54"° Jaargang. Dinsdag 1 en Woensdag 2 Januari 1901. No. 10435. Eerste Blad NIEUWJAAR. SCHULDEN. Bericht. Kennisgeving. Kennisgeving. BUITENLAm SCHIEDAIMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen 11. 1.25. Franco per post 11. 1.65. Prjjs per weekVoor Schiedam en Vlaar dingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBoterstraat 08. Met het oog op dien Sleuwjaarsdag zal de „Schicilani'ischc Courant" dins dag 1 Januari 1901 WIJEJ1 verschij nen. Burgemeester en wethouders va.n SOIIIEDAM brengen ter openbare kennis, dal bet met 1 Januari a.s. in werking trerfend tarief en voorwaarden voor liet gebruik van aan de ge meente beboerende terreinen, bestemd tot opslag van koopmansgoederen, den 27sten November jl. door den gemeenteraad vastgesteld, ter gemeen te secretarie vetkrijgbaar is gesteld. Schiedam, 31 December 1900. Burgemeester cn Wethouders voornoemd VERSTEEG. De Secretaris, G J. BISSCHOP. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op art, 18 der wet van den 4den De cember 1872 (Staatsblad no 134), tot vooi- ztening tegen besmettelijke ziekten Brengen bij de/» ter kennis van da ingeze tenen, dat ten huize van den heer N. F. ELZEVIER DOM, gemeente-geneesheer, Lmge Haven No. 08 alhier, op de gewone spi eeturen den Ssten Jan. a s en verdei driemaandelijks, ip den eersten Dinsdag van elk kwartaal, gelogen- held zal bestaan lot kostelooze inenting en herinüntlng legen pekken. Schiedam, den Sisten December 1000. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG, öe secretaris, G J. BISSCHOP. Daar is voor ons allen eon 'tijd geweest, dat de gesohiödlenis van groote meusohen of edele daldeta ons opwond en. ons deed verlan gen oofc Volwassen te zijn. om do wereld te "vernukikesn ü!oor onze grootsche hanideilin'gen en verheven gedachten. Wij (hebben allctn we reldhervormers wilton worden, maar wat 13 üieit eind gew-eeet? Toen de tijd aanibrak, dat we zelfstandig wiemden, bemerkten we, dab veel, wab we vboeger moot vokdeai, ons nu aninsdor belang ïnSbocEamde; hen, d!io wetvroe- ger 'onverdeeld bewonderden, wantrouwen we nn en vragen, m hoever eigenbelang, of eer zucht dfe drij'fvee-r van hun liandelingen was Wij worden cynisch, halen db schouders op en mompelen, „aanstellerij", oils we anderen Roman van F. VO'N KAPtPF—1ESSENffiHEIR. 1) I. ID© indruBewakkendo begrafenis was afge- loo-pen- Do naaste familieleden waren, in de rijtuigen met de omfloerste wapenschilden gestapt. Heb moetrendbeï der gasten ging to voet; hot was reeds iaat m den zomer, toch was het weer zeer schoon; het ld enne stadij© zou ooik me't geen. mogelijkheid allo rijtuigen hebben kunnen verschaffen, die noodig wa ren, om allen naar huis to brengen. Men dacht daar ook m 't gedieol niet aan. Buiten begeleidt men da dboden to voet naar hun laatste rustplaats "Dd lalxijtko nieuwsgierigen verwijderden zich, de vrietitïem en bekenden raaafctoiLjen praatje, heb gezelschap ging ui'tótento'Sfeii sprak over den gestorvene over zijn fa milie. Op een verblindend' schoon meisje, dat de donkere, zeer eenvoudige kleekling bekoorlijk stond, ti ad. een jonge man too, die slechts op bet oogenbTiik gewacht scheen 'to hebben dat do begeleiders 'aan 'beido zijden zich. in een gesprek verdiept hadden. „Waldiuo," fluisterde hij hartstochtelijk „ik moet over bvroö uur weer weg met den trein, ik xjioeb morgen op oom bepaalden tijd Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. kooren sproken, zooaJs wij helt toch oofc eens deden. Wij kennen van die