V* V V* (zoon)2, H. de hertog Adolf Frederik van Mecklenburg. 6e koetsH. D. H. de regeerende vorstin van Schwarzburg—RudolstadtH. M. de hertogin Paul Frederik van Mecklenburg; 2. H. de hertog Paul Frederik van Mecklen burg 2, D. H. de regeerende vorst van Waldeck en Pyrmont. 7e Koets. H. D. H. de Vorstin van Schwarz- urg-Rudolstadt11. D. H, de Regeerende Vorstin van Waldeck en PyrmontZ. K. H. Prins Albert van Pruisen Z. Keiz. H. Groot vorst Boris van Rusland. 8e Koets. H. K. H. de Groot-Hertogin Marie van Mecklenburg-SchwerinZ. Keiz. Hoogheid de Grootvorst Viadimir Alexandrovitch van Rusland. Er was heel wat te zien aan dezen vorsten- stoet. 't Geleek voor zoover men in de rijtui gen kon zien een kaleidoscoop van borsten glinsterend van goud, witte pluimen, veder bossen, piekelhauben, sjako's en veelkleurige zijden toiletten. Eindelijk nadat het laatste van deze staat sie-rijtuigen is voorbijgetrokken, daar teekent zich de gouden koets af. Bespannen met de acht paarden, aan de teugels geleid door koetsiers, er aan weers zoden van het statierijtuig vier gegalonneerde lakeien, vormt dit geschenk van de Amster dammers een blinkend middelpunt, dat aan menigeen een kreet van bewondering ontlokt door de pracht van al dat verguldsel, de geschilderde wapens, het snij- en glaswerk en nog meer bijzonderheden van dit lichaam van kunstarbeid. Maar die uitingen zy gaan weldra op in de golven van gejuich uit de zee van dui zenden die bij het zien van het Hooge Echt paar, vergezeld van H. M. de Koningin-Moeder die tegenover Haar kinderen gezeten is, ééu juichkreet aanheffen, die weer door anderen overgenomen wordt en zoo gaat dat voort tot aan de kerk. O, wat was dat treffend schoon de rit van het Paleis naar de KerkMaar vóór dien tyd eerst, dat heen- en weerged warrel, die schittering van de uniformen, dat vrooüjk gedoe van al die menschen, die duizenden, die uaar ai stonden van heel vroeg af in den morgen. Eu hoe ordelijk, hoe voorbeeldeloos ordelijk, wat Koninklijk vrij, die breede weg I 'tWas geen opeengestapelde massa, die opdiong, neen, maar dat kou. dat mocht ook met. Aan ryen in dikke rijen. s.inden ze rond op de stoepen, in de straten bij 't paleis, een bonte zoom, zooals overal langs de straten tot de Kerk. Eerst 't aanraden van de statierijtuigen even vóór twaalf, de opstelling, hoe mooi, hoe sprookjesachtig, die uniformen en toi letten. En toon stapten ze eindelijk in, het Hooge Paar en de Koninklijke Moeder, en toen ging 't door de rijen, hé, o, die gouden koets, wat schittering. Statig ging hij in beweging, in de aange geven volgorde, en toen stegen ze op, allerlei geestdriftuitingen. de hoeia's, de hoera's en leve's. Maar 't verstomde ook enkele oogen- blikken, in de stiaten, want er kwamen zak doeken, moeilijk gehaald uit de beknelde zakken. Ze huilden óok, de vrouwen van Neder land, want deed Zij 't ook niet, de lEerste Vrouw van Nederland" Ging ook Haar zijden doekje niet telkens voor de oogen En nam Prins Hendrik der Nederlanden ook niet even de hand van den steek, waar mede hij voortdurend bedankt had aan de de menigte, aan sZijn Volk" voor de spontane, indrukwekkende hulde, om er mede te wuiven? Geen wanklank heeft de rit verstoord. Het publiek heeft meegeleefd, eenige oogenblikken van heerlijke vreugde; 't heeft bij duizenden en duizenden fangs den weg geschaard, den gang naar de kerk van at het paleis, voor Koningin "Wilhelmina, Prins Hendrik, en voor de Koningin-Moeder, maar ook bovenal voor zichzelf onvergetelijk gemaakt. Op ongeveer het daarvoor bestemde tijd stip was de stoet aan de Kerk. Aan de deur van het godshuis op de Risiervisehmarkt het dichtst bij de School straat staan de