154"° Jaargang. Zondag 5 en Maandag 6 Augustus 1900. Uit één wieg. No. 10310. Eerste Blad Dec. 81% Dec. 40 T, 3 t. 223 223 225 225 225 DE VERVUILING DER OPENBARE WATEREN IN NEDERLAND, MEER IN T BIJZONDER IET I BETREKKING TOT DEN SCH1EB0EZEM EN DE STAD SCHIEDAM EN DE MID- 1 DELEN TER VERBETERING. BUITENLAND. J ■-.,§1 O halve I aderen, j koeien, stieren er kilo. SGHIEDAIMSCHIE COURIililf kalve- j j)eze courant verschqntTd a g e 1 jj k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. erf,ri prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco steen per post 1.65. I Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. geld. f Abonnementen worden dagelijks aangenomen, nming I Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan let bureau bezorgd zijn. Bureau s Boterstraat 68. Prjjs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel, Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zjjn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschenen, worden zoogenaamde "kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau "te voldoen. Interc. Telefoon Ufo. 123. m. 11 M. )4 M. 10 M. 16 M. i3 M. 12 M. n.m. A"g. L. f.M. Iteyl 1. J, ruk- i en i en R. vers i. J. W. ag; id.; ndt d„ d, m. sen :n B. h ',b Is verschrikkelijkTachtig a negentig graden wijjst de thermometer, men snakt naar wat lucht, heusehe lucht, zonder meer bijmengselen dan in een fabriekstad onver mijdelijk is, en de ramen moeten gesloten blijven, want onze hoofdgracht, de ScLie, en haar nevengrachten, verspreiden walgelijke geuren. Nu en dan ziet het water ik wil zeggen zekere drabbige massai nagc-noeg zwart; de stank is op verren afstand waar neembaar. Men zegt, dat de toestand in de laatste jaren hier in 't algemeen wat beter geworden is, maar toch is die nog verschrik kelijk! Ja, 't is verschrikkelijkIn Delft moet 't soms nog erger zijn. En in Den HaagOnze i ouders klaagden reeds en onze voorvaderen van vorige eeuwen. Nu wordt er in den laat- sten 'tijd veel over geschreven en gewreven eigenlijk: ook niets nieuws, want Redelijk heid' (een waterbouwkundige) schreef er al over in 1773. En de Eegeering van Amster dam deed in de 17e eeuw al haar best om aan ondragelijke toestanden in dit opzicht een einde te maken; en die van Leiden niet minder En commissies zijn benoemd door de Hoo gs Regecring en de Provincie, maar 't stinkt, 't 'bis toch eigenlijk een schande! Ja, wel is 't een schande! Schande, omdat de menschi zelf dezen walgelijken en schade lijken toestand gedurende eeuwen heeft in 't leven geroepen en bestendigd, omdat wij nog dagelijks voortgaan dien te bestendigen- Wij laten alle vuil, faecaliën, menagewater, afval van fabrieken, enz., in die zoogenaam de wateren loopen en roepen dan hoogst ver ontwaardigd foei, wat stinkt die gracht weer! Is 't eigenlijk niet om te ladhen, als 't niet zoo'n ernstige zaak betrof? Wel zeker, 'nu en dan wordt er „ver- verscht"; er wordt „doorgespoeld" met Maaswater, enz. En wij wanen ons veilig, omd'ab dan voor eenige oogenblikken de af schuwe'Iijjce stank ophoudt Men ziet dan weer aan de oppervlakte een iets meer op water gelijken inhoud in de anders geheel stilstaande grachten, de vieze uitwasemingen slaan ons niet meer in zoo sterke mate te gen. Maar eenige voeten dieper, op don bo dem Wat blijft daar liggen en wordt onaf gebroken aangevoerd en borrelt hier en daar op? Hu! Maar wo zien het voor een poos niet. We doen. als struisvogels. Neen, met dat zeer tijdelijke zoogenaamde ververschen en doorspoelen, hoewel in zeke ren zin niet ondienstig, zijn we er volstrekt Een. roman VAN IDA BOY-ED. 29) De majoor Yon Hammer schaakte nog al eens met Walcker. „Hat is wel aardig, majoor, dat wij' elkan der nu ook eens als gewone menschen, niet als schaakliefhebbers, ontmoeten," zeide Walcker, terwijl hij