54s" Jaargang. No. 10257. Timede Blad. Zondag 3 en Maandag 4 Juni 1900. E e n n i s j? o y i n sr. Hoogerc Burgerschool UïT BE PERS. DAT IS ADEL. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco per post 11. 1.G5. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardfngen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zjjn. Bureau Boterstraat 68. Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl, 0.92iedere re<*el meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die°zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Meina «sdrertentië» opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ufo. 133. iü R1BZËË8L1J8T Hamer van Koophandel en Fabrieken De Burgemeester van Schiedam Gezien art. 7 alin. 2 B van het koninklijk besluit van 3 Mei I89G Staatsblad no. 7G), noodigt uit allen, die niet voorkomen op de laatst vastgestelde lijst van kiezers voor leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken, maar aanspiank kunnen maken om op die kiezerslijst geplaatst te worden, daarvan aangifte te doen vóór 1 Juli a.s. tei gemeente secretarie, alwaar formulieren van aangifte kosteloos verkrijgbaar zijn. Hij brengt tevens in herinnering art. G van boven gemeld koninklijk besluit, luidende Om kiezer van leden eener Kamer te zijn, moet men A, kiezer zijn van leden van den Raad der gemeente, waar de Kamer is gevestigd B, aldaar bestuurder of medebestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest, van een bedrijf van handel en nijverheid. Schiedam, den 2den Juni 1900 De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. met 3-jarlgen cursus, te Schiedam, Het toclallngg-cxamen zal plaats heb ben II, 13 en 13 druil a.s. (Geen 2e toelatingsexamen). Aangifte vóór 1 Juli a.s. bij den Directeur. De Directeur der H. B. School, A. A. BEEKMAN. Verschillende bladen wijdden reeds gister avond, andere hedenmorgen, eene bespreking aan de ernstige beslissing der Eerste Kamer in zake de Ongevallenwet. Ongevallenwet. Heb „Vad'." betreurt den sprong in liet duister dien dc Eerste Kamer dreef b gedaan. Over de aan de stemming gisteren voor afgegane discussie iaat lief blad! zkfli! aldus uit: Bovenal de Minister van Waterstaat over trof zichzelf, en heb indrukwekkende slot zij ner rede, waarbiji hij een coasltiÜutioneele en mor eel o onmogeLijikiliedd aantoonde van do belbfte eener novelle Ie doen, zou zeker en kele stemmen hebben doen omslaan, als wer kelijk het verlangen naar wat meer vrijheid „Neen, neen," zei de oude vrouw, wier schoonzoon haar dochter met zes jonge kin deren had laten zitten, nadat die dochter zel- vo van verdriet) was gestorven, „neen, teen, ik wil niet bedeeld worden, al heb ik nu op mijn ouden' dag te zorgen voor zoo'n huishou den. Do kinderen moeten opgevoed worden om ite werken en hun eigen levensonderhoud te verdienen en van wie zouden zij dat loe ren, als ik heb hen niet voordeed? Van mijn familie is nooit iemand aan de bedeeling ge weest." En de oude vrouw had gewerktmen stond er verbaasd! over, hoe zij de kinderen (twee waren gestorven) groot gekregen had maar grooter dan die verbazing was de eerbied, dien men' voor de grootmoeder ge voelde, en toen dan ook de eenigo jongen die andter het zestal was, niet deugen, wilde, kon hij niet beter doem dan het dorp te verlaten en in! Amerika zijn troost te zoeken, want men kon. van de dorpelingen niet verwachte'., dab zij! herni uit pure liefde voor zijn groot moeder niet eens hun minachting zijnen 1- wege op gevoelige wijza zonden doen blijken. Hij ging en grootmoeder en Lily (de twee andere meisjes waren gebrouwd) werk ten zich de nagels van de vingers om de d'oor hem gemaakte schulden, te betalen, want „onze naam, zei