54"'
Jaargang.
Zondag 6 en Maandag 7 Mei 1900.
No. 10234
Eerste Blad,
een ONDERWIJZER
GOUD EN EER.
BUITENLAND.
SCHIEDAMS IE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
z/ Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BureauBoterstraat 68.
Prijs der Advertentiën; Van 1—6 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleinm advertentiën opgenomen tot den prys van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Ho. 123.
Aan de 1ste OPENBARE TUSSCHEN-
SCHOOL (Hoofd de heer J. C. Sander)
wordt gevraagd t
met hoofdakte ais plaatsvervangend
hoofd.
Jaarwedde ÏOOO.
Sollicitatiestukken iranco in te zenden aan
den Burgemeester vóór 15 Jiel a.s.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 5 Mei 1900.
DE OORLOfi.
De toestand.
Nu is lord Roberts' opmarsch dan toch
begonnen, en aanvankelijk met succes. Op
rukkende met Pole Carew's divisie in het
centrum, Tucker's brigade op de rechter- en
bereden infanterie op de linkeiflank hebben
de Engelschen de Boeren onder De la Rey
gedwongen hun positie by Brandfort, onge
veer 60 K. M. ten Noorden van Bloemfon
tein, op te geven. De Boeren heeten x> verrast"
te zijn, wat niet wegneemt dat zjj geen
kanon, geen wagen zelfs verloren schijnen
te hebbeo. Blijkbaar beeft De la Rey dus
ingezien dat zijn toestand niet te houden was,
en is hij teruggetrokken.
De meerdere of mindere geschiktheid van
het terrein voor de vechtwijze der Boeren
kan alleen de maatstaf zijn voor het belang
van het succes der Engelschen. En daarover
valt het ons natuurljjk moeilijk een oordeel
te vellen.
Uit een telegram aan de >Times" blijkt
dat het Ieren en Amerikanen zijn geweest
die Brandfort bezet hielden.
Te gelijk zijn Hamilton, French en Broad-
wood er in geslaagd, door een bedreiging
van Broadwood om de Boeren in den rug
te vailen, dezen te noodzaken hun positie bij
Scoutsnek, noordelijk van Thabanchu prijs
te geven. Broadwood is toen opgerukt tot
IsabelfonteinHamilton moest zijn troepen te
Jabobsrust een dag rust gunnen.
Is lord Roberts nu reeds veel gevorderd
Het doel van den tocht is Pretoria. De af
stand van Bloemfontein daarheen bedraagt
468 K.M. Daarvan zijn nu afgelegd 60K.M.
En dat van 43 Maart, den dag der bezetting
van Bloemfontein. Wel een bewijs dat de
oorlog nog lang, zeer lang kan duren.
Ook in het Westen is intusschen iets be
reikt. Generaal Hunter is de Vaal over en
bedreigt nu de Boerenmaeht bij Veertien-
stroomen in de flank.
Roman uit Transvaal
VAN
AUGUST NIEMANN.
5)
Arm in arm liepen zij verder den smal'.en
weg op. Joacliim wilde antwoorden dat hij
onder geen voorwaarde haar zou verlaten,
maar rijn adem stokte hem in de keel. Een
kleine hond, zwart en wit gevlekt, kwam van
boven, bleef aan de laatste bocht staan en
sprong daarna v rooi ijk op hen af.
„Wat drommel," zei Joachim, „dait is tan
te Frederika's Ami
Ottilie trok haar arm weg.
„Moet ik wegloopen vroeg zij op bitteren
toon.
,,'MIaar Otttlie."
Hij vatte baar arm opnieuw en ging trots
en stoutmoedig verder. Zij hoorden duidelijk
schreden over do bevroren sneeuw. Tante
Froderika kwam van boven af, er was creen
plaats bijna om uit te wijken. De luitenant
salueerde en mompelde: „Goeden avond
tante."
De gravin scheen niets te hoorem of te
zien, rij stampte met haar rotting gelijkma
tig voort en ging voorbij. Ami blafte luid en
volgde rijn meesteres.
ia mine geschiedeniszei de luitenant.
„Maar het is mij nu alles om het even. Als
jij me niet meer liefhebt, kan alles naar den
duivel foopen."
„Joackim, is dat nu een manier van spre
ken En hoe dwaas redeneer je. Ja tante Fro
derika zal geheel vergeven dat je met me
meegegaan bent. Je hebt liaar morgen alleen
mee te deel en wat ik je op 't oogenblik ver
tel."