opperceremoniemeester, de ceremoniemeester en de heide kamerheeren ceremoniemeesters van H. M. de Koningin. Eene beschrijving van de inrichting van de Groote Kerk voor de inzegening van het huwelijk is hier het best op zijn plaats. Het hooge Echtpaar en de vorstelijke ge- noodigden traden de Kerk binnen door den meest voorstelrjk gelegen ingang aan de zijde der Riviervischmarkt. De ingang is versierd met eene marquise, waarvan het afhangende gedeelte van de bedekking van grys laken rondom versierd is en in het middengedeelte het Nederl. wapen voorkomt. De maiquise is ter weerszijden afgesloten door gordijnen van karmozijn fluweel. Het front van den ingang is bekleed met dezelfde stof waar tegen pilasters vereenigd door een lambrequin beiden met borduurweik in gouddraad. De portalen van dezen ingang zyn met blauwe stof en de vloer met een tapijt bekleed. Aan de deur der kerk bevindt zich mede de commissie van Kerkvoogden, welke het Echtpaar begroet en aan de Koets ontvangt en geleid naar de ontvangkamer, om naden afloop der kerkelijke huwelijksinzegening naar de staatsiekoets terug te geleiden. De commissie uit den Kerkeraad was samengesteld uit het moderamen of dage- lijksch bestuur. Ho hooge vorstelijke personen traden de keik binnen in eene ruimte ussehen de af sluiting van het koor en het chterschot der bankbetimmering alwaar in het middenge deelte tegenover het koor de ontvangkamer is ingericht welke van boven open is en waarvan de wanden "met stof van blauwe kleur, doorweven met goudgele heraldieke leeuwen ter symboliseering van hetNassau- sche wapen zyo bekleed, terwijl de vloer bedekt is met een karmozijnkleurig kleed en rondom van sofa's voorzien. In den wand tegenover het koor is in het midden eene opening, door welke de vorstelijke stoet de afgesloten ruimte in het midden der kerk binnentrad, een plaats uitnemend ge kozen, want van bijna alle zijden in de kerk kon men de plechtstatige intrede van den vorstenstoet, gevolgd door het hooge paar, rien. Welk een heerlijke aanblik de jongge huwde Koninklijke Vrouwe in het witte trouwkleed aan den arm van Hem, die thans Haar Gemaal is, naar het huwelijksaltaar te zien opgaan. De trouwjapon van H. M. is van wit drap d'argent met zilver en paarlen, die schitteren en glanzen in het daglicht. De devant is van witte tulle met slingers van oranje-bloesem. Hierbij behoort ook een sortie van drap d'argent met witte tuil'e gega.rneerd. H M. droeg hierbij °P corsage brillan- ten en een diadeem van brillanten met krans van oranje bloesem en een tullen slu/er. Reeds voor den aanvang van den dienst droeg de organist der kerk de heer Koopman plechtige orgelnummers voor van Corelli, Handel, en anderen, en bij het binnentreden van het Vorstelijk echtpaar ruischte het San- tus van Handel door de Kerkgewelven. Het orgel zwijgt zoodra de Hooge echtelie den hebben plaals genomen. Het gemengd koor, onder leiding van Arnold Spoel, heft nu (zesstemmig a capella) den zang aan (compositie van Eugeu Hildach) Waar gy heengaat, daar wil ook ik, [ook ik heengaan. En waar gy zyt, waar gij zijt, daar [wijl ook ik. Uw volk is myn volk, en Uw God [is miju God. Waar gij sterft, daar sterv' ook ik, [en waar gij rust Moog ook myn rustplaats zijn en slechts [da dood zal ons scheiden. Waar gij heengaat, daar wil ook ik [heengaan. De zetels van het Paar zijn geplaatst tegen over den preekstoel. Voor den kansel, die heden niet door den voorganger beklommen wordt staat de Hof kapelaan Dr. Van der Fiier tusschen rar. T. P, baron Mackay en den heer L. J. "Wijs man die als ouderling fungeeren. Het tap'yt door de Nederlandsche jonk vrouwen aan H. M. als huwelijksgeschenk aangeboden is voor de voeten van