Tusschen twee liefdes.
54*" Jaargang
Vrijdag 20 April 1900.
No. 10220
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
STADS-ZIEKENHUIS.
UIT I)E PEltsT
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco
per post fl. 1.G5.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BureauBoferstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regei
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleinoieertentiSn opgenomen tot den prijs van -40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Sfo. 123.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
Dat liet itobier der Persotieele belasting 110. 5,
dezer gemeente, over het dienstjaai 1900, door
den heer directeur der directe belastingen te Rot
terdam op den 17den April 1901) executoir verklaaid,
op heden aan den ontvanger der directe belastingen
ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder
verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen; alsmede dat beden de
termijn van zes teelten ingaat, binnen weiken de
reclames tegen dezen aanslag bebooren te worden
ingediend.
En is biervan afkondiging geschied, waar liet
behoort, den lOden April 101JO.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders
VAN S C II 1 E B A M,
Gezien het verzoek van A. JORDAANS om
vergunning tot oprichting van een smederij
in het pand aan de Westvest no. 4, kadaster
sectie C no. 488
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten
dat voormeld verzoek met de bijlagen op
de secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag den 3den Mei a.s., des
middags ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid
zal worden gegeven om bezwaren tegen het toe
staan van dat verzoek in te brengen en die
mondeling of schriftelijk toe te lichten en
dat gedurende drie dagenvóór het tijdstip
hierboven genoemd, op da secietarie der gemeente,
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den lOilen Apiil 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
Da Secretaris,
v. LUIK, L. S.
Ilerverpacltting van gemeentegrond ter gele
genheid van de jaarmarkt of kermis.
Burgemeester en wethouders van SCHIE
DAM zijn voornemens op Donderdag den 3den
Mei 1900, des namiddags ten twee ure, ten
Raadhuize, bij openbare inschrijving te ver
pachten.
een standplaats voor een Kinematograaf,
Bioscope of dergelijke inrichting op het
Overschiesche plein, nabij de spoeling-
brug, ter grootte vnn ongeveer 25 bij
9 meter, en een standplaats voor een
Poffertjeskraam, op de Brocrsvest, ter
grootte van ongeveer 0 bij 12 meter,
gedurende de aanstaande jaarmarkt of
kermis iu Juli 1900,
DOOR
GHAJELLOTTE M. BRAEJLME.
92)
„Cairo," zeide zij kalm. „wil je niet met
mij spreken1?"
Hij ontblootte zijn -H'aat. Groote hemel,
welk een gelaatBleek' en mager em verwron
gen van, smart, met wilde, dwalende blikken.
Het was het gelaat van een man, dien het
verdriet op den rand van -waanzin heeft ge
bracht. Maar er scheen eenige verandering in
te komen, toen, hij' zag dat het Daisy was.
Misschien had hij verwacht Lady May te
zien.
„Daisy, ben jij het?" zei hij. „Mijn oogen
zijn verduisterd. Je l^omt mij mij)n gedrag
verwijten. Zeg wat je te zeggen hebt."
Maar Daisy had een, les gehad van de
zachtste dar vrouwenvan het vrouwelijjbste
hart geen verwijt, geen beschuldiging
kwam over haar lippen. Zij knielde neder aan
zijn zijde, juist zooals haar medeminnares
- geleden liad gedaan, en sloeg haar armen
om hom heen. Hij keek verbaasd. Sir Clinton,
wist dab vrouiwen van Daisy's stand gewoon
lijk licht geneigd! zijn om sdhorp te zijn in,
haar verwijten en niet zeer maiscih zijy, in
haair toorn. Hij' was verbaasd.
Daisy legde klaar mooi kopje tegen zijn
schouder.
„Waarom' zou ik je verwijten doen, Caro
Tk ben zoo bezorgd, over je, lieve, dat, kon ik
mijn leven geven om je te .helpen, ik er gaar
ne afstand van zou doen. Ik heb je geen ver
wijten te doen."
„Maan ik verdien z®, Daisy," zei haar echt-
op de voorwaarden der veijuchtiiig voorstand-
plaatsen, gehouden - op den 29sten Maart jl„
welke voorwaarden met teekcnir.g ter inzage
liggen op de Gemeente-Secretai ie (afd. financiën)
en die legen betaling van 25 cent per exem
plaar aldaar veikrijgbaar zijn.
