l
54"* Jaargang.
Zondag 14 en Maandag 15 October 1900.
No. 10370.
Eerste Blad
De strijd öm geluk.
Kennisgeving.
rr
GEMEENTE-BEGROOTIN Gr.
BUITENLAND.
34
21
Jerei
0.0!
00!
O.SO
-7
5
23
C.
G.
iUfn
sen,
-Ha
-Ms
Oos
M.
J.
ikaii
lis
SiMEM ISCHE COURANT
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Sc hiedam en VI aar di ngen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan 'iet bureau bezorgd zjjn.
Bureau t Boterstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeligejvoorwaarden. Tarieven hier
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Meimm ad«*rtenfiëii opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Ho. X23.
Kleinhandel in sterken drank.
loot
Burgemeester en wethouders van Schiedam
®eïi brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
betengeüng van openbare dronkenschap (Staats
blad no. 118 van 1885), ter openbare kennis,
dat bij ben een verzoek is ingekomen van
JACOBUS VAN DER HORST, om vergunning
tot verkoop van sterken drank in het klein voor
bet pand Schie no. 116.
Schiedam, den 13den October 1900.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
G. J. BISSCHOP.
"VERSLAG van het onderzoek der
begrooting voor 1901 in, de afdee-
lingen van den gemeen beraad.
Aan den Gemeenteraad alhier.
Ie afdeeling.
Aanwezig de heeren Van Westendorp,
voorz,, Dienske, Klein, Smit, dr. Janssen en
Gouka, leden.
Afwezig met kennisgeving de heer Hon-
nerlage Grete.
Tot rapporteur wordt benoemd de heer
G'ouka.
2e afdeeling.
Aanwezig de heeren mr. W. H. Jansen,
voorz., Pinster, Loopuyt en P. C. M. Jansen,
leden.
Afwdbig met kennisgeving de heeren P.
Brillenburg, D. Rig en H. R. M. A. van
Gent.
Tot rapporteur wordt benoemd de heer
P. C. M. Jansen.
3 e afdeeling.
Afwezig met kennisgeving' de heeren P.
wei}, De Groot, Benkers, Van der Vlies en
Kranen, leden.
Afwezig met kennisgeving de lieer Blaisse.
Tot rapporteur wordt benoemd de heer
Lagerweij.
De allereerst aan de orde gestelde begroo
ting der gemeentelijke gasfabriek en drink
waterleiding geeft do meerderheid der leden
van de le afdeeding aanleiding de wenseha-
lijkheid uit te spreken, dat de voorgestelde
salaris-vedhooging van den directeur dier in
richtingen voor dit jaar teruggebracht zou
-.Worden tot op de helft, opdat zoodoende ge
leidelijk tot het in -uitzicht gestelde maxi
mum zou gekomen worden,
j -De gemeentelijke begrooting geeft aanlei
ding tot de volgendle
DOOR
PAUL RQERAK.
i O, wee, wat ik .nu vandaag gezien en ge
hoord heb! Klara zou buiten zich zélf zajn,
wanneer zij wist, dat ik haar toevallig beluis
terd he!b.
Ik zat in mijn kamer, toep er gebeld werd
Papa en mama waren- uitgegaan en wij bed
den slechts thuis. Het dienstmeisje kwam
Mij zeggen, dat de lieer Breszlau er was.
„Beeft mijn zuster 'hem ontvangen. 1"
„Ja! Hij vroeg juist naar do jonge dames,
en aside, dat hij een boodschap van zijn zus
ter kwam. overbrengen."
Ik legde mijn. pen neder, maar eerst! moest
,ïk mijn coiffure nog een weinig in orde bren-
die ik wat in de war had gébracht, ter
wijl ik een, Engelschen brief aan Florence
1Warrens schreef. Ik wist, dat Klara in de
huiskamer was en liep papa's kamer door.
