No. 10305.
Uit één wieg.
54'" Jaargang
Dinsdag 31 Juli 1900
eg»
Kennisgeving.
Koning Humbert vermoord.
KENNISGEVING.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal"Voor Schiedam en "V laar dingen 11. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
BureauBotcrstraa([68.
Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Meinm advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam,
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het
kohier no. 1 der plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, dienstjaar 1900/1901, den
lOden Juli 1900, door den gemeenteraad
vastgesteld en den 23sten Juli daaraanvol
gende door heeren gedeputeerde staten dezer
provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der
gemeente ter invordering is uitgereikt en in
afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen
van heden, op de secretarie der gemeente voor
een ieder ter lezing is nedergelegd.
Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen
aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op
straffe van vervolging volgons de wet.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet
behoort, den 30sten Juli 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Mr. W. H, JANSEN, L B.
De Secretaris,
O J. BISSCHOP.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij doze ter kennis van de ingezetenen:
Dat „liet kohier der Personeelo belasting no. 8
dezer gemeente, over het dienstjaar 1900, door
den heer directeur der directe belastingen te Rot
terdam op den 26en Juli 1900 executoir verklaard,
op heden aan den ontvanger der directe belastingen
ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder
verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen; alsmede dat heden de
termijn van zes weken ingaat, binnen welken de
reclames tegen dezen aanslag behooren te worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 30sten Juli 1900.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. W. H. JANSEN, L. B.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 30 Juli 1900.
De Eeuw van Geweld zoo zat men de
zieltogende cyclus van honderd jaren kunnen
noemen, die met zoo tallooze eerenamen is
gerierd. Onze eeuw is er eene van geweld
pleging. van staatsgrepen en omwentelingen,
van politieke aanslagen en koningsmoorden.
Weer is een die stond in de rijen der vor
sten, door moordenaarshand gevallen.
Gisteravond te 40 uur is Koning Humbert
van Italië vermoord. De Koning had een
gymastiekfeest bijgewoondop den terugtocht
trol hem de kogel van Angelo Bristi, ver
moedelijk een der rampzaligen wien de treu
rige waan dat de dood van een hoogge
plaatste het menschdom ten zege kan zijn,
het noodlottige wapen iu dejiand duwt.
Men heelt den dader gevatwat baat het
Na vijftig jaren besteed ten dienste van Italië,
waarvan twee-en-twintig op den troon, heeft
de jjtweede koning van het Vereenigd Italië
Een. roman
VAN
IDA BOY-ED.
24)
Een onibed'wingbaar verlangen was in haar,
meer met hem te spréken, meer van hem te
vernemen, Zich zelf op de proef te stellen, of
zij iets verschrikkelijks van hem zou kunnen
gelooven of niet.
„Heb was een nare, treurige tijd," begon
zij en ging onwillekeurig dichter naar het
raam toe. De avond van dm voorjaarsdag
viel, en uit heb inwendige dér kamer trok
zich het licht terug, daarin, een. grauwe sche
mering achterlatend.
Malve zette zich nedecr en wees naar een
stoel die 'tegenover haar stond. 'De tafel, die
Walcker aJa een onmisbaar vereischte voor
een rustig gesprek Aangeduid had, ontbrak
ook hier niet. Het was een rooktafeltje, en
oeu fantastische groep stond daarop, waar
men sigaresnpunhjes in een vuurtoren kon af
snijden en dé asch in een roeibootje kon laten
vallen.
Maurach zette zich' neder.
„■Ben heel treurige tijd," herhaalde Malve.
Hij kéék haar juist aan. Het scheen, alsof
tij er op wachtte, totdat zij.' verder zou spre
ken,
„En u heeft mij dien verlicht."
Baar hij aldoor nog (bleef zwijgen', waagde
tij het eindelijk, hem aan te kijken.
Met warmte rustte haar Mik op hém. "Wei-
op zoo treurige wijze zijn leven moeten
eindigen.
