56öie Jaargang. Zondag 17 en Maandag 18 Augustus 1902. No. 10932. Tweede Blad. D Horizon. Gemengd Nieuws. ■mis .37. uw. UIT DE PERS. BINNENLAND. l'.OU!:#iglT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25. Franco er post fl. 1.65, Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat GS. Pr^s der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die rij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hur- van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worOen zoogenaamde ttïei&m «dyesrfsntiëa opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, b\j vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. luiere. ®eltfo«a Mo. 123. lus iris. B. en ;ns- ,che ure, GltÜOTi: POLITIEK. De Ivoor L. Simons liccffc van uit Freiburg in Baden oen lang artikel onder boven staand lioofd gezonden aan het Handels blad" te Amsterdam. Daar het betoog to lang is om er genoegzaam uit to kunnen aan halen en do kennisneming' van don inhoud toch niet van gewicht ontbloot is, zullen wij zoo beknopt mogelijk weergeven wat bod oei .1 artikel inhoudt. Do sclir. begint met een verbaal van twoc kleine jongens die een taart bobben gokre- gen; om dio taart te bewaren voor de be- gecrigö sterkero jongens, beloven zij oen der sterkere een stuk als hij voor lien wil op komen. Er is editor ecu dio nog sterker is en dio dwingt den ander tot een overeen komst om kot overschot van de taart samen, te doelen, waarna do kleinere tot do ontdek king komen dat zij met hun bolofto van een stuk van de taart niets verder zijn geko men. Dit verbaal stelt sclir. voor oogen, nu hij optreedt tegen een beweging in do kleine pcï's het „Utrcchlsch Dagblad" voorop, on ook verschillende van do groote pers om to komen tot een inniger verbond' met D'uitscliland, onder ket motto, zooals sclir. hel uitdrukt: „Het onaantastbaar maken van onze po sitie in Europa cn do waarborg voor liet be zit. onzoi' koloniën". En, oen andermaal: „do noodzakelijkheid van alliantie, vooral met hot oog op het behoud onzer Oost-Indisclie bezittingen," De heer S. toont aan dat een alliantie met het oog op het behoud onzer koloniën lo. on- noodig, 2o. gevaarlijk is. Doeli bovenal is ccn verbintenis, met dit doel', met Duitscli- land onverstandig cn zou ons brengen in 't geval van do kleine jongens met de taart. IIoo zou Duitschland ons het bezit van onze Oost kunnen waarborgen? Bekend is dat én Australië, dat niet voor uiets Engeland geholpen liecft, cn nu een. eigen vloot wil hebben, én Japan, dat diklco vricdjcs met Engeland heet te zijn, een begcerig oog oj) onze Oost hebben geslagen. Dreigend is dus Australië, Engeland eu Ja pan, of als twee- of als driebond. Eu togen dozo macliten is Duilschland's marine cn .deze zou alleen kunnen helpen niet krach tig genoeg. En stel dat Duitschland den strijd wilde wagen tegen dio machten, enkel cn alleen om ons onze koloniën te laten be houden, dan zou 't worden een strijd op le ven cn dood. Zouden do Duitsche staatslie den dat op zich durven nemen? Vermoede lijk niot, maar deden zij liet, dan zou oon verzekeringspremie van ons gevraagd wor den, die begrijpelijker wijze zoer hoog zou zijn. Het „Utrcchtsch Dagbl.", zegt sclir., „re kent nu wel voor, dat onze marine een vijfde eskader bij1 do vier Duitscho zou botcokonen, ons leger een armockorps bij hot Duitsche loger, terwijl onze koloniale ambtenaren Duitschland zouden kunnen dienen. Ja, waarmeo? Met het