Tusschen twee liefdes. 54*" Jaargang Vrijdag 20 April 1900. No. 10220 Kennisgeving. Kennisgeving. Kennisgeving. STADS-ZIEKENHUIS. UIT I)E PEltsT BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco per post fl. 1.G5. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. BureauBoferstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regei meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleinoieertentiSn opgenomen tot den prijs van -40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Sfo. 123. De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen Dat liet itobier der Persotieele belasting 110. 5, dezer gemeente, over het dienstjaai 1900, door den heer directeur der directe belastingen te Rot terdam op den 17den April 1901) executoir verklaaid, op heden aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen; alsmede dat beden de termijn van zes teelten ingaat, binnen weiken de reclames tegen dezen aanslag bebooren te worden ingediend. En is biervan afkondiging geschied, waar liet behoort, den lOden April 101JO. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders VAN S C II 1 E B A M, Gezien het verzoek van A. JORDAANS om vergunning tot oprichting van een smederij in het pand aan de Westvest no. 4, kadaster sectie C no. 488 Gelet op de bepalingen der Hinderwet Doen te weten dat voormeld verzoek met de bijlagen op de secretarie der gemeente is ter visie gelegd dat op Donderdag den 3den Mei a.s., des middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toe staan van dat verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip hierboven genoemd, op da secietarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den lOilen Apiil 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. Da Secretaris, v. LUIK, L. S. Ilerverpacltting van gemeentegrond ter gele genheid van de jaarmarkt of kermis. Burgemeester en wethouders van SCHIE DAM zijn voornemens op Donderdag den 3den Mei 1900, des namiddags ten twee ure, ten Raadhuize, bij openbare inschrijving te ver pachten. een standplaats voor een Kinematograaf, Bioscope of dergelijke inrichting op het Overschiesche plein, nabij de spoeling- brug, ter grootte vnn ongeveer 25 bij 9 meter, en een standplaats voor een Poffertjeskraam, op de Brocrsvest, ter grootte van ongeveer 0 bij 12 meter, gedurende de aanstaande jaarmarkt of kermis iu Juli 1900, DOOR GHAJELLOTTE M. BRAEJLME. 92) „Cairo," zeide zij kalm. „wil je niet met mij spreken1?" Hij ontblootte zijn -H'aat. Groote hemel, welk een gelaatBleek' en mager em verwron gen van, smart, met wilde, dwalende blikken. Het was het gelaat van een man, dien het verdriet op den rand van -waanzin heeft ge bracht. Maar er scheen eenige verandering in te komen, toen, hij' zag dat het Daisy was. Misschien had hij verwacht Lady May te zien. „Daisy, ben jij het?" zei hij. „Mijn oogen zijn verduisterd. Je l^omt mij mij)n gedrag verwijten. Zeg wat je te zeggen hebt." Maar Daisy had een, les gehad van de zachtste dar vrouwenvan het vrouwelijjbste hart geen verwijt, geen beschuldiging kwam over haar lippen. Zij knielde neder aan zijn zijde, juist zooals haar medeminnares - geleden liad gedaan, en sloeg haar armen om hom heen. Hij keek verbaasd. Sir Clinton, wist dab vrouiwen van Daisy's stand gewoon lijk licht geneigd! zijn om sdhorp te zijn in, haar verwijten en niet zeer maiscih zijy, in haair toorn. Hij' was verbaasd. Daisy legde klaar mooi kopje tegen zijn schouder. „Waarom' zou ik je verwijten doen, Caro Tk ben zoo bezorgd, over je, lieve, dat, kon ik mijn leven geven om je te .helpen, ik er gaar ne afstand van zou doen. Ik heb je geen ver wijten te doen." „Maan ik verdien z®, Daisy," zei haar echt- op de voorwaarden der veijuchtiiig voorstand- plaatsen, gehouden - op den 29sten Maart jl„ welke voorwaarden met teekcnir.g ter inzage liggen op de Gemeente-Secretai ie (afd. financiën) en die legen betaling van 25 cent per exem plaar aldaar veikrijgbaar zijn. De gezegelde formulieren voor de inschrijving bij bovengemelde verpachting zijn mede aldaar te bekomen tegen de betaling van 32% cent per exemplaar. Schiedam, den 19den April 1900. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. Da secretaris v. LUIK, I.-S. De standplaalsen zullen in loco worden aange wezen op den dag der verpachting, des vooimid- dags ten tien ure, tot bijwoning waarvan ge gadigden zich hebben te vervoegen aan de Stadswaag op de Groote Markt. Aan de bepaling der verordening, dat de Kermis aanvangt op Maandag, zal streng de hand worden gehouden, zoodat op den In Zondag der maand Juli alle publieke vermakelijkheden zijn verboden. De COMMISSIE VAN ADMINISTRATIE voor het STADS-ZIEKENHUIS te SCHIE DAM is voornemeus op Vrjjdag 27 April eerstk,, am te besteden de levering van brood, melk, vleeach en vet. De voorwaarden van leveriog liggen iederen werkdag, des namiddags van 2 tot 5 uren, ter lezing in het Ziekenhuis, terwijl de in- schrgvingsbiljetten op den dag der aanbe steding uiterljjk 's middags te 12 uren inge leverd moeten zjjn. De Commissie voornoemd, VAN WESTENDORP, Voorzitter. W. A. VAN DOLDER Dz., Secretaris. De geweigerde revisie. liet Volk" (Troelstra) zegt: De Hooge Raad heeft het verzoek om revisie van het vonnis der broeders Hoger huis geweigerd. Den 23sten September van het jaar 1898 dienden vijf leden van de Tweede Kamer, ouder den aandrang van het verontruste volksgeweten, het revisie-ontwerp in, waardoor het mogelijk werd, de gebroeders Hogerhuis te verlossen uit de gevangenis, waarin zij naar onze meeoing, en die van duizenden met ons, onschuldig zijn opgesloten. Ruim anderhalf jaar heeft het geduurd, eer mie weg tot bevrijding" was afgelegd. Dit is nu het einde. De revisiewet blij kt een geschikt middel te zijn geweest, om de Hoger- huiszaak van de baan te krijgen zonder ver antwoordelijkheid van de regeering. De rechterljjke macht heeft gesproken, de rechterlijke macht is ontastbaar, de regeering wascht haar handen in onschuld In het onschuldig bloed der veroordeelden ITet „Handéisbl." schrijft: Door deze beslissing van het hoogste rechts college is aan, deze zaak, voorloopig althans, genoot, door haar zachtheid1 ontwapend. „Ik verdien ze ten. volle. Maar uk kon het haar niet zeggen, Daisy. Ik w.ist dat ik een lafaard een trouwelooze, den naam van man-van-ear onwaardig was; m'aar ik kon hot niet doen, Daisymijn, arme tong kleefde aan mijn ge hemelte, mijn ongelukkig hart begaf mij tel kens wanneer ik het wilde zeggen. Ik kon het haar niet zoggen; zij was zoo ge Lulde ig in haar onschuldige vreugde; zij was zoo blij, zoo verrukt mij te zien o, Daisy; ik kon •het haar niet zeggenhet scheen mij gemak kelijker toe een gloeiend1 ijzer te nemen en haar schoon gelaat te verminken. Ik had haar zoo innig lief, Daisy ik had haar zoo lief." Dat was hard om aan te hoorenmaar zij had beloofd geduldig en moedig te zullen zijn. Zij legde haar hand zaciht op de zijne. „Anne Caro," zeidé zij. „Het doet mij in nig leed; het is zoo droevig." Haar geduld scheen hem onwillekeurig kracht te geven en te bemoedigen. „Ik was noodt van plan verkeerd te hande len," zei hij, „Ik heb