l
i Iet prnl De f et ie ie KaajIoMe
55"* Jaargang.
Woensdag 15 Januari 1902.
No. 10752.
ïde
De terugkeer van een doode.
c
4ej|
za,
illg-
doen
toe-
5,
a's
BUITENLAND.
ar
V'
OHIEDAM
]}eze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
O.Z 1 Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en "VI aardingen fl, 1.25. Franco
J per post fl. 1.65.
1 Prijs per week"Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
ZZ~~ Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Botcrstra#< 68.
Prijs der Advertentiën: Fan 16 regels fl. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar dc plaat,- die zip
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier
van z^jn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- tu Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde kieiio# ra opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, by vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Snterc. ®eJefoo«a W®, B25S.
i
HO-
jy
AAÖ.
itl.
.1.
EK,
oog
hoek
IX.
20 April.
Wij zijn nu dicht bij Brandvlei, een dorp
van 150 inwoners, gelegen aan de Zackrivier
die naar het N. in de richting van Kenhardt
stroomt. Een veikennmgstocht leert ons, dat
het dorp door pl. m. 60 man bezet is.
Engelsehen of Boeren Maritz wil alleen
vooruitgaan om zekerheid te verkrijgen. Groote
beweging onder hen die liet dorp bezetten,
wie het dan ook zijn. Zij hebben ons bemerkt,
stijgen te paard en naderen in slagorde.
Plotseling rent Maritz op hen af. Hij heeft
Boeren herkend. Wij volgen hem onder luide
hoera's, beantwoord door de 60 ruiters, die
ons triomphantelfjk door de straten van het
dorp leiden, 't Zijn Hollandsclse Boeien uit
de omstreken, in opstand gebracht door de
wreedheden der Engelschen en die, de
wapenen opgenomen hebbende, een soort
voorhoede vormen van de groep opstande
lingen, die wij moeten leiden. Eenige dagen
tevoren hebben zij gedebuteerd door de
Engelschen uit Brandvlei te jagen.
Toen eenige maanden geleden de Trans-
vaalsche Boeren voor het eerst die streken
doortrokken, weigerden die zelfde Boeren de
wapenen op te nemen. Maar in dien tusschen-
tijd zijn de Engelsche troepen verschenen en
daar zij in het geheel geen rekening hielden
met de onzijdigheid, door de Boeren in acht
genomen, hebben zij alles opgeëischt, zonder
iets te betalen, paarden, vee, koren enz., en
zij hadden hen genoodzaakt hun jachtgeweren
iu te leveren om daarmede tegen ons en hen
zelf Kaffers te bewapenen.
Tengevolge van dat optreden zijn de Boeren
nu sinds een maand in opstand. In den be
ginne durfden slechts zes de Engelsche
autoriteiten braveeren. Zij hebben alle over
gebleven paarden opgeëischt en zijn nu met
hun 60 alleen iri de omstreken van Brand
vlei en dezen hebben De Wet verzocht hun
leiders te zenden eu ook voor degenen, die
Noordelijker van plan waren op te staan,
wetende, dat onder een Transvaalsch leider
hun stiijd niet meer de beteekenis van een
voorbjjgaandon opstand alleen zal hebben,
maar van een worsteling beslissend voor hun
onafhankelijkheid evenals voor de onze.
Maritz zal dadelijk gelegenheid hebben hun
een lesje te geven. Nauwelijks zijn wij hier
een uur of een schildwacht meldt de tegen
woordigheid van een Engelsche patrouille in
een nabyzijnde hoeve. Bij die enkele woor
dennde khaki's" vliegen de opstandelingen
op ten aanval. Maar Maritz werkt slechts
zelden met het gros zijner troepen. Hij kiest
maar 10 man om do Engelschen te bestry-
den, tet'wyl de anderen tegen hun zin af-
1 zadelen.
f Ik heb last om achter te blijven ten einde
zoo noodig de versteikingen te leiden. In een
1 wolk van stof verdwijnt Maritz. Ieder van
t ons zoekt een verhevenheid, vanwaar hij de
Uit hot Dtoitsoh,
VAN
GAiBRIEiLLE REUTER.
bijzonderheden van den stiijd kan volgen. Ik
vooi mij klim op een molen vanwaar men
makkelijk het kopje, door de vijandelijke pa
trouille bezet, kan waarnemen. De Engelschen
tellen ongeveer 15 man.
