54s" Jaargang.
No. 10257.
Timede Blad.
Zondag 3 en Maandag 4 Juni 1900.
E e n n i s j? o y i n sr.
Hoogerc Burgerschool
UïT BE PERS.
DAT IS ADEL.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post 11. 1.G5.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardfngen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zjjn.
Bureau Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl, 0.92iedere re<*el
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die°zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Meina «sdrertentië» opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ufo. 133.
iü
R1BZËË8L1J8T
Hamer van Koophandel en Fabrieken
De Burgemeester van Schiedam
Gezien art. 7 alin. 2 B van het koninklijk besluit
van 3 Mei I89G Staatsblad no. 7G), noodigt uit
allen, die niet voorkomen op de laatst vastgestelde
lijst van kiezers voor leden der Kamer van Koop
handel en Fabrieken, maar aanspiank kunnen
maken om op die kiezerslijst geplaatst te worden,
daarvan aangifte te doen vóór 1 Juli a.s. tei gemeente
secretarie, alwaar formulieren van aangifte kosteloos
verkrijgbaar zijn.
Hij brengt tevens in herinnering art. G van boven
gemeld koninklijk besluit, luidende
Om kiezer van leden eener Kamer te zijn, moet
men
A, kiezer zijn van leden van den Raad der
gemeente, waar de Kamer is gevestigd
B, aldaar bestuurder of medebestuurder zijn en
gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende
maanden zijn geweest, van een bedrijf van handel
en nijverheid.
Schiedam, den 2den Juni 1900
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
met 3-jarlgen cursus, te Schiedam,
Het toclallngg-cxamen zal plaats heb
ben II, 13 en 13 druil a.s. (Geen 2e
toelatingsexamen).
Aangifte vóór 1 Juli a.s. bij den
Directeur.
De Directeur der H. B. School,
A. A. BEEKMAN.
Verschillende bladen wijdden reeds gister
avond, andere hedenmorgen, eene bespreking
aan de ernstige beslissing der Eerste Kamer
in zake de Ongevallenwet.
Ongevallenwet.
Heb „Vad'." betreurt den sprong in liet
duister dien dc Eerste Kamer dreef b gedaan.
Over de aan de stemming gisteren voor
afgegane discussie iaat lief blad! zkfli! aldus
uit:
Bovenal de Minister van Waterstaat over
trof zichzelf, en heb indrukwekkende slot zij
ner rede, waarbiji hij een coasltiÜutioneele en
mor eel o onmogeLijikiliedd aantoonde van do
belbfte eener novelle Ie doen, zou zeker en
kele stemmen hebben doen omslaan, als wer
kelijk het verlangen naar wat meer vrijheid
„Neen, neen," zei de oude vrouw, wier
schoonzoon haar dochter met zes jonge kin
deren had laten zitten, nadat die dochter zel-
vo van verdriet) was gestorven, „neen, teen,
ik wil niet bedeeld worden, al heb ik nu op
mijn ouden' dag te zorgen voor zoo'n huishou
den. Do kinderen moeten opgevoed worden
om ite werken en hun eigen levensonderhoud
te verdienen en van wie zouden zij dat loe
ren, als ik heb hen niet voordeed? Van mijn
familie is nooit iemand aan de bedeeling ge
weest."
En de oude vrouw had gewerktmen
stond er verbaasd! over, hoe zij de kinderen
(twee waren gestorven) groot gekregen had
maar grooter dan die verbazing was de
eerbied, dien men' voor de grootmoeder ge
voelde, en toen dan ook de eenigo jongen die
andter het zestal was, niet deugen, wilde, kon
hij niet beter doem dan het dorp te verlaten
en in! Amerika zijn troost te zoeken, want
men kon. van de dorpelingen niet verwachte'.,
dab zij! herni uit pure liefde voor zijn groot
moeder niet eens hun minachting zijnen 1-
wege op gevoelige wijza zonden doen blijken.
Hij ging en grootmoeder en Lily (de
twee andere meisjes waren gebrouwd) werk
ten zich de nagels van de vingers om de d'oor
hem gemaakte schulden, te betalen, want
„onze naam, zei Lily, „niet waar grootmoe-
dier, onze naam mag niet bevlekt zijn en dan,
hoe zou Charlie ooit weer tot beterschap ko^
men, indien hij gedrukt werd door dien ge-
sohandvlebben naam, ©u hij zal zich b e
heren, ik ben er zeker vam; wij hiebben hem
zoo lief, dat hij niet fuecht kan! blijken."
