I si s I I N, F. ?ém!s 56"° jaargang. Zondag 20 en Maandag 21 April 1902. No. 10832. e i I Tweede Blad. 9 tf. Lord Milner. w IS: DE SLAAF. VfJ /V-Ti hfi tóVïftf c3,, Z Transvaal en Oranje-Vrijstaat. BINNENLAND. |h- per aan Deze courant verschijnt d a ge 1 ijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco post 11. 4.65. Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur het bureau bezorgd zjjn. t Bureau s Boter si rant ©8. Van bevoegde zijde ontving «de Telegraaf' een artikel waaraan wij het volgende ont kenen Volgens A. M. S. Methuen, schrijver van jVrede of oorlog in Z.-Afrika", is Lord Milner de hoofdoorzaak van den verwoeden strijd. In '1897 werd hij als Onderkoning (Vice royi High Commissary, of Proconsul) naai de Kaapkolonie gezonden, met opdracht om daar de door den Jarneson-raid ontstane span ning en den opnieuw ontwaakten achterdocht der «Hollanders" te sussen cn in slaap te wiegen. Groote verwachtingen koesterde men van den grooten Lord, Vooral zijn tijne en be minnelijke manieren, waaronder do noodige kracht van karakter en energie verborgen lagen, deden, voor zijn optreden in Zuid- Afrika, het Leste hopen. Te meer achtte men zich daartoe gerechtigd, omdat hij in Egypte de reputatie had verworven van een uitste kend gouverneur. Toch was die laatste gevolgtrekking voor- harig 1 Om daar in Egypte, bijgestaan dooi de noodige, met snelvuur-geweren on maxims gewapende Tommies, vau die al sedert eeuwen over de geheele wereld als het ongelukkig ste slavenvolk beruchte Fella's, gold af tc persen en bij het minste zuchtje van onte vredenheid of verzet, meedoogenloos en onge straft zooveel van die rampzalige slovers te kunnen laten neerschieten, afranselen of op hangen, als men verkiest, om daarna nog meer geld te kunnen zenden naar Londen, ten behoeve der nooit te verzadigen eigc- naars van Egyptische schuldbrieven en er dan bij te kunnen rapporteeren «Alles rus- 'tig hier" «Fel la's volkomen tevreden" negenen de bescherming hun door Britsche vlag verleend", en dergelijke, dat alles geeft natuurlijk de reputatie van oen uitstekend Beheerdermaar het is toch nog heel wat anders dan geplaatst te zijn van aange zicht tot aangezicht tegenover mannen, die in aanleg, verstandelijke ontwikkeling, geest kracht en zelfvertrouwen, hoofd voor hoofd, meistens de gelijken zijn van eiken Engel- schen Lord en die daarenboven nooit een schaduw van onderdrukking hebben kun nen of willen verdragen. En tegenover de zoodanigen geplaatst, schoot de groote Egyptische Regent jammerlijk tekort! Zóó erg te kort, dat het hem in twee jaren tijds gelukte om de, bij zijn aankomst volkomen loyale Ilollandsche bevolking der Kaapkolo nie, in anti-Engelschen of sdis-loyalen" te veranderen en zich zei ven tot den meest ge- haten man in heel Zuid-Afrika te maken Een mooie vredes-apostel voorwaar De oorzaak van die teleurstellende misluk king is, volgens den schrijver, daarin gelegen, dat Lord Milner een man is, «without sym pathy and imagination" zonder gevoel en zonder voorstellingsvermogen; met andere woorden een man smet een houten verstand en een steenen hart." Twee voorbeelden kunnen dit illustrceren. Vooreerst de speech, die bij den 2en Maart 1898 lichte tot de leden van het Kaapsche Parlement. Op bcleedigend verwaanden toon vertelt hij daarsdat liet hem natuurlijk aangenaam is te vernemen dat het bij geen dor vele afdeelingen van Barer Majcsteits ie». P". ra- ire. 37. Uit het Duitsch. Hij kavam tlrais geërgerd cn gekrenkt til zijn beste gevoelens. Schuw