lit No. 10338. Uit één wieg. ,4"* Jaargang. Vrijdag 7 September 1900. Kennisgeving. ara&jf u in ►OO JAN- I BUITENLAND. neming i onz«[ betuigt ank. IT. K. Jzu, Deze courant verschijnt dagelijks, metuitzondering van Zon- en Feestdagen. Pr^js per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en 11.4.25. Franco L iper post fl. 4.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 40 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. ïrwljj ën, t uur, SejM n. SCHIIIEOAI ISlIHE COURANT Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zjjn. Bureau t Botcrstraat 68. Advertentiën: Van 46 regels 11. 0.92iedere regel Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij Prijs der meer 45 cents innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven Uier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleinm advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ulo. 133. zijn ar. po. CU- ee-, lei. (en Burgemeester en wethouders van Schiedam, brengen ter kennis van de ingezetenen dat door den raad dier gemeente, in zijne openbare vergadering van den 4en dezer zijn benoemd in de Raadscommissie: belast om burgemeester en wethouders bij te staan in het beheer van de gasfabriek en de drinkwaterleiding der gemeente, onder vonr/it- terschap van bet lid van het dagelijkse!) bestuur, den heer J. H. VAN WESTENDORP JDz.: tot leden de heeren M. KRANEN, H. R M A. VAN GENT, i P C. M. JANSEN, i A. GOUKA, P. LOOPUYT en J. PINSTER; voor gemeentewerken, onder voorzitterschap van het lid van het dagelijkse!) bestuur, den lieer G. VISSER Bz tot leden de heeren O. VAN DER VLIES, C. KLEIN, W. A. BEUKERS en P. M. J. A. LAGERWEIJ belast, om burgemeester en wethouders bij te staan in het beheer van do gerueense-reiniging, onder voorzitterschap van den burgemeester, den heer II. J. VERSTEEG lot leden de heeren C. VAN DER VLIES, W. A. BEUKERS, P. LOOPUYT en A. GOUKA belast, om burgemeester en wethouders bij te staan in het beheer van bet pakhuis sde Ne- deilanden", onder voorzitterschap van het lid van hst dngeiijksch bestuur, den heer Mr. W. 1! JANSEN': tol leden de heeren 11. R. M. A. VAN GENT en M. KRANEN tot het ontwerpen der verordeningen, tegen wier overtreding straf wordt bedreigd, ter vol doening aan art. 177 der gemeentewet en ter voorbeieiding van hetgeen bij art. 178 dier wet ia bevolen, onder voorzitterschap van den burge meester, den lieer H. J. VERSTEEG: tot leden de heeren M. KRANEN, M.L.HONNERLAGEGRETE, Dr. D. N. JANSSEN en H. IJ. E. BLAISSE; tot het herzien van alle plaatselijke belastingen. Lonen en andere geiden, in art. 238 der ge meentewet bedoeld, dnaronder begrepen, tot voorzitter de heer Mr. W. IJ. JANSEN, en tot leden de heeren II. R M. A. VAN GENT, P. BRILLENBUIIG, F. J. SMIT en Dr. D. N JANSSEN; en tot hunne plaatsvervangers, wanneer deze zelfde commissie optreedt als vaste raadscom missie, belast met het onderzoeken der bezwaar schriften van aangeslagenen over hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het in komen, de heeren W. A. BEUKERS, M. O. M. DE GROOT en H. B. E. BLAISSE; tot het geven van verslag en het dienen van raad nopens de begrooting en de rekening en verantwoording der plaatselijke inkomsten en Eem. rotman VAN IDA BOY-ED. 5?) „De jongen wilde geen schuld bekennen. Vreeselijke tooneelen had-den er plants. Men' sloot -den weerspannige® knaap voor twee da gen op en gaf hem slechts water en brood. Onderbusschen stelde Mossing* zich in verbin ding met d© directeuren van het verbete ringsgesticht. Dlaarin werden bedorven kin deren uit alle standen tot rede gebracht. De opname van Enno tMaurach. werd op den eersten der volgend© maand bepaald. Met de aankondiging