Mosjes-illusies, lezer 1 Wie gelooft nu nog
aan. de kracht der liefde in onze <1 lagen Wie
er aan gelooft? Lily en elk met haar, die
werkelijk lief hoeft en geen verontschuldiging
zoekt voor gebrek aan liefde.
Ik moeb wat kort antwoorden, want er ia
nog veel te vertellen.
van liet particulier initiatief het hoofdargu
ment ware geweest voor het verzot tegen
deze regeling. Dat de beer Geerteema, wiens
oprechtheid niet in twijfel kan wo**den ge
trokken, en wiens vastheid von overtuiging
steeds eerbied afdwong, aan den avond van
zijn in dienst van den Staat zoo welbesteed
leven, voor die redenen niet is gezwicht en
het woord niet heeft gesproken, dat mis
schien de wet had! kunnen redden, wij
kunnen niet anders zeggen, dan dat ons ver
stand1 er Voor stil staat, zoo iemand', dan
had hij de indteitrieelen kunnen overtuiigen,
dat de regeering niet anders kon handelen
dan ziij deed, em dat haar belofte, dat zoo de
logica der feiten tot een wijziging van haar
stelsel dwong, zij tegemoetkomend zou zijn,,
hun moert volstaan. Van die indhstrieelen
vernam men geen woord meer, ofschoon toch
de argumenten vam den Minister van Wa
terstaat eenig ander antwoord dan het „te
gen" bij de stemming wel hadden verdiend.
Alzoo .blijft geheel duister, hoe zij kunnen
volhoudem, dat de regeling noodeüoos duur
zal zijn, dat zij, van ambtenaren alleen af
hankelijk zullen zijn, dat oen processen af
snijdende regeling den industrieelen vrede
verstoren zal.
Aldus ziet het regeeringsorgaan het con
flict:
Maar zoo iets zonneklaar gebleko is, dan
is liet wel di'fa, dat heb privaatrecht der juris
ten Mor dem eiseh van het algemeen lieefb
overstemd, B'ij de meeste tegenstemmers was
d© quaestio: novelle of geen novelle, van
volstrekt geen heteekenis. De juristen in deze
Kamer eischten een privaatrechtelijke rege
ling, die de Tweede Kamer zeer beslist met
gewild heeft, die de minister-president even
stellig verklaarde niet te zullen voorstellen.
Do Eerste Kamer heeft dus willens en we
tens een conflict in het leven geroepen niet
slechts met de regeering, maar ook met de
Tweede Kamer. Hev was vooral de Minister
van Justitie, die dit zoo holder in heb licht
stelde, dla't niemand te dien aanzien onwe
tendheid kan voorwenden, en zoo men blijk
baar zich stiet aan den. nogal scherpen toon
en eenïge weinig „deftige" gezegden, die hij
aicli ontvallen liet, dan mag men bedenken,
dat het waarlijk geen Heinigheden gol'd,
maar in waarheid twee wereldbeschouwin
gen die in botsing kwamen, ook niet ver
geten, dat de buitengewone arbeid in de
laatste weken van dezen bowintibman aldus
gevorderd, eenige overprikkeling mag veront
schuldigen. Hoe weinig velen in de Eerste
Ka/mer voelen voor de politiek, die in de te-
genwIooriAigo socialo omstandigheden gevor
derd wordt, kwam op ongezochte wijze aan
het licht, toen de lieer Hein den minister,
die van „sociale politiek" sprak, met zichzelf
in tegenspraak zocht te brengen door te her
inneren, dat hij toch in de Tweede Kamer
zich tegen 'sheeren Troektra's „socialistische
politiek" verzet lmid. Het ondensaheH ont
gaat, naar liet schijnt, den heer Hein en ve
len met hem. Voor de rechtsom Wikkeling
„Grootmoeder, het moet! Geloof niet, dat
ik het voor mijn pleizier doe. Maar het kan
niet anders en. dan Ik kom terug; over
drie jaar, wel voor veertien dagenEn dan
zie ik u weer en ons dak en onze vrienden en,
wie weet, grootmoedier, is dam Charlie niet
hier om mij op te wachten. O, toe, grootmoe
der, maak mij het afscheid niet moeilijk,
ik
Och, lezer, ge kunt heb u wel voorstellen,
dat heb meer dan dringend noodzakelijk
moest zijn, dat het meisje den dienst in Lon
den aannam om haar afscheid te doem ne
men van de plaats, waar zij geboren was in
heb Schotsch© dal, van de vrienden harer
jeugd!, van den dominee, die haar voorbereid
de voor heb lidmaatschap der kerk, van haar
grootmoeder, die reeds zoo oUd en zoo dicht
nabij hot graf was.