het Echt paar gespreid en draagt in het midden de knielbank waarhy de zegen wordt uitge sproken. Op een tafeltje dicht bij den predikant lagen de bijbel met de trouwringen, die op een gouden schaaltje blinken. De Vorstelijke Ecbtgenooten zijn ter weers zijden van hunne zetels omgeven door den stoet van Vorstelijke genoodigden. Rechts is o. a. de plaats van den jongen Groothertog, Troonopvolger van Mecklenburg- Schwerin en van H. M. de Koningin-Moeder. Links waren gezeten de Moeder van Hertog Hendrik met Grootvorst Vladimir, de hoogsten in rang der verwanten. De 26 overige vorsten en vorstinnen waren in twee ïijen daarachter gerangschikt. Ter weerszijden van den preekstoel strekten zich de plaatsen uit van de Dames du Palais en Groot-Olficieren der Kroon. Met de vorstelijke personen bevond zich een gevolg tot een getal van 65 leden in de kerk, die geheel gevuld is met de 1632 ge noodigden die het gebouw kan bevatten. Tot de genoodigden in de Groote Kerk bij de inzegening van het hooge huwelijk be hoorden de navolgende autoriteitenal de leden van het corps diplomatique hier ter stede geaccrediteerd de ministers de Raad van Statede Algemeene Rekenkamerde le en 2e Kamer der Staten-Generaalde Commissarissen der Koningin met de 2 oudste leden van Gedeputeerde Staten de Hooge Raad met procureur-generaal en advocaten- generaal de presidenten en vice-presidenten van hof en rechtbank met procureur-generaal en officier van justitie het hoog militair-ger.hof met den advocaat-fiscaal voor Hr. Ms. zee- en landmachtde secretarissen-generaal van de departementen van Algemeen Bestuur met de Raden en de adviseursde luitenant- generaajs, generaals-majoor en kolonels bij de verschillende corpsen van zee-en landmacht; de. kolonel-commandant der schutterijde kerkelijke autoriteiten de burgemeesters van groote gemeentenhet Comité voor een Volkshulde te 's-Gravenhage, enz Er zijn veel minder kaarten uitgereikt dan bij de Inhuldiging in de Nieuwe Kerk, dooi de aanwezigheid van de vele vorstelijke en andere buitenlandsche personen en het zeer beperkt aantal beschikbare plaatsen is uit de aangewezenen een keuze gedaan. Een verdeeling in 27 vakken was voldoende om alle genoodigden te kunnen indeelen. De versiering was, in aanmeiking genomen het verheven doel van de handeling een voudig, groen en palmen vormden de hoofd elementen. Het basement van den preekstoel, gevormd door een zware steenen kolom, maakte hierop een uitzondering getooid als het was met kasplanten, groote varens, uitgezochte witte bloemen, zooals leliën en aronskelken. Een rand van welriekende oranjebloesems liep langs den voet van deze groep. Op verschil lende punten in het gebouw hieven planten met bloemen op een piëdestal hun bladeren omhoog en schuin tegenover de stoelen waar het Echtpaar troonde, viel het oog op een grooten bloemruiker die uit een glazen kelk verrees. Van draperie, behalve de heraldieke be- kleeding der ontvangkamer geen spoor, maar de boogvulling tusschen koor en schip van den tempel is gedecoreerd met een rand op blauwen achtergrond waarop in gothieke letters een bijbeltekstïMijn oog zal op U zyn." Ps. 32 vers 8. De blauwe rand rnet bijbelsch opschrift omlijst een nagebootst doek met afhangende koorden en ruiten van lichtblauw. Op het doek is behalve deze motieven een Konink lijke kroon boven de naamcijfers H, en "W. geschilderd. Ook boven de Hofbank is een bed van groen aangebracht. Hoe stil was 't toen het Echtpaar eenmaal de voor Hen bestemde zetels had ingenomen en dr. G. J. van de Flier, Hofkapelaan, zijn plechtig dienstwerk begon te verrichten. Na het plechtig gebed hief de gemeente aan te zingen Gezang 224 vers 1 Gezegend d'echt Die