4"* Jaargang. Zondag 7 en Maandag 8 October 1900. No. 10364. Tweede Blad. DE REDDENDE ENGEL. UIT DE PERS. BINNENLAND. I SCHIEDAM ICHE COURAIT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam enVlaardingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan 'iet bureau bezorgd zijn. Bureau s Boicrstraat 66. Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "kleit»» ad ver tri» tiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon Ufo. 123. Ongevallenwet. Dat de tweede Ongevallenwet tegen a.s. Woensdag aan de orde is gesteld, en zulks zonder iemands protest, verheugt de sStand." te meer, omdat er thans uitzicht bestaat, dat de behandeling ervan niet langer gerekt zal worden dan strikt noodig is. De Kieswet komt als tweede sneltrein achterop, en zal vanzelf tot spoed dwingen, zoo men botsing voor komen wil. Immers de Kieswet moet binnen een maand zgn afgehandeld, en dit beperkt ranzelf de tijdruimte voor de Ongevallenwet. Versnelde behandeling nu van dit wets ontwerp acht het blad daarom mogelijk, om dat, zonder voorbehoud, door Regeering, Ka mer en Pers erkend is dat het ontwerp als een geheel nieuw ontwerp aan de orde komt. Ware dit betwist, rekking zou plicht heb ben kunnen wordeö, om een verkapt amen- üementrecht van de Eerste Kamer af te snijden. Nu daarentegen pleit alles er voor, om de behandeling te concentreeren op de punten, die in de Kamer nog niet tot beslissing zijn gekomen. En daarover zegt de nStand." Voor ons nu is dit nieuwe niet van bui tengemeen gewicht. Ons principieel bezwaar tegen het eerste ontwerp blijft onverzwakt ook tegen het tweede bestaan. Alleen de concentratie van macht in de Rgksbank zal iets minder zjjn. Iets wat we toejuichen, en het stemmen voor dit tweede ontwerp ons zelfs gemakkelijker zal maken dan die stem, die van Antirevolutionaire ijjde voor het eerste ontwerp werd uitge bracht." Evenredige vertegenwoordiging. Nu van liberale zijde, kortelings nog door prof. Molengraaff in do „Gids''', het vraag stuk der evenredige vertegenwoordiging moer naar voren wordt gebracht, acht het „Volle" het noodig het standpunt der sociaal-demo craten ten deze uiteen te zetten. (Het blad schrijft: „Wat ons betreft, zoo verkrijgt de eisch, dat alle partijen volgens kun getalsterkte (evenredig) in het wetgevend lichaam zullen zijn, vertegenwoordigd, eerst dan praktische befeekenis, als het algemeen kiesrecht be staat, Zonder dit is evenredige vertegenwoor diging een onmogelijkheid. Daaraan schrijven wij heb dan ook toe, dat onder de arbeiders zoo weinig over dit stelsel wordt gesproken. Toch ia de evenredige vertegenwoordiging een eisch van rechtvaardigheid, die voor komt, dat het aan een minderheid in het volk door de toevallige 'groepeering der meer derheid! totaal wordt belet, zich in de wetge ving te doen gelden, zelfs al vormt zij meer dan een honderdste der kiezers, zoodat zij minstens één der Kamerzetels d'iende te be zetten. Zij vormt dan ook een punt van ons pro- doör ANNA MAHLENBERG. Naar het Zweedseh. Paar aam paar gleden zij langs den groo- teu met sneeuw bedekten heuvel, het troep je vroolijfce jonge menschje®. Hiet was een leven van belang, en menigmaal klonk, ate «a der sleedjee ouïwipte, een koor van meis- 1°*" en mannenstemmen, dat ver in den om- tpk gehoord kon worden. Op den top van den heuvel evenwel stond: de garde, twee goedige oude tantes, die het ep zich genomen hadden op te letten, of al- te wel ordentelijk toeging. Werd het hun te koud, d'am togen ze in het nabijgelegen KStaurant en nipten een paar maal tokkor- Hpa aan hun glazen warmen wijn, of bespra ken met de keBnarinnien de toébareidiseilfen, tear