M
55*"' Jaargang.
Woensdag 1 en Donderdag 2 Januari 1902.
No. 10741.
Eerste Blad.
PRINSES DE LERNE.
ff
ï-xMper p°st'
Bericht
OUDEJAARSNACHT.
k
F?»
JE*-
BUITENLAND,
HI EB A
Deze courant verschijnt d a g e l"y k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
Prijs per weck
t Voor S c hi e d a m en V1 a a r d i ng e n 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Bureau t Itotcirstraat 68.
^ssszma
Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere rege!
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeligeij,voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- eu Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde felesw# ad&mrSentiëm opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Mo. 133.
<rm\
W Met het oog op den Nieuwjaarsdag
s'Bial de „§chle«laia$clie Courant"
kWoensdag 1 Januari 1903 fflXElF
irivcrseliijncn.
s
'Een groote, uitgestrekte vlakte, waai op
bijna niets te zien is, hier een enkele boom
of struik, daar een gieppel, doch over liet
r&,'« algemeen kaal en dor.
Alleen daar ver, ver aan den gezicht
seinder, een lange rij huizen, onafzienbaar,
ïfe^de meeste donker, zonder licht, zonder leven,
ffv; doodsch als het graf. De meeste, niet alle
sommige laten door het licht dat de ramen
doorlaten, zien, dat er leven is. Twee dezer
W gebouwen trekken vooiai de aandacht, naast
'elkaar staan ze, 't een bel verlicht, 'tander
donkerder. Wat een geraas, wat een vroo-
lijkheid, een gekrioel in dat eene, hoe blijde,
1st hoe levendig en levenslustig is liet daar, alles
noodigt, ais het ware, tot binnentreden uit
ËK
Ly -
It**
',.k
•M', doch wij worden niet toegelaten, alles is
-®r" afgesloten, de bewoners willen alleen blijven,
nog geen vreemdelingen zien.
te. Maar daarnaast is ook nog een verlicht
huis, ai is het niet zoo hel, daar zullen wij
rifiisschien na onzen tocht over de uitge
strekte, wijde vlakte onder storm en regen
kunnen lusten van de vermoeienissen. Welk
jti®fe/een verschil echter met het naaslbijzijnd huis,
.waar wij niet mochten komen, hoe kalmis
Jy- het hier, niet het drukke feestgewoel, de
JÏ', kalmte komt ons tegemoet, de ernst schijnt
hier zijn woonplaats gekozen te hebben,
- Een schildwacht staat voor de deur, reeds
oud, niet meer in staat om de hem opge
legde plichten waar te nemen, binnendrin-
'gors den toegang te beletten. Oud en afge-
zijn kleeding, roestig zijn geweer,
li igzaam zijn slap, dof zijn oog.
<pgp,ft(ef inktende knieën sleept hij zich met
m«rt «t - vm> t, 't leven schijnt hem zwaar en
u, ciijt', d od hem een uitkomrt.
fee., 1 s uji't huis, dat wij binnentreden, met
"'.js.vnic, Je kamers. Van buiten gezien leek
""hel jt' 11 iei rei', onaanzienlijker,doch binnen-
heeft het veei van een doolhof.
Overal irs, maar alle onbewoond. Doch
r au hu rtM wij daar aan het einde van de
6..j.0 niet een menschelijke stem? Ja, daar
is nog iemand, oud en sder dagen ?at." Wat
•ft' mompelt hij voor zich heen? 't Is bijna on
verstaanbaar, maar toch enkele woorden zijn
op te vangen »Alleen oveigebieven zoo
61
dragen
m tra i~
velen allen heengegaan dadelijk ook
weg"... Waarheen? oude man," »Naar
hei onbekende, daarheen, vanwaar niemand
ooit wederkeert. Ook ik moet weg als al mijn
broeders, die nu tot het verleden behooren."
Hij maakt zich gereed om heen te gaan,
naar buiten, naar de eindelooze vlakte. Nog
even hem iets gevraagd. Hoe was uw leven?"