Ik onderscheid zeer goed Maritz met z'y'n
10 volgelingen, die rondom de »khakis" positie
nemen. Daar klinkt een schot, weer een, nog
een. De rook belet ons de détails van den
strijd te zien; maar ongetwijfeld moet Maritz
hen bestormen, want de Engelsche patroudle
bezet een moeilyk voor de onzen te bereiken
kopje. Wat gebeurt er? Daar komt een
ruiter ventre h terre ia onze richting. Van
mijn observatiepost afgedaald sta ik tegen
over den zoo haastigen ruiter: 'tis de jonge
adjudant Joubert. Ilij meldt de overwinning
der onzen. Alle skhaki's" zijn genomen. Maar
helaas I Maritz is gewond.
Ernstig
»Ja, vrij ernstig."
Mijn hart klopt. Het paard gezadeld en
weg in vliegende galop na bevel gegeven te
hebben een rijtuig aan te spannen om onzen
geliefden commandant te vervoeren.
Naar do hoeve waarheen Maritz overge
bracht was, snellende, was ik wanhopig bij
het denkbeeld onzen commandant in een
ernstigen toestand te vinden, maar ik werd
spoedig gerustgesteld.
De vijand telde, naar het schijnt, 14 man
en bezette een prachtige plaats op een kopje,
dat den omtrek bestreek. Van uit de om
ringende vlakte was het niet mogelijk het
te bereiken zonder zich aan een moorddadig
vuur bloot te stellen. Maar Maritz had niet
geaarzeld. Aan het hoofd van zijn mannen
was hij in vliegende vaart naar het kopje
gestormd, aan welks voet een dekking ge
vonden moest worden, en die charge was zoo
snel uitgevoerd, dat geen der onzen getroffen
was.
Maar toen Maritz van zijn paard gesprongen
was om te voet !ot den aanval over te gaan,
was hij dadelijk door een kogel getroffen, die
bij den schouder ingegaan vlak bij den rugge-
graat er weer uitgekomen was. De schok was
zoo hevig dat hij omviel. Hugo snelde naar
hem toe maar door een bovenmenschelijke
inspanning had Maritz zichzelf reeds opge
richt en woedend als een gewonde leeuw was
hij opnieuw aan het stormen gegaan en had
h'y door al de zijnen gevolgd met eigen hand
een vijand gedood en den bevelvoerenden
luitenant gewond, terwijl zijn makkers het
restje gevangen maakten. Toen eerst liet Ma
ritz zich naar de naaste hoeve brenger., waar
Steuerwald hem hielp, die van meening was
dat de wond geen ernstige gevolgen zou
hebben gegeven de vei wondei lijke kracht van
den gewonde en zjjo moed voor het lijden.
Toen Maritz verbonden was, begeeft Steuer
wald, die volgens zijn gewoonte weer een
paar philosophische gezegden iu het Latijn
debiteerde, zich met my naar de plaats van
het gevecht. Wij vinden er luitenant Titmarsh,
dien ik herken als vroeger door ons in Trans
vaal by Klip-rivier reeds gevangen genomen.
Hij lijdt zeer aan de wonde, hem door Maritz
toegebracht en herkent ons niet. Een sergeant
was minder ernstig gewond. De vyand had
twee dooden, waaronder een zekeren Sprigg,
neef van Sir James Gordon Sprigg, eerste-
minister der Kaapkolonie.
Wij leggen dooden en gewonden in een
rijtuig, dat wij naar Brandvlei leiden, onze
gevangenen volgen, en de stoet gaat zóó
langzaam voort (want men mag gewonden
niet stooten), dat wij eerst des avonds 9 uur
in Brandvlei komen, waar Steuerwald de ge
wonden, die gelegd zijn op bedden door de
inwoners ter beschikking gesteldmet"
even groote toewijding verzorgt alsof het de
onzen waren.
Maritz is reeds op den been, den arm in
een doek, en komt naar luitenant Titmarsh
kijken, die ons nu herkent en genoeg kracht
heeft om te spreken Wanneer ik een oogen-
blik vermoed bad, dat ik te doen zou hebben
met die dappere mannen van Theron, dan
zou ik zeer zeker op de vlucht geslagen zijn,
om aanzienlijke versterkingen te halen."