heb souper. Heel vaak geschiedde dit ®art«r niet Het grootste deel van den avond melden zij heb heldhaftig in de koude bij de J®gd uit. Mevrouw Hök, de grootste en statigste r® tevee, bewaakte voornamelijk "twee doch- die tot dat soort jonge dames behoor- \<ten die het luidste schreeuwden en heb ®teeste lachten. Mevrouw Aspegren: daaren- had geen bijzondere taak om op te let- tea. Zij was meer uit tot hun. aller genoo omdat rij alles zoo goed arratageerde en naaglijjjf maakte, en voorts omdat rij de 1' vatl 6001 d^r mtgewoodigdb oava- den oamdidaat Hugo TöraMom, die aan gram en indien de burgerlijke partijen de grondwetsherziening ook aan dit punt willen dienstbaar maken, kan 'hiertegen onzerzijds geen principieel bezwaar bestaan. ÖDe geschiedenis in België echter, waar li beralen en. socialisten samen ten strijde zijn getrokken voor algemeen enkelvoudig kies recht met evenredige vertegenwoordiging, terwijl de liberalen, toen rij, door den drang der arbeidersbeweging de laatste hadden ver overd, het eerste in den steek hebben gela ten, heeft menig onzer min of meer huiverig gemaakt, om hefc een met het ander te ver binden. Toch zal men rich onzerzijds niet tegen dien eisch kunnen verzetten en moeten wij slechts zorgen, dat hij niet als een eivch op zich zelf, doch als de noodzakelijke aanvul ling van het algemeen kiesrecht in de pu blieke opinie post vatte. Algemeen kiesrecht zonder evenredige vertegenwoordiging brengt ons een stapje vooruit naar de sociale rechtvaardigheid evenredige vertegenwoordiging zonder alge meen kiesrecht is een vlag op een modder schuit, een bestendiging van onrecht en ver drukking; die beide eischen saam vereenigd zijn de noodzakelijke voorwaarden voor de werkelijke democratie, die niet in onder drukking, doch in erkenning van het recht der minderheden bestaat." Kerkelijk huwelijk. Is het „Centrum" den minister van justi tie erkentelijk voor rijn voorstel ten aanzien van het 'kerkelijk huwelijk in 't ingediende ontwerp tot wijziging van 't Wetb. v. Straf recht, het „Nederlamdsch Dagblad" is vol strekt niet ingenomen met deze wijzigingen Vooreerst riet het christelijk-historisoh or gaan in deze poging, om een 'bezwaar van kerkelijke rijde weg te nemen, opnieuw be wezen, dat de ïtegeering de roomsclien naar de oogen ziet. Het groote beginsel, dat het huwelijk geen kerkelijke, maar een burger lijke instelling is, brengt rij, altijd volgens het „N, D.", in groot gevaar. Het „N. D." zou kunnen begrijpen, d!at do wetgever nog op het laatste oogenblik db gelegenheid scheuken wil tot het sluiten van een wettig huwelijk, maar dat doet hij, door de eerste wijziging niet. Want de zaak komt alleen kerkelijk in orde. Laat dus, zegt het „N. D,", liever het Burgerlijk Wetboek veranderd worden. De formaliteiten, dio nu aan liet sluiten van het huwelijk vooraf moeten gaan, zijn vaak veel te tijdroovend en veel te om slachtig. Men moot den ambtenaar Van den Burgerlij ken Stand desnoods dadtelijk bij een sterfbed kunnen roepen. Laten desnoods de notaris sen en do geestelijken, die bij het sterven te genwoordig zijn, de bevoegdheden (krijgen van den ambtenaar van don Burgerlijken 'Stand, indien er geen gelegenheid is geweest dezen zelf te ontbieden. Heb huwelijk moet dan kunnen gesloten worden zonder andere formaliteiten d'an de aanwezigheid van twee getuigen en zonder andere waarborgen dan de goede trouw van hem, dio het sluit. Deze moet onmiddellijk tot die sluiting 'kunnen overgaan, indien hij in gemoede overtuigd de hoogosohool in de medicijnen studeerde en een hoopvolle ernstige jonge man was, die bi timen ©en paar jaren zeker wel een be kwaam dokter zou rijn. „Wat denkt u, zou er niet iots tusschon den candadaab en dit Heine dametje be staan}' fluisterde mevrouw Hök verholen, intusscben met een veelzeggend hoofdknik ken naar het daar juist heen glijdend1© paar duidend. De aangesprokene volgde mot den Mik haar neef en diens jong© dam© op hun vaart. De ander© jonge meisjes oef enden zich voornamelijk in hot zoo elegant mogelijk te glijden, nl. door rugwaarts op de ried© te knielen, met db handen op die schouders hun ner cavaliers. 