»Mijn leven was niet lang, slechts 3G5 dagen,
doch vee! heb ik gezien, medegemaakt. Ik
heb geweend in droefheid, ben blijde geweest
in voorspoed. Ik heb mij verheugd in eene
jonge bloeiende Maagd, die Haar hand en hait
schonk aan een Herlog, ik heb medcgejubeld
met het volk, dat niet moede werd liaar
toe te juichen, doch ik heb met iluar ge
weend in de dagen van teleurgestelde moe
dervreugde.
sik heb tranen gestort bij het zien van
den vreeselijken strijd, die daar in het Zniden
gevoeid wordt, waarin zoovele helden voor
het hooge ideaal van vrijheid en onafhanke
lijkheid gevalien zyn, ik heb tranen gestort
bij het zien der ongelukkige vrouwen en
kinderen stei vende in de concentratie-kam
pen eenige dagen geleden nog, met het
Kerstfeest, zag ik de jonge Boerenkinderen
hun schoenen, neen die hadden zij met, maar
iets dat daaiop leek dan toch, buiten de tent
zetten toen zij naar binnen gegaan waren,
zag ik, die nooit slaap, Engelen nederdalen,
Kerstgeschenken breugende aan de aime
kleinen. ICunt gij raden wat het waren
Neen Nu, het warendoodkistjes, hut
grootste geschenk bij dat lyden.
»Doch niet langer heb ik tjjd, het uur
van scheiden nadert." En de gang door
gaande met hem, hooren wij het feestge
woel in het aangrenzende huis, nog drukker
dan zooeven. De bewoners schijnen tot dol
heid en razernij gekomen te zijneen gesla
van deuten, 't is of allen naar buiten willen
komen, doch daar treedt een schildwacht
voor de deur met nieuwe schitterende wapen
rusting, blank geweer, veeikrachtigen tred,
opgewekt,
De oude van daar straks ziet hem en
gaat naar hern toe.
»Gij komt dus mijn plaats innemen Weet
gij wat gij doen moet, zijt gij u de taak die
op u gelegd is bewust? Zij is zwaai, ik heb
het ondervonden, niet makkelijk is zij te
vervuilen. Gij zijt de wachter van een nieuw
jaar, u de veiplichting te zoigen, dat alles
goed gaat, dat er geen verwaï nng ontstaat
in de dagp", .lat ieder zijn plicht doet, dat
alles tot een goed einde komt Het wacht
woord, dat door alle eeuwen heen klinkt,
moet ik u overgeven, moge het u aanspoien
tot nauwgezette plichtsbetrachting, tot strijd
tegen het kwade. Neem dan als mijn laatsten
groet het wachtwoord overExcelsior".
p, Verhaal uit don tijd van de Restauiatie,
DOOR
ERNEST DAiTTDET.
44)
„Geen enkele, dat is zeker,"' vervolgde do
man, verzekerd van de toestemming van
Ziijh (kameraad'. Vervolgens, alsof bijl zijn par
tij1 opnam
„Omgelhiikfcig komt u to laat. Toen we m
arresteorden, had u ons dit moeten voor
slaan. Nu kunnen ivo niets meer doen. Men
zal u dadblijfc ondervragen."'
De prins antwoordde:
„Ik zal weigeren te antwoorden."
..Dan hebben wo bevel u naar do gevan
genis t© brengen."
„Webui, terwijl gij me daaiheen brengt,
kondt ge me laten ontsnappen."
„Het is gevaarlijk spel," kwam de andere
agent bussolienbeide, „en dan nog moet do
belooning de moeite Waard zijin."
„Go kunt krijgen wat ge bobben wilt.
Stel zelf den prijs'vast."
„Twintig duizend' pond voor ©lfc."
„Hot is viecl geld, maar aid zal bet u ge
ven," verklaarde' do prins.
„Beloven is nog geen geven," merkte een
van de agenten op.
„De kan u handgeld gewen."
Hij; ko-n hot werkelijk, daar bij oen groote
som gelds bij' zich bad gestoken, met bet
oog op zijn reis,
„Maak mijn banden los," zeido hij, „dan
zal i!k betalen."
Men gehoorzaamde. Vervolgens nam bij
een portefeuille, gevuld met bankpapier uit
don zak, nam er twee biljetten uit en gaf er
elk dor agenten een, er 'bi jrvoegen de:
„Als ge me de sleutels van de tuindeur
geeft, zult go do rest krijgen, zonder uitstel,
daar ik bet geld ibij mij heb."