verandering in onze gevoelens gewoonlijk de oorzaak met. Wo go- ven dfem ondervonden teTeursteilingein de scTMd of zeggen oiiwersrihiffig, dat heb loven en Vooral de mcnschen ons zoo heibbën ge maakt. In den gromd van ons li!aiJt zijn wij echter niet zoo veranderd wij' zijp. alleen voofSLchibiger gewordbn in het uiten van on ze gcvocdern Grofheid en onkieschiheid kob ben ons gekwekslt en wij zijn tóu te bang ge worden oan ous nogmaals fdateaiata bloot 'te stellen. Jaimmea* is liet, dat hst gewoonlijk jurist do beste gevoelens zijn, die wij het angsltvallfgst verbea-gen m -waar wij) ze toch vertoond hebben!, gevoelen wij ons verplidht veren tscbulkhgingen: to jinaiken, daib w© ons van d'en gutobigsten kant deden kenner. Maar voor ohs allen komen &r d'agem, dat We ons vati do nionschen willen a.iwemlden om, tegenover onszelf gehsal oprecht, oma re kenschap te geven van onze gevoelens en van onze d'atten, en die tijd is nu weer daar. O, die laatsto wtak van oen storvenld jaar' Als kind Vonden wij hot daigen, di-e zoo vol komen aan de geaalligheid en huisvlijikihfedd gewijld waaronnu wij volwassen zijm, vWd&n wij ze ernstig en weemoedig, 'Oimdalt zij zoo veel herinneringen in ons wHldken, Wij zitten alleen. op omze kamer en zien terug op wat achter ons ligt. Nog mater er kelo dagen geleden hebben Wiji 'b Kea'stfeest geiltald. Bij den Kerstboom hlabben kinldlea-- stomtnen 't „"Vredle op aarde, in. de mensdheai een welbehagen" gezongen en met hot roe rende Kerstverhaal vormt de werkelijkheid zoo'n treurig contrast1 Gedwemde negentien ee-uwon helblbcn de mensdien. jaarlijks plechtig de geboorte ge vierd van Kemi, Wiens lea- ziji alls de verlie- veuste prijken, maar zal die loer dan n'ooiit in toepassing gebracht wordend „Vrede op aarde, in de mcnschen een wel behagen." Wnttr is die vrede, dat wtalibdltagcn 0 Misschim in de lxarteTi van die arano Sol- d'ateu daar on Gkma, die de ijldolhöiJd, ja- loeidktliiüioid! en dwaasheid hunner regeerin- gen met hun bloed en Iran leven moeiten be talen In d© hiarten van al die ongelukkigan m Zui'dbAfrifai, wier betrekkingen sneuvel- don of verbannen werdenwier Hoeven laag hartig gcplundeid on veiibranld zijh; die strijd en vooreen zaak, waarvan de rechtvaar digheid door een ieder woildt ericenld enavBer bode om Wulp echter- standvastig Wondt afge- slagen met een hoffelijklhciiid', d.io de weige ring haast nog pijnlijkcir maakt? In de ziel van al dio aröve Eingelsoh'e oudeiRf, die nu pa-s do waarheid leeren kmncn en die wol dra zullen befeeimen: „Wij benijden die vrouiWon van ide Boeien nog, want hun man nen on zonen vreten voor het hoogste: de vrijheid en heit rech't, rmaar wat is «te pijs van het leven van onze arme jongens?" "Voor ons gicestesoo'g 'gaswi oolc al die man nen en viomwem. voorbij, wier leven een oer- ergons wezen. Gc vvctat kun't ten niiinste vormoeden, dat ilk; met om den 'doode hier gekomen bon, Üioetveel veiphditing mij'n, fa milie ook aan hemi heeftniijh tijd bdhoort aan den arbeid. Sl-edits om tt 'knvam ik; ik nam d© gelcgenhaild' waar u veer 'te zien, en ik heb geeai Iblik van u afgenvemld, Waldlme Dc 'bid u, laat one met zoo van u gaan Zeg me, wanneer ik terug mag komen, oan open lijfc om uwi hand te vragen." Zij verschoot van kleur. Het teedere rood maakte plaats voor eein bl'eekc 'tuut, die liaar nog schooner maafleto „Het is zondig, Ruldolf nu wo van het keikhof komen 'Da jonge man liet haar niet uitspa-eiken. „Ge zoeikt uitvludiiten, Waidme' Noch u, nodh mij is de man, dien