Het is niet gemakkelijk in enkele woorden
te zeggen wat Humbert Reinier Karei Ema
nuel Johao Maria Ferdinand Eueenius van
Savoye voor Italië is geweest. Zijn regeering
is zeer moeilijk geweest, en het moet hem
lot een hooge verdienste worden aangerekend
dat hij steeds die leiding wist te geven, die
manneD te kiezen, dat het zwakke Italiaan-
sehe scheepje de vele klippen die zijn bestaan
bedreigden vermocht te ontzeilen.
Op één punt en als het meest belang
rijke juist in verband met 's lioriings uit
einde, dient dit het eerst genoemd heeft
Umberto zijn land niet kunnen brengen, waar
hij het gaarne wilde zien.
Want Italië moge zijn getreden in de rij
der groote mogendhedenzjjn leger en vloot
moge in aanzien zijn by de machthebbers
der wereldhet moge zijn de vriend en
bondgenoot van Duitschlaud en Ooslenryk
en juist sinds kort aangename relaties onder
houden met Fiankryk en Rusland; Enge
land moge al prijs stellen op goede betrek
kingen met het koninkrijk derApenijnen
dit alles neemt niet weg dat Italië is een
arm land, arm in dien zin dat de staatshuis
houding zelden een financieel evenwicht kent
dat een groot deel der bevolking in diepe
ellende leeftdat het is een land van honger
oproeren en revolutionairen van allerlei gading.
Is dit een verwijt aan koning Umberto?
Geenszins. Wie de Europeesche politiek der
laatste kwarteeuw kent weet hoe moeilijk
de positie van het Vereenigd Italië is tusschen
de staten van Midden-Europa.
In 1873 had Italië steun gezocht by den
Driekeizerbond (Duitschiand, Oostenrijk en
Rusland) om schrap te kunnen staan tegen
Frankryk dat in die dagen (na Thiers'val in
1873) zich in de armen van het ultraroonla-
nisme had geworpen.
Maar slechts weinige jaren later dwong
o. m. de vijandelijke gezindheid van het
Italiaansche volk tegen Oostenrijk den Drie
keizerbond los te laten eo meer steun te
zoeken bij het inmiddels radicaal-geworden
Frankrijk.
Helaas, Frankrijk bleek een trouweloos
vriend. De in-bezit-neming van Tunis, alles
zins behoorende tot de Ituliaamche belangen
sfeer, verwijderde Italië van Frankrijk. Eerst
vond het steun bij Engeland en zocht zijn
bed op den weg van kolonisatie in Oost-
Afrika, een paJ dat later met wreede dooi oen
beplant bleek te zjju.
Maar spoedig kwam er aan de weifelende
staatkunde een einde.
De band die Robilant reeds in 1887 had
aangeknoopt met Oostenrijk en Duitschiand
door Italië's toetieden tot den toen-wordenden
Driebond, die de handhaving van den Euro
peesehen vrede beoogde, werd aanmerkelijk
versterkt door Grripi, vooral ook door de
herhaalde vorstelijke samenkomsten.
De Driebond heelt Italië's aanzien belang
rijk verhoogd Maar op den oeconomischen
toestand heeft hij een even grooten invloed
gehad, helaas, in nadeeligen zin.
Want de Driebond heeft tot het uiterste
gehuldigd de leer: sWilt gij den vrede, rust
u ten oorlog". En 't financieel-zwakke Italië
moest evenals 't evenmin steike Oostenrijk
volgen op den weg door Duitschiand aan
gegeven.
ke mooie oogen had 'hijVan deze oogen
ging een glans uit, die zijn geheels gezicht
adelde en daaraan beteekenis gaf. Neen
zoo zag geen man er uit, die een misdaad op
zijn geweten had
En een, zeker iets ging er van die oogen
uit, als ware het een macht, die haar 'beval,
verder te spreken, haar gedachten te open
baren
„Heb was mij1, als zou ik, na dé achter ons
liggende treurige gebeurtenis, in de nieuwe
levensperiode, die mij wacht, niets kunnen
en mogen beginnen, zoolang ib mijn. dank
daarvoor niet tegenover u uitgesproken had."
„Ik bob slechts mijn plicht als geneesheer
gedaan," zeide hij.