'Maar 'Hugo's dame deed niét de minste poging daartoe. Zij plaatste zich zoo gemakkelijk mogelijk in de slede, bijna op rijn schoot, trok haar rokken om rich hoon,"zóó dat een goed: deel haner stevige in zwarte kousen gestoken boenen zichtbaar werden, en wierp levendag© blikken van on der de verwarde blond1© lokken, die over haar voorhoofd' bengelden, vandaan, alsof rij zeggen willde: „Ja, kijk maar, het .hiudtert mij niet® 1" Zij vond geen genade in de oogen van me vrouw Aspegren, het klein'©, zelfbewust© ding, dlaJt iets van een wilde kat over rich had. Op alles wat haar beviel, schoen rij be slag te willen üeggpnj en. met hand en tand te willen, vasthouden. Met wat een energie had rij rich (niet aan die 'beste ried© vastge klemd, em nu leek heb alleszins alsof zij rich (had voorgenomen Hugo geen seconde los !te latem. Mevrouw Aspegren had! heb werkelijk: oneer dam eens betreurd, dat hij juist bij is, dat er geen beletselen tegen een wettelijk huwelijk rijn. De rechter kan rlan altijd na derhand nog, hetzij' ambtshalve, hetzij op verzoek der belanghebbenden, een nader on derzoek instellen en het huwelijk weer doen vernietigen. Voor zulk een onderzoek is er naderhand tij dg genoeg. Dat is het wat, naar het „N. D." meent, de practijk des levens eischt, maar het nu voorgestelde is een nut- telooze halve maatregel. Wat de tweede wijziging betreft, daarvan vindt bet „N. D." de redactie is zoo duister en de toelichting zoo onvolledig, dat het niet begrijpt, wat de wetgever eigenlijk wil. Waartoe, vraagt het „N. D-", al dat geknut sel? Waarom kan die plechtigheid dan niet wachten tot na het huwelijk Is het er hier niet eenvoudig om te doen d© menschen wél deugdelijk in den waan te brengen, dat rij reeds gehuwd zijn en dat dus het burgerlijk huwelijk wel achterwege kan blijven Een geldige, afdoende reden voor de hier voorge stelde uitzondering heeft het „N. D." niet kunnen ontdekken. Wordt het voorgestelde wet, dat kunnen, zoo besluit het blad, de roomschen met eeni- gen schijn van recht beweren, dat de meer derheid van het kerkelijk boven het burger lijk huwelijk is erkend en is eenmaal de eer ste stap gedaan, dan zullen rij niet tevreden zijn, maar op meer stappen blijven aandrin gen. Tweede Kamer. De afdeelingen der Tweede Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de navolgende hoofdstukken der Staatsbegrooting voor 1901 marine de heeren Groen van Waarder, Goe- koop, Merckelbach, Mees en Staalman finan ciën de heeren Ketelaar, Van Gilse, Van der Kun, Van Kempen en Loeffoorlog, met de daarbij behoorende ontwerpen betreffende machtiging op de rekenkamer ;tot verevening eener som van 1191.000; suppletoire oorlogs- begrooting voor 1898; verstrekkingen voor oorlog dienst 1900 en de vestingbegrooting voor 1901, de heeren Geertsema, Seret, Pijn appel, Van Heemstra en De Ras. Invoerrechten. De Vereeniging van oliefabrikanten in Friesland heeft aan den Minister van Finan ciën gezonden een adres met verzoek een invoerrecht van ongeveer fl per K.G. op vreemde voederkoeken, zoowei in vasten als in poedervorm, in zijn fiscale wetten op te nemen. Ongevallenwet. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haailem heeft een adres gericht tot de Tweede Kamer, waarbij gevo-gd is een af druk van het door de Haarlemsche K. v. K. op 17 Maart 1.1, te dier zake aau de Eerste Kamer gericht adres. Adressanle voegt er naar aanleiding van de behandeling der wet in de Eerste Kamer nog enkele opmerkingen aan toe. ïDe strgd tusschen publiek-rechtelijke en privaat-rechtelgke regeling is in de Eerste Kamer niet uitgestreden geworden. Het komt deze familie was bomen inwonen. Zij had mejuffrouw Bertha. Lindeman, reeds vaak over de teug hooxen gaan, en ook dat voor Hugo gevaar op handle®, was, was haar 'ter oor© gekomen. „Hm," zoide zij, een beetje afwijzend, ate antwoord op de haar door mevrouw Hök ge dane vraag, „dat kan ik niet geloovan." Nu ja, mevrouw Hök wilde ihet ook nieb golooven, maar wat rij zoo al niét. van het dametje wist! Met onderscheiden, voorbed den toonde zij aan, hoe onopgevoed zij was, wat voor minnarijtjes rij had gehad, en, zij praatte mevrouw Aspegren. de oorea zoo vol, dat deze verschrikkelijk: angstig werd on het ernstige besluit opvatte haar dierbaren Hugo voor deze verschrikkelijke persoon te waar schuwen. Den geheelen avond had rij op Bertha acht geslagen, en inderdaad beviel rij (haar steeds minder. En toen de partij ten. slotte tenein de was, het gezelschapje die stad bereikt had en men scheiden zou, wist zij hot zoo in te richten, doJb mejuffrouw Lindeman een nieu wen cavalier bekwam, die haar naar huis be geleidde, terwijl rij Hugo dn beslag mam, om op hem te kunnen inwerken. Nadat rij geïnformeerd had of héb hem bij de menschen waar hij inwoonde wel beviel, cm item antwoord bekomen had, dat hij rich daar zeer wel gevoelde, raadde rij hem aan er in. elk geval toch liever vandaan te gaan. „M'aar waarom toch, als ik er mij op mijn geonaik gevoel?" vroeg de candidhat ietwat verbaasd, rijn zachtmoedige blauwe oogen op zijn tante vestigende. „Omdat ik een ander verblijf voor je weet, dat veel heter is." ons voor, dat de oplossing van dien strijd slechts gevonden kan worden langs den weg in ons adres aangewezen. De voorgedragen regeling, wij herhalen het, zoowel het pu bliek als het privaat belang. Van publiek belang is, Sat de arbeider toien een ongeval overkomt, niet tot armoede vervalle, d Van privaat belang is, dat de arbeider wien een ongeval overkomt, een inkomen blij- ve genieten in verhouding tot zijn genoten loon. De behartiging van dat privaat belang behoort een vrijwillige daad van den werk man te big ven, die daarbij reeds nu, en allengs meer aanmoediging en steun van den werkgever ontvangt. ïDen weikgever, die ia het publiek belang den werkman voor armoede wil vrijwaren, kan het onverschillig zijn. welk loon deze genoot. ïDe vraag, die hem alleen belang kan inboezemen, is dezewelke inkomst zal ik den getroffen werkman waarborgen? »Deze vraag kan hij in verband brengen met de overgebleven geschiktheid tot werken, ook met de bestanddeelen van het gezin van den werkman, d^ch niet met het genoten loon. «Indien het u mogelijk was alsnog alles wat betrekking heeft op het genoten loon uit de wet te verwijderen, dan zou eene regeling der ongevallenverzekering tot stand kunnen komen, waarvan de publiek-rechte lijke aard wel door niemand ontkend zou worden, en die onzes inziens om tal vaa redenen verre de voorkeur zou verdienen boven het thans voorgestelde, dat ons steeds onaannemelijk big ft voorkomen. «De wijziging die wij vragen, bevat geen belangrijke afwijking van liet vooigestelde, sinds door uwe Kamer hetzelfde denkbeeld reeds ten deele in de wet is gpbracht. De bepaling van art. 21, laatste