Spionkop.
Het Blauwboek is verschenen dat de corres
pondentie behelst tusschen den minister van
oorlog, lord Lansdowne, en lord Roberts over
de publicatie van diens rapport met de bijge
voegde stukkeo in zake Spionkop.
Lord Lansdowne stelde voor te publiceeren
Roberts' telegramBuller's rapport van 30
Januari; Warren's rapportgedagteekend Ka-
tingshoeve, 29 Jan.; Buller's brief, gedag
teekend Spearmansheuvel, 30 Jan., bevesti
gende Warren's rapport over Spionkop en
Warren's afzonderlijk rapport over Spionkop.
Eerst wilde de minister echter Roberts' mee
ning weten, eventueel na raadpleging van
Buller. Hjj gaf in overweging een volledig
verhaal te publiceeren met opmerkingen van
Roberts.
Buller echter wensehte in het geheel nog
geen publicatie. Geschiedde dit toch, dan
liet hij de keuze aan Roberts over. Deze
seinde aan den minister dat het toch beter
was diens denkbeeld uit te voeren zonder
met Buller's verzet rekening te houden. Maar
de minister nam nu zijn voorstel terng en
besloten werd de aanvankelijk door Roberts
ingezonden stukken te publiceeren.
Het blauwboek bevat voorts eenige tele
grammen gewisseld van lord Lansdowne
aan Buller, en maarschalk Wolseley aan lord
Methuen,
Op de publicatie der Spionkoprapporten nu
werd gisteren in het Lagerhuis de aandacht
gevestigd door Runciman in een voorstel om
den post voor oorlogscredieten te verminderen.
Dit gaf den onderstaatssecretaris Wyndham
aanleiding te verklaren dat de regeering
terecht de rapporten publiceerde. Hij geloofde
niet dat de openbaarmaking het vertrouwen
der troenen in Natal in hun bevelhebber
zou schokken. Hij was overtuigd dat zoowel
generaal Buller als maat schalk Roberts de
rapporten voor openbaarmaking hadden be
stemd.
De minister zou het een beleediging achten
te trachten een zoo groot man als generaal
Buller te verdedigen.
De liberaal Asquith critiseerde nochtans
de haodehvgze der regeering scherp.
Na eenig verder debat werd Runuman's
voorstel met 205 tegen 116 stemmen ver
worpen.
In het Iloogerhuis werd hetzelfde onder
werp in denzelfden geest besproken. Daar
verklaarde minister Landsdowne dat hij de
critiek vao lord Roberts op generaal Buller
als een zeer zachte berisping beschouwde.
Lord Roberts had bovendien getoond dat hij
generaal Buller zyn vertrouwen niet onttrok
ken had.
Lord Kimberley keurde de handelingen
der regeering af.
Het Transvaalsche gezantschap.
Reeds {loeiden wij den korten inlioud medo
van heb manifest, dat de Transvaalsche de
putatie vóór haar vertrek naar Amerika tot
'bet- Amxorikaanscho volk heeft gericht. Het
manifest is te belangrijk om liet, nu Belgi
sche en' Fransdie bladen liet publiceeren,
niet in zijn geheel op 'e nemen. Het luidt:
„Ottilie, hoe kan dat nu ernst zijn? Heb
je dan den moed verloren of heb je mij wer
kelijk niet, meer lief; een van beiden moet
bet geval rijn."
„Ik bezit nog trots, Joachim. Ik wil je niet
in het ongeluk storten. Juist omdat ik je lief
hdb, wil ik je jo vrijheid' teruggegeven."
„Dat is geen liefde, Ottilie. Alles zou ik
voor je willen doen. Ik wil hout hakken, ik
wil ik wil werken als een paard voor jou,
en ik zal gelukkig zijn, als ik jou maar heb.
Maar dat is goen liefde, als je mij,zooals je
het uitdrukt, mijn vrijheid wilt teruggeven."
„Je tante F rede rik a heeft me gezegd dat
zij je schuldton niet zal betalen, als je niet
trouwt met liet meisje dat zij voor je heeft
uitgekozen."
„Liever dood!"
„Duister. Zij1 heeft gezegd dat je schulden
op je zoudton blijven drukken en dat je in
geen ander beroep als eerlijk man zoudt kun
nen werken."
„Zij is een helleveeg."