men diaar begroef, zóó dierbaar, dat ik niet höfc recht 'hatd, aan mijn eigen leiwaiMgolulc to deaikeai1" „Hat moogt go ook," begon hek jonge meis je weer, versdhnkb door dein veilbolgen toon van den andere, „maar ÏRai'dolf uk ik Jben wea'kölijfc oneïea" den indamilc zeer on der den amid'mb, dat kunt ge mij niet fcwaiijb nenion „"Waldino ik helb geeien hoe ge hem aanzaagt, den nieuwen landeigenaar ïl zag, hoe gc aan zijn lippen hrngtSpeel niet oneb mo ik ben eir de mtaa niet naar, dat te ven-dragen Als uw hart behoort aan hem, die nu do schiit/terende erfenis zijns vadeis aanvaardt, dan ik smook u zeg, liet dan! ïïc ben niet alleen stoilk in hot willen, doch ook sterk in het ojjliberen, Waldin4 Zeg licit me ik smeek er u om 1" In de nummers, die D i n s d a g— en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine advertentiën. opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intere. Telefoon No, 133. lijik gemeende öfarij'd! is gewaedt om de amen- schon gduMrigeir te maken en edhter, ziji Wer den miskenld en gewantrouwd. Bin wij zelf 1 Wat is -er van ons gewonden, van onze best© gervoeterug, die die wereld niet begreep; van onze genegenhleaid', da© wend versmaad; van onze illusies en verwachtin gen, waaraan het leven niet 'bQanlh.Viooiidld'e waar was onze teeiderstö liefde to© irn staat, als dö dood tusschonbeidle trad en wegnam, wion we ons leven wild-en wijjdten „In d'e meniscih'em. een wielbehagen 1" Wan neer zal dat er ooit zijn? Wij dtoken aan al de eflendte, idie we on machtig zijln om to vemsadbbem en staren somher voor ons ui't. Maaa- daar Ommen, uit alle hoeken vriende lijke gedaanten tls voOrsdliijn. Zijl bewolken onzo stillei kamer, kloppen aan ons hart qn vrag'cn: „weet ge 'b nog?" en wij zien op en herikseimren mat ©en glimlach al idie ouide, zachte, vriendeüijike gedachten en zijn ver baasd!, dat zooveel teöders eetns Woonde in ons hart, d'at zooeven nog zoo bitter oordeel- do over dc m'ensch'en en d& werelld. Zijl strij'- keu mot haar zach't'e handen over ons voor hoofd! qn ouzo blik w'oidt hcHendeat Onze ziel wondt hooger en daardoor zachter gestemd, als zij nogmaals de personen oproepen, die wij Straks zoo beklaagd-en. Dam staan zij, di© wij dioor iden idodd ver loren, voor ons in glans, waarmee onze liefde ben omgeeft en al strekken wij hup. snik kend onze arm,en tegen, avijl eindigen met het hoofd te buigen, waai- wij zooetven tegen do wreedheid van 't leven in veuzlöb kwamen (Daar zij.n d!ie mannen on vrouwen, Wier leven en wertocsa met begrepen werd), en die den strijd toch volhielden. Ziji fluisteren ons tee, dlait oofc zijl gettwijlfeld helblbep. aam hun lewen, eer zo inzagen, dat h©t langste leven vol emstigen arbeid1 todlr pa® vruchten af werpt voor volgende geslachten. Want het is hard) to zaaien, maar d© oogst niet te mo gen bateven. Verloren gaat er ©chter-*4iiet»het zaad, dab zij strooiden, zal bloeiein en. vruchten dragen en de memiaehhe-id zal Iwrn arbeid' ein- ablijik zegenen, ooik al kent mamanid meer hun namtem. Heb Wordt lidh'tei- ra ons hart. O.nze ei'gcu 1 Q grieven en teleurstellingen schijnen ons nu zoo nietig en onbeduidend. Wijj Eion nu i,n, dat we moeten geven en blijivien geven, maar niet moeten vragen naar heb loon. We be grijpen nu, wat hot is, dat cte Bberan met zoo'n bawondlerensiWaardiga volhanding be zielt oVerwirmen zullen zijl, hun kinideren of ktedhkfraderen, ho© ooik tijidelijfc de uitslag moge zijir Strijden voor bet goede om heit goed.