No. 10305. Uit één wieg. 54'" Jaargang Dinsdag 31 Juli 1900 eg» Kennisgeving. Koning Humbert vermoord. KENNISGEVING. BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal"Voor Schiedam en "V laar dingen 11. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. BureauBotcrstraa([68. Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummersdie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Meinm advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. Burgemeester en wethouders van Schiedam, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het kohier no. 1 der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienstjaar 1900/1901, den lOden Juli 1900, door den gemeenteraad vastgesteld en den 23sten Juli daaraanvol gende door heeren gedeputeerde staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordering is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van heden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging volgons de wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar liet behoort, den 30sten Juli 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd Mr. W. H, JANSEN, L B. De Secretaris, O J. BISSCHOP. De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij doze ter kennis van de ingezetenen: Dat „liet kohier der Personeelo belasting no. 8 dezer gemeente, over het dienstjaar 1900, door den heer directeur der directe belastingen te Rot terdam op den 26en Juli 1900 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen; alsmede dat heden de termijn van zes weken ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 30sten Juli 1900. De Burgemeester voornoemd, Mr. W. H. JANSEN, L. B. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 30 Juli 1900. De Eeuw van Geweld zoo zat men de zieltogende cyclus van honderd jaren kunnen noemen, die met zoo tallooze eerenamen is gerierd. Onze eeuw is er eene van geweld pleging. van staatsgrepen en omwentelingen, van politieke aanslagen en koningsmoorden. Weer is een die stond in de rijen der vor sten, door moordenaarshand gevallen. Gisteravond te 40 uur is Koning Humbert van Italië vermoord. De Koning had een gymastiekfeest bijgewoondop den terugtocht trol hem de kogel van Angelo Bristi, ver moedelijk een der rampzaligen wien de treu rige waan dat de dood van een hoogge plaatste het menschdom ten zege kan zijn, het noodlottige wapen iu dejiand duwt. Men heelt den dader gevatwat baat het Na vijftig jaren besteed ten dienste van Italië, waarvan twee-en-twintig op den troon, heeft de jjtweede koning van het Vereenigd Italië Een. roman VAN IDA BOY-ED. 24) Een onibed'wingbaar verlangen was in haar, meer met hem te spréken, meer van hem te vernemen, Zich zelf op de proef te stellen, of zij iets verschrikkelijks van hem zou kunnen gelooven of niet. „Heb was een nare, treurige tijd," begon zij en ging onwillekeurig dichter naar het raam toe. De avond van dm voorjaarsdag viel, en uit heb inwendige dér kamer trok zich het licht terug, daarin, een. grauwe sche mering achterlatend. Malve zette zich nedecr en wees naar een stoel die 'tegenover haar stond. 'De tafel, die Walcker aJa een onmisbaar vereischte voor een rustig gesprek Aangeduid had, ontbrak ook hier niet. Het was een rooktafeltje, en oeu fantastische groep stond daarop, waar men sigaresnpunhjes in een vuurtoren kon af snijden en dé asch in een roeibootje kon laten vallen. Maurach zette zich' neder. „■Ben heel treurige tijd," herhaalde Malve. Hij kéék haar juist aan. Het scheen, alsof tij er op wachtte, totdat zij.' verder zou spre ken, „En u heeft mij dien verlicht." Baar hij aldoor nog (bleef zwijgen', waagde tij het eindelijk, hem aan te kijken. Met warmte rustte haar Mik op hém. "Wei- op zoo treurige wijze zijn leven moeten eindigen. Het is niet gemakkelijk in enkele woorden te zeggen wat Humbert Reinier Karei Ema nuel Johao Maria Ferdinand Eueenius van Savoye voor Italië is geweest. Zijn regeering is zeer moeilijk geweest, en het moet hem lot een hooge verdienste worden aangerekend dat hij steeds die leiding wist te geven, die manneD te kiezen, dat het zwakke Italiaan- sehe scheepje de