I C Dit teM nil DBI8 Mei 55"* Jaargang. Zondag 23 en Maandag 24 Maart 1902. No. 10810 Eerste Blad. De zaaiende hand. li c r i c li t. lïülTËNLANP. SGHIEDAMISiX «UI, Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingenfl. 1.25 Franco per post 11. 1.G5. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentien voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan liet bureau bezorgd zijn. Bureauïloterstraat 68. Prijs der Advertentien: Van 1—G regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde leleine advert ent iSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon No. 123. te soo! ndelijl en. trijs, Zij, die zich met het nieuwe Itivar» taal, aanvangende 1 April n.s., op de „%clilcdaniscl»c Courant" ation- necrcn, ontvangen de tot dien datum verschonende nummers gratia. AI-iGEMEEX OVEKX1CHT. SCHIEDAM, 22 Maait 1902. 1 u i d A f r I k a. Krugcr en Lnbouclicrc aan 't rvoord. Bovengenoemde personen hebben beiden hun mecningeu nog eens geuit., de ecu in do „Hat,in" de ander in „Truth", Waar zulke mannen gesproken hebben, meunen wij go- rust te kunnen zwijgen, temeer daar er in de laatste dagen zoo weinig van lief oorlogster- j rein tot ons komt, dat volgens de „Petit j Bleu" dc ongerustheid te Londen zeer toe- itzangl neemt. Doch ter zake. j De jongste krijgsgobcurte,nissen in Zuid- Afrika, evenals do feiten van internationale pditiok, hebben president Krugcr aanlei ding gegeven nogmaals getuigenis af te leg gen van zijn onwankelbaar vertrouwen in omen.' ris ai ten. Paris.' Ilinkltj van x'ia ':uu' uu vol'k. Rij heeft met nmsjif dit doel, zooals hij vroeger ook wel gedaan niasK vj 'w s"'™' Dienc^f» 1 hatmigen Franscheu journmlist, al Actj IIem'i des Ifoux, op Oranjelust ontvangen [ues, ■Bil c itieiitii t 11.1' in tegenwoordigheid van do hoeren Fischer anfaisi 0,1 Leyds. Do heer Van Bocsehoten schijnt een soort proces-verbaal van de presidiale verklaring te hebben opgemaakt, wol'kc do heer Des IIoux thans in de Matin" publi ceert. A ja De verklaring van president Kruger is ah altijd op streng irel'iigicus standpunt. „Ik heb 3Vs ure altijd uit bot woord Gods bet vaste vertrou wen geput dat bij zijn volk nooit zal verla ten.Iiij vergelijkt hun toestand met psalm 83. den strijd van Satan tegen bet konink rijk Cliristi, hierbij herhalende de woorden door licm op 7 Mei 1900 bij tve opening van den lnatston Volksraacl gehouden. „De Engclschen kobben gezegd dit volk moet niet bestaan. Eu God heeft geant woord dit volk zal bestaan. Tot nu toe heeft God's hulp ons niet ontbroken. Dit volk zal bestaan omdat God heerscht en allo menscholijke krachten onmachtig zijn tegen zijn wil," President Krugcr ziet in de ruwe „bar- baarscbo wijze van optreden zijner vijanden slechts een beproeving des lleeren, die ein digen zal als het den Heer behaagt. „Wij ■cn 18.- 20.- 22. 24 27. 26.- 28.- 31.- rape 40," 44.- Roman VAN IDA BOY—ED. 14) Wat mevrouw Alteneck zag, moest haar «el bevallen, want zo wendde liet hoofd om, en knikte tegen haar zoon. Die begreep. Hij kuste zijn moeder verrukt op de wang, «U moet geduld met me bobben, lieve moeder, en ik moet nog veel van u leeren," sprak Ebba met kinderlijke genegenheid, ïwant u hebt zeker wel gehoord, dat mijn lieve Mama al lang dood is, en Papa is zoo onbekend met dc wereld." Dat was een heerlijke bede. Mevrouw [Alteneck wensclite niets liever, dan een schoondochter te krijgen, die van haar lee ren wilde, in plaats van alles beter te weten. Ebba vertelde toen van liet geld in den ingelaten brief van haar Mama. Mevrouw Alteneck nam dat anders op dan tante