Do biljetten verdwenen in de zakken van
do agenten, die plotseling ouvermuiwbaar
worden Als Mji op dit critaoke oogenblifc m
bet bezit was gewest van zijn gewone koel
bloedigheid1, dan zon bijl misschien getroffen
zijji door d-ci sombere en hebzuchtig© uit-
diuikking van bun galgentronie, toen liij) rijn
portefeuille wcei' an den zak. stad. Maar een
cu al vreugde, zijn vlucht verzekerd te Jicb-
ben, zag hij den glans van bun oo-gen niet,
noch liet teckcn, dat ze elkaar gaven, be
merkende, dat deze rijkaard zich geiiec-1 aan
ben overgaf. Overigens gaven zo hem goe
den raad.,
„IJ kunt op ons rekenen, mijnbeer, en 't
zal aan ons niet liggen, als u soms m uw
vlucht verbinderd wordt. Wat u aangaat,
zeg ruet teveel, wanneer do commissaris van
politie n ondervraagt. Zeg litem, dat u htm
mets te zeggen bobt, en dat u slechts wilt
spreken -in tcgenwoordigboidl van dm pro
cureur van den Koning. Hij zal dan een be
vel tot inhechtenisneming teekenten. nu ons
er meid© belasten, dit uit te voeren. De rest
komt vanzelf."
„Ge zijt 'bravo lieden," n-ietp de prins ver
heugd, vol vertrouwen.
Maar hij moesn zich opnieuw de banden
laten binden. In zij|ti eigen Wang zelfs; dat
was nood'ig. dffiji schikte ziab in de bewer
king, die zo met zachtheid en eerbied vol
voerden.
Nauivalijilds waren zo,enmde Maar, of do
detu' ging open «n er verscheen een nieunve
persoonHij .gaf dmf^genten een teeken t-u
dezen Ibraditen dén gevbnisteno in da aan-
Ja Excelsior" zóó zij ook ons wachtwoord.
Hooger in het goede, hooger in de bestrijding
van het lage. »Excelcior voor allen, sExcel
sior" voor ieder onzer in de levenstaak die
hem wacht
ALGKMEEM ©VERÏICHT.
SCHIEDAM, 31 Dec. 1991.
Xnld-Afrl ka.
Hot departement van oorlog heeft eon
(aanvullingslijst van do verliezen t© Twee-
fontein openbaar gemaakt. Er zijn vijftig
man gewond. Biji do gesneuvelden moot er
nog één gevoegd' wonden, en vier man zijn
aan hun wonden feczwdkeu.
Da Biitsobo verliezenlijst 'in dei bladaa
van Maandag geeft do namens van 6 officie
ren en 48 man, die biji den aanval van Do
W-et op het kamp bij Tweefontoin zijn ge
sneuveld, van 9 officieren dio gewond zijn
en 4 dio vermist worden. Onder dé gesneu
velden zijn de bevelhebber der colonne, ma
joor Williams, een kapitein en vier luite
nants, een tweede kapitein is levensgevaar
lijk gewond, terwijl majoor Haag, een kapi
tein, 4 luitenants en een dokter zwaar ge
wond zijn.
Vorder Zijii er aanvnllingsverliezon van 'b
gevocht van kolonel Paiikfs colonne ten noor
den van Pretoria op 19 Dcc, Majoor Hud
son, 'die zwaar gewond was, is inmiddels be
zweken en boven de reeds vermeld© zijn nog
4 officieren gewond^ zes man gesneuveld en
16 -gewond. Bijl Wibpoort zij|n op 13 Decem
ber nog zevetn man gewond en elders in het
geheel een man gesneuveld, een officier en
vijjf man gewond, zestien man aan ziekte be
zweken.
„Cc-aitral News" geeft do volgend© lezing
van liet gcvodit bij Tafelkop, waar do strijd
geleverd werd tusschen Damant en Herman
B-o thai.
Do colonnes onder kolonel Damanb en'
kolonel Iiimington vöi-lioten Franlcfort op
den 19en D'eoember en hepen in do lichting
van Vrede. Dezo maobb trok den heelen
nacht voort onder een 'liovigen dondorstorm.
Drio soldaten werden door den bldcsem ge
troffen en godood.
