V*
V
V*
(zoon)2, H. de hertog Adolf Frederik van
Mecklenburg.
6e koetsH. D. H. de regeerende vorstin
van Schwarzburg—RudolstadtH. M. de
hertogin Paul Frederik van Mecklenburg;
2. H. de hertog Paul Frederik van Mecklen
burg 2, D. H. de regeerende vorst van
Waldeck en Pyrmont.
7e Koets. H. D. H. de Vorstin van Schwarz-
urg-Rudolstadt11. D. H, de Regeerende
Vorstin van Waldeck en PyrmontZ. K. H.
Prins Albert van Pruisen Z. Keiz. H. Groot
vorst Boris van Rusland.
8e Koets. H. K. H. de Groot-Hertogin Marie
van Mecklenburg-SchwerinZ. Keiz. Hoogheid
de Grootvorst Viadimir Alexandrovitch van
Rusland.
Er was heel wat te zien aan dezen vorsten-
stoet. 't Geleek voor zoover men in de rijtui
gen kon zien een kaleidoscoop van borsten
glinsterend van goud, witte pluimen, veder
bossen, piekelhauben, sjako's en veelkleurige
zijden toiletten.
Eindelijk nadat het laatste van deze staat
sie-rijtuigen is voorbijgetrokken, daar teekent
zich de gouden koets af.
Bespannen met de acht paarden, aan de
teugels geleid door koetsiers, er aan weers
zoden van het statierijtuig vier gegalonneerde
lakeien, vormt dit geschenk van de Amster
dammers een blinkend middelpunt, dat aan
menigeen een kreet van bewondering ontlokt
door de pracht van al dat verguldsel, de
geschilderde wapens, het snij- en glaswerk
en nog meer bijzonderheden van dit lichaam
van kunstarbeid.
Maar die uitingen zy gaan weldra op in
de golven van gejuich uit de zee van dui
zenden die bij het zien van het Hooge Echt
paar, vergezeld van H. M. de Koningin-Moeder
die tegenover Haar kinderen gezeten is, ééu
juichkreet aanheffen, die weer door anderen
overgenomen wordt en zoo gaat dat voort
tot aan de kerk.
O, wat was dat treffend schoon de rit van
het Paleis naar de KerkMaar vóór dien
tyd eerst, dat heen- en weerged warrel, die
schittering van de uniformen, dat vrooüjk
gedoe van al die menschen, die duizenden,
die uaar ai stonden van heel vroeg af in
den morgen.
Eu hoe ordelijk, hoe voorbeeldeloos ordelijk,
wat Koninklijk vrij, die breede weg I
'tWas geen opeengestapelde massa, die
opdiong, neen, maar dat kou. dat mocht ook
met.
Aan ryen in dikke rijen. s.inden ze rond
op de stoepen, in de straten bij 't paleis, een
bonte zoom, zooals overal langs de straten
tot de Kerk.
Eerst 't aanraden van de statierijtuigen
even vóór twaalf, de opstelling, hoe mooi,
hoe sprookjesachtig, die uniformen en toi
letten. En toon stapten ze eindelijk in, het
Hooge Paar en de Koninklijke Moeder, en
toen ging 't door de rijen, hé, o, die gouden
koets, wat schittering.
Statig ging hij in beweging, in de aange
geven volgorde, en toen stegen ze op, allerlei
geestdriftuitingen. de hoeia's, de hoera's en
leve's. Maar 't verstomde ook enkele oogen-
blikken, in de stiaten, want er kwamen zak
doeken, moeilijk gehaald uit de beknelde
zakken.
Ze huilden óok, de vrouwen van Neder
land, want deed Zij 't ook niet, de lEerste
Vrouw van Nederland" Ging ook Haar
zijden doekje niet telkens voor de oogen
En nam Prins Hendrik der Nederlanden
ook niet even de hand van den steek, waar
mede hij voortdurend bedankt had aan de
de menigte, aan sZijn Volk" voor de spontane,
indrukwekkende hulde, om er mede te
wuiven?