©1 ■D'aifc zij ook ons doel. Aan onzo modemenschcn. en in de eerste plaats aan ons laud! en ons volk ons teven gewijd i Ons land is niet groot, maar ops volk is godd i Hoe warm -zijn hart klopt^boor d© ge- rechbigheM, heeft do sympaitld© bew-azen, Da groote hartstocht, waarimedei bijl, half fhustereard en toch teder woord met nadruk uitsprekend, 'tot hatir sprak), lint haar geen Uitweg. Neen, voor Raidolf Weyto kon men waarlijk geen geheimen hebben E©n ge heim Had ze er dan ©en „Neen, neen," wierp ze ijlveng legen, „ge helbb mijn blilcken verkeerd urtgel^dl, Ru- dolf; sledlits oprecht© deelnemin'g in het löt van den treurende, kou anea daarin lozen Wie zou dam ook niet begaan zijn met zijn leed, dia hem kent on zijn vader 'gekend heeft, klaar meer dlan deolnemang was "et niet geloof me' Ik weet, wa't ik u ver schuldigd ben Hijl kromp smartelijk ineen. Was het dat woord, dat (beun reads eenmaal diep getroffen had, of was heb haar gevoelen, waaraan ze onwillekeurig uiting gaf (heb gin'g hem als een steek door *t hart. „Verschuldigd hertaald© firijl, „versdml- digd? Neen, nog zij b ge me niets verschul digd go zijt mijh vroiwv nog ni'eb!" Atehwat Idonlc dat klagend' van do lip pen van d'en mom, die er todh anders niet zoo gevoelig uitzag. Het meisje was gakoffen. „lik blijf u trouw, ïtatdolfmet mijn vol le overtuiging, met mijn 'geheele ziel 1 Maa- ïk smodk je hocfen niet meer Met. smartdijiko onderwerping 'boog hij 't hoofd. i Joachim, vrijheer van Rodhlitz, was ter aarde besteld m het fanriiicgraf, op het dorpsfcea'khof, dat midden tarsschctti d© beet- wij inivt onze jonge, dappor© Koningin aan 't J hoofd, bctoon'd htlblben aan onze moedige O stamrv&nvauten.. Als die vriendJdiijik©, bevallig© Koningin ibinnen ©nkelo wdlien Haa-r lilanld zal r©2ken aan den jongen vorab, hopen wijl idlan, dait dit ni-eiuiwe leven Haar gelukkig m'oge maken; scharen wij onis om'Hiaar-, oim Haar te Steomen in Haar streven, ons land on ops volle wel varend! en groot te maken ui alles, waarin een klein Volk groot ücan zijn!" Nieuwjaar ze-gen dan ops stierven! F. Algemeeti otersicut, SCHIEDAM, 31 Dec. 1900. Een jaiar, een eeuw is weer kecmgeep'occE, een niewve tijdrekening ligt weer voor ons en wij vragen ons af„vanwaar komt gij en waarheen gaat gij Vanwaar komt giji? Uit dö eeuw), die ons in öiaar laatste dbconnmm do wooild&n toe riep: „VrijJiddi, gelijMieid «nibroodcii'sohapi'' Die leuze weerldonk als de donder over ge bod Eluropai en maaikite in 's wereld® 'toes'banil een groote verandering. „Vrijlheild', gehjlkhe':d en broederschap." Bittere ironie' mat dleze leuze werd) 'de nu doode eeuw begroot als eon teckein van vooruitgang, maar zij' heeft zich niet verwezenlijkt. Wat praa't men van vrij heid Engeland, liet tenld dbt m 1898 zoo veel to zeggen en aan te merken had. op zijn overareosdicn buurman, helt liaind, daib zich aan do spdts der besdiaving had gesteld van de oud© werelld!, Engeland teach t nu twee vrijo rep-ubheiken te onderdrukken, haar be woners uil te moorden, haai* land! te verwoes ten 1 Maar Goidldaink, liet is nog zoover met, do Boeren houlden stand, zij brengen hun troepen tot op Eu'gelsch gebied en meer d'an ooit is Engela-iiids toe-stand' critaek gcwordein Doedeicn'd kanongelbuldbi*, (knetter enid' ge weervuur, bl'anko salbels, branidenda faildfo-lsl Ja, zoo is het m Zuid-Afi ilea. Ook ur do nu read9 vooihijizijnfde Vreideidagen heeft do oor log zijn vasahriMfcingen ovei* het steeds dooi de zon bestraalde lahd verspreid. En ook op 'dezen dag allicht