54"' Jaargang. Zondag 6 en Maandag 7 Mei 1900. No. 10234 Eerste Blad, een ONDERWIJZER GOUD EN EER. BUITENLAND. SCHIEDAMS IE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. z/ Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 68. Prijs der Advertentiën; Van 1—6 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleinm advertentiën opgenomen tot den prys van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Ho. 123. Aan de 1ste OPENBARE TUSSCHEN- SCHOOL (Hoofd de heer J. C. Sander) wordt gevraagd t met hoofdakte ais plaatsvervangend hoofd. Jaarwedde ÏOOO. Sollicitatiestukken iranco in te zenden aan den Burgemeester vóór 15 Jiel a.s. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 5 Mei 1900. DE OORLOfi. De toestand. Nu is lord Roberts' opmarsch dan toch begonnen, en aanvankelijk met succes. Op rukkende met Pole Carew's divisie in het centrum, Tucker's brigade op de rechter- en bereden infanterie op de linkeiflank hebben de Engelschen de Boeren onder De la Rey gedwongen hun positie by Brandfort, onge veer 60 K. M. ten Noorden van Bloemfon tein, op te geven. De Boeren heeten x> verrast" te zijn, wat niet wegneemt dat zjj geen kanon, geen wagen zelfs verloren schijnen te hebbeo. Blijkbaar beeft De la Rey dus ingezien dat zijn toestand niet te houden was, en is hij teruggetrokken. De meerdere of mindere geschiktheid van het terrein voor de vechtwijze der Boeren kan alleen de maatstaf zijn voor het belang van het succes der Engelschen. En daarover valt het ons natuurljjk moeilijk een oordeel te vellen. Uit een telegram aan de >Times" blijkt dat het Ieren en Amerikanen zijn geweest die Brandfort bezet hielden. Te gelijk zijn Hamilton, French en Broad- wood er in geslaagd, door een bedreiging van Broadwood om de Boeren in den rug te vailen, dezen te noodzaken hun positie bij Scoutsnek, noordelijk van Thabanchu prijs te geven. Broadwood is toen opgerukt tot IsabelfonteinHamilton moest zijn troepen te Jabobsrust een dag rust gunnen. Is lord Roberts nu reeds veel gevorderd Het doel van den tocht is Pretoria. De af stand van Bloemfontein daarheen bedraagt 468 K.M. Daarvan zijn nu afgelegd 60K.M. En dat van 43 Maart, den dag der bezetting van Bloemfontein. Wel een bewijs dat de oorlog nog lang, zeer lang kan duren. Ook in het Westen is intusschen iets be reikt. Generaal Hunter is de Vaal over en bedreigt nu de Boerenmaeht bij Veertien- stroomen in de flank. Roman uit Transvaal VAN AUGUST NIEMANN. 5) Arm in arm liepen zij verder den smal'.en weg op. Joacliim wilde antwoorden dat hij onder geen voorwaarde haar zou verlaten, maar rijn adem stokte hem in de keel. Een kleine hond, zwart en wit gevlekt, kwam van boven, bleef aan de laatste bocht staan en sprong daarna v rooi ijk op hen af. „Wat drommel," zei Joachim, „dait is tan te Frederika's Ami Ottilie trok haar arm weg. „Moet ik wegloopen vroeg zij op bitteren toon. ,,'MIaar Otttlie." Hij vatte baar arm opnieuw en ging trots en stoutmoedig verder. Zij hoorden duidelijk schreden over do bevroren sneeuw. Tante Froderika kwam van boven af, er was creen plaats bijna om uit te wijken. De luitenant salueerde en mompelde: „Goeden avond tante." De gravin scheen niets te hoorem of te zien, rij stampte met haar rotting gelijkma tig voort en ging voorbij. Ami blafte luid en volgde rijn meesteres. ia mine geschiedeniszei de luitenant. „Maar het is mij nu alles om het even. Als jij me niet meer liefhebt, kan alles naar den duivel foopen." „Joackim, is dat nu een manier van spre ken En hoe dwaas redeneer je. Ja tante Fro derika zal geheel vergeven dat je met me meegegaan bent. Je