Geen wanklank heeft de rit verstoord. Het
publiek heeft meegeleefd, eenige oogenblikken
van heerlijke vreugde; 't heeft bij duizenden
en duizenden fangs den weg geschaard, den
gang naar de kerk van at het paleis, voor
Koningin "Wilhelmina, Prins Hendrik, en voor
de Koningin-Moeder, maar ook bovenal voor
zichzelf onvergetelijk gemaakt.
Op ongeveer het daarvoor bestemde tijd
stip was de stoet aan de Kerk.
Aan de deur van het godshuis op de
Risiervisehmarkt het dichtst bij de School
straat staan de opperceremoniemeester, de
ceremoniemeester en de heide kamerheeren
ceremoniemeesters van H. M. de Koningin.
Eene beschrijving van de inrichting van de
Groote Kerk voor de inzegening van het
huwelijk is hier het best op zijn plaats.
Het hooge Echtpaar en de vorstelijke ge-
noodigden traden de Kerk binnen door den
meest voorstelrjk gelegen ingang aan de zijde
der Riviervischmarkt. De ingang is versierd
met eene marquise, waarvan het afhangende
gedeelte van de bedekking van grys laken
rondom versierd is en in het middengedeelte
het Nederl. wapen voorkomt. De maiquise
is ter weerszijden afgesloten door gordijnen
van karmozijn fluweel. Het front van den
ingang is bekleed met dezelfde stof waar
tegen pilasters vereenigd door een lambrequin
beiden met borduurweik in gouddraad. De
portalen van dezen ingang zyn met blauwe
stof en de vloer met een tapijt bekleed.
Aan de deur der kerk bevindt zich mede
de commissie van Kerkvoogden, welke het
Echtpaar begroet en aan de Koets ontvangt
en geleid naar de ontvangkamer, om naden
afloop der kerkelijke huwelijksinzegening naar
de staatsiekoets terug te geleiden.
De commissie uit den Kerkeraad was
samengesteld uit het moderamen of dage-
lijksch bestuur.
Ho hooge vorstelijke personen traden de
keik binnen in eene ruimte ussehen de af
sluiting van het koor en het chterschot der
bankbetimmering alwaar in het middenge
deelte tegenover het koor de ontvangkamer
is ingericht welke van boven open is en
waarvan de wanden "met stof van blauwe
kleur, doorweven met goudgele heraldieke
leeuwen ter symboliseering van hetNassau-
sche wapen zyo bekleed, terwijl de vloer
bedekt is met een karmozijnkleurig kleed en
rondom van sofa's voorzien.
In den wand tegenover het koor is in het
midden eene opening, door welke de vorstelijke
stoet de afgesloten ruimte in het midden der
kerk binnentrad, een plaats uitnemend ge
kozen, want van bijna alle zijden in de kerk
kon men de plechtstatige intrede van den
vorstenstoet, gevolgd door het hooge paar,
rien.
Welk een heerlijke aanblik de jongge
huwde Koninklijke Vrouwe in het witte
trouwkleed aan den arm van Hem, die thans
Haar Gemaal is, naar het huwelijksaltaar te
zien opgaan. De trouwjapon van H. M. is
van wit drap d'argent met zilver en paarlen,
die schitteren en glanzen in het daglicht.
De devant is van witte tulle met slingers
van oranje-bloesem. Hierbij behoort ook een
sortie van drap d'argent met witte tuil'e
gega.rneerd.
H M. droeg hierbij °P corsage brillan-
ten en een diadeem van brillanten met
krans van oranje bloesem en een tullen
slu/er.
Reeds voor den aanvang van den dienst
droeg de organist der kerk de heer Koopman
plechtige orgelnummers voor van Corelli,
Handel, en anderen, en bij het binnentreden
van het Vorstelijk echtpaar ruischte het San-
tus van Handel door de Kerkgewelven.