Dat was de sympathieke stem, welker
klank haar dierbaren vader zoo goed gedaan
bad.
„O neen," verzekerde zij vol vuur, „ik ton
wel is waar nog jong, en wij hebben nietv *1
ziekbedden in dé familie gebad', maai dat
weet ik toch wel, dat slechts hij aan lijden
den zooveel goed kan doen, die zelf geleden
heeft."
Zijn gezicht werd somberder.
„Ik ben een kerngezond man, juffrouw."
zeide hij. „U maakt verkeerde gevolgtrek
kingen."
„Ik bedoel zielelijden
Maar terstond daarop had zij' reeds berouw
over deze woorden. Zij Verbeeldde zicli, dat ar
een "dringende gloed uit zijn oogen straalde,
dlat zijn mond zich vertrok.
„Ik? Zielelijden?" vroeg hij doodeen
voudig en volkomen kalm.
Maar dit niet alleen. Frankrijk verklaarde
Italië den oorlog, een oorlog met oecono-
mische wapenen, met tarieven en wetsbe
palingen, een oorlog die Italië bijna lot den
bedelstaf heeft gebracht.
Eerst niet lang geleden is Visconti-Venosta
er in geslaagd een behoorlijk handelsverdrag
met Frankrijk te sluiten.
Italië is een arm land en het is een land
van innerlijke verdeeldheid. Nog is het Va
lkaan onverzoend en duurt de strijd voort
tusschen het officieele en het clericale Italië.
Maar naast dien strijd woedt een andere; tus
schen monarchie en republiek, en nog heftiger
woidt de bestaande maatschappelijke orde
aanhoudend besprongen door het revolutionair
socialisme.
Wie herinnert zich niet de laatste bloe
dige opstonden, den mislukten aanslag op
den Koning te Rome, het laatste constitutio
neel conflict, onlangs de weigering van den
Turijnschen gemeenteraad om den Koning
te begroeten
Arm Italié! Het heerlijke land, waaraan
de menschheid zooveel goeds en schoons dankt,
het wordt verscheurd door met zuidelijken
hartstocht gevoerden burgerstrijd, in het leven
geroepen door uiteenwijkende overtuigingen,
verscherpt door materieele moeilijkheden.
Koning Humbert is het slachtoffer gewor
den van dien nimmer-verzwakkenden strijd.
Moeilijk was de toestand toen hij de kroon
op het hoofd zettemoeilijker zijn de om
standigheden waarin hij zijn land achterlaat.
Koning Humbert was 14 Maart 1844 ge
boren. Hij nam persoonlijk en verdiensteljk
deel aan de oorlogen van 1859 en 1866
aan het hoofd eener divisie dekte hij met
-ucces den terugtocht van het Italiaansche
leger na den nederlaag bij Custozza.
Na de bezetting van Rome in 1870 werd
de Kroonprins benoemd tot gouverneur der
stad.
Twee jaar te voren, 22 April 1868, was
prins Humbert in het huwelijk getreden
met zijn beeldschoone nicht Margarelha, nog
de lieveling van het Italiaansche volk voor
zoovei re het niet behoort tot het koning-
hatende soort.
In Juni 1872 bracht het prinselijk paar
voor liet eerst een bezoek aan het Duitsche
hof en legde daar den eersten steen voor het
gebouw der vriendschap tusschen beide landen.
Den 9den Januari 1878 volgde Humbert
zijn vader Victor Emanuel, den grondlegger
der Italiaansche eenheid, op.
Zijn eenige zoon, die den naam van zijn
grootvader draagt, werd 11 Nov. 1869 ge
boren. Hij is gehuwd met de schoone dochter
van den Vorst der Zwarte Bergen.
Den 31-jarigen Koning wacht de taak
Italië te maken tot een land van orde en
rust. Zal hij slagen
Zutd-Afrlba.
De Boeren trekken steeds terug1 en laten
de Engelschen kalmpjes verder h'et land
intrekken.
French, weder de voorhoede aanvoerend,
is nu te Middelburg. Pole Carew volgt hem
hij staat te Biugspruit een twintigtal mijlen
vóór Middelburg.