Lily, „niet waar grootmoe- dier, onze naam mag niet bevlekt zijn en dan, hoe zou Charlie ooit weer tot beterschap ko^ men, indien hij gedrukt werd door dien ge- sohandvlebben naam, ©u hij zal zich b e heren, ik ben er zeker vam; wij hiebben hem zoo lief, dat hij niet fuecht kan! blijken." Mosjes-illusies, lezer 1 Wie gelooft nu nog aan. de kracht der liefde in onze <1 lagen Wie er aan gelooft? Lily en elk met haar, die werkelijk lief hoeft en geen verontschuldiging zoekt voor gebrek aan liefde. Ik moeb wat kort antwoorden, want er ia nog veel te vertellen. van liet particulier initiatief het hoofdargu ment ware geweest voor het verzot tegen deze regeling. Dat de beer Geerteema, wiens oprechtheid niet in twijfel kan wo**den ge trokken, en wiens vastheid von overtuiging steeds eerbied afdwong, aan den avond van zijn in dienst van den Staat zoo welbesteed leven, voor die redenen niet is gezwicht en het woord niet heeft gesproken, dat mis schien de wet had! kunnen redden, wij kunnen niet anders zeggen, dan dat ons ver stand1 er Voor stil staat, zoo iemand', dan had hij de indteitrieelen kunnen overtuiigen, dat de regeering niet anders kon handelen dan ziij deed, em dat haar belofte, dat zoo de logica der feiten tot een wijziging van haar stelsel dwong, zij tegemoetkomend zou zijn,, hun moert volstaan. Van die indhstrieelen vernam men geen woord meer, ofschoon toch de argumenten vam den Minister van Wa terstaat eenig ander antwoord dan het „te gen" bij de stemming wel hadden verdiend. Alzoo .blijft geheel duister, hoe zij kunnen volhoudem, dat de regeling noodeüoos duur zal zijn, dat zij, van ambtenaren alleen af hankelijk zullen zijn, dat oen processen af snijdende regeling den industrieelen vrede verstoren zal. Aldus ziet het regeeringsorgaan het con flict: Maar zoo iets zonneklaar gebleko is, dan is liet wel di'fa, dat heb privaatrecht der juris ten Mor dem eiseh van het algemeen lieefb overstemd, B'ij de meeste tegenstemmers was d© quaestio: novelle of geen novelle, van volstrekt geen heteekenis. De juristen in deze Kamer eischten een privaatrechtelijke rege ling, die de Tweede Kamer zeer beslist met gewild heeft, die de minister-president even stellig verklaarde niet te zullen voorstellen. Do Eerste Kamer heeft dus willens en we tens een conflict in het leven geroepen niet slechts met de regeering, maar ook met de Tweede Kamer. Hev was vooral de Minister van Justitie, die dit zoo holder in heb licht stelde, dla't niemand te dien aanzien onwe tendheid kan voorwenden, en zoo men blijk baar zich stiet aan den. nogal scherpen toon en eenïge weinig „deftige" gezegden, die hij aicli ontvallen liet, dan mag men bedenken, dat het waarlijk geen Heinigheden gol'd, maar in waarheid twee wereldbeschouwin gen die in botsing kwamen, ook niet ver geten, dat de buitengewone arbeid in de laatste weken van dezen bowintibman aldus gevorderd, eenige overprikkeling mag veront schuldigen. Hoe weinig velen in de Eerste Ka/mer voelen voor de politiek, die in de te- genwIooriAigo socialo omstandigheden gevor derd wordt, kwam op ongezochte wijze aan het licht, toen de lieer Hein den minister, die van „sociale politiek" sprak, met zichzelf in tegenspraak zocht te brengen door te her inneren, dat hij toch in de Tweede Kamer zich tegen 'sheeren Troektra's „socialistische politiek" verzet lmid. Het ondensaheH ont gaat, naar liet schijnt, den heer Hein en ve len met hem. Voor de rechtsom Wikkeling „Grootmoeder, het moet! Geloof niet, dat ik het voor mijn pleizier doe. Maar het kan niet anders en. dan Ik kom terug; over drie jaar, wel voor veertien dagenEn dan zie ik u weer en ons dak en onze vrienden en, wie weet, grootmoedier, is dam Charlie