u verbindt; zijn banden Zijn bloemen en zijn juk, de trouwe handen, Door God ineen gelegd I Daarop hield Ds. G. J. van der Flier eene toespraak naar aanleiding van de woorden uit Psalm 4 7bsYerhef Gy over ons het licht uws aanschyns, o Heer?" Spreker begon met te zeggen dat eene feesture was aangebroken, waarin heel het volk deelt en die het jubellied sdankt, dankt nu allen God", uit tal van harten deed op stijgen. Daarna ontwikkelde hij hoe de bede in het psalmwoord de voorwaarde bevat van duurzaam huwelijksgeluk. Immers dat geluk bestaal niet in uitwendige dingen maar in de stemming des harten en geen betere stemming dan waar de behoefte aan Gods leiding en Gods liefde in ons woont. Die be hoefte spreekt zich uit in zonnige dagen maar niet minder op andere tijden. De bede om licht onderstelt duisternis en er komen ook aan den huwelykshemel don kere wolkjes. Het huweiyk begint reeds met offers te vragen. Ook hier moeten zij gebracht door den Hoogen Bruidegom, die land en volk verlaat, door de Hooge Bruid, die van nu aan niet meer een geliefde Moeder aldoor aan haar zyde zal zien. En ook voor de toe komst blijft de keerzijde van het leven nie mand bespaard. Daarom hebt Gy, Vorstelijk Bruidspaar dan vooral het gebed van David niet te vergetenVerhef Gij over ons het licht Uws aanschyns, o Heer 1" Niet minder is het U van jaoode, om den plicht'dien U het huweiyk oplegt, naar eisch te vervullen, het is de plicht der liefde, en dit zegt zooveel, want dit geldt Uwe wederkeei ige verhouding. Die verhouding moet zynde man het hoofd, de vrouw het hart. Dit geldt al verder het dragen van eikanders lasten, in het huwelijk komen toch twee zondige menschen bijeen van welke ieder zijn eigen gebreken heeft. Dit geldt eindelijk de eenheid waartoe Gij geroepen zijt naar Gods beveldie twee zullen tot één zyn. Welnu, de liefde alleen is het, die zulk een band legt en bewaart maar zal die band niet verslappen, dan moet telkens de bede het hart vervullen: Verhef Gy over ons het licht Uws aanschyns, o Heer I Hierna had de eigenlijke inzegening plaats van het huwelijk. De hofprediker las een gedeelte voor van het huwelijksformulier, deed de gebruikelijke vragen, terwij! na de beantwoording hiervan, de verwisseling der trouwringen het gesloten verbond bezegelde. Nu knielde het Vorstelyk Paar neder en sprak de voorganger de eigenlyke inzegening uit, waarop de geheele gemeente staande de vier laatste regels van gezang 96 aanhief: Vader, sla ons steeds in liefde gade Zoon des Vaders! schenk ons Uw genade; Uw gemeenschap, Geest van God I Amen I zy ons eeuwig lot. Nadat deze handeling was volbracht, werd met korte toespraak aan de hooge gehuwden een bijbel aangeboden. Een eveneens korte gelukwensch volgde hierop, mede een woord tot de Koningin- Moeder en Groothertogin van Mecklenburg- Schwerin, waarna ten slotte door allen ge zongen werd Psalm 133 3 Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil [verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid! Met het uitspreken van den zegen eindigde de godsdienstige plechtigheid. Onmiddellijk viel nu het koor in, terwijl de jonggehuwden opstaan om het kerkgebouw te verlaten met de Hymne van Glük,j vierstemmig met orgel, woorden van den heer P, A. M. Boele van Hensbroek. Leen, o God 1 zoo hoog verheven, Leen aan Uwer kindren boor, Leen aan ons gebed gehoor Heer I wil, wat wy vragen, geven 1 Heer 1 Gy weet in Uw genade, Wat den meuschen liefde is. Stralend licht z' op onze paden Zonder haar slechts duisternis. Word' genoten of geleden Zij, wie ware liefde bindt, Zijn gelukkig en tevreden Weten zich door U bemind. Zoo G' één gave hun wilt geven Wie Uw zegen thans vereent, 't Zy