De verbazing van Titmarsh werd riog
grooter, als hij verneemt, dat Maiitz slechts
met 10 man het kopje bestormd heeft, allen
recruten, behalve Hugo en Joubert. Ik rol
voor onzen onmachtigen gevangene een sigaret,
terwijl wij voor hem een ambulance laten
komen, die hem zal terugbrengen naar de
Engelsche liniën en terwijl de niet-gewonde
gevangenen den neef van Sir J, Gordon Sprigg
en den anderen gesneuvelde in de stilte van
den avond begraven.
A1.GJE9SEKIS «VEKZICia-r.
SCHIEDAM, 14 Jan. 1902.
Stild.Afrika.
Kitchener seint d.d. 13 Jan. uit Johannes
burg, dat kolonel Wing een brief van Ben
Viljoen heeft onderschept, waai uit blijkt, dat
generaal Opperman gedood is in een gevecht
bij Onverwacht met Plumer. J. D. Opperman
was een welbekend en beiangiijk Boerenlei
der, die bet opperbevel voerde over verschei
dene commando's.
Betaald door dr. Leyds.
Volmondige bekentenis van
een Nederlandse h blad.
Amsterdam, Zondag 12 Januari. Een zeer
ernstige bekentenis, een bekentenis die een
schok moet geven aan de pro-Boeren in
Engeland en op het vasteland, is door een
Rotterdamsch blad afgelegd.
Herhaaldelijk is verzekerd dat dr. Leyds
aan het hoofd staat van de beweging op het
vasteland van Europa, die ten doel heeft,
lastertaal tegen Engeland rond te strooien.
Dr. Leyds is de voornaamste aanstichter van
de leugens die in de Europeesche pers ge
staan hebben, met betrekking tot Britsche
wreedheden.
Een blad, en een Nederlandsch blad, de
nNieuwe Rotterdamsche Courant", denkt nu
dat de tijd gekomen is om zich te herinneren
t:
7)
En. do vrouw, wier leven alleen plicht en
- ontbering geweest was, stond bij het vuur
overlegde hoe zo hot zou aanleggen, dit
armzalige overschot van oen mensch heime
lijk en zeker uit don weg to ruimen Zou
het een misdaad zijn? dacht ze. Zou het
werkelijk moord te noemen zijn? Zou de
rechter zelf do beangstigde moeder niet
vrijsproken? O de wet de wet wist
ze dan niet, hoe onmenschelijk deze was?
Zulk© dingen beraamt men men voert
ze nooit uit, ging het haar door de gedach
te, gerusts tellend en tegelijk pijnigend,
daar ze don moed niet bezat, zich zelf en
haar kind te bevrijden.
In deze dagen ontving mevrouw Dorrit
een brief; het handschrift had zo in veloja
ren niet gezien. Hoe zenuwachtig overspan
nen moest ze zijn, zeide ze bij zich zelf, daar
zo er van duizeldo en den brief vóór zich op
do tafd legde, terwijl zo met vochtige oogen
in de verte bleef staren.
Eindelijk opende zo hem en las. Rudolf
Ratgen schreef, dat bij met vrouw eu kin
deren op een doorreis door do plaats kwam,
waar zij woonde en hij gaarne een dag rust
zou willen nemen, om de oude vriendin te
bezoeken. Ook zijn vrouw zou gaarnes eens
kennis maken en bij zou bet zoo aardig vin
den, haar zijn zonen voor te stellen.
Mevrouw Dorrit vertrok den mond tot
een 'bitter lachje cn schreefnatuurlijk zou
ze eeu wederzien met de meeste vreugde te
gemoet zien.
Ze zaten in het prieel in den voortuin,
waaromheen zich een rozenstruik met gele,
sterk geurende knoppen slingerde. Mevrouw
Dorrit onthaalde do stijve, kleine jongens
van haar vriend op chocolade en koek, cn
men sprak erover, dat zij veel op zijn vrouw
geleek, niet om den mond, maar in de oogen
en ook in haar bewegingen. Zij vond liet
zelf ook, en. het deed haar pijn, terwijl Ru-
dolf er met een innerlijke bovrediging tel
kens weer op terug kwam.
Later vlogen de jongens over liet gras
veld on do bloembedden vlinders achterna.
Helge werd er medo belast, met de kinde
ren to spelen, maar ze weerde dit af en
fluisterde: „Moeder, laat me stil zitten, ik
ben zoo moe."
En moe zag ze eruit. Mevrouw Dorrit zag
het wel, hoe Ratgen's blik vol deelneming
op het ernstige, smalle gezichtje met de
melancholieke oogen rustte, en hoe hij in
nadenken verzonk.
