54,te Jaargang.
Tusschen twee liefdes.
Dinsdag 10 April 1900.
No. 10213.
BUITENLAND.
SCHIEDi fSCHE COURAETlf
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Trijs per kwartaalVoor Schiedam enVlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
Bureau i Bofcrstraat 68.
Prijs der Ad ver ten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kleine a&eeetentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon 'Mo, 123.
AJgetneca oïcrtfehi.
SCHIEDAM, 9 April 1900.
BK OOKLOB.
De toestand.
Wij treden morgen de zevende maand van
den oorlog in. Die maand.' begint ondt-r on
gunstige auspiciën voor de Engelsche®. Na
een half jaar van uiterste krachtsinspanning
zal het Engelsche volk bij ernstig nadenken
tot de conclusie moeten komen dat liet eigen
lijk nog geen stap gevorderd is.
Integendeel. De Vrijstaat die ondier-worpen
boette, schijnt plotseling met nieuwen strijdt
lust bezield en van bedreigden zijn de Boeren
andermaal dreigender dan ooit c-JWcadeu.
Vijf Engelsche compagnieën vallen den Boe
reu in bankten en de overwinnaars verdwij
nen met hun gevangenen zóó geheimzinnig
dat, als generaal Gatacre anderhalf uur later
ter hulp snelt, hij. geen spoor van hen vindt.
Ten minste zoo luiden de Engelsche be
richten die echter lang niet betrouwbaar
schijnen. Lord Roberts komt om de een of
andere reden niet uit voor de geheels waar
heid van het gebeurde bij Reddersburg. On
dier wiens bevelen de vijf verdwenen compag
nieën stonden is nog even onbekend!, als de
wijze waarop Roberts kermis kreeg van het
gevecht. Gevraagd mag ook worden waarom
èn do door Roberts uitgezonden Hooglanders
èn Gatacre te laat kwamenook of Gataci'o
toch deel heeft genomen aan het gevecht,
daar onder die gewonden een officier van Ga
tacre voorkomt.
De Engelsche bladen zijn over het gebeur
de weinig gesticht, en hier en daar moet de
eerst zoo gevierde lord Roberts liet reeds
weer ontgelden.
Een. Reuterbericht van 5 April uit Nor*vals
Pont zegt nog dat de huzaren die vandaar
naar Bloemfontein op weg waren, to Eden-
burg uit den trein stapten om een compagnie
Koninklijke Iorsche Fuseliers to helpen, die
dcor oen paar duizend Boeren, waarschijnlijk
onder Olivier, waren ingesloten. Vermocdie-
lijk slaat oolc dit bericht op het voor de En
gelsche® noodlottige gevecht bij Reddersburg.
In ieder geval blijkt uit liet gebeurde dat
de Boeren in niet te minachten getale lord
Roberts' verbinding met het Zuiden bedrei
gen. Volgens db Engelsche militaire autori
teiten vordt evenwel de spoorlijn voldoende
bewaakt.
Laffans bureau meldt dat de Boereu zich
in het Zuiden van den Vrijstaat eoneentreo-
ren.
Do Engelsche oorlogscorrespondenten over
drijven nu wel weer eenigermate in hun be
zorgdheid! voor do Boeren. Dat een Bóeren-
in acht ten Oosten van Bosclimanskop naar
het Zuiden trekt, is wol mogelijk; dat die
macht echter 15000 a 18000 man sterk zou
zijn, zooals Bennett Burleigh van de „Daily
Telegraph." meldt, lijkt ons overdreven. Maar
zeker is het, getuige bet voorpostengevecht
bij Wepener en laatstelijk het gevecht bij
Aliwail Noord met een deel van Brabant's
troepen dat die Boeren in het Zuidoosten van
den Vri jstaat reeds dreigender optreden.
Een aanval op Wepener, war v de Engel-
sidi.cn een sterke halvemaanr-pceitie inne
men, wordt blijkens een telegram van Vrij
dag uit Maseru (Basuto-land) niet gavt eeadl
men beweert echter dat do Boeren door Ba
sil to-land langs de Caledon-rivier zullen trek-
DOOR
CHARLOTTE M. ERAEHME.