De gezegelde formulieren voor de inschrijving
bij bovengemelde verpachting zijn mede aldaar
te bekomen tegen de betaling van 32% cent
per exemplaar.
Schiedam, den 19den April 1900.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
Da secretaris
v. LUIK, I.-S.
De standplaalsen zullen in loco worden aange
wezen op den dag der verpachting, des vooimid-
dags ten tien ure, tot bijwoning waarvan ge
gadigden zich hebben te vervoegen aan de
Stadswaag op de Groote Markt.
Aan de bepaling der verordening, dat de
Kermis aanvangt op Maandag, zal streng
de hand worden gehouden, zoodat op den
In Zondag der maand Juli alle publieke
vermakelijkheden zijn verboden.
De COMMISSIE VAN ADMINISTRATIE
voor het STADS-ZIEKENHUIS te SCHIE
DAM is voornemeus op Vrjjdag 27 April
eerstk,, am te besteden de levering
van brood, melk, vleeach en vet.
De voorwaarden van leveriog liggen iederen
werkdag, des namiddags van 2 tot 5 uren,
ter lezing in het Ziekenhuis, terwijl de in-
schrgvingsbiljetten op den dag der aanbe
steding uiterljjk 's middags te 12 uren inge
leverd moeten zjjn.
De Commissie voornoemd,
VAN WESTENDORP,
Voorzitter.
W. A. VAN DOLDER Dz.,
Secretaris.
De geweigerde revisie.
liet Volk" (Troelstra) zegt:
De Hooge Raad heeft het verzoek om
revisie van het vonnis der broeders Hoger
huis geweigerd. Den 23sten September van
het jaar 1898 dienden vijf leden van de
Tweede Kamer, ouder den aandrang van het
verontruste volksgeweten, het revisie-ontwerp
in, waardoor het mogelijk werd, de gebroeders
Hogerhuis te verlossen uit de gevangenis,
waarin zij naar onze meeoing, en die van
duizenden met ons, onschuldig zijn opgesloten.
Ruim anderhalf jaar heeft het geduurd,
eer mie weg tot bevrijding" was afgelegd.
Dit is nu het einde. De revisiewet blij kt een
geschikt middel te zijn geweest, om de Hoger-
huiszaak van de baan te krijgen zonder ver
antwoordelijkheid van de regeering.
De rechterljjke macht heeft gesproken, de
rechterlijke macht is ontastbaar, de regeering
wascht haar handen in onschuld
In het onschuldig bloed der veroordeelden
ITet „Handéisbl." schrijft:
Door deze beslissing van het hoogste rechts
college is aan, deze zaak, voorloopig althans,
genoot, door haar zachtheid1 ontwapend. „Ik
verdien ze ten. volle. Maar uk kon het haar
niet zeggen, Daisy. Ik w.ist dat ik een lafaard
een trouwelooze, den naam van man-van-ear
onwaardig was; m'aar ik kon hot niet doen,
Daisymijn, arme tong kleefde aan mijn ge
hemelte, mijn ongelukkig hart begaf mij tel
kens wanneer ik het wilde zeggen. Ik kon het
haar niet zoggen; zij was zoo ge Lulde ig in
haar onschuldige vreugde; zij was zoo blij,
zoo verrukt mij te zien o, Daisy; ik kon
•het haar niet zeggenhet scheen mij gemak
kelijker toe een gloeiend1 ijzer te nemen en
haar schoon gelaat te verminken. Ik had
haar zoo innig lief, Daisy ik had haar zoo
lief."
Dat was hard om aan te hoorenmaar zij
had beloofd geduldig en moedig te zullen
zijn. Zij legde haar hand zaciht op de zijne.
„Anne Caro," zeidé zij. „Het doet mij in
nig leed; het is zoo droevig."
Haar geduld scheen hem onwillekeurig
kracht te geven en te bemoedigen.
„Ik was noodt van plan verkeerd te hande
len," zei hij, „Ik heb er nooit aan gedacht.
Ik was nooit voornemens mijn huwelijk ge
heim te houden toen ik naar Engeland ging
is bet denkbeeld zelfs geen oogenblik bij mij
opgekomen. Geloof je mij, Daisy?"