Louise. Ai Mas er diep door getroffen en zeide, dat leze vijfduizend Mark een edeler rijkdom ■varen, dan de millioenen van Rotschild. Zoo liet alles zicli zoo prettig mogelijk inzien. Mevrouw Ateneck vroeg naar een ander en met volkomen onbevangenheid Welde Ebba zonde?' de minste achterhou- lendhoxid van baar leven thuis. Het viel nar in het geheel niet in, dat men iets '«'zwijgen kon en dat sommige feiten haar ader of haar zelf zouden kunnen vernede- -h- En ze sprak tot goede toehoorders, die e'f in moeilijke jaren het echte van het 'flechte hadden leeren onderscheiden en hebben slechts ons vertrouwen in den Heer to bewaren cn ons to bukken voor zijn wil. De vrijheid d'ie wij verdedigen, komt ons van Hem, onze- plicht is het voor haar niet al ouzo brachten fco strijden, wee over ons als wij ouzo onafhankelijkheid niet verdedi gen. Maar wij moeten geen kwaad mot kwaad vergelden. Indien onze krijgsgevange nen verbannen worden of zelfs tor dood ge bracht, moeten wij dit slechte voorbeeld niet volgen. Ik weet wel1 dat de openbare mec- ning soms do edelmoedigheid ai keurt, welke zij ai te ver gedreven vindt. Maar wij1 moe ten bedenken dat de Heer gezegd heeft: „Mij is do wrake." Ann God's bescherming, die in Zuid-A.fr: ka wonderen doet, gelijk, aan die dor bijbel- sclie verhalen, en mensehen bovemnensehe- lijic wcn-k doet verrichten, schrijft de Presi dent 'toe, dat do overwinning volgen zal. „Bij hot bogin van den oorlog heb ik ge zegd, dat hij, buitengewoon zml zijn, en de wereld zal verbazen. Ik zeide dit niet om dat ik vertrouwde op onze eigen kracht, niaar ik putte een onwankelbaar vertrou wen in de onfeilbare beloften van den Al lerhoogste, die gezegd heeft: Kom tot Mij als gij in benauwdheid zijt cn ik zal u lie1- pcn." Ilct is om die belofte dot. ik herhaal dat dc wereld verbaasd zal r.ijn want zij die nog niet geloovcn in de wonderdoende kracht des lleeren, zullen gedwongen zijn er in tc gelooven als zij. in Zuid-Al'rika liet onmiddellijk werk van zijn a.lnnclifciige hand zullen gezien hebben." President Krugcr gaat zoover van het, prijsgeven dor onafhankelijkheid te beschou wen als zonde. Do annexaties der Republie ken bestaan niet, „want onzo vrije burgois erkennen geen anderen meester dan God, liet is van Hem dat zij hun rechten en vrijL 'heid hebben, en zoolang Hij deze niet terug neemt, zullen zij deze tut aan den dood ver dedigen." Men heeft den vrede aangeboden met amnestie, geldelijke 'hulp, enz., maar tot wel ken prijs t „Tot den prijs van onzo onafhan kelijkheid alsof dezo een baiidelsvoorwerp ware! Keen, alle schatten der wereld kun nen onze vrijheid niet betalen, omdat zij ons door God is gegeven, en wij haar niet kun nen prijs geven zonder God to verloochenen en zijn vloek op ons te laden." Dat de rcgecringen nog niet aan het be roep op haar geweten beantwoord hebben, ontmoedigt lieni niet. „Als de Heer zelf de regeeringen zal roepen, zullen zij verplicht zijn <to komen, d'en weg in te slaan, dien llij haar zal aanwijzen cn stand te houden op de plaats die Hij zal bepalen. De Eiigclsclic rcgcaring zal niet moor dan dc andere van deze oproeping uitgesloten zijn als God zal bevelen, dat zijl ons eerlijk aanbod van scheidsgerecht, vrede en vriendschap moot aannemen." Ilct Engclscho volk wordt nog in dwa ling gehouden. Krugor, wiens Christelijk ge- die aan Ebba merkten, dat ze aan de wel gesteldheid van haar verloofde, of aan zijn beteekenis in dc wereld in het geheel niet dacht. Toen begon Ebba te vragen en wilde alles van Andreas weten vanaf zijn kinderjaren. De moeder begon een waren