deizetr feiten ontsloeg men den jongen uit zijn gevangenschap, ook zonder dat hij schuld bekende. Doodsbleek, met het schuim, op den mond, hoorde ihaj heb aan, dat tij in een venbeteringsgestóchb geplaatst zou worden. -Op denzelfden dag gebeurde er nog 'etc vreeselijkers. Hij1 beschuldigde er Johan ^an, dat hij zijn moeder bestolen had, dat Wj een lafhartige leugenaar en huichelaar was. De jongens raakten aan' heb vechten. Buiten zijn zinnen van woede, aan een beest gelijk geworden, sloeg Enne Maurach op d'en "«ukken knaap loe, Een vreeselijikie vuistslag trof den jongen zóó ongelukkig op het oor, dat inwendige verscheuringen en ©en bloed uitstorting naar binnen volgden1, waaraan Jo han Massing na verloop van twee dagen stierf." Een steunend geluid ontsnapte er aan de ippen van Malve- Zrij verborg haar gelaat in uitgaven, ingevolge de art. 203 en 219 der gemeentewet, door burgemeester en wethouders aan den raad aangeboden, en ten aanzien van de begroetingen en rekeningen bij art. 148 dier wet bedoeld, tot voorzitter de heer M G. M. DE GROOT en tot leden de heeren P. BR1LLENBCRG en M. L. ÏIONNERLAGE GRETE En is hiervan afkondiging geschied, waar liet behoort, den 6den September 1900. Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. De secretaris G. J. BISSCHOP. llgeoieen overzicht. SCHIEDAM, 6 Sept. 1900. Zutd-Afrlka. Wij ontvingen gisteren een schrijven van iemand, die met de Boerenstrij'dmacht in het Lijdenburgsclie staat. De toon daarvan is al buitengewoon opgewekt, opgewekter zouden we willen, zeggen dan wij immer ©en schrij ven van dezen berichtgever onder oogen kre gen. En wat de zaak des te merkwaardiger maakt, is, dat hij in de onmiddellijke omge ving van Kruger, Steyn en Botha ieware men dus in deze kringen geheel of ten deel© hopeloos, het eclirijiven zou al zeer stellig liet karakter er van dragen. Het is trouwens be kend, dat Kruger nog voor korten tijd de verwachting uitsprak, dat het wel zou gaan. Bovenstaand schrijven is ongeveer een maand oud en sedert hebben de Boeren niet veel oorzaak nog gevonden om door de ge beurtenissen in dien tijd voorgevallen, het hoofd te laten hamgen. Noch in Transvaal noch in den Vrijstaat! Want de groote Duller vordert nog maar niets en zat blijkbaar nog in. zijn kuil en in het Zuiden der beide republieken ziet het er niet ongunstig uit. Ten minste als men de feiten op hun juiste waard© weet te schatten. Zoo bijv. het opbre ken door de Boeren, van het beleg van Lady- brand. Kommandanb Fourie is vandaar afge trokken zelfs voor dat de versterkingen van generaal Hunter ter hulp van het klein© gar nizoen waren toegesneld. Maar hierbij heeft men één ding wel in het oog te houden, en dat vergeten de Engelschen in blijheid, dat is, dat de Boeren die Ladybrand belegerden, geen ander doel hadden dan zich meester te maken van de belangrijke voorraden levens middelen, die zich in dat plaatsje bevonden, en dat toen het garnizoen deze had vernie tigd, de belegeraars niets beters te doen had den dan te zien of de fortuin hun elders gun stiger wilde zijn. Aan het bezit van Lady- brand zelve toch had'den de Boeren in de ge geven omstandigheden niets. Eten voordeel hebben ze in ©Uc geval behaald: hebben zij zelf dc voorraden niet bemachtigd, de Engel sehen moeten heb nu ook zonder stellen, en dat zal hun. zwaar genoeg vallen. Ook in den omtrek van Bloemfontein blij ven de Boeren hardnekkig hangenzij1 zijn nu weer gesignaleerd bij de bekende water werken van Thabanchu, die door het sucoes haar handen. Zij weende en beefde! Welk een jeugd! Hoe bitter! Hoe afgrijselijk en treurig Maar Wakker sprak verder met een half luide, gedempte stem, terwijl d'e broeders