hobiben de kanonnen met donderend gowaldf hun kogels uilgdbraakl, doclr stil, lezer, zwij^- stille' Daar boven cp eon kopje ontblooten !do mtonen Iran hoofd en al is het dan ook met, ruw© stemtaiteür, daar weeifclinkb uit do borst van ken, dio zoooven nog den virtger aan den trdklcer haicSdcn, heb lied van vertrouwen, het li 1 van geloof: „Maai* d'e Heer zal uitkoms't gevem (iRs. 42 5.) GeJijkheid. Ooik weer een ijidlele leus' Hot lanid zelf iwharvan de kreet: „Vr*ij!liiewl, ge lijkheid en broederschap" uitging, (kan het gotnigen. Waar hecrschto meer ongelijkheid m -don laatsten 'tijd dan juist daar? De cm- gelnltkigo Dreyfus was hdt slachtoffer van een rassenüiaat, die waarschijlnlijfc ra idc toe komst meer te beteakenen zal hebben dan wij op di'b, oogcnlblik vermoeiden. Ean machtig© storm is opgegaan tegen het seniibietscbö ras; al Walt diaarto© Ïbeïi.oordle, nnoest dbn aweep voolen, Av*aaiim©d© d© natio nalisten Frankrijk gcaselden. Zij heWben heb land in onrust gebracht en er meer naidebl ahn toegebracht dan do 'EransichtD'iiitsche oorlog. Wat toch verzwakt oen land meer dan inwendige onrust; zij maoOct een laad orurnaohtig naar binnen en naar buiten. Hartstochten wobden. ontketend, d© paaitijen Bchai-en zidh tegonova* elkaar en in da ver blinding van dien strijd' (bornit men tot daden, waarover men laltcr berouw heeft. (De arm© Dreyfus' Zijn zaak was «üis van het recht; slechts zij,, die dn raderen Jood Zen sledh'ts op Kola epr Picquart, dli© hun steon feit alleen voor een booswicht, oen verradbr van zijn l'an'd. Eén lichtpunt Staat echter tegenover deize eoo duistere zaak. Kasnpüoenen van het recht ©taan op en verhel'deren door hun) idea lisme dei schaduwen dbr parttjlraa't. Wij! wij zen steMs op Zol'a en Picquart, dio hun stem verhieven voor dfem ongel/uWcigen ibaiHmg. Het heeft helaas niet m'ogen baten, da reichtbank to Hennes sprak haar tob no'g too onbegrijipelijik vonnis uitwel kreeg Dreyfus gratie, maar zijn eea* is idaanmeide möb ga*eli. Het ministerie WaMeck-Rlousseanx heeft nu d© „spons"-pohtiek door zijn amnesti'eiwot la ten zegevierenborusten echter zal men niet, zooals onze lezers reeds weten. Zola heeft zijn „J'aeouso" wödcr herhaald. Wat Bret ge ven zal, moet do nieuw© eeuw loeren. Golijikhsi'd klonk aan heb begin dezer eeuw. Wreed© tegenstelling Broederschap. Oofc dat niet' Sla slechte, lezeri, oen blik maai* hot OostenIn helt Czs- rem*ij!k, wol'ks heerscher tab anitiiaitief tot cl© Vrddesconfoi-onti© nam, heeasdht verd'nulc- Inng van twee deeren der bewolklug. Ei'imen on Polen zudhten onder idem (druk van do (Russificatie» Het oiidcnvnjs in cfe Poolscho taal i3 veihodeu en hoe het ra Finland, ge steld is, zuilen onze lezers ni't hot uitsteken de stuk van don Leidsdlieu h'oogtoeraai* 'Van dfer Vlugb wol watcn Letten wij' vc-ndter op do mooidfcn daar in Armanië, do besaha- vingspolibielk 'der mogendheden in Ghina, don oorlog, dien Amerika voedt op d© Phi- lippij'nen, en wij geloovon dat een ïöder Iret met ons eens zal zij'n, wanneer wij ook broe derschap voor bitter© ironie verklaren' „Waar gaat gij hoen!" Wat zult gij ons biengen, nieuw© eeuw? Zal Ihot weakolijk zijn „vi-ijpieid, gelijkheid en 'broiCdei-sdiap" Wij bopen heit Mogo het reohtsi'deiaal zege vieren o-vor db zelfzucht, d© liefde over don baat! d!an zal d© nieuwe» eeuw goed en deal men-sch tob zegen zijln geweest. Waar galat giji hoen Wij weten Met niet, wijl kunnen slechts WemsohenEn als wij dan nog zien do duis ternis om ons honen, d'an hopen, wij op een eeuw van licht, dio ons zal voeren naar de* humaniteit, naar do gcredhtighed'd Onze leuze voor dern nieuwen tijdkring zij Per ardua aid adstra! 