85)
„Zoo," zeddb zij langzaam, „het is zelfs te
lastig om mijn brieven te openen. Er kon
wel in gameid worden dat het Idndi ziek
waser bon wel een. vraag in staan om over
te komen maar dat komt er immers niet
op aan; of er ook iets van het hoogste be
lang in staat, hij had geen tijd den brief te
leizen; hij den'kt aan niets meer dan aan La
dy May; voor mij heeft hij geen vedlaehte,
geen ©ogenblik van zorg of genegenheid! meer
over. Maar nu wil ik gerechtigheid hebben
mij wordt geen mededooge® betoond ik
zal ook met niemand mededoogen hebben. Ik
zal uitvissehen waar liij is en hem. met liaar
confronteeren."
Aidolf was niet thuis, maar een der knechts
gaf haar alle inlichtingen die zij wenschte.
Natuurlijk was hij naar Cliffe House go-
gaan; hoe jammer dat hij daar niet geheel
kon wonen. Een bittere glimlach krulde haar
lippen.
„Ik had! het niet eens beihoeven te vra
gen," dacht zij. „Waar zou hij andera kunnen
rijn? Hij heeft geen 'ijd om mijn brief te
lezen, maar wel ocm naar Cliffe House te
gaan. Als er iebs noodig was om mij te ster
ken, dan ia het; als de moed mij begeeft,
dan. behoef ik mij slechte te herinneren dat
mij® leven minder dan niets voor hem is ge
weest, hij heb verwoest heeft voor een
ken om aldus ten Zuiden van Wepener te ko
men.
Een ernstige factor is ook d'e opwinding
onedr do Basuto's. De afwezigheid van hun
hoofd Lerothodi die zich om onbekende re
denen te Mohales Hoek, in het Zuiden van
Basuto-land, bevindt, boezemt den Engel-
Bchc-n resident bezorgdheid in. Meer nog het
feit dat een groot aantal inboorlingen die
door de militaire autoriteiten gebruikt wer
den voor de spoorwegwerkea om Bloemfon
tein, onder allerlei voorwendsels wegtrekken.
In één woord', er heerecht een ongewone on
aangename geest onder de Basuto's.
Om Bloemfontein zelf is het evenmin rus
tig. De Boeren dringen blijkbaar op naar do
stad; Zaterdag waren zij blijkens het tele
gram hierachter uit Bloemfontein, gevorderd
tot Springfield.
Volgens Laffan spannen de Boeren klaar
blijkelijk al hun krachten in ooi Ladyfbrand
en Thaibanchu in bun bezit te honden. De
streek is riL bekend om zijn rijkdom, aan
graan, en dus van veel waarde voor de Boe
ren.
Ander oorlogsnieuws.
V
Wij wfjzen den lezer op de lezing die van
Boerenzjjde wordt gegeven van de verovering
der Engelsche kanonnen bij de Bloemfon-
teinsche waterwerken. Het telegram is een
week achtergehouden. De reden ligt voor
de hand. Duidelijk blijkt uit dit Bóeren-
telegram dat eenerzijds de zorgeloosheid der
Engelschen veel grooter is geweest dan zij
wilden weten, anderzijds de Boeren een heel
wat mooier overwinning hebben behaald dan
het aanvankelijk den schijn had.
Eigenaardig is dat het telegram uit Pre
toria spreekt van elf, dat uit Brandfort,
evenals de vroegere berichten, van zeven
veroverde kanonnen.
Aan het gevecht bij Boshof waar De Ville-
bois-Mareuil viel, hebben 500 Engelschen met
een batterij artillerie deelgenomen, volgens
sommige berichten onder bevel van lord
Methuen zelf. Ook is er een bericht dat de
Engelschen twee kanonnen buit maakten.
Het ljjkt echter weinig -waarschijnlijk dat
het kleine Boerentroepje geschut meevoerde.