den ouden heer, die erg op vormen gesteld was, de hand, schudde. Eleomore zag er erg bleek uit. Wolfgang vertelde, dat zijl met hoodpijm te bed had ge legen, maar bij dezen feestelijk en. maaltijd niet had, willen ontbreken, die tooh bijna als een soort van Hein verlovingsfeest te be schouwen was. Eindelijk verschenen de 'beide hoeren Von Reurieth, maar zonder Lydia. Ernst Egon liet zich aan alle aanwezigen voorstellenen de kleine Liesbeth vond zoo in 't geheel' geen gelegenheid, den langen man, die tien vormeli jk-beminliijke woorden met haar sprak, hoogmoed te toonen. Dbar Liesbeth buitengewoon Hein was, gunde zij zich heb' genoegen en de genoegdoening, van olie menschen, die lang waren, te beweren, dat -hun gestalte mismaakt was. In de eerste plaats viel daarom al dadelijk de 'Lengte van mijnheer Won Reurieth niet in haar smaak. En terwijl' deze zoo van persoon tot per soon rondgeleid werd, begroette J-obst zijn vroegeren, kommandant en Eieonore. De lippen van deze waren bleek en haar handen, koud. Maar vrij en open keek zij hem aan, luisterend naar zijn gemompdden geiuik- niet af. De groote hoeveelheid afval, afkom stig van de bewoners, vooral van de groote oentra der bevolking, wordt daardoor niet on schadelijk gemaakt. Wel kan dit geschieden door wat men noemt de zelfreinigende kracht der rivieren, dat is van natuurlijk stroo- jnei.de, dus onafgebroken m beweging zijnde wateren. Deze kracht berust op het verteren der organische stoffen door bacteriën, waar door zij ontleed worden en tevens geoxy- deerd. Daartoe moeten de stoffen ceist ver deeld worden in een watermassa van vol doend' volume en de reinigende kracht hangt dus vooral af van de betrekkelijk© hoeveel heid water en de snelheid daarvan. Dat deze beide grootheden de hoofdfactoren zijn voor de reiniging, kan o. a. 'blijken uit liet feit, dat do Seine eerst op KX5 K.M. afstand beneden Parijs weer een normaal stikstofgehalte be zit en dat de Limmat door Zurich over 10 K.M. wordt vervuild. Maar te Rotterdam is op_ 1 K.M. afstand van den mond der riolen geen andere geaardheid van liet water bij scheikundig onderzoek te ontdekken dan op grooteren afstand. Maar de helft van ons land, nl. de noor delijke en westelijke, bezit geen rivieren. behalvo de hoofdrivieren buiten de groote dijken. Wij' weten, dat in die helft binnen de dijken de oppervlakte des lands" lager ligt dan de gemiddelde, van sommige groote doe len zelfs lager dan de laagste standen in hot buitenwater, d .i. van de aangrenzende groo te stroomen en de zee. Daarom is het land door tal van kaden, in zoogenaamde polders verdeeld -die hun overtollig regen- en koel water kunstmatig omhoog brengen in de mede door de dijken geheel .afgesloten wate ren -als Scliie, Rotte, Amstel, enz. en in door den mensch aangelegde- -vaarten of kanalen, die -bij groepen van elkaar zijn. afgesloten door sluizen en dammen en alzoo „boezems" vormen voor een zeker gebied van- polders, als JMflandsboezem, Rottóboezem, Rijn landsboezem, enz. Worden deze tusschen de polderkaden ingesloten boezemwateren te vol, dan kunnen sommige doorsluizen nu en dan op heb buitenwater loo2en, ak dit laag afloopt-, veelal moeten ook zij op hun beurt daarop worden afgemalen. -Die boezems zijn dus bakken met in den regel volkomen stil staand water, waarin alleen kunstmatig eeni ge flauw© beweging gemaakt wordt, als men ze aftapt met sluizen of gemalen. In die bak ken met stilstaanden inhoud nu laat de helft van Nederland zijn faecaliën enz. afloopen' En hun inhoud dient voor een deel van het platteland zelfs tot drinkwater' (Te Kethel en Spaland o, a. wordt het boezemwater al gemeen gedronken, te Overschie had zulks in 1398 nog door I der bevolking plaats, ter wijl daar de boezem door ongeveer 1450 per sonen vervuild werd Te Schiedam is men 