alinea, volgens welke voor de vaststelling der renten niet in aanmerking komt lietgem meer dan een zeker fixum verdiend werd, eischt onze* inziens in het publiek belang deze aanvulling, dat ook buiten aanmerking zal blijven hetgeen min der dan dat fixum verdiend weid. Men bepale eenvoudig een cijfer dat voor de vaststelling der schadeloosstellingen het loon zal geacht worden te bedragen. «Dat cijfer behoeft niet noodwendig voor allen gelijk te zijn. 3)1 n de eerste plaats zou een zekere dienst tijd kunnen gevoiderd worden, om op liet volle bedrag aanspraak te kunnen maken, zoodat jeugdige werklieden, en zij, die tijdelijk in dienstbetrekking zgn, slechts gedeeltelijks tegemoetkoming, naar gelang van hun dienst tijd, zouden erlangen. «Voorts kan onderscheiden worden naar gelang van de plaatselijke gesteldheid. Ook bij het voorgestelde ontwerp schijnt daaraan gedacht te zijnalthans de minister van waterstaat betoogde in de Eerste Kamer, dat het niet goed zou zgn het volle loou als rente uit te keeren, aangezien de getroften werk man niet in Den Haag, Amsterdam of andere dure plaatsen behoeft te blijven wonen, maar naar een goedkoopere plaats, kan verhuizen. Maar waarheen zal nu de verzekerde ver huizen die reeds in een goedkoopere plaats werkzaam was en het lage loon genoot dat „Maar wanneer u toch weet dat ik tevre den ben 1" „Tevreden, ja., beste Hugo, maar het te daarom nog niet gezegd, dat het goed en. nut tig te, 'te rijn overal diaor, waar men tevre den isf „Niet nuttig?" „Ja, ja, Hugotje, ea- zijn zoo vele gevaren, voor brave, onervaren jonge -mannen, als jij," aead'e mevrouw Aspegren, met een veetlbetee- kenemden blik. Ware de oandidaat geweest ate andere lichtzinnige jongelui, dan z»u hij waarschijn lijk in schaterend lachen rijn uitgebarsten, en rich over zijn zorgzame lieve tante niet weinig vroolijk gemaald) hebben. Maar Hugo Tömblom was van een reflectecrende ernsti ge natuur, die steeds nadacht, of in dat, wat de menschen zeiden, niet een greintje waar heid' lag. Daarom lachte hij niet,, maar peins de «enige oogen blikken na. „Wat zouden er dan bij de Lindeman's voor gevaren mij bedreigen?" vroeg hij' ten slotte. „Mejuffrouw Bertha,'- zeide de tante. „Ah r Hij voer met uit, zooals een verliefd man het zekerlijk zou hebben, gedaan, overstelpte dé hem waarschuwende tante ook niet met heftig© verwijten, hij, kwam slecht® met het Heine bescheid „Ah Daardoor meer aan gemoedigd, ging db tante voort, haar missie te vervullen en verhaalde alles wait rij van, de kleine mejuffrouw Lindeman -wiet. Zij was koket, onopgevoed, zij had' een onaange naam nieuwsgierig uiterlijk, de menschen spraken slechte van haar, dus men moest rich voor haar dn acht .nemen. aldaar normaal was? Ook voor hen toch wordt deze wet gemaakt. »In ons adres aan de Eerste Kamer heb ben wij in het licht gesteld enkele der moeilijkheden waartoe de loonberekening aanleiding zal geven. Wij zullen daarop niet terugkomen. »Wel echter willen wij nog wijzen op den strijd waarin de wetgever met zich zelf zal geraken, wanneer hij eene belasting gaat leggen op alles wat de werkgever den werk man ten goede doet komen. Voor elke gra tificatie, elke ondersteuning, aan den werk man toegestaan, zal belasting verschuldigd zyn. De werkgever die de hoogste loonen betaalt, zal het zwaarst worden getroffen. Het onbillijke en verkeerde der wet springt ook hier duidelijk in het oog. Al die bezwaren vervallen in het stelsel dat door ons voor gestaan wordt. De werkgever betaalt alsdan een zelfde bedrag voor eiken werkman in zijn dienst, welk bedrag alleen afhangt van de gevarenklasse en de klasse der