die liefde, die in 't leven Slechts vereenigd, juicht of weent. Zy Hun liefde, God en Vader I Als de uwe, eeuwig, rein 1 Dan, dan komen Z' U steeds nader, Godgelijk wordt dan Hun zyn. Leen, o God I zoo hoog verheven, Leen aan Uwer kiriïï'ren koor Leen aan ons gebed g8hoori Heerwil, wat wy vragen, geveD 1 Wilhelmina, Koningin by de Gratie Gods en Prins Hendrik der Nederlanden hebben op hun echtverbintenis de kerkelijke wijding ontvangen. Een koninklijk saluut van 101 kanoti- schoten verkondigt den volke dat deze heilige handeling volbracht is. Het eerste van die eereschoten laat zyn dof geluid tot binnen de kerkmuren door dringen en 't is op dat oogenblik alsof een trilling van vreugde gaat door aller harten, alsof het gedreun van het geschut de jubel kreet is die uit aller gemoed in éen toon opgaat. Nu klinkt tot einde van de plechtigheid op het orgel de »Marche Pontificale" van J. Lemmens en onder het zingen vau het koor begeeft het Hooge Echtpaar, gevolgd door de Hooge Familieleden, zich op dezelfde plecht statige wijze naar de ontvangkamer. De terugtocht naar het paleis wordt in omgekeerde volgorde afgelegd, ofschoon de zelfde weg werd gevolgd. Het Hooge Echtpaar reed nu aan de spits van den Vorstenstoet. H. M. de Koningin- Moeder had niet in den gouden koets Haar plaats van daar straks hernomen, maar voegde zich nu in het rijtuig bij de Groothertogin van Mecklenburg, zoodat de wederzijdsche Moeders van het ingezegende Paar gezamen lijk naar het Paleis terugkeerden. Op den terugtocht van het jonggehuwde vorstenpaar was de geestdrift van het volk, diehtopeengepakt langs de straten, nog war mer dan by den heenweg. Terstond na afloop van de Huwelijksplech tigheid ving ten Paleize in de Witte zaal de Cour van gelukwensching aan. Het hooge echtpaar en de vorstelijke familieleden be vonden zich daar om de gelukwenschen in ontvangst te nemen. Aan het gala-dejeuner dat daarop aanving namen met het hooge echtpaar en de vor- stelyke familieleden de daartoe genoodigden deel. De spijskaart was eenvoudig maar sierlijk. Op den omslag was een bloemtak geteekend van gestyleerde oranjebloesems, met de ineen gewonden initialen W en H gedekt door de koninklijke kroon. Dit facsimile aquarel is in de ateliers van de firma S. Lankhout Cie. te 's-Graven hage vervaardigd. De spyslyst was daarbinnen ingevoegd en op perkament afgedrukt. Zij luidt: Potage Crème Montreuil Fiuite Saumonée la Russe Chapans Montmorency PAté d'Amiens au Champagne Chevreuii róti Salade Polonaise Asperges nou velles Timbale Sicilienne Palermitaine glacé Marquises au parmesan. Door de Kon. militaire kapel werd het vol gende program uitgevoerd 1. Öranje-Nassau-Mecklenburg Feerimarsch, eerste uitvoering Bouman. 2. Fantasie de l'Opera Carmen Bizet. 3. Entr'acte de l'Opera Mignon Thomas. 4. Neu Wieti Strauss. 5. Czardas de Coppéüa Delibes. 6. Rosamunde Schubert. 7. 1900 Valse Ziehrer. 8. Grenadiersmarsch Dunkier. By het dessert werden de gasten verrast door de ontvangst van een kleine portefeuille- album met de photographieën van de jong gehuwde Vorsten. Koning Leopold heeft door zyn gezant in den Haag aan Hertog Hendrik de versierselen van grootkruis der Leopoldsorde doen over handigen. Op 5 Februari 1901 heeft Hare Majesteit de Koningin in plechtig gehoor ontvangen de hier aanwezige hoofden der by het Neder landsche Hof geaccrediteerde gezantschappen ter aanbieding aan Hare Majesteit ter ge legenheid van Hoogstderzelver huweiyk vao de gelukwenschen hunner Doorluchtige Sou- vereinen en van de Hoofden der door hen vertegenwoordigde Republieken. Bij die gelegenheid heeft de buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Zyne Majesteit den Koning van