Pe portieres waren als -altijd! gesloten, en op
het Smymaasch .tapijt kan men geen voet-
|tap -hooren. Toen ik de portzsère ter zijde,
zag ik Klara, die op den blauwen leun-
zat en voor haar knielde Sieg-
Natuurliik schxikte ik terug. Het was
iju plicht geweest, heen te> gaan, maar het
zoo verbazend interessant
,(Dat is niet 't beslissende woord, Klara
„Hét is mijn laatste woord."
heb je zoo onuitsprekelijk lief ik aan-
d jeIk zal je mijn leven lang op dé hau-
°®u dragen. Geef mij tenminste een weinig
•pp! Sta mij toe, dat ik later nog eens je
'teroördi vraag I"
Algemeen© beschouwingen,
In de 2© afdeeling wordt de financieele
toestand in 't algemeen vrij ongunstig ge
acht; men meent dat de financieele draag
kracht der bevolking in de laatste jaren be
langrijk is verminderd, en betreurt het daar
om des te meer, dat door do hooge steenko-
lenprijzen, waardoor de opbrengsten van
gasfabriek en drinkwaterleiding belangrijk
lager zullen zijin, een verhooging van belas
ting noodzakelijk is.
Een lid der 3e afdeeling meent dat de fi
nancieele toestand- der gemeente minder
gunstig is, als zou moeten blijken uit den
staat door B. en W. overgelegd.
'De ontvangsten voortspruitende uit vroe
gere diensten tot een bedrag van. 27,233,
worden niet in aanmerking genomen. De
geldleening van 7000 onder volgnummer 55
welke, hoe men het ook wenden of keeren
wil, een buitengewone ontvangst blijft,
maakt met bovengenoemd bedrag te zamen
een som van 34,233, terwijl het saldo van
dien dienst slechts is 29,012, gevende dus
een nadeelig verschil van ƒ52211; makende
met die achteruitgang van 3971 een totaal
van ƒ9192.
Uitgaven.
HOOFDSTUK I.
Volgn. 62 .Jaarwedden van J bouwkun
digen en van de opzichters der gebouwen,
der wegen en dergelijken.
Een lid der 2e afdeeling is van meening,
dat, waar den directeur der gemeentewerken
een jaarlijkscke verhooging van 100 wordt
toegelegd, ook dén opzichter over de gemeen
tewerken eenige verbooging zou toekomen.
Door andtere leden wordt evenwel de beloo
ning van den opzichter voldoende geacht.
Volgn, 90, Kosten van aanplakken en om
roepen.
Een lid van de 3e afd. wijst op het onsier
lijke der aanplakbiljetten, voorkomende op
verschillende daartoe ongeschikte plaatsen in
de gemeente, en zag gaarne een regeling, te
meer daar wel wordit aangeplakt, maar het
verwijderen der biljetten aan weer en wind
wordt overgelaten.
HOOFDSTUK H.
V-olgn. 97. Onderhoud van straten en plei
nen enz.
In alle afdeelingen wordt de bemerking
gemaakt, dat het plaveisel der straten over
het algemeen in. slechten toestand verkeert,
en dat toevallige slechte toestanden te lang
onverbeterd blijven en putten in de bestra
ting niet of niet vo-ldoende worden hersteld.
Speciaal wordt gewezen op den slechten, boe
stand van de bestrating der Hoofdstraat,
Singel, Oversehiesche straat, Broersvest enz.
Eén lid van de le afdeeling spreekt de
wensehelijkheid uit, dat een paar werklieden
zullen worden aangesteld uitsluitend belast
met het herstellen van putten en toevallige
gebreken in do bestrating.
Tevens wordt ear op gewezen dat vooral de
„Eh. tevoren hebt u mij reeds gezegd te
weten, dat mijn hart niet meor vrij is!"
Tk boord© een zacht geruiseh. Waarsdhijn-
hjk stond hij nu op.
„Ik bem-in je v-eel inniger," zeide Siegfried.
