M 55*"' Jaargang. Woensdag 1 en Donderdag 2 Januari 1902. No. 10741. Eerste Blad. PRINSES DE LERNE. ff ï-xMper p°st' Bericht OUDEJAARSNACHT. k F?» JE*- BUITENLAND, HI EB A Deze courant verschijnt d a g e l"y k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco Prijs per weck t Voor S c hi e d a m en V1 a a r d i ng e n 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan bet bureau bezorgd zijn. Bureau t Itotcirstraat 68. ^ssszma Prijs der Adverten tiën: Van 16 regels fl. 0.92iedere rege! meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeligeij,voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- eu Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde felesw# ad&mrSentiëm opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Mo. 133. <rm\ W Met het oog op den Nieuwjaarsdag s'Bial de „§chle«laia$clie Courant" kWoensdag 1 Januari 1903 fflXElF irivcrseliijncn. s 'Een groote, uitgestrekte vlakte, waai op bijna niets te zien is, hier een enkele boom of struik, daar een gieppel, doch over liet r&,'« algemeen kaal en dor. Alleen daar ver, ver aan den gezicht seinder, een lange rij huizen, onafzienbaar, ïfe^de meeste donker, zonder licht, zonder leven, ffv; doodsch als het graf. De meeste, niet alle sommige laten door het licht dat de ramen doorlaten, zien, dat er leven is. Twee dezer W gebouwen trekken vooiai de aandacht, naast 'elkaar staan ze, 't een bel verlicht, 'tander donkerder. Wat een geraas, wat een vroo- lijkheid, een gekrioel in dat eene, hoe blijde, 1st hoe levendig en levenslustig is liet daar, alles noodigt, ais het ware, tot binnentreden uit ËK Ly - It** ',.k •M', doch wij worden niet toegelaten, alles is -®r" afgesloten, de bewoners willen alleen blijven, nog geen vreemdelingen zien. te. Maar daarnaast is ook nog een verlicht huis, ai is het niet zoo hel, daar zullen wij rifiisschien na onzen tocht over de uitge strekte, wijde vlakte onder storm en regen kunnen lusten van de vermoeienissen. Welk jti®fe/een verschil echter met het naaslbijzijnd huis, .waar wij niet mochten komen, hoe kalmis Jy- het hier, niet het drukke feestgewoel, de JÏ', kalmte komt ons tegemoet, de ernst schijnt hier zijn woonplaats gekozen te hebben, - Een schildwacht staat voor de deur, reeds oud, niet meer in staat om de hem opge legde plichten waar te nemen, binnendrin- 'gors den toegang te beletten. Oud en afge- zijn kleeding, roestig zijn geweer, li igzaam zijn slap, dof zijn oog. <pgp,ft(ef inktende knieën sleept hij zich met m«rt «t - vm> t, 't leven schijnt hem zwaar en u, ciijt', d od hem een uitkomrt. fee., 1 s uji't huis, dat wij binnentreden, met "'.js.vnic, Je kamers. Van buiten gezien leek ""hel jt' 11 iei rei', onaanzienlijker,doch binnen- heeft het veei van een doolhof. Overal irs, maar alle onbewoond. Doch r au hu rtM wij daar aan het einde van de 6..j.0 niet een menschelijke stem? Ja, daar is nog iemand, oud en sder dagen ?at." Wat •ft' mompelt hij voor zich heen? 