Het orgel zwijgt zoodra de Hooge echtelie
den hebben plaals genomen.
Het gemengd koor, onder leiding van Arnold
Spoel, heft nu (zesstemmig a capella) den
zang aan (compositie van Eugeu Hildach)
Waar gy heengaat, daar wil ook ik,
[ook ik heengaan.
En waar gy zyt, waar gij zijt, daar
[wijl ook ik.
Uw volk is myn volk, en Uw God
[is miju God.
Waar gij sterft, daar sterv' ook ik,
[en waar gij rust
Moog ook myn rustplaats zijn en slechts
[da dood zal ons scheiden.
Waar gij heengaat, daar wil ook ik
[heengaan.
De zetels van het Paar zijn geplaatst tegen
over den preekstoel.
Voor den kansel, die heden niet door den
voorganger beklommen wordt staat de Hof
kapelaan Dr. Van der Fiier tusschen rar.
T. P, baron Mackay en den heer L. J. "Wijs
man die als ouderling fungeeren.
Het tap'yt door de Nederlandsche jonk
vrouwen aan H. M. als huwelijksgeschenk
aangeboden is voor de voeten van het Echt
paar gespreid en draagt in het midden de
knielbank waarhy de zegen wordt uitge
sproken.
Op een tafeltje dicht bij den predikant
lagen de bijbel met de trouwringen, die op
een gouden schaaltje blinken.
De Vorstelijke Ecbtgenooten zijn ter weers
zijden van hunne zetels omgeven door den
stoet van Vorstelijke genoodigden.
Rechts is o. a. de plaats van den jongen
Groothertog, Troonopvolger van Mecklenburg-
Schwerin en van H. M. de Koningin-Moeder.
Links waren gezeten de Moeder van Hertog
Hendrik met Grootvorst Vladimir, de hoogsten
in rang der verwanten.
De 26 overige vorsten en vorstinnen waren
in twee ïijen daarachter gerangschikt.
Ter weerszijden van den preekstoel strekten
zich de plaatsen uit van de Dames du Palais
en Groot-Olficieren der Kroon.
Met de vorstelijke personen bevond zich
een gevolg tot een getal van 65 leden in de
kerk, die geheel gevuld is met de 1632 ge
noodigden die het gebouw kan bevatten.
Tot de genoodigden in de Groote Kerk bij
de inzegening van het hooge huwelijk be
hoorden de navolgende autoriteitenal de
leden van het corps diplomatique hier ter
stede geaccrediteerd de ministers de Raad
van Statede Algemeene Rekenkamerde
le en 2e Kamer der Staten-Generaalde
Commissarissen der Koningin met de 2 oudste
leden van Gedeputeerde Staten de Hooge
Raad met procureur-generaal en advocaten-
generaal de presidenten en vice-presidenten
van hof en rechtbank met procureur-generaal en
officier van justitie het hoog militair-ger.hof
met den advocaat-fiscaal voor Hr. Ms. zee- en
landmachtde secretarissen-generaal van de
departementen van Algemeen Bestuur met
de Raden en de adviseursde luitenant-
generaajs, generaals-majoor en kolonels bij de
verschillende corpsen van zee-en landmacht;
de. kolonel-commandant der schutterijde
kerkelijke autoriteiten de burgemeesters van
groote gemeentenhet Comité voor een
Volkshulde te 's-Gravenhage, enz
Er zijn veel minder kaarten uitgereikt dan
bij de Inhuldiging in de Nieuwe Kerk, dooi
de aanwezigheid van de vele vorstelijke en
andere buitenlandsche personen en het zeer
beperkt aantal beschikbare plaatsen is uit de
aangewezenen een keuze gedaan.
Een verdeeling in 27 vakken was voldoende
om alle genoodigden te kunnen indeelen.