niet hier om mij op te wachten. O, toe, grootmoe der, maak mij het afscheid niet moeilijk, ik Och, lezer, ge kunt heb u wel voorstellen, dat heb meer dan dringend noodzakelijk moest zijn, dat het meisje den dienst in Lon den aannam om haar afscheid te doem ne men van de plaats, waar zij geboren was in heb Schotsch© dal, van de vrienden harer jeugd!, van den dominee, die haar voorbereid de voor heb lidmaatschap der kerk, van haar grootmoeder, die reeds zoo oUd en zoo dicht nabij hot graf was. En ge kunt heb u ook wel voorstellen, dab de grootmoeder slechts noode zweeg en dat d'e buren slechts uit een; gevoel van de zwaarte van het afscheid niet spraken van heb leed wezen, dlab zij gevoelden. Dit iis niet te veel geëischt van het voor stellingsvermogen van den sympathiseeren den.' lezer en den niet sympathiseerenden, dit alles te schetsen, zou verloren moeite zijn em die inkt 'niet waard om hot te schrij ven. Wie niet kan gevoelen den adel eener ziel, zal dien niet door een beschrijving loeren en wie een poging er toe doet, zou gaam bezien door een materiafistischen, athei'stischen of egoxsbisebem bril, zou niet dien schrijver (dat ware minder!) maar den adlel zelf beleecbgem en voor zoo iets wemschen wij, den lezer to behoeden. Drie jaren waren omgegaan ©n Lily was niet in. Augustus, zooals afgesproken was, thuisgekomen. De kinderen in haar betrek king: wanen ziek geword'em en zij' had! zo opge past. Zelf was ze nu een weinig, niet veel, een lfeel klein beetje maar sukkelend. „Dat zullen we wax," zei d» scherpe tong, waarover we den lezer eenmaal Onderhielden, der laatste tientallen van jaren mist men in dezen dampkring het zintuig. Dat pu bliekrechtelijke regeling op liet gebied der sociale verhoudingen menige privaatrechte lijke vervangen moet. men ziet het niet. Wij zullen ons wel wachten te beweren, dat wie ritoh zoo dapper geweerd hebben tegen deze wet, voor de nodden van den werkman niet voelen, togen geldelijke opofferingen opzien, hem aan zijn recht niet willen helpen; men is eenvoudig zoo door aanleg en. beroep, door 'de gansdlie richting van het denken, en door dc-n invloed van het milieu, waarin men ver keert, in zekere redlitsbesohouwingen bevan gen, dat men van het belang om ter wille van den socialen vrede een andere rechts ontwikkeling te bevorderen, niets bevroedt. En de gevolgen vraagt het »Vad." Wij wenschen geen overhaast oordeel neer te schrijven. Slechts ditpast op hen, die zoo naief bij voorbaat politieke beteekenis aan dit votum ontzegden, niet het etiket van «poli tieke onbewustheid", eens door den fijnsten politicus van deze Kamer aan een vorig Kabinet opgedrukt? Het «Dagblad" meent dat het Kabinet moet heengaan. De vraag «Wat zal nu de Regeering w e 1 doen beantwoord het aldus De Minister van Financiën heeft het niet willen zeggen. Maar wel heeft hij gezegd wat zij n o o i t zal doen: de indiening van een wetsontwerp op privaat-rechlelijken grondslag. Doch dan is de weg duidelijk aangewezen voor wat het Ministerie wel heeft le doen. Het heeft plaats te maken voor een Kabinet dat, steunende op het algemeen gevoelen in de Tweede en in de Eerste Kamer, dat het recht van den werkman op schadeloosstelling ten volle moet worden verzekerd, een wets ontwerp zal indienen waarin dat recht zal worden uitgewerkt op een wijze, waardoor bestaande toestanden niet zullen worden ver stoord, waardoor de band tusschen werkman en werkgever niet zal worden verbroken, waardoor niet de eerste stap wordt gezet op den weg van het Staatssocialisme, die regel recht voert naar het anarchisme. D i t nu heeft het Kabinet w e l te doen. Dc „N. It. Cfc." heeft den uitslag, die na de schriftelijke en mondelinge