Dicht 'in do buurt van Tafalkop viel Da-
mant een kleine Boeienmacht aan, doodde
één man, *m nam commandant Cytar gevan
gen. Togen het aanbreken van den dag wer
den de transportwagens gelagerd en een
klcane macht achtergelaten tor bescherming.
Damanb trok verder met twee kanonnen
van de 29a batterijl, één pom-pom en vijfen
negentig man. Deze klcino macht weck. links
af, omdat d aai' oen troepje Boeren was gesig
naleerd.
grenzende kamer, Waar hij aan eeu verhoor
onderworpen zou worden. Vermoedende, dat
onder dezo lagere beambten der politie nie
mand hem zon herkennen, trad hij mot op
geheven hoofd' naai' binnen, terwijjl Iriji zijn
ongerustheid veahong 'achter een onvei'sohil-
lig uiterlijk.
Aan hef emdo dei- Iramor zat aan eeu ta
fel do commissaris met zijn witte sjerp om,
hot teeken van het ambt, dat hij: in naam
cte-s Konings waarnam. Do prins de Lern.o
bemerkte mot vreugde, dat hij, dien over
heidspersoon voor het eerst zag. Hiji trad
dus zeer gerustgesteld naar voren. Maar
ploteölmg begon hiji te beven en zijm, angst
keerde tcrag. Achter den commissaris zag!
lrij, in do schaduw twee personen staan,
waarvan één de hoofdinspecteur van politie,
da heer Foudi'as was. Op de tijding van dc
arrestaties in do ,11 uo de Valois, waren ze
hierheen gesneld om te zien of er ziob per
sonen van gewicht ondoi bevonden.
Bij het "binnentreden van den prins de
Lame, die w dadelijk herkend hadden, ston
den zo verwonderd op, door een kreet uiting
gevend® aan hun verbazing Op dien kreet
volgde een uiteoep van spijt en teleurstel
ling. De ambassadeur had hem geslaakt,hier
mede do verijdeling van hoop te kennen ge
vende. Als aan den grond vastgenageld, wist
hiji niet wat t© zeggen.
Foudrns brac! op hem toe:
„II, esxcefentiie 1 u?"
„Ikzelf," stamelde'd-e- ongelukkige. ..IJ ziet
van welke treurige dwaling iik het slacht
offer toen."
„Maar hoe kan d'atll Waarom heeft
uw excellentie haar naam. niet genoemd 1"
In plaats van te antwoorden op deze vra
gen, smeekte1 de ambassadeur
„Laat al dio menschen hier weggaan en
Toen kolonel D'amanb een Hein kopje 'be
klommen had, zag hij een zeventigtal man
nen, geikleed in Brilsoh uniform, die beaig
waren vee te drijven in zijn richting.
Men dacht dat dit soldaten waren, dio
deel uitmaakten van Remington's colonne,
die rechts gemarcheerd was. De fout werd
echter direct ingezien en onmiddellijfc daar-
nai kwaun een „plokjo" Boeren opzetten, linies
van hot Bribsohe lager.
De kanonnen warden direct afgevuurd en
nadat slechts tivee schoten geknald' hadden,
verlieten, de oearste Boeren hun vee en storm
den regelrecht in op de Britsche colonnes.
De vijanden openden een hevig vuur op de
kanonniers, op 200 yards afstand, en tege-
lijikerlijid bestreken in een rechte lijn 150
Boeren, dae in liet lange gras verborgen la^
gen, de Britsalio positie.
Na de eerste salvo's viel een groot 'dieol
der Engelsdien. Toch werd er dapper door
gevochten door de Britten. De vijand kon
eerst Damant's positie nemen, loen alle sol
daten op hef kopje behalve oen drietal
E-odood en sewond' waren.
O O
Niettegenstaande 'het herrigo vuur konden
de kanonnen onklaar gemaakt worden, en al
dus in do vijandelijke handen gelaten wor
den. "Van de geli-eele maclit van vijf on ne
gentig man werden vijf on zeventig gedood
en gewond, terwijl van drie officieren en
tivee en veertig man van de Yeomanry, eon
officier en veertien man gedood, en een offi
cier en zestien man gewond werden. De Boe
ren, die onder commando waren van Wes-
seös, Ross en Botha (den zoon van don com
mandant-generaal), led-en ook zware verlie
zen. Commandant Van der Merwe en dertig
man -werden igedood. Drie gedoode Boeren
werden begraven door do Engelsohem. De
overigens werd-en weggevoerd.