gemeente waar zijn bedrijf gevestigd is. «Wij wijzen op het groote voordeel, dat deze regeling tevens zal kunnen dienen voor een eventueel in te voeren invaliditeitsver zekering. Dit voordeel is niet gering immers, als men eenmaal van het beginsel uitgaat, dat de werkman voor armoede moet gevrij waard worden, en op dien grond den werk man die met of zonder zijn schuld door een ongeval getroffen wordt, te hulp komt, mag men niet nalaten datzelfde te doen ten op zichte van den werkman, wien het ongeluk treft, door zgo lichamelijkea toestand builen verdienste te geraken". De drankwet. Mr. Van Houten handelt in rijn veertien den Staatkundigen brief ook over de drank wet. De heer Van Houten zegt daarvan M. i. wordt niet genoeg ingezien, dat d!e hoofdbron der zwarigheden ligt in de bepa ling door de wet van het maximum der ver gunningen naar een, enkel op do bevolking der gemeente steunenden arithmetischen. re gel. Artikel 2 der drankwet is een waar Pro- crastes-bedL Het is liet uitvloeisel van zuive re willekeur. 'En juist dit artikel schijnt door de voor standers van do drankwet ate heb heilige huisje te worden beschouwd, waaraan nieb mag worden getornd1, ofschoon de werkelijke cijfers der tegenwoordig bestaande vergun ningen. een veel beter, al zij heb ook geen vol komen zuiver beeld geven van db normale behoefte- aan vergunningen, dan de regel van artikel 2. In 1881 maakte de wetgever rich van db zwarigheid af door twintigjarig© handhaving d'er destijds bestaande gelegenheden tot drankverkoop. En nu schijnt men weder op gelijke wijze te willen handelen, doch, heel sluw, het tweed© lid van artikel 7 tegel ijker- tijd te willen opheffen, (hetwelk thans heb rechtmatig belang van den drankhandelaar tegen het fanatisme en de bemoeizucht van mr. Borgesius c. s. beschermt. Daartegen dient gewaarschuwd te worden. Ate men de zaak niet a fond 'kan afdoen, moet eenvoudig heb status quo met ©en bekwamen termijn verlengd worden, om gelegenheid te geVen de geheele zaak opnieuw te regelen. Nu was de candidaat er gélukkig' achter gekomen waarmede ateoo rijtn waardigheid! bedreigd werd', en hij richtte rich daarom zoo flink op, als zijn ietwat slappe en han gende figuur hem zulks toestond'. Wat mejuffrouw Lindemam betrof, ver klaarde hij, d!at hij in 't geheel niet wist of vaa dat geklots iets waar was of niet. Zoo nauwkeurig had hij haar niet gadegeslagen. Maar waarneer rijm tante gdloofde dat hij ©enigermate in haar netten verstrikt was, zooate rij zulks scheen te doen voorkomen, dan had zij' liet geheel mis. Men kon toch waarlijk wel een paar woorden met een. meis je wisselen zonder op haar verliefd' .te gera ken. Dit antwoord liet niet ma, tante gerust te stellen, maar toch was haar bezorgdheid niet geheel geweken. Al was hij er nu nog "niet zoo slecht aam toe als ziji gevreesd had, diam kon men toch n-ooit weten waartoe een zoo listigo heks als dit meisje hem achtereenvol gens brengen kon. En mevrouw Aspegren was diplomatiek. Daarom hing rij ietwat vaster dam be voren aan den arm Mam hoar neef en zag hem innig in rijn gelaat. „.Maar zie toch eens, Hugo? AL ben je je zelf «eh-eel zeker, zoo 'kun je toch niét voor haar instaan. Volgens dab, wat ik heden avond gezien heb, leek het mij (bijna zoo toe en' al was het slechts ter wille von haar, moest je toch maar verhuizen, 'b Zou mij werkelijk' leed doeu om het arme meisje." Dat was lang geen dom argument. De candidaat* liet het hoofd zakken ea dacht na. Was er wel een aanleiding, te gdlöoven dat rij op hem verliefd was? Wellicht. 'Eemigermate bijzondere eigenschappen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 5