Wat men in tegeiiwoardiglioid van dc
kinderen vermeden had, werd nu aange
roerd Dorrits tegenwoordigheid in huis.
Mevrouw Dorrit vertelde van Helge's lief
devolle zorgen voor haar vader en Ratgen
merkte op, wat eon heerlijk gevoel liet voor
haar zijn moest, zijn ouden dag nog te kun
neu vervroolijken. Ook eeu paar woorden
over de wonderbaarlijke genezing en boe
roerend bet was, dat hij steeds maar wenscli-
te bij de zijnen te zijn hoe men daaruit
zag, dat de liefde voor haar toch in bet
diepst van zijn ziel ongerept gebleven was
Helge was voortdurend ernstig. Droome-
trig zeide ze„Ik zou zóó niet graag boter
dat er zoo iets als journalistieke eerlijkheid
bestaat, en liet legt de volgende opzienbarende
verklaring af
Ais wij verbalen opgenomen hebben over
gewonde en gevangen Boeren die te Elands-
Inagte werden vermoord, dan is dat geschied
op aanstichting van den Transvaalschen ge
zant, en uit zijn beurs zijn wij betaald. (When
we published accounts of Boer wounded and
prisoners being killed at Elandslaagte, it was
at the instigation of the Transvaal Ambas
sador, and from his purse we wei e paid).
Tot zoover de correspondent van de ïDaily
Express", aan welk blad dit merkwaardige
bericht met hoofdje en al is ontleend.
Wij schreven (»N. R. C." van 11 dezer):
d De Biussolsche con-esp. van deStnndard
heeft ontdekt van wien al de gemeene leugens
komen, die er m de Europeesche pers over
het gedrag van de Engelsche soldaten ver
schijnen, met name die van dr. Vallentin.
Het is dr. Leyds. Maar is dat een ontdekking
Dat wist men immers al lang. Als wij zelf
aan die leugens meegedaan hebben, b. v. toen
wij beweerden, dat te Elandslaagte gewonden
en gevangenen door de Engelschen afgemaakt
zyn, deden wij dat op aansporen en ten ge
noegen van den Transvaalschen gezant, en
uit zijn onuitputteiijken geldzak zijn wij ei-
natuurlijk flink voor betaald."
Is het is niet om te gieren 1
Dat de correspondent van de »Daily Ex
press" hij behoort tot de kliek waar wij
vanmiddag over schreven zóó stroeve
hersenen heeft, dat de meest voor de hand
liggende ironie niet tot hem doordringt, laten
wij daar. De man kent, wij willen dat voor
zijn eerlijkheid aannemen, niet voldoende
Hollandsch om goed te vertalen wat er stond;
had hij dkt gedaan, dan zouden zijn chefs
te Londen toch wel lont geroken hebben.
Maar dat de redactie van de aDaiiy Ex
press" er zoo moest inloopen
Verwonderlijk is dat eigenlijk niet, want
waar bladen van deze soort bij hun lezers
ondeistellen dat zij alles, iijp en groen, maar
slikken wat hun wordt voorgezet, moeten zij
de eenvoudigste bedachtzaamheid tegenover
hun nieuwtjesaanbrengeis sedert lang ver
leerd zijn. (»N.R, Ct.")
Zaterdagavond is jhr. Sandberg audeimaal
voor een overvolle zaal te Parijs opgetreden
en zijn succes als Boeren-redeuaar was niet
minder groot dan bij voorafgaande gelegen
heden, Er werden weer koren gezongen en
Mounet-Sully en mevrouw Segond-Weber ver
leenden opnieuw hun medewei king door toe
passelijke verzen voor te dragen.
Cecil Rhodes gaat in Februari naarZuid-
Afrika terug. Hij begeeft zich linea recta
naai Rhodesia.
Naar aanleiding van de laatste redeneei ing
van sir Michaö) IIicks-Bench, kanselier van
de schatkist, waarin hij aankondigde, dat
men weldra verplicht zou zijn nieuwe offers
aan het Engelsche volk te viagen om de
uitgaven van den Zuid-Afrikaanscben oorlog
te kunnen bestrijden, heeft een Engelt-ch
statisticus Robert Giffen, die bekend is als
een der hoofden der reactionnaire partij en
een geestdriftig aanhanger dei-imperialistische
politiek, een zeer interessante studie ge
publiceerd over den toestand der Britsche
financiën. Daarin staat o. a. dat de uitgaven
dit jaar bedragen 4.775.000.000 francs, waar
onder 1.750.000.000 aan oorlogsuilgnven. De
ink. van Engeland bedragen 3.550.000,000
(waaronder 275.000.000 van dc nieuwe be
lastingen), wat dus een tekoit geeft van
1.225.000.000 francs.
