4"* Jaargang.
Zondag 7 en Maandag 8 October 1900.
No. 10364.
Tweede Blad.
DE REDDENDE ENGEL.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
I
SCHIEDAM ICHE COURAIT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam enVlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zijn.
Bureau s Boicrstraat 66.
Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Taneven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde "kleit»» ad ver tri» tiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ufo. 123.
Ongevallenwet.
Dat de tweede Ongevallenwet tegen a.s.
Woensdag aan de orde is gesteld, en zulks
zonder iemands protest, verheugt de sStand."
te meer, omdat er thans uitzicht bestaat, dat
de behandeling ervan niet langer gerekt zal
worden dan strikt noodig is. De Kieswet komt
als tweede sneltrein achterop, en zal vanzelf
tot spoed dwingen, zoo men botsing voor
komen wil. Immers de Kieswet moet binnen
een maand zgn afgehandeld, en dit beperkt
ranzelf de tijdruimte voor de Ongevallenwet.
Versnelde behandeling nu van dit wets
ontwerp acht het blad daarom mogelijk, om
dat, zonder voorbehoud, door Regeering, Ka
mer en Pers erkend is dat het ontwerp als
een geheel nieuw ontwerp aan de orde komt.
Ware dit betwist, rekking zou plicht heb
ben kunnen wordeö, om een verkapt amen-
üementrecht van de Eerste Kamer af te
snijden.
Nu daarentegen pleit alles er voor, om de
behandeling te concentreeren op de punten,
die in de Kamer nog niet tot beslissing zijn
gekomen.
En daarover zegt de nStand."
Voor ons nu is dit nieuwe niet van bui
tengemeen gewicht.
Ons principieel bezwaar tegen het eerste
ontwerp blijft onverzwakt ook tegen het
tweede bestaan.
Alleen de concentratie van macht in de
Rgksbank zal iets minder zjjn. Iets wat we
toejuichen, en het stemmen voor dit tweede
ontwerp ons zelfs gemakkelijker zal maken
dan die stem, die van Antirevolutionaire
ijjde voor het eerste ontwerp werd uitge
bracht."
Evenredige vertegenwoordiging.
Nu van liberale zijde, kortelings nog door
prof. Molengraaff in do „Gids''', het vraag
stuk der evenredige vertegenwoordiging moer
naar voren wordt gebracht, acht het „Volle"
het noodig het standpunt der sociaal-demo
craten ten deze uiteen te zetten.
(Het blad schrijft:
„Wat ons betreft, zoo verkrijgt de eisch,
dat alle partijen volgens kun getalsterkte
(evenredig) in het wetgevend lichaam zullen
zijn, vertegenwoordigd, eerst dan praktische
befeekenis, als het algemeen kiesrecht be
staat, Zonder dit is evenredige vertegenwoor
diging een onmogelijkheid.
Daaraan schrijven wij heb dan ook toe, dat
onder de arbeiders zoo weinig over dit stelsel
wordt gesproken.
Toch ia de evenredige vertegenwoordiging
een eisch van rechtvaardigheid, die voor
komt, dat het aan een minderheid in het
volk door de toevallige 'groepeering der meer
derheid! totaal wordt belet, zich in de wetge
ving te doen gelden, zelfs al vormt zij meer
dan een honderdste der kiezers, zoodat zij
minstens één der Kamerzetels d'iende te be
zetten.
Zij vormt dan ook een punt van ons pro-
doör
ANNA MAHLENBERG.
Naar het Zweedseh.
Paar aam paar gleden zij langs den groo-
teu met sneeuw bedekten heuvel, het troep
je vroolijfce jonge menschje®. Hiet was een
leven van belang, en menigmaal klonk, ate
«a der sleedjee ouïwipte, een koor van meis-
1°*" en mannenstemmen, dat ver in den om-
tpk gehoord kon worden.
Op den top van den heuvel evenwel stond:
de garde, twee goedige oude tantes, die het
ep zich genomen hadden op te letten, of al-
te wel ordentelijk toeging. Werd het hun
te koud, d'am togen ze in het nabijgelegen
KStaurant en nipten een paar maal tokkor-
Hpa aan hun glazen warmen wijn, of bespra
ken met de keBnarinnien de toébareidiseilfen,
tear heb souper. Heel vaak geschiedde dit
®art«r niet Het grootste deel van den avond
melden zij heb heldhaftig in de koude bij de
J®gd uit.
