'e vro-uw. En zij behoefde niet t© vra
gen of hij haar liefhad. IIij stilleen een geheel
ahd'er mensch te zijn dan de zwijgende, som
bere man die zij dien morgen nog in. diep ge
peins verzonken had gezien. Zij had hem
nooit zoo gezien vioohjk, met innemende,
gemakkelijke en levendige manieren met
t-cn gelukkigen glimlach op zijn lippen, met
zonneglans in rijn oogen, alles te voorschijn
geroepen door do vrouw die hem liefhad.
Noen, rij behoefde het met te vragen als
rij zag hoe hij tot haar sprak, haar aanzag.
Verspreid nieuws.
Men herinnert zich dat in een der tele
grammen van de laatste dagen gesproken
werd van net decimeeren van een troep
Boeren door French' cavalerie. En wat ver
neemt na de «Standard" van zijn correspon
dent? Dat bij Boschmanskop een eskadron
van het Cde regiment cavalerie bijna geheel
gedecimeerd is.
Juist andersom dus.
Onder wiens bevel de Boeren bij Koorn-
spruit of Mieliespruit (de juiste plaats van
den overval der kanonnen is nog altijd niet
bekend) stonden, weet men niet. Het zal wel
Olivier geweest zijn. Maar Engel.sche corres
pondenten spreken van een Duitsch-Ameri-
kaan, kapitein Cail Reichmann, die, naar de
iDaily Mail" uit Washington verneemt, ecu
Amerikaansch officier is, die naar Zuid- Atnka
was gezonden om verslag uit te brengen over
de militaire operaties aldaar.
Het blad zegt dat de militaire autoriteiten
voor ernstige internationale verwikkelingen
vreezen door kapitein Reiehmann's gediag.
Volgens den correspondent der «Daily
Telegraph" lacht men er te Washington
hartelijk om.
Kapitein Reichmann moet overigens een
zeer bekwaam officier zijn.
De graaf van Rosslyn is van Ladysmith te
paard over de bergen naar Maseru gegaan.
Vandaar is hg Zaterdag naar Thabanchu
vertrokken. Sinds is hij vermist, zoodat meo
denkt dat hij door de Boeren is gepakt.
In Natal zijn Boerenverkenners Zondag
Ladysmith tot op elf mijlen genaderd.
Webster Davis, de gewezen Atnerikaansche
onderstaatssecretaris van binrienlandsche
zaken, heeft in zijn interview met de
«Herald" nog gezegd dat de Engelschen
nooit de bergen om Pretoria, die verdedigd
worden door Krupp- en Creusot-kanonnen,
zullen overschrijden. Pietoria is onneembaar.
Hij zegt uit goede bron te hebben vernomen
dat president Kiuger eigenlijk het plan had
ontworpen voor den slag bij Colen-o. Aan de
Tugela hielden 70()ü Boeren 40.000 Engel
schen tegen. Van oneenigheid tusschen
Kruger en Steijn is geen woord waar. De
vrouwen Se Pretoria zijn gewapend met ge
weren en oefenen zich dagelijks.
Een nieuwe door het departement van
oorlog op 31 Maart bekend gemaakte opgave
van liet aantal dooden. gewonden en ver
misten, noemt het getal 17,037.
Volgens een Exchange-telegram uit Kaap
stad, zou president Kiuger in zijn toespraak
bij de begrafenis van generaal Joubert de
nederlagen der Boeren hebben toegeschreven
aan de toenemende bedorvenheid in de Re
publieken.
Joubert's laatste woorden zijn geweest
»Mijn arm volk, mijn arm land, wat zal er
van worden?"
Kaapsche imperialisten die van een meeting
ten gunste der inlijving der Boerenrepublieken
kwamen, hebben den minister-president
Schreirier uitgejouwd en schandelijk beleedigd.
Te Pretoria worden, ingevouwen in brieven
van krijgsgevangen Boeren, exemplaren van
Roberts' proclamatie ontvangen.
Er zijn weer twee groepjes Boeren van
Groenpunt bij Kaapstad ontsnapt.
Naar verluidt heeft het hoofdcomité van
het Roode Kruis bij de Britsche regeering
geprotesteerd tegen het onvoldoende van het
geneeskundig toezicht en de verpleging der
haar op liet paard hielp als zij zag hoe hij
do sierlijke teugels in haar handen legdte.
Voordat hij zelf opsteeg, stond hij nog oom-
go oogenbhkken met haar te praten. Neen,
zij behoefde het- niet te vragen het wa» of
haar gelaat een weerschijn van schoonheid op
het zijne wierp.
„Zij hebben elkander lief," dacht Dai-y,
„en zij kunnen niet trouwen omdat ik in
den weg sta."
Toen steeg hij óók op, en zij reden weg in
het zonlicht, vroolijk lachend, een gebroken
hart achter zich latend.
Misschien lubt gij wei een» gehoord, r
zer, van mensclien die ieecL maanden \oo.-
dat zij stiervan. door den dood werden aan
geraakt. Zij d'ie de geschiedenis van hun laat
ste ziekte vertellen, zullen zeggen hoe reeds
geruimen tijd te voren een vreemde grauwe
tint zich over hun gehaat uitspreidde, hoe een
eigenaardige kilheid hun leden verstijfde, hoe
een huivering hun- bloed scheen te verstijven
en een bijzondere starende blik in hun oogen
trad en wie hen gadesloeg, zal over die
symptomen zeggen: „Ik wist dat zij den
dood beteekenden."