Beproef het slechts, mij een weinig lief te
hebben."
Klara lachte heel vrool ijk triom-
lantelijk.
„Dat zal ik nooit nooit!"
Ik hoorde voetetappen en verwijderdé mij
haastig, want ik vreesde, dait hij door papa's
kamer zou gaan en mij zien. Maar hij kwam
uit de huiskamer. Onze corridor is slechte
spaarzaam verlicht en ik drukte mij' vast le
gen den muur en waagde het nauwelijks
aaem te halen. Langzaam kreeg hij zijn
lioed en jas van den kapstok, zette" den hoed
rp en trok de jas aan. Met rijfn hoed scheef
,op het hoofd stoiid hij1 bij de salondeur een
oogenblik stil. Of hijl dacht, dait Klara hem
zou terugroepen? Ten laatste vertrok hij,
en ik maakte spoedig dat ik weder bij mijn
schrijfbureau kwam. Maar met den. Engel
schen brief wilde het vandaag niet meer vlot
ten.
Na een poosje kwam -Klara binnen. Zij
was erg bleiek.
„Heeft het meisje je niet gezegd-, dat de
heer Breszlau er was?"
„Ja!"
„Een. volgenden keer kan je ook Wel ko
men, hoorHeb is niet comme il faut, dat ik
alleen bezoek van heeren -ontvang."
Ik was zóó opgewonden, dab die teredht-
wijri ng jvolstrekb geen indruk op mij maak
te, Klara heeft toch veel karakter, dat Sieg
fried's rijkdom haar niet kan imponee-rem
Het zou werkelijk een grappig paar geweest
rijn mijn groote, slanke zuster met dé
toegang tot de stad, van het Stationsplein
over den .Singel, dringend verbetering eischt.
Een lid van de 3 e afd. oppert het denk
beeld een speciaal toezicht op dezen tak van
dienst in het leven te roepen en dit op te-
dragen aan een commissie uit den raad-, bij
gestaan door een oprichter, op de hoogte van
dit vak.
Volgn. 98. Onderhoud van wandelplaatsen
en plantsoenen.
In de 2e afd- wordt met genoegen gecon
stateerd, dat aan de plantsoenen degelijke
zorg wordt besteed en de hoop uitgesproken,
dat in de thans gevolgde richting zal Wor
den voortgegaan. Hieromtrent wordt aanbe
volen. om den "opzichter in de gelegenheid- te
stellen de benoodigde planten en bloemen
zooveel mogelijk zelf te kweeken.
Volgn. 100. Onderhoud van pompen en
riolen.
Be- leden der 2e afd. wenschen gaarne te
vernemen, of bij den aanleg van nieuwe rio
len eenig systeem aan de wijze van aanleg
ten grondslag ligt, dat zou aansluiten aan
een rioolstelsel, waartoe men toch te eeniger-
tijd zal moeten komen.
Bestaat er bij B. en W. hieromtrent reeds
eenig plan
Volgn. 101. Onderhoud van havens, vaar
ten, kaaimuren., sluizen en andere waterwer
ken.
Men maakt in de 2e afd. de opmerking,
of het nuttig geacht kan worden de kaai
muur van de Raamgracht te herstellen, waar
reeds meermalen het denkbeeld geopperd is,
die gracht en aangrenzend© grachten te dem
pen.
Volgn. 106. Kosten van aanleg en onder
houd der algemeene begraafplaats.
In de 3de afd. wordt de wenscliéUjkheid
uitgesproken over te gaan tot het verleggen
van de algemeene begraafplaats.
HOOFDSTUK Hl.
Volgn. 109. Dag- en -weekgelden der werk
lieden en bedienden in dienst der gemeente,
mitsgaders verdere kosten der fabricage.
Eeniere leden van de 3e afd- vrag-en dezen
O O
post voortaan meer gespecifie-erd voor te
dragen.
HOOFDSTUK IV.