„Zwijg! Daarmede komen we niet verder.
Zij heeft golijk. Wij kunnen niet met elkaar
trouwen en daar ik dat inzie, wil ik je niet
langer aan mij binden. Blijf officier. Je tan
te zal wel voor je betalen, ook al neem jo dat
andere meisje niet of misschien neem je
baar toch
Ottilia's stem begaf haai-. Nu kwamen ein
delijk de tranen, die a.1 sinds drie dagen dreig
den. Joachim wrong rijn handen. Zij waren
nu op den top gekomenliet oude kasteel
stond daar met zijn Tange, rechte muren en
wierp een blauwige schaduw op het be-
sneeuwidfe veld. Zij gingen- tob diolit bij hot
kasteel en. bleven, op en neer wandelend, in
de schaduw.
„Kijk eens, Ottilie," sprak Joachim, „je
kunt doen wat je wilt ik geer je toch niet
op. Je kunt mij van je stooteu; goed. Ik zal
je niet camproamtteeren. Ik boud mij op een
„Wij hebben vernomen dat ca-veel onjuiste
dingen zijn gezegd over liet dbel van onzo
zending. Nu wij op het punt zijn om den At-
lantischen Oceaan over te steken, m-eenenwij
dat het oogenblik om te spreken gekomen is.
Wij gaan naar Amerika- om aan. de regee-
ring en aan het volk van de Vereenigde Sta
ten hun hulp te vragen teneinde den vrede
van Zuid-Afrika te herstellen.
Tot op het tegenwoordige oogenblik is ons
eerste en eenig beroep gericht geweest t-ot
Nederland, waarmede wij door banden dea
bloedis nauw rijn verbonden. Bovendien is in
Nederland het beginsel aangenomen van do
handhaving en het herstel van den vrede on
der de volkeren door bemiddeling of scheids
rechterlijke beslissing.
Het cloc-1 dat wij najagen, is de volkeren
over te halen om de beginselen too te passen
die op de vredesconferentie zijn verkondigd.
Nu wij ons bezoek aan Nederland gebracht
hebben, waar wij met vertr-ouwlijke hartelijk
heid zijn ontvangen en met de warmste ver
zekeringen dat wij kunnen rekenen op alge
heel© in ode werking en op de ernstigst© po
gingen tot herstel van den vrede, hebben wij1
gemeend d'at het beste wat wij konden doen,
was ons onmiddellijk te wenden tob het volle
dat, een eeuw geleden, de bc-proevingen heeft
d-oorstaan die wij thans beleven.
Do Amerikanen hebben geworsteld voor do
verdediging van hun heilige rockten en voor
hun vrijheid. Dit en d'.t alleen is het doel,
dat wij najagen. Waar laster en logen ons
zijn voorgegaan, gaan' wij met het voorne
men om de waarheid' bekend te maken, ver
trouwende dat ons beroep op een vrij volk
en op de groote zusterrepubliek niet vergeefs
zal gedaan worden
Wij richten, ons niet t-ot do eon of andere
partij. Wij gaan naar het Amerikaansdie
volk, in zijn, geheel, dat in onze dagen de
grootste factor voor den wereldvrede vormt,
en de wereld: wacht slecht® op zijn wenk om
eenstemmig te verklaren dat dlit noodelooze
bloedbad zal en moet ophouden.
Wij ga-ant de Amerikaansdhe natie vragen
om ous te helpen, ten eind© die wre-ede en
onn-oodige slachting te laten ophouden van
hen die haar het naast bestaan en heb dier
baarst zijn, want Amerikaansche burgers
zijn in onze gelederen, worstelende voor de
vrijheid, gevallen.
Wij gaan naar Amerika om de natie te-
vragen een einde te maken aan een oorlog
die in werkelijkheid) een broedermoord is,
waarvan de uitslag, wat die ook zij, niet in
verhouding zal staan tel de offers die hij
vergt. Doze uitslag kan even gemakkelijk be
reikt worden door een zestal oordeelkundige
mannen, die de zaak vreedlzaam rondom een
tafel overwegen, mits dit slechts eerlijke,
goedgezinde mannen zijn.
Wij gaan het Am enk aansclie volk zeggen
dat wij bereid rijn de zaak aan zijn scheids
gerecht voor te leggen, en wij zijn overtuigd
d'at wij niets meer vragen dia-n een onpartij
dige en vrijheidlievende natie kan toestaan.