hebt liaar morgen alleen mee te deel en wat ik je op 't oogenblik ver tel." Spionkop. Het Blauwboek is verschenen dat de corres pondentie behelst tusschen den minister van oorlog, lord Lansdowne, en lord Roberts over de publicatie van diens rapport met de bijge voegde stukkeo in zake Spionkop. Lord Lansdowne stelde voor te publiceeren Roberts' telegramBuller's rapport van 30 Januari; Warren's rapportgedagteekend Ka- tingshoeve, 29 Jan.; Buller's brief, gedag teekend Spearmansheuvel, 30 Jan., bevesti gende Warren's rapport over Spionkop en Warren's afzonderlijk rapport over Spionkop. Eerst wilde de minister echter Roberts' mee ning weten, eventueel na raadpleging van Buller. Hjj gaf in overweging een volledig verhaal te publiceeren met opmerkingen van Roberts. Buller echter wensehte in het geheel nog geen publicatie. Geschiedde dit toch, dan liet hij de keuze aan Roberts over. Deze seinde aan den minister dat het toch beter was diens denkbeeld uit te voeren zonder met Buller's verzet rekening te houden. Maar de minister nam nu zijn voorstel terng en besloten werd de aanvankelijk door Roberts ingezonden stukken te publiceeren. Het blauwboek bevat voorts eenige tele grammen gewisseld van lord Lansdowne aan Buller, en maarschalk Wolseley aan lord Methuen, Op de publicatie der Spionkoprapporten nu werd gisteren in het Lagerhuis de aandacht gevestigd door Runciman in een voorstel om den post voor oorlogscredieten te verminderen. Dit gaf den onderstaatssecretaris Wyndham aanleiding te verklaren dat de regeering terecht de rapporten publiceerde. Hij geloofde niet dat de openbaarmaking het vertrouwen der troenen in Natal in hun bevelhebber zou schokken. Hij was overtuigd dat zoowel generaal Buller als maat schalk Roberts de rapporten voor openbaarmaking hadden be stemd. De minister zou het een beleediging achten te trachten een zoo groot man als generaal Buller te verdedigen. De liberaal Asquith critiseerde nochtans de haodehvgze der regeering scherp. Na eenig verder debat werd Runuman's voorstel met 205 tegen 116 stemmen ver worpen. In het Iloogerhuis werd hetzelfde onder werp in denzelfden geest besproken. Daar verklaarde minister Landsdowne dat hij de critiek vao lord Roberts op generaal Buller als een zeer zachte berisping beschouwde. Lord Roberts had bovendien getoond dat hij generaal Buller zyn vertrouwen niet onttrok ken had. Lord Kimberley keurde de handelingen der regeering af. Het Transvaalsche gezantschap. Reeds {loeiden wij den korten inlioud medo van heb manifest, dat de Transvaalsche de putatie vóór haar vertrek naar Amerika tot 'bet- Amxorikaanscho volk heeft gericht. Het manifest is te belangrijk om liet, nu Belgi sche en' Fransdie bladen liet publiceeren, niet in zijn geheel op 'e nemen. Het luidt: „Ottilie, hoe kan dat nu ernst zijn? Heb je dan den moed verloren of heb je mij wer kelijk niet, meer lief; een van beiden moet bet geval rijn." „Ik bezit nog trots, Joachim. Ik wil je niet in het ongeluk storten. Juist omdat ik je lief hdb, wil ik je jo vrijheid' teruggegeven." „Dat is geen liefde, Ottilie. Alles zou ik voor je willen doen. Ik wil hout hakken, ik wil ik wil werken als een paard voor jou, en ik zal gelukkig zijn, als ik jou maar heb. Maar dat is goen liefde, als je mij,zooals je het uitdrukt, mijn vrijheid wilt teruggeven." „Je tante F rede rik a heeft me gezegd dat zij je schuldton niet zal betalen, als je niet trouwt met liet meisje dat zij voor je heeft uitgekozen." „Liever dood!" „Duister. Zij1 heeft gezegd dat je schulden op je zoudton blijven drukken en dat je in geen ander beroep als eerlijk