Mevrouw Hök, de grootste en statigste
r® tevee, bewaakte voornamelijk "twee doch-
die tot dat soort jonge dames behoor-
\<ten die het luidste schreeuwden en heb
®teeste lachten. Mevrouw Aspegren: daaren-
had geen bijzondere taak om op te let-
tea. Zij was meer uit tot hun. aller genoo
omdat rij alles zoo goed arratageerde en
naaglijjjf maakte, en voorts omdat rij de
1' vatl 6001 d^r mtgewoodigdb oava-
den oamdidaat Hugo TöraMom, die aan
gram en indien de burgerlijke partijen de
grondwetsherziening ook aan dit punt willen
dienstbaar maken, kan 'hiertegen onzerzijds
geen principieel bezwaar bestaan.
ÖDe geschiedenis in België echter, waar li
beralen en. socialisten samen ten strijde zijn
getrokken voor algemeen enkelvoudig kies
recht met evenredige vertegenwoordiging,
terwijl de liberalen, toen rij, door den drang
der arbeidersbeweging de laatste hadden ver
overd, het eerste in den steek hebben gela
ten, heeft menig onzer min of meer huiverig
gemaakt, om hefc een met het ander te ver
binden.
Toch zal men rich onzerzijds niet tegen
dien eisch kunnen verzetten en moeten wij
slechts zorgen, dat hij niet als een eivch op
zich zelf, doch als de noodzakelijke aanvul
ling van het algemeen kiesrecht in de pu
blieke opinie post vatte.
Algemeen kiesrecht zonder evenredige
vertegenwoordiging brengt ons een stapje
vooruit naar de sociale rechtvaardigheid
evenredige vertegenwoordiging zonder alge
meen kiesrecht is een vlag op een modder
schuit, een bestendiging van onrecht en ver
drukking; die beide eischen saam vereenigd
zijn de noodzakelijke voorwaarden voor de
werkelijke democratie, die niet in onder
drukking, doch in erkenning van het recht
der minderheden bestaat."
Kerkelijk huwelijk.
Is het „Centrum" den minister van justi
tie erkentelijk voor rijn voorstel ten aanzien
van het 'kerkelijk huwelijk in 't ingediende
ontwerp tot wijziging van 't Wetb. v. Straf
recht, het „Nederlamdsch Dagblad" is vol
strekt niet ingenomen met deze wijzigingen
Vooreerst riet het christelijk-historisoh or
gaan in deze poging, om een 'bezwaar van
kerkelijke rijde weg te nemen, opnieuw be
wezen, dat de ïtegeering de roomsclien naar
de oogen ziet. Het groote beginsel, dat het
huwelijk geen kerkelijke, maar een burger
lijke instelling is, brengt rij, altijd volgens
het „N, D.", in groot gevaar. Het „N. D."
zou kunnen begrijpen, d!at do wetgever nog
op het laatste oogenblik db gelegenheid
scheuken wil tot het sluiten van een wettig
huwelijk, maar dat doet hij, door de eerste
wijziging niet. Want de zaak komt alleen
kerkelijk in orde. Laat dus, zegt het „N. D,",
liever het Burgerlijk Wetboek veranderd
worden. De formaliteiten, dio nu aan liet
sluiten van het huwelijk vooraf moeten gaan,
zijn vaak veel te tijdroovend en veel te om
slachtig.
Men moot den ambtenaar Van den Burgerlij
ken Stand desnoods dadtelijk bij een sterfbed
kunnen roepen. Laten desnoods de notaris
sen en do geestelijken, die bij het sterven te
genwoordig zijn, de bevoegdheden (krijgen
van den ambtenaar van don Burgerlijken
'Stand, indien er geen gelegenheid is geweest
dezen zelf te ontbieden. Heb huwelijk moet
dan kunnen gesloten worden zonder andere
formaliteiten d'an de aanwezigheid van twee
getuigen en zonder andere waarborgen dan
de goede trouw van hem, dio het sluit. Deze
moet onmiddellijk tot die sluiting 'kunnen
overgaan, indien hij in gemoede overtuigd
de hoogosohool in de medicijnen studeerde
en een hoopvolle ernstige jonge man was, die
bi timen ©en paar jaren zeker wel een be
kwaam dokter zou rijn.