't Is bijna on verstaanbaar, maar toch enkele woorden zijn op te vangen »Alleen oveigebieven zoo 61 dragen m tra i~ velen allen heengegaan dadelijk ook weg"... Waarheen? oude man," »Naar hei onbekende, daarheen, vanwaar niemand ooit wederkeert. Ook ik moet weg als al mijn broeders, die nu tot het verleden behooren." Hij maakt zich gereed om heen te gaan, naar buiten, naar de eindelooze vlakte. Nog even hem iets gevraagd. Hoe was uw leven?" »Mijn leven was niet lang, slechts 3G5 dagen, doch vee! heb ik gezien, medegemaakt. Ik heb geweend in droefheid, ben blijde geweest in voorspoed. Ik heb mij verheugd in eene jonge bloeiende Maagd, die Haar hand en hait schonk aan een Herlog, ik heb medcgejubeld met het volk, dat niet moede werd liaar toe te juichen, doch ik heb met iluar ge weend in de dagen van teleurgestelde moe dervreugde. sik heb tranen gestort bij het zien van den vreeselijken strijd, die daar in het Zniden gevoeid wordt, waarin zoovele helden voor het hooge ideaal van vrijheid en onafhanke lijkheid gevalien zyn, ik heb tranen gestort bij het zien der ongelukkige vrouwen en kinderen stei vende in de concentratie-kam pen eenige dagen geleden nog, met het Kerstfeest, zag ik de jonge Boerenkinderen hun schoenen, neen die hadden zij met, maar iets dat daaiop leek dan toch, buiten de tent zetten toen zij naar binnen gegaan waren, zag ik, die nooit slaap, Engelen nederdalen, Kerstgeschenken breugende aan de aime kleinen. ICunt gij raden wat het waren Neen Nu, het warendoodkistjes, hut grootste geschenk bij dat lyden. »Doch niet langer heb ik tjjd, het uur van scheiden nadert." En de gang door gaande met hem, hooren wij het feestge woel in het aangrenzende huis, nog drukker dan zooeven. De bewoners schijnen tot dol heid en razernij gekomen te zijneen gesla van deuten, 't is of allen naar buiten willen komen, doch daar treedt een schildwacht voor de deur met nieuwe schitterende wapen rusting, blank geweer, veeikrachtigen tred, opgewekt, De oude van daar straks ziet hem en gaat naar hern toe. »Gij komt dus mijn plaats innemen Weet gij wat gij doen moet, zijt gij u de taak die op u gelegd is bewust? Zij is zwaai, ik heb het ondervonden, niet makkelijk is zij te vervuilen. Gij zijt de wachter van een nieuw jaar, u de veiplichting te zoigen, dat alles goed gaat, dat er geen verwaï nng ontstaat in de dagp", .lat ieder zijn plicht doet, dat alles tot een goed einde komt Het wacht woord, dat door alle eeuwen heen klinkt, moet ik u overgeven, moge het u aanspoien tot nauwgezette plichtsbetrachting, tot strijd tegen het kwade. Neem dan als mijn laatsten groet het wachtwoord overExcelsior". p, Verhaal uit don tijd van de Restauiatie, DOOR ERNEST DAiTTDET. 44) „Geen enkele, dat is zeker,"' vervolgde do man, verzekerd van de toestemming van Ziijh (kameraad'. Vervolgens, alsof bijl zijn par tij1 opnam „Omgelhiikfcig komt u to laat. Toen we m arresteorden, had u ons dit moeten voor slaan. Nu kunnen ivo niets meer doen. Men zal u dadblijfc ondervragen."' De prins antwoordde: „Ik zal weigeren te antwoorden." ..Dan hebben wo bevel u naar do gevan genis t© brengen." „Webui, terwijl gij me daaiheen brengt, kondt ge me laten ontsnappen." „Het is gevaarlijk spel," kwam de andere agent bussolienbeide, „en dan nog moet do belooning de moeite Waard zijin." „Go kunt krijgen wat ge bobben wilt. Stel zelf den prijs'vast." „Twintig duizend' pond voor ©lfc." „Hot is viecl geld, maar aid zal bet u ge ven," verklaarde' do prins. „Beloven is nog geen geven," merkte een van de agenten op. „De kan u handgeld gewen." Hij; ko-n hot werkelijk, daar bij oen groote som gelds bij' zich bad gestoken, met bet oog op zijn reis, „Maak mijn banden los," zeido hij, „dan zal i!k betalen." Men gehoorzaamde. Vervolgens nam bij een portefeuille, gevuld met bankpapier uit don zak, nam er twee biljetten uit en gaf er elk dor