l i Iet prnl De f et ie ie KaajIoMe 55"* Jaargang. Woensdag 15 Januari 1902. No. 10752. ïde De terugkeer van een doode. c 4ej| za, illg- doen toe- 5, a's BUITENLAND. ar V' OHIEDAM ]}eze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. O.Z 1 Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en "VI aardingen fl, 1.25. Franco J per post fl. 1.65. 1 Prijs per week"Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. ZZ~~ Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Botcrstra#< 68. Prijs der Advertentiën: Fan 16 regels fl. 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar dc plaat,- die zip innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier van z^jn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- tu Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kieiio# ra opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Snterc. ®eJefoo«a W®, B25S. i HO- jy AAÖ. itl. .1. EK, oog hoek IX. 20 April. Wij zijn nu dicht bij Brandvlei, een dorp van 150 inwoners, gelegen aan de Zackrivier die naar het N. in de richting van Kenhardt stroomt. Een veikennmgstocht leert ons, dat het dorp door pl. m. 60 man bezet is. Engelsehen of Boeren Maritz wil alleen vooruitgaan om zekerheid te verkrijgen. Groote beweging onder hen die liet dorp bezetten, wie het dan ook zijn. Zij hebben ons bemerkt, stijgen te paard en naderen in slagorde. Plotseling rent Maritz op hen af. Hij heeft Boeren herkend. Wij volgen hem onder luide hoera's, beantwoord door de 60 ruiters, die ons triomphantelfjk door de straten van het dorp leiden, 't Zijn Hollandsclse Boeien uit de omstreken, in opstand gebracht door de wreedheden der Engelschen en die, de wapenen opgenomen hebbende, een soort voorhoede vormen van de groep opstande lingen, die wij moeten leiden. Eenige dagen tevoren hebben zij gedebuteerd door de Engelschen uit Brandvlei te jagen. Toen eenige maanden geleden de Trans- vaalsche Boeren voor het eerst die streken doortrokken, weigerden die zelfde Boeren de wapenen op te nemen. Maar in dien tusschen- tijd zijn de Engelsche troepen verschenen en daar zij in het geheel geen rekening hielden met de onzijdigheid, door de Boeren in acht genomen, hebben zij alles opgeëischt, zonder iets te betalen, paarden, vee, koren enz., en zij hadden hen genoodzaakt hun jachtgeweren iu te leveren om daarmede tegen ons en hen zelf Kaffers te bewapenen. Tengevolge van dat optreden zijn de Boeren nu sinds een maand in opstand. In den be ginne durfden slechts zes de Engelsche autoriteiten braveeren. Zij hebben alle over gebleven paarden opgeëischt en zijn nu met hun 60 alleen iri de omstreken van Brand vlei en dezen hebben De Wet verzocht hun leiders te zenden eu ook voor degenen, die Noordelijker van plan waren op te staan, wetende, dat onder een Transvaalsch leider hun stiijd niet meer de beteekenis van een voorbjjgaandon opstand alleen zal hebben, maar van een worsteling beslissend voor hun onafhankelijkheid evenals voor de onze. Maritz zal dadelijk gelegenheid hebben hun een lesje te geven. Nauwelijks zijn wij hier een uur of een schildwacht meldt de tegen woordigheid van een Engelsche patrouille in een nabyzijnde hoeve. Bij die enkele woor dennde khaki's" vliegen de opstandelingen op ten aanval. Maar Maritz werkt slechts zelden met het gros zijner troepen. Hij kiest maar 10 man om do Engelschen te bestry- den, tet'wyl de anderen tegen hun zin af- 1 zadelen. f Ik heb last om achter te blijven ten einde zoo noodig de versteikingen te leiden. In een 1 wolk van stof verdwijnt Maritz. Ieder van t ons zoekt een verhevenheid, vanwaar hij de Uit hot Dtoitsoh, VAN GAiBRIEiLLE