„Ja, ik geloof je, Caro; maak je nu maar
niet verdrietiger nog ioor mij alles te vertel
len. Ik ben. er tevreden mede dat je geen
kwaad in den zin had."
Maar het spreken scheen een verlichting
voor hem te zijn.
„Ik had het haar terstond belmoren te zeg
gen. De had moeten zeggen„Het is te laat
ik ben getrouwd." Maar ik deed het niet, en
dat is een bron van voortdurende wroeging
voor mij geweest». Na dien eersten dag kon
ik het niet! ik stelde telkens het noodlottige
een einde gekomen. Voorloopig; want het is
niet uitgesloten, dat er nieuwe feiten zich
voordoen die van gewiclPiger aard zijn dan
de tot dusver aangevoerde en den Hoogen
Raad aanleiding geven een nieuwe berechting
te bevelen.
Velen zou bet zeker niet onwelkom zijn
geweest, dat de Hooge Raad termen had ge
vonden het verzoek om revisie toe te wijzen
en dat aldus de geruchtmakende zaak nog
maals in haar geheel voor een der gerechts
hoven ware behandeld. Hierdoor zou, hoe ook
de beslissing in tweede berechting ware uit
gevallen, aan de langdurige beweging voor
goed een eind zijn gekomen.
De uitspraak is echter anders geweest on
daarin heeft men niet alleen te -berusten,
maar men moet er ook deze gevolgtrekking
uit afleiden, dat naar 'ie overtuiging' van het
hoogste rechtscollege geen zweem van ernsti-
gen twijfel bestaat omtrent de schuld der
veroordeelden. De nieuwe wet op de herzie
ning van strafvonnissen geeft aan don Hoo-
gen Raad in do ruimste mate bevoegdheid'
een nieuwe behandeling te bevelen, en stel
lig zou dit zijn geschied indien door de aan
gevoerde gronden ook maai- eenigszins do
juistheid van, het strafvonnis in het oordeel
der raadsleden aan het wankelen was ge
bracht.
Juist omdat het hier een geval betrof, da.t
zoo lantr en zoo diep de gemoederen hoeft be-
zisffehouden, kan men verzekerd zijn dat de
Hooge Raad' elk der geopperde bedenkingen
op de meest nauwgezette wij-ze heeft overwo
gen en veeleer geneigd zal zijn geweest do
revisie te bevelen dan af te wijzen. Dat hij
desniettemin zich genoodzaakt heeft gezien
in dien laatsten zin te beslissen, is -oor ons
een afdoend bewijs dat in de zaak der broe-
d'ers Hbgeilhuizen geen onrecht is gepleegd,
-/e stuitende, verontrustende gedachte, wel
ke in de laatste jaren duizenden landgenoo-
ten bijbleef, dat eenige burgers onschuldig
veroordeeld en van hun vrijheid beroofd' wa
ren, zal nu plaats maken voor het inzicht dat
lot dusver niets is gebleken dat recht geeft
tot zulk eeni meening. En de beslissing van
den Iloogen Raad is tevens een voldoening
voor de rechterlijke ambtenaren, die bijr de
vervulling van lmn zware plichten met
smaad ziju overladen.
Aljcmccn overzicht.
SCHIEDAM, 19 April 4900.
UB OORLOG.
De toestand.
Het nieuws van het oorlogsterrein wordt
met den dag schaarseher. Toch gewordt ons
heden althans één belangrijke tijding, nl. dat
de Boeren, blijkens rapport van kommandant
Fronemann de brug bij Bethulië hebben
nopgeblazen". Hoe dat te rijmen valt met de
tegen het eind dezer week verwachte opening
der h nieuwe spoorwegbrug" by dezelfde plaats,
is niet recht duidelijk. Wordt in beide be
richten ëón en dezelfde brug bedoeld En
welk bericht is van ouderen datum, het
rapport van Froneman of de te Kaapstad
ontvangen meidiog omtrent de opening der
hulpbrug
oogenblik uit totdat het te laat werd, Dai
sy, totdat ik het hoelemaal niet meer kon."
„Ik begrijp het, Oavo," zeide zij.
En hij vervolgde met vuur.