De versiering was, in aanmeiking genomen
het verheven doel van de handeling een
voudig, groen en palmen vormden de hoofd
elementen.
Het basement van den preekstoel, gevormd
door een zware steenen kolom, maakte hierop
een uitzondering getooid als het was met
kasplanten, groote varens, uitgezochte witte
bloemen, zooals leliën en aronskelken. Een
rand van welriekende oranjebloesems liep
langs den voet van deze groep. Op verschil
lende punten in het gebouw hieven planten
met bloemen op een piëdestal hun bladeren
omhoog en schuin tegenover de stoelen waar
het Echtpaar troonde, viel het oog op een
grooten bloemruiker die uit een glazen kelk
verrees.
Van draperie, behalve de heraldieke be-
kleeding der ontvangkamer geen spoor, maar
de boogvulling tusschen koor en schip van
den tempel is gedecoreerd met een rand op
blauwen achtergrond waarop in gothieke
letters een bijbeltekstïMijn oog zal op U
zyn." Ps. 32 vers 8.
De blauwe rand rnet bijbelsch opschrift
omlijst een nagebootst doek met afhangende
koorden en ruiten van lichtblauw. Op het
doek is behalve deze motieven een Konink
lijke kroon boven de naamcijfers H, en "W.
geschilderd.
Ook boven de Hofbank is een bed van
groen aangebracht.
Hoe stil was 't toen het Echtpaar eenmaal
de voor Hen bestemde zetels had ingenomen
en dr. G. J. van de Flier, Hofkapelaan,
zijn plechtig dienstwerk begon te verrichten.
Na het plechtig gebed hief de gemeente
aan te zingen Gezang 224 vers 1
Gezegend d'echt
Die u verbindt; zijn banden
Zijn bloemen en zijn juk, de trouwe handen,
Door God ineen gelegd I
Daarop hield Ds. G. J. van der Flier eene
toespraak naar aanleiding van de woorden
uit Psalm 4 7bsYerhef Gy over ons
het licht uws aanschyns, o Heer?"
Spreker begon met te zeggen dat eene
feesture was aangebroken, waarin heel het
volk deelt en die het jubellied sdankt, dankt
nu allen God", uit tal van harten deed op
stijgen.
Daarna ontwikkelde hij hoe de bede in
het psalmwoord de voorwaarde bevat van
duurzaam huwelijksgeluk. Immers dat geluk
bestaal niet in uitwendige dingen maar in
de stemming des harten en geen betere
stemming dan waar de behoefte aan Gods
leiding en Gods liefde in ons woont. Die be
hoefte spreekt zich uit in zonnige dagen
maar niet minder op andere tijden.
De bede om licht onderstelt duisternis en
er komen ook aan den huwelykshemel don
kere wolkjes. Het huweiyk begint reeds met
offers te vragen. Ook hier moeten zij gebracht
door den Hoogen Bruidegom, die land en
volk verlaat, door de Hooge Bruid, die van
nu aan niet meer een geliefde Moeder aldoor
aan haar zyde zal zien. En ook voor de toe
komst blijft de keerzijde van het leven nie
mand bespaard. Daarom hebt Gy, Vorstelijk
Bruidspaar dan vooral het gebed van David
niet te vergetenVerhef Gij over ons het
licht Uws aanschyns, o Heer 1"
Niet minder is het U van jaoode, om den
plicht'dien U het huweiyk oplegt, naar eisch te
vervullen, het is de plicht der liefde, en dit
zegt zooveel, want dit geldt Uwe wederkeei ige
verhouding. Die verhouding moet zynde
man het hoofd, de vrouw het hart. Dit geldt
al verder het dragen van eikanders lasten,
in het huwelijk komen toch twee zondige
menschen bijeen van welke ieder zijn eigen
gebreken heeft.
Dit geldt eindelijk de eenheid waartoe Gij
geroepen zijt naar Gods beveldie twee
zullen tot één zyn.