Volgn. 117. Kosten van toezicht en van
invordering der plaatselijke belastingen.
Een lid der le afdeeling klaagt, over dén
hinder door do karnen met negotie op de
Hoogstraat vooral des Zaterdags-avonds ver
oorzaakt, als wanneer de straat gedeeltelijk
versperd is door genoemde karren. Wordt
gevraagd of er geen vaste standplaats kan
aangewezen Worden voor dergelijke negotie
(bijV. zooals de- Kipstraat te Rotterdam)
omdat daardoor aan den ongewensehten toe
stand op de Hoogstraat een, eind zou ge
maakt worden en tevens de negotie der 'koop
lieden beter tob haar recht zou komen.
HOOFDSTUK VI.
Volgn. 134. Kosten van het oprichten van
een abattoir.
houdm? eener koningin en di© kleine .Sieg
fried, die reeds bedenkelijk door zijn- haar
is gegroeid, en juist tot aan haar aahouder
komt
'Zoji het waar zijn, dat haar hart niet meer
vrij is Maar voor wien zou zij zich nu kun
nen interesse-eren? Van al de iheeren, die bij
ons aan huis komen, zou het alleen- Bries-
jaufen kruinen rijn.
Men heeft mij verboden naar Frida te
gaan! Klara wil het volstrekt niet! En juist
nu Frida gepresenteerd had mij les te willen
geven en de eenige is voor wie ik mijn hart
kan uitstorten 1 Zou Klara er spijt van heb
ben, Siegfried een. blauwtje te hebben laten
loopen? lederen nacht weent zij; ik hoor
Let nu goed, hoewel ik mijl houd-, ateof ik
slaap. Het is een groot offer, dat ik mij'n
zuster breng en rij stelt niet het minste ver
trouwen in mij. Wanneer ik die scène niet
had gezien, zou ik volstrekt niet vermoeden,
waaraan ik het verbod te danken heb.
Vandaag was Benno Lesten bij ons. Wij"1
hébben -een philippin© en hij was zoo aardig
en onderhield rich bijna uitsluitend met mij,
zoodat ik weder eens van ganscher harte kou
lachen.
Veel gelegenheid om te lachen is er overi
gens niet. Ik geloof dat mama het blauwtje
betreurt. Zij klaagde er vandaag tegen ons
over, dat alles zooveel kost, onze Moedoren,
ie rijtuigen en handschoenen, alles is even
duur.
Enfin, gelukkig is dit seizoen, haast voor
bij. De 'kastanjéboomen bungs het kanaal
staan in vollen bloei Verrukkelijk komen
Een lid der 2de afd, spreekt den wensck
uit, dat spoedig een flink voorstel den Raad
moge bereiken betreffend deze aangelegen
heid.
HOOFDSTUK VIL
Volgn. 136. Jaarwedden van onderwijzers.
Een lid' der 2e afd. acht het wenschelijk
de jaarweddén van den rector van het gym
nasium en van den directeur -der H. B. S.
aan een herziening te onderwerpen.
Volgn. 143. Jaarwedden der onderwijzers.
In de le en 3e afd. wordt naar aanleiding
van een desbetreffend geval besloten B. en
W- uit te noodigen een verordémng in het
leven te roepen, om do gemeente-ambtena
ren te verplichten in de gemeente te wonen.
Volgn. 151. Jaarwedden der onderwijzers.
In de lie afd. wordt door een lid de op
merking gemaakt diat er reeds een 5 of 6 tal
onderwijzers meer rijn dan het door de wet
vereieöhte getal en vraagt daarmede reke
ning te houden bij' heb vervullen van even
tueel© vacaturen.
HOOFDSTUK X
Volgn. 189. Inschrijlving op de grootboe
ken der Nationale schuld.
Een lid in de 3e afd. verklaart zich tegen
dezen post; hij wijst op de mindere op
brengst en geeft in. overweging zoo-dra weer
geld moet worden geleend, deze geldén aan
te wenden, vooral wanneer hoogere rente
moet worden betaald dan die uit dezen post
worden getrokken.