man zoudt kun nen werken." „Zij is een helleveeg." „Zwijg! Daarmede komen we niet verder. Zij heeft golijk. Wij kunnen niet met elkaar trouwen en daar ik dat inzie, wil ik je niet langer aan mij binden. Blijf officier. Je tan te zal wel voor je betalen, ook al neem jo dat andere meisje niet of misschien neem je baar toch Ottilia's stem begaf haai-. Nu kwamen ein delijk de tranen, die a.1 sinds drie dagen dreig den. Joachim wrong rijn handen. Zij waren nu op den top gekomenliet oude kasteel stond daar met zijn Tange, rechte muren en wierp een blauwige schaduw op het be- sneeuwidfe veld. Zij gingen- tob diolit bij hot kasteel en. bleven, op en neer wandelend, in de schaduw. „Kijk eens, Ottilie," sprak Joachim, „je kunt doen wat je wilt ik geer je toch niet op. Je kunt mij van je stooteu; goed. Ik zal je niet camproamtteeren. Ik boud mij op een „Wij hebben vernomen dat ca-veel onjuiste dingen zijn gezegd over liet dbel van onzo zending. Nu wij op het punt zijn om den At- lantischen Oceaan over te steken, m-eenenwij dat het oogenblik om te spreken gekomen is. Wij gaan naar Amerika- om aan. de regee- ring en aan het volk van de Vereenigde Sta ten hun hulp te vragen teneinde den vrede van Zuid-Afrika te herstellen. Tot op het tegenwoordige oogenblik is ons eerste en eenig beroep gericht geweest t-ot Nederland, waarmede wij door banden dea bloedis nauw rijn verbonden. Bovendien is in Nederland het beginsel aangenomen van do handhaving en het herstel van den vrede on der de volkeren door bemiddeling of scheids rechterlijke beslissing. Het cloc-1 dat wij najagen, is de volkeren over te halen om de beginselen too te passen die op de vredesconferentie zijn verkondigd. Nu wij ons bezoek aan Nederland gebracht hebben, waar wij met vertr-ouwlijke hartelijk heid zijn ontvangen en met de warmste ver zekeringen dat wij kunnen rekenen op alge heel© in ode werking en op de ernstigst© po gingen tot herstel van den vrede, hebben wij1 gemeend d'at het beste wat wij konden doen, was ons onmiddellijk te wenden tob het volle dat, een eeuw geleden, de bc-proevingen heeft d-oorstaan die wij thans beleven. Do Amerikanen hebben geworsteld voor do verdediging van hun heilige rockten en voor hun vrijheid. Dit en d'.t alleen is het doel, dat wij najagen. Waar laster en logen ons zijn voorgegaan, gaan' wij met het voorne men om de waarheid' bekend te maken, ver trouwende dat ons beroep op een vrij volk en op de groote zusterrepubliek niet vergeefs zal gedaan worden Wij richten, ons niet t-ot do eon of andere partij. Wij gaan naar het Amerikaansdie volk, in zijn, geheel, dat in onze dagen de grootste factor voor den wereldvrede vormt, en de wereld: wacht slecht® op zijn wenk om eenstemmig te verklaren dat dlit noodelooze bloedbad zal en moet ophouden. Wij ga-ant de Amerikaansdhe natie vragen om ous te helpen, ten eind© die wre-ede en onn-oodige slachting te laten ophouden van hen die haar het naast bestaan en heb dier baarst zijn, want Amerikaansche burgers zijn in onze gelederen, worstelende voor de vrijheid, gevallen. Wij gaan naar Amerika om de natie te- vragen een einde te maken aan een oorlog die in werkelijkheid) een broedermoord is, waarvan de uitslag, wat die ook zij, niet in verhouding zal staan tel de offers die hij vergt. Doze uitslag kan even gemakkelijk be reikt worden door een zestal oordeelkundige mannen, die de zaak vreedlzaam rondom een tafel overwegen, mits dit slechts eerlijke, goedgezinde mannen zijn. Wij gaan het Am enk aansclie volk zeggen dat wij bereid rijn de zaak aan zijn scheids gerecht voor te leggen, en wij zijn overtuigd