REUTER. bijzonderheden van den stiijd kan volgen. Ik vooi mij klim op een molen vanwaar men makkelijk het kopje, door de vijandelijke pa trouille bezet, kan waarnemen. De Engelschen tellen ongeveer 15 man. Ik onderscheid zeer goed Maritz met z'y'n 10 volgelingen, die rondom de »khakis" positie nemen. Daar klinkt een schot, weer een, nog een. De rook belet ons de détails van den strijd te zien; maar ongetwijfeld moet Maritz hen bestormen, want de Engelsche patroudle bezet een moeilyk voor de onzen te bereiken kopje. Wat gebeurt er? Daar komt een ruiter ventre h terre ia onze richting. Van mijn observatiepost afgedaald sta ik tegen over den zoo haastigen ruiter: 'tis de jonge adjudant Joubert. Ilij meldt de overwinning der onzen. Alle skhaki's" zijn genomen. Maar helaas I Maritz is gewond. Ernstig »Ja, vrij ernstig." Mijn hart klopt. Het paard gezadeld en weg in vliegende galop na bevel gegeven te hebben een rijtuig aan te spannen om onzen geliefden commandant te vervoeren. Naar do hoeve waarheen Maritz overge bracht was, snellende, was ik wanhopig bij het denkbeeld onzen commandant in een ernstigen toestand te vinden, maar ik werd spoedig gerustgesteld. De vijand telde, naar het schijnt, 14 man en bezette een prachtige plaats op een kopje, dat den omtrek bestreek. Van uit de om ringende vlakte was het niet mogelijk het te bereiken zonder zich aan een moorddadig vuur bloot te stellen. Maar Maritz had niet geaarzeld. Aan het hoofd van zijn mannen was hij in vliegende vaart naar het kopje gestormd, aan welks voet een dekking ge vonden moest worden, en die charge was zoo snel uitgevoerd, dat geen der onzen getroffen was. Maar toen Maritz van zijn paard gesprongen was om te voet !ot den aanval over te gaan, was hij dadelijk door een kogel getroffen, die bij den schouder ingegaan vlak bij den rugge- graat er weer uitgekomen was. De schok was zoo hevig dat hij omviel. Hugo snelde naar hem toe maar door een bovenmenschelijke inspanning had Maritz zichzelf reeds opge richt en woedend als een gewonde leeuw was hij opnieuw aan het stormen gegaan en had h'y door al de zijnen gevolgd met eigen hand een vijand gedood en den bevelvoerenden luitenant gewond, terwijl zijn makkers het restje gevangen maakten. Toen eerst liet Ma ritz zich naar de naaste hoeve brenger., waar Steuerwald hem hielp, die van meening was dat de wond geen ernstige gevolgen zou hebben gegeven de vei wondei lijke kracht van den gewonde en zjjo moed voor het lijden. Toen Maritz verbonden was, begeeft Steuer wald, die volgens zijn gewoonte weer een paar philosophische gezegden iu het Latijn debiteerde, zich met my naar de plaats van het gevecht. Wij vinden er luitenant Titmarsh, dien ik herken als vroeger door ons in Trans vaal by Klip-rivier reeds gevangen genomen. Hij lijdt zeer aan de wonde, hem door Maritz toegebracht en herkent ons niet. Een sergeant was minder ernstig gewond. De vyand had twee dooden, waaronder een zekeren Sprigg, neef van Sir James Gordon Sprigg, eerste- minister der Kaapkolonie. Wij leggen dooden en gewonden in een rijtuig, dat wij naar Brandvlei leiden, onze gevangenen volgen, en de stoet gaat zóó langzaam voort (want men mag gewonden niet stooten), dat wij eerst des avonds 9 uur in Brandvlei komen, waar Steuerwald de ge wonden, die gelegd zijn op bedden door de inwoners ter beschikking gesteldmet" even groote toewijding verzorgt alsof het de onzen waren. Maritz is reeds op den been, den arm in een doek, en komt naar luitenant Titmarsh kijken, die ons nu herkent en genoeg kracht heeft om te spreken Wanneer ik een oogen- blik vermoed bad, dat ik te doen zou hebben met die dappere