De cavaleiie-brigade te Bloemfontein, die
onder kolonel Porter esn vet kenning deed
ten Oosten van Leeuwkop, stiet daar op 150
Boeien, De brigade besclioot <ie Boeren met
tiaar geschut, waarop deze zich vetspreiden.
De bereden infanterie bij lord Robert's
leger is samengevoegd tot één divisie onder
bevel van kolonel Jan Hamilton»
Uit Pretoria verneemt de sDaily Mail"
dat kolouel Plinner's legertje van Rainathla-
bama naar het Nooiden terugtrekt.
Een 1300 gevangen Boeren zijn nu van
eeu der gevangenschepen overgebracht naar
de renbaan te Simonsstad. De mannen zagen
er heel slecht uit.
De veertien Boeren die vandaar ontsnapt
zijn, behooren blijkbaar tot een grooteren
troep die beproefde te ontvluchten. Eén werd
door de schildwachten doodgeschoten, één
gewondvijftien ontvluchtten waarvan er
pchter één weder gepakt werd. Ook zijn weer
tunnels ontdekt naar de kust.
Moneypenny, de beruchte correspondent
der sTimes" te Lorenpo Marquez, klaagt dat
daar onlangs op Fransche en Duitsche schepen
twaalf zware kanonnen zijn aangevoerd, die
ongehinderd passeerden; ook zegt hjj dat
gril, dat lxij met mij getrouwd is oon zich te
wraken op een andere vrouw, en toen den
moed. miste zijn wraak verder ton uitvoer te
loggen. Ik behoef sleoh'ts te denken aan mij®
gebroken hart en aan mijn kind. O, dan zal
ik moed1 bezitten om alles te doen. Vaarwel
nu, juffrouw JordanVaarwel, Lifdale Hou
se! Neon tor wille van mijn kiind, nie
mand mag ooit weten dait ik hier ben ge-
weesit. Ik zal heengaan en geen spoor achter
laten rij mogen zeggen dat de huishoudster
plotseling zonder eenigo reden, haar betrek
king heeft verlaten, maar nooit zal men die
huishoudster in verband kunnen brengen met
Lady Adair. Welk een bittere spot lijkt het
te denken dat ik Lady Adair lxm!"
Zij ging voor die laasbe maal en vol onge
duld naar haar kamer. Zij ontdeed rich van
haar grijze pruikzij overwoog kalm wat zij
moest. doen. Bet valsdbe grijze haar ver
brandde zij', opdat hot niet gevonden zou
worden; de witte korntet daarentegen liet
rij in de> lade va® een kast achter. Zij had
in hiaar koffer een japon die zij met het oog
op een omstandigheid als dez» had gekocht,
een zwarte fluweelten japon. Met een gevoel
van verademing ontdeed rij zidi van de ver
momming die al de gratie en elegantie van
haar schoooe gestalte had verborgen, en
doste^ ricili weder ini een kleeding die bij
haar jeugd en schoonheid paste.
Onder al haar droefheid en wanhoop ver
gat Daisy dat toch nietrii was ,mooi genoeg
om de liefde van. een man" te bezittenmet
dien blos pp haar lelieblank gelaat, een'glans
van» vasbbesradbniheid in haar oogen was zij'
aoo sdhoon als een vrouw maar behoefde te
iedere maand ongeveer 500 vrijwilligers voor
Transiaal aankomen.
Volgens een Exchange-telegram zouden de
Kaap?che minister-presirleni Schieincr en zijn
collega Solomon aftreden -wegens oneenig-
heid met den Afrikaanderbond.
De correspondent van de Morning Leader"
te Kaïro heeft een onderhoud gehad met
Fischer, een der leden van de Boeren-depu-
tatie die aan boord van de K a i s e r op weg
is naar Europa. Fischer wilde zich niet uit
laten over het doel van zjjne zending, maar
praatte overigens over allerlei zaken den oor
log betreffende. O. a. zei hij dat sinds het
uitbreken der vijandelijkheden de sterkte van
de Boerenstrjjdmacht te velde niet grooter is
geweest dau 38,000 man. Hoeveel mannen
de Boeren op het oogen blik onder de wapens
hebben kon Fischer niet zeggen.