d'at wij niets meer vragen dia-n een onpartij dige en vrijheidlievende natie kan toestaan. De Engel&ohe pers verspreidt een menigte van valsche voorstellingen, waarmede zij liet Amerikaanselie volk zand ia de oogen tracht te strooien. Wij zijn voorbereid deee verzinsels onder afstand; maar ik doe niet wat mijn tante wil. Niemand kan mij beletten je lief te heb ben. De ga uit den dienst. Als mijn tante niet wil betalen, dan late rij het. Ik ben nog jongik kan geld verdienen. Ik zal mijn schulden afbetalen; ik trouw mot geeu an der meisje; ik kan alleen jou liefhebben. En later kom ik terug. Als je dan geen ander hebt genomen, dlan „Ik een ander?" „Goed. Als je d'an geen anderen man wilt hebben, waarom mij dan niet, als ik mij een nieuwe positie heb verworven?" „Dat gaat zoo gemakkelijk niet; dat zijn draomen." „Oho!" Zij spraken nog velerlei, maar bet slot was tooli dat Ottilie op haar stuk bleef staan. Ilaar hart dreigde te breken, maar zij gaf niet toe. Joachim moest heengaan met do wetenscliap dat alles uit was. Hij was rade loos. Toen Ottilie zich eindelijk aan hem ont- worst-ld: had' en verdwenen, was, stond hij nog hing met krampachtig gebalde vuisten op te staren naar den klaren, winterhemel. En boen liep hij nog uren lang met een gloeiend' hoofd rond in den stralenden nacht. IV. Een steentje tegen het venster. Toen Ottilie tlxuis kwam en de eetkamer binnenging, waar het gezin nog bijeenzat, stond haar moeder op, liep haar tegemoet en trok haai' met een heel ernstig gericht naar buiten. Ottilie was door-en-door koud en zou graag een kop thee hebben gehadmaar zij vergat dien wensch door de nieuwe ontroe ring en volgde haar moeder in haar boudoir. „Ottilie," begon d'e directeursvrouw terwijl zij met een smartelijk ge-baar de handen vouwde, „wat is dat nu weer?" de oogen te zien door de Vereenigde Staten te vragen te richten tusschen de las-teraars en ons. In ieder geval zijn wij er van over tuigd dat liet Amerikaanselie volk door ons niet bedrogen! wordt. Het zal begrijpen dat Engeland onzo onafhankelijkheid wü vernie tigen op gelijke wijze als liet, Goddank zon der succes in' de vorige eeuw d'e Aonerikaan- sche onafhankelijkheid wilde vernietigen." Het manifest eind'igt met do herhaalde verzekering dat het gezantschap goen ander -doel nastreeft dan het herstel van den vrede. Intusschen is hot driemanschap te Bou- logne-sur-Mer gescheiden van dr. Deyds, die naar Parijs vertrok. William Stead de En- gelsche vredesapostel, begroette het gezant schap, da-t interviews weigerde. Keizer Frans Jozef te Berlijn. Met groote praal is de grijze Ha-bsburger gistermorgen te Berlijn ontvangen, begroet aan het station door keizer Wallbelm, de kei zerlijke prinsen, de gezamenlijke generaals, den ministe; van buitenbindsche zaken Vbn Billow en hot- personeel van de Oostenrijksch- Hongaarsche legatie. De beid© monarchen begroetten elkaar zeer hartelijk met een handdruk eu een omarming en reden door d'e rijk versierde straten maar heb Koninklijk Paleis, hun weg nemende over de PotsdUmer Platz, de Bellevuestraat, de Sicgesallee met de marmeren kaleidoskoop der mannen on der wier regeering rich van uit de grijze mid deleeuwen de Pruisische staat steeds hooger heeft opgeheven. Op de Pariser Platz verdrin de beide Kei zers, die in hun met vier paarden bespannen rijtuig, omgeven door kurassiers deer garde, overal geestdriftig werdbn toegejuicht, be groet door den eerste-burgeaneester Kitche ner die keizer Frans Jozef huldigde als hand haver van den vrede en dierbaar vriend van d'en- Duit-sollen keizer en het Duit-sclie volk. Frans