Do Engelschen verklaarden, dat de Boe
ren de gewonden slecht behandelden. Ieder
een, die op don grond lag en zich verroerde,
werd doodgeschoten.
Een officier van de Yeomanry vroeg ver
lof aan een B'oer, in khaifei gekleed, om wa
ter te mogein, halen voor dd gewond-ö Erngél-
solien. Tot antwoord legde do Boer zijn. Mau
ser aan op heb hoofd van don officier, dori
miste igobuitófoig.
Do Engelschon werden beroofd, en de vij
and werd alleen tegengehouden van verdere
mishandelingen door de commandanten, dio
een ijverig gebruik maakten Van hun sjam
boks.
-Do Boeren warm zeer verschrikt, toen zij
zagen, dat zij' dei buitgemaakt© kanonnen
niet konden getoiuiken.
Intnsscheu had 'kapitein Scott een kleine
troepenmacht verzameld on kwam hiermee
kolonel Damant's mannen te hulp Hij wil
de juist heb kopje bestormen, loon de vijand
dio zijn mannen hield voor Rinvngion's co
lonnes, haastig terugtrok. Deze vluchtende
maak die touwen los, die me vreeselij'k kn-el-
Lan."
Foudr.is sneed ze met behulp van een mes
door, dat als oerpus delicti op tafel lag. Ver
volgens gaf hij1 een teeken, waarop de agen
ten en zelfs de commissaris verdwenen.
„U hebt gevraagd, waarom ik mij a naam
niet genoemd lieto," zeido de prins toen.
„Dit was uit voorzichtigheid, uit vrees voor
schandaal. Als ik mijn naam aan de agenten
genoemd had, dan zon die morgen een prooi
zijn geworden voor de dagbladen.'
„Het is een feit," merkte JMlarb op met
een achterdocihtigen bhk, „dat men mot zou
begrijpen, hoe uw excellentie zich heeft kun
nen bevinden onder de militair© Bonapar-
tisten, geduchte samenzweerders
„U zult toch niet veronderstellen, hoop
ilk, dat ik deel heb genomen aan hun com
plotten i" wictrp do ambassadeur hier te-
g-emn.
,Ik veronderstel niets, prins D© eerbied,
dien ik gevoel voor Zijne Majesteit den Ko
ning dor -beide Siciliên, verbiedt me, zijn
vertegenwoordiger to verdenken. Maar de
'h-cer Foudras zal u zetgven dat niet iedereen
hetzelfde respect als ik betoont voor de ver
klaring die u geven wilt van uw tegenwoor
digheid" m dit huis, dezen nacht."
„Het publiek zal mot weten, dat ik erbij
.geweest ben."
Foudras schudde hef hoofd en zeidö:
„He-laasExcellentie, alles wordt bekend
cn tc vöel lieden hc-bben u reeds gezien
„Zij die m© gezien bobben, kennen me
niet."
„Gij! kent ze niet, maar het is wel waar
schijnlijk, dat ze weten wie gij zijt."
„Wat moeten we d'an doen?" vroeg da
■prins, meer en moer ontmoedigd.
Foudras raadpleegde met de oogen den
Boeren liepen echter juist m Rmungtoris
macht, die dadolijik heb vuur openda cn één
man doodde en vijf gevangen nam.
Rimington joeg toen den vijand over do
Walgemivior. Het blijkt, dat een groote
troepenmacht geconcentreerd lag om Tafel-
kop onder Do W-et, Nu nog zijn er vel© Boe
ren onder commando van Botha, Muintjes,
Tallyaard, Steenkamp en Backmll.