Tevens oppert hij het denkbeeld om -een
scheiding te maken ïussehen ge-wone en bui
tengewone uitgaven.
Inkom sten.
HOOFDSTUK H.
Volgn. 8. Plaatselijke directe belasting
naar het inkomen.
In de 2e afd. worden de bezwaren aan de
verhooging van deze belasting verbonden,
onder de oogen gezien Er wordt gevraagd of
deze belasting-voihooging het percentage on
zer inkomsten-belasting niet jn een ongun
stige verhouding zou brengen ten opzichte
van dat der omliggende gemeenten, hetgeen
de vrees opwekte, dat het aantal forensen
zou toenemen en beletten, dat elders wonen
den zich hier komen vestigen. In verband
hiermede werd ook gevraagd of een, rij het
ook kleine verhoogjng van den gasprijs hier
aan niet zou tegemoet komen.
Tot eenig gepreciseerd voorstel is de afdee
ling niet kunnen komen.
In de 3e afd. wordt door een lid de vraag
geuit of het niet gewenscht zou rijn, gebruik
te maken van de grootere vrijheid, die de
laatste wetswijziging verleent, om kleine in
komens te ontlasten nu d'e percentage zoo
veel hoogcr wordt.
HOOFDSTUK Hl.
Volgn. 26. In dé 3e afdeeling wordt de
de wil te- kaarsen uit tusscken liet fri&sche
gioeu; rij gelijken wel kerstboomen in den
zonneschijn.
Zoo even heb ik Lesten op straat ont
moet. Hij heeft de pkilippine verloren
Lesten heeft mij1 een prachtige bonbon-
uière gezonden, met zijn visitekaartje, waar
op staat: „Goeden morgen, Philippine!"
Ik zou er nog meer mede in mijn schik,
zijln, wanneer Klara mij geen verwijten had
gedaan.
„Je mag een heer nooit tob een philippine
uitnoodigen,„Harriet
„Ik zou Lesten
„Natuurlijk Een half uur lang heb je in
de amandelen gezocht, totdat hij niet an
ders kon doen."
De tranen kwamen mij in de oogen, toen
zij zoo tot mij sprak!
Nu ik heb je geen verdriet willen
doen, Harriet. Maar je doet nog dikwijls,
zonale 't volstrekt niet behoort en je
merkt nooit op, wanneer ik je een wenk geef,
maar dan vraag je meestal nog„Wat is er,
Klara?"
Juli 1887.
Binnen veertien dagen ga ik met groot
mama op reis naar Zwitserland. Ik vind het
verrukkelijkBehalve het meer van Genève
heb ik er nooit iets van gerien, en nu zullen
wij naar het Bemer Hoogland gaan. Ik heb
twee prachtige reisjaponnen gekregen, mijn
schoenen goed laten voorzien en een alpen-
stok mag ik ginds koopen. Dat is wel jam-
aandacht gevestigd op de schade aan het ta
lud van het perceel Dijk (onder 48) veroor
zaakt en voorgesteld dit perceel uit de huur
te nemen wegens ongeschiktheid voor de be
weiding.
De rapporteurs:
A. GOUKA.
P. C. M. JANSEN.
P. M- J. A. LAGURWEIJ.
Schiedam, Sept. 1900.
Algemeen overzleht.
SCHIEDAM, 43 Oct. 1900.
Zuid-Afrlka.
Zooals wij gisteren reeds met een enkel
woord meldden, is generaal Buller uit Lij-
de nburg vertrokken en heeft generaal Lyt-
telton het komman-do overgenomen van heb
legerkorps dat voorloopig te Idjdonburg
blijft. Majoor Henderson; van den dienst
der inlichtingen, is tot burgerlijk commissa
ris benoemd.
In den omtrek van Lijdenburg ie overal
overvloedig regen gevallen.