mannen van Theron, dan zou ik zeer zeker op de vlucht geslagen zijn, om aanzienlijke versterkingen te halen." De verbazing van Titmarsh werd riog grooter, als hij verneemt, dat Maiitz slechts met 10 man het kopje bestormd heeft, allen recruten, behalve Hugo en Joubert. Ik rol voor onzen onmachtigen gevangene een sigaret, terwijl wij voor hem een ambulance laten komen, die hem zal terugbrengen naar de Engelsche liniën en terwijl de niet-gewonde gevangenen den neef van Sir J, Gordon Sprigg en den anderen gesneuvelde in de stilte van den avond begraven. A1.GJE9SEKIS «VEKZICia-r. SCHIEDAM, 14 Jan. 1902. Stild.Afrika. Kitchener seint d.d. 13 Jan. uit Johannes burg, dat kolonel Wing een brief van Ben Viljoen heeft onderschept, waai uit blijkt, dat generaal Opperman gedood is in een gevecht bij Onverwacht met Plumer. J. D. Opperman was een welbekend en beiangiijk Boerenlei der, die bet opperbevel voerde over verschei dene commando's. Betaald door dr. Leyds. Volmondige bekentenis van een Nederlandse h blad. Amsterdam, Zondag 12 Januari. Een zeer ernstige bekentenis, een bekentenis die een schok moet geven aan de pro-Boeren in Engeland en op het vasteland, is door een Rotterdamsch blad afgelegd. Herhaaldelijk is verzekerd dat dr. Leyds aan het hoofd staat van de beweging op het vasteland van Europa, die ten doel heeft, lastertaal tegen Engeland rond te strooien. Dr. Leyds is de voornaamste aanstichter van de leugens die in de Europeesche pers ge staan hebben, met betrekking tot Britsche wreedheden. Een blad, en een Nederlandsch blad, de nNieuwe Rotterdamsche Courant", denkt nu dat de tijd gekomen is om zich te herinneren t: 7) En. do vrouw, wier leven alleen plicht en - ontbering geweest was, stond bij het vuur overlegde hoe zo hot zou aanleggen, dit armzalige overschot van oen mensch heime lijk en zeker uit don weg to ruimen Zou het een misdaad zijn? dacht ze. Zou het werkelijk moord te noemen zijn? Zou de rechter zelf do beangstigde moeder niet vrijsproken? O de wet de wet wist ze dan niet, hoe onmenschelijk deze was? Zulk© dingen beraamt men men voert ze nooit uit, ging het haar door de gedach te, gerusts tellend en tegelijk pijnigend, daar ze don moed niet bezat, zich zelf en haar kind te bevrijden. In deze dagen ontving mevrouw Dorrit een brief; het handschrift had zo in veloja ren niet gezien. Hoe zenuwachtig overspan nen moest ze zijn, zeide ze bij zich zelf, daar zo er van duizeldo en den brief vóór zich op do tafd legde, terwijl zo met vochtige oogen in de verte bleef staren. Eindelijk opende zo hem en las. Rudolf Ratgen schreef, dat bij met vrouw eu kin deren op een doorreis door do plaats kwam, waar zij woonde en hij gaarne een dag rust zou willen nemen, om de oude vriendin te bezoeken. Ook zijn vrouw zou gaarnes eens kennis maken en bij zou bet zoo aardig vin den, haar zijn zonen voor te stellen. Mevrouw Dorrit vertrok den mond tot een 'bitter lachje cn schreefnatuurlijk zou ze eeu wederzien met de meeste vreugde te gemoet zien. Ze zaten in het prieel in den voortuin, waaromheen zich een rozenstruik met gele, sterk geurende knoppen slingerde. Mevrouw Dorrit onthaalde do stijve, kleine jongens van haar vriend op chocolade en koek, cn men sprak erover, dat zij veel op zijn vrouw geleek, niet om den mond, maar in de oogen en ook in haar bewegingen. Zij vond liet zelf ook, en. het deed haar pijn, terwijl Ru- dolf er met een innerlijke bovrediging tel kens weer op terug kwam. Later vlogen de jongens over liet gras veld on do bloembedden vlinders achterna. Helge werd er medo belast, met de kinde ren to spelen, maar ze weerde dit af en fluisterde: „Moeder, laat me stil zitten, ik ben zoo moe." En moe zag ze eruit. Mevrouw Dorrit zag het wel, hoe Ratgen's blik vol deelneming op het ernstige, smalle gezichtje met de melancholieke oogen rustte, en hoe hij in nadenken verzonk. Wat men in tegeiiwoardiglioid van dc kinderen vermeden had, werd nu aange roerd Dorrits tegenwoordigheid in huis. Mevrouw Dorrit vertelde van Helge's lief devolle zorgen voor haar vader en Ratgen merkte op, wat eon heerlijk gevoel liet voor haar zijn moest, zijn ouden dag nog te kun neu vervroolijken. Ook eeu paar woorden over de wonderbaarlijke genezing en boe roerend bet was, dat hij steeds maar wenscli- te bij de zijnen te zijn hoe men daaruit zag, dat de liefde voor haar toch in bet diepst van zijn ziel ongerept gebleven was Helge was voortdurend ernstig. Droome- trig zeide ze„Ik zou zóó niet graag boter dat er zoo iets als journalistieke eerlijkheid bestaat, en liet legt de volgende opzienbarende verklaring af Ais wij verbalen opgenomen hebben over gewonde en gevangen Boeren die te Elands- Inagte werden vermoord, dan is dat geschied op aanstichting van den Transvaalschen ge zant, en uit zijn beurs zijn wij betaald. (When we published accounts of Boer wounded and prisoners being killed at Elandslaagte, it was at the instigation of the Transvaal Ambas sador, and from his purse we wei e paid). Tot zoover de correspondent van de ïDaily Express", aan welk blad dit merkwaardige bericht met hoofdje en al is ontleend. Wij schreven (»N. R. C." van 11 dezer): d De Biussolsche con-esp. van deStnndard heeft ontdekt van wien al de gemeene leugens komen, die er m de Europeesche pers over het gedrag van de Engelsche soldaten ver schijnen, met name die van dr. Vallentin. Het is dr. Leyds. Maar is dat een ontdekking Dat wist men immers al lang. Als wij zelf aan die leugens meegedaan hebben, b. v. toen wij beweerden, dat te Elandslaagte gewonden en gevangenen door de Engelschen afgemaakt zyn, deden wij dat op aansporen en ten ge noegen van den Transvaalschen gezant, en uit zijn onuitputteiijken geldzak zijn wij ei- natuurlijk flink voor betaald." Is het is niet om te gieren 1 Dat de correspondent van de »Daily Ex press" hij behoort tot de kliek waar wij vanmiddag over schreven zóó stroeve hersenen heeft, dat de meest voor de hand liggende ironie niet tot hem doordringt, laten wij daar. De man kent, wij willen dat voor zijn eerlijkheid aannemen, niet voldoende Hollandsch om goed te vertalen wat er stond; had hij dkt gedaan, dan zouden zijn chefs te Londen toch wel lont geroken hebben. Maar dat de redactie van de aDaiiy Ex press" er zoo moest inloopen Verwonderlijk is dat eigenlijk niet, want waar bladen van deze soort bij hun lezers ondeistellen dat zij alles, iijp en groen, maar slikken wat hun wordt voorgezet, moeten zij de eenvoudigste bedachtzaamheid tegenover hun nieuwtjesaanbrengeis sedert lang ver leerd zijn. (»N.R, Ct.") Zaterdagavond is jhr. Sandberg audeimaal voor een overvolle zaal te Parijs opgetreden en zijn succes als Boeren-redeuaar was niet minder groot dan bij voorafgaande gelegen heden, Er werden weer koren gezongen en Mounet-Sully en mevrouw Segond-Weber ver leenden opnieuw hun medewei king door toe passelijke verzen voor te dragen. Cecil Rhodes gaat in Februari naarZuid- Afrika terug. Hij begeeft zich linea recta naai Rhodesia. Naar aanleiding van de laatste redeneei ing van sir Michaö) IIicks-Bench, kanselier van de schatkist, waarin hij aankondigde, dat men weldra verplicht zou zijn nieuwe offers aan het Engelsche volk te viagen om de uitgaven van den Zuid-Afrikaanscben oorlog te kunnen bestrijden, heeft een Engelt-ch