behandeling in de Eerste Kamer wel niet onverwacht komt, met groot leedwezen vernomen. Het blad hlad nog hoep, had gedacht dat „de Ka mer voor de zware verantwoordelijkheid van een afstemming, die alles op losse schroeven zet, ten slotte zou terugdeinzen". Een novelle toezeggen in den geest der amendementen Beaufort en Lohman, kon de rogeerdng, volgens de „N. It. Ct." moeilijk, met het oog op heb voorgevallen? dn de Twee de Kamer, waar geen van deze beide amen dementen. een. meerderheid had verkregen. Zij „dat zullen we zien," en tot do vriendten zei hij, „ik ga naar Londen voor mijn plairier (en de vrienden dachten, dat hij gek was ge worden) en tot de oude grootmoeder zei hij „ik zal eens bij Lily gaan kijken en ik breng haar mtee." Hij vond hot prachtige huis en de rijke Lady. Da knecht kon hem eerst niet binnen laten., zoo maar; doch wie uit Schotland naar Londen, komt om zich te overtuigen wat er geworden is vani oen dorpsmeisje laat zich niet door een! knecht afschepen en het moei) gezegd worden', dat de Lady van dezelfde meecning was en den eenvoudigen man te woerd stond met een flux de boaiche en een neerbuigend© vriendelijkheid, die hem zeker zouden getroffen! hebben, als hij niet de on gelukkige gewoonte had gehad, van meer te luisteren, naar wat niet, dan naar wat wel gezegd werd. „Grant," in Londen noemt men een dienstmeisje nooit bij den voornaam „was trouw geweest en eerlijk en ieder had haar lief »n toen de kinderen roodvonk kregen, toen had zij wat heusck iots bijzonders is voor elen dienstbode zich letterlijk opge offerd. Een paar andere van die meisjes wa ren heengegaan, maar Grant heeft zich goed gehouden en wijl konden gerust naar ons landgoed gaan. Toen wij terug kwamen en de kinderen beter waren, toen begon! Grant een beetje to hoesten (ik heb ze nooi't voor erg sterk aangezien) en eens op een nacht (ze hadden mij eigenlijk er niet bij moeten roe pen, want het was te akelig), toen had ze vreeselijk bloed! opgegeven, (er was een bloed- aartje gesprongen., denk ik), cm ofschoon ik wilde hebben, dab ze naar een dokter zou gaan, deed zij het toch niet (dat is altijd met die schepseltjes zoo) en en u begrijpt, dat, nu zij ziek is geworden, bepaald ziek, ziet u, nu moesten wij ze naar heb gasthuis zenden; haar hier to verplegen, begrijpt u „Of ik het begrijp!" zei db scherpe tong, „heel goed, te goed mevrouwGrant was kon zo moeilijk doen, ook omdat zij. zoodoen de den schijn op zich zou geladen hebben op de Tweede Kamer een pieesie uit te oefenen en Jiaar in haar vrijhed va x betsl'ssing te be lommeren, zonder zeker te zijn dat dit goed zou verdon opgenomen. Terwijl liet blad de gevallen beslissing zeer betreurt om de gevolgen voor den werkman, d'ie thans voorloopig van de ze kerheid beroofd is, dat hij bij een ongeval, dat hem treft, niet l.roodeloog en zijn na gelaten naaste beteekkingetn niet geheel onverzorgd zullen staan, stelt het zich ook de .vraag: „Moeten wij zeggen, d?t wij haar ook betreuren om de politieke gevol gen, die zij zal hebben Due vraag beantwoordt liet aldus: Er zijn drie oplossingen mogelijk: lo. Ontbinding der Eerste Kamer, 2o. heen gaan, 3o. aanblijven van het Kabinet. Een ontbinding der Eerste Kamer lijkt ons niet aangewezen. Wel zou daartoe aan- leïddg bestaa, als in de Eerste Kamer do meerderheid stond op not standpunt vam die enkele juristen in haai* midden, -die zich zoo bijzonder geweerd hebben als bestrijders van het ontwerp. Hun oppositie was principieel, tegen het karakter der sociale .politiek van dte r-egeering geridhit. Zij1 wilden de verzeke ring .van werklieden tegen geldelijke gevol gen vtan ongevallen in ffiun .bedrijf alleen langs prdwaatrechtelljken weg