De Engel&ohe pers verspreidt een menigte
van valsche voorstellingen, waarmede zij liet
Amerikaanselie volk zand ia de oogen tracht
te strooien.
Wij zijn voorbereid deee verzinsels onder
afstand; maar ik doe niet wat mijn tante
wil. Niemand kan mij beletten je lief te heb
ben. De ga uit den dienst. Als mijn tante
niet wil betalen, dan late rij het. Ik ben nog
jongik kan geld verdienen. Ik zal mijn
schulden afbetalen; ik trouw mot geeu an
der meisje; ik kan alleen jou liefhebben. En
later kom ik terug. Als je dan geen ander
hebt genomen, dlan
„Ik een ander?"
„Goed. Als je d'an geen anderen man wilt
hebben, waarom mij dan niet, als ik mij een
nieuwe positie heb verworven?"
„Dat gaat zoo gemakkelijk niet; dat zijn
draomen."
„Oho!"
Zij spraken nog velerlei, maar bet slot was
tooli dat Ottilie op haar stuk bleef staan.
Ilaar hart dreigde te breken, maar zij gaf
niet toe. Joachim moest heengaan met do
wetenscliap dat alles uit was. Hij was rade
loos. Toen Ottilie zich eindelijk aan hem ont-
worst-ld: had' en verdwenen, was, stond hij
nog hing met krampachtig gebalde vuisten
op te staren naar den klaren, winterhemel.
En boen liep hij nog uren lang met een
gloeiend' hoofd rond in den stralenden nacht.
IV.
Een steentje tegen het venster.
Toen Ottilie tlxuis kwam en de eetkamer
binnenging, waar het gezin nog bijeenzat,
stond haar moeder op, liep haar tegemoet en
trok haai' met een heel ernstig gericht naar
buiten.
Ottilie was door-en-door koud en zou
graag een kop thee hebben gehadmaar zij
vergat dien wensch door de nieuwe ontroe
ring en volgde haar moeder in haar boudoir.
„Ottilie," begon d'e directeursvrouw terwijl
zij met een smartelijk ge-baar de handen
vouwde, „wat is dat nu weer?"
de oogen te zien door de Vereenigde Staten
te vragen te richten tusschen de las-teraars
en ons. In ieder geval zijn wij er van over
tuigd dat liet Amerikaanselie volk door ons
niet bedrogen! wordt. Het zal begrijpen dat
Engeland onzo onafhankelijkheid wü vernie
tigen op gelijke wijze als liet, Goddank zon
der succes in' de vorige eeuw d'e Aonerikaan-
sche onafhankelijkheid wilde vernietigen."
Het manifest eind'igt met do herhaalde
verzekering dat het gezantschap goen ander
-doel nastreeft dan het herstel van den vrede.
Intusschen is hot driemanschap te Bou-
logne-sur-Mer gescheiden van dr. Deyds, die
naar Parijs vertrok. William Stead de En-
gelsche vredesapostel, begroette het gezant
schap, da-t interviews weigerde.
Keizer Frans Jozef te Berlijn.
Met groote praal is de grijze Ha-bsburger
gistermorgen te Berlijn ontvangen, begroet
aan het station door keizer Wallbelm, de kei
zerlijke prinsen, de gezamenlijke generaals,
den ministe; van buitenbindsche zaken Vbn
Billow en hot- personeel van de Oostenrijksch-
Hongaarsche legatie. De beid© monarchen
begroetten elkaar zeer hartelijk met een
handdruk eu een omarming en reden door d'e
rijk versierde straten maar heb Koninklijk
Paleis, hun weg nemende over de PotsdUmer
Platz, de Bellevuestraat, de Sicgesallee met
de marmeren kaleidoskoop der mannen on
der wier regeering rich van uit de grijze mid
deleeuwen de Pruisische staat steeds hooger
heeft opgeheven.
Op de Pariser Platz verdrin de beide Kei
zers, die in hun met vier paarden bespannen
rijtuig, omgeven door kurassiers deer garde,
overal geestdriftig werdbn toegejuicht, be
groet door den eerste-burgeaneester Kitche
ner die keizer Frans Jozef huldigde als hand
haver van den vrede en dierbaar vriend van
d'en- Duit-sollen keizer en het Duit-sclie volk.
Frans Jozef dankte, m antwoord op deee
toespraak, voor do buitengewone- ontvangst
die Berlijn li-em bereidde ,en gaf uiting aan
zijn onveranderlijke vriendschap en zijn vre
delievende gezindheid.