keek zijn touw hem terzijde aan. Zij koude deze opecugcpersto lippen, dezo dwalende, omfloerste oogen cn deze gezwol kn aderen op liet voorhoofd. Er moest iets met kern gedreund zijn, want slechts bij dc grootste opwinding verander de zijn uitarlijik zoo. Zijn „gooicdag" was klankloos, zijn hand druk mat. Zij zotte het eten op en vroog niets. Hij at in ziehzclvon gekeerd en wist niet, wat or in do schalen was. Ziij'n ziol was nog altijd gedrukt. Eerst later, toen zij, bui tan iin 'hot pricol- fjo zaten, waar do bladeren van den wilden, willigerd redds rood-bruindan, verbrak hij 't stilzwijgen. Maar het was niet een goed mo- bef, dat hom liiortoo iloidde. Hot mcisjo had do koffie gebracht. Zij morste daarbij on rammelde met kopjes en schoteljes. Anders orgordo hij zicli daar over, heden verweet hij zijn vrouw haar be rispen. onderdanen aan loyauteit ontbreektmaar dat het hem nog aangenamer zou zijn, zoo hij daarvan wat meer bewijzen tc zien kreeg «Doch".,. aldus gaat hij voort, «hoe zou ik eigenlijk aan uwe loyalty" (lees Jingoïsmo), «kunnen twijfelen Wat voor reden zou er bij ulieden kunnen bestaan voor eenige ariti-Engeische gezindheid? Zoo wonderlijk wel als gij onder ons bestuur zijtgedijd 1" «Wol! Gentlemen of course you are loyal" NatuurlijkGij moet wel EngoLschgo/ind zijn!... It would be monstruousif you were not"«Monsterachtig zou het wezen, als gij het niet waartenz.Alsof er nota bene na dien, door de lieelc wereld beruchten .lameson-raiddaar in Zuid-Afrikageen andere politiek denkbaar was, dan de klein zielige en oneerlijke «Ons Belang"-politiek de politiek van «het winkeltje naast het kamertje der geboorte Een tweede voorbeeld van 's mans botheid is zijn gedrag bij de conferentie met Steyn en Paul Kruger, tc Bloemfontein. In zijn verwatenheid is hij daar zóó ver gegaan, dat hij dien ouden Paul Kruger, den man, die door Bismarck reeds voor den grootsten en schranderstcn diplomaat werd gehouden, mot zoogenaamd fijne onbeschoftheden trakteerde, zoodat deze lioogstbezadigde grijsaard in ver ontwaardiging uitriep: «Denkt gijlieden, dat wij zóó onnoozel zijn, dat wij u niet door gronden on dat wij niet al sedert lang zouden weten, waarom het u te doen is? I" doch, evenals alle kleine en groote heevsch- zuchtigo gekken en parvenu's, dacht onze groote Engelschc Lord, dat hij zijn wenk brauwen maar heeft te fronsen en maar wat op zijn zijn heeft te bijten, om terstond iedereen op de vlucht te jagen en in zijn schulp te doen kruipen En dat tegenover mannen, die hem wel om hun vinger kunnen winden en, zijne kwaadaardige domheid ken nende, weten wat hij zeggen en doen en «rapporteeren" zal, nog vóór hij er zelf aan denkt 1 Met zijn bekrompen verstand, («without sympathy and imagination") is hij maar van drie dingen heilig overtuigd; nl.'ie, van zijn eigen, bijna goddelijke onfeilbaarheid2e. van de Goddelijke Almacht des Engelschcn Wereldlijks en 3e. van de bijna goddelijk^, nog nooit overtroffen, wijsheid van lieden, die 7(j>ó rijk zijn, zóó slim en zóó «pushful" (energiek) als Chamberlain, Rhodes, Bamato, Beit en al die andere hooge Parvenu-dingo's en verder weet hij blijkbaar nietsbe grijpt hij niets; gelooft hij niets en denkt hij aan niets De bekwaamheden, waarop menschen als Lord Milner hun eerzuchtige aanspraken als bestuurders gronden, zijn uitsluitend beperkt tot dutte, machinaal van buiten geleorde rou tine-lesjes een lijstje ordinaire gemeenplaat sen eenige wetsartikelen verder wat lie vigheden, afgewisseld met