Het is niet van belang ontbloot den op-
marseli der Engelschen eenigszins nader te
bezien, voor zoover dit mogelijk is.
Maar Malve was tegenover hém niet in
can stemming ora eenvoud en kalmte te kun
nen. erkennen. Hij was voor haar zoo onuit
sprekelijk interessant.
Heb kwam haar voor, als zat zij hier mét
de uitdrukkelijke taak, hem wel te doen, hem
to bewijzen, dat zij niets kwaads hoegenaamd
van hom kon gelooven.
Met gloeiende wangen en eten zooveel mo
gelijk natuurlijk glimlachje zei dé zij vol
vuur: „Als men zoo eenzaam leeft als u,
dokter, -dan geeft men aan <ïe inenschen let
terlijk de gelegenheid om romans mt te den
ken. U moest een weinig mcor in gezelschap
pen komen, opdat de wereld u loere kennen
en waardeeren, zooals wij ti hebben leeren
kennen."
Hij zag haar in de oogen. Het was een
diepe en goedhartige» blik, on het Weemoedi
ge glimlachje, dat -er om zijn lippen spoelde,
greep haar hart geheel aan.
/De mooning der wereld is mij onverschil
lig," zeidei hij langzaam. „Ik heb nog nooit
gezien, dat de eene menseli den anderen vol
komen 'billijk beoordeelt." Het scheen, als
sprak 'hij ongaarne daarover. Hij zweeg even,
voordat h'j voortging. „Heb geschenk va.n
uw goede meening omtrent mij neem ik
gaarne hier mee vandaan als het eenige
hier verkregen bezit."
„Gaat u hier dan vandaan riep zijl met
zulk een onverholen schrik, dat hem het hart
sneller begon te kloppen.
„Ja. Het is mij niet gelukt, hier vasten
voet te krijgen. Yam de weinige praktijPc, die
ik hier heb, kan ik niet leven. Ik ga zonder
Wij vinden in de Engelsche bladen in zijn
geheel het telegram dat lord Roberts den
27sten uit Pretoria verzond. Daarin zegt hy
sFrench en Hutton zetten den 25en de
vervolging voort. De eerste trok de Olilants-
rivier over en kon van den hoogen oostelijken
oever Middelburg zien liggen. Hij zag ook
dat de vijand in groote wanorde terugtrok,
terwyl de hoofdweg ten Noorden van den
spoorweg verscheiden mijlen ver vol ruiters
en wagens was.
»'s Vijands achterhoede was toen ongeveer
11 K.M. van ons verwijderd. Onze bereden
infanterie stond nog ten Westen van de rivier;
de avond viel en het stortregende, zoodat het
onmogelijk was, den vijand toen verder te
vervolgen.
ïHet was een verschrikkelijke nacht. Niet
alleen viel de regea bij stroomen neder,
maar er woei een hevige oostenwind die
het in het bivak zefer onaangenaam mankte.
Een officier stierf van koude, en de sterfte
onder de muilen en ossen was groot. De
mannen namen hun beproevingen niet zwaar
op, en waren zoo opgewekt mogelijk toen
ik hen gisterenmorgen zag."
Veel nieuws leeren wij er niet uit. liet
belangrijkste lijkt ons het feit dat de Engel
schen te kampen hebben met hoogst ongun
stige kümaatsinvloeden.
Inlusschen is Bulier nog altijd te Stander-
ton, en Roberts bericht over de afge
slagen aanvallen der Boeren op Vlaklangte-
station Donderdag l.t, geeft ons den indruk,
dat Bulier zyn reputatie getrouw blijft. Hij
kan weer niet verder en zal eerst overwin
ningen behalen alsde Boeren het goed
vinden.
Dienzelfden 26sten was de «poorweglijn van
Johannesburg naar Natal tot Heidelberg her
steld. De gemeenschap met Natal was dus
weer in orde. Wij zyn benieuwd voor hoe
lang.
Uit den Vrystaat geen nieuws van eenig
aanbelang.