vele klippen die zijn bestaan bedreigden vermocht te ontzeilen. Op één punt en als het meest belang rijke juist in verband met 's lioriings uit einde, dient dit het eerst genoemd heeft Umberto zijn land niet kunnen brengen, waar hij het gaarne wilde zien. Want Italië moge zijn getreden in de rij der groote mogendhedenzjjn leger en vloot moge in aanzien zijn by de machthebbers der wereldhet moge zijn de vriend en bondgenoot van Duitschlaud en Ooslenryk en juist sinds kort aangename relaties onder houden met Fiankryk en Rusland; Enge land moge al prijs stellen op goede betrek kingen met het koninkrijk derApenijnen dit alles neemt niet weg dat Italië is een arm land, arm in dien zin dat de staatshuis houding zelden een financieel evenwicht kent dat een groot deel der bevolking in diepe ellende leeftdat het is een land van honger oproeren en revolutionairen van allerlei gading. Is dit een verwijt aan koning Umberto? Geenszins. Wie de Europeesche politiek der laatste kwarteeuw kent weet hoe moeilijk de positie van het Vereenigd Italië is tusschen de staten van Midden-Europa. In 1873 had Italië steun gezocht by den Driekeizerbond (Duitschiand, Oostenrijk en Rusland) om schrap te kunnen staan tegen Frankryk dat in die dagen (na Thiers'val in 1873) zich in de armen van het ultraroonla- nisme had geworpen. Maar slechts weinige jaren later dwong o. m. de vijandelijke gezindheid van het Italiaansche volk tegen Oostenrijk den Drie keizerbond los te laten eo meer steun te zoeken bij het inmiddels radicaal-geworden Frankrijk. Helaas, Frankrijk bleek een trouweloos vriend. De in-bezit-neming van Tunis, alles zins behoorende tot de Ituliaamche belangen sfeer, verwijderde Italië van Frankrijk. Eerst vond het steun bij Engeland en zocht zijn bed op den weg van kolonisatie in Oost- Afrika, een paJ dat later met wreede dooi oen beplant bleek te zjju. Maar spoedig kwam er aan de weifelende staatkunde een einde. De band die Robilant reeds in 1887 had aangeknoopt met Oostenrijk en Duitschiand door Italië's toetieden tot den toen-wordenden Driebond, die de handhaving van den Euro peesehen vrede beoogde, werd aanmerkelijk versterkt door Grripi, vooral ook door de herhaalde vorstelijke samenkomsten. De Driebond heelt Italië's aanzien belang rijk verhoogd Maar op den oeconomischen toestand heeft hij een even grooten invloed gehad, helaas, in nadeeligen zin. Want de Driebond heeft tot het uiterste gehuldigd de leer: sWilt gij den vrede, rust u ten oorlog". En 't financieel-zwakke Italië moest evenals 't evenmin steike Oostenrijk volgen op den weg door Duitschiand aan gegeven. ke mooie oogen had 'hijVan deze oogen ging een glans uit, die zijn geheels gezicht adelde en daaraan beteekenis gaf. Neen zoo zag geen man er uit, die een misdaad op zijn geweten had En een, zeker iets ging er van die oogen uit, als ware het een macht, die haar 'beval, verder te spreken, haar gedachten te open baren „Heb was mij1, als zou ik, na dé achter ons liggende treurige gebeurtenis, in de nieuwe levensperiode, die mij wacht, niets kunnen en mogen beginnen, zoolang ib mijn. dank daarvoor niet tegenover u uitgesproken had." „Ik bob slechts mijn plicht als geneesheer gedaan," zeide hij. Dat was de sympathieke stem, welker klank haar dierbaren vader zoo goed gedaan bad. „O neen," verzekerde zij vol vuur, „ik ton wel is waar nog jong, en wij hebben nietv *1 ziekbedden in dé familie gebad', maai dat weet ik toch wel, dat slechts hij aan lijden den zooveel goed kan doen, die zelf geleden heeft." Zijn gezicht werd somberder. „Ik ben een kerngezond man, juffrouw." zeide hij. „U maakt verkeerde gevolgtrek kingen." „Ik bedoel zielelijden Maar terstond daarop had zij' reeds berouw over deze woorden. Zij Verbeeldde zicli, dat ar een "dringende gloed uit zijn oogen straalde, dlat zijn mond zich vertrok. „Ik? Zielelijden?" vroeg hij doodeen voudig en volkomen kalm. Maar dit niet alleen. Frankrijk verklaarde Italië den oorlog, een oorlog met oecono- mische wapenen, met tarieven en wetsbe palingen, een oorlog die Italië bijna lot den bedelstaf heeft gebracht. Eerst niet lang geleden