De V i 11 e b o i s-M a r e u i l.
Men heeft nog twijfel gekoesterd of gene
raal De Villebois-Mareuil inderdaad gesneu
veld is. Over dat gevecht bij Boshof zjjnde
berichten nog zóó onduidelijk, dat er inder
daad ruimte gelaten wordt voor twijfel. Eener
zijds werd beweerd dat onder de namen der
gesneuvelden geen vreemdeling wordt ge
noemd, zoodat men den Fransciien officier
nog in leven hoopte; anderzijds wordt be
richt dat de moedige vriend der Boeren dooi
de Engelschen met militaire eer is Mi%raven.
Ons dunkt dat er geen grond is om nog
te hopen, en wèl-onderrichte personen nemen
De Villebois' dood als zeker aan. Zoowel dr.
Leyds als dr. Muller, de Vrijstaatsche verte
genwoordiger, hebben de familie dan ook
hun deelneming doen toekomen.
Het sJournai" heeft den broeder van den
gesneuvelde geïnterviewd. Deze gaf zjju voor
nemen te kennen om aan de Britsche regee
ring een vrijgeleide te vragen om het lyk
van zijn broeder naar Frankrijk terug te
brengen. Hij vertelde ook nog, dat de kolo
nel een plan voor een aanval op Kimbcrley
had uitgewerkt, dat door den krijgsraad der
Boeren was goedgekeurd, doch niet werd uit
gevoerd uit vrees dat het te veel menschen-
levens zou kosten.
Volgens de »Libre Parole" besloot gene
raal Néatïer naar Transvaal te gaan, zoodra
hij De Villebois-MomnPs dood hoorde.
Misschien wil deze bekwame legeraanvoerder
de plaats van zjjn gesneuvelden landgenoot
gaan innemen. Men zal zich herinneren dal
Négrier wegens zijn oproerige uitlatingen
eenige maanden geleden door minister
De Gallifet ontheven is van zijn lidmaatschap
van den oppeisten raad van oorlog.
Van de warme sympathie die De Villebois-
Mareuil voor de zaak der Boeren gevoelde,
getuigt wel de proclamatie die hij tot zjjn
lundgenooten heelt gericht die aan hun zijde
?ijn komen strqden. Daarin zegt hjj o. m.
a Officieren, onderofficieren en manschap
pen, ik weet dat ge mjj niet hebt vergeten
en dat we elkander begrijpen en daarom doe
ik een beroep op u. Er is hier over de Vaal
een volk dat men van zijn rechten, zjjn eigen
dommen, zijn vrijheid wil berooven om der
wide van ettelijke kapitalisten. Het bloed dat
door de aderen van dit volk stroomt is voor
een deel Fransch bloed. Daarom moetFrnnk-
rjjk dit volk krachtdadig helpen.
»Gij zijl mannen die u, buiten de groote
nationale pliciiten, door uw soldatenbloed
gedrongen hebt gevoeld u te scharen onder
rijn. En toch. moest zij lachen om die over
peinzing. Want wat gaf heb of rij schoon
was? Hij zou liaar toch niet liefhebben, hij
zou ,toöb. nooit om haar geve® de vrouw die
hij liefhad was duizendmaal schooner dan zij.
Het leek haar zoo vreemd door de straten
van Londte® te wandelen zonder eenige- ver
momming. Zij lette niet op de bewonderende
blikken die van alle zijden tot haar uitgin
gen, pp de bewonderende oogen die haar volg
den. Zij dadht er al'leen aan of rij haar echt
genoot op Cliffe Houset zou vind'en. Menige
voorbijganger bleef staan om die sohoone
vrouw met haar heerlijk haar in die zwart-
fluweefon japon na te staren, wier gelaat aoo
betrokken stond en wier oogen in wijde verte
schenen te staren. Daisy liep voort; de zon
soil een stralend; de hemel was blauw; de
westenwind zacht en verkwikkend; de men
sdien zageu er gelukkig welvarend uit;
kleine kinderen jubelden langs den weg.