Een aardig moment in den bocht naar het
Paleis was de begroeting bij d-e Brandenbur
ger Poort door drie in 't wit gekleed© eeie-
juffers die hoerlij! bloemruikers zouden aan
bieden.
Met do galanterie van een echt „Wiener
Kind' stapte keizer Frans Jozef uit het rij
tuig, onimiddfellijk gevolgd door keizer Wil
helm. Beide monarchen kwamen toen de
besduusde eerejuffers tegemoet. De ontzaglij-
kje menigte brak in geestdriftig gejuich los.
Zoo bereikt© de stoet, waarin de Kroon
prins, die met prins Heinrich in een galerij-
tuig het rijtuig der Keizc-rs volgde, vooral de
aandacht trok en innam door zijn vriendelij
ke gelaatsuitdrukking, bet Paleis, waar do
Keizerin met haar dochtertje den hoogeni
gast afwachtte. Unter den Linden was 't ge-
heele corps diplomatique met rijn- dames, op
d'icns uitnoodiging, bij den Russischeu ge
zant vereenigd.
Aa-n het gala-diner 's middags sprak keizer
Wilhelm een toost uit, waarin hij keizer
Frans Jozef dankte, die op dit feest versche
nen was om aan de vierde genera,tie zijn lief-
Ottilie vertrouwde bet verdriet en het pa
thetisch doen harer stiefmoeder niet recht;
rij kende haar voorliefde voor tragisch, ef
fect maai- zij was door dc gebeurtenissen der
laatste dagen zóó afgemat, d'at zij alleen met
een gesmoorden zucht kon vragen wat er dan
wel gebeurd was.
„Vraag je da-t nog Maar meisjeriep do
dinecteursvrouw uit. ,Ben je er dan met op
zet op uit, schande te brengen over jo vaders
huis?"
Ottilie liet zich vermoeid op eon stoel val-
lon en wachtte- zwijgend de uitbarsting van
liet onweer af.
„Ik beef va-n verontwaardiging, Ottilie, en
je doet me van schaamte bloaen."
Ottilie zag niets van het beven en het blo
zen. Zij vermoedde reeds dat do een of ander
haar samenkomst met Joachim had! verraden.
Zij antwoordde niets.
„Waaronn spreek ie niet? Wat bobeekent
die koppigheid Weet je wie bij tne is ge
weest?"
„Neen, dait weet ik niet. Ik ben immers
niet thuis geweest."
„Natuurlijk niet. Je bent in het park ge
weest. Je hebt a-ls een dienstmeisje je vrijer
in het park ontmoet. Jc zult tevergeefs be
proeven het te ontkennen want ik weet het
uit de zekerste bron, van gravin von Helfen-
berg zélf, die in haar moederlijke bezorgdheid
bij me is gekomen."
De directeur had, zooal® Ottilie zich zeer
coed herinnerde, vroeger altijd een hard oor
deel geveld over gravin Helfcnberg en haar
hoogmoedig genoemd. Maar dit bezoek scheen
haar meeding gewijzigd te helbben. Ondanks
haar verontwaardiging scheen haar stiefmoe
der met welgevallen aan het vereerend! bezoek
te denken,
„Moederlijk?" vroeg Ottilie. „Zij is toch
Joachim's tante?"
„Maar zij neemt de plaats eener moeder
de en vriendschap te brengen, }iet heerlijkste
kleinood onder alle geschenken voor 's Kei
zere zoon. Door zijn bezoek had keizer Frans
Jozef aan de wereld geopenbaard, hoe vast
en zeker het verbond is, dat hij eens met
'«Keizers grootvader on den heenscber van
Italië had gesloten. Dat verbond beeft diep
wortel geschoten in de overtuiging der vol
ken het bestaat reeds meer dan 20 jaren,
en ofschoon liet dikwijls was miskend en met
spot en critiek overgoten, was het aan de
drie volken gelukt, tot nog toe den vrede to
bewaren en ale een rots des vredes aangezien
te worden. De Keizer eindigde met een hoera
op keizer Frans Jozef.