En ge kunt heb u ook wel voorstellen, dab
de grootmoeder slechts noode zweeg en dat d'e
buren slechts uit een; gevoel van de zwaarte
van het afscheid niet spraken van heb leed
wezen, dlab zij gevoelden.
Dit iis niet te veel geëischt van het voor
stellingsvermogen van den sympathiseeren
den.' lezer en den niet sympathiseerenden,
dit alles te schetsen, zou verloren moeite
zijn em die inkt 'niet waard om hot te schrij
ven.
Wie niet kan gevoelen den adel eener ziel,
zal dien niet door een beschrijving loeren en
wie een poging er toe doet, zou gaam bezien
door een materiafistischen, athei'stischen of
egoxsbisebem bril, zou niet dien schrijver (dat
ware minder!) maar den adlel zelf beleecbgem
en voor zoo iets wemschen wij, den lezer to
behoeden.
Drie jaren waren omgegaan ©n Lily was
niet in. Augustus, zooals afgesproken was,
thuisgekomen. De kinderen in haar betrek
king: wanen ziek geword'em en zij' had! zo opge
past. Zelf was ze nu een weinig, niet veel,
een lfeel klein beetje maar sukkelend.
„Dat zullen we wax," zei d» scherpe tong,
waarover we den lezer eenmaal Onderhielden,
der laatste tientallen van jaren mist men
in dezen dampkring het zintuig. Dat pu
bliekrechtelijke regeling op liet gebied der
sociale verhoudingen menige privaatrechte
lijke vervangen moet. men ziet het niet. Wij
zullen ons wel wachten te beweren, dat wie
ritoh zoo dapper geweerd hebben tegen deze
wet, voor de nodden van den werkman niet
voelen, togen geldelijke opofferingen opzien,
hem aan zijn recht niet willen helpen; men
is eenvoudig zoo door aanleg en. beroep, door
'de gansdlie richting van het denken, en door
dc-n invloed van het milieu, waarin men ver
keert, in zekere redlitsbesohouwingen bevan
gen, dat men van het belang om ter wille
van den socialen vrede een andere rechts
ontwikkeling te bevorderen, niets bevroedt.
En de gevolgen vraagt het »Vad." Wij
wenschen geen overhaast oordeel neer te
schrijven. Slechts ditpast op hen, die zoo
naief bij voorbaat politieke beteekenis aan dit
votum ontzegden, niet het etiket van «poli
tieke onbewustheid", eens door den fijnsten
politicus van deze Kamer aan een vorig
Kabinet opgedrukt?
Het «Dagblad" meent dat het Kabinet moet
heengaan. De vraag
«Wat zal nu de Regeering w e 1 doen
beantwoord het aldus
De Minister van Financiën heeft het niet
willen zeggen.
Maar wel heeft hij gezegd wat zij n o o i t
zal doen: de indiening van een wetsontwerp
op privaat-rechlelijken grondslag.
Doch dan is de weg duidelijk aangewezen
voor wat het Ministerie wel heeft le doen.
Het heeft plaats te maken voor een Kabinet
dat, steunende op het algemeen gevoelen in
de Tweede en in de Eerste Kamer, dat het
recht van den werkman op schadeloosstelling
ten volle moet worden verzekerd, een wets
ontwerp zal indienen waarin dat recht zal
worden uitgewerkt op een wijze, waardoor
bestaande toestanden niet zullen worden ver
stoord, waardoor de band tusschen werkman
en werkgever niet zal worden verbroken,
waardoor niet de eerste stap wordt gezet op
den weg van het Staatssocialisme, die regel
recht voert naar het anarchisme.
D i t nu heeft het Kabinet w e l te doen.
Dc „N. It. Cfc." heeft den uitslag, die na
de schriftelijke en mondelinge behandeling
in de Eerste Kamer wel niet onverwacht
komt, met groot leedwezen vernomen. Het
blad hlad nog hoep, had gedacht dat „de Ka
mer voor de zware verantwoordelijkheid van
een afstemming, die alles op losse schroeven
zet, ten slotte zou terugdeinzen".