is Visconti-Venosta er in geslaagd een behoorlijk handelsverdrag met Frankrijk te sluiten. Italië is een arm land en het is een land van innerlijke verdeeldheid. Nog is het Va lkaan onverzoend en duurt de strijd voort tusschen het officieele en het clericale Italië. Maar naast dien strijd woedt een andere; tus schen monarchie en republiek, en nog heftiger woidt de bestaande maatschappelijke orde aanhoudend besprongen door het revolutionair socialisme. Wie herinnert zich niet de laatste bloe dige opstonden, den mislukten aanslag op den Koning te Rome, het laatste constitutio neel conflict, onlangs de weigering van den Turijnschen gemeenteraad om den Koning te begroeten Arm Italié! Het heerlijke land, waaraan de menschheid zooveel goeds en schoons dankt, het wordt verscheurd door met zuidelijken hartstocht gevoerden burgerstrijd, in het leven geroepen door uiteenwijkende overtuigingen, verscherpt door materieele moeilijkheden. Koning Humbert is het slachtoffer gewor den van dien nimmer-verzwakkenden strijd. Moeilijk was de toestand toen hij de kroon op het hoofd zettemoeilijker zijn de om standigheden waarin hij zijn land achterlaat. Koning Humbert was 14 Maart 1844 ge boren. Hij nam persoonlijk en verdiensteljk deel aan de oorlogen van 1859 en 1866 aan het hoofd eener divisie dekte hij met -ucces den terugtocht van het Italiaansche leger na den nederlaag bij Custozza. Na de bezetting van Rome in 1870 werd de Kroonprins benoemd tot gouverneur der stad. Twee jaar te voren, 22 April 1868, was prins Humbert in het huwelijk getreden met zijn beeldschoone nicht Margarelha, nog de lieveling van het Italiaansche volk voor zoovei re het niet behoort tot het koning- hatende soort. In Juni 1872 bracht het prinselijk paar voor liet eerst een bezoek aan het Duitsche hof en legde daar den eersten steen voor het gebouw der vriendschap tusschen beide landen. Den 9den Januari 1878 volgde Humbert zijn vader Victor Emanuel, den grondlegger der Italiaansche eenheid, op. Zijn eenige zoon, die den naam van zijn grootvader draagt, werd 11 Nov. 1869 ge boren. Hij is gehuwd met de schoone dochter van den Vorst der Zwarte Bergen. Den 31-jarigen Koning wacht de taak Italië te maken tot een land van orde en rust. Zal hij slagen Zutd-Afrlba. De Boeren trekken steeds terug1 en laten de Engelschen kalmpjes verder h'et land intrekken. French, weder de voorhoede aanvoerend, is nu te Middelburg. Pole Carew volgt hem hij staat te Biugspruit een twintigtal mijlen vóór Middelburg. Het is niet van belang ontbloot den op- marseli der Engelschen eenigszins nader te bezien, voor zoover dit mogelijk is. Maar Malve was tegenover hém niet in can stemming ora eenvoud en kalmte te kun nen. erkennen. Hij was voor haar zoo onuit sprekelijk interessant. Heb kwam haar voor, als zat zij hier mét de uitdrukkelijke taak, hem wel te doen, hem to bewijzen, dat zij niets kwaads hoegenaamd van hom kon gelooven. Met gloeiende wangen en eten zooveel mo gelijk natuurlijk glimlachje zei dé zij vol vuur: „Als men zoo eenzaam leeft als u, dokter, -dan geeft men aan <ïe inenschen let terlijk de gelegenheid om romans mt te den ken. U moest een weinig mcor in gezelschap pen komen, opdat de wereld u loere kennen en waardeeren, zooals wij ti hebben leeren kennen." Hij zag haar in de oogen. Het was een diepe en goedhartige» blik, on het Weemoedi ge glimlachje, dat -er om zijn lippen spoelde, greep haar hart geheel aan. /De mooning der wereld is mij onverschil lig," zeidei hij langzaam. „Ik heb nog nooit gezien, dat de eene menseli den anderen vol komen 'billijk beoordeelt." Het scheen, als sprak 'hij ongaarne daarover. Hij zweeg even, voordat h'j voortging. „Heb geschenk va.n uw goede meening omtrent mij neem ik gaarne hier mee vandaan als het eenige hier verkregen bezit." „Gaat u hier dan vandaan riep zijl met zulk een onverholen schrik, dat hem het hart sneller begon te kloppen. „Ja. Het is mij niet gelukt, hier vasten voet te krijgen. Yam de weinige praktijPc, die ik hier heb, kan ik niet leven. Ik ga zonder Wij vinden in de Engelsche bladen in zijn geheel het telegram dat lord