bchccron van de Duitsch-Ncdcrlandsüh geworden koloniën in onze Oost? Ons leger als Duilscli armeokorps om iets te bctoekencn, zou dit immers dan ge heel op Duitscho leest geschoeid moeten worden. En dan hebben we al aanstonds een gansebon torugkeor van onzo boginstappen tot een volksleger naar het hoogst opgevoerd militarisme, dat in zichzelf al een verkrach ting van onzen volksaard beteokent." En iets verder „Op dit oogenblik nu is op de West-Euro- pccsche vastolandswip Duitschland de zwaar ste partij. Als ons eigen land, afgescheiden van onzo koloniën, ecnig gevaar dreigt, dan is heb van Duitschland. De' Duitsche Jiugo's hebben zich al meer dan eenmaal in dien geest uitgelaten, dab Duitschland ook do Riuimondnig toekomt. Men behoeft deze uitlatingen niet ernstiger of luchthartiger op te vatten dan men wil. Doch in ieder ge val niet van Frankrijk dreigt ons langer gevaar, maar als het er is, heel natuurlijk, van Duitschland. Moeten wo nu waarlijk zoo onnoozel we zen en de. rol van hot lam gaan spelen naast don wolf?" Dan wijst do heer S. er op, hoo het even wicht in Europa nu bestaat door den Tweo- bond en den Driebond. Gaan wij bij don laalstan op d'o wipplank zitten, dan is zeker dio kant do zwaarste, zotten wij ons bijl den Tweebond, dan wordt het evenwicht ver sterkt. En daardoor alleen roods versterken wo onzo kansen op heb behouden van 'tgoen wo hebben. Een verbond met Duitschland verschaft't een risico, waar wij do premie voor zullen moeten betalen. Maai" voor Frankrijk ligt cr waarde in, dat wij ons niet hij Duitschland zouden aan sluiten. Duitschland is togen aanvallen van Frankrijk genoegzaam zeker. Frankrijk van het omgekeerde niethot zou dus voor haar waardo kunnen hebben, onzo onzijdigheid to koopen met een waarborg. Met Ruslands mede-onderteekening zou die voor ons inder daad con garantie betcckencn. Wil men alliantie, vooral om de zekerheid voor onze koloniën, dan hebben we veel meer aan Frankrijk èn Rusland, dan aan Duitschland. Ruslands vloot heeft zich zeer uitgebreid'. Samen mot de Fransclre zal zij in eenigo ja ren een macht van boteekenis wezen. En Rusland is het eenigo land, dat Enge land ook te tl'and tkwaad kan. Immers in Azië. Frankrijk cn Rusland hebben cr voor zich zelf belang bij, dat do Engelsch-Japausche invloed zich in Oos-Azië niet meer uit breidt. Duitschland niet. D'ocli eou alliantie brengt gevaar met zich mede. Daarom stolt sclir. do vraag of het niet wenschelijker is onze koloniën, als hot eens moest, te verliezen, dan ons alvast half in de maclit van oen Europeesclio mogend heid to geven. Eu deze vraag wordt door solir. stellig bevestigend beantwoord. Doch onzo Oost zal voor ons niet verlies baar zijn, als do inwoners zicli dén voelen met ons, hun welvaart moot door ons bevor derd worden. „Ook do militaire zekerheid van onzen Oost ligt in de sociaal-economische politiek die wij daar toepassen," zegt do heer S., on verder „Mede hierom; Hoo lioogcr de welvaart dier millioenen onder ons bestuur daar zou stijgen, des te sterker koopkracht zouden zij oefenen op do wereldmarkt. Des to grootcr belang kregen dus allo handeldrijvende cn produceercndo natiën cr bij, dat dio landen bicven onder een bestuur, dat zeker niet zou beproeven cr eon muur van protectie om eigen, bevoordcc- ling rond to bouwen. Bijkans iedere andoro mogendheid, óók Engeland tegenwoordig, zou dit beproeven. En dus zouden dan zelfs de Vor. Staten