er nooit aan gedacht. Ik was nooit voornemens mijn huwelijk ge heim te houden toen ik naar Engeland ging is bet denkbeeld zelfs geen oogenblik bij mij opgekomen. Geloof je mij, Daisy?" „Ja, ik geloof je, Caro; maak je nu maar niet verdrietiger nog ioor mij alles te vertel len. Ik ben. er tevreden mede dat je geen kwaad in den zin had." Maar het spreken scheen een verlichting voor hem te zijn. „Ik had het haar terstond belmoren te zeg gen. De had moeten zeggen„Het is te laat ik ben getrouwd." Maar ik deed het niet, en dat is een bron van voortdurende wroeging voor mij geweest». Na dien eersten dag kon ik het niet! ik stelde telkens het noodlottige een einde gekomen. Voorloopig; want het is niet uitgesloten, dat er nieuwe feiten zich voordoen die van gewiclPiger aard zijn dan de tot dusver aangevoerde en den Hoogen Raad aanleiding geven een nieuwe berechting te bevelen. Velen zou bet zeker niet onwelkom zijn geweest, dat de Hooge Raad termen had ge vonden het verzoek om revisie toe te wijzen en dat aldus de geruchtmakende zaak nog maals in haar geheel voor een der gerechts hoven ware behandeld. Hierdoor zou, hoe ook de beslissing in tweede berechting ware uit gevallen, aan de langdurige beweging voor goed een eind zijn gekomen. De uitspraak is echter anders geweest on daarin heeft men niet alleen te -berusten, maar men moet er ook deze gevolgtrekking uit afleiden, dat naar 'ie overtuiging' van het hoogste rechtscollege geen zweem van ernsti- gen twijfel bestaat omtrent de schuld der veroordeelden. De nieuwe wet op de herzie ning van strafvonnissen geeft aan don Hoo- gen Raad in do ruimste mate bevoegdheid' een nieuwe behandeling te bevelen, en stel lig zou dit zijn geschied indien door de aan gevoerde gronden ook maai- eenigszins do juistheid van, het strafvonnis in het oordeel der raadsleden aan het wankelen was ge bracht. Juist omdat het hier een geval betrof, da.t zoo lantr en zoo diep de gemoederen hoeft be- zisffehouden, kan men verzekerd zijn dat de Hooge Raad' elk der geopperde bedenkingen op de meest nauwgezette wij-ze heeft overwo gen en veeleer geneigd zal zijn geweest do revisie te bevelen dan af te wijzen. Dat hij desniettemin zich genoodzaakt heeft gezien in dien laatsten zin te beslissen, is -oor ons een afdoend bewijs dat in de zaak der broe- d'ers Hbgeilhuizen geen onrecht is gepleegd, -/e stuitende, verontrustende gedachte, wel ke in de laatste jaren duizenden landgenoo- ten bijbleef, dat eenige burgers onschuldig veroordeeld en van hun vrijheid beroofd' wa ren, zal nu plaats maken voor het inzicht dat lot dusver niets is gebleken dat recht geeft tot zulk eeni meening. En de beslissing van den Iloogen Raad is tevens een voldoening voor de rechterlijke ambtenaren, die bijr de vervulling van lmn zware plichten met smaad ziju overladen. Aljcmccn overzicht. SCHIEDAM, 19 April 4900. UB OORLOG. De toestand. Het nieuws van het oorlogsterrein wordt met den dag schaarseher. Toch gewordt ons heden althans één belangrijke tijding, nl. dat de Boeren, blijkens rapport van kommandant Fronemann de brug bij Bethulië hebben nopgeblazen". Hoe dat te rijmen valt met de tegen het eind dezer week verwachte opening der h nieuwe spoorwegbrug" by dezelfde plaats, is niet recht duidelijk. Wordt in beide be richten ëón en dezelfde brug bedoeld En welk bericht is van ouderen datum, het rapport van Froneman of de te Kaapstad ontvangen meidiog omtrent de opening der hulpbrug oogenblik uit totdat het te laat werd, Dai sy, totdat ik het hoelemaal niet meer kon." „Ik begrijp het, Oavo," zeide