Roberts den 27sten uit Pretoria verzond. Daarin zegt hy sFrench en Hutton zetten den 25en de vervolging voort. De eerste trok de Olilants- rivier over en kon van den hoogen oostelijken oever Middelburg zien liggen. Hij zag ook dat de vijand in groote wanorde terugtrok, terwyl de hoofdweg ten Noorden van den spoorweg verscheiden mijlen ver vol ruiters en wagens was. »'s Vijands achterhoede was toen ongeveer 11 K.M. van ons verwijderd. Onze bereden infanterie stond nog ten Westen van de rivier; de avond viel en het stortregende, zoodat het onmogelijk was, den vijand toen verder te vervolgen. ïHet was een verschrikkelijke nacht. Niet alleen viel de regea bij stroomen neder, maar er woei een hevige oostenwind die het in het bivak zefer onaangenaam mankte. Een officier stierf van koude, en de sterfte onder de muilen en ossen was groot. De mannen namen hun beproevingen niet zwaar op, en waren zoo opgewekt mogelijk toen ik hen gisterenmorgen zag." Veel nieuws leeren wij er niet uit. liet belangrijkste lijkt ons het feit dat de Engel schen te kampen hebben met hoogst ongun stige kümaatsinvloeden. Inlusschen is Bulier nog altijd te Stander- ton, en Roberts bericht over de afge slagen aanvallen der Boeren op Vlaklangte- station Donderdag l.t, geeft ons den indruk, dat Bulier zyn reputatie getrouw blijft. Hij kan weer niet verder en zal eerst overwin ningen behalen alsde Boeren het goed vinden. Dienzelfden 26sten was de «poorweglijn van Johannesburg naar Natal tot Heidelberg her steld. De gemeenschap met Natal was dus weer in orde. Wij zyn benieuwd voor hoe lang. Uit den Vrystaat geen nieuws van eenig aanbelang. Uit Roberts' telegram van den 27sten blijkt nog dat Barton uit Krugersdorp meldde dat hij den spoorweg verkend had naar het station Bank, waar men den 19en een trein had laten ontsporen. Hij had Melhuen, die den spoorweg van Krugersdorp naar Pot- ehefstroom bereikt had en op Potchefstroom aanrukte, vau proviand kunnen voorzien. In het Kaapsehe parlement werd het debat voortgezet over de krijgswet. Terwijl wij dit schrijven, bereikt ons het telegram uit Kaapstad, verpletterend in zijn stellige kortheid, dat de Viijstaatsche generaal Prinsloo zich bij Fouriesbrug met niet minder dan 5006 Boeren onvoorwaardelijk heeft over gegeven. Zou het waar zijn En zoo ja, waarom deze overgave? Zou dan toch het veel gesmade Engelsche cordon gelukt zijn, en is De Wet slechts met een kleine schare bijtijds ontsnapt? Het is een verbijsterend bericht, aan welks waarheid onze sympathie met de Boeren weigert te gelooven. Maar als het waar blijkt De Zuid-Afrtkaanschc Mali. Heb „Hblwerdl welwillend in staat ge steld -den. volgen den brief op te nemen van iemand thans bahooremd© tot den staf van leedwezen, heen. Bijna kan ik zeggenVreemd ben ik hier gekomen, vreemd verlaat ik dezo stad." „Dat is heel treurig Dab spijt mij erg heel erg," fluisterde zij. Hij» haalde even de schouders op. „Treurig? Het is mij onverschillig, vol komen onverschillig. Eenzaam komen een zaam gaan." Zij zwegen, beiden. Hij keek uit het raam, zij voor zich neer. Toen deinsden zij beiden terug. „Ongehoord zou dat zijn, ongehoord riep Walcker uit de andere kamér. Op Maurach's verwonderden blik zeide Malve haastig: „Oom Walcker wilde mij eerst met u laten spreken, voordat hij u be groette." Zij stond op en riep reeds bij de deur: „Wat is ongehoord? En komt u nu toch om dokter Maurach te begroeten?" Met zeer veel godruisch stond do notaris op, kwam naderbij, schudde Maurach de hand en zeide tot hem „Is de ontroering nu voorbij Is het week© dochterhart nu voldaan? Goed zoo. Wat zegt u, dokter, van de bloote mogelijkheid', dat het Duitsch-ïtussiscbe handelsverdrag geen meerderheid vindt, eventueel kan vin den? Dat zou den nekslag voor onze stad zijn. Je broer, Malve, kan dan gerust naar Kopenhagen verhuizen." „Ik 'ben geen politicus, mijnheer Walcker," zeidb Maurach. „Wat? Hoe heb ik hot nu met u? Man heer, daib is uw plicht. Iedereen, moet zich president Eniger; de schrijver is directeur van liet telegraaf kantoor te Chcrmistown. Macbadodorp, laatst van Juni. net zal u wellicht