„Ik wil haar gerechtigheid doem wederva
ren," zeide lüj, „en mij zelf ook. Ik heb nooit
tot haar gesproken van liefde of trouw; onze
gesprekken licpcu na. dat eerste onderhoud
altijd over gewone dingen. Dat is geen ex
cuus voor mij. Want ik sprak Jiaar niet van
liefde, maar mi ju blikken zeiden wat ik niet
uitsprakik sprak niet over trouwen, maar
ik volgde liaar overal ik week geen oogen
blik van haar zijde, wanneer 't maar eenigs-
zins mogelijk was bij haar te zijn. Voor mij
bestaat geen verontschuldiging ik ben oen
lafaard, een trouwe) ooze, ik verdien de ern
stigste verwijten die iemand kunnen treffen.
Ik heb geen verschooning voor mij zelf; ik
haat. ik vervloek mij /elfmaar hot was zoo
hard, Daisy. Zeg niet, dat ik onmannelijk
ben; zeg niet dat ik verachting verdien. Jij,
wier leven zoo vreedzaam, zoo rein is geweest,
jij kunt niet begrijpen hoe verschrikkelijk de
liefde en de hartstocht van een man ziju. Ik
zeg je, dat ik een krachtig, moedig man h *n.
ik zou voor hond'erd vijanden niet uit den
weg gaan ik pociii niet, Daisy; ik zcu ge
troost in een brandend gebouw ioopen om een
mensohcnleven te redden. Ik ben sterk van
lichaam, van hart, van geest; maar die liefde
was mij te machtig. De hemel lielpc een ster
ken man, wiens ziel door zulke stormen
wordt beroerd. Kalme, zachte Daisy, je weet
niets van dat ontzettende vuur; het is voor
jou iets onbekends, iets vreemdsik keu geen
vuur dat heviger brandt; bedenk maar eens
dat het mijn eer, mijn geweten heeft ver
teerd. Hot was machtiger dan d'e dood; het
sloeg mij als in ketenen, het bond mij aan
handen en voeten."
In ieder geval bb.,ken de Boeren te zijn door
gedrongen tot de spoorlijn en wel op een
der belangrijkste punten, waar de lijn de
Oranjerivier snijdt.
Dat Froneman een EngeFche afiteeling in
zuidelijke richting over de Oranjerivier heelt
gejaagd, wordt bevestigd. Het blijken 400
man Erigelsche troepen te zjjn geweest.
Omtrent den toestand bij Wepener en de
pogingen van Engelsche zijde om Dalgetty te
ontzetten is, terwijl wij dit schrijven, niets
nieuws bekend. Evenmin aangaande Roberts'
plannen.
In de nDaily Mail" echter wordt een be
richt besproken, dat men in Basuto-land
heelt booten schieten in de richting van
Thabanchu. Het blad meent daaruit te lezen,
dat een flinke Engelsche troepenmacht van
Bloemfontein uit de Boeren in het Zuiden
van den Vrijstaat van hun hoofdmacht zoekt
at te snijden, welke poging dan Verband zou
houden met het oprukken van ontzettings-
kolonnes naar Wepener.
Van Mafeking en uit Natal is niets nieuws
gehoord. Bij Warrentori aan de Vaal moet
het Engelsche geschut de Boeren die bezig
waren met nieuwe schansen op te werpen,
eenige verliezen hebben toegebracht.
Uit het Westen der Kaapkolonie komt van
generaal Settle bericht, dat den 13den door
200 Transvalers een krachtige aanval is
gedaan op Dopaspoort, dat door ruiterij bezet
werd gehouden. De Engelschen hadden 2
dooden en 4 gewonde, terwijl de Boeren
zware verliezen heeten geleden te hebben.
De voortdurende regens in die districten
maken, volgens een telegram van den 47den
uit Carnarvon, de wegen onbegaanbaar.
Te Bloemfontein zjjn veel zieken door bel
natte weer.
Roberts' opmarsch.
Terwijl de toestand is, zooals wij dien ken
nen, terwijl de Hoeren weder meester zijn
van het Zuidoostelijk gedeelte van den Vrij
staat en daardoor èn de spoorlijn bedreigen
ón, wanneer Robeits besluit op te rukken,
diens achterhoede, rijst de vraag, hoe de
opperbevelhebber het moet aanleggen om den
oorlog verder te brengen op den weg die tot
een gunstigen uitslag voor Engeland leidt.