zij. En hij vervolgde met vuur. „Ik wil haar gerechtigheid doem wederva ren," zeide lüj, „en mij zelf ook. Ik heb nooit tot haar gesproken van liefde of trouw; onze gesprekken licpcu na. dat eerste onderhoud altijd over gewone dingen. Dat is geen ex cuus voor mij. Want ik sprak Jiaar niet van liefde, maar mi ju blikken zeiden wat ik niet uitsprakik sprak niet over trouwen, maar ik volgde liaar overal ik week geen oogen blik van haar zijde, wanneer 't maar eenigs- zins mogelijk was bij haar te zijn. Voor mij bestaat geen verontschuldiging ik ben oen lafaard, een trouwe) ooze, ik verdien de ern stigste verwijten die iemand kunnen treffen. Ik heb geen verschooning voor mij zelf; ik haat. ik vervloek mij /elfmaar hot was zoo hard, Daisy. Zeg niet, dat ik onmannelijk ben; zeg niet dat ik verachting verdien. Jij, wier leven zoo vreedzaam, zoo rein is geweest, jij kunt niet begrijpen hoe verschrikkelijk de liefde en de hartstocht van een man ziju. Ik zeg je, dat ik een krachtig, moedig man h *n. ik zou voor hond'erd vijanden niet uit den weg gaan ik pociii niet, Daisy; ik zcu ge troost in een brandend gebouw ioopen om een mensohcnleven te redden. Ik ben sterk van lichaam, van hart, van geest; maar die liefde was mij te machtig. De hemel lielpc een ster ken man, wiens ziel door zulke stormen wordt beroerd. Kalme, zachte Daisy, je weet niets van dat ontzettende vuur; het is voor jou iets onbekends, iets vreemdsik keu geen vuur dat heviger brandt; bedenk maar eens dat het mijn eer, mijn geweten heeft ver teerd. Hot was machtiger dan d'e dood; het sloeg mij als in ketenen, het bond mij aan handen en voeten." In ieder geval bb.,ken de Boeren te zijn door gedrongen tot de spoorlijn en wel op een der belangrijkste punten, waar de lijn de Oranjerivier snijdt. Dat Froneman een EngeFche afiteeling in zuidelijke richting over de Oranjerivier heelt gejaagd, wordt bevestigd. Het blijken 400 man Erigelsche troepen te zjjn geweest. Omtrent den toestand bij Wepener en de pogingen van Engelsche zijde om Dalgetty te ontzetten is, terwijl wij dit schrijven, niets nieuws bekend. Evenmin aangaande Roberts' plannen. In de nDaily Mail" echter wordt een be richt besproken, dat men in Basuto-land heelt booten schieten in de richting van Thabanchu. Het blad meent daaruit te lezen, dat een flinke Engelsche troepenmacht van Bloemfontein uit de Boeren in het Zuiden van den Vrijstaat van hun hoofdmacht zoekt at te snijden, welke poging dan Verband zou houden met het oprukken van ontzettings- kolonnes naar Wepener. Van Mafeking en uit Natal is niets nieuws gehoord. Bij Warrentori aan de Vaal moet het Engelsche geschut de Boeren die bezig waren met nieuwe schansen op te werpen, eenige verliezen hebben toegebracht. Uit het Westen der Kaapkolonie komt van generaal Settle bericht, dat den 13den door 200 Transvalers een krachtige aanval is gedaan op Dopaspoort, dat door ruiterij bezet werd gehouden. De Engelschen hadden 2 dooden en 4 gewonde, terwijl de Boeren zware verliezen heeten geleden te hebben. De voortdurende regens in die districten maken, volgens een telegram van den 47den uit Carnarvon, de wegen onbegaanbaar. Te Bloemfontein zjjn veel zieken door bel natte weer. Roberts' opmarsch. Terwijl de toestand is, zooals wij dien ken nen, terwijl de Hoeren weder meester zijn van het Zuidoostelijk gedeelte van den Vrij staat en daardoor èn de spoorlijn bedreigen ón, wanneer Robeits besluit op te rukken, diens achterhoede, rijst de vraag, hoe de opperbevelhebber het moet aanleggen om den oorlog verder te brengen op