interossceren, waar in dezo bange dagen nw Transvaalscli© 'bloedver wanten zich bevinden en hoe het bun gaat- Ik zal daarom trachten u ©en korte beschrij ving te gevon van wat in de laatste wéken is voorgevallen. Den 29en Mei vertoonden de Engelsche soldaten ach 't oersb to Elamdsfontein en be gonnen hun voorposten te schieten op onze burgers, die tegen den spoordijk lagen. Da kanonnen der 'Engelschen hadden reeds vroeg in den morgen ©enigo bommen in en bij ons dorp geworpen, waarop „Long Tom", die te Rietfontcm atomd, nu en dan bulderend auto woordde. Toon echter hot klein geweervuur zoo nabij kwam, dat de kogels mij om dé ooren vlogen, vond ik 't raadzaam het kan toor te verlaten (na volgons ontvangen on- strucbies do telegraaf voor don vijand! on bruikbaar te hebben gemaakt) ©n ontkwam ik zoodoende aan gevangenneming door do Rooabaatjes. Ook op hot station, Blancfcfoiitein was man roods bezig den boel in te pakken, en kon ik nog juist op don laats ten brein naar Preto ria springen!, die onder een regen van vijan delijke kogels 't station verliet. Niemand werd' gedeerd on de reis liep gelukkig zond'er oendg ongeluk af (den dag te voren had men getracht met dynamiet de spoorbaan ito ver nieten). Door het naderen van dein vijand was men te Pretoria natuurlijk ook reeds in opgewon den toestand'. Do president was reeds naar Miachado- dorp vertrokken en ook de auditeur ©n the saurier met al het goud. Mom begreep na tuurlijk niet dat all© betalingen van uit Ma- chadodorp zouden geschieden, ©n daar do ambtenaren juist werden uitbetaald in „Greenbacks" (speciaal door liet gouverne ment gedrukte noten die hoewel „quite safe", niet als betaalmiddel worden genomen) d'acht men waarlijk duf de regeenng er niet al het goud vandoor was gegaan, en. de overige amb tenaren gewoon in den steek liet. Dit bleek natuurlijk niet het geval te zijn. Van uit Machadodor,. teiognafeerdé d© Staatspresident dat all© vertrouwbare tele graafambtenaren, die gemist konden, wor den, onmiddellijk moesten overkomen. Hier aan werd gehoor gegeven door hfd. tel. dept. W. Geerling ©n nog ©enige anderen, onder wie ook ondergeteekendie (directeur zonder kantoor). Tot de tandon 'toe gewapend stap ten wij den 30en Mei te 11 uur voorm. in don trein, die ons zonder veel wederwaardig heden (bohalv© een 3/6 diner waarvan wij enkel een bordl soep nubtigdlen) 's avonds te Mackadodorp bracht. Toen het den volgen den morgen licht werd, bemerkten wij, dat zoowat hef geheel© sta ti onsterrein; ihersoha- pen was in een klein© gouverncanentsstad op wielen. De postmeester-generaal, auditeur en thesaurier-generaal hadden hun kantoren in spoorwegwagens opgeslagen; ©e» Nat&lsche postwagen was veranderd' in, een complete staatsdrukkerij, terwijl aan heb staatsierij'- tuig van Z.H.Ed.Gost. iwe© wagens waren ge koppeld, ingericht voor 'telegraafkantoor, te- lograofdept. en een paar compartimenten met de politiek bemoeien. Hoe kan. hij an dere weten, wat voor de stad goed is, als hij de ontwikkeling van den staat niet volgt i" riep Walcker uit. Er word hard op de deur geldopt. „Binnen, als heb geen. snij'der is," zeide Walcker. Heb was Wolfgang. Terstond vroeg Walc ker hem„Waar ,«i die spreekwijze toch vandaan komen? Kan jij mij' daarover iets zeggen Ik moet straks toch eens Ik lisb een boekje, getiteld: „Nedcrsaksiscbe woor den en spreekwijzen" Wolfgang viel lieïn in dé red©. Nadat hij', zijn grenzenlooz© verwondering over Maurach's tegenwoordigheid niet verhe lend, een deftige buiging tegen, dezen had' gemaakt, reide hij tot Malve: „Mama had rust noch duur. Ik ben van het dessert op gestaan om j© naar huis te halen." Malve knoopte haastig haar jaquet dicht en groep naar haar handschoenen. „Heb gaat toch goed met u, beste oom vroeg Wolfgang, terwijl hij de aanwezigen op de rij af met uifcvorscheude blikken, gade sloeg. „Ik vraag dat zoo, omdat ife u in ge zelschap van ©en dokter zia „Heb gaat slecht met mij/ Natuurlijk. Hoe zou het ook anders bij zulk Maarbweerl Maar dokter Maurach is'hier niet om mij héb teven te reddlan." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1