Maar zij zag niet de m het zonlicht glin
sterende straten en hoorde de stemmen der
kinderen in hun spelen niet; een vre-eimde
gedachte hield haar bezig. Zij stelde zich
voor hoe een veroordeeld misdadiger uit rijn
cel naar 'het schatvot gaat; hoe kort de weg
hem moet toeschijnen aan welks eind de d'ood
is; hoe rijn blikken moeten hangen aan de
donkere muren, aan de gezichten der meu-
schen in rija nabijheid, die hij zoo spoedig
o hemel, hoe spoedig voor eeuwig moet
vaarwel zeggen.
Zoo voelde ooik zij zich nu; rij wandelde
liaar oordeel tegemoet. Wat waren voor haar
de lachende zonneschijn en de vroolijke stem
men? De dood was aan het eind; want het
de vlag van dit volk. Moge deze vlag geluk
hebben 1"
In het sBerliner Tageblatt" wijdt kapi
tein Fritz Honig een artikel aan De Villebois.
Volgens hem was hij de man van de ver
schansingen en ingravingen waarmede de
Boeren aan de Tugela en de Modderiivier
zoo uitnemend hebben gewerkt.
Trouwen», de tactiek van vooruitgeschoven
verdedigingswerken behoort tot de Fransche
krijgskunde; bij Gravelotte iiebbeu de Duit-
schers er op onaangename wijze mede kennis
gemaakt. De Villebois heeft dit systeem tot
een hoogen trap van volmaaktheid opgevoerd,
waarbij niet uit het oog mag verloren worden
dat de Boeren voor deze wijze van strjjden
geknipt zijn.
Niet alleen de continentale, ook do Engelsche
pers brengt, behoudens een enkele uitzonde
ring, warme hulde aan De Villebois Mareuil.
Te Parijs wil men een straat naar hem
noemen, en de sLiberté" heeft een inschrij
ving geopend voor een gedenkteeken te zijner
cere, die reeds ruim 3200 francs opbracht.
Oe Zuld-Afrfkaansche Mali.
Engelsche bluf.
De correspondent d!er „Zwolselie Courant"
to Kaapstad beschrijft t.oe belachelijk de En-
golsclie autoriteiten aldaar zich hebben aan
gesteld, tegenover de militaire attachés va®
Nederland en Rusland1, luitenant Thomson
en kolonel Goerko die, zooals do lezer zich
herinneren zal, bij den aftocht der Boeren
van Osfontein wegens net breken van hun
wagen, in handen der Engelsche® vielen.
De correspondent schrijft
Ten slotte een staaltje van een erbarmelijk
mislukte Engelsche bluf. 't Gold d'e twee mi
litaire attache's bij het Boerenleger, luite
nant Thomson van het Nederlandschc en ko
lonel graaf Goerko van 't Russische leger,
die, zooals men weet, «ia. 't gevecht bij Pop
lar's Grove, in handen Ier Engelschen waren
gevallen. Toen namelijk de Boeren daar te
rugtrokken, brak de as van 't wagentje van
kolonel Goerko, en daar deze zijn bagage cn
papieren niet in den. -teek wilde laten, bleef
hij achter, in afwachting van hetgeen er ge
beuren zou. Luitenant Thomson, die hem
daar aantrof, besloot hem niet aan zijn lot
over te Laten en bleef bij Item.
Zoo kwamen ze in handen van do Engel
schen, en lord Roberts zond hen over ICim-
berloy naar Kaapstad, waar ze dlan wel nader
last zouden krijgen om naar Europa, to ver
trekken.
Daar waren beiden echter geenszins oven-
te spreken, ze wilden weer terug naar Preto
ria. Op den dag va® het vertrek va® de mail
boot zaten ze da® op hun kamer in "hotel
in gezelschap van den Noderlandlsclre® con
sul-generaal alhier, de® beer B. H. de Waal,
in afwachting van do nadere boodschap. Die
boodschap kwam in de® vorm van een
Britsch kolonel, die hun een bevelschrift va®
lord! Roberts overhandigde, waarin zij zonder
veel omwegen last ontvingen dienzelfden dag
naar Europa te vertrekken.