van Noord-Amerika, wier in vloed op do wereldpolitiek moet toenemen, belang hebben, bijl het handhaven van ónzo leiding in Insulinde. Door lclook toegepaste irrigatie. D'oor opwekkig van ouden handarbeid en kunstvaardigheid. Door bekwaming van don inlander in liet bebouwen van zijn land, met openstelling van goedkoop erediet. Door aanleg van veikeerswegeu, spoor en tram. Door flinke Staatsexploitatie dor mijnen. Door dezo eu dergelijke maatregelen, sa men met een versterking van do zelfstaudig- lieid van allen, die daarvoor in Indië reeds rijp zijn. Door Indië een flink crcdiot (bijv. van ca. f 100,000,000) te openen en zoolang hot land moeite heeft, rente cn aflossing zelf to beta len, deze voor zoover noodig, voor onze reke ning to nemen. Door dergelijk zelfopofferend werken, dat voor ons een prikkel zal wezen, waar elk steunen op anderen door allianties ccn ver- dooving zou blijken, zullen wij nog m staat zijjn onze mooie kolonies te behouden tegen iederen. Tot licél do tijd van kolonies-hou den een natuurlijk einde nomen zal." Po redactie van liet „Hbld." teckcnt on der dit artikel aan ,Wij zijh het met do algomoono strekking van bovenstaande beschouwingen volkomen eens. Wij stollen oen goede nabuurschap op hooge prijs, maar meenen cfat ons Vaderland het Veiligst is door niet moo to doen aan do grooto politiek van bondgenootschappen, en dat het ook aan zijn verleden verplicht is, zijn zelfstandigheid ton volle te handha ven. En wat de koloniën betreft zeker is liet bcsto middel van behoud zoodanig beheer, dat. geen der Indische volken een anderen meester verlangt, maar overtuigd is dat hiui belangen onder onzo hoede het veiligst zijn." Hofbericht Donderdag bezocht Z. IC. H. de Prins der Nederlanden, in tegenwoordigheid van den lieer Lovinck, directeur-generaal van land bouw, de houtvesterij Kootwijk. Op het ter rein werd Z. IC. II. verwelkomd door den heer Van Dissel, inspecteur der Slaatsbos- schen en ontginningen, en den heer J. Jager Gerlings, houtvester in genoemde houtves terij. Be Prins onderhield zich op zeer min zame wijze met de verschillende ambtenaren en nam alles met de meeste belangstelling in oogenscliouvv. Corps diplomatique. De Japansche gezant bij ons Hof heeft zich gisteren naar Brussel begeven. Bij Kon. besluit is jhr. mr. A. G. Schimmel- penninck, gezantschap-secretaris der 2e klasse bij Ilr. Ms. gezanschap te Rome, benoemd tot gezantschap-secretaris der le kl, bij dat te St. Petersburg. Zegel. Bij Kon. besluit is liet kantoor van het buitengewoon zegel te Amsterdam met in gang van 1 November a. s. gesplitst in twee kantoren, nl. a. een kantoor van het buiten gewoon zegel no. 1, voor de zegeling van effecten b. een kan foor van het buitenge woon zegel no. 2 voor de zegeling van alle andere stukken dan effecten. Zorgvliet. Mr. A. E. II. Goekoop, in een adres aan den Ilaagschen Raad wijzende op de mis lukking der vroegere onderhandelingen om trent een eveutueelen aankoop door de ge meente van het paik Zorgvliet, en gronden in den Zegbroekpoider, deelt den Raad thans mede, dat liij er in geslaagd is beide per- ceelen, resp. van 88 en 141 II,A., in handen te krijgen. Hij is bereid deze eigendommen ann de gemeente aan te bieden voor f 4,500,000, op de voorwaarden, door den eigenaar, den groothertog van Saxen, gesteld en te stellen. De koopsom moet betaald worden vóór of op 15 Januari 1903 en mr. Goekoop heeft zich reeds in