statisticus Robert Giffen, die bekend is als een der hoofden der reactionnaire partij en een geestdriftig aanhanger dei-imperialistische politiek, een zeer interessante studie ge publiceerd over den toestand der Britsche financiën. Daarin staat o. a. dat de uitgaven dit jaar bedragen 4.775.000.000 francs, waar onder 1.750.000.000 aan oorlogsuilgnven. De ink. van Engeland bedragen 3.550.000,000 (waaronder 275.000.000 van dc nieuwe be lastingen), wat dus een tekoit geeft van 1.225.000.000 francs. Voor het budget 19021903 kan men de uitgaven in drie groepen verdeelen de eerste, die de regeeringsuilgaven bevat met uitslui ting van de oorlogs- en marineuitgaven, bedraagt 1.625.000.000 francs, de tweede, do begrooting voor oorlog en marine '1.525.000.000, de derde, de eigelijke oorlogs uitgaven 1.750.000.000, want er is berekend dat de oorlog gemiddeld kost 37.300.000 francs per week of 5.530 000 pet' dag of 222,000 per uur of 3.700 per minuut of 61 fr. 66 centimes per seconde. De »Tetnps", die cijfers toelichtende, doet terecht opmerken, dat de ge.vvone en buiten gewone militaire uitgaven liet dubbele van de andere uilgaven bedragen en daar er geen kans bestaat de gewone bmgerlyke of mili taire uitgaven te vei minderen, zal men een vermindering der algebeele uitgaven op de oorlogskosten moeten vinden. Sir Rnbert Giffen meent blijkbaar, dat de oorlogstoestand in Zuid Afrika in eeo min of meer nabyzijnde toekomst zal ophouden en dat die vervangen zal wonlen door een mili taire bezetting, waarvan de kosten door hem op 625.000.000 gerehat worden. Van dat punt uitgaande stelt hij liet budget 1902— 1903 als volgt voor lo. gewone uitgaven 1,025,000 francs, 2o. gewone militaire uitgaven 1,525,000,000 fr., 3o. bezettingskoslen voor Afrika 625,000,000 fr., 4o. amortisatie 125,000,0J0 fr.totaal 3,900,000,000 fr. De gewone inkomsten wotdert gei aam 1 op 3,600,000,000 fr., wat een jaai lij ksch tekort geeft van 300,000,000 fr., indien ten minrte de oorlog nog niet eeu jaar duurt, wat een supplementaire uitgave zou worden van 1,125,000,000 fr. willen worden, d.tu liever sterven, Veel lie ver veel liever." Zij sloot de oogen, wierp het hoofd naar achter; de mond .bleef smartelijk lialf ge opend. Zij goleek op het beeld van oen jonge martelares, die mot gelatenheid groolo be proevingen verwacht. Ratgen kwamen alle frasen, dio hij geuit bad, zeer banaal eu dwaas voor. „Wist ik slechts," zeide Holgo zaclit en vroom, „boe dat in elkaar zitdikwijls is 'b als kent bij mij on heeft 'hij mij lief, dan weer denkt bij, dat ik een vreemde ben en dan deukt bij, dat ik ook ziek bon eu bij hem iu hot gesticht. G-isteravond nam hij mij mede naar zijn kamer en zeide, dat bij me iets moois wilde laten zien. En toen heeft hij allo portretten van mij gehaald, zo op tafel gelegd en mo trots en geheim zinnig verteld, dat dat zijin dochter was, cn dat ze heel ver hier vandaan was. Ik zei de tot hem„Maar vadertje, heb zijn toch allemaal portretten van mij en ik ben uw kind en ben bij u." Toen werd liij echter heftig cu berispte moIk, dom mensch, moest me zoo iets niet verbeelden. Dat was een brutaliteit van mo en bij zou bet tegen den dekten- zoggen, zoudat deze wat stren ger voor me zou zijn." Er ontstond een stilzwijgen aan de tafel. ALlou blikten met bedrukte gezichten naar buiten hl do bloeiende, geurende pracht, waarin de twee kleine jongens, als losgela ten slanke hazewindhonden door den zonne schijn vlogen. De vreemde vrouw dacht met een zekere anthipathie aan de vroeger beminde vrien din van baar echtgenoot. Hoe onbehagelijk en verschrikkelijk waren deze toestanden. Waren ze hier