Welnu, de liefde alleen is het, die zulk
een band legt en bewaart maar zal die
band niet verslappen, dan moet telkens de
bede het hart vervullen: Verhef Gy over
ons het licht Uws aanschyns, o Heer I
Hierna had de eigenlijke inzegening plaats
van het huwelijk.
De hofprediker las een gedeelte voor van
het huwelijksformulier, deed de gebruikelijke
vragen, terwij! na de beantwoording hiervan,
de verwisseling der trouwringen het gesloten
verbond bezegelde.
Nu knielde het Vorstelyk Paar neder en
sprak de voorganger de eigenlyke inzegening
uit, waarop de geheele gemeente staande de
vier laatste regels van gezang 96 aanhief:
Vader, sla ons steeds in liefde gade
Zoon des Vaders! schenk ons Uw genade;
Uw gemeenschap, Geest van God I
Amen I zy ons eeuwig lot.
Nadat deze handeling was volbracht, werd
met korte toespraak aan de hooge gehuwden
een bijbel aangeboden.
Een eveneens korte gelukwensch volgde
hierop, mede een woord tot de Koningin-
Moeder en Groothertogin van Mecklenburg-
Schwerin, waarna ten slotte door allen ge
zongen werd Psalm 133 3
Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen
Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil
[verkregen,
En 't leven tot in eeuwigheid!
Met het uitspreken van den zegen eindigde
de godsdienstige plechtigheid. Onmiddellijk
viel nu het koor in, terwijl de jonggehuwden
opstaan om het kerkgebouw te verlaten met
de Hymne van Glük,j vierstemmig met orgel,
woorden van den heer P, A. M. Boele van
Hensbroek.
Leen, o God 1 zoo hoog verheven,
Leen aan Uwer kindren boor,
Leen aan ons gebed gehoor
Heer I wil, wat wy vragen, geven 1
Heer 1 Gy weet in Uw genade,
Wat den meuschen liefde is.
Stralend licht z' op onze paden
Zonder haar slechts duisternis.
Word' genoten of geleden
Zij, wie ware liefde bindt,
Zijn gelukkig en tevreden
Weten zich door U bemind.
Zoo G' één gave hun wilt geven
Wie Uw zegen thans vereent,
't Zy die liefde, die in 't leven
Slechts vereenigd, juicht of weent.
Zy Hun liefde, God en Vader I
Als de uwe, eeuwig, rein 1
Dan, dan komen Z' U steeds nader,
Godgelijk wordt dan Hun zyn.
Leen, o God I zoo hoog verheven,
Leen aan Uwer kiriïï'ren koor
Leen aan ons gebed g8hoori
Heerwil, wat wy vragen, geveD 1
Wilhelmina, Koningin by de Gratie Gods
en Prins Hendrik der Nederlanden hebben op
hun echtverbintenis de kerkelijke wijding
ontvangen.
Een koninklijk saluut van 101 kanoti-
schoten verkondigt den volke dat deze heilige
handeling volbracht is.
Het eerste van die eereschoten laat zyn
dof geluid tot binnen de kerkmuren door
dringen en 't is op dat oogenblik alsof een
trilling van vreugde gaat door aller harten,
alsof het gedreun van het geschut de jubel
kreet is die uit aller gemoed in éen toon
opgaat.
Nu klinkt tot einde van de plechtigheid op
het orgel de »Marche Pontificale" van J.
Lemmens en onder het zingen vau het koor
begeeft het Hooge Echtpaar, gevolgd door
de Hooge Familieleden, zich op dezelfde plecht
statige wijze naar de ontvangkamer.
De terugtocht naar het paleis wordt in
omgekeerde volgorde afgelegd, ofschoon de
zelfde weg werd gevolgd.
Het Hooge Echtpaar reed nu aan de spits
van den Vorstenstoet. H. M. de Koningin-
Moeder had niet in den gouden koets Haar
plaats van daar straks hernomen, maar voegde
zich nu in het rijtuig bij de Groothertogin
van Mecklenburg, zoodat de wederzijdsche
Moeders van het ingezegende Paar gezamen
lijk naar het Paleis terugkeerden.