verbinding gesteld met de Maat schappijen Duinoord en Zorgvliet, tot ophef fing der servituten, waartoe hij zijnerzijds bereid is. Hij houdt bet aanbod gestand tot en met 3 September a.s. Huis toe. Het word moer en meer een onhebbelijke gewoonte vau meiden eu kuccslits op do boer derij, om vermaak te scheppen in hot spot- ton met den lialf-idioten boerenknecht, Blinden Jan. Hij was oo-k to goedig, te sullig voor dezo wereld on zijn verstande'ijko ver mogens liaddcn sedert zijn kindshc J geen verdere ontwikkeling onderggu. Steeds was lhj do verschoppeling op de boerderij en gedurende den rusttijd liet men Jan „optreden". Ileb mismaakte kereltje was dan het mikpunt van laffo aardigheden en spotternijen, die Jan's plaaggeesten met hun vindingrijkheid op dat gebied, maar konden uitdenken. Op cou avond, nadat Jan's kranke herse nen door alle mogelijke kwellingen weder op een harden proef waren gesteld, kwam hij de krakende ladder afstrompelcn, die van uit den stal naar do vliering, ziju slaap plaats, leidde. Do Blinde zoo was rijn bij naam, waar schijnlijk wegens zijn geestelijke blindheid bleef eensklaps staan, schijnbaar peinzend wreef hij- zich liet voorhoofd. Ui) richtte daarna liet hoofd op en een doffe glans blonk in zijn matte oogen. Mot hoogrood ge laat klop te liij aan do dour van een na bij- zijnd vertrok. Zenuwachtig trillend! klonk zijn zwakko stejn „Is het toch waar, Joannette, dat 't para dijs ligt achter den horizon, zoo als gij me straks verteldet?" Lachend antwoordde daarbinnen vrouwestem „Welzeker, dat is waar als je het riet gelooft, ga dan kijken, Blinde! Vooreerst zou ik, als ik jou was, nog maar mijn troost in do vecrcn zoeken, ga rustig slapen, Blin de In gedachten gaat Jan, gehoorzaam als al tijd, do vliering weder opzoeken. Hij strekt do lcdcnmaten uit, dooh hij kon den slaap niet vatten. Zijn ddée-fixe liet hem niet met rust. Hoo dikwijls tobde bij zijn kiuderlijko hersens niet af met de vraag; „Is nu achter dien horizon het paradijs?" Wanneer hij dien eens bereikte dan dan was hij uil al zijn ellende. Jan riahtte zich plotseling op uit zijn le gerstede, hij' opende hot dakvenster en stak zijn hoofd naar buiten. De maan goot haar zilveren stralen over 'liet vreedzame land- saliap, do sterren droegen er het hare toe bij. 't Was een prachtige zomernacht. In do verte heel in de verte, vraag, maar toch zichtbaar, daar ontdekte Jan weder den horizon, daar zou liij' vinden waarnaar hij reikhalsde rust. Don volgenden morgen voor dag en dauw reeds, was Jan, met een knoestigen stek in dc hand, op pad gegaan, zonder iemand' iets te zeggen. Hij was op weg naar den horizon. Verblindend schitterend verscheen do dag vorstin aan den kim, aan den voet van heb keerlij'k-blauwo hemelgewelf. Db blinde baalde met vollo teugen adem, gelukkig, te loven als een dartel veulen in de weide, alleen met liet oog gericht naar den horizon] en mot één enkele gedachte be zield, zoo spoedig mogelijk „daarginds" to komen. Vermoeid bereikte Jan een heuvel, met inspanning kl'om hij naar don top een heer lijk vergezicht ontrolde zich voor zijn oogeu, do bonte mengeling vau kleuren verbaasde Jan. Zooicts moois liad hij in zij)! lieele lo ven niet. gezien, hoewel hij het dagelijks kou opmerken. Doch alles scheen hom zooveel schooner toe, nu hij, vrij was, ver weg van die kwelduivels van nienschen Aan den gezichtseinder stond een kerk, dio mot haar spitsen toren het