en dn zusters met diep medelijden op hun wee- nende zuster neerzagen. „Hij was toen ter tijd nog geen zestien ja ren oud. Nemen wij zelfs allerlei verzachten de omstandigheden aaneen hart, dab uit gemis aan liefde verbitterd .was, een trots, dis? in weerbarstigheid ontaarddie, omdat hij ten onrechte verguisd werd want iüd geloof niet ,dat Johan Massing zulk een engel was, als zijn vader hem aan mij' afschilderde maar zelfs dau welke 'karaktertrekken open baren rich daarin niet! Niet op de daden zelf willen wij riem, lieve Malve, niet op de uiterlijke voorvallen op het karakter, al leen op het karakter. En als voogd' met een krachtig gevoel van verantwoordelijkheid, in zonderheid omdat je het kind van mijn lieve Elisabeth bent, zeg ik je ik kan je mijn toe stemming niet geven tot een huwelijk met een man van zulk een ka rak lm-." „En toen vroeg Malve snikkend. „Hoe ging 'het toen verder 1" „Nu, van toen af is hij altijd; somber ©n in rich zelf gekeerd gebleven. Hij heeft in. het verbeteringsgesticht geen reden 'tot klachten gegeven, flink geleerd, zoodat Mj na verloop van dne jaren het gymnasium verlaten 'heeft en toen naar do academie gegaan is. Zijn idedn kapitaal is niet voor de stuidie toerei kend' geweest-. Hoe hij dit aangelegd heeft, weet men niet. Op zekeren dag dook hij te Hamburg op. Mamng verwachtte, dat hij 'bij hem zou komen om althans nu n'og, als mau>, vergiffenis te vragen. Maar vruohte- van De Web in April een zekere beroemdheid hebben gekregen. Nu zou liet ons niet verwonderen als deze Boeren geen anderen waren dan die van Fou rie, na rijn terugtocht van Ladybrand en dat hij zich hier in verbinding heeft gesteld met de kommando's van generaal Olivier, die in vrijheid gebleven, zijn, nadat hij zelf met zijn drie zonen als 't ten minste waar is is gevangen genomen. Ei rijn dus 4 a. 5000 Boeren met het noo- dige geschut, die tegelijkertijd de waterwer ken van Bloemfontein, bedreigen en Roberts' verb'ndingslijn, en wel rijn voornaamste, daat deze nog altijd via Bloemfontein loopt. Ycorloopig zullen wij den moed dus nog maar niet verliezen en ons niet laten ontmoe digen door een paar berichtjes waarmee het Eugtitehe publiek op het oogenblik wordt ge paaid. dat generaal G-robler nog altijd bezig is ten noorden van Pretoria over rijn capi tulatie te onderhandelen en dab generaal De la Key overleden is aan zijn wonden, van welke wonden wij tot op dit oogenblik nog nimmer hebben hooren reppen. De mogelijkheid bestaat natuurlijk dabde Bo.-reu door een dergelijk groot onheil rijn getroffen, doch op dit oogenblik behoeven wij ons daarover nog niet al te bezorgd te maken. Maar aan den anderen kant, indien de Boeren werkelijk de slachtoffers rijn van alle ongelukken die de Engelsche berichtgevers overseinen, welke ikritiek zou dan scherp ge noeg zijn om de nietswaardigheid van deEn- gelscne generaals te oordeelen, die reeds se dert zooveel maanden onmachtig rijn den ge nadeslag aan d© beide Boerenrepublieken toe te brengen. Verschillende berichten. Lord Roberts heeft zijn uitzettingspolitiek nog niet aan den kapstok gehangen. Nu zijn weer 170 Italianen en Russen uit het land gezetzij waren werkzaam bij de kruitfabriek te Johannesburg en weigerden thans voor de Engelschen patronen te maken. De Russen moeten reeds een eisch tot schadeloosstelling hebben ingediend. De correspondent van de „Köln. Ztg." in Zuio-Afrika verneemt uit officieele bron, dat de Engelschen reeds 91,000 paarden sedert het begin van den oorlog verloren hebben, hetgeen, het paard tegen een prijs van 250 gulden berekend, een bedrag uitmaakt van ruim twintig millioen gulden. T' New-Orleans staan 1400 muildieren op hun versdieping naar Zuid-Afrika te wach ten, doch door een staking onder de stokers en de drijvers in die havenstad ondervindt het transport oponthoud. Op het congres der Engelsche trade-unions is Dinsdag een motie aangenomen, waarin gezegd wordt, dat de Z.