Een novelle toezeggen in den geest der
amendementen Beaufort en Lohman, kon de
rogeerdng, volgens de „N. It. Ct." moeilijk,
met het oog op heb voorgevallen? dn de Twee
de Kamer, waar geen van deze beide amen
dementen. een. meerderheid had verkregen. Zij
„dat zullen we zien," en tot do vriendten zei
hij, „ik ga naar Londen voor mijn plairier
(en de vrienden dachten, dat hij gek was ge
worden) en tot de oude grootmoeder zei hij
„ik zal eens bij Lily gaan kijken en ik
breng haar mtee."
Hij vond hot prachtige huis en de rijke
Lady. Da knecht kon hem eerst niet binnen
laten., zoo maar; doch wie uit Schotland
naar Londen, komt om zich te overtuigen wat
er geworden is vani oen dorpsmeisje laat zich
niet door een! knecht afschepen en het moei)
gezegd worden', dat de Lady van dezelfde
meecning was en den eenvoudigen man te
woerd stond met een flux de boaiche en een
neerbuigend© vriendelijkheid, die hem zeker
zouden getroffen! hebben, als hij niet de on
gelukkige gewoonte had gehad, van meer te
luisteren, naar wat niet, dan naar wat wel
gezegd werd.
„Grant," in Londen noemt men een
dienstmeisje nooit bij den voornaam „was
trouw geweest en eerlijk en ieder had haar
lief »n toen de kinderen roodvonk kregen,
toen had zij wat heusck iots bijzonders is
voor elen dienstbode zich letterlijk opge
offerd. Een paar andere van die meisjes wa
ren heengegaan, maar Grant heeft zich goed
gehouden en wijl konden gerust naar ons
landgoed gaan. Toen wij terug kwamen en de
kinderen beter waren, toen begon! Grant een
beetje to hoesten (ik heb ze nooi't voor erg
sterk aangezien) en eens op een nacht (ze
hadden mij eigenlijk er niet bij moeten roe
pen, want het was te akelig), toen had ze
vreeselijk bloed! opgegeven, (er was een bloed-
aartje gesprongen., denk ik), cm ofschoon ik
wilde hebben, dab ze naar een dokter zou
gaan, deed zij het toch niet (dat is altijd met
die schepseltjes zoo) en en u begrijpt,
dat, nu zij ziek is geworden, bepaald ziek,
ziet u, nu moesten wij ze naar heb gasthuis
zenden; haar hier to verplegen, begrijpt
u
„Of ik het begrijp!" zei db scherpe tong,
„heel goed, te goed mevrouwGrant was
kon zo moeilijk doen, ook omdat zij. zoodoen
de den schijn op zich zou geladen hebben op
de Tweede Kamer een pieesie uit te oefenen
en Jiaar in haar vrijhed va x betsl'ssing te be
lommeren, zonder zeker te zijn dat dit goed
zou verdon opgenomen.
Terwijl liet blad de gevallen beslissing
zeer betreurt om de gevolgen voor den
werkman, d'ie thans voorloopig van de ze
kerheid beroofd is, dat hij bij een ongeval,
dat hem treft, niet l.roodeloog en zijn na
gelaten naaste beteekkingetn niet geheel
onverzorgd zullen staan, stelt het zich ook
de .vraag: „Moeten wij zeggen, d?t wij
haar ook betreuren om de politieke gevol
gen, die zij zal hebben
Due vraag beantwoordt liet aldus:
Er zijn drie oplossingen mogelijk: lo.
Ontbinding der Eerste Kamer, 2o. heen
gaan, 3o. aanblijven van het Kabinet.
Een ontbinding der Eerste Kamer lijkt
ons niet aangewezen. Wel zou daartoe aan-
leïddg bestaa, als in de Eerste Kamer do
meerderheid stond op not standpunt vam die
enkele juristen in haai* midden, -die zich zoo
bijzonder geweerd hebben als bestrijders van
het ontwerp. Hun oppositie was principieel,
tegen het karakter der sociale .politiek van
dte r-egeering geridhit. Zij1 wilden de verzeke
ring .van werklieden tegen geldelijke gevol
gen vtan ongevallen in ffiun .bedrijf alleen
langs prdwaatrechtelljken weg geregeld zien.