agenten een, er 'bi jrvoegen de: „Als ge me de sleutels van de tuindeur geeft, zult go do rest krijgen, zonder uitstel, daar ik bet geld ibij mij heb." Do biljetten verdwenen in de zakken van do agenten, die plotseling ouvermuiwbaar worden Als Mji op dit critaoke oogenblifc m bet bezit was gewest van zijn gewone koel bloedigheid1, dan zon bijl misschien getroffen zijji door d-ci sombere en hebzuchtig© uit- diuikking van bun galgentronie, toen liij) rijn portefeuille wcei' an den zak. stad. Maar een cu al vreugde, zijn vlucht verzekerd te Jicb- ben, zag hij den glans van bun oo-gen niet, noch liet teckcn, dat ze elkaar gaven, be merkende, dat deze rijkaard zich geiiec-1 aan ben overgaf. Overigens gaven zo hem goe den raad., „IJ kunt op ons rekenen, mijnbeer, en 't zal aan ons niet liggen, als u soms m uw vlucht verbinderd wordt. Wat u aangaat, zeg ruet teveel, wanneer do commissaris van politie n ondervraagt. Zeg litem, dat u htm mets te zeggen bobt, en dat u slechts wilt spreken -in tcgenwoordigboidl van dm pro cureur van den Koning. Hij zal dan een be vel tot inhechtenisneming teekenten. nu ons er meid© belasten, dit uit te voeren. De rest komt vanzelf." „Ge zijt 'bravo lieden," n-ietp de prins ver heugd, vol vertrouwen. Maar hij moesn zich opnieuw de banden laten binden. In zij|ti eigen Wang zelfs; dat was nood'ig. dffiji schikte ziab in de bewer king, die zo met zachtheid en eerbied vol voerden. Nauivalijilds waren zo,enmde Maar, of do detu' ging open «n er verscheen een nieunve persoonHij .gaf dmf^genten een teeken t-u dezen Ibraditen dén gevbnisteno in da aan- Ja Excelsior" zóó zij ook ons wachtwoord. Hooger in het goede, hooger in de bestrijding van het lage. »Excelcior voor allen, sExcel sior" voor ieder onzer in de levenstaak die hem wacht ALGKMEEM ©VERÏICHT. SCHIEDAM, 31 Dec. 1991. Xnld-Afrl ka. Hot departement van oorlog heeft eon (aanvullingslijst van do verliezen t© Twee- fontein openbaar gemaakt. Er zijn vijftig man gewond. Biji do gesneuvelden moot er nog één gevoegd' wonden, en vier man zijn aan hun wonden feczwdkeu. Da Biitsobo verliezenlijst 'in dei bladaa van Maandag geeft do namens van 6 officie ren en 48 man, die biji den aanval van Do W-et op het kamp bij Tweefontoin zijn ge sneuveld, van 9 officieren dio gewond zijn en 4 dio vermist worden. Onder dé gesneu velden zijn de bevelhebber der colonne, ma joor Williams, een kapitein en vier luite nants, een tweede kapitein is levensgevaar lijk gewond, terwijl majoor Haag, een kapi tein, 4 luitenants en een dokter zwaar ge wond zijn. Vorder Zijii er aanvnllingsverliezon van 'b gevocht van kolonel Paiikfs colonne ten noor den van Pretoria op 19 Dcc, Majoor Hud son, 'die zwaar gewond was, is inmiddels be zweken en boven de reeds vermeld© zijn nog 4 officieren gewond^ zes man gesneuveld en 16 -gewond. Bijl Wibpoort zij|n op 13 Decem ber nog zevetn man gewond en elders in het geheel een man gesneuveld, een officier en vijjf man gewond, zestien man aan ziekte be zweken. „Cc-aitral News" geeft do volgend© lezing van liet gcvodit bij Tafelkop, waar do strijd geleverd werd tusschen Damant en Herman B-o thai. Do colonnes onder kolonel Damanb en' kolonel Iiimington vöi-lioten Franlcfort op den 19en D'eoember en hepen in do lichting van Vrede. Dezo maobb trok den heelen nacht voort onder een 'liovigen dondorstorm. Drio soldaten werden door den bldcsem ge troffen en godood. Dicht 