„Wat denkt u, zou er niet iots tusschon
den candadaab en dit Heine dametje be
staan}' fluisterde mevrouw Hök verholen,
intusscben met een veelzeggend hoofdknik
ken naar het daar juist heen glijdend1© paar
duidend. De aangesprokene volgde mot den
Mik haar neef en diens jong© dam© op hun
vaart. De ander© jonge meisjes oef enden zich
voornamelijk in hot zoo elegant mogelijk te
glijden, nl. door rugwaarts op de ried© te
knielen, met db handen op die schouders hun
ner cavaliers. 'Maar 'Hugo's dame deed niét
de minste poging daartoe. Zij plaatste zich
zoo gemakkelijk mogelijk in de slede, bijna
op rijn schoot, trok haar rokken om rich
hoon,"zóó dat een goed: deel haner stevige in
zwarte kousen gestoken boenen zichtbaar
werden, en wierp levendag© blikken van on
der de verwarde blond1© lokken, die over
haar voorhoofd' bengelden, vandaan, alsof rij
zeggen willde: „Ja, kijk maar, het .hiudtert
mij niet® 1"
Zij vond geen genade in de oogen van me
vrouw Aspegren, het klein'©, zelfbewust©
ding, dlaJt iets van een wilde kat over rich
had. Op alles wat haar beviel, schoen rij be
slag te willen üeggpnj en. met hand en tand
te willen, vasthouden. Met wat een energie
had rij rich (niet aan die 'beste ried© vastge
klemd, em nu leek heb alleszins alsof zij rich
(had voorgenomen Hugo geen seconde los !te
latem. Mevrouw Aspegren had! heb werkelijk:
oneer dam eens betreurd, dat hij juist bij
is, dat er geen beletselen tegen een wettelijk
huwelijk rijn. De rechter kan rlan altijd na
derhand nog, hetzij' ambtshalve, hetzij op
verzoek der belanghebbenden, een nader on
derzoek instellen en het huwelijk weer doen
vernietigen. Voor zulk een onderzoek is er
naderhand tij dg genoeg. Dat is het wat, naar
het „N. D." meent, de practijk des levens
eischt, maar het nu voorgestelde is een nut-
telooze halve maatregel.
Wat de tweede wijziging betreft, daarvan
vindt bet „N. D." de redactie is zoo duister
en de toelichting zoo onvolledig, dat het niet
begrijpt, wat de wetgever eigenlijk wil.
Waartoe, vraagt het „N. D-", al dat geknut
sel? Waarom kan die plechtigheid dan niet
wachten tot na het huwelijk Is het er hier
niet eenvoudig om te doen d© menschen wél
deugdelijk in den waan te brengen, dat rij
reeds gehuwd zijn en dat dus het burgerlijk
huwelijk wel achterwege kan blijven Een
geldige, afdoende reden voor de hier voorge
stelde uitzondering heeft het „N. D." niet
kunnen ontdekken.
Wordt het voorgestelde wet, dat kunnen,
zoo besluit het blad, de roomschen met eeni-
gen schijn van recht beweren, dat de meer
derheid van het kerkelijk boven het burger
lijk huwelijk is erkend en is eenmaal de eer
ste stap gedaan, dan zullen rij niet tevreden
zijn, maar op meer stappen blijven aandrin
gen.
Tweede Kamer.
De afdeelingen der Tweede Kamer hebben
benoemd tot rapporteurs over de navolgende
hoofdstukken der Staatsbegrooting voor 1901
marine de heeren Groen van Waarder, Goe-
koop, Merckelbach, Mees en Staalman finan
ciën de heeren Ketelaar, Van Gilse, Van der
Kun, Van Kempen en Loeffoorlog, met de
daarbij behoorende ontwerpen betreffende
machtiging op de rekenkamer ;tot verevening
eener som van 1191.000; suppletoire oorlogs-
begrooting voor 1898; verstrekkingen voor
oorlog dienst 1900 en de vestingbegrooting
voor 1901, de heeren Geertsema, Seret, Pijn
appel, Van Heemstra en De Ras.
Invoerrechten.
De Vereeniging van oliefabrikanten in
Friesland heeft aan den Minister van Finan
ciën gezonden een adres met verzoek een
invoerrecht van ongeveer fl per K.G. op
vreemde voederkoeken, zoowei in vasten als
in poedervorm, in zijn fiscale wetten op te
nemen.