't Antwoord v;jn de heide heeren was ook
zonder omwegen, nl. ,dat ze het niet deden".
Daar stond de Britsche kolonel. Hij probeer
de het nog eens, maar dc- heeren waren on
verzettelijk.
„Of de consul hen dan wildo bewegen
goedschiks heen te gaan opperde do kolo
nel.
„Neen, daar moest hij zelf maar voor zor-
zou voor haar de dood zijn vóór hem te staan
en hem aan te klagen hem haar misschien
te hooren verloochenen hem misschien te
hooren ontkennen d'at lrij haar kendeen
zoo hij dat al niet deed, liaar komst te hoo
ren vervloeken. Geen dood kon wreeder voor
haar zij® dan doze vernietiging van haar
liefde.
Voort ging zij, met haastigen, geen o ogen
blik weifelenden stap. Daar, in de vei te, zag
rij het ijzeren hek waartegen zij geleund had
op den dag van haar doodsangst, toen zij voor
het eerst Lady May had gezien, op den dag
en de ure toen de dood haar met kouden
greep had aangevat. Voort ging rij, met een
moed die met iederen '-ta.p aanwies. Zij ging
om gerechtigheid te zoeken niet voor zich
zelve alleenmaar ook voor haar kind in het
verre Frankrijk; het rind dat nooit vaders
liefde of vaders zorg had gekend. En d'aar
drongen de tranen liaar in de oogen, daar
vloeiden tranen over haar wangen, tranen
die brandden op haar elaat. Tranen iTrotsdi
'hief rij liet hoofd op. Zij wilde niet we te»
dat zij weende; hot was alleen terwijl zij
dacht aan haar kleinen jongen, die niemand
had om hem lief te hebben dan zijn moeder.
„Ik wil niet voor mijn vijanden treden!
met tranen op het gelaat," zei Daisy bij zich
zelf. Zóó vei- was het eindelijk gekomende
man dien rij zoo vurig had liefgehad, dien
zij verpleegd' had, met al de liefdevolle zorg
van haar meisjeshart, was liaar vijand gewor
den. Zij mochten niet zien dat rij geweend
had. Zij wilde voor hen verschijnen fier en
statig als de trotsdhe vrouw die hot hart van
haar echtgenoot had veroverd, rij moest haar
ven, daar had do consul niet mee te maken,"
was het antwoord.
't Zonderlinge tooneel werd nog zonderlin
ger, toen oen kapitein, don kolonel kwam.
waarschuwen, dat „do rijtuigen voor waren".
Ja, dat was heel mooi, maar de heeren gin
gen niet.
Of zo hun bagage ingepakt hadden? De
Hollander had' zijn bagage te Pretoria en de
Rus, zeker, rij mochten zijn bagage wel naar
beneden brengen, nadat hij er rijm papieren
uit genomen had. Er kwamen holelknechts
binnen, de koffers werden weggesjord en
naar benede® gebracht, maar d'e heeren ble
ven zitten waar ze ware®
De Britsche kolonel was intuissdhe® weg
gegaan, maar kwam na. eenige® tijd terug,
haalde weer een brief voor de® dag, en do
beide attache's, die waarschijnlijk niets an
ders verwachtten dan ren bevel tot inhechte
nisneming, hoordlp® tot hun verbaring oon
boodschap va® don gouverneur dat hij tot
zijn spijt vernomen bad dat de heeren in
mocilij'klieden waren gekomen, met de mede-
deoling, d'at rij niet behoefde® te vertrekken.
En het slot van de historie m dat beide at
tache's eenige dagen later op een nieuw be
vel van lord, Roberts naar De» agoa-foaai rijn
vertrokken, met vrij overtocht vanwege de
Engelsche autoriteiten.
Engelsche bluf!