den weg die tot een gunstigen uitslag voor Engeland leidt. De militaire medeweiker der Daily Chro nicle" vraagt zich af wat de Boeren zullen doen, indien de algpmeene opmarsch van het EngeFche leger begint, en hij acht het 't waarschijnlijkst dat zij zicli niet zullen blootstellen aan het gevaar om met één slag vernietigd te worden; derhalve zullen zij vermoedelijk geen hardnekkigen weerstand bieden* in Roberts' front, maar veeleer door herhaalde aanvallen op diens achterhoede den opmarsch der Engelschen vertragen. Bovendien zal met eiken mijl dien het Engelsche leger voortrukt, zijn gemeenschaps- Ijjn met het Zuiden, en daarmede de aan voer van al wat een groot leger noodig heeft, gemakkelijker door de Boeren gestoord kun nen worden, wat de schrijver alleen te voor komen acht door de bereden troepen in goede conditie te brengen en te houden. Daarom dringt ook hij er op aan dat dag aan dag paarden zullen worden aangevoerd. De schrijver, uitgaande van de veronder- „Caro," zei Daisy zachtmoedig, „denk je dat het goed van jo gehandeld is, lieve, tegen mij je vrouw te spreken over jo liefde voor een andere vrouw?" Sir Clinton keek met de grootste verba zing op. Het was zulk een diep-gevoelde, eer lijke, redht-op-den-man-afgaande vraag, dat hij «enigszins onthutst «aj. „Jo weet," vervolgde Daisy, „dat ik innig medelijdeu met je heb dat ik al je smart en leed! medevoel alsof ik die zelf onder vond; maar ik ben je vrouw, Caro, en elk woord dat ik hoor over dc liefde die je aan een andere vrouw hebt geschonken, is als een scherp zwaard dat iu mijn hart dringt." „Vergeef mij, Daisy; ik zal niets meer- zeggen." „Ja wel, je moet wel meer zeggen. Ik heb graag dat je mij al je verdriet vertelt; maar het hindert mij te hooren dat je voor mij geen liefde gevoelt. Caro, ik ken nu je gehee- le levensgeschiedenis; die is heel droevig; maar er is één punt dat mij niet duidelijk is geworden. Waarom ben jo, terwijl je met heel je hart aan Lady May lung, met mij ge trouwd „Ik dacht dat zij getrouwd was. Je herin nert je toch wel dat je moeder eens couranten voor mij liet meebrengen uit de stad In een van de bladen stond dat Lady May Trovlyn op het punt stond te trouwen met den hertog van Rosecam. Het was juist over den hertog van Rosecarn dat wij ongenoegen hadden ge kregen, zoodat ik overtuigd was d'at het waar was. Toen ik die woorden las, troffen zij mij als een doodelijike slag." „Maar als je dat wist," hield Daisy aan, „als je wist dat je nooit meer gelukkig kondt zijin, waarom trouwde, je dan met mij? Dat is het eenige punt in je levensgeschiedenis, dat mij duister is. Alles zou in orde zijn ge stelling dat Roberts zijn opmarsch naar Pre toria zal beginnnen, toont in zijn verder be toog juist aan waarom voorloopig van dien opmarsch nog geen sprake kan zijn. Met de uiterst bewegelijke Boerenkommando's in den rug die medewerking en steun ondervinden van de bevolking in het land dat hij achter zich laat, zou Roberts zeeronvoorzichtig han delen door te rekenen op het behoud van een ongestoorde verbindingslijn met zijn operatie-basis, de Kaapkolonie. En het onge stoorde behoud van de spoorlijn is de levens voorwaarde voor het oprukkende Engelsche leger. Daarom moet Roberts en dit schijnt blijkens de iaatste operaties ook zijn plan te zijn eerst het Zuiden van den Vrijstaat zuiveren van vijanden hetzij door de Boe renkommando's van De Wet en Olivier te vernietigen ot hen te dwingen naar het Noor den terug te trekken. Bovendien moet de bevolking in het »be- zetle" deel van de Vrijstaat geheel tot