Op den terugtocht van het jonggehuwde
vorstenpaar was de geestdrift van het volk,
diehtopeengepakt langs de straten, nog war
mer dan by den heenweg.
Terstond na afloop van de Huwelijksplech
tigheid ving ten Paleize in de Witte zaal de
Cour van gelukwensching aan. Het hooge
echtpaar en de vorstelijke familieleden be
vonden zich daar om de gelukwenschen in
ontvangst te nemen.
Aan het gala-dejeuner dat daarop aanving
namen met het hooge echtpaar en de vor-
stelyke familieleden de daartoe genoodigden
deel.
De spijskaart was eenvoudig maar sierlijk.
Op den omslag was een bloemtak geteekend
van gestyleerde oranjebloesems, met de ineen
gewonden initialen W en H gedekt door de
koninklijke kroon.
Dit facsimile aquarel is in de ateliers van
de firma S. Lankhout Cie. te 's-Graven
hage vervaardigd.
De spyslyst was daarbinnen ingevoegd en
op perkament afgedrukt. Zij luidt:
Potage Crème Montreuil
Fiuite Saumonée la Russe
Chapans Montmorency
PAté d'Amiens au Champagne
Chevreuii róti
Salade Polonaise
Asperges nou velles
Timbale Sicilienne
Palermitaine glacé
Marquises au parmesan.
Door de Kon. militaire kapel werd het vol
gende program uitgevoerd
1. Öranje-Nassau-Mecklenburg Feerimarsch,
eerste uitvoering Bouman.
2. Fantasie de l'Opera Carmen Bizet.
3. Entr'acte de l'Opera Mignon Thomas.
4. Neu Wieti Strauss.
5. Czardas de Coppéüa Delibes.
6. Rosamunde Schubert.
7. 1900 Valse Ziehrer.
8. Grenadiersmarsch Dunkier.
By het dessert werden de gasten verrast
door de ontvangst van een kleine portefeuille-
album met de photographieën van de jong
gehuwde Vorsten.
Koning Leopold heeft door zyn gezant in
den Haag aan Hertog Hendrik de versierselen
van grootkruis der Leopoldsorde doen over
handigen.
Op 5 Februari 1901 heeft Hare Majesteit
de Koningin in plechtig gehoor ontvangen
de hier aanwezige hoofden der by het Neder
landsche Hof geaccrediteerde gezantschappen
ter aanbieding aan Hare Majesteit ter ge
legenheid van Hoogstderzelver huweiyk vao
de gelukwenschen hunner Doorluchtige Sou-
vereinen en van de Hoofden der door hen
vertegenwoordigde Republieken.
Bij die gelegenheid heeft de buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister van Zyne
Majesteit den Koning van Servië, de heer
Losanitch, aan Hare Majesteit overhandigd
de versierselen der Orde van den Witten
Adelaar van Servië.
De verschillende huwelijksgeschenken aan
H. M. en Z. K. II. zijn in een der zalen van
het paleis geëtaleerd.
Het is een schitterende verzameling en wy
willen er enkele uit noemen.
H. M. de Koningin-Moeder gaf een groot
in bouquetvorm bewerkt borstsieraad van
briljanten in een prachtig lofwerk van goud
gevateen rivière van de fraaiste edelge
steenten met een groote verzameling losse
briljantspelden er om heen, in een étui
een armband van buitengemeene schoonheid,
met het email-portret van H. M. Koningin
Emma in het midden eindelijk een speld,
waarop een paarl van zeldzame grootte en
schoonheid prijkt.
De Duitsche Keizer gaf een prachtig por
seleinen servies; andere vorsten zilveren
serviesstukken en candelabresgroote en
kleine terrinen en schotels van uit de hand
gedreven zilver. Alle stukken van zeer groote
waarde.