Voor het budget 19021903 kan men de
uitgaven in drie groepen verdeelen de eerste,
die de regeeringsuilgaven bevat met uitslui
ting van de oorlogs- en marineuitgaven,
bedraagt 1.625.000.000 francs, de tweede,
do begrooting voor oorlog en marine
'1.525.000.000, de derde, de eigelijke oorlogs
uitgaven 1.750.000.000, want er is berekend
dat de oorlog gemiddeld kost 37.300.000
francs per week of 5.530 000 pet' dag of
222,000 per uur of 3.700 per minuut of
61 fr. 66 centimes per seconde.
De »Tetnps", die cijfers toelichtende, doet
terecht opmerken, dat de ge.vvone en buiten
gewone militaire uitgaven liet dubbele van
de andere uilgaven bedragen en daar er geen
kans bestaat de gewone bmgerlyke of mili
taire uitgaven te vei minderen, zal men een
vermindering der algebeele uitgaven op de
oorlogskosten moeten vinden.
Sir Rnbert Giffen meent blijkbaar, dat de
oorlogstoestand in Zuid Afrika in eeo min of
meer nabyzijnde toekomst zal ophouden en
dat die vervangen zal wonlen door een mili
taire bezetting, waarvan de kosten door hem
op 625.000.000 gerehat worden. Van dat
punt uitgaande stelt hij liet budget 1902—
1903 als volgt voor
lo. gewone uitgaven 1,025,000 francs, 2o.
gewone militaire uitgaven 1,525,000,000 fr.,
3o. bezettingskoslen voor Afrika 625,000,000
fr., 4o. amortisatie 125,000,0J0 fr.totaal
3,900,000,000 fr.
De gewone inkomsten wotdert gei aam 1
op 3,600,000,000 fr., wat een jaai lij ksch tekort
geeft van 300,000,000 fr., indien ten minrte
de oorlog nog niet eeu jaar duurt, wat een
supplementaire uitgave zou worden van
1,125,000,000 fr.
willen worden, d.tu liever sterven, Veel lie
ver veel liever."
Zij sloot de oogen, wierp het hoofd naar
achter; de mond .bleef smartelijk lialf ge
opend. Zij goleek op het beeld van oen jonge
martelares, die mot gelatenheid groolo be
proevingen verwacht.
Ratgen kwamen alle frasen, dio hij geuit
bad, zeer banaal eu dwaas voor.
„Wist ik slechts," zeide Holgo zaclit en
vroom, „boe dat in elkaar zitdikwijls is 'b
als kent bij mij on heeft 'hij mij lief, dan
weer denkt bij, dat ik een vreemde ben en
dan deukt bij, dat ik ook ziek bon eu bij
hem iu hot gesticht. G-isteravond nam hij
mij mede naar zijn kamer en zeide, dat bij
me iets moois wilde laten zien. En toen
heeft hij allo portretten van mij gehaald,
zo op tafel gelegd en mo trots en geheim
zinnig verteld, dat dat zijin dochter was,
cn dat ze heel ver hier vandaan was. Ik zei
de tot hem„Maar vadertje, heb zijn toch
allemaal portretten van mij en ik ben uw
kind en ben bij u." Toen werd liij echter
heftig cu berispte moIk, dom mensch,
moest me zoo iets niet verbeelden. Dat was
een brutaliteit van mo en bij zou bet tegen
den dekten- zoggen, zoudat deze wat stren
ger voor me zou zijn."
Er ontstond een stilzwijgen aan de tafel.
ALlou blikten met bedrukte gezichten naar
buiten hl do bloeiende, geurende pracht,
waarin de twee kleine jongens, als losgela
ten slanke hazewindhonden door den zonne
schijn vlogen.
De vreemde vrouw dacht met een zekere
anthipathie aan de vroeger beminde vrien
din van baar echtgenoot. Hoe onbehagelijk
en verschrikkelijk waren deze toestanden.
Waren ze hier maar niet heengegaan.
Haar man overlegdehet meisje moet
weg zonder twijfel ik moet mot haar
moeder spreken zo is een tc tcere plant.