In zijn antwoord dankte deze- voor de ont
vangst, en zeido verder, dat de onverbreek-
baro vriendschap die bedde Keizers verbindit,
ook oen kostbaar goed is voor hun rijken en
volken. Uitgebreid door de trouwe hulp van
hun vereerden vriend en bondgenoot, den ko
ning van Italië, bete-ekent rij voor Eturopa
oen bolwerk des vredes. Door rijn zorg voor
dit zegenrijke werk liad keizer Wilhelm zich
onvergankelijke veidiensten verworven. Kei
zer Frans Jozef dronk ten slofte op den Kei
zei-, de Keizerin en het Koninklijk Huis.
's Avonds was er grooie taptoe.
Frans Jozef heeft keizer Wilhelm benoemd
tot genea-aal-veldmaarschalk van het Oosten-
rijksclie leger.
Volgens den „Lokal-Anzeiger" wa-cht ook
Frans Jozef eon kooge onderscheiding van
keizer Wilhelm.
tiemengde Bcdcdeollngeo.
Forster, oud-staatssecretaris, partijgenoot
van Bryan, heeft, volgens een bericht uit
Washington aan de sHerald" als zijn meening
uitgesproken, dat Engeland misschien wel
de Boeren zal overwinnen maar dat de strijd
daarmede niet is geëindigd. Hij voorziet een
dreigend onheil voor Groot-Brittannië en acht
een ware wereldomwenteling mogelijk als
gevolg van dezen oorlog.
Koning Oscar van Zweden en Noorwegen
en zijn gemalin die te Londen zijn, hebben
koningin Victoria op Windsor Castle bezocht.
Keizerin Frederik kan wegens ziekte de
meerderjarigheidsverklaring van den Duit-
sciien Kroonprins niet bywonen.
Gisteravond zjjn de prins van York en de
kroonprins van Italië te Berlijn aangekomen.
De krankzinnige koning Otto van Beieren
schijnt toch nogal ernstig ziek te zyn ten
gevolge van zijn nierlijden. Er worden bulle
tins uitgegeven. Het laatst gepubliceerde zegt
dat de algemeene toestand slechter is en
'sKorvings krachten minder bevredigend.
De minister van oorlog heeft den verkoop
van spiritualiën in de Fransche cantines ver
boden. Men hoopt daardoor het alcoholisme
in het leger eenigszins tegen te gaan.
De kapel ter nagedachtenis der slachtoffers
van en gebouwd op het terrein van den Wel-
dadigheidsbazar te Parys is gistermorgen door
kardinaal Richard ingewijd.
bij hom in. Zij is een sLreng-zödelijke en daar
bij fijngevoelige vrouw, een vrouw, die- on
danks baai- hoogen rang lioofdl en harfc o-p de
rechte plaats heeft zitten."
Op een ander oogenblik zou die opmerking
Ottilie zeker een glimla-ch liöbben afgedwon
gen maar haar gedachten waren te bekom
merd. Daarentegen scheen do directeursvrouw
rich vol trots op te blaizcn, nu zij over de
gravin, sprak,
„Mevrouw Helfenberg weet te waardee-
ren wat ik voor jo heb gedaan," ging rij
voort, terwijl zij' zich trots oprichtte en
.■drong op Ottilie neerzag. „Zij sprak gulden
woorden. Als zij verontwaardigd was over
jouw gedrag, sprak alleen haar rechtmatige
vrouwelijke waardigheid. Weet je wat zij
heeft gezegd'? Zij heeft gezegd! da-t je zelf het
fondament ondermijnt, waarop een verbinte
nis met haar neef zou kunnen opgebouwd-
wordenwant een, meisje dat m het geheim
'e avonds haar aanbidder in het park ont
moet, vernietigt zelf de achting die hij voor
haar gevoelt. Dat heeft rij gezegd. En zij zei-
de ook dat zij zelf pijnlijk verlegen was, toen
zij jullie in teedere omhelzing verraste."
Ottilie stoof op. „Die ellendige laster
tong1" riep zij uit.
„Zoo 1 Dus op die manier neem je liefderij
ke vermaningen op Nu heb ik toch zin eens
te zien wat je vader daarvan wel zal zeggen;
tot nu toe heb ik hem willen sparen- en hem
niets medegedeeld. Je bc-nt voor hem altijd
onschendbaar. Maar als hij dit hoort Wil-
li'bald1 Wallibald! kom een- hier!
Zij had' de deur geopend en riep dit in de
aangrenzende kamer, waar de directeur bij
het licht van zijn studeerlamp de avondbla
den lais en een sigaar rookte.
Wordt vervolgd