Zoo was het ook nu. Daisy Lady Adair
was, toen zij haar echtgenoot zag wegrijden
met de vrouw die hij lief had, ten dood'e ge
troffen. Voorbijgangers zagen mot verbazing
naar haar bleek, strak gelaat met die eigen
aardige grauwe tint- en zij zolf voelde de
huivering in haar aderen, de ijskoude liand
om haar hart. Zij bleef eenige oogenbhkken
zoo. staan, terwijl db hand des doods op haar
rustte. Toon keek rij niet meer om naar het
praahuge huis of don zonnigen weg, maar
krijgsgevangen Boeren aan boord der trans
portschepen te Simonstown.
Engeland en Portugal.
Engeland gaat dus mannen en paarden,
ammunitie en krijgsvoorraad over Portugeesch
gebied vervoeren naar Rhodesië, daarbij ge
bruik makende van zijn bij tractaat erkend
recht.
In de Portugeesche Kamer deelde de minis
ter van buitenlandsehe zaken gisteren mede
dat Engeland verlof had gevraagd om mili
taire transporten te vervoeren over den Beira-
Umtali-spoorvveg over Portugeescli gebied.
Portugal heeft dit verzoek toegestaan, omdat
Engeland daarmede gebruik maakt van een
recht dat erkend is bij de verdragen.
De tegenwoordige ooilogstoerfand heft deze
verdragen die vóór den oorlog zijn gesloten,
niet op. Uit een gevoel van loyauteit heeft
de Portugeesche regeering haar besluit aan
de Transvaahclie regeering bekend gemaakt.
Portugal heeft den plicht van onzijdigheid
waardig vervuld en allen die hut behooren
te weten, zijn van de zaak in kennis gesteld.
Tot zoover bleef de minister zakelijk. Maar
waarom moest op deze uiteenzetting van
feiten volgen een tirade als deze. De minister
zeide niet te willen gaan zitten zonder de
plechtige verklaring dat de Engelsche en de
Portugeesche regeering de hartelijkste en de
eerlijkste betrekkingen onderhouden.
«Gelukkig dat het zoo is," eindigde hij.
«God geve dat die betrekkingen altijd zoo
mogen blijven."
De wegen der politiek zijn duister voor
den gewonen sterveling, ook voor den jour
nalist al geeft die zien wel eens wat beter
rekenschap van de gebeurtenissen dan ande
ren. Wij weten dan ook niet welke redenen
Portugal kan hebbeu om Engeland te vriend
te houden.
Maar waarlijk de sReichsbote", het conser
vatieve orgaan, heeft geen ongelijk, wanneer
zij schrijft«Wat de zoogenaamde Portu
geesche loyauteit betreft, weten wij uit de
wijze waarop Portugal zijn staatsschuld-
eischers heeft behandeld. Nu geeft het Enge
land de gelegenheid de Boeren in deu rug ta
vallen, onder voorwendsel van daarmede
volkomen getrouw te blijven aan zijn plichten
als neutrale staat. Maar Portugal moesteen
beroep op God danibij liever achterwege
laten."
En als striemende zweepslagen vallen deze
wooiden op het gelaat van Engeland en
Portugal beiden
«De toepassing van dergelijke onbeschaamde
middelen outbrak nog slechts om bij alle be
schaafde volken het laatste spoor van sym
pathie te vernietigen. Engeland's eenige vriend
is thans het bankroete Portugal."
Inderdaad, de woorden van den Porfcu-
geeschen minister van buitenlandsehe zaken
stemmen onaangenaam. Zjjn pathos, waar hij
spreekt over de vriendschappelijke gevoelens
jegens Engeland moet (zooals de «Berliner
Lokal Anzeiger" het terecht uitdrukt) weer
zin wekken.
Want het moge waar zijn dat Portugal
niet kan weigeren Engeland's verzoek toe te
staan, het behoorde dit dan zwijgend en met
gebogen hoofde te erkennen. Want de ver
dragen geven Engeland alleen het recht tot
vervoer van troepen en krijgsvoorraad over
Beira en den Beira-Umtali-spoorweg met het
sing naar huis ten doode toe riek van. ver
driet- ca wanhoop.
Dat was zijn geheim. Hij had Lady May
Trevlyn lief, en zij stond hun in den weg
om haar kon hij niet trouwen, met dio ko
ninklijk sehoone vrouw die de vrouw zijner
wuischen was. Daarom had hij haar zuo ge
leidelijk in Frankrijk achtergelaten daar
om had hij zijn huwelijk nooit bókend ge-
maak t daarom was Lij altijd' somber en
ongelukkig.
Langzaam liep zij huiswaarts. liet geheim
was nu opgelost hij had haa vergeren,
haar. D.usy, zijn vrouw aan het eenvoudi
ge meisje dat hem verpleegd en verzorgd had,
claoht hij niet meer. Zij stond maar in dten
wegzij wa» slechts -een last voor hem, de
hinderpaal tusschen i.em en de koninklijk
rehoonc vrouw die hij lief had Het kind
dat ver weg, ia Frankrijk was. had hij verge
ten. Haar hart smartte haar dieper dan zij
meend'e te kunnen dragen. Zij waren verge
ten hij had niemand lief behalve dezo
sdioone, aristocratische Lady May.
„Waarom is hij met mij getrouwd.' znxeht-
te zij. „Als hij weggegaan wa» on mij verla
ten had, dan zou ik gestorven zijn, en mijn
moeder zou mij begraven hebben op het lie
ve, groene kerkhofhc-L gras en de veldbloe
men zouden bc-ven .ïujn hoofd hebben ge
groeid', maar ik zou vrede en rust hebben go-
had."
(Wordt vervolgd