'zelfs bijzonder be vreesd geweest, dat men niet lang genoeg van al die vuiligheid zou profiteeren. Want het stoomgemaal -bij dc Alg. Begraafplaats brengt de stoffen van dc polderstad (ten O. van de Schie) aan het bo-veneinde van de stad, zoodot ze eerst de gallede bebouwde wensch en zeide overluid„Ook ik wensch u van (harte geluk." Verder werd er g<^yi woord tusschen hen gewisseld. Hij trad met een zeer diepe bui ging terug. Toen wachtte hiji op Lydia. Hiji gevoelde zich zoozeer aan haar verplicht, dat zij nie' te gelijk met hom binnengetreden was. Zij had gezegd, dat zij boven op haar kamer haar hoed on haar mantel wilde afdoen en lieur haar nog gauw wat in orde brengen,de hoe ren moesten maar niet op haar wachten. Onder haar oogen, in haar bijzijjn zon hij Eleonora niet graag hebben will-en begroeten. Het scheen hem altijd -toe, alls zag zijn aan staande tot in de diepten zijner ziel. Hoo.zou hij een onbevangen houding hebben kunnen aannemen,als deze donkere, fonkelende oogen hem bespiedden Goddankhet gevreesde oogenblik was voorbijgegaan heel goed, 'heel gewoon. De stemmen der acht menschen deden zich luide door elkaar hoorenwaar Wa-loker was, o,ntst«md altijd dadelijk een algemeen leven dig gesprak. Nu was hij' er aanstonds bij om aan mijnheer Ernst Egon do geschiedenis en hot bestuur der stadl in korte, ruwe trekken uiteen te zetten. Lydia 'trad schier ongemerkt binnen, 'leg de haar arm in dien van Jo-bab, qn mevrouw Wenlhiof noodigde de gasten uit om aan ta fel te komen. „Alles gaat in de praktijk altijd veel ge makkelijker," dacht Jobst, toen hij' aan tafel zat en Eleonoro zich' vlak 'tegenover hem be vond. Zijn hart klopte niet onstuimig. Hij verwonderde rich maar een weinig over liet leven en rijn toevalligheden -en maakte met volkomen bewustzijn de opmerking, dat d'e tafel keurig, de opvolging der gerechten on- kom der gemeente moeten doofloopen alvo rens in het buitenwater te komen. Als er met de sluis aan dc Beurs gespuid wordt, na dat dit door hoogen budtenwaterstand' in twee of drie etmalen niet beeft kunnen plaats hebben, dan kan men eeret recht de gevolgen ondervinden van zooveel verbazing wekkende kortzichtigheid De qnaestie betreft dus niet in heb bijzon der Delfland'sboezem of Den Haag en Delft. Zij betreft evenzeer alle andere boezems in het polderland. Zij moge in Den Haag, de stad van het vreemdelingenverkeer, waar de neuzen misschien iets fijner bewerktuigd zijn dan elders, bijzonder „éclat" (alias stank) ge maakt hebben, Amsterdam, 'Schiedam, liet binnendijlcsche Rotterdam vóór de rioleenng kunnen ook medesprekenSommige steden aan (liet buitenwater gelegen, lat-en hieruit water in om hun grachten en riolen door te spoelen en brengen daardoor vervuild water op den boezem, waarvan zij' deel uitmaken, zooals Gouda op Rijnlandlsboezem, dio boven dien door Leiden, Haarlem en vele dorpen vervuild wordt; Gorincliem verpest door wa- terinlating uit do M-erwed© don boezem van de Overwaard', die een groot deel van de Al- blasserwaard beslaat; Utrecht loost zijn vuil op de stadsgrachten (Krommen Rijn en Vaart-schen Rijin), die op de Vecht uitwate- ren, waardoor dus de Vechtstreek verontrei nigd wordt. Leeuwarden vervuilt zijn grach ten (Friesland'sboezem) door eigen fabrieken. Zelfs de stad Groningen, juist op de grens van het polderland gelegen en welker water dat van de uit Drente afvloeiende riviertjes ontvangt, wordt mede verontreinigd door de vele fabrieken langs de kanalen in het O. en Z.O. deel der provincie en heeft nu en dan last van vervuiling en stank harer grachten. Van Amsterdam zeide de Engelsche inge nieur Waring een paar jaar geleden, dat daar heensehb „a very horrible state of affair to be tolerated bij a modern community" (een zeer afschuwelijke toestand om door een ge meente van