-A. oorlog slechts on dernomen ie door Engeland in het belang der kapitalisten en dat d© oorlog ongelukkige ge volgen zal hebben voor de arbeiders. De SKufd-Afrlkaansche Mali, „Ons Land" bevat de schets van een brief, te Bloemfontein gevonden, door president Kruger aan den heer Hargrove loos. En toen liiji het te Hamburg niet verder dan tot een paar toevallige patiënten Iron brengen, kwam hij naar hier toe." „Arm© zuster," zeide Henri met werkelij ke sympathie, „dab zijn slecht© berichten. Als wij nog van dwaze jongensstreken ge hoord hadden, van vrouwen en zelfs van spel, nu, dat komt wel meer voor. Dam kan men het wagen, te hopen, dat het onstuimi ge bloed tot bedaren gekomen is en dat er verstandig© jaren zullen volgen. Maar zoo! Zulk een kasraikter De man zou in> staat zijn in zijn drift rijn vrouw om te brengen Zulk een 'karakter als Malve droogde haar tranen. „Wie zegt je, dat alles waar is?" riep rij uit, „Maar Malve consul Massing kaai toch niet liegen „'Maar hij kan de zaken wel anders voor stellen dan rij) werkelijk rijn," vervolgde zij. „Is het dam niet waar, dat d'e jonge Johan Massing aan de gevolgen der door Enno Maurach ondergane mishandeling gestorven is Is het dan niet waar, dat Enno Maurach drie jaren lang in het verbeieringsgestichb is geweest Zijn dat niet onuitwischbare vlek ken op het levensbeeld van dezen man vroeg Walckor bedaard. „Hij kan zich veranderd hebben. Het wa ren zonden der jeugd' Malve schreeuwde dit bijna uit. „Kunnen wij in dezen man het vertrou wen stellen, dat hij onze zuster gelukkig zal maken?" vroeg Wolfgang. Als i k dat vertrouwen maar in hem steL ik, ik, ik!" „Dus moeten wij je maar blindelings in je verderf laten loepen riep Henri uit. „Minheer, Met betrekking tot ons ge sprek van hedenmorgen en de twee vragen door u aan mij gesteld, namelijk: (a) waar voor d© twee Republieken vechten, en (b) op welke termen rij gewillig zijn vrede t© ma ken, wensch ik u een antwoord te. zenden waarvan gij gebruik kunt maken op zulke wijze als u goeddunkt, ten einde eenig mis verstand be verwijderen, dat bestaan mocht omtrent ons doel en onze doeleinden. God heeft in'rijn goedheid en genade ons tol dusverre de overwinning geschonken- Uit den grond mijns harten geloof ik dat de on getwijfelde dapperheid van harer majesteits troepen en hun meerderheid in aantal van geener waarde zal rijn in het oog van God, want ik vertrouw nederig dat God vreet dat onze zaak rechtvaardig is, en dat om die re den Hij ons zal steunen tot aan het einde toe. Vast volhardende in dit geloof, weifel ik niet mijn diepe droefheid te erkennen over het verlies van kostbare levens dat wij dage lijks aan beide zijden zien. Ik heb herhaalde malen gebeden, om licht en leiding, en kan geen ander licht uit Gods wooid putten dan dat wij voort moeten gaan voor recht en ge rechtigheid te strijden, en ik vertrouw dat God ons recht zal doen geschieden. Hoe hij dit doen zal, weet ik niet. Het kan zijn dat, op Zijn eigen wijze, Hij' den sluier van mis verstand en verkeerde voorstellingen zal wegnemen, die de oogen verblindt van velen die, schoon zij de rechtvaardigheid liefheb ben, ons toch verkeerd beoord'eelen. Het kan zijn dat zelfs nu Zijn hand de slachting zal doen ophouden, door aan hen die onze vijan den zijn, duidelijk te maken, hoe weinig wij verlangen. Dab wij weinig verlangen kan ge makkelijk bewezen worden. De beschuldiging is tegen ons gemaakt dat