brutale aanma tiging kleine listen, streken en onwaarheden en ten slotte een serielje huismiddeltjes. Onder deze laatste zijn er twee, die onop houdelijk in werking komen en waarmee zij, voor de oogen van het onnoozele publiek, een heel vertoon van wijsheid maken. Een er van is voor zakennl. de «bij gewijs van proeP'-methode. Zoodra er zich een zaak voordoet, die ook maar iets afwijkt van de routine-sleur en waarvan dc oplossing niet kant en klaar in liet boek je staat, hebben zij fluks een maat regel «bij gewijs van proef" bij de hand en wel, natuurlijk, een halven maatregel, die weldra op heele schade uitloopt COURANT. Prijs dei Advertentiën: Van 1b regels II. 0,92iedere regei meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zu innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde TsSeit&tt më&mrtoaiiiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Tclcfuoa So. 133. Zoo was de beruchte Jameson-raid niets anders dan zoo'n halve maatregel «hij gewijs van proef' en waarvan de schade thans gevoeld wordt. Zoo is de poging van Cham berlain, om den Malthezers de Engelsche taal op te dringen even zulk een stupide maatregel «bij gewijs van proef"en nog onlaugs, het zoogenaamd «exploiteeren van Gouvernementswege" van den Boeren ont stolen plaatsen «bij gewijs van proef' Alles echte proeven van idioten-werk 1 Zóo behan delen de Hoogwijze, zich zelf verrijkende edele Staatslieden, met Lord Milner in hun midden, tegenwoordig de zaken van een wereldrijk Zijn de zaken, zoodra zij maar oven buiten hun boekje gaan, voor Lord Milner en zijn gelijken al verbijsterend, nog veel erger is zulks, zoodra zij tc doen krijgen met per sonen, die, in de oogen des edelen Lords, zoo onbeschaamd zijn om zich anders te ge dragen .dan als «Traits d'unions", of zooals hij ze in de Bureaux heeft loeren kennen en behandelen 1 Dan staan Lord Millner en zijns gelijken perplex. Dan voelen zij hun inge beelde onfeilbaarheid wankelen, worden ang stig en boosaardig en verliezen in hun ver bijstering eik begrip van verhoudingen «Bewildered and dismayed", zien zij in elk verschil van meening een persoonlijke be- lcediging en in elke oppositie een verraad tegen het (lees tegen hun) Gezag (Criticism becomes for them an impertinence, Opposition a treachery") Doch daar in Zuid-Afrika, als vertegen woordiger van Z. M. Edward VII (zijn naam zij geheiligdals grootwaardigheidsbekleeder in den tempel van den Jingo-Mammon is, onze Lord Milner «met het houten verstand en het steenen hart", hoogst gevaarlijk en moot dan ook, volgens den schrijver, zoo spoedig mogelijk worden teruggeroepen tenzij hij uit zicli zeiven zoo wijs is, ontslag lo nemen 1 Dit laatste echter is zuiver onzin 1 lloe kan de schrijver, die eenige bladzijden tevoren heeft gezegd, dat Lord Milner heeft «Want of sympathy and imagination" en is san able man and a clever, but not a wise one", m. a. w. een man zonder gezond ver stand, nu wijsheid vau hem verwachten Denkt hij dan «vijgen te plukken van diste Ion"? Neen! waarde schrijver!