onzen tijd te worden gedoogd). Nu zou men misschien dienken, dat die ge heel exceptineele toestand van de helft van ons land vroeger dan elders tot bijzondere maatregelen zou hebben geleid, maar het te gendeel is waar. Geen land dat op dit gebied zoo achterlijk is als het onze. Engeland had reeds in 1876 een „Wet betreffende dc ver ontreiniging van rivieren", in 1886 gewijzigd. Pruisen 'begon in 1870 maatregelen te nemen togen de vervuiling van openbare waiteren. Saksen en Baden hebben de Engelsche wet nagenoeg ongewijzigd overgenomen, enz. Want ook dc stroomende openbare wate ren, de rivieren, in deze landen, evenals die in de oostelijke eu zuidelijke helft van ons land, vereisen en in dit opricht 'bijzondere beochermmg, Daar kan bijv. de (hoeveelheid afvalstoffen te groot zijn -met betrekking tob den waterafvoer der rivier waaraa-n zij ligt, enz. Maar de openbare wateren in de eene, meestbevolkte helft van Nederland missen, omd'ït zij' stilstaan, alle reinigend vermogen. Zij zijn sedert eeuwen gebruikt als open rio len en worden nog algemeen als zoodanig ge- berispelijk, de wijnen kostbaar en de totaal indruk, 'dien alles op zijn broeder maakte, uitstekend waien. Lydia-, die tusschen d© bed de broeders zat, hield zidli het meest met Ernst Egon bezig en ging voort, hem 'te be- too voren. Ernst Egon was inderdaad opgetogen. Hij' had gedacht, dat hij bij a-llodaagsche. men schen zou komen, want lüj kwam voor do eer ste maal in dezo wereld. Nu merkte liiji, dat hij bij beschaafde lieden was, en vertoonde zich geheel zoodis hij was; den ouden heer Von Hammer zag hij schier geheel over het hoofd', evenzoo was hij zeer vluchtig bij' de be groeting van Eleonore geweest. Wolfgang ge voelde zich daarover gekrenkt. Onder andere omstandigheden zou hij billijk genoeg ge weest zijn om niet uit het oog te verliezen, dat mijnheer Von Reurieth, die zich zoo plot seling onder een schare van menschen, ver plaatst zag, die allen aanspraak hadden om niet uit het oog verloren be worden, onmoge lijk evenveel notitie van 'allen kon nemem, da-t hij met mevrouw Werihof, Lydia ©n Henri in de eerste plaats diende te praten. Maar daar hij nog altijld ondier den indruk van dab looncei mot Lydia was, meende hij, dat zijn zuster over de Hammers misschien, als over lieden van den 'tweeden rang gespro ken had. Ontstemd als hiji was, mengde hij zich slechts in het gesprek, als het er om te doqn -was, d'e een of an dene meoning der Reu- rieths te weerleggenhij kwam rich zelf daar bij kinderachtig voor, en deze critiek over zich zelf verbeterde zijn luim geenszins. Het hoogste woord bad Walcker. Dab was men zoo ge-woon, als hij mede aan tafel' zat. En mijnheer Ernst Egon, die vond', dalt d© notaris „een flinke vent" -en „oen aardige ko bezigd. „Een zeer afschuwelijke toestand om te worden gedoogd door een modernen Staat!" Vóór alles behoort er dus een algemeene wettelijke regeling tot stand te komen, waar bij het verbod' van verontreiniging van open bare wateren -op den voorgrond staat en het loozen van afvalstoffen in rivi-cren alleen onder zekere omstandigheden wox-dfc toegela ten. 'En zij kome spoedig! Er valt in dez# een groot verzuim to herstellen. Maar, zoo vraagt men misschien, hoe moe ten dan de bedoelde stoffen worden afge voerd? En op welke wijze moeten deze dan onschadelijk, zoo mogelijk productief worden gemaakt? Het is hier d-e plaats met om een beschrij ving te geven van de verschillende stelsels van stadsreiniging, di reeds zijn toegepast en aanbevolen- Slechts zij hier het volgende opgemerkt. Het zoogenaamde stelsel van „touit a l'égout" d. i. dat, waarbij de faecaliën niet alleen, maar ook het menagewater samen met het hemelwater worden afgevoerd, schijnt het- best aan de tegenwoordige eischen te voldoen. Het bezwaar, daarbij soms