wij een verove ringsoorlog voeren en dat er sedert langen tijd een groote samenzwering he.ft bestaan, het doel.waarvan is om har© majesteits auto riteit in dit d©el der wereld uit te sluiten. Als dit ons doel was, dan behooren de gebeurte nissen der laatste maanden ons aan te moe digen om in onze pogingen te volharden. De eenvoudige waarheid is echter dat deze be schuldiging valséh is, en dat wij geen zulk doel of begeerte hebben. Slechts één ding en dat ding alleen verlangen wij, en dat ieom alleen gelaten te worden. Dat kunnen rwij be wijzen. Tot op het laatste oogenblik toe heb ben wij onze gewilligheid te kennen gegeven om alle punten in geschil tussclien barer ma jesteits regeering en onze regeering aan arbi trage te onderwerpen. Wij' waren gewillig ons te houden aan de conventie van Londen, die de betrekkingen tusschen. de twee volken ïegelde. Wij hadden het volste vertrouwen met alken in de abstracte rechtvaardigheid onzer zaak, maar ook in ons wettig recht, en toch werd ons aanbod geweigerd. Toen werd het ous, voor d© eerste maal, duidelijk dat conveuties nutteloos waren, en dat wij voor onze vrijheid moesten strijden of slaven wor den j en het is onze onafhankelijkheid' die wij begeeren en niets meer onze onbeperkte onafhankelijkheid. Conventies kunnen op verkeerde manier uitgelegd worden. Zijl rijn gebleken een oor zaak van twist te rijn, niet van vrede. Daar- „Het geldt toch mijn geheel© volgende le ven Br kan daarmee doen, wat ik wil!" „Volkomen juist. Zoodra. je mondig bent. Maar tot zoolang worden wij voor je doen en laten verantwoordelijk gesteld1," zeide Wolf gang- Zij wendde zicli heftig tot Lydia met de woorden „Dat was jou wijsheid, dat ik mij nog niet mondig moest laten verklaren. Zonder jou raad zou ik nu vrij in mijn doen en laten zijn." Lydia haalde de schouders op. Over en wear ging de strijd! met woorden ©n harts tochten. Alle gronden die tegen den man pleitten, brachten haar broeders te berde, en Waloleei ste inde daarmee in. Als een vogel, die in mae.iitelooze woede tegen de tralies zijner kooi aanvliegt, ver moeid© Malve zich in den strijd liarer ziel. Lydia zat stil en leed onder dien vruclite- loornn, zich telkens opnieuw vorheffenden strijd om d© waarde van dien man. En eindelijk begon Wolfgang te spreken. Zijn kart was van vrees vervuld. Zijn oudste zuster had hij zoo goed als verloren. Zou nu ook de jongste uit hun kring scheiden Moest het geheeTe, mooie, innige familiele ven, dat hun trots en hun geluk was geweest, vernietigd worden t Moest de oud© vrouw, die, zonder op iets vermoeden te hebben, herstellende was, de smart beleven, haar jongste dochter aan. zulk een somberen, zon derlingen man te verliezen? Was het niet mogelijk, dat het slechts om een voorbijgaan de opwelling te doen was, dat Malve tob een boter inricht Kwam en hem vergat? Zijn zei- om nemen wij de verklaring van een harer majesteits ministers aan, dat deze oorlog een nieuw© bladzijde in Zuid-Afrika heeft ge opend. Op die bladzijde wenschen wij ge schreven te staan ala een erkend souverein internationaal volk, vertrouwende dat ons doel ook Gods doel is. Met genoegen zou ik uitzien naar de herstelling van den vrede op zulk eer basis, in plaats van dezen vreesc-1 ij- keu oorlog tot aan het einde te voeren, en deze nutteloozo slachting van menséhen te doen voortduren. Deze oorlog kan slechts op twee wijzen ten einde worden gebracht: bf ooor onze feitelijke uitroeiing, of door het verkrijgen door ons van onze begeerte. Voor ons is de <juaestie een van vrijheid of dood. Zoo moet het rijn- Als wij leven om onder worpen te worden, dan zullen onze kinderen slaven zijn. Als wij sterven voor onze vrij