Bij nieuwe verkiezingen ware hierover
een principieele beslissing van de Provincia
le Staten uit te lokken. Maar wij zdjn over
tuigd, d'at db meerderheid' der Kamer niet
aan de zijde van dezo oppositie standi. Er
was een deel dei* Kamer, dat overwegend bo-
zwaar had tegen, het centraliseerend tkiairlak-
'ter van het regearimgsombwerp, ©n had! d!e
regeering dit dleel bunnen winnen, de over
winning ware- aan haar verbleven. Het be
zwaar van deze leden kan de regeering, in
verband! met haar bending in de Tweede
Kamer, ton aanzien van het aïnendement-
LohnUrn en speciaal ten aanzien van liet
amondtement-De Beaufort, niet anders be
schouwen dan als van lecbndsdhen aard. Zou
den d'e Provinciale Staten nu geneigd zijn,
deze quneatie zoo sdherp te stollen, dat zij er
he'b stehibboleth van maakten voor herkie
zing of verwerping der aftredende leden
Sterfte twijfel is hier geoorloofd.
Een tweede oplossing is het heengaan van
hot Kabinet. Zeker, het gevallen ontwerp
Was or een van hoogst belangrijken aard.
Niet minder dan drie ministers waren er bo
vendien! direct mee gemoeid en de overigen
hadden er natuurlijk hun goedkeuring aan
gesclioken. Maar moet het Kabinet daarom
zijn taak neerleggen Als wij de gevoelens
van do meerderheid der Eerste Kamer juist
opvatten, zeggen wij stelligneen. De wet
is dan gevallen op een punt, waarvan de re
geering zelve in de Tweede Kamer geen por
telend le-quiaestie maakte, tot welles opneming
in de wet zij zelfs haar redlaetioneele hulp
verleende.
goed genoeg om zich te vermoorden voor uw
kinderen en voor uw pleinermaar lie't teo-
neel van den moord zou uw zwakke zenuwen
te zeer aandoen Ge hebt Grant behandeld,
zooals ge uw paard niet 20udfc behandelen
ge zijit een groote dame en Grant is een
dienstmeisjegij hebt een adellijk wapen op
uw koets, maar Grant heeft den adel in de
ziel. Zeg mij, waar zij is 1"
Het klonk gebiedend uit den mond van
den kleinen man en de Lady was onthutst
„Ze kan natuurlijk twee maanden extra
loon krijgen
„Geen cent meer dan zij Verdiend beeft;
waar is zij
Aan het hospitaal was Lily niet meer, en
de scherpe tong werd alweer kwaad, maar hij
kreeg het adres van den dokter, die Lily had
laten vervoeren naar zijn eigeu huis en haar
daar verzorgde.
Wat beteekende dat? De scherpe tong zou
het zien.
Lily zei, toen zij bekomen was van de
vreugde van het weerzien van een oud vriend',
dat zij zoo gehuild had in het hospitaal, om
dat zij het zoo verschikkelijk vond te sterven
onder zooveel vreemden en dat 'toen d'e dok
ter was gekomen verbeeld je, een man uit
Schotlanden nog wel eva verre bloedvex--
want van den: dominee uit een naburig dorp
en dat hij toen o zoo vriendelijk was ge
weest en haar nu hier, in die mooie kamer,
liet Verplegen.
„Zoo," zei de scherpe tong, en hij, kreeg een
vrecselijkö Meur op zijn oud gezicht, want
hij was niet vriendelijk geweest tegen den
dokter.
Toon hij heenging, zoclib hij den dokter op
om vergiffenis te vragen voor zijn harde
woorden, maar die dokter zed
„Man, je vergist jo; het is puur medisch
egoism©ik wilde het' geval van Lily bestu-
deeren en dat kan ik hier gemakkelijker doen
d'an in het hospitaal.
„Dat begrijp ik," 2ei de scherpe tong; „er
schijnen in Londen veel leugenaars te wonen,
Mag zij dan nu den bijl of liever den
troffel er bij neerliggen
Bij de beantwoording van die vraag nemo
zij. in aanmerking den stapel werk van
hoogst belangrijken aard, dien zij aan de
volksvertegenwoordiging heeft voorgelegd en
waarvoor zij ongetwijfeld ook de medewer
king d'er Eerste Kamer zal verkrijgen. Al
dat werk zou onafgedaan blijven. Ben nieuw
ministerie en welke samenstelling zou
dat moeten hebben zou in het neg over
blijvende deel van de legislatieve periode
wel niet veel meer dan uitrichten d'an de
l'oopende zaken afdoen. En dat hij1 zooveel,
dat tot afdoening, in het belang van ons
volk, dringt!