De militaire medeweiker der Daily Chro
nicle" vraagt zich af wat de Boeren zullen
doen, indien de algpmeene opmarsch van het
EngeFche leger begint, en hij acht het
't waarschijnlijkst dat zij zicli niet zullen
blootstellen aan het gevaar om met één slag
vernietigd te worden; derhalve zullen zij
vermoedelijk geen hardnekkigen weerstand
bieden* in Roberts' front, maar veeleer door
herhaalde aanvallen op diens achterhoede
den opmarsch der Engelschen vertragen.
Bovendien zal met eiken mijl dien het
Engelsche leger voortrukt, zijn gemeenschaps-
Ijjn met het Zuiden, en daarmede de aan
voer van al wat een groot leger noodig heeft,
gemakkelijker door de Boeren gestoord kun
nen worden, wat de schrijver alleen te voor
komen acht door de bereden troepen in goede
conditie te brengen en te houden.
Daarom dringt ook hij er op aan dat dag
aan dag paarden zullen worden aangevoerd.
De schrijver, uitgaande van de veronder-
„Caro," zei Daisy zachtmoedig, „denk je
dat het goed van jo gehandeld is, lieve, tegen
mij je vrouw te spreken over jo liefde
voor een andere vrouw?"
Sir Clinton keek met de grootste verba
zing op. Het was zulk een diep-gevoelde, eer
lijke, redht-op-den-man-afgaande vraag, dat
hij «enigszins onthutst «aj.
„Jo weet," vervolgde Daisy, „dat ik innig
medelijdeu met je heb dat ik al je smart
en leed! medevoel alsof ik die zelf onder
vond; maar ik ben je vrouw, Caro, en elk
woord dat ik hoor over dc liefde die je aan
een andere vrouw hebt geschonken, is als een
scherp zwaard dat iu mijn hart dringt."
„Vergeef mij, Daisy; ik zal niets meer-
zeggen."
„Ja wel, je moet wel meer zeggen. Ik heb
graag dat je mij al je verdriet vertelt; maar
het hindert mij te hooren dat je voor mij
geen liefde gevoelt. Caro, ik ken nu je gehee-
le levensgeschiedenis; die is heel droevig;
maar er is één punt dat mij niet duidelijk is
geworden. Waarom ben jo, terwijl je met heel
je hart aan Lady May lung, met mij ge
trouwd
„Ik dacht dat zij getrouwd was. Je herin
nert je toch wel dat je moeder eens couranten
voor mij liet meebrengen uit de stad In een
van de bladen stond dat Lady May Trovlyn
op het punt stond te trouwen met den hertog
van Rosecam. Het was juist over den hertog
van Rosecarn dat wij ongenoegen hadden ge
kregen, zoodat ik overtuigd was d'at het waar
was. Toen ik die woorden las, troffen zij mij
als een doodelijike slag."
„Maar als je dat wist," hield Daisy aan,
„als je wist dat je nooit meer gelukkig kondt
zijin, waarom trouwde, je dan met mij? Dat
is het eenige punt in je levensgeschiedenis,
dat mij duister is. Alles zou in orde zijn ge
stelling dat Roberts zijn opmarsch naar Pre
toria zal beginnnen, toont in zijn verder be
toog juist aan waarom voorloopig van dien
opmarsch nog geen sprake kan zijn. Met de
uiterst bewegelijke Boerenkommando's in den
rug die medewerking en steun ondervinden
van de bevolking in het land dat hij achter
zich laat, zou Roberts zeeronvoorzichtig han
delen door te rekenen op het behoud van
een ongestoorde verbindingslijn met zijn
operatie-basis, de Kaapkolonie. En het onge
stoorde behoud van de spoorlijn is de levens
voorwaarde voor het oprukkende Engelsche
leger.
Daarom moet Roberts en dit schijnt
blijkens de iaatste operaties ook zijn plan te
zijn eerst het Zuiden van den Vrijstaat
zuiveren van vijanden hetzij door de Boe
renkommando's van De Wet en Olivier te
vernietigen ot hen te dwingen naar het Noor
den terug te trekken.