Servië, de heer Losanitch, aan Hare Majesteit overhandigd de versierselen der Orde van den Witten Adelaar van Servië. De verschillende huwelijksgeschenken aan H. M. en Z. K. II. zijn in een der zalen van het paleis geëtaleerd. Het is een schitterende verzameling en wy willen er enkele uit noemen. H. M. de Koningin-Moeder gaf een groot in bouquetvorm bewerkt borstsieraad van briljanten in een prachtig lofwerk van goud gevateen rivière van de fraaiste edelge steenten met een groote verzameling losse briljantspelden er om heen, in een étui een armband van buitengemeene schoonheid, met het email-portret van H. M. Koningin Emma in het midden eindelijk een speld, waarop een paarl van zeldzame grootte en schoonheid prijkt. De Duitsche Keizer gaf een prachtig por seleinen servies; andere vorsten zilveren serviesstukken en candelabresgroote en kleine terrinen en schotels van uit de hand gedreven zilver. Alle stukken van zeer groote waarde. De Moeder van den Prins schonk hem een kunstig bewerkt schrijfbureau. H. M. ontving nog een ketting van goud, telkens in breede braceletvormige stukken overgaande, die geheel met edelgesteenten, briljanten en robijnen en meerendeels licht blauwe steenen zyn omgezet. Prinses Reuss "VII zond aan H. M. een broche, fonkelend van prachtige briljanten, waartusschen in smaakvollen vorm groene bladeren van zeldzame steenen zyn aange bracht. De vorstin von Wied schonk een cassette met tal van oorspronkelijke geschiedkundige documenten op het Huis van Oianjebetrekking hebbende van historische waaide is voorts nog in de ontzettende collectie een zeer schoon têle h tête van Brusselsche faience, waarop wapens en naamcijfers van het Stam huis van Oranje en dat behoord heeft aaD Hr. Ms. overgrootvader Koning Willem I. "V* Boor do gezamenlijke Hooigera Burger- eobolieron. zal H. M. de Koningin, ibiji haar Huwelijk 'een. zu.il worden aangeboden. Deao zaïal rust op een voetstuk van bazaltsteen. en ia geheel ingelegd met soctieltegelweirk. Aan de voorzijden, zijn. aangebracht boven de letters EC. B. S., een. bloemenhulde, voorge- «tedd door 2 meisje», d» wapens van. Neder land., Oranjebloesems enz., iterwijil aan do rij- en achterkanten komen idle wapens van dè steden waar Hoogere Burger scholen ge vestigd zijn. Bovenaan bevindt zich oen ver gulde kroon. Hot geheel hoeft een hoogte vaal 5 Ml. (Db Nederlanders te Hamburg hebben 2 qjtaesden verwonden. Het eens is aan OH. Ml. gericht op initiatief van het consulaatgene- raail; heit is gesloten id een bruin lederen portefeuille met de wapens van. Nederland en Mecklenburg, Oen medaillon iinat een schip in zilver en' del ineeugeslingerd'e lettors W. en H.verder een wapen van Hamburg in email, oen gericht op de Binn en-Akten en de stad, liet geheel omrand m-et in liet le der geenedfem oranjebloesems. "Van binnen is do portefeuille met lichte oranjezijde be kleed met een in hlet leder gedreven avund van Heine gouden figuurtjes. Het eerste blad is een blauwe aquarel, voorstellende H. M. in Friasch. koistuum, en Z. K. OEE'. Prins Hendrik in uniform, all's bruidspaar op een huwelijkssjees, getrokken- door een Friesch paard, gereden door een cupidotje. Heb tweede blad stelt ,,Heb Loo" ©n het groothertogelijke slot te Schweaiin voor. Daakop volgen dan op twtee volgendei bladen hot genoemde adres en de namen der onder- teekenaars Het tweede adres ia van de Nederland sche Yereeniging to 'Hamburg, waarin wordt medegedeeld, dat do vereeiiiging genreend heeft van de bij' haar ingekomen gelden geen beter gebruik te kunnen maken, dan door aan te Hamburg wonende behoeftige landgenooben beden ecu feestdag to berei den. Uit Bremen zullen do Nederlanders oen adres van