Uit Roberts' telegram van den 27sten blijkt
nog dat Barton uit Krugersdorp meldde dat
hij den spoorweg verkend had naar het
station Bank, waar men den 19en een trein
had laten ontsporen. Hij had Melhuen, die
den spoorweg van Krugersdorp naar Pot-
ehefstroom bereikt had en op Potchefstroom
aanrukte, vau proviand kunnen voorzien.
In het Kaapsehe parlement werd het debat
voortgezet over de krijgswet.
Terwijl wij dit schrijven, bereikt ons het
telegram uit Kaapstad, verpletterend in zijn
stellige kortheid, dat de Viijstaatsche generaal
Prinsloo zich bij Fouriesbrug met niet minder
dan 5006 Boeren onvoorwaardelijk heeft over
gegeven.
Zou het waar zijn En zoo ja, waarom
deze overgave? Zou dan toch het veel
gesmade Engelsche cordon gelukt zijn, en is
De Wet slechts met een kleine schare bijtijds
ontsnapt?
Het is een verbijsterend bericht, aan welks
waarheid onze sympathie met de Boeren
weigert te gelooven.
Maar als het waar blijkt
De Zuid-Afrtkaanschc Mali.
Heb „Hblwerdl welwillend in staat ge
steld -den. volgen den brief op te nemen van
iemand thans bahooremd© tot den staf van
leedwezen, heen. Bijna kan ik zeggenVreemd
ben ik hier gekomen, vreemd verlaat ik dezo
stad."
„Dat is heel treurig Dab spijt mij
erg heel erg," fluisterde zij.
Hij» haalde even de schouders op.
„Treurig? Het is mij onverschillig, vol
komen onverschillig. Eenzaam komen een
zaam gaan."
Zij zwegen, beiden.
Hij keek uit het raam, zij voor zich neer.
Toen deinsden zij beiden terug.
„Ongehoord zou dat zijn, ongehoord
riep Walcker uit de andere kamér.
Op Maurach's verwonderden blik zeide
Malve haastig: „Oom Walcker wilde mij
eerst met u laten spreken, voordat hij u be
groette."
Zij stond op en riep reeds bij de deur:
„Wat is ongehoord? En komt u nu toch om
dokter Maurach te begroeten?"
Met zeer veel godruisch stond do notaris
op, kwam naderbij, schudde Maurach de
hand en zeide tot hem
„Is de ontroering nu voorbij Is het week©
dochterhart nu voldaan? Goed zoo. Wat
zegt u, dokter, van de bloote mogelijkheid',
dat het Duitsch-ïtussiscbe handelsverdrag
geen meerderheid vindt, eventueel kan vin
den? Dat zou den nekslag voor onze stad
zijn. Je broer, Malve, kan dan gerust naar
Kopenhagen verhuizen."
„Ik 'ben geen politicus, mijnheer Walcker,"
zeidb Maurach.
„Wat? Hoe heb ik hot nu met u? Man
heer, daib is uw plicht. Iedereen, moet zich
president Eniger; de schrijver is directeur
van liet telegraaf kantoor te Chcrmistown.
Macbadodorp, laatst van Juni.
net zal u wellicht interossceren, waar in
dezo bange dagen nw Transvaalscli© 'bloedver
wanten zich bevinden en hoe het bun gaat-
Ik zal daarom trachten u ©en korte beschrij
ving te gevon van wat in de laatste wéken is
voorgevallen.
Den 29en Mei vertoonden de Engelsche
soldaten ach 't oersb to Elamdsfontein en be
gonnen hun voorposten te schieten op onze
burgers, die tegen den spoordijk lagen. Da
kanonnen der 'Engelschen hadden reeds vroeg
in den morgen ©enigo bommen in en bij ons
dorp geworpen, waarop „Long Tom", die te
Rietfontcm atomd, nu en dan bulderend auto
woordde. Toon echter hot klein geweervuur
zoo nabij kwam, dat de kogels mij om dé
ooren vlogen, vond ik 't raadzaam het kan
toor te verlaten (na volgons ontvangen on-
strucbies do telegraaf voor don vijand! on
bruikbaar te hebben gemaakt) ©n ontkwam
ik zoodoende aan gevangenneming door do
Rooabaatjes.