blauwe go- welf raakte. „Daar moet het zijn," mompelde Jan mot van vreugde stralende oogen. Mot nieuwen moed eu kloppend hart, ver moeienis en dorst vergetende, stapte „do blinde" dapper voort. Urenlang marcheerde hij naar den horizontegen den middag be reikte hij liet vriendelijke kerkje, dat hem de mijlpaal zijns levens tocleck, gelegen in liet midden van een dorpje. Vreemd staarde bet idiote ventje rond. Was hier dan niet het paradijs? Het had er niet veel van. Hij trachtte tob bezimiin. te komen, doch zijn kranke hersens lieten T hem niet toe. Wezenloos staarde liij op de blinkende wijzerplaat van den klokkctoreu. „Wat voer je daar uit, boertje?" vroeg de veldwachter. Jan schrikte op uit zijn mijme ring „Is is dan hier niet de horizon?" stotterde hij. „Wel neon, kameraad, dan moet jo nog een eindje verder wezen," antwoordde de man, die op ziju manier zijn geestigheid eens Men schrijft uit Utrecht aan de nN.Ct.": Onder de vele personen, welke zich vooral in den laatsten ttjd aanmelden bq president Kruger, is ook een gewezen geneesheer bij een der Boereoambulances, dr. Schweibnck een Pool. Hij werd door de Engelsehen van alles beroofd en ging heden, op kosten van den President, naar Warschau, zijn verblijfplaat; terug. Een ltroep op vheeren"-inbrekers. Naar wij vernemen zijn gedurende de laatste weken aan de Nassaukade nog enkele inbraken gepleegd, die niet ter kennis van het publiek kwamen, steeds in tijdelijk on bewoonde huizen. O.a. vernamen wij dat een bewoner van buiten thuis komende, het heele huis overhoop gehaald vond. Daar alles wat waarde bad elders was geborgen, hadden de inbrekers niet veel van hun gading gevonden, doch uit wraak daarover o.a. een fraaie japon van de vrouw des huizes, die in een der kleerkasten hing, stuk gesneden. Ook werd een bezoek gebracht bij een stadgenoot, daar woonachtig, wiens naam in den Zuid-Afrika-krijg menigmaal genoemd werd. sBiltere ironie," zeide hij tot ons, som bij mij te komen inbreken. Alsof er bij ons wat te balen zou zijn. Toch hebben de kerels mij een paar diogen afgenomen, die ik ongaarne miste. Zij stolen een klok, een horloge en een zakkompas. Die klok mogen ze voor mijn part houden, maar aan dat horloge en dat kompas waren voor mij herinneringen verbonden, liet waren voor mij relequiën geworden uit den oorlog." »IIoe zoo?" »Wel, ik onderging voor de eerste maal den vuurdoop. De kogels der Engeischen vlo gen ons om de ooren, en ik waagde mjj in jeugdigen overmoed wat al te veel. ïLeg plat!" riep mjj mijn commandant toe. Ge hoorzamende aan het bevel liet ik mij dadelijk lang uit voorover vallen. Toen het gevecht gedaan was en ik op mijn horloge keek, bemerkte ik dat ik het bij dat plotseling splat leggen" gehavend had, glas en wijzer plaat vvaien gebroken, doch ik bewaarde het steeds als een herinnering aan het eerste ge vecht dat ik mede mankte. »En liet kompas?" sDat heeft een andere geschiedenis. Op een goeden dag nam ik, commandant van een troep zijnde, persoonlyk een soldaat van de sNevv Zealand Rifles" gevangen, 't Was een nette kerel en hij was er door vermoeie nis en ontbering ellendig aan toe. Ik deelde met hem wat ik zelf bezat en later schonk hij mij uit dankbaarheid als herinnering dat zakkompas. En nu hebben dia kerels het Dgegapt" en ze hebben er niets aan. ïEo je ziet hoi loge, noch kompas meer terug". »Je kunt niet weten misschien lezen zij of hun heelers je krant. Zet wat ik