Ook bij Komatiepoort heeft het erg gere
gend. 'De gezondheid van de troepen is goed,
meldt de berichtgever, 'bis echter de vraag
of dit lang zal duren.
„Het- vertrek van generaal Buller van het
oorlogsterrein is opnieuw een onmiskenbaar
toeken, dat nog slechts wat smeulende asch
van het oorlogsvuur over is, en de laatste te
legrammen wijzen er op dat ook die snel uit
gedoofd wordt."
Dit zijn dé woorden, vervat in een arti
keltje, dab de „Standard" over den toestand
geschreven heeft, natuurlijk nog voordat de
laatste kleine „onheilen" dn Engeland bekend
waren geworden. Bij Kaapmuiden een trein
verongelukt, en zware verliezen toegebracht
aan de Engeleche troepen die bulp gingen
verleenen; bij Krugersdorp en op ander©
plaatsen kleine gevechten, waarvan de af
loop door do Engelschen natuurlijk gunstig
voor henzolf wordt voorgesteld, maar die in
elk geval bewijzen dat de „rondzwervende
benden" den omtrek van Pretoria en. Johan
nesburg nog een zeer geschikt terrein voor
hun werkzaamheid blijven vinden, ook al
worden zij (in, de officieels rapporten) tel
kens en telkens gedecimeerd. -En daarbij het
belangrijke nieuws uit' King Williamstown,
dat mtusschen nog niet officieel is. De
spoorweg over een aanzienlijken afstand ver
nield ten noorden van Betkuhë, dat wil zeg
gen vlak bij de Oranjerivierde eenige reckt-
strecksohe spoorweggemeenschap met de
Kaapkolonie wordt dus weer vrij ernstig be
dreigd. Indien het bericht bevestigd wordt,
mogen wij aannemen dab de Boeren die
langs de grens van Basuto-land! zuidwaarts
getrokken rijn, in de laatste weken al
door met de Engelschen achter zich aan,
maar daarom niet ernstig lastig gevallen
en die kort geleden bij Odendaalstroom, ten
oosten van Bethuüë, van zich Heten hooren,
nu tusschen Springfield en BeühuBë aan het
werk geweest zijn.
merIk zou hem veel liever reeds van hier
medegenomen hebben.
Maar mijn blijdschap is toch niet volko
men nu zal ik h e m in zoo langen tijd niet
zien! Toen .hij' van het plan hoorde, zeide
hij: „Hoe jammer!" Klara keek hem aan,
en toen ging hij niet verder. Wat zon hij
hebben willen zeggen, en waarom heeft Kla
ra hem zoo eigenaardig aangezien
Nu mag ik ran Frida ook geen afscheid
gaan nemen! Sedert dien bewuste n dag is
zij niet meer bij ons geweest; ook van Sieg
fried. heb ik mots meer gehoord en hem ook
niet op straat ontmoet. Het is zeer onaan
genaam voor mijIk ben er bepaald be
droefd over, dab ik van Frida geen afedheid
mag nemen. Wij beiden hebben toch vol
strekt niets met de geheele zaak te maken
Waarom jnoet ik er nu onder lijden, dat Kla
ra -Siegfried1 afgewezen heeft!
Nu maar dat ik ook niet met Frida
mag spreken, wanneer ik haar toevallig op
straat ontmoet dat heeft niemand mij
gezegd
Wij ontmoetten elkander bij de Branden
burger poort. JZij was erg bleek, én liep
heel langzaam. Toen ze mij zag, bleef rij
staan en toen kon ik toch niet zonder
groeten voorbijgaan
„Waarom ben jo in zoo'n langen tijd niet
bij mij geweest, Harriet?"
Ik mompelde zoo iets van veel te doen
hebben, omdat wij spoedig op reis zouden
gaan.
Frida leeek mij me-t haar heldere kijkers
zoo doordringend aan, dat ik sterk bloosde-
Wordt vervolgd.)