Mevrouw Dorrit's gedachtongang bewoog
zich onophoudelijk in een klein kringetje,
wat haar zelf beangstigde: Morphine is 't
eenige het zal hom geen pijn doen
hoe kom ik eraan, zonder argwaan tc ver
wekken ik moet ver weg reizen ver
weg om het to halen. Een weg vindt men
wel. Waarom wil ik het echter niet mot
mijn geheelo ziel? Waarom beu ik zoo laf
hartig
Helge stond zachtjes op en ging naar de
■veranda, naar haar vader toe.
Dc blikken der aclibcrblijvcnden volgden
haar. 'Mevrouw Ratgen sprong plotseling
op, toen zc bemerkte dat baar jongens bet
meisje' naliepen, en ijlde den tuin in. Zo
kreeg opeens een angst, dat do zieke do
kinderen iets zou doen eu ze besloot ze niet
meer los to laten.
„Ilelgc bevalt me niet," begon Rudolf
toen bij met mevrouw Dorrit alleen was.
„Ze kon ernstig zijn, zonder die hojreloozo
treurigheid, die ik in haar oogen las."
Mevrouw Dorrit zuchtte. „Wat moet ik
doen? Ik bewonder dikwijls bet geduld,
waarmede Ilolge zich aan August's verple
ging wijdt, waarmede ze zijl, luimen en de
karige, afgebroken overblijfselen van zijn
gedachten begrijpt. Hoe komt hrt kind aan
die geestkracht?"
„Geestkracht?" zeide Ratgen twijfelende.
„Ja als het dab was. Ik vrees, dat bet
iets anders is."
Zijn arm werd gevat met een kraelitigen
greep, waarin de angst van een verdrinken
de beefde.
„Ratgen zeg adt niet. Dat mag niet.
Het zou te te hard zijn." De vrouw brak
in een krampachtig snikken uit.
Bi n ts e I a n <1.
®c HSiernlc partij.
Su- Henry Campbell Bnuncrman presi
deerde gisteravond! te Londen een vcagadc-
i'ing van de Liberal Federation.
E-r was c-en schrijven ingekomen van lord
Roseheiy, dat hij door afwezigheid uit Lon
den verhinderd was te -komen, cn waarin
hij do hoop uitsprak dab do vcngad'ering zich
als doel zou stellen, da eenheid! en het ge
zond versland' van hot I'lheralismc* Waartoe
zijn rede van Chesterfield had bijgedragen.
Sir Henry Banncmian zeide zicli hartelijk
„Licvo vriendin, ge zijt zelf zeer ovcr-
spaunen. Geef ons Hclgc mee. Ze is bij ons
goed bezorgd, da weet ge. Binnen acht da
gen keeren wo van Heidelberg terug en lia-
len haar bij je af. Een jaar van scheiding,
wal wil dat zeggen? De tragedie hier moet
toch spoedig eindigen."
Ilij nam do hand dor wecnonde vrouw.
„Louise ik was zooeven bij den zieke, en
heb hem gadegeslagen het scheen mij
toe, dat het verval van krachten groot was.
Moed, lieve vriendin! Ge bobt nog ecnlaug
leven met Ilelgc voor u. Alleen moeten wo
het lieve kind verhinderen in haar fanta
sie aan een tragisch noodlot tc gelooven."
Ilij riep zijn vrouw. Men besprak het
plan in zijn onderdeden. Helge kwam erbij.
Mario zeide baar, wat er besloten was.
Een trek van merkwaardige wilskracht,
haast trots, vertoonde zich op haar ge
laat.
„Ik blijf 'hier," verklaarde ze uitdrukke
lijk. „Ik verlaat mijn ouders nu niet."
Ratgen glimlachte cn klopte haar op den
schouder.
„Lief kind, jo aarzelen is zeer begrijpe
lijk. Maar ik denk, dat gc jo naar bot bete
re doorzicht van je moeder zult schikken."
Helge schudde sprakeloos het hoofd.
Men drong er niet verder op aan, het gold
voor afgesproken, dat de vriend m haar na
een week zouden afhalen.
Mevrouw Dorrit maakte do noodige toe
bereidselen, niettegenstaande baar dochter
hartstochtelijk smeekte, hswir niet weg te
laten gaan.
„Ziet u, mama,'7 riep ze snikkend, „ik
weet dat vader me missen zal. Het is voor
mij een verschrikkelijke gedachte, to we
ten, dat h dan alleen met dien Schiilz is."
(Wordt vervolgd.)