je ver telde er in, misschien hebben ze nog wel zóóveel eergevoel dat ze oen oud-strijder bij de Boeren zijn herinneringsstukken terug willen geven. Ze behoeven ze niet zelf te brengen, laat ze ze eenvoudig aan de redactie van het Handelsblad" sturen, dan krijg ik ze wel van je terug. Nog eens die klok mo gen ze houden en ik zal ze niet aangeven." Wij doen door bovenslnand verhaal dus een beroep op ïiieeren"-inbrekers en hun helers. Of 't helpen zal? (slldbid.") wildo luchten cn zich lachend verwijderde Jan begreep er uiets meer van doch men zeido hem immers dat hij nog een eindje verder moest wezon. Koppig gaf „de blinde" den moed niet op Weer ging het uren lang door do brandende zon, altijd die vage lijn, waar de hemel de aarde raakt, in liet oog houdende. Voort, altijd maar voorwaarts! Daarginds in de verte stond een hooge vuurtoren, als eeu schildwacht op zijn post. „Zou dat het paradijs wezen?" overlegde Jan. Hij had dorst en dronk een weinig wa ter. Geprikkeld door zijn onbevredigd ver langen, ging bij weer voort, over heuvels en door dalen. Uren verliepen. Db zon neigde allengs tor kimme. Donkere wolken pakten zich boven hem samen. Jan liet zich niet van zijn stuk brengen; meer en meer na derde hij immers den toren van ziju geluk Verblindend schitterde aan den top van de vuurbaak een licht, een breed, groot licht, dat Jan moed in het hart straalde. Nu leed het geen twijfel of daar zou hij vinden wat hij zocht! Puntige steenen op den weg verwondden Jan's voeten, hij voelde geen pijin, nu hij zoo zijn doel nabij was. Eindelijk sclieeu ziju tocht teu einde, uit allo macht liep hij er heen helaas, hij be droog zich weerdat was het paradijs niot do zee, de breedo, trotscho watervlakte lag voor liem en sloeg een onoverkomelijken slagboom voor liet najagen van zijn imiig- sten wenscli Wanhopig drentelde Jan langs het strand, totdat de golven over zijii voeten sloegen. Tragisch. In do Kattenburgervoorstraat te Amster dam werd Donderdag door een huisgezin vroolijk eeu feestje gevierd. De zoon des hui zes was in liet huwelijksbootje gestapt, cn Een visscliersvrouw waarschuwde hem voor de gevaarlijke branding. „Waar is toch de horizon?" vroeg hij deze dringend. „Daarginds, dat weet ge immers wol," zei do vrouw, met haar uitgestvekten ann over de zee wijzend. Troosteloos liep „de bliude" voort, klagen de dat hij zijn ideaal nooit zou bereiken. Dof murmelend antwoorddo de zee. Weer blonk ccn lichtstraal in zijn oogen. Ilij bad een boot ontdekt, die op bet strand lag. In een oogwenk bracht hij haar jube lend in zee, de riemen in dc hand en voor waarts, naar den horizon Tegen middernacht stak ccn verwoede storm op niemand heeft den blinden Jan ooit weergezien. Den volgenden morgen wier pen dc golven den omgeslagen vissehersboot weder op liet strand Dc vertelling van blinden Jan is slechts ccn symbool. Maar. het is een symbool uit 't rusteloos woelend meuschenleven, het on verpoosd najagen van het begeerlijke geluk. Ieder mensch heeft iets van Jan's voortvarendheid, iedereen reikhalst naar ge luk, naar voorspoed. Eenmaal ziju wenschen bevredigd', doemen in de verte weer andere op, steeds vluchtend, zooals de onbereikbare horizon En hoevelen lijden niot, evenals Jan, schipbreuk, als hun hartstocht zoo na bevre digd sclieeu; zij k-oinen om in do branding en het geluk vondeu zij nimmer. CAMILLE ROUSSEL.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 5