Jozef dankte, m antwoord op deee toespraak, voor do buitengewone- ontvangst die Berlijn li-em bereidde ,en gaf uiting aan zijn onveranderlijke vriendschap en zijn vre delievende gezindheid. Een aardig moment in den bocht naar het Paleis was de begroeting bij d-e Brandenbur ger Poort door drie in 't wit gekleed© eeie- juffers die hoerlij! bloemruikers zouden aan bieden. Met do galanterie van een echt „Wiener Kind' stapte keizer Frans Jozef uit het rij tuig, onimiddfellijk gevolgd door keizer Wil helm. Beide monarchen kwamen toen de besduusde eerejuffers tegemoet. De ontzaglij- kje menigte brak in geestdriftig gejuich los. Zoo bereikt© de stoet, waarin de Kroon prins, die met prins Heinrich in een galerij- tuig het rijtuig der Keizc-rs volgde, vooral de aandacht trok en innam door zijn vriendelij ke gelaatsuitdrukking, bet Paleis, waar do Keizerin met haar dochtertje den hoogeni gast afwachtte. Unter den Linden was 't ge- heele corps diplomatique met rijn- dames, op d'icns uitnoodiging, bij den Russischeu ge zant vereenigd. Aa-n het gala-diner 's middags sprak keizer Wilhelm een toost uit, waarin hij keizer Frans Jozef dankte, die op dit feest versche nen was om aan de vierde genera,tie zijn lief- Ottilie vertrouwde bet verdriet en het pa thetisch doen harer stiefmoeder niet recht; rij kende haar voorliefde voor tragisch, ef fect maai- zij was door dc gebeurtenissen der laatste dagen zóó afgemat, d'at zij alleen met een gesmoorden zucht kon vragen wat er dan wel gebeurd was. „Vraag je da-t nog Maar meisjeriep do dinecteursvrouw uit. ,Ben je er dan met op zet op uit, schande te brengen over jo vaders huis?" Ottilie liet zich vermoeid op eon stoel val- lon en wachtte- zwijgend de uitbarsting van liet onweer af. „Ik beef va-n verontwaardiging, Ottilie, en je doet me van schaamte bloaen." Ottilie zag niets van het beven en het blo zen. Zij vermoedde reeds dat do een of ander haar samenkomst met Joachim had! verraden. Zij antwoordde niets. „Waaronn spreek ie niet? Wat bobeekent die koppigheid Weet je wie bij tne is ge weest?" „Neen, dait weet ik niet. Ik ben immers niet thuis geweest." „Natuurlijk niet. Je bent in het park ge weest. Je hebt a-ls een dienstmeisje je vrijer in het park ontmoet. Jc zult tevergeefs be proeven het te ontkennen want ik weet het uit de zekerste bron, van gravin von Helfen- berg zélf, die in haar moederlijke bezorgdheid bij me is gekomen." De directeur had, zooal® Ottilie zich zeer coed herinnerde, vroeger altijd een hard oor deel geveld over gravin Helfcnberg en haar hoogmoedig genoemd. Maar dit bezoek scheen haar meeding gewijzigd te helbben. Ondanks haar verontwaardiging scheen haar stiefmoe der met welgevallen aan het vereerend! bezoek te denken, „Moederlijk?" vroeg Ottilie. „Zij is toch Joachim's tante?" „Maar zij neemt de plaats eener moeder de en vriendschap te brengen, }iet heerlijkste kleinood onder alle geschenken voor 's Kei zere zoon. Door zijn bezoek had keizer Frans Jozef aan de wereld geopenbaard, hoe vast en zeker het verbond is, dat hij eens met '«Keizers grootvader on den heenscber van Italië had gesloten. Dat verbond beeft diep wortel geschoten in de overtuiging der vol ken het bestaat reeds meer dan 20 jaren, en ofschoon liet dikwijls was miskend en met spot en critiek overgoten, was het aan de drie volken gelukt, tot nog toe den vrede to bewaren en ale een rots des vredes aangezien te worden. De Keizer eindigde met een hoera op keizer Frans Jozef. In zijn antwoord dankte deze- voor de ont vangst, en zeido verder, dat de onverbreek- baro vriendschap die bedde Keizers verbindit, ook oen kostbaar goed is voor hun rijken en volken. Uitgebreid door de trouwe hulp van hun vereerden vriend en bondgenoot, den ko ning van Italië, bete-ekent rij voor Eturopa oen bolwerk des vredes. Door rijn zorg voor dit zegenrijke werk liad keizer Wilhelm zich onvergankelijke veidiensten verworven. Kei zer Frans Jozef dronk ten slofte op den Kei zei-, de Keizerin en het Koninklijk Huis. 