Bovendien is het mogelijk, dat het tegen
woordige ministerie na de algemeen© ver
kiezingen van 1901 aan het bewind blïjift en
dat de voorbereiding van zooveel belang
rijks onafgedaan zal' blijven, niet verloren
gaat. Ook deze mogelijkheid zou door het
heengaan van het' ministerie verspeeld wor
den.
Het blad besluit met den wensdi1 uit te
spreken dat de regeering een nieuw ontwerp
in zal dienen
Li de Eerste Kamer zelve is te kennen
gegeven, da't men met deze regeering eeni
nieuwe in te dienen Ongevallenwet zou wen
schen af te doen. Welnu, zou het onmogelijk
zijn, dat de regeering, rekening houdend©
met de technische bezwaren der Eerste Ka
mer, en door do verwerping van hot tegen
woordig ontwerp vrij tegenover de Tweede,
spoedig een nieuw ontwerp indiende, waarin
aan die bezwaren werd tegemoet' gekomen
en dat beide Kamers bereid werden gevon
den dit zoo spoedig te bel andelen en aan te
nemen, dat het nog in het volgende zittings
jaar wet werd Zij, ten wier behoeve de web
tel'ijlke regeling moet dienen, zouden daar
mee, dunkt ons, heb meest zijn gebaat.
De «Residentiebode" gelooft niet dat de ver
werping politieke gevolgen zal hebben. Het
zegt
De regeering zal dus vermoedelijk wel ko
men met een wetsontwerp, dat het publiek
rechtelijk karakter van het verworpen wets
ontwerp handhavende, de zaak zal zien te
regelen op een minder centralistischen grond
slag. Dat de heer Lely zich daartoe alsnog
zou leenen en niet met zijn wetsontwerp zou
heengaan, hadden wq niet verwacht, maar
betreuren wij daarom niet.
Hij kan toch met een beetje goeden wil
opperbest zorgen, dat de werklieden van de
verwerping geen schade lijden en lang en
breed een andere wet is aangenomen voor
het tijdstip, waarop die, welke verworpen is,
zou zijn in werking getreden. Er was daar
mede toch minstens nog een paar jaar heen
gegaan.
Het blad brengt overigens een eeresaluut
aan de ministers Pierson, Cort van der Lin
den en Lely, vooral de beide Iaatsten, voor
hun verdediging der wet.
maar ze zijn niet allemaal van. dezelfde soort.
Er zijn er ook, die liegen om beter te schij
nen dan ze zijn
En1 hij dacht om de leugens, die hij zelf
tegen Lily had gezegd, toen het arme kind
verdrietig wa® over de onhartelijkheid1 van
haar Lady. Wat had hij gelogen! Mevrouw
was eiken dag tweemaal aan liet hospitaal'
komen vragen met rijtuig en al en, zo had
20 pond! in louter goudstukken gegeven! (het
waren zijn eigen spaarpenningen), waarvoor
Lily zich maar koopen moest wat rij wilde,
cn dc Lady was zoo lief en zoo vriendelijk
geweest, o, zelfs voor hemi, louter uit achting
voor Lily. Dab had het arme kind de ge
moedsrust en hot geloof aan dö memschheid
hergeven.
Lily stierf en hij nam haar lijk mee naar
Schotland, waar hij weer allerlei leugens ver
telde omtrent het aandeel, dat de Lady in
de begrafenis had' gehad, maar van de dokter
zei hijdie man zou waard zijn onzen dokter
de hand te geven' en meer zeg ik niet.
„Dan. moet hij een ©del mensck rijn," ant
woordde het dorp.
Bn aan Charlie schreef hij een brief, waar
in stond: Jongen, als ge naar hier terug
komt, d'an behoeft ge niet bang meer te zijn
voor de eehuldeischersLily betaalde hen
met haar leven. Ge zult terugkomen harer
waardig, want rij' heeft bet gezegd'.
Lang, lang daarna is Charlie teruggeko
men en hij heeft geweend op het graf zijner
zuster en op dat van rijn grootmoeder.
Geloof in deugd is adel der ziel en de in
vloed van d'en adel adelt.
Meer zeggen wijl niet.
Vader Willem.