«Al stoot gij don dwaas in eenen mortier met eencn stamper, te midden van het gekneusde graan zijne dwaasheid zal nochtans niet van hem afwijken In het vaste geloof aan zijne eigen onfei! baarheid zal Lord Milner in zijn woede zich eerder aanstellen als een Robespierre ot Marat, en heel Zuid-Afrika in brand steken laten uitmoorden cn leeg roeven,dan toegeven, dat hij dwaaldeiets wat toch waarlijk voor een verstandig man geen schande is Nu zullen alle niet Jingo's van de wereld geduld moeten hebben tot de Boeren de laatstcn der Roof- cn Moord-Benden, de laatsten der dieven en brandstichters te gelijk met den «edelen" Lord Milner uit Zuid-Afrika zullen hebben verjaagd Geduld I Qui vivra verra „Spreek toch niet zoo 'tegen dat meisje, Mai'tha! Zij is toch geen slaaf." „Zij, is zoo onhandig „G-oetd zeg .hot 'haar dan Eu geeft dit niot, y.eajcl haar dan wog. Maar vergeet niet, dat zij een menseli is. Wo kunnen slechts verlangen dat zo haar plicht doet meer niet." „Maar Frits als z,o dat nog niet eens kan 1" „Zend haar dan weg'Dat zij do, plich ten, die zij op zich genomen heeft, vervult, kunnen wij verlangen. Maar haar uit te scholden, haar als een ondergeschikte to be handelen daartoe heb,ben wijbgecn recht." De jonge vrouw zei niets. Daar zij' wel be merkte, dat ergonis zich van haar man mees ter gemaakt Jiad, 'hiold zij het voor beier, niet meer to antwoorden. Hij kalmeerde zich echter niet. „Dat is het juist vaart-ogen gestreden moot worden. Niet alleen, dat loon cn ar beid met dlkaar in overeenstemming moe ten zijiu, dat zij op gelijken trap moeten staan neen. Voor 'liet gold, dab zo iemand voor den arbeid betalen, moet men nog klein zijn on zich vernederen. Superieuren willen zij zijn, cu wij de •ondergeschikten I Dat zou den ze het liefst willen I" IBj' was geheel „in" zijn loom gekomen cu zat nu mot rood hoofd en fonkelende liet Pei'sknntoor van het Algemeen Neder- landsch Vei boud te Dordrecht heeft met toestemming der Boerenvei tegenwoordigers in Europa uitgegeven de ambtelijke verslagen van generaal de la Reij en generaal J. C, oogen tegenover zijp. vrouw. Zij antwoordde hem niets. Zc keek hem slechts angstvol in de oogeu. „M'aar ik bob het hun gezegd, hoe ik daar over denk. Ik heb Iran mijn verachting ge toond, dezo ikneehtcnziclon, deze geboren slaven." .Frits in godsnaam, je hebt tocli niets op het bureau ■ITij ging rechtop in zijn groenen strand stoel zitten. „Zeker bob ik dat! Hot (komt niot in me op to denken, dat ook wiij patroon ou onder geschikten zijn. Wij' moeten alleen maar strevon onze plichten zoo goed mogelijk to vervullen. Iets anders is er niot, want do verdiensten beslissen cn niet dc plaats, niet het loon." ,,0, Frits had toch maar liever gezwe gen „Jawel Zij'n gezicht kreeg oen honen do uitdrukking. „Dat doen jullie, vrouwen hot liefst, je zit thuis cn wacht op het huis houdgeld. Maar wat wijl daarvoor moeten lijden natuurlijk' dat is jullie om men." iD'o jengo vrouw gaf zich moeite liet ver wijt in te slikken. Haar gelaat werd iets blocker en tranen kwamen in haar oogen. „Heb jo dan ernstig gestreden Zij, werd opeens zoo bang. Zijl vreesde, dat Smuts, alsook andere stukken betreffende den oorlog in Zuid Afrika, kort geleden ontvan gen. Deze ver/ameling stukken, in een vlug schrift vereeuigd, zendt het Perskantoor na ontvangst van f 0,25 franco aan alle aan vragers. In ons land is aangekomen de heer W. F. G. Kroon, een Nederlander, in het begin van den ooi log <e Eland-laagte gevangen genomen, naar St. Helena vervoerd en onlangs van daar, wegens een oogziekte, op parool ontslagen. Hofberichten. Toestand van 11. M. de Koningin Uit Het Loo wordt gemeld, dat overeen komstig de bepalingen der Ziektewet ten aanzien van fabns typhoïdea, de ziekte, waar aan FL M. de Koningin lijdende is, daaivan aangifte is gedaan ten gerneenteliuize te Apeldoorn, in dit geval door den arts, den beer Pot. liet gewone biljet, aanwijzende de besmet telijke ziekte, is voor liet Paleis aarigeplakl, ter