onder vonden, dat- nl. bij hevige regenbuien do rio len de watermassa's niet kunnen verzwelgen en dan door overloop juist nadeelig kunnen werken uit een hygiënisch oogpunt,, kan in onze met grachten doorsneden steden waar schijnlijk voorkomen worden door van de weinig verontreinigde stadsgedeelten, straten, pleinen, daken enz. het water rechtstreeks in de grachten, dus op den boezem, te voeren en dat van de andere doelen in de riolen. Soms zal de inhoud moeten worden opge pompt, ale nl. de grondslag der stad weinig 'boven den boezem verheven is en de leidin gen dus niet genoeg verval kunnen krijgen. En waar d'an met de door de riolen afge voerde massa's te blijven? Zij moeten wor den onschadelijk gemaakt. Dit kan o. a- ge schieden door toepassing van liet systeem van bevloeiing, waarbij niet- alk -i door de wer king van den bodem en de ua-arin aanwezige bacteriën de organische stoffen worden ontleed en geoxydcerd, maar ook terreinen worden vruchtbaar gemaakt. Dit stelsel, waarbij men op ongeveer 1 Hectare per 300 inwoners moet rekenen, wordt o. a. op groo te schaal toegepast in Engeland, te Berlijn, Dantzig, Brcslau, Maagd-eburg, Freiburg, enz. te Parijs, Reims enz. In vele dezer plaatsen voldoat het goed, vooral als men niet tevens belangrijke oeconomischo resultaten ver langt, want daarom moet het niet in de eer ste plaats te doen zijn. Bij ons zou hot kun nen toegepast worden in liet algemeen in de hoogere helft des lands en in sommige aan de grenzen van heb polderland, als Zwolle, Amersfoort, Uitrecht, Breda, enz. Voor d'e plaatsen van het polderland zou dit stelsel niet te gebruiken rijn èn wegens gemis aan terreinen èn wegens de genngo verheffing va,n den bodem boven het g: oud- water, waardoor van behoorlijke filtratie geen sprake kan zijn. Daar en overal waar het genoemde stelsel rel" wns, deed or druk aan me©. Walcker kon het .echter nooit laten, over de-stedelijke aan- ffelesenheden en de kleine twisten daarover O O to spreken. Van daar tot de politiek wasvoor den hoer Ernst Egon een overgang, die van zelf sprak. Hij kon niet weten, dat men in dit huis nooit over politiek praatte of liever nooit in do gelegenheid was om daarover te kibbelen, omdat allen in dit -opziebt van het- zelf-do gevoelen waron- Van de hier heer- schendo wonderlijke mengeling van conser vatieve beginselen en begrippen van vrijhan del had mijnheer Von Reurieth geen begrip hij meende, omdat hij uitdrukkingen van vu rige Bismarok-vercering had gehoord, dat hij rich ook met betrekking 'tot heb Duibsch-Rus- sische handelsverdrag onder geestverwante,n bevond, en liet zioh scherpe Voorden tegen dit verdrag ontvallen. Zelfs Walcker had, ©venals Henri, de zelfbeheersching om daar op met een algemeen© spreekwijize van be middelenden aard te 'antwoorden. Maar Wolfgang vergat, dat een gast zijner moeder zich onbewust op oen gevaarlijk terrein had gewaagd. Zijn ontstemming vond gelegenheid' om zich te uiten zij bruiste op. Walckor legde mes en vork neer. Hij' was buiten zich zelf van verwondering, waar Wolfgang opeens al deze uiterst liberale be grippen vandaap gehaald h'ad. Hij was toch een jongmcnsdi, «lat naar Watchers meening geheel in historische kunst- en, uiterst onhis torische liefdesbei angen opgegaan was. Ter wijl Walcker zich hierover slechts verwonder de, (sidderden de dames bij -die gedachte, dat hieruit wel eens een -twist zou Inipnen ont staan, en Lydia, di© in allo vragen, van den dag belang stelde on over alles wist me© te praten, schaarde zich aan -die zijde van haar aanstaanden zwager, verloochende de dochter van den groothandelaar en stelde rich! met 'bezwaar ontmoet, zou in aanmerkingkuunen komen een der methoden van mechanische of scheikundige zuivering, die reeds op veel plaatsen werden toegepast. Het gezuiverd rioolwater