'in do buurt van Tafalkop viel Da- mant een kleine Boeienmacht aan, doodde één man, *m nam commandant Cytar gevan gen. Togen het aanbreken van den dag wer den de transportwagens gelagerd en een klcane macht achtergelaten tor bescherming. Damanb trok verder met twee kanonnen van de 29a batterijl, één pom-pom en vijfen negentig man. Deze klcino macht weck. links af, omdat d aai' oen troepje Boeren was gesig naleerd. grenzende kamer, Waar hij aan eeu verhoor onderworpen zou worden. Vermoedende, dat onder dezo lagere beambten der politie nie mand hem zon herkennen, trad hij mot op geheven hoofd' naai' binnen, terwijjl Iriji zijn ongerustheid veahong 'achter een onvei'sohil- lig uiterlijk. Aan hef emdo dei- Iramor zat aan eeu ta fel do commissaris met zijn witte sjerp om, hot teeken van het ambt, dat hij: in naam cte-s Konings waarnam. Do prins de Lern.o bemerkte mot vreugde, dat hij, dien over heidspersoon voor het eerst zag. Hiji trad dus zeer gerustgesteld naar voren. Maar ploteölmg begon hiji te beven en zijm, angst keerde tcrag. Achter den commissaris zag! lrij, in do schaduw twee personen staan, waarvan één de hoofdinspecteur van politie, da heer Foudi'as was. Op de tijding van dc arrestaties in do ,11 uo de Valois, waren ze hierheen gesneld om te zien of er ziob per sonen van gewicht ondoi bevonden. Bij het "binnentreden van den prins de Lame, die w dadelijk herkend hadden, ston den zo verwonderd op, door een kreet uiting gevend® aan hun verbazing Op dien kreet volgde een uiteoep van spijt en teleurstel ling. De ambassadeur had hem geslaakt,hier mede do verijdeling van hoop te kennen ge vende. Als aan den grond vastgenageld, wist hiji niet wat t© zeggen. Foudrns brac! op hem toe: „II, esxcefentiie 1 u?" „Ikzelf," stamelde'd-e- ongelukkige. ..IJ ziet van welke treurige dwaling iik het slacht offer toen." „Maar hoe kan d'atll Waarom heeft uw excellentie haar naam. niet genoemd 1" In plaats van te antwoorden op deze vra gen, smeekte1 de ambassadeur „Laat al dio menschen hier weggaan en Toen kolonel D'amanb een Hein kopje 'be klommen had, zag hij een zeventigtal man nen, geikleed in Brilsoh uniform, die beaig waren vee te drijven in zijn richting. Men dacht dat dit soldaten waren, dio deel uitmaakten van Remington's colonne, die rechts gemarcheerd was. De fout werd echter direct ingezien en onmiddellijfc daar- nai kwaun een „plokjo" Boeren opzetten, linies van hot Bribsohe lager. De kanonnen warden direct afgevuurd en nadat slechts tivee schoten geknald' hadden, verlieten, de oearste Boeren hun vee en storm den regelrecht in op de Britsche colonnes. De vijanden openden een hevig vuur op de kanonniers, op 200 yards afstand, en tege- lijikerlijid bestreken in een rechte lijn 150 Boeren, dae in liet lange gras verborgen la^ gen, de Britsalio positie. Na de eerste salvo's viel een groot 'dieol der Engelsdien. Toch werd er dapper door gevochten door de Britten. De vijand kon eerst Damant's positie nemen, loen alle sol daten op hef kopje behalve oen drietal E-odood en sewond' waren. O O Niettegenstaande 'het herrigo vuur konden de kanonnen onklaar gemaakt worden, en al dus in do vijandelijke handen gelaten wor den. "Van de geli-eele maclit van vijf on ne gentig man werden vijf on zeventig gedood en gewond, terwijl van drie officieren en tivee en veertig man van de Yeomanry, eon officier en veertien man gedood, en een offi cier en