zijde van den ingang naar de poitiersloge. Voorziening: in do rcgeerlng. Nu het officieel vaststaat dat II. M. de Koningin ook onder de gunstigste omstandig heden wellicht langen tijd niet in staat zal zijn de regeering te voeren, zullen er onge twijfeld buitengewone maatregelen worden genomen om daarin te voorzien. Deze worden geregeld door de Grondwet. Zoodra nl. de ministerraad bevindt, dat daartoe noodzakelijkheid bestaat, geeft hij daarvan kennis aan den Baad van State, met uitnoodiging om binnen een bepaalden ter mijn advies uil te biengen. Blijven zij na afloop van den gesteiden termijn bij hun oor deel, dan roepen de ministers de Staten- Geaeiaal in vereenigde veigadering bijeen, om hun, onder overlegging van liet advies van den Raad van State, zoo dit is ingeko men, van het vooriianden geval verslag te doen. Zijn de Staten-Genei na! in vereenigde ver gadering van oordeel, dat liet bedoelde geval aanwezig is, dan voiklaten zij dit bij een besluit, dat op last van don vooizittcr wordt afgekondigd en op den dag dor afkondiging in werking treedt. liet koninklijk gezag wordt dan tijdelijk waargenomen door den Raad van State, die alle stukken toekent, totdat een Regent is benoemd en deze zijn waardigheid heeft aan vaard. De Raad van State dient het voorstel in, om ia het Regentschap te voorzien. Dit geval heeft zich tweemaal voorgedaan tijdens het leven van Koning Willem III, onder de Regeering van het Ministerie-Maekay. In de vergadering van het Kabinet, 25 Maart 1889, waren de Ministers «eenparig van oordeel, «dat Z. M. buiten staat was geraakt om de Regeering waar te nemen". Z. M. leed aan suikerziekte en nierontsteking. De Raad van State sprak als zijn oordeel uit, dat «zonder uitstel de Stalen-Generaal in vereenigde zitting behooren saam te komen." De vereenigde zitting werd 3 April gehouden en met eenparige stemmc-n werd uitgemaakt, dat «het in art. 38 Ie lid der Grondwet om schreven geval aanwezig is". De Roa 1 van State tiad op, waarnemende het koninklijk gezag. Voordat nog een Regem was benoemd, reeds 7 April, werd de gezondheidstoestand er ton slotte nog ecu slechte tijding zou ko men. „Gestreden bromdo haar man, „heb i'k heclemaal niet. Ik heb alleen maar mijn mooning gezegd." Aan wicu dan „Aan den eersten ingenieur. Hij heeft zich dn ons gesprek gemengd." Den eersten riep zijl verschrikt uit. „Dön zwager van den chef?!" IIij werd ongeduldig. „Ja zekor. Vraag toch niot zooveel, als je 't loeh a'llccn weet." Ilaar lippen waven opeen geperst Zijl moest plotseling oven naar de kouken. Maar zij ging er niet heen. Selruw sloop z'ij in de slaapkamer en drukte haar ziak- doek tegen de nat to oogen. Toen zij na eenige minuten terugkeerde, was er con vriendelijk glimlachje op haar bleekc wangen. Zij nam dat driftige hoofd van haar man in haar handjes en schudde het heen en vroor. „Mijn arme jongen, wat he.b-jo je toch zoo op te winden V' En dezo goed overlegde teoderheid miste haar uitwerking niet. Na korten, tijd werd Frits weder vergenoegd en spotte met zich zelf. „Weet je, feitelijk hob jo gelijk. Wat gaan mij die zaken aan?" En hij 'lachte. „Niot? Nu, wees dan ook weer vriendelijk des Konings aanmerkelijk beter en den 30n April verklaarden de Sinten-Generaal, weder in vereenigde zitting, dat liet geval van *rt, 38, 1ste lid der Grondwet had opgehouden te bestaan. In liet volgende jaar was Z M. weder ernstig ongesteld. Den 29sten October 1890 vergaderden de Staten-Generan! om het koninklijk gezag np te dragen aan den Raad