kan men dan gerust in openbare wateren doen afvloeien, maar bezwaren zijn gewoonlijk de duurte der exploitatie en do moeilijkheid om voor de onschadelijk ge maakte achterblijvende vaste stoffen geschik te 'bewaarplaatsen to vinden voor een groot deel van Londen worden rij (meer dan 2 mil- hoen ton 'sjaars) met stocgnboaten naar zee gebracht tot 16 K-M. van den Theemsmond en dan in. 3 M. water uitgestort. Plaatsen dio dicht bij zee of groote rivieren liggen, zooals vele in Holland, kunnen den inhoud hunner riolen met stoomtuigen rechtstreeks daar heen. stuwen; dit stels©! is thans in Den Haag in uitvoering. Maar dit alles zal voel geld' kosten. Zeker! De verlangde wet kan echter ook maatrege len van overgang voorschrijven, waardoor ge leidelijk verbetering wordt verkregen. Bo vendien kunnen R'ij'k, provincie en water schappen, die eeuwen lang tien 'tegenwoordi- gen totstand hebben geduld of veroorzaakt, to hulp komen. Ook deze tak van zorg voor de volksgezondheid zal offers eischen, maar liet is zeker geoorloofd -die te brengen. Vóór alles een wet. De Regeering «moet zoo spoedig mogelijk verlossing brengen uit e-cn toestand, die schade cn schande brengt over gansdi Nederland. A. A BEEKMAN. Algemeen overzicht. SCHIEDAM, 4 Aug. 1900. Zuid-Afrlka. Weer hebben zich 700 Vrijsta tors aan ge neraal Hunter overgegeven, zoodat de zaak der vrijheid in het geheel 2900 strijders min der telt Een voor de Vrijlstaters zeer waardeeren- de beschrijving van deze overgave geeft de correspondent der „Daily News", de Austra liër Hales, die al eens meer getoond heeft zoo eerlijk als dit voor een Brit- mogelijk is, dei zaken te bekijken. Hij meldt dat d© voorbijtrekkende Boeren er krachtig an waardig uitzagen. Er was geen zweem van bombast m hun woorden, maar ook geen onderdanigheid. Zij maakten den indruk van mannen, die voor hun land ge daan hadden wat zij konden, en daarvan overtuigd waren. Scherp namen rij' de En gelsche -troepen op. Sommigen waren al grijs, anderen niet meer dan jongens, maar het meerendeel waren flinke jonge ma-nnen, toonbeelden van kracht en gezondheid. Zij hadden nog geen gebrek aan voedsel of kleeren, en hun paarden waren i-n uitsteken de conditie en van goed ras. Het was een kranige troep, die moest buigen voor het on vermijdelijke. Op don correspondent der „Daily Mail" heeft die overgave ook veel indruk gemaakt. De overgave vond plaats op con hoogen heu- sclierpe woorden voor de aanspraken der agrariërs in de bres. Daarbij vestigden zich haar blikken op di© van haar broeder uittartend en vijandig. De stemmen werden zoo luid en zoo scherp, als men ze aan dezo tafel nog nooit had' ge hoord. Maar gelukkig was Walcker er bij. Dezo ging in alle stedelijke zaken voor meer dan liberaal, voor radicaal door on stond overi gens ook meer aan de linkerzijde dan zijn vrienden. Maar hij kon het niet verdragen, als andere menschen en inzonderheid jonge lieden 'Liberaal waren. Hij nam Wolfgang eens duchtig onderhan den en wendde ricli toen tot mijnheer Ernst Egon, ton einde hem deze uniek voorkomen de complicatie van politieke gevoelens te ver klaren. „U heeft een distilleerderij! op uw land goed, nietwaar?" „Ik niet. Maar mijn schoonvader, graaf Soli, die is distillateur „Welnu dan, ik neem aan, dat graaf Soil den drank haat en heb gebruik daarvan niet in de hand wil «verken. Toch distilleert hij, zooals ik verder wil aannemen en hopen, een lekkeren, borrel De distilleerderij is nu een maal zijn zaak. Yoor onze raak nu hebben wij den vrijhandel noodig, ofschoon wij conserva tief rijn." Allen lachten, het uitbundigst mijnheer Ernst Egon. Op die wijze had Walckeris hu mor de opgekomen wolk weder verdreven e® kon men rustig van do snippen eten, die Bïehl juist opdroeg. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1