Ongevallenwet.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Haailem heeft een adres gericht tot de
Tweede Kamer, waarbij gevo-gd is een af
druk van het door de Haarlemsche K. v. K.
op 17 Maart 1.1, te dier zake aau de Eerste
Kamer gericht adres. Adressanle voegt er
naar aanleiding van de behandeling der wet
in de Eerste Kamer nog enkele opmerkingen
aan toe.
ïDe strgd tusschen publiek-rechtelijke en
privaat-rechtelgke regeling is in de Eerste
Kamer niet uitgestreden geworden. Het komt
deze familie was bomen inwonen. Zij had
mejuffrouw Bertha. Lindeman, reeds vaak
over de teug hooxen gaan, en ook dat voor
Hugo gevaar op handle®, was, was haar 'ter
oor© gekomen.
„Hm," zoide zij, een beetje afwijzend, ate
antwoord op de haar door mevrouw Hök ge
dane vraag, „dat kan ik niet geloovan."
Nu ja, mevrouw Hök wilde ihet ook nieb
golooven, maar wat rij zoo al niét. van het
dametje wist! Met onderscheiden, voorbed
den toonde zij aan, hoe onopgevoed zij was,
wat voor minnarijtjes rij had gehad, en, zij
praatte mevrouw Aspegren. de oorea zoo vol,
dat deze verschrikkelijk: angstig werd on het
ernstige besluit opvatte haar dierbaren Hugo
voor deze verschrikkelijke persoon te waar
schuwen.
Den geheelen avond had rij op Bertha acht
geslagen, en inderdaad beviel rij (haar steeds
minder. En toen de partij ten. slotte tenein
de was, het gezelschapje die stad bereikt had
en men scheiden zou, wist zij hot zoo in te
richten, doJb mejuffrouw Lindeman een nieu
wen cavalier bekwam, die haar naar huis be
geleidde, terwijl rij Hugo dn beslag mam, om
op hem te kunnen inwerken.
Nadat rij geïnformeerd had of héb hem bij
de menschen waar hij inwoonde wel beviel,
cm item antwoord bekomen had, dat hij rich
daar zeer wel gevoelde, raadde rij hem aan
er in. elk geval toch liever vandaan te gaan.
„M'aar waarom toch, als ik er mij op mijn
geonaik gevoel?" vroeg de candidhat ietwat
verbaasd, rijn zachtmoedige blauwe oogen op
zijn tante vestigende.
„Omdat ik een ander verblijf voor je weet,
dat veel heter is."
ons voor, dat de oplossing van dien strijd
slechts gevonden kan worden langs den weg
in ons adres aangewezen. De voorgedragen
regeling, wij herhalen het, zoowel het pu
bliek als het privaat belang.
Van publiek belang is, Sat de arbeider
toien een ongeval overkomt, niet tot armoede
vervalle,
d Van privaat belang is, dat de arbeider
wien een ongeval overkomt, een inkomen blij-
ve genieten in verhouding tot zijn genoten
loon.
De behartiging van dat privaat belang
behoort een vrijwillige daad van den werk
man te big ven, die daarbij reeds nu, en
allengs meer aanmoediging en steun van den
werkgever ontvangt.
ïDen weikgever, die ia het publiek belang
den werkman voor armoede wil vrijwaren,
kan het onverschillig zijn. welk loon deze
genoot.
ïDe vraag, die hem alleen belang kan
inboezemen, is dezewelke inkomst zal ik
den getroffen werkman waarborgen?
»Deze vraag kan hij in verband brengen
met de overgebleven geschiktheid tot werken,
ook met de bestanddeelen van het gezin van
den werkman, d^ch niet met het genoten loon.
«Indien het u mogelijk was alsnog alles
wat betrekking heeft op het genoten loon
uit de wet te verwijderen, dan zou eene
regeling der ongevallenverzekering tot stand
kunnen komen, waarvan de publiek-rechte
lijke aard wel door niemand ontkend zou
worden, en die onzes inziens om tal vaa
redenen verre de voorkeur zou verdienen
boven het thans voorgestelde, dat ons steeds
onaannemelijk big ft voorkomen.