van State, den 14den November benoemden zij tot Regentes II. M. Koningin Emma, die als zoodanig beëedigd werd den 20sten November. Reeds den 23sten d. a. v. over leed Z. M. de Koning. Onderscheidingen. Bij Kon. besluit is aan G. \V, VV. C. baron Van Ilóevoll, gouverneur van Celebes en onderhoorigbeden, vergunning verleend tot liet aannemen van de teekenen van ridder tweede kl. der orde van den Rooden Adelaar van Pruisen, hem door Z. M. den DuRseben Keizer, Koning van Pruisen, geschonken. Atjeh. Dee correspondent van de »N. R. Ci." te Batavia seint Een bende ouder Teungkoe Tjot Titjim (een hoofd van minder beteekenis) werd te Kemala omsingeld. Zij liet 42 dooden achter. Aan onze zijde werd alleen de 2e luitenant der infantum L. Dersjant aan den schouder gewond. Onze oorlogsvloot. Blijkens bij het Departement van Marine outvangen bericht is Hr. Ms. instructieschip Nautilus, onder bevel van den kapitein- luitcr ant ter zee P. G. Swann, in den morgen van 18 dezer, Dungeness gepasseerd. Audiënties. De gewone audiëntie van den Minister van Ju-titie zal op Woensdag 23 April e. k. niet plaats hebben. Jacht. De «Residentiebode" meldt, dat de Regee- ring haar aandacht schenkt a(m de oplossing der j ichl-quaestie in den geest der motie- Kolkman. Tiveedc Kamer. Boekhouding bij de Werven. Hoewel de minister van marine gaarne bereid is, al het mogelijke te doen om den strijd over het wei f beheer te doen beëin digen, kun hij toch niet zoover gaan ah bij de jongste Marine-begrooting in de Tweede Kamer van één zijde verlangd werd. De Min. meent dat in de tusschen de Regeering en de Kamer gewisselde stukken wel degelijk het bewjs is geleverd, dat het in algemeene trekken geschetste stelsel der minderheid van de Staatscommissie zelfs in het land zijner herkomst totaal op zyde is gesteld, omdat er niet mede kan gewerkt worden; de gevolgtrekking dat dergelijk stel sel practisch onbruikbaar is, schijnt hem daarom toe volkomen gemotiveerd te zijn. Met de instelling van een bureau van con ti óle bij het departement van marine kan de minister zich vereenigen; hij zal hierdoor tijdig kunnen ingrijpen en niet de kans loopen voor faits accomplis te worden gesteld. De zeer gewichtige vraag, of het inderdaad mogelijk is om buiten de werkvakken om zoodanige betrouwbare gegevens te verzamelen omtrent de verdiende arbeidsioonen, dat ze tot op .hefc bureau opdat "zo 't vergeten cn ze jo 't niet kwalijk nemen." „Och, die donken er nu niot meer aan." „liet zou ook te dom zijn, als je om zaïïko zaken jo mooie betrekking zoudt moeten varliezen." „Nou, mooi „Ja. Zij is toch altijd boter dan zoo go- heel zonular iets zekers te zijn," Maar zij hadden liet niet vergeten, zooa-ls hij dacht. Reeds toen hij 's namiddags op 't bureau kwam, bemerkte hij, dat er iets in do i'uoht zat. Zijn collega's waren zoo vreemd, tegen hem en toon de chef kwam, hoorde hij het. Zonder veel omslag word hij uit zijn be trekking ontslagen. Omdat een standpunt, zooais hij gisteren verkondigd had, in een groote zanik niet geduld kon worden. Mot oen glimlachje ging Frits waar huis, maar hot was oon koud, verlegen glimlachje. Twee uur 'had hij in do straten, rondgedoold, om zij,n vrouw niet te verontrusten an om zioli holder to maken Maar dio helderheid was niot gekomen, en do schrik ikvam toch. Dc arme vrouw zonik bijna onmachtig ne der. Na een echt van vijf maanden was haai man, was zij -IbrooddoosHef wilde er heckmaal niet bij haar in. «I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 5