geregeld zien. Bij nieuwe verkiezingen ware hierover een principieele beslissing van de Provincia le Staten uit te lokken. Maar wij zdjn over tuigd, d'at db meerderheid' der Kamer niet aan de zijde van dezo oppositie standi. Er was een deel dei* Kamer, dat overwegend bo- zwaar had tegen, het centraliseerend tkiairlak- 'ter van het regearimgsombwerp, ©n had! d!e regeering dit dleel bunnen winnen, de over winning ware- aan haar verbleven. Het be zwaar van deze leden kan de regeering, in verband! met haar bending in de Tweede Kamer, ton aanzien van het aïnendement- LohnUrn en speciaal ten aanzien van liet amondtement-De Beaufort, niet anders be schouwen dan als van lecbndsdhen aard. Zou den d'e Provinciale Staten nu geneigd zijn, deze quneatie zoo sdherp te stollen, dat zij er he'b stehibboleth van maakten voor herkie zing of verwerping der aftredende leden Sterfte twijfel is hier geoorloofd. Een tweede oplossing is het heengaan van hot Kabinet. Zeker, het gevallen ontwerp Was or een van hoogst belangrijken aard. Niet minder dan drie ministers waren er bo vendien! direct mee gemoeid en de overigen hadden er natuurlijk hun goedkeuring aan gesclioken. Maar moet het Kabinet daarom zijn taak neerleggen Als wij de gevoelens van do meerderheid der Eerste Kamer juist opvatten, zeggen wij stelligneen. De wet is dan gevallen op een punt, waarvan de re geering zelve in de Tweede Kamer geen por telend le-quiaestie maakte, tot welles opneming in de wet zij zelfs haar redlaetioneele hulp verleende. goed genoeg om zich te vermoorden voor uw kinderen en voor uw pleinermaar lie't teo- neel van den moord zou uw zwakke zenuwen te zeer aandoen Ge hebt Grant behandeld, zooals ge uw paard niet 20udfc behandelen ge zijit een groote dame en Grant is een dienstmeisjegij hebt een adellijk wapen op uw koets, maar Grant heeft den adel in de ziel. Zeg mij, waar zij is 1" Het klonk gebiedend uit den mond van den kleinen man en de Lady was onthutst „Ze kan natuurlijk twee maanden extra loon krijgen „Geen cent meer dan zij Verdiend beeft; waar is zij Aan het hospitaal was Lily niet meer, en de scherpe tong werd alweer kwaad, maar hij kreeg het adres van den dokter, die Lily had laten vervoeren naar zijn eigeu huis en haar daar verzorgde. Wat beteekende dat? De scherpe tong zou het zien. Lily zei, toen zij bekomen was van de vreugde van het weerzien van een oud vriend', dat zij zoo gehuild had in het hospitaal, om dat zij het zoo verschikkelijk vond te sterven onder zooveel vreemden en dat 'toen d'e dok ter was gekomen verbeeld je, een man uit Schotlanden nog wel eva verre bloedvex-- want van den: dominee uit een naburig dorp en dat hij toen o zoo vriendelijk was ge weest en haar nu hier, in die mooie kamer, liet Verplegen. „Zoo," zei de scherpe tong, en hij, kreeg een vrecselijkö Meur op zijn oud gezicht, want hij was niet vriendelijk geweest tegen den dokter. Toon hij heenging, zoclib hij den dokter op om vergiffenis te vragen voor zijn harde woorden, maar die dokter zed „Man, je vergist jo; het is puur medisch egoism©ik wilde het' geval van Lily bestu- deeren en dat kan ik hier gemakkelijker doen d'an in het hospitaal. „Dat begrijp ik," 2ei de scherpe tong; „er schijnen in Londen veel leugenaars te wonen, Mag zij dan nu den bijl of liever den troffel er bij neerliggen Bij de beantwoording van die vraag nemo zij. in aanmerking den stapel werk van hoogst belangrijken aard, dien zij aan de volksvertegenwoordiging heeft voorgelegd en waarvoor zij ongetwijfeld ook de medewer king d'er Eerste Kamer zal verkrijgen. Al dat werk zou onafgedaan blijven. Ben nieuw ministerie en welke samenstelling zou dat moeten hebben zou in het neg over blijvende