rust worden gebracht. Daarvoor is noodig het vormen van vliegende kolonaes die, uitgaande van bepaalde punten, welke tegelijk als depots van ammunitie en mondkost behooren dienst te doen, voortdurend het land doortrekKen, en in bewegelijkheid en terreinkennis de gelijken zijn der Boerenkommando's. Het spreekt vanzelf dat op die troepen voor den opmarsch niet gerekend tnag worden, zoo dat aanzienlijke versterking van Roberts' legermacht noodig is. Trouwens, daarmede is Roberts reeds be zig en, ware bet niet dringend noodig, dan zou iiij zeker uit Natal met een brigade heb ben ontboden, die Bulier dunkt ons, best zelf kan gebruiken. Spioenkop. liet door de officieele „Londen Gazette" gepubliceerde rapport van lord Roberts over het échec der Engelschen op Spioenkop heeft in Engeland een zeer pijnlijke indruk ge maakt. Algemeen heeft men den indruk ge kregen dat sir Charles Warren (die de ope raties leidde) en majoor Thorneycroft (dio liet bevel gaf den Spioenkop te ontruimen) de slachtoffers zulten zijn en men verwacht elk oogenblik dat zij zullen worden terugge roepen. Overigens is men bet lang niet eens over het nut dezer publicatie die eigenlijk vijf stukken omvateen rapport van sir Charles Warren over zijn operaties tegen de Boeren- stelüngen, een tweede van denzelfdeu bevel hebber over het nemen en ontruimen van Spioenkop, twee crilieken van sir Redvers Bulier op Warren's handelingen en eencri- tiek van lord Roberts. Terwijl de ïTimes" bv. Roberts' rond borstige critiek toejuicht en alleen betreurt dat die niet eerder is verschenen, wijst de sStanrlard" er op dat door officieren onder Roberts' onmiddellijke bevelen evenzeergroote fouten zijn begaanmen denke slechts aan Sanna's Post. Hierin zijn echter alle bladen het eens dat de onbekwame officieren meedoogenloos moeten worden verwijderd. Wrj kunnen daar mede instemmen, maar dit sluit nog niet in dat daarom nu reeds het vertrouwen in de officieren, in de generaals vooral, bij de komen, indien je niet met mij getrouwd waart. Waarom deedt je het don?" Hij zag haar in het lieve, treurige gelaat. AI de mannelijk" ridderlijkheid die in hem leefde, waakte op oin haar to sparennooit zou hij bekennen dat hij haar jammerklacht had gehoord; nooit zou hij voor de waarheid uitkomen; zij mocht dan over heen oordeelen zooals zij wilde. „Was hot om wraak te nemen op Lad!y May vroeg zij weer. ,Om haar te bewijzen da t je volkomen onverschillig waart geworden te haren opzichte? Heb je mij zoo lichtvaar dig op het spel gezet, Caro?" „Neen, daarom, was het niet. „Ik hield heel veel van je, Daisy. Ik gevoelde een war me, liartelijke, oprechte genegenheid voor je, en ik dacht da.t ik sterker was; ik wist niet dat mijn liefde mij r.oo geheel de baas was. Je verbaast er je misschien over, waarom ik mijn waren naam voor je verborgen hield. Dat krvvam niet voort uit dén wensch om je te bedriegenhet kvvam doordat je eens, toen ik nog ziek was. mijn naam vroegt. Ik ant woordde toen Sir Clinton. Je verstondt mijl niet en noemde mij Olifton. En ik voud' dat aangenaam, Daisy, omdat het mij scheen te scheiden van een verleden dab mij' pijnigde. Ik nam mij toen voor, mijn titel af te leg gen voortaan slechts air. Clifton te zijn weg te gaan uit Engeland en een nieuw leven te beginnen, waarin niets mij aan het verle den zou herinneren. En toen, Daisy toen wilde ik jou op mijn vlucht medenemen; ik vroeg jo met mij te trouwenik dacht d'at wij in den vreemde na verloop van tijd geluk kig zouden worden." (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1