lofzang te zin gen Andreas verklaarde lachend, dat hij dan niet blijven wilde. Dus dan moet ik je zijn echten levens loop maar eens onder vier oogen vertellen," zeide de moeder vroolijk geluimd, in breede trekken, is bij ook heel eenvoudig. Hij was als jongen zwakker dan ge liet van dezen grooten, breeden man denken zoudt. Ook niet zoo aardig, als je eerbied je gedoogt dit aan te nemen. Ik heb heel wat met hem te stellen gehad, llan, op de universiteit hm, toen heeft hij wel een beetje geboe meld bijna had hij toen een nooit meer goed te maken domheid begaan »Moeder 1" »Nu ja, Ebba zal toch niet denken, dat je altijd bij moeder's pappot gebleven zijt en steeds gebeden hebt «Moeder I" »Laat moeder toch voortgaan," bad Ebba, »het is het recht, ja de plicht van ieder menscli, het leven te leeren kennen. Hoe kan men het beoordeelen, als men er niet mid denin gestaan heeft «Juist dat past den man," sprak mevrouw Alteneck, die dat «mensch" voor een toe vallige uitdrukking hield. «Overigens mag Andree, als hij wil, je den roman, dien hij toen beleefde, zelf ver tellen. Daar mijn jongen niet geprezen wil zijn, kan ik er alleen nog bijvoegen, dat hij zich door de moeilijkste jaren, die op den dood van mijn man volgden, manhaftig heen geslagen heeft. Mijn man was n.l. tien jaar lang aan het ziekbed gekluisterd en toen weten niet vergunt tc hate.il, bidt dat het dc oogen geopend z;ul worden. Dc gesuhiulei.'s van dezen gebeden oorlog was con same n- zwering togen do waarheid. ,'Mc.n beweert dat onze onafhankelijkheid onvercenigbaar is met den vrede in Zuid- Afrika. Dit is laster, het tegenovergestelde is waar. Indien men ons dc onafhankelijk heid weigert, zal de oorlog zonder einde zijn en wanorde en troebelen voortduren in Zuid- Afn'ka. Men overtuigt, ook dc liehtgeloovig- heid van het Britschc volk dat. dc burgerlij ke cn militaire Engelsc'hc overlieden mees ter zijn der beide republieken, de/.e bestu ren en or regeei'cn. Welnu, do Engelsehen iSjn slechts meester daar waar li ijlt troepen verblijven, overal elders, in ons zoo uitge strekt kind rust liet gezag in de handen van onze overheidspersonen. De «Tovering gaat niet vooruit, rij gaat achteruit. „Elke dag kost Engeland ontzaggelijke geldsommen, en wat een meer onherstelbaar verlies is, ecu gevoelige vermindering van 7,ijn zedelijk gezag, zijn eer cn zijn politioken invloed; de feiten bewijzen de waarheid mijt- ucr woorden. „Kog is een cci-volle vrede mogelijk. Den dag waarop de oogen van de Engolsche re- gecring cn van hot Ettgölseho volk voor liet onvermijdelijPce zullen opengaan, zal d'c vre de gesloten zijn, want de oorlog wordt slechts verlengd door de hebzucht cn de leugens on zer tegenstanders. Ik bid God bij. alle won deren, die hij' ten onzen gunste verricht, ook nog dit te voegen, dat Hij de verblinding der Engct'.Sohen verdrijvc. Moge Hij spoedig deze bede veirhoorenGod nil loon is do Heer Commentaar op d'eze verklaring is niet uoodig, hot standpunt van den President was rood's bekend, maar duidelijker dan to voren heeft hij thans uitgesproken waarom prijsgeven der onafhankelijkheid voor hem en zijn volk een onmogelijkheid is, daar iets dergelijks bij ben niet valt binnen de nut- tigheidsberekening, maar een vraag is van zedelijkheid 011 geloof. In „Truth" staat het opstel van Lnbou- chere, waarin hij' den geheulen toestand in Zukl-Afrika samenvat en do punten scherp op d!e i's zet. Labouche-ro begint met erop te wijzen, dat de nederlaag en de gevangenneming van Methucn door de EngeS&che „armchair war riors" (krijgers bij. het vuur) op de