deel van de legislatieve periode wel niet veel meer dan uitrichten d'an de l'oopende zaken afdoen. En dat hij1 zooveel, dat tot afdoening, in het belang van ons volk, dringt! Bovendien is het mogelijk, dat het tegen woordige ministerie na de algemeen© ver kiezingen van 1901 aan het bewind blïjift en dat de voorbereiding van zooveel belang rijks onafgedaan zal' blijven, niet verloren gaat. Ook deze mogelijkheid zou door het heengaan van het' ministerie verspeeld wor den. Het blad besluit met den wensdi1 uit te spreken dat de regeering een nieuw ontwerp in zal dienen Li de Eerste Kamer zelve is te kennen gegeven, da't men met deze regeering eeni nieuwe in te dienen Ongevallenwet zou wen schen af te doen. Welnu, zou het onmogelijk zijn, dat de regeering, rekening houdend© met de technische bezwaren der Eerste Ka mer, en door do verwerping van hot tegen woordig ontwerp vrij tegenover de Tweede, spoedig een nieuw ontwerp indiende, waarin aan die bezwaren werd tegemoet' gekomen en dat beide Kamers bereid werden gevon den dit zoo spoedig te bel andelen en aan te nemen, dat het nog in het volgende zittings jaar wet werd Zij, ten wier behoeve de web tel'ijlke regeling moet dienen, zouden daar mee, dunkt ons, heb meest zijn gebaat. De «Residentiebode" gelooft niet dat de ver werping politieke gevolgen zal hebben. Het zegt De regeering zal dus vermoedelijk wel ko men met een wetsontwerp, dat het publiek rechtelijk karakter van het verworpen wets ontwerp handhavende, de zaak zal zien te regelen op een minder centralistischen grond slag. Dat de heer Lely zich daartoe alsnog zou leenen en niet met zijn wetsontwerp zou heengaan, hadden wq niet verwacht, maar betreuren wij daarom niet. Hij kan toch met een beetje goeden wil opperbest zorgen, dat de werklieden van de verwerping geen schade lijden en lang en breed een andere wet is aangenomen voor het tijdstip, waarop die, welke verworpen is, zou zijn in werking getreden. Er was daar mede toch minstens nog een paar jaar heen gegaan. Het blad brengt overigens een eeresaluut aan de ministers Pierson, Cort van der Lin den en Lely, vooral de beide Iaatsten, voor hun verdediging der wet. maar ze zijn niet allemaal van. dezelfde soort. Er zijn er ook, die liegen om beter te schij nen dan ze zijn En1 hij dacht om de leugens, die hij zelf tegen Lily had gezegd, toen het arme kind verdrietig wa® over de onhartelijkheid1 van haar Lady. Wat had hij gelogen! Mevrouw was eiken dag tweemaal aan liet hospitaal' komen vragen met rijtuig en al en, zo had 20 pond! in louter goudstukken gegeven! (het waren zijn eigen spaarpenningen), waarvoor Lily zich maar koopen moest wat rij wilde, cn dc Lady was zoo lief en zoo vriendelijk geweest, o, zelfs voor hemi, louter uit achting voor Lily. Dab had het arme kind de ge moedsrust en hot geloof aan dö memschheid hergeven. Lily stierf en hij nam haar lijk mee naar Schotland, waar hij weer allerlei leugens ver telde omtrent het aandeel, dat de Lady in de begrafenis had' gehad, maar van de dokter zei hijdie man zou waard zijn onzen dokter de hand te geven' en meer zeg ik niet. „Dan. moet hij een ©del mensck rijn," ant woordde het dorp. Bn aan Charlie schreef hij een brief, waar in stond: Jongen, als ge naar hier terug komt, d'an behoeft ge niet bang meer te zijn voor de eehuldeischersLily betaalde hen met haar leven. Ge zult terugkomen harer waardig, want rij' heeft bet gezegd'. Lang, lang daarna is Charlie teruggeko men en hij heeft geweend op het graf zijner zuster en op dat van rijn grootmoeder. Geloof in deugd is adel der ziel en de in vloed van d'en adel adelt. Meer zeggen wijl niet. Vader Willem.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 9