maar niet heengegaan. Haar man overlegdehet meisje moet weg zonder twijfel ik moet mot haar moeder spreken zo is een tc tcere plant. Mevrouw Dorrit's gedachtongang bewoog zich onophoudelijk in een klein kringetje, wat haar zelf beangstigde: Morphine is 't eenige het zal hom geen pijn doen hoe kom ik eraan, zonder argwaan tc ver wekken ik moet ver weg reizen ver weg om het to halen. Een weg vindt men wel. Waarom wil ik het echter niet mot mijn geheelo ziel? Waarom beu ik zoo laf hartig Helge stond zachtjes op en ging naar de ■veranda, naar haar vader toe. Dc blikken der aclibcrblijvcnden volgden haar. 'Mevrouw Ratgen sprong plotseling op, toen zc bemerkte dat baar jongens bet meisje' naliepen, en ijlde den tuin in. Zo kreeg opeens een angst, dat do zieke do kinderen iets zou doen eu ze besloot ze niet meer los to laten. „Ilelgc bevalt me niet," begon Rudolf toen bij met mevrouw Dorrit alleen was. „Ze kon ernstig zijn, zonder die hojreloozo treurigheid, die ik in haar oogen las." Mevrouw Dorrit zuchtte. „Wat moet ik doen? Ik bewonder dikwijls bet geduld, waarmede Ilolge zich aan August's verple ging wijdt, waarmede ze zijl, luimen en de karige, afgebroken overblijfselen van zijn gedachten begrijpt. Hoe komt hrt kind aan die geestkracht?" „Geestkracht?" zeide Ratgen twijfelende. „Ja als het dab was. Ik vrees, dat bet iets anders is." Zijn arm werd gevat met een kraelitigen greep, waarin de angst van een verdrinken de beefde. „Ratgen zeg adt niet. Dat mag niet. Het zou te te hard zijn." De vrouw brak in een krampachtig snikken uit. Bi n ts e I a n <1. ®c HSiernlc partij. Su- Henry Campbell Bnuncrman presi deerde gisteravond! te Londen een vcagadc- i'ing van de Liberal Federation. E-r was c-en schrijven ingekomen van lord Roseheiy, dat hij door afwezigheid uit Lon den verhinderd was te -komen, cn waarin hij do hoop uitsprak dab do vcngad'ering zich als doel zou stellen, da eenheid! en het ge zond versland' van hot I'lheralismc* Waartoe zijn rede van Chesterfield had bijgedragen. Sir Henry Banncmian zeide zicli hartelijk „Licvo vriendin, ge zijt zelf zeer ovcr- spaunen. Geef ons Hclgc mee. Ze is bij ons goed bezorgd, da weet ge. Binnen acht da gen keeren wo van Heidelberg terug en lia- len haar bij je af. Een jaar van scheiding, wal wil dat zeggen? De tragedie hier moet toch spoedig eindigen." Ilij nam do hand dor wecnonde vrouw. „Louise ik was zooeven bij den zieke, en heb hem gadegeslagen het scheen mij toe, dat het verval van krachten groot was. Moed, lieve vriendin! Ge bobt nog ecnlaug leven met Ilelgc voor u. Alleen moeten wo het lieve kind verhinderen in haar fanta sie aan een tragisch noodlot tc gelooven." Ilij riep zijn vrouw. Men besprak het plan in zijn onderdeden. Helge kwam erbij. Mario zeide baar, wat er besloten was. Een trek van merkwaardige wilskracht, haast trots, vertoonde zich op haar ge laat. „Ik blijf 'hier," verklaarde ze uitdrukke lijk. „Ik verlaat mijn ouders nu niet." Ratgen glimlachte cn klopte haar op den schouder. „Lief kind, jo aarzelen is zeer begrijpe lijk. Maar ik denk, dat gc jo naar bot bete re doorzicht van je moeder zult schikken." Helge schudde sprakeloos het hoofd. Men drong er niet verder op aan, het gold voor afgesproken, dat de vriend m haar na een week zouden afhalen. Mevrouw Dorrit maakte do noodige toe bereidselen, niettegenstaande baar dochter hartstochtelijk smeekte, hswir niet weg te laten gaan. „Ziet u, mama,'7 riep ze snikkend, „ik weet dat vader me missen zal. Het is voor mij een verschrikkelijke gedachte, to we ten, dat h dan alleen met dien Schiilz is." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1