D© „N. R. Cb." schrijft:
Een dame, die te "W-issingen woont, heeft
naar men ons mededeelt van haar
broeder, die m Zuid-Afnka in do gelederen
der Engélschen daeait, een brief ontvangen,
waarin hij: het volgend© schrijft
„G-o moet niet donken, dab wij; dio in de
blokhuizen vertoeven, ter bewaking dor com-
mimicatio-middolen, het beter hebben dan
de anderen in 'b veld. Herhaalde malen ge
beurt bet, dat wij in oen geheelen dag geen
voedsel ontvangen, en wat verstrekt wordt,
is dikwijls oneetbaar. Tor fourag&ering loe
pen, zoo geregeld mogelijk, gepantserd© trei
nen. Zijn die dicht genoeg bijl de blokhuizen
genaderd, dan worden do txmoodigdh-ed'en
voor ons ©r uitgeworpen. Met lange haOcen
moeten wij dezo xnwr binnenhalen, vaak ou
der een regen van Boecenkogois, dae, op die
wijlze, m-enigecn van ons doodelijfc licbhen
getroffen."
Naar aanleiding van dezo tnededoeling,
willen wij melding maken van hetgeen" des
kundigen hier to lande, mannen die als of
ficier hot werken met-blokhuizen op Atjeih
hebben leeren kennen, van Kitchener's stol
sel deuken Zij meenen, dat die blokhuizen
in Ziud-Afrilca. oen misgreep zull-en blijken
gelijk zo dat biji ons in Indië geweest zïjin
Er -zijn toch twee giooto bezwaren aan ver-
boiiden Vooreerst zijn do troepen, dio een
maal als besetting in een blokhuis-hebban'
gelegen, in -bet open void onbruikbaar. Zij1
zijn aan do veiligheid achter hun borstwe
ring zoo gewend, dat zij zondc-r bedekking
niet meer den vijand tegemoet durven. Ten
anderen heeft het lang stil zitten in dei be
perkte ruimte van zoo'n blokhuis, met do
vrees, bij oen gedwongen buiten komen van
tijd tot tijd, van door een loerenden, vijand
beschoten te worden, een necrdniikkondeti
invloed op do bezetting. Hoe good men voor
hen zorgt, zij worden er ziek. Eu zie nu wat
dio Engelselnunn aan -zijn zuster schrijft! Op
den langen duur is het stelsel niet houdbaar.
Do Engeilsch© generaal Broadwood keert
uit Ziud'-Afifca naar huis lorrig.
De Libertó" verneemt uit Londen, dat
Keizer Wilhelm en Keizer N'icolaas in hun
Kerstmiswenschcn aan Koning Edward ge
zinspeeld hebben op den Eiud'-Afrikaanscbcu
procau-eua'. Vervolgens hernam hiji met gen
forceerdo kalmte:
„Het verstandigste zou zijn,' ecscéLientifi,
ons de waaihoid te zeggen, ons toe te ver
trouwen, waarvoor go hier gekomen zijt
Wij kunnen dan zien, welke houding wij!
hebben aan te nemen, als, ondanks al onze
voorzorgen, deze gebeurtenis publiek wordt.
Overigens behoef ik u nieb te zeggen, dat
het de plicht- van mijnheer de procureur cnl
mij is, tei onderzoeken dn hoeverre u in be
trekking staat tot de samenzweerders. "U
zelf kuilt niet weigeren aan do Frausdhe jus
titie die inlichtingen te geven, om zo zoo
doende op het spoor te helpen van andere
misdadigers."
Ofschoon dezo woorden zeer hoffelijk Hon
ken, gevoeld© de prins tooh, dat men hem
verdacht.
„Ik heb niets uit t© staan met die lieden
daar," riqi hij uit „He ken ze niet. Ik weel
zelfs niet, waarvan ze beschuldigd zijn."
„Veulodig u niet, eeccellenhe," smeekt©
Foudras „IJ behoeft u met te verdedigen."
Maar zonder op dio waarschuwing t© let
ton, ging de prins voort: „Als ik ze keilde,
als ik lien gesprokc-n had, zou ik ze dan hier
bijeengeroepen hebben? Zou ik me aan zoo
iets 'bloot gesteld hebben?"
„Men zou daartegen m kunnen brengen,
excellentie, dat u, daar u er niet in voorzien
hebt, zich tegen uw wil aan hebt moeten
blootstellen."
Het was de ernstige Bcllart, de sirengsto
overheidspersoon van Frankrijle, die dezo
opmerking maakte. D-ö prins antwoordde
toornig
„U hoort heb, mijnheer Foudras, mijn
heer de procureur verdenkt me en beschul
digt me."
CWordt vervolgd.)