Ook op hot station, Blancfcfoiitein was man
roods bezig den boel in te pakken, en kon ik
nog juist op don laats ten brein naar Preto
ria springen!, die onder een regen van vijan
delijke kogels 't station verliet. Niemand
werd' gedeerd on de reis liep gelukkig zond'er
oendg ongeluk af (den dag te voren had men
getracht met dynamiet de spoorbaan ito ver
nieten).
Door het naderen van dein vijand was men
te Pretoria natuurlijk ook reeds in opgewon
den toestand'.
Do president was reeds naar Miachado-
dorp vertrokken en ook de auditeur ©n the
saurier met al het goud. Mom begreep na
tuurlijk niet dat all© betalingen van uit Ma-
chadodorp zouden geschieden, ©n daar do
ambtenaren juist werden uitbetaald in
„Greenbacks" (speciaal door liet gouverne
ment gedrukte noten die hoewel „quite safe",
niet als betaalmiddel worden genomen) d'acht
men waarlijk duf de regeenng er niet al het
goud vandoor was gegaan, en. de overige amb
tenaren gewoon in den steek liet. Dit bleek
natuurlijk niet het geval te zijn.
Van uit Machadodor,. teiognafeerdé d©
Staatspresident dat all© vertrouwbare tele
graafambtenaren, die gemist konden, wor
den, onmiddellijk moesten overkomen. Hier
aan werd gehoor gegeven door hfd. tel. dept.
W. Geerling ©n nog ©enige anderen, onder
wie ook ondergeteekendie (directeur zonder
kantoor). Tot de tandon 'toe gewapend stap
ten wij den 30en Mei te 11 uur voorm. in
don trein, die ons zonder veel wederwaardig
heden (bohalv© een 3/6 diner waarvan wij
enkel een bordl soep nubtigdlen) 's avonds te
Mackadodorp bracht. Toen het den volgen
den morgen licht werd, bemerkten wij, dat
zoowat hef geheel© sta ti onsterrein; ihersoha-
pen was in een klein© gouverncanentsstad op
wielen. De postmeester-generaal, auditeur en
thesaurier-generaal hadden hun kantoren in
spoorwegwagens opgeslagen; ©e» Nat&lsche
postwagen was veranderd' in, een complete
staatsdrukkerij, terwijl aan heb staatsierij'-
tuig van Z.H.Ed.Gost. iwe© wagens waren ge
koppeld, ingericht voor 'telegraafkantoor, te-
lograofdept. en een paar compartimenten
met de politiek bemoeien. Hoe kan. hij an
dere weten, wat voor de stad goed is, als hij
de ontwikkeling van den staat niet volgt i"
riep Walcker uit.
Er word hard op de deur geldopt.
„Binnen, als heb geen. snij'der is," zeide
Walcker.
Heb was Wolfgang. Terstond vroeg Walc
ker hem„Waar ,«i die spreekwijze toch
vandaan komen? Kan jij mij' daarover iets
zeggen Ik moet straks toch eens Ik lisb
een boekje, getiteld: „Nedcrsaksiscbe woor
den en spreekwijzen"
Wolfgang viel lieïn in dé red©.
Nadat hij', zijn grenzenlooz© verwondering
over Maurach's tegenwoordigheid niet verhe
lend, een deftige buiging tegen, dezen had'
gemaakt, reide hij tot Malve: „Mama had
rust noch duur. Ik ben van het dessert op
gestaan om j© naar huis te halen."
Malve knoopte haastig haar jaquet dicht
en groep naar haar handschoenen.
„Heb gaat toch goed met u, beste oom
vroeg Wolfgang, terwijl hij de aanwezigen op
de rij af met uifcvorscheude blikken, gade
sloeg. „Ik vraag dat zoo, omdat ife u in ge
zelschap van ©en dokter zia
„Heb gaat slecht met mij/ Natuurlijk. Hoe
zou het ook anders bij zulk Maarbweerl Maar
dokter Maurach is'hier niet om mij héb teven
te reddlan."
Wordt vervolgd.)