'Door* de iduistemis tot het lioht 1 Eixcelsior Suid-ilfriba. Van het oorlogaterrein. Helden ten twaalf uur* ie het 446 dagen dait die oorlog taissdieoi Engeland en de Repu blieken. uitbrak; in dien tijld zijn ca* 600 a 700 gevechten geleverd. En niettegenstaan de groote -overwinningen, die op ©en oogen- bliik beslissend ©chenen voor de todkomsb, sdhijnt het machtigs Groot-Bnbannië op heb wortelvaMen. lag die tot zijn, 'grondigelbieid bc- liooiden. D© dood doet overal zijn anbrode ui tat gewone, alledaagsohe laven, is zelfs ietis zoor alledaagsch en ibij uitzondbring kiest hij zich ecu romdn'tiscdiei omgCA*iug. Heb fceuMof va.n Ro-Chhtz avas zaïlk ©en uitzon dering niet. Uit de- nucM-erlieid. van dozen doodennifcker, van de gansche vlaklc©, maar vruchtbar© streek, van 'het in do nabijheid liggende slot van den vrijheer van Rochlitz, kon men liet karakter van iden zoooven ver- scheiden Joachim niet- opmaken. Deize> was eon lustig, joviaal heer geweest, die gaarne loefde cai liet leweto. Maar walt vertellen u de 'grafstecnon rata. hen, mer stoffelijOc o-mBiul- sel ze bedolkken? Grafsteenen zeggen mots en weten niets Maar alle mcnschen konden u vertellen, wie die man geiwecsb was. Men. mocht hem zeer gaarne lijd'cn, ein ledeaeen spralc got'd van hem, al waren liet ook geen grooteche diin- gen, die hij bot stapd) ha.d gebracht. Weldadig was hij, liij gaf gaarne, was steeds gastvrij en stcöds good^elnimeuxd 't Is waar, «its van belang hadi hij voor zijn stamhuis of voor liet vaderland niet gedaan Maar daaraan, dacht zijn zoon Joaichim vrijheer van Roohhtz Jr. nn niet. Hij had zijn innig geliefden vader verloren, en d'it betreurd© hij diep. Want zijm vader was zijn ©enige vriend geweest, en tcgelijjc ©cn zachte en daarom nog meer gowaafdeeudo Ieikübman Joaoliim, meest Achim gonaam'd:, beween- ■db hdden, den. dag van do begrafenis, zijn vader ra den waren am dfes woonds. In d> drie laatetei dageii hadfdon zijn plidtten als heer des huizes, de tranen. weeiHioud-en. Een officier mag men niot zien weearen. Gedurende de begrafenis-cereunonien, voor al als ze met zoo'n bijjzondere pracht worden gehouden, komt mon in 't gelisel niet lot nadenteii. Nu wai-en echter all© galttcn ver trokken Het was opeens heel stil ge/word-en in helt slot Ro-chlitz En toon men nn voor 't eerst geheel allecm aan tafel ging en, dö plaats van papa, de geroplaata, aan liet hoofd' der tafel, open bleef, toen (brak Aclfiim in tranen uit. Ile't deöd tam goed, nu eens uit te (kunnen weenon, hier, Waar hij geem offi- ciev en geen vrijheer was, maar slechte -d© bioeder vanzijh drie zusters, dio hem. troos tend omringden. Zonder het te willen weten, aanbaden zij hom, den aardigen, n'ddferlijklen broeder. Iöd'er van haar 'gaf op hem af, -en toch dong ieder heimolijik naar zijn gunst, hoe ver schillend van aaitd ze anders oofk waren. Mis schien droeg daartoe bij, dat junst de meisjes niet mooi waren, .geen van haar. Zij geleken allen op haar moeder, can fimko, energieke maar bijna teel ij k©° vrouw, die do ziel van het hui-s was, m'aar jaimmcr genoeg, vroeg stierf. Na haar dodd trad! een zij het ooik haast onmerkbare achteruitgang in, want de heer de® huizes was levenslustig, vrijgevig en, zij liet ook niet direct éen slechte, dan toch een onverstandige gastheer. •- (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1