lang ge bruikelijke wijze zijn begroet. In verheven taal geven zij aan de wereld te verstaan, dat zij niot wankelen in hun geloof in hun land, al stond ook Hannibal voor lnin poorten. Labouchero vertrouwt echtcir, dat de vreem de natiën dezo Engclscho scribenten niet zullen vereenzelvigen met heb Engelscilio volk. Dat volk vertegenwoordigen zij even min als de chanteuses der tingeltangels dat doen. Do ware Engolschcn zijn niet dc snoevers ging onze fabriek natuurlijk meer achteruit, dan vooruit." De deur ging open en een andere vrouw, gevolgd door een jong dienstmeisje iri een rose katoenen japonnetje, met een Hamburger mutsje op liet bloote haar, kwam binnen. Zij droegen alles, om een feestelijke koffie tafel klaar te komen maken. «Dat is mijn verloofde juffrouw Ilerlingen, ge kunt haar gelukwenschen," zeide Andreas. Stralend gewichtig en gevlijd reikten hei den Ebba de hand. «Kijk, onze oude vrouw Fliederbusch, is al achtentwintig jaar hier," sprak Andreas, haar op den rug kloppend. ».Ta, dat zal wel zoo zijn. En, neen maar waar de tijd toch blijft. Nu denkt onze jonge heer ook al aan trouwen!" merkte ze op, Ebba met haar verstandige oogen, scherp opnemend. «Hebben, hebben zal ze wel niet veel," zeide vrouw Fliederbusch buiten tot het kamermeisje, «en ze was maar zoo la la gekleed. Ik had altijd gedacht, dat onze jonge lieer er nog eens een uit Hamburg zou nemen, met veel geld, zoo'n knappe man ah hij is. Vrouw Yosz, de dochter van mijn broer, dient bij den professorgeen heelc zakdoek in de kast en dan zeker ook wel geen heel hemd aan 't lijf." «Ja, jammer is het," zeide Anna, liet kamermeisje, die zoo van heel uit de verte op den jongenheer verliefd was. Ondertusschen liet Ebba zich, onbewust van baar ontevredenheid, de verdiensten van vrouw Fliederbusch vertollen, en daarna liet Andreas haar de woonkamers zien. De naar achter gelegene waren wat som ber. Vooral de studeerkamer van Andreas. Die was bijna een zaal en met boekenplanken in de rondte voorzien, Voor het eene venster bevond zich eene groote tafel, op welker dor jingo-bladcn. Gene erkennen ten volle, dat deze oorlog in geen geval den Britschen krijgsroem opluisteren kan. Daartoe is de wanverhouding tussehen het getal der strij ders en hun hulpmiddelen veal to groot. Het is alsof elf voetballers streden tegen elfhon derd. Do Polen worden door de Russen ver pletterd, maar geen Russische geschiedschrij ver .heeft ooit op dio g-ebeurtenis gepocht. Al ware, gaat Labouchero voort, de Boeren oorlog ook nog zoo 'rechtvaardig, toch zou Iiij zich 'schamen over de wijze, waarop En gclscho bladen dc wereld uilnoodigcn de oorlogsdaden dor Britten te bewonderen, liet vork der soldaten in Zuid-Afrika kan hiji bewonderen, maar hun dapperheid is nooit betwijfeld. Ruim twee jaren reeds duurt de oorlog; dii'Zeiulen mcnselicnlcvens zijn geofferd, mu- ikenen erbij. I)e Boerenstalen zijn vernoest, viouwen cn kinderen in kampen bijeenge biflfht, waar tienduizenden het leven gela ten hebben. Vele Boeven zijn gedood, vil* geile portend. De hoofdsteden zijn bezet. A. p> T'amaiion den oorlog eindigen konden iiij zou reeds lang geleden «cdaan wezen. „Maar wij hebben het einde erva i vele ma len aangekondigd cn geproclameerd, dat alle Bocrcnoveis-ten die dat niet willen erken nen voor altoos verbannen zullen worden. Wij hebben het dezen onnoozden Boeren aan het verstand gebracht, dat het een mis daad is van den zwakke om zich te verdedi gen tegen den sterkere, en wij hebben bun bewezen, dat hel. zoo is. Doch in weerwil on zer vangsten, onzer slachtingen, onzer