Bovendien moet de bevolking in het »be-
zetle" deel van de Vrijstaat geheel tot rust
worden gebracht. Daarvoor is noodig het
vormen van vliegende kolonaes die, uitgaande
van bepaalde punten, welke tegelijk als depots
van ammunitie en mondkost behooren dienst
te doen, voortdurend het land doortrekKen,
en in bewegelijkheid en terreinkennis de
gelijken zijn der Boerenkommando's. Het
spreekt vanzelf dat op die troepen voor den
opmarsch niet gerekend tnag worden, zoo
dat aanzienlijke versterking van Roberts'
legermacht noodig is.
Trouwens, daarmede is Roberts reeds be
zig en, ware bet niet dringend noodig, dan
zou iiij zeker uit Natal met een brigade heb
ben ontboden, die Bulier dunkt ons, best
zelf kan gebruiken.
Spioenkop.
liet door de officieele „Londen Gazette"
gepubliceerde rapport van lord Roberts over
het échec der Engelschen op Spioenkop heeft
in Engeland een zeer pijnlijke indruk ge
maakt. Algemeen heeft men den indruk ge
kregen dat sir Charles Warren (die de ope
raties leidde) en majoor Thorneycroft (dio
liet bevel gaf den Spioenkop te ontruimen) de
slachtoffers zulten zijn en men verwacht elk
oogenblik dat zij zullen worden terugge
roepen.
Overigens is men bet lang niet eens over
het nut dezer publicatie die eigenlijk vijf
stukken omvateen rapport van sir Charles
Warren over zijn operaties tegen de Boeren-
stelüngen, een tweede van denzelfdeu bevel
hebber over het nemen en ontruimen van
Spioenkop, twee crilieken van sir Redvers
Bulier op Warren's handelingen en eencri-
tiek van lord Roberts.
Terwijl de ïTimes" bv. Roberts' rond
borstige critiek toejuicht en alleen betreurt
dat die niet eerder is verschenen, wijst de
sStanrlard" er op dat door officieren onder
Roberts' onmiddellijke bevelen evenzeergroote
fouten zijn begaanmen denke slechts aan
Sanna's Post.
Hierin zijn echter alle bladen het eens
dat de onbekwame officieren meedoogenloos
moeten worden verwijderd. Wrj kunnen daar
mede instemmen, maar dit sluit nog niet
in dat daarom nu reeds het vertrouwen in
de officieren, in de generaals vooral, bij de
komen, indien je niet met mij getrouwd
waart. Waarom deedt je het don?"
Hij zag haar in het lieve, treurige gelaat.
AI de mannelijk" ridderlijkheid die in hem
leefde, waakte op oin haar to sparennooit
zou hij bekennen dat hij haar jammerklacht
had gehoord; nooit zou hij voor de waarheid
uitkomen; zij mocht dan over heen oordeelen
zooals zij wilde.
„Was hot om wraak te nemen op Lad!y
May vroeg zij weer. ,Om haar te bewijzen
da t je volkomen onverschillig waart geworden
te haren opzichte? Heb je mij zoo lichtvaar
dig op het spel gezet, Caro?"
„Neen, daarom, was het niet. „Ik hield
heel veel van je, Daisy. Ik gevoelde een war
me, liartelijke, oprechte genegenheid voor je,
en ik dacht da.t ik sterker was; ik wist niet
dat mijn liefde mij r.oo geheel de baas was.
Je verbaast er je misschien over, waarom ik
mijn waren naam voor je verborgen hield.
Dat krvvam niet voort uit dén wensch om je
te bedriegenhet kvvam doordat je eens, toen
ik nog ziek was. mijn naam vroegt. Ik ant
woordde toen Sir Clinton. Je verstondt mijl
niet en noemde mij Olifton. En ik voud' dat
aangenaam, Daisy, omdat het mij scheen te
scheiden van een verleden dab mij' pijnigde.
Ik nam mij toen voor, mijn titel af te leg
gen voortaan slechts air. Clifton te zijn
weg te gaan uit Engeland en een nieuw leven
te beginnen, waarin niets mij aan het verle
den zou herinneren. En toen, Daisy toen
wilde ik jou op mijn vlucht medenemen; ik
vroeg jo met mij te trouwenik dacht d'at
wij in den vreemde na verloop van tijd geluk
kig zouden worden."
(Wordt vervolgd