's Avonds was er grooie taptoe. Frans Jozef heeft keizer Wilhelm benoemd tot genea-aal-veldmaarschalk van het Oosten- rijksclie leger. Volgens den „Lokal-Anzeiger" wa-cht ook Frans Jozef eon kooge onderscheiding van keizer Wilhelm. tiemengde Bcdcdeollngeo. Forster, oud-staatssecretaris, partijgenoot van Bryan, heeft, volgens een bericht uit Washington aan de sHerald" als zijn meening uitgesproken, dat Engeland misschien wel de Boeren zal overwinnen maar dat de strijd daarmede niet is geëindigd. Hij voorziet een dreigend onheil voor Groot-Brittannië en acht een ware wereldomwenteling mogelijk als gevolg van dezen oorlog. Koning Oscar van Zweden en Noorwegen en zijn gemalin die te Londen zijn, hebben koningin Victoria op Windsor Castle bezocht. Keizerin Frederik kan wegens ziekte de meerderjarigheidsverklaring van den Duit- sciien Kroonprins niet bywonen. Gisteravond zjjn de prins van York en de kroonprins van Italië te Berlijn aangekomen. De krankzinnige koning Otto van Beieren schijnt toch nogal ernstig ziek te zyn ten gevolge van zijn nierlijden. Er worden bulle tins uitgegeven. Het laatst gepubliceerde zegt dat de algemeene toestand slechter is en 'sKorvings krachten minder bevredigend. De minister van oorlog heeft den verkoop van spiritualiën in de Fransche cantines ver boden. Men hoopt daardoor het alcoholisme in het leger eenigszins tegen te gaan. De kapel ter nagedachtenis der slachtoffers van en gebouwd op het terrein van den Wel- dadigheidsbazar te Parys is gistermorgen door kardinaal Richard ingewijd. bij hom in. Zij is een sLreng-zödelijke en daar bij fijngevoelige vrouw, een vrouw, die- on danks baai- hoogen rang lioofdl en harfc o-p de rechte plaats heeft zitten." Op een ander oogenblik zou die opmerking Ottilie zeker een glimla-ch liöbben afgedwon gen maar haar gedachten waren te bekom merd. Daarentegen scheen do directeursvrouw rich vol trots op te blaizcn, nu zij over de gravin, sprak, „Mevrouw Helfenberg weet te waardee- ren wat ik voor jo heb gedaan," ging rij voort, terwijl zij' zich trots oprichtte en .■drong op Ottilie neerzag. „Zij sprak gulden woorden. Als zij verontwaardigd was over jouw gedrag, sprak alleen haar rechtmatige vrouwelijke waardigheid. Weet je wat zij heeft gezegd'? Zij heeft gezegd! da-t je zelf het fondament ondermijnt, waarop een verbinte nis met haar neef zou kunnen opgebouwd- wordenwant een, meisje dat m het geheim 'e avonds haar aanbidder in het park ont moet, vernietigt zelf de achting die hij voor haar gevoelt. Dat heeft rij gezegd. En zij zei- de ook dat zij zelf pijnlijk verlegen was, toen zij jullie in teedere omhelzing verraste." Ottilie stoof op. „Die ellendige laster tong1" riep zij uit. „Zoo 1 Dus op die manier neem je liefderij ke vermaningen op Nu heb ik toch zin eens te zien wat je vader daarvan wel zal zeggen; tot nu toe heb ik hem willen sparen- en hem niets medegedeeld. Je bc-nt voor hem altijd onschendbaar. Maar als hij dit hoort Wil- li'bald1 Wallibald! kom een- hier! Zij had' de deur geopend en riep dit in de aangrenzende kamer, waar de directeur bij het licht van zijn studeerlamp de avondbla den lais en een sigaar rookte. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1