con centratiekampen, staan or nu meer Boeren to velde tegen ons dan zes maanden gele don. Altoos, volgens de regecring, In Kaap land zijn wij zoo opgetreden, dat wij die ko lonie van ons vervreemd hebben de Boe ren vinden er nu steeds nieuwe reeneten. Mclliucii's nederlaag is een der incidenten van eiken oorlog. Maar onze bladen vinden or aanleiding in voor zelfbewicrooking Instedc echter van de wereld uil te noodi- gen, om onzen moed, ons vast besluit te be wonderen, zou hei, ons boter passen, om on zen toestand in het oog te vatten, nii t we gens dit voorval, maar op breeder, practi- seher gronden." Labouchero behandelt dan nogmaals don ooi sprong van den oorlog. Iiij toont helder aan, lioc hol de beweging der uitlanders was. Hun grieven werden door de mijneigenaars geknutseld. Lord Salisbury verklaarde pl'cchtslaitiglijk, dat Engclschen land noch goudmijnen begeerden. Doch van Bloemfon tein en Pretoria, kwamen dc inlijtvingsproola- mntiën, waartegen de liberalc partij niot zoo sterk to volde getrokken is als Gladstone zou bobben gedaan. Aan de toenmalige plicht verzaking der liberalen danken wij, meent Labouchero, de voortzetting van den oorlog. De Boeren waren en zijn bereid een schade vergoeding te betalen, en een verdrag aan te gaan met dc noodigo waarborgen voo-r Enge- kamers waren gezellig, maai land tegen een hervatting van den strijd' in later jaren; oude goudmijnen willen zij, ook afstaan. Maar hun volksbestaan willen zij niet prijsgeven. Kunnen wij hen laken? Zou den do Engclschen niet ovenzoo handelen? Heeft do worold sedert eeuwen niet erkend, dat mannen, die hun leven veil hebben voor lum volksbestaan, de edelste vaderlanders zijn? „Wij, zeggen, dat onzo cor ons noopt om door te vechten, liever dan onrecht te be kennen. Onzo eer staat in oneer geworteld. Het is lang niet zeker ,dat wij den tegen stand ooit 7,ullcn kunnen overwinnen van mannen die het leven en wat het leven biedt waardeloos achten zonder hun onafhanke lijkheid. Dat him onderwerping nog verre van ons ligt, geven allen toe, en evenzoo, dat zelfs de overwinning ten Slotte ons nojien zal om voor een zeer langen tijd eon enorme en kostbare bezetting in Zuid-Afrika to leg gen, teneinde dc minderheid in staat to stellen om over dc meerderheid te regeoren. Do cenigo mcnschcn, die thans bij dc7,en oor log profiteeven zijn de leveranciers. De ceni go mcnschcn, die mogelijkerwijze iets win nen kunnen bij' den overgang van onze inlij ving op hot papier in werkelijke inlijving, zijn de mijneigenaars, en zelfs zij enkel maar in het geval, dat wij de Kaffers dwingen om voor hen in dc mijnen te werken. Het is nil b waarschijnlijk, dat dc regearing ooit ongelijk bekennen zal. Dat do moesten barer volge- ingem haar steunen in haar inlijvingsboleid verrast ons niet, want dergelijk beleid vin don de Tories altijd mooi." De bonding der Eoseibcry-mannen vindt Lahouehoi'e ook verklaarbaar, „docli" vraagt hij, „waarom moeten de werkelijke vrijzinni gen met hun beginselen spelen en van hun gezond vorstand afstand doen?... De cenigo zaak, waarin Engeland zou moeten doorstrij den zonder op de kosetn te letten, is wan neer zijn eigen onafhankelijkheid in do waagschaal lag. Dan zou hot dat Boerenbe- lcïd belmoren to volgen. Een veroverings oorlog evenwel is iets geheel and'ers. Zelden, zeer zelden is zoo'n oorlog te rechtvaardigen, en dan moeten wel degelijk practisohe rede nen erbij een rol spelen Maai- alle betoo- gen en alle rede gaan op liet oogenblik on der in oen orkaan van woeste wraakkreten tegen do Boeren, omdat zij het wagen hun land