zestien man gewond werden. De Boe ren, die onder commando waren van Wes- seös, Ross en Botha (den zoon van don com mandant-generaal), led-en ook zware verlie zen. Commandant Van der Merwe en dertig man -werden igedood. Drie gedoode Boeren werden begraven door do Engelsohem. De overigens werd-en weggevoerd. Do Engelschen verklaarden, dat de Boe ren de gewonden slecht behandelden. Ieder een, die op don grond lag en zich verroerde, werd doodgeschoten. Een officier van de Yeomanry vroeg ver lof aan een B'oer, in khaifei gekleed, om wa ter te mogein, halen voor dd gewond-ö Erngél- solien. Tot antwoord legde do Boer zijn. Mau ser aan op heb hoofd van don officier, dori miste igobuitófoig. Do Engelschon werden beroofd, en de vij and werd alleen tegengehouden van verdere mishandelingen door de commandanten, dio een ijverig gebruik maakten Van hun sjam boks. -Do Boeren warm zeer verschrikt, toen zij zagen, dat zij' dei buitgemaakt© kanonnen niet konden getoiuiken. Intnsscheu had 'kapitein Scott een kleine troepenmacht verzameld on kwam hiermee kolonel Damant's mannen te hulp Hij wil de juist heb kopje bestormen, loon de vijand dio zijn mannen hield voor Rinvngion's co lonnes, haastig terugtrok. Deze vluchtende maak die touwen los, die me vreeselij'k kn-el- Lan." Foudr.is sneed ze met behulp van een mes door, dat als oerpus delicti op tafel lag. Ver volgens gaf hij1 een teeken, waarop de agen ten en zelfs de commissaris verdwenen. „U hebt gevraagd, waarom ik mij a naam niet genoemd lieto," zeido de prins toen. „Dit was uit voorzichtigheid, uit vrees voor schandaal. Als ik mijn naam aan de agenten genoemd had, dan zon die morgen een prooi zijn geworden voor de dagbladen.' „Het is een feit," merkte JMlarb op met een achterdocihtigen bhk, „dat men mot zou begrijpen, hoe uw excellentie zich heeft kun nen bevinden onder de militair© Bonapar- tisten, geduchte samenzweerders „U zult toch niet veronderstellen, hoop ilk, dat ik deel heb genomen aan hun com plotten i" wictrp do ambassadeur hier te- g-emn. ,Ik veronderstel niets, prins D© eerbied, dien ik gevoel voor Zijne Majesteit den Ko ning dor -beide Siciliên, verbiedt me, zijn vertegenwoordiger to verdenken. Maar de 'h-cer Foudras zal u zetgven dat niet iedereen hetzelfde respect als ik betoont voor de ver klaring die u geven wilt van uw tegenwoor digheid" m dit huis, dezen nacht." „Het publiek zal mot weten, dat ik erbij .geweest ben." Foudras schudde hef hoofd en zeidö: „He-laasExcellentie, alles wordt bekend cn tc vöel lieden hc-bben u reeds gezien „Zij die m© gezien bobben, kennen me niet." „Gij! kent ze niet, maar het is wel waar schijnlijk, dat ze weten wie gij zijt." „Wat moeten we d'an doen?" vroeg da ■prins, meer en moer ontmoedigd. Foudras raadpleegde met de oogen den Boeren liepen echter juist m Rmungtoris macht, die dadolijik heb vuur openda cn één man doodde en vijf gevangen nam. Rimington joeg toen den vijand over do Walgemivior. Het blijkt, dat een groote troepenmacht geconcentreerd lag om Tafel- kop onder Do W-et, Nu nog zijn er vel© Boe ren onder commando van Botha, Muintjes, Tallyaard, Steenkamp en Backmll. D© „N. R. Cb." schrijft: Een dame, die te "W-issingen woont, heeft naar men ons mededeelt van haar broeder, die m Zuid-Afnka in do gelederen der Engélschen daeait, een brief ontvangen, waarin hij: het volgend© schrijft „G-o moet niet donken, dab wij; dio in de blokhuizen