De Moeder van den Prins schonk hem
een kunstig bewerkt schrijfbureau.
H. M. ontving nog een ketting van goud,
telkens in breede braceletvormige stukken
overgaande, die geheel met edelgesteenten,
briljanten en robijnen en meerendeels licht
blauwe steenen zyn omgezet.
Prinses Reuss "VII zond aan H. M. een
broche, fonkelend van prachtige briljanten,
waartusschen in smaakvollen vorm groene
bladeren van zeldzame steenen zyn aange
bracht.
De vorstin von Wied schonk een cassette
met tal van oorspronkelijke geschiedkundige
documenten op het Huis van Oianjebetrekking
hebbende van historische waaide is voorts
nog in de ontzettende collectie een zeer
schoon têle h tête van Brusselsche faience,
waarop wapens en naamcijfers van het Stam
huis van Oranje en dat behoord heeft aaD
Hr. Ms. overgrootvader Koning Willem I.
"V*
Boor do gezamenlijke Hooigera Burger-
eobolieron. zal H. M. de Koningin, ibiji haar
Huwelijk 'een. zu.il worden aangeboden. Deao
zaïal rust op een voetstuk van bazaltsteen. en
ia geheel ingelegd met soctieltegelweirk. Aan
de voorzijden, zijn. aangebracht boven de
letters EC. B. S., een. bloemenhulde, voorge-
«tedd door 2 meisje», d» wapens van. Neder
land., Oranjebloesems enz., iterwijil aan do
rij- en achterkanten komen idle wapens van
dè steden waar Hoogere Burger scholen ge
vestigd zijn. Bovenaan bevindt zich oen ver
gulde kroon.
Hot geheel hoeft een hoogte vaal 5 Ml.
(Db Nederlanders te Hamburg hebben 2
qjtaesden verwonden. Het eens is aan OH. Ml.
gericht op initiatief van het consulaatgene-
raail; heit is gesloten id een bruin lederen
portefeuille met de wapens van. Nederland
en Mecklenburg, Oen medaillon iinat een
schip in zilver en' del ineeugeslingerd'e lettors
W. en H.verder een wapen van Hamburg
in email, oen gericht op de Binn en-Akten en
de stad, liet geheel omrand m-et in liet le
der geenedfem oranjebloesems. "Van binnen is
do portefeuille met lichte oranjezijde be
kleed met een in hlet leder gedreven avund
van Heine gouden figuurtjes.
Het eerste blad is een blauwe aquarel,
voorstellende H. M. in Friasch. koistuum, en
Z. K. OEE'. Prins Hendrik in uniform, all's
bruidspaar op een huwelijkssjees, getrokken-
door een Friesch paard, gereden door een
cupidotje.
Heb tweede blad stelt ,,Heb Loo" ©n het
groothertogelijke slot te Schweaiin voor.
Daakop volgen dan op twtee volgendei bladen
hot genoemde adres en de namen der onder-
teekenaars
Het tweede adres ia van de Nederland
sche Yereeniging to 'Hamburg, waarin wordt
medegedeeld, dat do vereeiiiging genreend
heeft van de bij' haar ingekomen gelden
geen beter gebruik te kunnen maken, dan
door aan te Hamburg wonende behoeftige
landgenooben beden ecu feestdag to berei
den.
Uit Bremen zullen do Nederlanders oen
adres van hulde zenden. Het geoalligrafeerde
adres is versierd met liet Nederlandsche, liob
Mecklenburgsche en) heb Bremer wapen en
door alle adressanten onderteefcend'. Geslo
ten is het iin een koker van oranjezijde met
d'en Sleutel van Bremen on den NederJand-
sóhen Leeuw er op.
Zaterdag zal er een feestmaaltijd gehou
den worden.
De weinige te Lissabon vertoevende Neder
landers zullen een telegram aan H. M. zenden
en zich ter eere van Haar huwelijk aan een
maaltyd vereenigen.