«De wijziging die wij vragen, bevat geen
belangrijke afwijking van liet vooigestelde,
sinds door uwe Kamer hetzelfde denkbeeld
reeds ten deele in de wet is gpbracht. De
bepaling van art. 21, laatste alinea, volgens
welke voor de vaststelling der renten niet in
aanmerking komt lietgem meer dan een zeker
fixum verdiend werd, eischt onze* inziens in
het publiek belang deze aanvulling, dat ook
buiten aanmerking zal blijven hetgeen min
der dan dat fixum verdiend weid. Men bepale
eenvoudig een cijfer dat voor de vaststelling
der schadeloosstellingen het loon zal geacht
worden te bedragen.
«Dat cijfer behoeft niet noodwendig voor
allen gelijk te zijn.
3)1 n de eerste plaats zou een zekere dienst
tijd kunnen gevoiderd worden, om op liet
volle bedrag aanspraak te kunnen maken,
zoodat jeugdige werklieden, en zij, die tijdelijk
in dienstbetrekking zgn, slechts gedeeltelijks
tegemoetkoming, naar gelang van hun dienst
tijd, zouden erlangen.
«Voorts kan onderscheiden worden naar
gelang van de plaatselijke gesteldheid. Ook
bij het voorgestelde ontwerp schijnt daaraan
gedacht te zijnalthans de minister van
waterstaat betoogde in de Eerste Kamer, dat
het niet goed zou zgn het volle loou als rente
uit te keeren, aangezien de getroften werk
man niet in Den Haag, Amsterdam of andere
dure plaatsen behoeft te blijven wonen, maar
naar een goedkoopere plaats, kan verhuizen.
Maar waarheen zal nu de verzekerde ver
huizen die reeds in een goedkoopere plaats
werkzaam was en het lage loon genoot dat
„Maar wanneer u toch weet dat ik tevre
den ben 1"
„Tevreden, ja., beste Hugo, maar het te
daarom nog niet gezegd, dat het goed en. nut
tig te, 'te rijn overal diaor, waar men tevre
den isf
„Niet nuttig?"
„Ja, ja, Hugotje, ea- zijn zoo vele gevaren,
voor brave, onervaren jonge -mannen, als jij,"
aead'e mevrouw Aspegren, met een veetlbetee-
kenemden blik.
Ware de oandidaat geweest ate andere
lichtzinnige jongelui, dan z»u hij waarschijn
lijk in schaterend lachen rijn uitgebarsten,
en rich over zijn zorgzame lieve tante niet
weinig vroolijk gemaald) hebben. Maar Hugo
Tömblom was van een reflectecrende ernsti
ge natuur, die steeds nadacht, of in dat, wat
de menschen zeiden, niet een greintje waar
heid' lag. Daarom lachte hij niet,, maar peins
de «enige oogen blikken na.
„Wat zouden er dan bij de Lindeman's
voor gevaren mij bedreigen?" vroeg hij' ten
slotte.
„Mejuffrouw Bertha,'- zeide de tante.
„Ah r
Hij voer met uit, zooals een verliefd man
het zekerlijk zou hebben, gedaan, overstelpte
dé hem waarschuwende tante ook niet met
heftig© verwijten, hij, kwam slecht® met het
Heine bescheid „Ah Daardoor meer aan
gemoedigd, ging db tante voort, haar missie
te vervullen en verhaalde alles wait rij van,
de kleine mejuffrouw Lindeman -wiet. Zij
was koket, onopgevoed, zij had' een onaange
naam nieuwsgierig uiterlijk, de menschen
spraken slechte van haar, dus men moest
rich voor haar dn acht .nemen.
aldaar normaal was? Ook voor hen toch
wordt deze wet gemaakt.
»In ons adres aan de Eerste Kamer heb
ben wij in het licht gesteld enkele der
moeilijkheden waartoe de loonberekening
aanleiding zal geven. Wij zullen daarop niet
terugkomen.
»Wel echter willen wij nog wijzen op den
strijd waarin de wetgever met zich zelf zal
geraken, wanneer hij eene belasting gaat
leggen op alles wat de werkgever den werk
man ten goede doet komen. Voor elke gra
tificatie, elke ondersteuning, aan den werk
man toegestaan, zal belasting verschuldigd
zyn. De werkgever die de hoogste loonen
betaalt, zal het zwaarst worden getroffen.
Het onbillijke en verkeerde der wet springt
ook hier duidelijk in het oog. Al die bezwaren
vervallen in het stelsel dat door ons voor
gestaan wordt. De werkgever betaalt alsdan
een zelfde bedrag voor eiken werkman in
zijn dienst, welk bedrag alleen afhangt van
de gevarenklasse en de klasse der gemeente
waar zijn bedrijf gevestigd is.