vertoeven, ter bewaking dor com- mimicatio-middolen, het beter hebben dan de anderen in 'b veld. Herhaalde malen ge beurt bet, dat wij in oen geheelen dag geen voedsel ontvangen, en wat verstrekt wordt, is dikwijls oneetbaar. Tor fourag&ering loe pen, zoo geregeld mogelijk, gepantserd© trei nen. Zijn die dicht genoeg bijl de blokhuizen genaderd, dan worden do txmoodigdh-ed'en voor ons ©r uitgeworpen. Met lange haOcen moeten wij dezo xnwr binnenhalen, vaak ou der een regen van Boecenkogois, dae, op die wijlze, m-enigecn van ons doodelijfc licbhen getroffen." Naar aanleiding van dezo tnededoeling, willen wij melding maken van hetgeen" des kundigen hier to lande, mannen die als of ficier hot werken met-blokhuizen op Atjeih hebben leeren kennen, van Kitchener's stol sel deuken Zij meenen, dat die blokhuizen in Ziud-Afrilca. oen misgreep zull-en blijken gelijk zo dat biji ons in Indië geweest zïjin Er -zijn toch twee giooto bezwaren aan ver- boiiden Vooreerst zijn do troepen, dio een maal als besetting in een blokhuis-hebban' gelegen, in -bet open void onbruikbaar. Zij1 zijn aan do veiligheid achter hun borstwe ring zoo gewend, dat zij zondc-r bedekking niet meer den vijand tegemoet durven. Ten anderen heeft het lang stil zitten in dei be perkte ruimte van zoo'n blokhuis, met do vrees, bij oen gedwongen buiten komen van tijd tot tijd, van door een loerenden, vijand beschoten te worden, een necrdniikkondeti invloed op do bezetting. Hoe good men voor hen zorgt, zij worden er ziek. Eu zie nu wat dio Engelselnunn aan -zijn zuster schrijft! Op den langen duur is het stelsel niet houdbaar. Do Engeilsch© generaal Broadwood keert uit Ziud'-Afifca naar huis lorrig. De Libertó" verneemt uit Londen, dat Keizer Wilhelm en Keizer N'icolaas in hun Kerstmiswenschcn aan Koning Edward ge zinspeeld hebben op den Eiud'-Afrikaanscbcu procau-eua'. Vervolgens hernam hiji met gen forceerdo kalmte: „Het verstandigste zou zijn,' ecscéLientifi, ons de waaihoid te zeggen, ons toe te ver trouwen, waarvoor go hier gekomen zijt Wij kunnen dan zien, welke houding wij! hebben aan te nemen, als, ondanks al onze voorzorgen, deze gebeurtenis publiek wordt. Overigens behoef ik u nieb te zeggen, dat het de plicht- van mijnheer de procureur cnl mij is, tei onderzoeken dn hoeverre u in be trekking staat tot de samenzweerders. "U zelf kuilt niet weigeren aan do Frausdhe jus titie die inlichtingen te geven, om zo zoo doende op het spoor te helpen van andere misdadigers." Ofschoon dezo woorden zeer hoffelijk Hon ken, gevoeld© de prins tooh, dat men hem verdacht. „Ik heb niets uit t© staan met die lieden daar," riqi hij uit „He ken ze niet. Ik weel zelfs niet, waarvan ze beschuldigd zijn." „Veulodig u niet, eeccellenhe," smeekt© Foudras „IJ behoeft u met te verdedigen." Maar zonder op dio waarschuwing t© let ton, ging de prins voort: „Als ik ze keilde, als ik lien gesprokc-n had, zou ik ze dan hier bijeengeroepen hebben? Zou ik me aan zoo iets 'bloot gesteld hebben?" „Men zou daartegen m kunnen brengen, excellentie, dat u, daar u er niet in voorzien hebt, zich tegen uw wil aan hebt moeten blootstellen." Het was de ernstige Bcllart, de sirengsto overheidspersoon van Frankrijle, die dezo opmerking maakte. D-ö prins antwoordde toornig „U hoort heb, mijnheer Foudras, mijn heer de procureur verdenkt me en beschul digt me." CWordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1