te verdedigen; tegen hen die het recht der Engelsehen durven betwisten om dc Boe ren dood te maken, als zij niet toegeven. Niet alleen bobben wij het recht niet om dc twee republieken in tc lijven, ook ons eigenbelang picit ertegen. Gelijk de neer Morlcy heeft, gezegd in zijn nobele ïedcvoe- ring te Manchester, is dezo inlijving een on rechtmatige gewelddaad Do Engclscho liberalen behoorden deze Inlijving van hun ne lei weg te vegen. Want dc moord van een geheel volk is eon even groote misdaad als dc moord van een individu. Ja een grootero misdaad zelfs." ruwe oppervlakte lallooze fleschjes, bussen, distilleerfieschjes, doozen en allerlei werk tuigen lagenvoor het andere stond de bui tengewoon groote schrijftafel, waarbij een paar gemakkelijke stoelen en een tafeltje voor couranten stonden De andere zonder luxe ingericht, Ebba merkte slechts de gezelligheid op, voor luxe had ze weinig oog en zij ver wonderde er zich niet over, dat mensehen als de Ateneck's geen echte tapijten en kostbare meubelen bezaten. Hel viel haar niet op, dat lrot anders kon zijn Men zeide haar, dat boven precies dezelfde indeeling was en dat moeder dacht hadden, dat bet jonge paar boven kon wonen. Nu waren de meeste kamer gesloten, door een andere indeeling der be nedenkamers, zouden die ran boven geheel vrij worden. «Deze mededeeling is een toetssteen," had mevrouw Alteneck tot haar zoon gezegd uit de manier, waarop ze inwilligt of er tegen op komt, kunt ge veel opmaken." «Ik ben zeker van mijn zaak," sprak Andreas rustig. En Ebba, die in het geheel nog niet over het woningvraagstuk lmd nagedacht, hoorde de mededeeling met oprechte vreugde aan «Ach, dan kan ik moeder alles vragen ik hen zoo bang, dat ik niet veel van de huishouding versta ach, en dan kan ik veel bij moeder zijn, als je in de fabriek zijt." Ze omarmde haar schoonmoeder als een kind, hetwelk men iets moois beloofd heeft, en mevrouw Alteneck knikte weer haar zoon verheugd toe Zoo zochten de mensehen, die door de liefde tezaamgebmchl waren, elkander nader te leeren kennen. Eigenlijk ging het hun als allen, die plotseling in zoo'n intieme ver houding tot alkaar staan ze wisten niets van den weg en den aard van lum zijn af, niets van den geest van hun werk en niets van de vreugde van hun vrije uren. Alles wat den een betrof, was den ander vreemd. Vragend, zoekend, raakten hun harten elkaar aan. De een sloeg voor den ander het boek zijns levens op en liet den inhoud van alle bladzijden zien. Het uiterlijke werd vlugger begrepen en medegedeeld dan het inner lijke. En terwijl men zich zoo, in dit korte tijds bestek trachtte te leeren kennen, werd het pas recht duidelijk, dat men elkaar in het geheel niet kende. Wat een raadselachtige woordendoor zwijgend aanschouwen, in afgesneden ge sprekken, bij vluchtige ontmoetingen was in hun harten de liefde ontstaan. Ze hadden het beiden gewetenze konden slechts elkaar of niemand toebehooren. En sedert ze den eersten kus gewisseld hadden, was deze zeker heid nog grooter en onomstoolelijker ge worden. Ik heb hem lief omdat ik hem lief heb, dat zou het eenige antwoord geweest zijn, dat Ebba op de vraag «waarom had kunnen geven en ook de man zou niets anders hebben kunnen zeggen dan Ik heb haar lief omdat ik haar lief heb De verstandige en goede vrouw vroeg echter niet naar liet «waarom". Zij wist dat de liefde met de zekerheid van een slaapwandelaar op koene wegen gaat. Glimlachend vroolijk opende haar hart zich voor bet vreemde meisje, dat spoedig haar dochter zou zijn. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1