D'e clou van het défilé van gisteren vorm
den de 4 Scheweningsohe wagens. Wij laten
daarvan hieronder een korte beschrijving
volgen.
'De voornaamste waa de wagen, waarop
de komende haven op een schaal van 1 tot
250 voorkwam. Hot geheel is heal aardig op
gevat. Een twintigtal loggers ien bommen
komen door een lichtgolvondo zee manhaftig
do 'haven binnenzeilen 'en ontmoeten, op hun
weg een sleepboot, die een drietal schepen,
opnieuw voor de visscherij uitgerust, in vol-
zee zal brengen. In de voorhaven staat een
schip op do helling, in de binnenhaven
wordt een bom door oen sleepboot naar do
kade gebracht, om spoedig te gaan lossen.
Vorder is alles in bijzonderheden nage
bootst; ook de vuurtoren ontbreekt niet.
Hierop volgt da „H'a.ringwagen", 6 M.
lang en 5 M. hoog.
O Cr
Beneden staan 'een paar v'isschca-slui' en
een jongen, zuidwester op en in een oliepaik.
Ze hebben hot volhandig met de bewerking
van de haring.
Boven aan del vier zijden van de kap oen
voorstelling van de ze© in doorsnede; alles
ziet men er zwemmen, haring, schol', mar
kreel, heerlijke tarbot, ook een paar haaien.
Op de kap aelf hgt daar rustig te dobberen,
met den mast omlaag, een bomschuit, nieuw
model. Een paar uur geleden is de vleet
uitgezet, die daar aan een i'e-ep vastzit en
drijvende wordt gehouden door brails en
joons.
Do derde wagen is vol van natten 'en al
lerlei visschorijgoreedschappen.
Ten slotte een wagen met een voorstel
ling van don hand'ol, voor 'een 'deel beladen
mot tonnen.
Naar ons wo-rdt medegedeeld, zou het
Vorstelijk echtpaar bet voornemen hebben
om na llieit bezoek aan Amsterdam, in Maart,
oen .reis 'te ondfemletmen tot een 'bezoek aan
verschillende Europeesche hoven. Behou
dens nadere beschikkingen zou deze rods zijn
van zoodanigen duur, dat H. M. 'do Konin
gin en Haar Gemaal niet voor begin Sep
tember in de Residentie zouden torugkee-
ren.
Wij deielen dit onder voorbehoud mede.
(„V ad.")
Men meldt ons uit Rotterdam
Prachtig weder, een hemel van vlaggen,
de borst met Oranje versierd, eene blijde
stemming, kortom ouder do meest gunstige
omstandigheden weid de blijde dag van heden
ingezet. Het meest aantrekkelijke punt in de
vroegste ochtenduren was het plein bij de
Delftsehepoort. Uit alle richtingen stroomden
de feestgangers, die de pl&chtigheden te
's-Giavenhage wenschten bij te wonen, aan,
om zich een plaats iu de treinen te bemach
tigen, terwijl honderden boven het gediang
eene frissche wandeling verkozen.
Op het Delftschepoortplüin zelve stonden
in lange rijen allerlei tot passagiersvervoer
geïmproviseerde voertuigen als boerenwagens,
kolenwagens, vrachtwagens, verhuiswagens,
omnibussen enz. enz. Of die allen later op
den dag goede zaken zullen maken hadden
zij inlusschen af te wachten. Ook de Haagsche
en Delfsche bootjes namen de noodige feest
gangers mee.
Zy die niet naar de residentie optogen
verzamelden zich tegen halfnegen op het
Beursplein. Daar werd door de verschillende
muziekkorpsen reveille gehouden. De trom
melslagers en pijpers der mariniers openden
deu ban met het slaan en blazen der reveille,
waarna respectievelijk de stafmuziek en
hoornblazers en de muziek der weerbaarheid