Naar St. Helen®
Generaal Cronjó met zijn manschappen,
die zich te Koed'oesrand overgaven, zal naar
St. Helena getranspoiteerd worden. De re
den die daarvoor genoemd wordt is, dat er
in de geheele Kaapkolonie geen plaate is
waar zo met veiligheid gehouden kunnen
woid'en! Het feit dat de namen dezer krijgs
gevangenen nog niet gepubliceerd zijn, maakt
deze transportatie nog veel zwaarder en bit
terder, daar de familie-betrekkingen dier ge
vangenen in het duister verkeeren omtrent
hun toestand. Sedert hun aankomst in het
westen had' niemand van het publiek de ge
legenheid ze te bezoeken of iets voor lien te
doen. Van verschillende kanten hebben wij
vernomen, dat velen ran hen kleederen en
schoenen noodig hadden, vooral onderkleedo
ren, om zich te kunnen versclioonen. De
yriend'en en betrokkingen dezer krijgsgevan
genen zijn thans verstoken van h«t voor
recht hun lijden te kunnen verzachten.
Waarlijk, indien de imperiale regeering "een
plan wilde beramen om 't gevoel der kolonia
le Afrikaanders dieper te kwetsen da® door
de verliezen van betrekkingen op het slag
veld', zij kon geen geeohikter besluit hebben
genomen, dan om deze krijgsgevangene® naar
St. Helena te transporteeren. Donk aan de
onzekerheid cn angst van de echtgenooten en
kinderen van velen dier mannen, zonder in
de gelegenheid te rijn uit te vinden hoe het
met hun dierbaren gaat.
Salarissen
Niet iedereen weet- welke salarissen do
Britsdie generaals ontvangen wanneer rij in
actioven dienst zijn. Lord Roberts, als opper
bevelhebber, prijgt 10 pd. ,15 s. per dag, ter
wijl een generaal, die niet het opperbevel
(zooals Sir Redvers Bulier) 8 pd. per dag ont
vangt. Een luitenant-generaal krijgt 5 pd.
10 s. per dag voor zijn diensten; een majoor-
generaal 3 pd. per dag, terwijl een brigade
generaal 2 pd. 10 s. per dag ontvangt. Deze
salarissen sluiten niet m toelagen voor voe
der, enz. Een kolonel van den staf krijgt
eigen waardigheid handhaven rij was een
trouwe vrouw en zij was de moedor van den
erfgenaam van Eaatwold. Zij die haar on
recht hadden, aangedaan, mochten vreezen en
wijken niet rij. En zij wendde eenigo
©ogenblikken haar hoofd! zóó dat do wind de
-poren van tranen kon uitwisschen,
„Ik zal mij zelf haten als ik weent," zeido
zij. „Ik wil gerechtigheid, geen medelijden."
Zoo stond rij eenige minuten.
„Ik wildo," dacht rij, „dat ik al mijn tra
nen veilig kon wegsluiten, zoodat geen mij
kon verraden."
Toen zij haar koele, trotsche kalmte had!
herkregen,, ging rij naar het huis toe. Zij
haalde de bel over. Nu zij wist dat rij over
eenige oogenblikken zou worden binnengela
ten, klopte haar hart met pijnlijk-zware sla
gen; haar gelaat verbleekte even; maar rij
gaf niet toe aan die zwakheid.
„Ik moet voor mijn vijanden verschijnen,"
dacht rij. „Ik kom hier om gerechtigheid,
niet out medelijden."
Een lange knecht opende de deur en boog
eerbiedig toen hij de schoone vrouw met haar
■gouden baar, in stemmig zwart gekleed!, zag.
„Ik wenschte Lady Trevlyn te spreken,"
zei Daisy met vaste stem. „Ik weet dat rij
thuis is."
„Lad'y Trevlyn is thuis, maar op het
oogenblib niet te spreken," was het ant
woord.
„Ja wel," sei Daisy. „Sir Clinton Adair is
er maar hem zou ik juist hier ontmoeten."
„Da® zal ik u aandienen," zei de knecht,
Wordt vervolgd.