heid, dan zullen onze kinderen baat genieten van ons voorbeeld. Dit weten wij, dat als een zelfbesturend volk zichzelf onder het juk van eer. ander volk plaatst, het zedelijk verlo ren is. Zal God hen helpen, wier erkend doel, als zij het bereiken, het noodzakelijk gevolg moet hebben om ons e" onze kinderen aan htm wil e onderworpen Onze begeerte voor vrijheid gaat' al onze andere begeerten te boven, en zal, na een of meer geslachten van goudmijnen, even zeer brandende in ons rijn als thans. Maar ook wi_ verlangen vrede, mits die vergezeld gaat van onze volkomen onafhankelijkheid. Daar om zijn wij niet onwillig om vrede te maken onder de verstandhouding dat diegenen van harer majesteits onderdanen, die ons in de zen oorlog hebben geholpen, toegelaten zul len worden, daar wij vast besloten rijn om tot aan het einde toe 'bij hen te staan, en met de verstandhouding dat onze onafhankelijk heid zal worden erkend volgens internatio naal recht. Dat te het allerminste dat wij op dit oogenblik kunnen Vannomen. Het zon on- lecht zijn zoo wij onderworpen of Tn 't onge lijk gesteld werden. Indien, na alle omstan- Uigheden weder in aanmerking te hebben ge nomen, het Britsche volk en de verantwoor delijke aanvoerders er van, besluiten dat wij onderworpen moeten worden, dan blijft er niets voor ons over dan om tot het uiterste loe te vechten, met God over ons, om het cordeel tusschen ons te vellen. Maar als rij, na de feiten 'e hebben nagegaan, met' Gods hulp tot het besluit mochten komen, dat wij' geen onderwerping verdienen, dan hoop en vertrouw ik, in den naam van dien God, wiens genade oneindig en wiens rechtvaar digheid onverbiddelijk is, dat rij den zedelij ken moed zullen hebben om terstond een einde te maken aan dezen oorlog, afgezien van alle wereldeche beschouwingen en slechte vertrouwen zullen in die zegeningen die alle goede en edele daden vergezellen, en in den voortgang van hun machtig rijk in gerechtig heid en vrede. Ik ben diep getroffen door uw begeerte voor 't herstel van vrede, en daarom heb ik zoo openhartig met u gesproken, en ik bid dat God het goede werk door u ondernomen, nuwen trilden nog van de hevig©, pijnlijke aandoeningen van dien morgen. „Lieve zuster," zeide hij en nam haar bij d© hand, „stel je vertrouwen in ons? Geloof je ,dat wij niets anders dan j© geluk willen? Breng ons een man al is hiji nog zoo arm aan geld on nederig van stand, als hij wil maar laa.t hem zóó zijn, dat wij1 jo met volko men gerustheid aan hem kunnen toevertrou wen Kunnen wij dat met Mauracli doen Je bent verstandig en hebt een gezond oor- doel. Je zult die vraag ontkennend beant woorden. Maar je zult misschien zeggen, dat je bot toch maar wilt wagon. Overweeg, voor dat je dit waagstuk onderneemt, nog eens rijpelijk, wat je daarvoor ten offer brengt. Want wij dat begrijp je wij scheiden van je, als je dien somberen man volgt. Kijk maar eens in deze kamer rondWeot je nog wel, als papa daar vóór rijtn schrijftafel zat, met jou op zijn schoot, ons drieën dicht aam zijn schouders gedrongen? En als papa ons in den familiebijbel het portret van Frederik van Saksen en den plattegrond van de stad Jerualem liet zien Weet je nog wel, wat voor lieve, domme vragen je deedb, en als wij grooten je uitlachten, dan streelde papa je langs je haar en bedekte je met kussen. En weet je nog wel, hoe papa zioh verheugde, als wij hem het portret brachten, dat daar op de schrijftafel staat en dat wij nu zoo kluch tig vinden? Vochtige oogen had papa, en hij nam ons alle vier in rijn armen en zeide: „Zóo wil ik jullie altijd zienbij elkander, vereen igd 1" Malve weende hevig. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1