«Wij wijzen op het groote voordeel, dat
deze regeling tevens zal kunnen dienen voor
een eventueel in te voeren invaliditeitsver
zekering. Dit voordeel is niet gering immers,
als men eenmaal van het beginsel uitgaat,
dat de werkman voor armoede moet gevrij
waard worden, en op dien grond den werk
man die met of zonder zijn schuld door een
ongeval getroffen wordt, te hulp komt, mag
men niet nalaten datzelfde te doen ten op
zichte van den werkman, wien het ongeluk
treft, door zgo lichamelijkea toestand builen
verdienste te geraken".
De drankwet.
Mr. Van Houten handelt in rijn veertien
den Staatkundigen brief ook over de drank
wet. De heer Van Houten zegt daarvan
M. i. wordt niet genoeg ingezien, dat d!e
hoofdbron der zwarigheden ligt in de bepa
ling door de wet van het maximum der ver
gunningen naar een, enkel op do bevolking
der gemeente steunenden arithmetischen. re
gel. Artikel 2 der drankwet is een waar Pro-
crastes-bedL Het is liet uitvloeisel van zuive
re willekeur.
'En juist dit artikel schijnt door de voor
standers van do drankwet ate heb heilige
huisje te worden beschouwd, waaraan nieb
mag worden getornd1, ofschoon de werkelijke
cijfers der tegenwoordig bestaande vergun
ningen. een veel beter, al zij heb ook geen vol
komen zuiver beeld geven van db normale
behoefte- aan vergunningen, dan de regel
van artikel 2.
In 1881 maakte de wetgever rich van db
zwarigheid af door twintigjarig© handhaving
d'er destijds bestaande gelegenheden tot
drankverkoop. En nu schijnt men weder op
gelijke wijze te willen handelen, doch, heel
sluw, het tweed© lid van artikel 7 tegel ijker-
tijd te willen opheffen, (hetwelk thans heb
rechtmatig belang van den drankhandelaar
tegen het fanatisme en de bemoeizucht van
mr. Borgesius c. s. beschermt. Daartegen
dient gewaarschuwd te worden. Ate men de
zaak niet a fond 'kan afdoen, moet eenvoudig
heb status quo met ©en bekwamen termijn
verlengd worden, om gelegenheid te geVen
de geheele zaak opnieuw te regelen.
Nu was de candidaat er gélukkig' achter
gekomen waarmede ateoo rijtn waardigheid!
bedreigd werd', en hij richtte rich daarom
zoo flink op, als zijn ietwat slappe en han
gende figuur hem zulks toestond'.
Wat mejuffrouw Lindemam betrof, ver
klaarde hij, d!at hij in 't geheel niet wist of
vaa dat geklots iets waar was of niet. Zoo
nauwkeurig had hij haar niet gadegeslagen.
Maar waarneer rijm tante gdloofde dat hij
©enigermate in haar netten verstrikt was,
zooate rij zulks scheen te doen voorkomen,
dan had zij' liet geheel mis. Men kon toch
waarlijk wel een paar woorden met een. meis
je wisselen zonder op haar verliefd' .te gera
ken.
Dit antwoord liet niet ma, tante gerust te
stellen, maar toch was haar bezorgdheid niet
geheel geweken. Al was hij er nu nog "niet
zoo slecht aam toe als ziji gevreesd had, diam
kon men toch n-ooit weten waartoe een zoo
listigo heks als dit meisje hem achtereenvol
gens brengen kon. En mevrouw Aspegren
was diplomatiek. Daarom hing rij ietwat
vaster dam be voren aan den arm Mam hoar
neef en zag hem innig in rijn gelaat.
„.Maar zie toch eens, Hugo? AL ben je je
zelf «eh-eel zeker, zoo 'kun je toch niét voor
haar instaan. Volgens dab, wat ik heden
avond gezien heb, leek het mij (bijna zoo toe
en' al was het slechts ter wille von haar,
moest je toch maar verhuizen, 'b Zou mij
werkelijk' leed doeu om het arme meisje."
Dat was lang geen dom argument. De
candidaat* liet het hoofd zakken ea dacht na.
Was er wel een aanleiding, te gdlöoven dat
rij op hem verliefd was? Wellicht.
'Eemigermate bijzondere eigenschappen