hulde zenden. Het geoalligrafeerde adres is versierd met liet Nederlandsche, liob Mecklenburgsche en) heb Bremer wapen en door alle adressanten onderteefcend'. Geslo ten is het iin een koker van oranjezijde met d'en Sleutel van Bremen on den NederJand- sóhen Leeuw er op. Zaterdag zal er een feestmaaltijd gehou den worden. De weinige te Lissabon vertoevende Neder landers zullen een telegram aan H. M. zenden en zich ter eere van Haar huwelijk aan een maaltyd vereenigen. D'e clou van het défilé van gisteren vorm den de 4 Scheweningsohe wagens. Wij laten daarvan hieronder een korte beschrijving volgen. 'De voornaamste waa de wagen, waarop de komende haven op een schaal van 1 tot 250 voorkwam. Hot geheel is heal aardig op gevat. Een twintigtal loggers ien bommen komen door een lichtgolvondo zee manhaftig do 'haven binnenzeilen 'en ontmoeten, op hun weg een sleepboot, die een drietal schepen, opnieuw voor de visscherij uitgerust, in vol- zee zal brengen. In de voorhaven staat een schip op do helling, in de binnenhaven wordt een bom door oen sleepboot naar do kade gebracht, om spoedig te gaan lossen. Vorder is alles in bijzonderheden nage bootst; ook de vuurtoren ontbreekt niet. Hierop volgt da „H'a.ringwagen", 6 M. lang en 5 M. hoog. O Cr Beneden staan 'een paar v'isschca-slui' en een jongen, zuidwester op en in een oliepaik. Ze hebben hot volhandig met de bewerking van de haring. Boven aan del vier zijden van de kap oen voorstelling van de ze© in doorsnede; alles ziet men er zwemmen, haring, schol', mar kreel, heerlijke tarbot, ook een paar haaien. Op de kap aelf hgt daar rustig te dobberen, met den mast omlaag, een bomschuit, nieuw model. Een paar uur geleden is de vleet uitgezet, die daar aan een i'e-ep vastzit en drijvende wordt gehouden door brails en joons. Do derde wagen is vol van natten 'en al lerlei visschorijgoreedschappen. Ten slotte een wagen met een voorstel ling van don hand'ol, voor 'een 'deel beladen mot tonnen. Naar ons wo-rdt medegedeeld, zou het Vorstelijk echtpaar bet voornemen hebben om na llieit bezoek aan Amsterdam, in Maart, oen .reis 'te ondfemletmen tot een 'bezoek aan verschillende Europeesche hoven. Behou dens nadere beschikkingen zou deze rods zijn van zoodanigen duur, dat H. M. 'do Konin gin en Haar Gemaal niet voor begin Sep tember in de Residentie zouden torugkee- ren. Wij deielen dit onder voorbehoud mede. („V ad.") Men meldt ons uit Rotterdam Prachtig weder, een hemel van vlaggen, de borst met Oranje versierd, eene blijde stemming, kortom ouder do meest gunstige omstandigheden weid de blijde dag van heden ingezet. Het meest aantrekkelijke punt in de vroegste ochtenduren was het plein bij de Delftsehepoort. Uit alle richtingen stroomden de feestgangers, die de pl&chtigheden te 's-Giavenhage wenschten bij te wonen, aan, om zich een plaats iu de treinen te bemach tigen, terwijl honderden boven het gediang eene frissche wandeling verkozen. Op het Delftschepoortplüin zelve stonden in lange rijen allerlei tot passagiersvervoer geïmproviseerde voertuigen als boerenwagens, kolenwagens, vrachtwagens, verhuiswagens, omnibussen enz. enz. Of die allen later op den dag goede zaken zullen maken hadden zij inlusschen af te wachten. Ook de Haagsche en Delfsche bootjes namen de noodige feest gangers mee. Zy die niet naar de residentie optogen verzamelden zich tegen halfnegen op het Beursplein. Daar werd door de verschillende muziekkorpsen reveille gehouden. De trom melslagers en pijpers der mariniers openden deu ban met het slaan en blazen der reveille, waarna respectievelijk de stafmuziek en hoornblazers en de muziek der weerbaarheid

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 2